1000
150
100
25
22 JUNI
«-NO.I44!
63e Jaargang^
MMMDAO
gilgalFsiisa F. fll II ÏEIBE Irjalsiraat 59-68, füssingsn. ïelef. !0. PestrekeninQ 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
«UI r*"33'ta>l 1!i
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
Vrouwen en
FEUILLETON
DE HAND DER TRAGEDIE
Mijnhardt's Hoofdpijntabletten
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden.
Franco door hetgeheeie rijk 2.50. Voor België en de overige landen der Post-Unie, bij wekelijk-
sche verzending 4.15; bij dagelijksche verzending ƒ6.10. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 cent.
Familieberichten van 1—6 regels 1.70. Reclames 52 cent per regel Kleine advertenties
van 1—5 regels 75 cent, voor eiken regel meer 15 cent. Bij abonnement speciale prijs.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
«JUU een ongeluk. (JUU
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
vai\
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
gelet op artikel 37 der Drankwet
doen te weten dat bij hen is ingekomen
een verzoek van LUDOVICUS j*AN MAT-
T-HljS QL'ASTERS, om verlof tot verkoop
uitsluitend van alcoholvrijen drank, in het
perceel Badhuisstraat no. 1, alhier;
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen schriftelijke bezwaren tegen het verlee-
p.en van het gevraagde verlof kunnen wor
den ingebracht bij Burg. en Weth. voor
noemd.
Vlissingen, 20 Juni 1925.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
De Koninklijke familie in Zwitserland.
De correspondent van „de Courant" te
Genève meldt van gisteren
De Koninklijke familie heeft het voorne
men gehad hedenmorgen per auto van Cha-
monix naar Genève te komen om de gods
dienstoefening in Victoria-Hall, waar de ge
vierde predikant Frank Thomas sprak, bij
te wonen. In de Victoria-Hall waren dezelf
de plaatsen gereserveerd, als die waar de
Koninklijke gasten zaten tijdens verblijf van
H. M. en den Prins te Genève en een in het
oranje gekleed meisje zorgde er voor, dat
de plaatsen niet door anderen bezet worden.
Toen de godsdienstoefening reeds begon
nen was, ontving de predikant een mede-
deeling, dat de auto, waarin de Koningin
en de Prins gezeten waren, een panne had
gehad en waar zij daardoor niet meer tij
dig te Genève konden zijn, werd van de
reis verder afgezien. Prinses Juliana, die
reeds even acht uur hier was aangekomen,
heeft waarschijnlijk de godsdienstoefening
ir. de Victoria-Hall bijgewoond. Zij heeft
echter niet op de voor de Koninklijke gas
ten gereserveerde plaatsen gezeten en is
daardoor geheel onopgemerkt gebleven. In
het slotgebed zinspeelde de predikant op
de aanwezigheid van vertegenwoordigers
van vreemde naties. De Prinses en de beide
hofdames, die haar vergezelden keerden
hedenavond per auto naar Chamonix terug.
De rijwielbelasting.
De gepubliceerde middelenstaat geeft nog
weer énkele interessante cijfers over 't aan
tal rijwielen in ons land. De rijwielbelasting
was aanvankelijk geraamd op 3 millioen. In
werkelijkheid leverde zij het eerste jaar
f 5.30 millioen op. Voor 1925 werd zij Jager
geschat dan laatstgenoemd cijfer, nl. op
5 miilioen. Met inbegrip van de 442.000,
die in de afgeloopen maand zijn binnenge
komen, is men thans echter al over de 6
millioen heen.
Rekening houdende met de vrijstellingen
blijkt dus, dat hier te lande bij een bevol
king van ruim 7 millioen veel meer dan
2 millioen rijwielen worden gehouden.
Volgens een toezegging van de regeering
Meisjes Er is geen deugdelijker middel
voor het verkrijgen en behouden van een
fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan
Purol
(Ingez. Mededeeling.)
door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
HOOFDSTUK
Het geïe huis.
Letterlijk iedereen, met twee uitzonderin
gen van weinig belang,'was ons komen
bezoeken.
