Advertentie!
DINSDAG 13 OCTOBER
^^INNMand
DEREN FUt
PLOUVIER heeft cie Schoenen
63e Jaargang
■1925'
Km
FEUILLETON
Stoomvaatt
'■"U
Zooals de ouden zongen...
De beste Cacao voor den laagsten prijs
Stads= en Provincienieuws
NO. 341
en een geheel nieuwe
3 Lederwaren
een groote sorteering
:r nieuwste
Wandeltaschjei.
speciale etalage
'ALSTRAAT *31
TIMMERMAN,
rnttbatmllag, ru 1-lnfi
ka ra(al naar li u-i 'I
nr M Terrnrr, iMf M rinM» I
nflen en nienetuBTMiNi. f
,OODIN"-KACHEL
vi. hoog, compleet me! I
Jelplaat en mantel.
|ireau „Vtiss. Courant'/
is met Tuin
|dresOranjeplein 271
Èeen
NAAISTER.
letter H H„ bureauj
lurant."
LuiTSCH.
vraagt les
I
les in con-l
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2*20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.50. Weekabon
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1—4 regels: ƒ1.10 voor iedere
jegel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
regel meer 15 cent
'Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
Bioscoopwet.
De heer Boon heeft een tweetal amen
dementen ingediend op het ontwerp tot be
strijding van de zedelijke^ en maatschappe
lijke gevaren van den bioscoop. Hij wijst
erop. dat de vage redactie van art. 4 noch
gemeentelijke nakeuring, noch bioscoopver
bod voor kinderen en jeugdige personen
uitsluit en stelt aan dit artikel een toevoe
ging voor, waardoor althans ingrijpen op
deze beide punten door den gemeenteraad
voorkomen wordt.
Door gemeenten te sluiten leeningen.
De minister van binnenlandsche zaken en
landbouw heeft tot de gemeentebesturen
een circulaire gericht, waarin wordt mede
gedeeld, dat het den minister is gebleken,
dat gemeentebesturen, teneinde te kunnen
slagen in het plaatsen ten behoeve van hun
gemeente, van leeningen bij openbare in
stellingen, welke daartoe de gelegenheid
hebben geopend, meenen gebruik te moeten
maken van de diensten van tusschenper-
soon, ter zake waarvan het betrokken ge
meentebestuur aan die personen ook bij
berekening hunnerzijds van een billijk per
centage, in verband met het veelal hooge
bedrag der leening, een belangrijk bedrag
aan provisie hebben te voldoen.
Na daaromtrent gepleegd overleg met de
betrokken ministers, wordt onder de aan
dacht der gemeentebesturen gebracht, dat
wat aangaat het plaatsen door de gemeen
ten van leeningen bij bedoelde instellingen,
de daarover te voeren onderhandelingen
door de gemeentebesturen rechtstreeks met
die instellingen kunnen worden afgewik
keld, zoodat te dier zake geen medewer
king van tusschenpersonen behoeft te
worde# ingeroepen.
Dé minister meent deze gedragslijn ter
vermijding van onnoodige kosten te mogen
aanbevelen.
Georganiseerd overleg departements
ambtenaren.
De bijzondere commissie voor georgani
seerd overleg in zaken, rakende de departe
mentsambtenaren en het daarmee gelijk te
stellen personeel besloot in haar laatstge
houden vergadering een sub-commissie in
te stellen/welke tot opdracht kreeg een
prae-advies uit te brengen omtrent de
wenscheüjk geachte verhoudingscijfers voor
de salarieering van de ambtenaren en het
bedienend personeel bij- de departementen
van algemeen bestuur en welke werd sa
mengesteld uit één lid van elk der in de
commissie vertegenwoordigde organisaties.
Eenige andere punten der agenda werden
in verband met deze beslissing door de
voorstellers teruggenomen dan wel tot de
eerstvolgende vergadering aangehouden.
