1000 150 100 25 22 JUNI «-NO.I44! 63e Jaargang^ MMMDAO gilgalFsiisa F. fll II ÏEIBE Irjalsiraat 59-68, füssingsn. ïelef. !0. PestrekeninQ 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen «UI r*"33'ta>l 1!i GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND Vrouwen en FEUILLETON DE HAND DER TRAGEDIE Mijnhardt's Hoofdpijntabletten VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden. Franco door hetgeheeie rijk 2.50. Voor België en de overige landen der Post-Unie, bij wekelijk- sche verzending 4.15; bij dagelijksche verzending ƒ6.10. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 cent. Familieberichten van 1—6 regels 1.70. Reclames 52 cent per regel Kleine advertenties van 1—5 regels 75 cent, voor eiken regel meer 15 cent. Bij abonnement speciale prijs. De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. «JUU een ongeluk. (JUU gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies vai\ een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen gelet op artikel 37 der Drankwet doen te weten dat bij hen is ingekomen een verzoek van LUDOVICUS j*AN MAT- T-HljS QL'ASTERS, om verlof tot verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank, in het perceel Badhuisstraat no. 1, alhier; dat vanaf heden gedurende veertien da gen schriftelijke bezwaren tegen het verlee- p.en van het gevraagde verlof kunnen wor den ingebracht bij Burg. en Weth. voor noemd. Vlissingen, 20 Juni 1925. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. De Koninklijke familie in Zwitserland. De correspondent van „de Courant" te Genève meldt van gisteren De Koninklijke familie heeft het voorne men gehad hedenmorgen per auto van Cha- monix naar Genève te komen om de gods dienstoefening in Victoria-Hall, waar de ge vierde predikant Frank Thomas sprak, bij te wonen. In de Victoria-Hall waren dezelf de plaatsen gereserveerd, als die waar de Koninklijke gasten zaten tijdens verblijf van H. M. en den Prins te Genève en een in het oranje gekleed meisje zorgde er voor, dat de plaatsen niet door anderen bezet worden. Toen de godsdienstoefening reeds begon nen was, ontving de predikant een mede- deeling, dat de auto, waarin de Koningin en de Prins gezeten waren, een panne had gehad en waar zij daardoor niet meer tij dig te Genève konden zijn, werd van de reis verder afgezien. Prinses Juliana, die reeds even acht uur hier was aangekomen, heeft waarschijnlijk de godsdienstoefening ir. de Victoria-Hall bijgewoond. Zij heeft echter niet op de voor de Koninklijke gas ten gereserveerde plaatsen gezeten en is daardoor geheel onopgemerkt gebleven. In het slotgebed zinspeelde de predikant op de aanwezigheid van vertegenwoordigers van vreemde naties. De Prinses en de beide hofdames, die haar vergezelden keerden hedenavond per auto naar Chamonix terug. De rijwielbelasting. De gepubliceerde middelenstaat geeft nog weer énkele interessante cijfers over 't aan tal rijwielen in ons land. De rijwielbelasting was aanvankelijk geraamd op 3 millioen. In werkelijkheid leverde zij het eerste jaar f 5.30 millioen op. Voor 1925 werd zij Jager geschat dan laatstgenoemd cijfer, nl. op 5 miilioen. Met inbegrip van de 442.000, die in de afgeloopen maand zijn binnenge komen, is men thans echter al over de 6 millioen heen. Rekening houdende met de vrijstellingen blijkt dus, dat hier te lande bij een bevol king van ruim 7 millioen veel meer dan 2 millioen rijwielen worden gehouden. Volgens een toezegging van de regeering Meisjes Er is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behouden van een fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan Purol (Ingez. Mededeeling.) door E. PHILLIPS OPPENHEIM. HOOFDSTUK Het geïe huis. Letterlijk iedereen, met twee uitzonderin gen van weinig belang,'was ons komen bezoeken. De gravin was in haar rijtuig gekomen van Sysington Hall, een afstand van twaalf mijlen, met twee bleekzuchtige dochters, die opgetogen waren geweest over onze late rozen en de ceders die onze