De gravin was in haar rijtuig gekomen
van Sysington Hall, een afstand van twaalf
mijlen, met twee bleekzuchtige dochters,
die opgetogen waren geweest over onze
late rozen en de ceders die onze grasper
ken overschaduwden. De Holgates van
Holgate Brand en Lady Naselton van Na-
selton waren denzelfden namiddag ver
schenen.
Vele anderen waren in hun gevolg geko
men, want wat zulke groote lui deden,
moest iedereen in de buurt natuurlijk na
volgen.
Zij hadden een weinigje bedee..de
nieuwsgierigheid betoond naar de spurring
van onzen naam. Doch toen mijn vader
melding had gemaakt van de dubbele f en
een toespeling daarenboven op de Ffolliots
nit Warwickshire met wie wij welis
waar geen omgang hadden, doch die niette
min stellig verwanten van ons waren --
toen werd een merkbare zucht van vei-ch-
ting gevolgd door een vloed van lieve har
telijkheid.
fcr waren echte Ffolliots en valsc'ne Ffol
liots. Wij behoorden tot de goede soort.
Niemand had dus een bok gemaakt door
Tiet achterlaten van zijn kaartje bij een
dorpspredikantje en zijn dochters.
En de eerste bezoekers gingen heen en
verspreidden de goede berichten. Zij, die
geaarzeld hadden, aarzelden niet langer.
zal de meerdere opbrengsten der rijwielbe
lasting boven de raming aan .de ambte
naarssalarissen ten goede komen.
Art 40 Bezoldigingsbesluit.
De kantonrechter te 's-Gravenhage hee'ft
zich onbevoegd verklaard, kennis te nemen
van de vordering van een belastingambte
naar tegen den Staat tot uitbetaling van
hetgeen hem op zijn salaris was gekort.
De volksbaden te Zandvoort.
Naar aanleiding van de plotselinge toe
passing van de verordening, waardoor ver
langd wordt, dat de kaarten van 2.50, die
tot nu toe gezinskaarten waren, persoonlijk
zouden worden, had een drietal raadsleden
te Zandvoort een spoedeischende vergade
ring aangevraagd. Het doel van de ver
gadering was de uitvoering van de veror
dening te laten, zooals die reeds een drie
tal jaren is geweest.
De heer Bramson diende echter een
voorstel is. om de Volksbaden, die slechts
een opbrengst hebben van 108 per jaar,
geheel gratis te doen zijn voor de inwo
ners. Na breedvoedige bespreking stelde
hij als grens voor het gratis gebruik van
het volks-zeebad een belastbaar inkomen
van ƒ4500 of een aanslag van ƒ5300. Met
9 tegen 6 stemmen werd dit voorste! aan
genomen.
Zou het geen overweging verdienen om
te onderzoeken of het ook mogelijk is het
volksbad hier ter stede eveneens gratis
open te stellen tot een gelimiteerde wei-
standsgrens
Weesmrichting Neerbosch.
Te Neerbosch is de algemeene jaarver
gadering gehouden van de weesinrichting
aldaar, onder voorzitterschap van ds. W.
C. Posthumus Meijjes.
Uit het 63ste jaarverslag van den se
cretaris, ds. J. Schrijver, stippen wij het
volgende aan Sedert de stichting van de
weesinrichting werden ongeveer 6000 kin
deren opgenomen in 1924 waren 500 kin
deren (groote en kleine) ter verpleging in
Neerbosch.
Aan giften werd ontvangen 27.703 on
der dit aanzienlijk bedrag is 10.416 begre
pen van de Neerbosch-cent, aan legaten
ƒ5570, aan verpleeggelden ƒ133.088, rente
17.655, opbrengst boerderijen ƒ16.046;
subsidie scholen f14.136. Van de uitgaven
noemen wij verpleging 158.557s onder
wijs 20.229, onderhoud gebouw ƒ16.812,
pensioenen ƒ9746, pensioenfonds f 10.000.
De rekening sluit met een batig saldo, van
f 243.80 op 222.680.