Voorts besloot de commissie zich weder-
cm tot de regeering te wenden met het
beleefd doch dringend vier,zoek een spoe
dige beslissing te willen bevorderen met
voor Zangers
(lngez. Mededeeling.)
vraagt les in
5rieven letter Z.,
5. Cour."
STAATSLOTERIJ
rkrijgbaar op Don®
:tobsr. Aanvang W*
ndag 23 Nove*
Mevrouw AHI™
5. Dhr. VAN BEN1
rkt K 8, Middelburg;
71 i'\ mi
- Middelb.-Rotte j "1
hengelegen plaatse
VAN
rnJ^P
Hil
i. Ui'
October
13
15
16
19
T.I."1
Oorspronkelijke roman dcor LOUISE B. B.
25)
•.Och we kunnen er om lachen af er om
schreien, als je dat liever wilt... maar het
i blijft onmisbaar, 't eenige wat wij samen
f "ooit krijgen zullen dat' vuile, dat nietige,
I "at'meest aardsche aller slijken..., het geld,
geld...Geld, met de grootste hoofdletter
e„!?en schrijven kan
i Hij sloeg, als om zijn drift aan iets te
I hi' niet z*in racket ruw in de dorre
j tokken langs het pad. Betly antwoordde
I n,et> zij üet het hoofd op de borst zinken:;
zw']gend wandelden zij verder, zijn arm
«tomeloos door den hare. Zij liepen nu op
i Je kerkhoflaan, de villaatjes voorbij. Het
jerkhof strekte zich uit langs den weg.
ce"V zag door het traliehek, half verbor-
j2i0ader klimopranken, in strakke grauw-
«a» Srafkruizen zich rijen in wijde uït-
gestrektheid. En zoo droef voelde zij zich
ornmoede- da* zii hem had willen loslaten,
hoLfnaai een van d'e Sraven te Saan» Haar
knflf' te vl'ien tegen een van die grijze
i ;,Jeenen- tot de kilheid van die krui-
te vlijen tegen een van die grijze
steenen tot de kilheid van die krui
en zich verdöovend had gelegd om haar
brandende smart
Hoe slecht had Rudolf haar begrepen
Vervaardig, had zij hem geboden heel
i °eft schat harer groote kuische liefde als
een kille© adem uit donkere diepe graven
^a.s zijn antwoord gevaren over haar vaste
n gft* m hem. Stond werkelijk de armoede
Imatiën te bfko®®0'^ filH a»een hun geluk in den weg? Maar vroeg
I N.V. TraB*P0J^g f. dan om wat anders, naast hem Wilde
h Erven G. v niet wachten, als al de voorgaando
2?'trouw en blijmoedig, gelukkig in zijn
B. EENHOU^' tegenwoordigheid Welk fatum dan stoor-
V. OOSTEBB^U ditmaal telkens weer, als met somber
iebra. BUITEL oergevoelen van dreigend onheil, de lichte
betrekking tot het door haar medio 1924
ingediende rapport omtrent de schrijvers
op jaarloon bij de departementen en daar
mede gelijk te stellen inrichtingen.
Het conflict in de metaalindustrie.
Het boüdsbestuur van den Alg. Ned.
Metaalbewerkersbond heeft aan het bestuur
van den Metaalbond een schrijven gericht,
waarin het mededeelt, dat het conflict bij de
firma P. Smit Jr., beschouwd wordt als een
zgn. wilde staking. De bond heeft vooraf
met hef personeel vergaderd en opdracht
gekregen het ultimatum te stellen als een
bespreking met den Metaalbond geen re
sultaat mocht opleveren. In den brief wordt
verder gereleveerd de bekende kwestie
van de afzonderlijke besprekingen van den
Metaalbond met de Katholieke, Christelijke
en Neutrale organisaties. Ten slotte wordt
door het bondsbestuur gezegd, dat het de
vraag of de bespreking op 'heden nu nog
moet doorgaan, gevoeglijk aan den Metaal
bond kan overlaten. De conferentie is wel
iswaar aangevraagd om een conflict te
voorkomen, doch door toedoen van den
Metaalbond is dit toch ontstaan. De moge
lijkheid bestaat echter, dat een bespreking
tot oplossing van het conflict kan leiden.
