WOENSDAG 17 JUNI
ONHERROEPELIJK
s— No. 140- 63e Jaargang1929
BINNENLAND
Stads= en Proviocienieuws
Zonnebrand
Kloosterbalsem
FEUILLETON
VLISS1NG5CHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels: ƒ1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur. Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, eïke
regel meer 15 cent.
Familieberichten van I6 regels: ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent
De Koninklijke familie.
De Zwitserse he correspondent van ,,de
Maasbode" seïnr d.d. 16 Jimi
De Koninklijke familie, die nog steeds te
Chamonix verblijf houdt, hoopt over enkele
dagen weder in Zwitserland terug te kee-
icn. Prins Hendrik maakte heden -een uit
stapje van Chamonix via Evran-Ies-Bains
naar Montreux.
Nederland en België.
De correspondent van de .„N, R. Ct." te
Brussel meldt
De Assemblée Waïlonne heeft aan het
parlement een adres gezonden, waarin het
verdrag tusschen Nederland en België ter
sprake komt en waarin de vereenigïng be
treurt, dat In her ontwerp niets voorkomt
over de kwestie van de bres van Limburg,
hoewel de groote mogendheden in 1919
eenstemmig verklaard hadden dat de vei
ligheid van België naar den kant van de
Maas niet verzekerd kon woTden tenzij»door
een overeenkomst tusschen de generale
staven van Nederland en België.
De vergeten schoolkinderen.
Op de schriftelijke vragen van den heer
Ter Hall betreffende afschaffing van de
straf van het schoolblijven van kinderen,
heeft de heer De Visser, minister van -on
derwijs, K. en W. het volgende geant
woord
De wet geeft den ondergeteekende geen
bevoegdheid om maatregelen te nemen
waardoor gelijk wordt gevraagd eer.
radicaal einde gemaakt zon worden aan
toestanden, zooals in October 1924 te Dell
en in begin Mei 1925 te Dordrecht voor
kwamen, waarbij schoolgaande kinderen,
die voor straf moesten nablijven in de
school, door vergeetachtigheid van het on
derwijzend personeel in het verlaten
schoolgebouw achterbleven.
De straf van het schoolblijven behoort
tot het tuchtrecht van het hoofd der school,
en onder zijn verantwoordelijkheid kan zij
mede worden opgelegd door de(n) klasse-
onderwijzer(es). Het nablijven van leer
lingen kan op zichzelf natuurlijk niet als
een gevaarlijke straf worden aangemerkt,
en zeker niet, indien deze, gelijk het be
hoort, onder toezicht wordt toegepast. Tot
het doen afschaffen dier straf ontbreekt
den ondergeteekende de bevoegdheid, maar
hij kan er de noodzakelijkheid ook niet van
inzien. Zelfs een wenk, dat de nablïjvèrs
steeds onder toezicht moeten zijn, acht hij
overbodig, eenerzijds omdat deze beide be
treurenswaardige gevallen een zóó zeldza
me uitzondering op het geheele aantal
openbare en bijzondere lagere scholen zijn.
en anderzijds, omdat juist die gebeurtenis
sen zelf de beste waarschuwing zullen zijn,
om het noodige toezicht in het vervolg ook
in andere scholen niet te doen ontbreken.
Mgr. Nolens en minister Colijn.
Zondagmiddag sprak mgr. dr. W. H.
Nolens voor de Katholieke kiesvereeniging
te 's-Gravénhage een politieke rede uit.
Volgens „de Maasbode" zeide de leider
der R. Kath. Kamerfractie o.m.
„Er vormt zich een legende, dat het her
stel van het financieel evenwicht alleen het
werk van den heer Colijn zou wezen. Er
worden reclameplakkaten in dezen zin 'ge
bezigd. Zelfs de heer Colijn Het zich in de
zen zin uit, de Anti-Rev.'partij als zoodanig
aanduidend. Spreker is verplicht een deel
der verantwoordelijkheid daarvan voor de
Katholieke partij vast te leggen. Zonder de
medewerking der Katholieke ministers en
Kamerclub ware dit niet mogelijk geweest."
Wat de toekomst betreft, verwees spre
ker naar zijn vroeger aangegeven stand
punt, dus bij voorkeur voortzetting der
coalitie en bij onmogelijkheid daarvan na
dere overweging met welke groepen kan
worden samengewerkt. Uit'deze verklaring
wordt wel gehaald, wat er niet in zit. Het
verschil tusschen Colijn en spreker in deze
kwestie is, dat de Katholieken de mogelijk
heid een er overweging niet uitsluiten. Dit
ligt zeide mgr. Nolens, misschien aan de
groote verantwoordelijkheid, die de twee
maal grootere Katholieke fractie te dragen
heeft.