GEMEENTERAAD TE SOUBURG.
Vergadering van Zaterdag 20 Juni 1925, des
namiddags 3 uur.
Voorzitter de heer P. S. Buteux.
Aanwezig 10 leden. Afwezig de heer
Suurmond.
Dè notulen der vorige vergadering wer
den goedgekeurd.
Van den heer W. Brouwer was een schrij
ven ingekomen, dat hij wegens vertrek uit
de gemeente ontslag neemt als lid van den
raad met ingang van 25 Juni a.s.
De voorzitter zegt, dit met leedwezen te
vernemen. Alle raadsleden, van welke po
litieke richting ook, zullen moeten erkennen
dat de heer Brouwer was een flink raads
lid, die steeds open en rond voor zijn mee
ning uitkwam en een sieraad was voor zijn
partij. Spreker dankt den heer Brouwer ook
oor de welwillende houding steeds te zij-
Onze kleine oprijlaan, erg steil en erg las
tig van draai, werd opgeploegd door de
wielen van vele rijtuigen. De geheele buurt
tot op een betamelijken afstand, kwam
met twee uitzonderingen.
Die uitzonderingen waren de heer Bruce
Deville van Deville Court, op de grens van
wiens goederen onze kleine kerk en pasto
rie lag, en de dame die woonde in het
„Gele Huis".
Ik vroeg ook een goeden namiddag Lady
Naselton naar hen. Haar Ladyschap was
een onzer eerste bezoeksters geweest
en had van het begin af een sterk ver
langen aan den dag gelegd om mijn in-
leidster te worden in de gezelschappen van
Northshire. Zij was van middelbaren leef
tijd, vroolijk, en njodern op en top een
cosmopolite. Ik praatte gaarne met haar,
en dit was reeds haar derde bezoek.
Wij zaten op het gras onze afternoon-tea
te drinken en te genieten van den prachti-
gen October-namiddag.
Het eigenaardig gebouwde huisje sche
merde geel door de donkere pijnboomen,
en dat bracht het mij in de gedachten.
Alleen van één enkel punt in onzen tuin
kon men iets van het gele huis zien. Toe
valligerwijze zat ik juist op dat punt en bij
een pauze in het gesprek kwam er een
vraag bij mij op.
„Wat ik zeggen wil", begon ik, „onze
naaste buren zijn ons nog niet komen be
zoeken."
„Uw naaste buren herhaalde Lady
Naselton. „Wie bedoelt u Er wonen zoo-
velen van ons vlak bij elkander."
„Ik meen de dame. die in dat kleine huis
aan de andere zijde van het geboomte
woont", antwoordde ik, met een hoofdbe
weging in die richting. „Het is immers een
dame, die daar woont Ik geloof ten minste
dat de een of ander mij dit verteld heeft,
ofschoon ik nog diets van haar gezien heb.
nen opzichte betoond, en wenscht hem ook
in zijn nieuwe woonplaats alle goeds toe.
De heer Brouwer zegt dank voor de ge
sproken woorden, en wijst er op dat zijn
heengaan niet vrijwillig is. Spreker dankt
voor de samenwerking met den raad, al zijn
er wel eens harde woorden gevallen, die
beter achterwege hadden kunnen blijven.
Doch ieders karakter is weer anders.
Van den heer A. Marijs was een kennis
geving ingekomen, dat hii zijn benoeming
tót gemeente-ontvanger aanneemt.
De heer P. S. Buteux verzoekt eervol
ontslag als lid der commissie voor den aan
slag in de rijksinkomstenbelasting.
Dit eervol ontslag wordt verleend en be
paald op 1 Juli a.s.
Vastgesteld wordt de zekerheidsstelling
van den nieuwbenoemde;! gemeente-ont
vanger.
Hierna wordt overgegaan tot de installa
tie van den gemeente-ontvanger.
De heer Marijs legde in handen van den
voorzitter de voorgeschreven beloften af.