grasper ken overschaduwden. De Holgates van Holgate Brand en Lady Naselton van Na- selton waren denzelfden namiddag ver schenen. Vele anderen waren in hun gevolg geko men, want wat zulke groote lui deden, moest iedereen in de buurt natuurlijk na volgen. Zij hadden een weinigje bedee..de nieuwsgierigheid betoond naar de spurring van onzen naam. Doch toen mijn vader melding had gemaakt van de dubbele f en een toespeling daarenboven op de Ffolliots nit Warwickshire met wie wij welis waar geen omgang hadden, doch die niette min stellig verwanten van ons waren -- toen werd een merkbare zucht van vei-ch- ting gevolgd door een vloed van lieve har telijkheid. fcr waren echte Ffolliots en valsc'ne Ffol liots. Wij behoorden tot de goede soort. Niemand had dus een bok gemaakt door Tiet achterlaten van zijn kaartje bij een dorpspredikantje en zijn dochters. En de eerste bezoekers gingen heen en verspreidden de goede berichten. Zij, die geaarzeld hadden, aarzelden niet langer. zal de meerdere opbrengsten der rijwielbe lasting boven de raming aan .de ambte naarssalarissen ten goede komen. Art 40 Bezoldigingsbesluit. De kantonrechter te 's-Gravenhage hee'ft zich onbevoegd verklaard, kennis te nemen van de vordering van een belastingambte naar tegen den Staat tot uitbetaling van hetgeen hem op zijn salaris was gekort. De volksbaden te Zandvoort. Naar aanleiding van de plotselinge toe passing van de verordening, waardoor ver langd wordt, dat de kaarten van 2.50, die tot nu toe gezinskaarten waren, persoonlijk zouden worden, had een drietal raadsleden te Zandvoort een spoedeischende vergade ring aangevraagd. Het doel van de ver gadering was de uitvoering van de veror dening te laten, zooals die reeds een drie tal jaren is geweest. De heer Bramson diende echter een voorstel is. om de Volksbaden, die slechts een opbrengst hebben van 108 per jaar, geheel gratis te doen zijn voor de inwo ners. Na breedvoedige bespreking stelde hij als grens voor het gratis gebruik van het volks-zeebad een belastbaar inkomen van ƒ4500 of een aanslag van ƒ5300. Met 9 tegen 6 stemmen werd dit voorste! aan genomen. Zou het geen overweging verdienen om te onderzoeken of het ook mogelijk is het volksbad hier ter stede eveneens gratis open te stellen tot een gelimiteerde wei- standsgrens Weesmrichting Neerbosch. Te Neerbosch is de algemeene jaarver gadering gehouden van de weesinrichting aldaar, onder voorzitterschap van ds. W. C. Posthumus Meijjes. Uit het 63ste jaarverslag van den se cretaris, ds. J. Schrijver, stippen wij het volgende aan Sedert de stichting van de weesinrichting werden ongeveer 6000 kin deren opgenomen in 1924 waren 500 kin deren (groote en kleine) ter verpleging in Neerbosch. Aan giften werd ontvangen 27.703 on der dit aanzienlijk bedrag is 10.416 begre pen van de Neerbosch-cent, aan legaten ƒ5570, aan verpleeggelden ƒ133.088, rente 17.655, opbrengst boerderijen ƒ16.046; subsidie scholen f14.136. Van de uitgaven noemen wij verpleging 158.557s onder wijs 20.229, onderhoud gebouw ƒ16.812, pensioenen ƒ9746, pensioenfonds f 10.000. De rekening sluit met een batig saldo, van f 243.80 op 222.680. GEMEENTERAAD TE SOUBURG. Vergadering van Zaterdag 20 Juni 1925, des namiddags 3 uur. Voorzitter de heer P. S. Buteux. Aanwezig 10 leden. Afwezig de heer Suurmond. Dè notulen der vorige vergadering wer den goedgekeurd. Van den heer W. Brouwer was een schrij ven ingekomen, dat hij wegens vertrek uit de gemeente ontslag neemt als lid van den raad met ingang van 25 Juni a.s. De voorzitter zegt, dit met leedwezen te vernemen. Alle raadsleden, van welke po litieke richting ook, zullen moeten erkennen dat de heer Brouwer was een flink raads lid, die steeds open en rond voor zijn mee ning uitkwam en een sieraad was voor zijn partij. Spreker dankt den heer Brouwer ook oor de welwillende houding steeds te zij- Onze kleine oprijlaan, erg steil en erg las tig van draai, werd opgeploegd door de wielen van vele rijtuigen. De