Be salarissen der ambtenaren.
Onlangs is in de bladen medegedeeld,
dat de minister van financiën aan de hoof
den der departementen van algemeen be
stuur een rondschrijven had gezonden,
waarin hij hun verzocht, onvoldoende rege
lingen, uit het nieuwe bezoldigingsbesluit
voortvloeiend, te zijner kennis te willen
brengen. In sommige ambtenaarskringen
schijnt men dit te willen opvatten"are een
aanwijzing voor een komende betere alge
meen e salarisregeling. Het „Hbl." ver
neemt echter, dat een wijziging van het
niveau der salarissen, vastgelegd in het
r.ieuwe bezoldigingsbesluit, niet in de be<-
doëlrng ligt. De minister van financiën be
oogde met zijn rondschrijven alleen kennis
tc krijgen van grove onrechtvaardigheden
door de nieuwe regeling veroorzaakt, welke
noodzakelijk behooren te worden weggeno
men. Dat is dus, wat de ministers Ruys en
Colijn reeds eerder in de Tweede Kamer
noemden „het gladstrijken van eenige
plooien."
De nieuwe loonregeling bij de spoorwegen.
Naar „de Tel." verneemt, zal de Loon-
naaö Öer Nederlandsche Spoorwegen, die
heden bijeenkomt, o.m. een rapport in zake
loon naar standplaats behandelen en een
rapport in zake minimumloon beide rap
porten zijn uitgebracht door daartoe be
noemde subcommissies.
Jn zake loon naar standplaats zou de
commissie tot de conclusie zijn gekomen
dat een vaste aftrek in beginsel beter is
dan het tegenwoordige stelsel, nl. aftrek
van 4, 8 en 16 van het loon.
De vaste aftrek zou dan als volgt moe
ten worden voor alle loonen 80 aftrek
voor klasse II, 160 aftrek voor klasse III
en 320 aftrek voor klasse IV.
Door deze regeling zouden de lagere loo
nen van de eerste vier klassen omlaag gaan,
terwijl de loonen van het hoogere perso
neel er door zouden stijgen.
De commissie in zake het minimumloon
zou in haar rapport tot de conclusie geko
men zijn, dat het minimumloon op 1400
per jaar gehandhaafd moet blijven, terwijl
een minderheid het billijk acht, dat het mi
nimumloon op 1500 per jaar wordt be
paald.
Vergissen wij ons niet, aldus „de Tel.",
aan is dit laatste bedrag destijds voorge
steld door de Nederlandsche vereeniging.
De postchèque- en girodienst in Mei 1925.
Aantal geopende rekeningen 1445 aan
tal rekeningen op lilt. Mei 1925 108.529
ontvangen stortingen 391.035 70.632.247
uitbetaalde cheques 98.199 39.006.218
bijschrijvingen 912.149 355.521.240, waar
van in giro 284.028.199 afschrijvingen
560.55 322 146 647, waarvan in giro
f 284.028.109. Gezamenlijk tegoed uit. Mei
1925 322.967.452, ultimo April 1925
289.629.011 bedrag der belegging uit.
Mei 1925 f 64.262.928, ultimo April 1925
64.790.890
Verandering in dett loodsdienst.
De reeds eerder voorgenomen verande
ring ter bezuiniging op den loodsdienst is
gisteren in werking getreden.
Behalve een viertal loodsen, die voor den
ioopenden dienst te IJmuiden gereed moe
ten zijn, werden alle te IJmuiden gestation
eerde binnenloodseen naar Amsterdam
verplaatst om de van daar en van Zaan
dam afvarende schepen tot in zee te bren
gen, terwijl de zeeloodsen van gisteren af
de binnenkomende schepen uit zee tot óp
de losplaats begeleiden.
De reorganisatie der posterijen.
De Kamer van Koophandel te Waalwijk
heeft met betrekking tot de reorganisatie
der posterijen in een adres aan den minister
van waterstaat o.a. het volgende geschre
ven Wij betwijfelen zeer of de reorgani
satie op de wijze, als door de commissie
Molting wordt voorgesteld, wel zal leiden
tot het resultaat van een sluitende exploi
tatie, daar stellig is te verwachten, dat
door de inkrimping van den dienst het ge
bruik daarvan zal terugloopen.