De voorzitter wenschte daarna den heer
Marijs geluk met dezen post van vertrou
wen, en hoopte dat hij de voetstappen van
zijn voorganger zal volgen én medewerken
aan het heil der gemeente.
De heer Marijs bracht dank aan Burg. en
Weth. en den raad voor zijn benoeming en
gaf de verzekering dat hij de belangen der
gemeente naar zijn beste vermogen zal be
hartigen.
Vervolgens Werd door den heer P. S.
Buteux afscheid genomen van den raad als
burgemeester der gemeente.
De voorzitter sprak den raad in de vol
gende bewoordingen toe
Mijne Heeren,
Het is heden een moeilijke dag voor mij,
maar ik weet, dat er voor een ieder een
tijd van komen en gaan is en heb gemeend
dat nu voor mij die tijd van heengaan is
aangebroken. Wanneer men echter 32 jaar
burgemeester is geweest, valt het afscheid
niet gemakkelijk.
Souburg en de Souburgers liggen mij na
aan het hart en dat zal altijd het geval blij
ven, ook als ik elders woon. Natuurlijk heb
ik hier behalve .veel liet ook c.el leed onder
vonden en was mijn taak hier niet altijd
gemakkelijk in den raad, waar het dikwijls
heeft gestormd en geonweerd, doch geluk
kig kwam toch steeds de zon weer door de
wolken en werd de rust hervonden. Niette
genstaande de verschillende godsdienstige
en politieke richtingen heeft er dank zij uw
aller welwillendheid, een goede verstand
houding geheerscht, waarvoor ik u zeer er
kentelijk ben. Natuurlijk ook u zult uw grie
ven hebben gehad, men zou blind moeten
zijn en nog doover dan uw scheidende bur
gemeester om dat niet te hebben bemerkt,
doch gelooft gij de taak licht, leiding te
geven aan personen van zulk een verschil
lend karakter en zulke verschillende ziens
wijzen Veelal viel het rnuielijk de harmo
nie te bewaren, maar langdurend is zii ge
lukkig dank zij u allen nooit verstoord
geweest.
Met enkelen van U mocht ik lang, met
anderen korter samenwerken, maar slechts
één is er in uw midden, die ook reeds bij
mijn installatie aanwezig was, en wel de
heer De Pagter, met wien ik langen tijd als
raadslid, maar ook als wethouder voor de
gemeente-belangen heb gewerkt en van
wien ik goede en degelijke adviezen heb
mogen ontvangen, waarvoor ik hem hierbij
mijn welgemeenden dank breng.
Ook her dagelijksch bestuur wil ik in het
bijzonder noemen en de dikwijls aangename
samenwerking met hen gedenken. Alhoewel
Maar misschien vergis ik mij."
Lady Naselton hief beide handen ten he
mel. Toen zij sprak was het met merkbaar
genot. De symptonen waren niet te mis
kennen.
Ik zag duidelijk, dat zij trachtte van mijn
vraag zooveel mogelijk te maken.
„Maar liefste Miss FfoJliotriep zij" uit.
„Weet u dan werkelijk nog niets van haar.
Heeft dan niemand u nog iets van haar
verteld
Ik smoorde een gemaakte geeuw als een
klein protest tegen haar ongepaste vroolijk-
heid. Ik heb niet veel zwakheden, maar ik
heb een hekel aan schandaal en aan schan
daaltjes vertellen. Jntusschen was toch mijn
belangstelling opgewekt, ofschoon ik we!
oppaste, Lady Naselton niet de voldoening
te geven, het haar te laten merken.
„U moet bedenken dat ik nog slechts
enkele weken hier ben", antwoordde ik.
„En dat is zeker niet lang genoeg om mij
van de annalen van den omtrek op de
hoogte te stellen. Ik heb er nog niemand
naar gevraagd. Niemand heeft haar naam
genoemd. Is er werkeliik iets bijzonders
met haar
Lady Naselton keek naar omlaag en
veegde eenige kruimpjes van haar schoot
met een delicaat geschoeide hand. Zij was
blijkbaar een epicuriste in het vertellingen
doen. Zij zou trachten er zooveel mogelijk
van te genieten. En zbo lang mogelijk.