„Om deze redenen", zoo besluit de brief,
„zouden wij dus in overweging willen ge
ven de conferentie wel te laten doorgaan".
De spoorwegontvangsten.
De ontvangsten van de spoorwegen heb
ben in Augustus bedragen 15.625.627 te
genover 16.608.159.18 in dezelfde maand
van 1924, alzoo bijna één millioen minder
en dat niettegenstaande er in in Augustus
veel meer goedkoope treinen hebben ge-
loopen dan in dezelfde maand van 1924.
Deze cijfers wijzen er op, dat het reizen
per spoor in ons land nog altijd veel te
duur is. Daarom trekken uit ons land dui
zenden personen naar België en brengen
daar bun vacantie door. De spoorwegen
zullen dus moeten gaan overwegen de ta
rieven aanmerkelijk te verminderen, dan
zal het reizen in ons land ook vanzelf .weer
toenemen.
Sedert 1 Januari werd door de spoorwe
gen ontvangen 105.252.201.89 en in het
zelfde tijdvak van 1924 112.669.444.44, dus
ƒ7.417.242.15 minder. Voorwaar geen ge
ring bedrag.
Paul Kruger-herdenking.
Prof. dr. P. J. Blok, oud-hoogleeraar te
'Groningen en Leiden, heeft in een herden-
kings-samenkomst te Groningen het woord
gevoerd. Spreker begon met een herinne
ring aan wat Carlyle zegt over helden en
met zijn eigen herinnering van Krugers
aankomst in Den Haag, 2 December 1900.
Diens leven is van belang, ook voor ons
Nederlanders, omdat hij de leider was in
den grooten strijd van het Zuid-Afrikaan-
sche broedervolk, waarnaar, ondanks alle
teleurstellingen, nog veler hart ten onzent
trekt. Zijn leven vol toewijding, vol eerlijk
streven, vol vertrouwen, is leerzaam, ook
voor onzen tijd en ons volk en in weerwil
van alles, waarin wij teleurgesteld zijn,
mogen wij thans spreken van vervulling,
ten deele nog van zijn hopen en vertrou
wen, van de zegepraal ten slotte van het
Recht, van de feitelijke vrijheid van Znid-
Afrika.
Spreker verhaalde daarna Kruger's le
vensloop en eindigde met een korte karak
teristiek der groote persoonlijkheid. Geen
groot staatsman, waarVoor zijn blik op
politieke toestanden te eng was, terwijl hij
ook te weinig was geschoold in de kennis
der werkelijkheid van zijn tijd. Groot ka
rakter, een groot leider, een uitnemend
•vertegenwoordiger van zijn volk met zijn
idealen ten opzichte van Zuid-Af rika. Ten
slotte wierp spreker een blik op den tegen-
woordigen toestand van dit land.
Tweede spreker was ds. Coolsma, die er
den nadruk op legde, hoezeer het-Neder-
landsche volk in den Transvaalschen oor
log met zijn stamverwanten meeleefde en
hoe de vrome president bovenal kracht put
te uit den Bijbel.
De toespraken werden afgewisseld door
a-capella-zang.
Het Dalton-stelsel.
In het „Tijdschrift voor Ervaringsopvoed-
kunde" schrijft de heer A. S. Terpstra te
's-Gravenhage een en ander over het Dal
tonstelsel en beantwoordt ook de vraag
hoe de kinderen er op reageeren.
Hij zegt o.a. het volgende
Tot mijn vreugde heb ik na een paar
maanden van toepassing kunnen constatee-
ren, dat dit enthousiasme blijft bestaan.