geheele buurt tot op een betamelijken afstand, kwam met twee uitzonderingen. Die uitzonderingen waren de heer Bruce Deville van Deville Court, op de grens van wiens goederen onze kleine kerk en pasto rie lag, en de dame die woonde in het „Gele Huis". Ik vroeg ook een goeden namiddag Lady Naselton naar hen. Haar Ladyschap was een onzer eerste bezoeksters geweest en had van het begin af een sterk ver langen aan den dag gelegd om mijn in- leidster te worden in de gezelschappen van Northshire. Zij was van middelbaren leef tijd, vroolijk, en njodern op en top een cosmopolite. Ik praatte gaarne met haar, en dit was reeds haar derde bezoek. Wij zaten op het gras onze afternoon-tea te drinken en te genieten van den prachti- gen October-namiddag. Het eigenaardig gebouwde huisje sche merde geel door de donkere pijnboomen, en dat bracht het mij in de gedachten. Alleen van één enkel punt in onzen tuin kon men iets van het gele huis zien. Toe valligerwijze zat ik juist op dat punt en bij een pauze in het gesprek kwam er een vraag bij mij op. „Wat ik zeggen wil", begon ik, „onze naaste buren zijn ons nog niet komen be zoeken." „Uw naaste buren herhaalde Lady Naselton. „Wie bedoelt u Er wonen zoo- velen van ons vlak bij elkander." „Ik meen de dame. die in dat kleine huis aan de andere zijde van het geboomte woont", antwoordde ik, met een hoofdbe weging in die richting. „Het is immers een dame, die daar woont Ik geloof ten minste dat de een of ander mij dit verteld heeft, ofschoon ik nog diets van haar gezien heb. nen opzichte betoond, en wenscht hem ook in zijn nieuwe woonplaats alle goeds toe. De heer Brouwer zegt dank voor de ge sproken woorden, en wijst er op dat zijn heengaan niet vrijwillig is. Spreker dankt voor de samenwerking met den raad, al zijn er wel eens harde woorden gevallen, die beter achterwege hadden kunnen blijven. Doch ieders karakter is weer anders. Van den heer A. Marijs was een kennis geving ingekomen, dat hii zijn benoeming tót gemeente-ontvanger aanneemt. De heer P. S. Buteux verzoekt eervol ontslag als lid der commissie voor den aan slag in de rijksinkomstenbelasting. Dit eervol ontslag wordt verleend en be paald op 1 Juli a.s. Vastgesteld wordt de zekerheidsstelling van den nieuwbenoemde;! gemeente-ont vanger. Hierna wordt overgegaan tot de installa tie van den gemeente-ontvanger. De heer Marijs legde in handen van den voorzitter de voorgeschreven beloften af. De voorzitter wenschte daarna den heer Marijs geluk met dezen post van vertrou wen, en hoopte dat hij de voetstappen van zijn voorganger zal volgen én medewerken aan het heil der gemeente. De heer Marijs bracht dank aan Burg. en Weth. en den raad voor zijn benoeming en gaf de verzekering dat hij de belangen der gemeente naar zijn beste vermogen zal be hartigen. Vervolgens Werd door den heer P. S. Buteux afscheid genomen van den raad als burgemeester der gemeente. De voorzitter sprak den raad in de vol gende bewoordingen toe Mijne Heeren, Het is heden een moeilijke dag voor mij, maar ik weet, dat er voor een ieder een tijd van komen en gaan is en heb gemeend dat nu voor mij die tijd van heengaan is aangebroken. Wanneer men echter 32 jaar burgemeester is geweest, valt het afscheid niet gemakkelijk. Souburg en de Souburgers liggen mij na aan het hart en dat zal altijd het geval blij ven, ook als ik elders woon. Natuurlijk heb ik hier behalve .veel liet ook c.el leed onder vonden en was mijn taak hier niet altijd gemakkelijk in den raad, waar het dikwijls heeft gestormd en geonweerd, doch geluk kig kwam toch steeds de zon weer door de wolken en werd de rust hervonden. Niette genstaande de verschillende godsdienstige en politieke richtingen heeft er dank zij uw aller welwillendheid, een goede verstand houding geheerscht, waarvoor ik u zeer er kentelijk ben. Natuurlijk ook u zult uw grie ven hebben gehad, men zou blind moeten zijn en nog doover dan uw scheidende bur gemeester om dat niet te hebben bemerkt, doch