„Wel meisjelief, ik zou niet gaarne alles
over vertellen wat de menschen zeggen",
zoo begon zij langzaam. „Doch dit neemt
niet weg, dat het niet meer dan mijn plicht
is u, die als vreemdelinge van niemand hier
in de buurt iets afweet, te waarschuwen.
Ik weet zelf geen bijzonderheden, ik heb er
nooit naar gevraagd. Maar zij kan volstrekt
niet als een fatsoenlijke vrouw beschouwd
worden. Er is iets heel dubieus in haar
geschiedenis."
stillen spoedig de ergste hoofdpijn
Prijs 60ct Bij Apoth en Drogisten. B
(Ingez. Mededeeling.)
buitenstaanders dit dikwijls anders meen
den te zien, was de verstandhouding van
crien aard, dat de zaken ook bij aanvanke
lijk meeningsverschil een goed verloop had
den en het samenzijn na afloop dikwijls ge
legenheid gaf elkander meer te leeren ken
nen en begrijpen, dan in het vuur der ver
gaderingen.
Dan rest mij nog dank te betuigen aan
den secretaris Gabriëlse, die nog slechts
kort in functie, bewijst uitstekend voor zijn
taak berekend te zijn, waaraan ik, hem
kennend ais ijverig en kundig gemeente
ambtenaar, dan ook geen oogeïiblik heb
getwijfeld en waarbij ik ook gaarne woor
den van erkentelijkheid voeg voor de be
reidwilligheid en nauwgezetheid van de an
dere gemeente-ambtenaren. Dan wijd ik
gaarne woorden van lof aan het onderwij
zend personeel van de scholen, dat iederen
dag opnieuw met liefde en verstand zijn tijd
geeft aan een deel der Souburgsche jeugd.
Ook de gemeente-politie wil ik bij mijn
afscheid mijn groote tevredenheid betuigen.
Geen achturigen werkdag kennend, moeten
zij dag en nacht klaar staan om te waken
voor de veiligheid in onze gemeente. Zij
deden dit altijd op voorbeeldige wijze, ge
tuige ook hun grooten dienstijver en vol
harding inzake het nog zoo kortelings voor
gevallen zedenmisdrijf, die zoo mooi wer
den bekroond, en waarvoor niet alleen de
naaste verwanten van het slachtoffer, maar
de geheele gemeente hen dankbaar zal zijn.
Hulde hiervoor aan de politie en dank,
waarin ik ook gaarne betrek den rijksveld
wachter Janse, die ook vele diensten in het
belang van"Souburg heeft verricht.
Er zijn nog zoo velen, die mij hebben ter
zijde gestaan, ook vele besturen, vereeni-
gingen en commissies die hun krachten aan
en voor de gemeente gaven en waarvan ik,
ze opnoemend, er allicht één zou vergeten.
Daarom breng ik hen hier allen tezamen
mijn dank en neem van allen hier afscheid.
Ik wil er echter nog één noemen en dat is
onze gemeente-bouwmeester Louwers, die
ieder oogenblik bereid werd gevonden zijn
hulp te geven waar die werd ingeroepen en
die een uitstekende kracht blijkt te zijn,
met wien de gemeente indertijd een goede
keus heeft gedaan.
En dan eindig ik met als burgemeester
afscheid te nemen van Souburg en de Sou
burgers. Hoezeer ik gehecht ben aan het
schoone tweelingdorp Oost- en West-Sou
burg, moet u bekend zijn en ik kan u dan
ook de verzekering geven dat het moeite
kost mij hier los te maken en dat ik, in de
nabijheid van deze gemeente wonend, mijn
belangstelling in haqr wel en wee nimmer
zal verliezen en nog menigmaal hierheen
hoop te komen. Ik wensch van harte, dat
deze mooie gemeente zal groeien en bloeien
onder goed beleid van mijn opvolger, die
naar ik hoop een Zeeuw zal zijn of in zijn
functie als burgervader van een van de
mooiste dorpen van Zeeland een Zeeuwsch
nart zal krijgen, zoodat hij zich hier heele-
maal thuis zal voelen en één met de Sou-
„Hoe verrukkelijk vaag merkte ik op
met onwillekeurige ironie. „Weet u niet
iets meer definitiefs
„Ik schep geen vermaak in het nasporen
van zulke zaken", antwoordde Lady Nasel
ton wat stijfjes. „De meening van lieden,
die beter tot oordeelen in staat zijn, is mij
voldoende."