Naar het oordeel onzer Kamer is een
sluitende exploitatie veeleer te zoeken in
verlaging van tarieven met handhaving van
de bestaande kantoren, zoo mogelijk naast
uitbreiding van den dienstverlaging van
(den dienst) de tarieven en verruiming van
de gelegenheid om van de diensten gebruik
te kunnen maken, zullen, onvermijdelijk in
de hand werken, dat men zich meer dan tot
nu toe van de bedrijven bedient. Uitbreiding
van den dienst moet dan echter alleen wor
den verkregen door verlenging van den ar
beidstijd en verhooging van de dienstpres-
tatie. Naar ons oordeel zal op dit laatste sti-
muleerend werken het aanstellen van per
soneel in los dienstverband. Deelen wij in
het algemeen 'het gevoelen der commissie,
dat de bezuiniging niet in de eerste plaats
moet worden gezocht in verlaging der loo
nen, dit neemt niet weg. cfat naar het oor
deel der Kamer sommige categorieën van
ambtenaren, vooral de plaatselijke te re-
quireeren krachten hooger bezoldigd wor-
r deh dan gelijke krachten in het particulier
bedrijf, hetgeen onder de omstandigheden
waarin de exploitatie van den dienst der
posterijen verkeert, zeker niet gewettigd is.
Wanneer, zooals wij verwachten, de door
de commissie voorgestelde maatregelen niet
leiden tot het doel, dat men zich voorstelt,
dan geven wij u in overweging deze aan
gelegenheid opnieuw in studie te geven
aan een commissie, die slechts voor /3 is
samengesteld uit postambtenaren en voor
2/3 uit bekende practische zakenlieden.
Wanneer wij de concrete voorstellen der
commissie nagaan, dan blijkt het onsdat
onze vrees, dat vooral het platteland de
gevolgen der ingestelde bezuinigingsmaat
regelen zal hebben te dragen, niet onge
grond is geweest.
VLISSINGEN, 17 JUNI.
International! Industrieel congres.
Vrijdag a.s. zal in het Grand Hotel „Bri-
tannia"alhier een congres worden geopend,
dat zeer belangrijk belooft te worden en
waaraan zal wordn deelgenomen door on
geveer 150 gedelegeerden, die 18 verschil
lende landen vertegenwoordigen. Het pro
gramma vermeldt onder meer lezingen over
onderwerpen alsarbeidswetgeving, be
roepskeuze, aanstellingsmettioden, over de
verschijnselen van arbeidsvermoeienis en
afmatting, sociale vooruitgang enz.
Het Congres zal ongetwijfeld tot de op
lossing van actueele sociale problemen het
ziine bijdragen en vermoedelijk tot de op
richting van een internationale organisatie
op het gebied van industrieel Walfare
Work den stoot geven.
Badpaviljoen „Wilhelmina".
In het badpaviljoen „Wilhelmina" wordt
voor afwisseling gezorgd. Heeft de humorist
Lucien daar een volle zaal weten te trek
ken, nu kunnen weder de liefhebbers van
goeden zang genieten. Van Vrijdag 19 tot
en met Donderdag 25 Juni zal daar
optreden de bariton-zanger, de heer Henri
An genen! De film „de Witte Non" werd
dezen winter in liet Alhambra-theater door
den heer An genen t muzikaal geïllustreerd
weer een frisschen blos en heel haar optre
den getuigde van jeugd en geestkracht.
„Laat Parijs dan maar gevaarlijk zijn
Bournemouth is nu ook zoo ultra-veilig
„Geen plaats kan te veilig zijn voor een
„En mooi meisje viel een andere
stem in.
Het was Jim Wedderborn, die in zijn
flanellen sportpak was binnengekomen, zóó
van het tennisveld en nog verhit van het
spel. Valetta knikte hem eens vriendelijk
toe,
„U wilt zeker wel een kop thee
„Graag."
„Maar dan geen complimentjes meer.
D2ar houd ik niet van."
„Die komen zoo van zelf daar kan een
mensch niets aan doen. Maar wat is dat
nu voor een gevaarlijke plaats, waar u heen
wilde
„Ik denk over verandering van lucht."
„Kom u ziet er heelemaal niet naar
uit, of die noodig heeft. Stelt u die ver
andering dan in ieder geval uit tot mijn
vacantie voorbij is."
„O, als u eens wist, hoe zeer ik nu ge
noeg heb van Bournemouth, mr. Wedder-
burn Ik kan hier geen twee maanden
meer blijven. Vertelt u mij eens Is Parijs
echt gevaarlijk
„Wel neen Ja, er zijn gevaarlijke gedeel
ten, maar..."
„Hoe kan nu een jong meisje als miss
Moore, weten welke deelen ze dan kiezen
moet f"
„Maar u als vrouw van ervaring dan
plaagde Valetta.
„Ja", antwoordde mrs. Delancy, „Maar
daar ben ik toch niet van op de hoogte.
Misschien had dit wel zoo behooren te zijn,
en vindt u mij feitelijk van weinig dienst
„Ik ben zeer met u ingenomen, hoor, en
ik zou niet graag een andere chaperonne
hebben Maar ik zou nu eenmaal zoo graag
smetten, puistjes, oude en nieuwe
wonden genezen spoedig mef AKKER's
(Ingez. Mededeeling.)
en hij mocht daarbij veel succes inoogsten.