Slechts één was er, nl. een jongen1, die niet
sterk van hoofd is, die liever tot het oude
systeem terugkeerde. Op mijn vraag
Waarom hij het Daltonstelsel niet prettig
vond kreeg ik ten antwoord „Vroeger
vond ik het onder het werk veel rustiger
Dat gefluister hindert me." Ik knoopte hier
natuurlijk de opmerking aan vast, dat de
leerlingen onder het werken dus nog wat
zachter moesten spreken.
Eigenaardig was ook het antwoord, dat
één der jongens gaf aan den heer De Jongh,
gemeentelijk inspecteur, op diens vraag
„Waarom vindt je het Daltonstelsel nu
eigenlijk zoo prettig?" nl..„Als je nou
Maandagmorgen eens geen zin in rekenen
hebt, dan begin je met je aardrijkskunde
en dan heb je soms Woensdag of Donder
dag juist wel zin in de sommen."
Over het geheel is mijn indruk, dat de
kinderen, zoowel de zwakke als de meer
begaafde, al hun krachten blijven inspan
nen om de opgegeven taak zoo goed mo
gelijk te vervullen.
Wel openbaart zich natuurlijk een voor
keur voor enkele vakken. Zoo moest ik in
de eerste weken deze en gene wel eens
aansporen, het rekenwerk niet te laten
schieten. Dat moet beslist af. voegde ik er
dan dreigend aan toe en werkelijk heeft dit
goed geholpen. Het maken der taaloefenin
gen wordt door de meesten graag gedaan.
Verkeersongevallen te 's-Gravenhage.
Volgens de jongste maandcijfers van het
Gemeentelijk Statistisch Bureau, bedroeg
het aantal verkeersongevallen in het tweede
kwartaal van 1925, 603 (April 184, Mei
198, Juni 221), tegen 404 in het vooraf
gaande en 546 in het tweede van 1924. De
stijging van het eerste op het tweede kwar
taal was minder sterk dan in 1924, nL 49
tegen 61 pet.
Van de 603 ongevallen hadden 5 den
(dood ten gevolge, 49 ernstig en 151 licht
letsel, 398 uitsluitend materieele schade.
In 412 gevallen t(68 pet. van het totaal
aantal) was het niet-onvolgen van de
voornaamste verkeersvoorschriften door
bestuur-ders van voertuigen de oorzaak van
het omgeval. Hieronder waren 86 gevallen
van verkeerd uitwijken of geen voorrang
verleenen laatstgenoemde verkeersfout
had alleen al 45 ongevallen ten gevolge.
De ongevallen waren ditmaal het tal
rijkst op Zaterdag, Woensdag en Dinsdag
(114, 100 en 99).
Gemiddeld per uur. was het aantal onge
vallen het hoogst tusschen 2 en 4 namid
dag. Vergeleken met het 2e kwartaal van
1924 valt een belangrijke vermeerdering
van het aantal ongevallen op de stillere we
gen in de buitenwijken-waar te nemen, nl.
.van 51 op 85.
Personeel 's rijks betorming en verlichting.
Het bestuur der VeFeenigjng van perso
neel, werkzaam bij 's Rijks Betonning en
Verlichting besprak dezer dagen de afwij
zende houding der regeering over het niet
toekennen wan een duurtebijslag over 1925
en de daardoor ontstane ontevredenheid en
kwam tot-deze conclusie
Gezien 'het feit dat op 1 Januari 1925
met ruwe hand is ingegrepen tot verlaging
van de reeds toen schamele inkomens van
2000 en minder, welke, met inbegrip van
verplichte pensioenstorting met 24'/2 zijn
verminderd en dat door dezen maatregel
(lngez. Mededeeling.)
vele gezinnen in bittere armoede komen te
verkeeren overwegende dat reikhalzend
werd uitgezien naar den zoolang verwach
ten duurtetoeslag, maar dat ook aan die
verwachting de bodem weer is ingeslagen.