„Men moet onderzoeken, of men kan en
mag niet oordeelen", sprak ik. „Waarschijn
lijk is er iets, wat zij doet, of niet doet
„Het is iets, dat met haar verleden in
verband staat", zeide Lady Naselton.
„Haar verleden Het wordt tegenwoor
dig immers als zeer interessant beschouwd
om een verleden te hebben
Ik begon te betwijfelen, of ik eigenlijk
wel bijzonder bij Lady Naselton in de gunst
zou komen. Zij zette haar theekopje neer
en keek mij aan met duidelijke afkeuring
op het gelaat,
„Dat mag waar zijn voor een zekere
soort lieden", antwoordde zij ernstig.
„Maar niet" met nadruk „in onze
Nortshire gezelschappen ten minste niet
in die waar ik bekend ben, kan ik zeggen.
U moet mij toestaan er bij te voegen, Miss
Ffolliot, dat ik eenigszins verwonderd ben,
u. de dochter van een geestelijke, zoo iets
te hooren zeggen."
De dochter van een geestelijke Dat ver
gat ik voortdurend. En toch is het veel
aangenamer, zichzelf in overeenstemming
te houden met zijn omgeving. Ik richtte
mij op.
„Ik deed slechts een vraag, Lady Nasel
ton. Ik vind, dat vrouwen met een verleden
onuitstaanbaar zijn. Men wordt ze zoo ijse-
Jijk moe in romans, dat men ze waarlijk
niet verlangt te ontmoeten in het werke
lijke leven. Laten wij er niet meer over
praten. Ik stel er ook -eigenlijk geen belang
in. Vertel mij liever wat van den heer
Deville."
burgers, waaronder zoo vele eerlijke, een
voudige goede ronde Zeeuwen zijn,'waar
van ik noode afscheid neem. Ik wensch al
oe ingezetenen van Oost- en West-Souburg
het beste toe en haar vroede mannen
kracht, wijsheid en tact om deze mij zoo
o.ierbare gemeente te leiden en te sturen in
ae juiste richting.
Moge voor Souburg een goede toekomst -
zijn weggelegd.
De heer Jobse nam daarna namens den
raad het woord en sprak den scheidenden
voorzitter als volgt toe
Mijnheer de Burgemeester,
Een oud spreekwoord herinnert er aan,
cat er een tijd van komen en een tijd van
gaan is. De tijd van gaan is thans voor U
aangebroken en rust op mij als uw tijdelijke
plaatsvervanger de taak, ook namens den
raad, afscheid van U te nemen. Bij herha
ling is er mij in den laatsten tijd op gewe
zen, dat dit voor mij geen gemakkelijke
taak zou zijn. Immers, het is vrijwel bekend
c!at het tusschen ons niet altijd „rozengeur
en maneschijn" was. Toch is de meening,
c'at de gang naar deze vergadering voor
mij zooveel als een gang naar Canóssa zou
beteekenen, ten eenenmale onjuist. Nooit
toch is haat tegenover uw persoon voor mij
de drijfveer geweest wanneer ik critiek op
U uitoefende. Slechts een diepgaand ver
schil van meening over de plichten voort
vloeiende uit het ambt van burgemeester
was aanleiding voor mij en andere raads
leden om minder vriendelijk tegen U te zijn,
aan wij gaarne hadden gewild.
Gelukkig is er evenwel de laatste jaren
een verandering ten goede gekomen. Den
laatsten tijd toch leefde U meer met de
Souburgsche burgerij mede dan vroeger.