gelooft gij de taak licht, leiding te geven aan personen van zulk een verschil lend karakter en zulke verschillende ziens wijzen Veelal viel het rnuielijk de harmo nie te bewaren, maar langdurend is zii ge lukkig dank zij u allen nooit verstoord geweest. Met enkelen van U mocht ik lang, met anderen korter samenwerken, maar slechts één is er in uw midden, die ook reeds bij mijn installatie aanwezig was, en wel de heer De Pagter, met wien ik langen tijd als raadslid, maar ook als wethouder voor de gemeente-belangen heb gewerkt en van wien ik goede en degelijke adviezen heb mogen ontvangen, waarvoor ik hem hierbij mijn welgemeenden dank breng. Ook her dagelijksch bestuur wil ik in het bijzonder noemen en de dikwijls aangename samenwerking met hen gedenken. Alhoewel Maar misschien vergis ik mij." Lady Naselton hief beide handen ten he mel. Toen zij sprak was het met merkbaar genot. De symptonen waren niet te mis kennen. Ik zag duidelijk, dat zij trachtte van mijn vraag zooveel mogelijk te maken. „Maar liefste Miss FfoJliotriep zij" uit. „Weet u dan werkelijk nog niets van haar. Heeft dan niemand u nog iets van haar verteld Ik smoorde een gemaakte geeuw als een klein protest tegen haar ongepaste vroolijk- heid. Ik heb niet veel zwakheden, maar ik heb een hekel aan schandaal en aan schan daaltjes vertellen. Jntusschen was toch mijn belangstelling opgewekt, ofschoon ik we! oppaste, Lady Naselton niet de voldoening te geven, het haar te laten merken. „U moet bedenken dat ik nog slechts enkele weken hier ben", antwoordde ik. „En dat is zeker niet lang genoeg om mij van de annalen van den omtrek op de hoogte te stellen. Ik heb er nog niemand naar gevraagd. Niemand heeft haar naam genoemd. Is er werkeliik iets bijzonders met haar Lady Naselton keek naar omlaag en veegde eenige kruimpjes van haar schoot met een delicaat geschoeide hand. Zij was blijkbaar een epicuriste in het vertellingen doen. Zij zou trachten er zooveel mogelijk van te genieten. En zbo lang mogelijk. „Wel meisjelief, ik zou niet gaarne alles over vertellen wat de menschen zeggen", zoo begon zij langzaam. „Doch dit neemt niet weg, dat het niet meer dan mijn plicht is u, die als vreemdelinge van niemand hier in de buurt iets afweet, te waarschuwen. Ik weet zelf geen bijzonderheden, ik heb er nooit naar gevraagd. Maar zij kan volstrekt niet als een fatsoenlijke vrouw beschouwd worden. Er is iets heel dubieus in haar geschiedenis." stillen spoedig de ergste hoofdpijn Prijs 60ct Bij Apoth en Drogisten. B (Ingez. Mededeeling.) buitenstaanders dit dikwijls anders meen den te zien, was de verstandhouding van crien aard, dat de zaken ook bij aanvanke lijk meeningsverschil een goed verloop had den en het samenzijn na afloop dikwijls ge legenheid gaf elkander meer te leeren ken nen en begrijpen, dan in het vuur der ver gaderingen. Dan rest mij nog dank te betuigen aan den secretaris Gabriëlse, die nog slechts kort in functie, bewijst uitstekend voor zijn taak berekend te zijn, waaraan ik, hem kennend ais ijverig en kundig gemeente ambtenaar, dan ook geen oogeïiblik heb getwijfeld en waarbij ik ook gaarne woor den van erkentelijkheid voeg voor de be reidwilligheid en nauwgezetheid van de an dere gemeente-ambtenaren. Dan wijd ik gaarne woorden van lof aan het onderwij zend personeel van de scholen, dat iederen dag opnieuw met liefde en verstand zijn tijd geeft aan een deel der Souburgsche jeugd. Ook de gemeente-politie wil ik bij mijn afscheid mijn groote tevredenheid betuigen. Geen achturigen werkdag kennend, moeten zij dag en nacht klaar staan om te waken voor de veiligheid in onze gemeente. Zij deden dit altijd op voorbeeldige wijze, ge tuige ook hun grooten dienstijver en vol harding inzake het nog zoo kortelings voor gevallen zedenmisdrijf, die zoo mooi wer den bekroond, en waarvoor niet alleen de naaste verwanten van het slachtoffer, maar de geheele gemeente hen dankbaar zal zijn. Hulde hiervoor aan de politie en dank, waarin ik