Het bestuur besloot zich tot de Centrale
van Vereenigingen van Personeel in
's Rijksdienst te wenden, opdat er bij de
regeering ten sterkste op zal worden aan
gedrongen de gedane toezegging te ver
wezenlijken.
Een oud-zeevaarder.
Vrijdag overleed op Terschelling op 89-
jarigen leeftijd de heer D. H. Duyf, die, na
een veelbewogen zeemansleven, de laatste
halve eeuw zijn krachten wijdde aan het
werk der Reddingsmaatschappij.
Zooals bekend, worden de belangen der
Reddingmaatschappij op verschillende sta
tions waargenomen door plaatselijke com
missies. Al is het eigenlijke werk ook in
handen van de moedige bootbemanning,
toch hangt het slagen van een redding in
hooge mate af van de toewijding en den
ijver, waarmede de plaatselijke commissiën
haar taak vervullen. Vooral in de dagen,
waarin de zeilvaart nog bloeide, toen het
aantal strandingen menigvuldiger was dan
thans, en motorreddingbooten nog niet be
stonden, moesten dikwijls lange nachtelijke
tochten worden gemaakt naar de plaats
waar de reddingboot zou moeten worden
te water gelaten. Ook thans gebeurt dit
nog, maar niet zoo dikwijls. Dan nam
Duyf herhaaldelijk plaats in de redding
boot.
Langzamerhand is hij blind geworden.
Die blindheid noopte hem enkele weken ge
leden zijn ontslag te nemen uit de commis
sie van plaatselijk bestuur, waarvan hij 46
jaar deel had uitgemaakt. Zeelaarzen en
oliegoed, die altijd klaar lagen om gebruikt
te worden als er een schip mocht stranden,
en waaraan niemand anders mocht raken,
ze zouden nu niet langer noodig zijn.
De groote verdiensten van den heer D.
H. Duyf werden door de Koningin bij ge
legenheid van het jubileum der Redding-
maatscrappij erkend door een benoeming
tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Bij de Reddingmaatschappij zal zijn naam
in groote eere blijven voortleven.
VLISSINGEN, 13 OCTOBER.
(lngez. Mededeeling.)
blijheid van zijn aanwezigheid in de stad
Zij hieven luisterend het hoofd op uit
de verte naderden voetstappen, uit den
lichten nevel doemden langzaam gestalten
op, stemmen klonken over, duidelijker wor
dend. Dadelijk liet Rudolf haar arm varen.
V/eer zag zij tot hem op in pijnlijke ver
warring. Wat konden hem de menschen
schelen op dit oogen'blik, waar thans alleen
sprake was tusschen de eischen van de
„wereld" en hun liefde
Zij liepen nu als onverschillige menschen
naast elkaar, terwijl andere paren langs hen
gingen en, in die enkele passen voelde Bet
ty zich al armer worden... meisjesachtige
schaamte mengde zich in haar smartgevoel,
het berouwde haar nu, zooeven hem haar
meest verborgen gevoelens te hebben ver
raden. Zooals het kruidje-roer-mij-niet de
blaadjes angstig sluit, ais nachtelijke kille
dauw het beroert, zoo plooide kiesche te
rughoudendheid zich weer om Betty's ge
wonde ziel. Bij de Bankastraat stond zij stil
■en zeide koel „Je moet stellig door de
Boschjes naar de Witte Brug Dan zullen
wij hier afscheid nemen, ik wil door de
Bankastraat naar de stad terug
„Ja. dat zal het beste zijn
„Adieu dan Zij reikte hem de hand.