En dat wil de bevolking van Souburg nu
eenmaal van haar burgemeester. Ik erken,
de bevolking van Souburg is eigenaardig
en niet gemakkelijk voor een niet-Soubur-
ger te doorgronden, maar wanneer men
ook eenmaal de achting en het vertrouwen
cler Souburgers bezit, kan men er ook blij
vend op rekenen. Sedert mijn intrede in het
dagelijksch bestuur van deze gemeente, kan
ik niet anders dan roemen op de vriend
schap, die ik heb mogen ondervinden. Ik
be^ I'. mijnheer de burgemeester, daar zeer
erkentelijk voor. Trouwens ik weet bij on
dervinding, dat U geen haatdragend karak
ter bezit. Een groot menschenkenner heeft
eens gezegd „Beoordeel het karakter der
menschen naar den omgang met hun die
ren." Welnu, dat kan ten opzichte van U
niet anders dan gunstig uitvallen. De
groote liefde die L' bezit voor dieren, is een
sprekend bewijs, dat gij een goed karakter
bezit. Al het onaangename dat ik vroeger
meermalen heb moeten ondervinden, gaat
dan ook bij mij, door de vriendschap van
den laatsten tijd, zonder vorm van proces
naar den achtergrond, fk maak nu gaarne
de woorden van een onzer dichters tot de
mijne, toen hij schreef
Zal men de vlinder dooden
Omdat zij rups eens was
Heeft 't hooi geen and're geuren.
Dan 't pas gemaaide gras
Vraag dan niet naar 't verleden.
Als 't heden dit weerspreekt
Dit zij voor elk gebeden
Die met 't verleden breekt.
't Was op 15 Augustus 1893, toen gij
mijnheer de burgemeester, hier werd geïn
stalleerd als opvolger van burgemeester
Paspoort, uw geachte voorganger, die 40
jaar dit ambt bekleedde en naar wien men
destijds een straat heeft gedoopt. Ook de
naam Buteux, die in Zeeland, door wijlen
uw beminden vader zulk een goeden klank
Dit was nu eigenlijk een beetje onaardig
van mij, want ik wist dat Lady Naselton
brandde van verlangen, om mij heel wat te
vertellen van die onwenschelijke buurvrouw
van ons. Het geval wilde evenwel, dat mijn
vraag haar een nieuwe gelegenheid bood,
die zij dan ook aangreep.
„Ongelukkigerwijze kan ik u van den
een niet vertellen zonder van de andere te
spreken", zeide zij veelbeteekenend.
Ik besloot tot meegaandheid en trok de
wenkbrauwen op, gelijk men dat na zulk
een gezegde behoort te doen.
„Hoe choquantriep ik uit.
Ik kwam weer in de gratie. Mijn ont
vangst van de mysterieuze mededeeling
was zoo goed geweest als men verwachten
kon.
„Wij beschouwen het als een ergerlijk
geval", zeide zij, zich vertrouwelijk naar
mij toe buigend. „Gelukkig kan ik zeggen,
dat Bruce Deville de minst schuldige is van
de twee."
„Is dat niet gewoonlijk het geval
mompelde ik. „De vrouw krijgt de last te
dragen."
„En de vrouw verdient het in den regel
ook", hernam Lady Naselton beslist. „Dat
is althans mijn ondervinding, en ik heb
meer van de wereld gezien dan u. In het
geval waarover wij spreken, kan er geen
twijfel aan zijn. Die vrouw is hem letterlijk
nageloopen hierheen en zij kwam wonen
bijna voor zijn deur, terwijl hij in de stad
was. Zij zat met nauwelijks een stoel in
huis, meer dan een maand lang. Toen hij
terugkwam, werd het huis van onder tot
boven gemeubeld met het goed van de
Court. Dagen achtereen reden de karren
heen en weer. Zij ging zelfs mee en koos
sommige meubels zelf uit. Ik heb het alles
aangezien met eigen oogen. O, het was zoo
onbeschaamd als het maar kon."
(Wordt vervolgd.)