ook gaarne betrek den rijksveld wachter Janse, die ook vele diensten in het belang van"Souburg heeft verricht. Er zijn nog zoo velen, die mij hebben ter zijde gestaan, ook vele besturen, vereeni- gingen en commissies die hun krachten aan en voor de gemeente gaven en waarvan ik, ze opnoemend, er allicht één zou vergeten. Daarom breng ik hen hier allen tezamen mijn dank en neem van allen hier afscheid. Ik wil er echter nog één noemen en dat is onze gemeente-bouwmeester Louwers, die ieder oogenblik bereid werd gevonden zijn hulp te geven waar die werd ingeroepen en die een uitstekende kracht blijkt te zijn, met wien de gemeente indertijd een goede keus heeft gedaan. En dan eindig ik met als burgemeester afscheid te nemen van Souburg en de Sou burgers. Hoezeer ik gehecht ben aan het schoone tweelingdorp Oost- en West-Sou burg, moet u bekend zijn en ik kan u dan ook de verzekering geven dat het moeite kost mij hier los te maken en dat ik, in de nabijheid van deze gemeente wonend, mijn belangstelling in haqr wel en wee nimmer zal verliezen en nog menigmaal hierheen hoop te komen. Ik wensch van harte, dat deze mooie gemeente zal groeien en bloeien onder goed beleid van mijn opvolger, die naar ik hoop een Zeeuw zal zijn of in zijn functie als burgervader van een van de mooiste dorpen van Zeeland een Zeeuwsch nart zal krijgen, zoodat hij zich hier heele- maal thuis zal voelen en één met de Sou- „Hoe verrukkelijk vaag merkte ik op met onwillekeurige ironie. „Weet u niet iets meer definitiefs „Ik schep geen vermaak in het nasporen van zulke zaken", antwoordde Lady Nasel ton wat stijfjes. „De meening van lieden, die beter tot oordeelen in staat zijn, is mij voldoende." „Men moet onderzoeken, of men kan en mag niet oordeelen", sprak ik. „Waarschijn lijk is er iets, wat zij doet, of niet doet „Het is iets, dat met haar verleden in verband staat", zeide Lady Naselton. „Haar verleden Het wordt tegenwoor dig immers als zeer interessant beschouwd om een verleden te hebben Ik begon te betwijfelen, of ik eigenlijk wel bijzonder bij Lady Naselton in de gunst zou komen. Zij zette haar theekopje neer en keek mij aan met duidelijke afkeuring op het gelaat, „Dat mag waar zijn voor een zekere soort lieden", antwoordde zij ernstig. „Maar niet" met nadruk „in onze Nortshire gezelschappen ten minste niet in die waar ik bekend ben, kan ik zeggen. U moet mij toestaan er bij te voegen, Miss Ffolliot, dat ik eenigszins verwonderd ben, u. de dochter van een geestelijke, zoo iets te hooren zeggen." De dochter van een geestelijke Dat ver gat ik voortdurend. En toch is het veel aangenamer, zichzelf in overeenstemming te houden met zijn omgeving. Ik richtte mij op. „Ik deed slechts een vraag, Lady Nasel ton. Ik vind, dat vrouwen met een verleden onuitstaanbaar zijn. Men wordt ze zoo ijse- Jijk moe in romans, dat men ze waarlijk niet verlangt te ontmoeten in het werke lijke leven. Laten wij er niet meer over praten. Ik stel er ook -eigenlijk geen belang in. Vertel mij liever wat van den heer Deville." burgers, waaronder zoo vele eerlijke, een voudige goede ronde Zeeuwen zijn,'waar van ik noode afscheid neem. Ik wensch al oe ingezetenen van Oost- en West-Souburg het beste toe en haar vroede mannen kracht, wijsheid en tact om deze mij zoo o.ierbare gemeente te leiden en te sturen in ae juiste richting. Moge voor Souburg een goede toekomst - zijn weggelegd. De heer Jobse nam daarna namens den raad het woord en sprak den scheidenden voorzitter als volgt toe Mijnheer de Burgemeester, Een oud spreekwoord herinnert er aan, cat er een tijd van komen en een tijd van gaan is. De tijd van gaan is thans voor U aangebroken en rust op mij als uw tijdelijke plaatsvervanger de taak, ook namens den raad, afscheid van U te nemen. Bij herha ling is er mij in den laatsten tijd op gewe zen, dat dit voor mij geen gemakkelijke taak zou zijn. Immers, het is vrijwel bekend c!at het tusschen ons niet altijd „rozengeur en maneschijn" was. Toch