Hij greep die vurig, knelde die in de
zijne..Betty..., Betty O, als je wist
Even leefde de hoop weer in haar op
„Maar wat dan toch Ruud, wat toch
Hij stampte met den voet op den grond,
slingerde haar hand weg „Och... niets, er
is toch niets aan te döe'n... Adieu
Met een paar groot®, vlugge stappen had
Rudolf het boschpad «ver de straat bereikt
en hij liep voort alsof hij vluchtte. Betty,
die hem gretig natuurde tot hij bij een
kromming uit het oog verdween, zag hem
geen enkele maal omkijken. Loom, als met
looden voeten1, liep zij nu de Bankastraat
af. Plotseling voelde zij zich als gebroken,
moedeloos, tot schreiens toe bedroefd, zoo
moe... zoo moe... alsof zij uren achtereen
geloopeti had Zij was nog slechts vatbaar
voor één gevoel, één gedachte, zoo spoe
dig mogelüjk haar huis te bereiken. Geluk
kig, daar was de tram van de Atjehstraat
Zij drukte zich in een hoekje van den
wagen. Met fierheid bedwong zij elke spier
beweging van haar gezicht die vreemde
menschen van de straat, die enkele groet-
kennissen daartusschen, dat hoopje in de
volle tram, zij behoefden niet hun nieuws
gierigheid te toonen in haar leed, niet te
bemerken1 haar overweldigende behoefte
om alleen te zijn, om eens goed door te
denken, te ontleden haar indrukken, haar
onrust na haar ontmoeting met Ruud. Tus
schen al die vreemden wilde ze niet den
ken, nog nietgewoon doen..., vooral toch
gewoon doen Straks, thuis, dan kon zij
overwegen en schiften al de gedachten en
gevoelens die nu kokend woelden in haar
brein...
Eindelijk stapte zij uit bij de halte van
de Piet Heinsbrug, en liep zij met vlugge
bewegingen tusschen de menschen in dit
drukke stadsgedeelte langs de Koninklijke
stallen en het Noordeinde, waar zij einde
lijk haar huis bereikte. Nog even zag zij
voor een der ramen van het kantoorhuis
Jaap staan, die zich. zonder groet, snel
omdraaide en wegging van het raam, zoo
dra zijn oog viel op haar. Haar voet, ge
reed de blauwsteenen stoeptrappen op te
gaan, hokte even Jaap's merkbaar mok
kende houding verscherpte haar smart.
„Zoover is het nu met Jaap Hij wil me
zelfs niet eens meer groeten dacht zij,
met een nieuwen pijnlijken schok door
haar moede hersens. „Als hij eens wist...,
zijn leedvermaak, als hij nu hoorde hoe ik
lijd... Maar neen, stil, nog even niet den
ken,, tot straks, thuis, waar ik veilig zal
zijn...
Zij wipte snel de stoep op. ging, om haar
aanwezigheid in huis niét te verraden,
door de communicatiedeur tusschen kan
toor en huis, naar binnen, doorschreed
zacht stappende de lange smalle gang,
waar het met dezen korten winterdag op
dit uur reeds schemerde, opende voorzich
tig de deur van „de zaal", de stilste kamer
van het buis en gleed daar binnen, de zij
den portière achter zich latende vallen...
Eindelijk... Nu was ze alleen In twee
schreden stond zij bij den naasten fauteuil
bij den haard. Haar mof gleed langs haar
rok op het zachte kleed met een ruk volg
de het broeiende marterbontje, de hand
schoenen werden driftig van de vingers
getrokken en zonder zich den tijd te gun
nen zich te ontdoen van hoed en jacquet,
wierp zij zich in den grooten stoel bij den
kouden haard.
Nu denken..., nu eindelijk zich geheel
verdiepen in alles wat zij had ondervonden,
doorleefd, gevoeld, geraden...
Doch zij bemerkte, dat ondanks den
schijn van werkeloosheid, ondanks haar
eigen niet willen denken, haar hersens toch
hun taak hadden volbracht, het probleem
van het complex van haar gevoelens reeds
beheerscht, opgelost hadden...
Daar viel niet langer na te denken,
slechts aan te nemen de slotsom harer ge
dachten en indrukken. Met een snik van
wanhoop moest zij het zich bekennen in
haar ziel was wantrouwen geboren tegen
Rudolf van Hoogduynen...