is de meening, c'at de gang naar deze vergadering voor mij zooveel als een gang naar Canóssa zou beteekenen, ten eenenmale onjuist. Nooit toch is haat tegenover uw persoon voor mij de drijfveer geweest wanneer ik critiek op U uitoefende. Slechts een diepgaand ver schil van meening over de plichten voort vloeiende uit het ambt van burgemeester was aanleiding voor mij en andere raads leden om minder vriendelijk tegen U te zijn, aan wij gaarne hadden gewild. Gelukkig is er evenwel de laatste jaren een verandering ten goede gekomen. Den laatsten tijd toch leefde U meer met de Souburgsche burgerij mede dan vroeger. En dat wil de bevolking van Souburg nu eenmaal van haar burgemeester. Ik erken, de bevolking van Souburg is eigenaardig en niet gemakkelijk voor een niet-Soubur- ger te doorgronden, maar wanneer men ook eenmaal de achting en het vertrouwen cler Souburgers bezit, kan men er ook blij vend op rekenen. Sedert mijn intrede in het dagelijksch bestuur van deze gemeente, kan ik niet anders dan roemen op de vriend schap, die ik heb mogen ondervinden. Ik be^ I'. mijnheer de burgemeester, daar zeer erkentelijk voor. Trouwens ik weet bij on dervinding, dat U geen haatdragend karak ter bezit. Een groot menschenkenner heeft eens gezegd „Beoordeel het karakter der menschen naar den omgang met hun die ren." Welnu, dat kan ten opzichte van U niet anders dan gunstig uitvallen. De groote liefde die L' bezit voor dieren, is een sprekend bewijs, dat gij een goed karakter bezit. Al het onaangename dat ik vroeger meermalen heb moeten ondervinden, gaat dan ook bij mij, door de vriendschap van den laatsten tijd, zonder vorm van proces naar den achtergrond, fk maak nu gaarne de woorden van een onzer dichters tot de mijne, toen hij schreef Zal men de vlinder dooden Omdat zij rups eens was Heeft 't hooi geen and're geuren. Dan 't pas gemaaide gras Vraag dan niet naar 't verleden. Als 't heden dit weerspreekt Dit zij voor elk gebeden Die met 't verleden breekt. 't Was op 15 Augustus 1893, toen gij mijnheer de burgemeester, hier werd geïn stalleerd als opvolger van burgemeester Paspoort, uw geachte voorganger, die 40 jaar dit ambt bekleedde en naar wien men destijds een straat heeft gedoopt. Ook de naam Buteux, die in Zeeland, door wijlen uw beminden vader zulk een goeden klank Dit was nu eigenlijk een beetje onaardig van mij, want ik wist dat Lady Naselton brandde van verlangen, om mij heel wat te vertellen van die onwenschelijke buurvrouw van ons. Het geval wilde evenwel, dat mijn vraag haar een nieuwe gelegenheid bood, die zij dan ook aangreep. „Ongelukkigerwijze kan ik u van den een niet vertellen zonder van de andere te spreken", zeide zij veelbeteekenend. Ik besloot tot meegaandheid en trok de wenkbrauwen op, gelijk men dat na zulk een gezegde behoort te doen. „Hoe choquantriep ik uit. Ik kwam weer in de gratie. Mijn ont vangst van de mysterieuze mededeeling was zoo goed geweest als men verwachten kon. „Wij beschouwen het als een ergerlijk geval", zeide zij, zich vertrouwelijk naar mij toe buigend. „Gelukkig kan ik zeggen, dat Bruce Deville de minst schuldige is van de twee." „Is dat niet gewoonlijk het geval mompelde ik. „De vrouw krijgt de last te dragen." „En de vrouw verdient het in den regel ook", hernam Lady Naselton beslist. „Dat is althans mijn ondervinding, en ik heb meer van de wereld gezien dan u. In het geval waarover wij spreken, kan er geen twijfel aan zijn. Die vrouw is hem letterlijk nageloopen hierheen en zij kwam wonen bijna voor zijn deur, terwijl hij in de stad was. Zij zat met nauwelijks een stoel in huis, meer dan een maand lang. Toen hij terugkwam, werd het huis van onder tot boven gemeubeld met het goed van de Court. Dagen achtereen reden de karren heen en weer. Zij ging zelfs mee en koos sommige meubels zelf uit. Ik heb het alles aangezien met eigen oogen. O, het was zoo onbeschaamd als het maar kon." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1925 | | pagina 1