O, niet de echtheid van .zijn liefde voor
haar trok zij in twijfel, die kon nog even
diep en vurig zijn als in al de jaren van
hun lange wachten..., maar zij wantrouw
de zijn trouw, zijn standvastigheid, zijn
karaktersterkte Zij begreep dat iets al
was dat een zaak buiten haar oni dat
een noodlottige omstandigheid zijn voorne
men haar te trouwen, al was het eerst na
jarenlang wachten, aan het wankelen
bracht. En juist diezelfde trouw en stand
vastigheid was haar eenige houvast aan
A. G. O-
Hoe dikwijls hebben de leden van A.G.O.
al eens een blik in de courant geworpen en
die met een schouderophalen en een ver
zuchting aan het adres van het bestuur
weer onbevredigd neergelegd En toch is
dat bestuur altijd op zijn post en schrijft,
telegrafeert, telefoneert en vergadert, om
aan de leden toch maar iets goeds te kun
nen geven. Men zou verlangen, dat ieder
het eens één seizoen bij de hand had ge
had, een geestelijk menu op te stellen,
waarop ieder iets van rijn gading vindt
Men denkt, dat men klaar is, alles is afge
sproken en dan komt er zoo'n onnoozel
briefje „Wij zijn verhinderd, op den afge
sproken datum in Vlissingen te komen..."
en dan begint het weer van voren af aan.
Maar nu zullen wij maar gauw ten min
ste iets vertelllen van wat de leden zullen
krijgen Op 30 October zal dr. H. G. Can-
negieter uit De Bildt, die aan het meteoro
logisch instituut verbonden is, spreken over
de ervaringen der laatste tijden op dat ge
bied. Den juisten titel kunnen wij niet op
geven, daar dr. Cannegieter op een confe
rentie in Brussel is en dien daardoor eerst
deze week kan melden.
Op 18 November zal aan de leden een
tooneelvoorstelling worden aangeboden van
het Ruijs-ensemble uit Den Haag, dat hier
Rudolf, daarop had zij gebouwd als op een
rots, haar leven er naar geregeld.
Met het hoofd begraven in de handen,
de ellebogen op de knieën, staarde zij in
den zwarten haard, de oogen groot en
droog, verzonken in somber smartgepeins.
Zij wist niet hoelang zij zoo zat... Plot
seling schrikte zij op. Zij hoorde de tus-
schendeur in de vestibule tusschen de twee
huizen krakend open gaan en weer dicht
piepen. Voetstappen, verschillende, weer
klonken duidelijk en hol door het doodstille
huis op het marmer van de gangsteenen.
Nu eerst gaf zij zich rekenschap van tijd
en plaats, bemerkte zij den schemer, bijna
duisternis, die haar omving. Zij giste het
moest niet ver van vijf uur zijn, nog te
vroeg voor de heeren Bartels, vader en
zoon, werkezels als zij waren, om thuis te
komen van kantoor. En Fietje was ver weg,
op tennisveld of op de een of andere ge
zellige club-bijeenkomst samen met... met
Ruud...
Zij voelde zich opgesloten in deze stille
kamer, die gewoonlijk ongebruikt stond.
Nu hoorde zij de deur van het voorste
salon opengaan en een zware stem
Jaap's heldere stem sprak duidelijk
„Komt u gerust hier binnen, hier kunnen
wij ongestoord praten. Ik heb freule Van
Eysingen wel thuis zien komen, maar zij is
zeker, als gewoonlijk, in de huiskamer. Dus
hier zijn wij ongestoord."
Betty vertrok haar mond tot een droe-
vigen glimlach de ijzige koelheid die Jaap
bracht in zijn omgang met haar in de laat
ste dagen, hield hij consequent vol, ook
tegenover vreemden. Vroeger sprak hij
altijd van „mijn zuster Betty", of tegenover
geheel vreemden, dan toch nog altijd „mijn
zuster, freule Van Eysingen Nu sneed hij
allen schijn van bloedverwantschap
scherp af...
(Wordt vervolgd.)