Thans za! de heer Angenent in het bad-
paviljoen „Wilhelmina" aria's uit verschil
lende opera's zingen en verder vroolijke
Hollandsche levensliedjes. Het programma
is dus niet te ernstig en zal bij de bezoe
kers van het badpaviljoen wei in den smaak
vallen.
Rubber uit „de Jonge Catharina".
De centrale recherche te Rotterdam heett
beslag gelegd op een zending van vijf kis
ten en drie manden, in totaal 508 K.G. rub
ber bevattende, die onder een zending ba
nanen en levensmiddelen uit Vlissingen
naar Rotterdam waren verzonden. De rub
ber is afkomstig van de lading van het op
9 April in de Wielingen gezonken stoom
schip „De Jonge Catharina". De afzender,
de handelsagent P. J. D.. uit Vlissingen,
die het goed te Rotterdam in ontvangst
nam, om voor doorzending naar Amster
dam te zorgen, is aangehouden.
Een bijzondere etalage.
In een der etalages van den Vlissing-
schen Boekhandel voorheen De Vey Mest-
dagh zal deze week wel de bijzondere aan
dacht trekken het daar uitgestalde glas
werk, producten van de glasfabriek te
Leerdam.
Men vindt daar glaswerk, ontworpen
door De Bazel, Lanooy, De Lorm en Copier.
AI dit glaswerk munt uit door fijne af
werking en mooien vorm.
De glasfabriek te Leerdam heeft op he\
gebied van het vervaardigen van fijn glas
werk een bijzonder goeden naam en bij
nadere kennismaking met de producten de
zer fabriek, zal men allicht geneigd zijn
zich dit mooie glaswerk aan te schaffen.
De directeur dezer fabriek is tevens
voorzitter van het hier de volgende week
te houden internationaal technisch congres
en mede in verband hiermede heeft de di
rectie besloten gedurende deze week een
expositie te houden van het op de fabriek
te Leerdam in zoo verschillenden en fijnen
vorm vervaardigde glaswerk.
Te grooten diepgang.
Het stoomschip „George Washington"
een van de grootste schepen van de Red
Star Line, zal a.s. Vrijdag of Zaterdag ter
reede alhier aankomen met passagiers, be
stemd voor Antwerpen; Daar het schip niet
naar Antwerpen za! opvaren wegens zijn
groote afmetingen, zullen de passagiers al
hier ontscheept worden aan boord van de
mailboot „Prinses Clementine" van de lijn
OstendeDover en daarmede de reis naar
Antwerpen voortzetten.
Verkeersregeling.
De politie treedt nog steeds krachtig op
ter handhaving van de verkeersregeling.
Herhaaldelijk worden bestuurders van rij
en voertuigen en ook fietsers, gewaar
schuwd zich aan de verkeersregelingen te
houden. Gisteren werd nog een automobiel-
bestuurder bekeurd die aan de linkerzijde
van den weg reed.
Wraakneming
Een ingezetene deed bij de politie aan
gifte dat een slagersjongen haar wit hondje
met roode verf had gegooid, waardoor de
haren van het dier geheel rood gekleurd
waren. Een onderzoek wordt ingesteld.
Gevaarlijk glas.
Opnieuw kwam bij de politie een klacht
in dat een meisje aan het strand met haar
voet in glas had getrapt. De politie ver
bond hef kind, dat daarna eigener bewe
ging naar huis kon gaan.
naar Parijs gaan, en ik zie niet in, waarom
dit niet zou kunnen Wat zegt u er van,
mr. Wedderburn
„Nu dat ik het niet best zou vinden,
hoe u met u beiden naar Parijs ging. Maar
als -u een heer bij u hadt dit zou wat
anders zijn."
„Waar halen wij dien „heer" vandaan?"
„Hier staat hij
„U En u gaat toch niet naar Parijs
„Niet, als u het niet hebben wil. Maar
anders zou ik u wat graag tot geleide
dienen
„Meent u dat Zoudt u ons in Parijs wil
len rondleiden
„Met het grootste genoegen Wanneer
gaan we dan
„Wat dunkt u van overmorgen
„Is dat niet wat te gauw, lieve meen
de mrs. Delancy.
„Volstrekt nietvond Valetta.
„Zullen we er in den tuin nog eens over
gaan spreken vroeg Wedderburn.
Valetta gaf gehoor aan deze uitnoodiging
en niet zoodra liepen ze tusschen de rho-
dodendron-boschjes, of hij lachte haar toe.
,,U ziet er nu al veel beter uit."
„O, de gedachte alleen van een verande
ring, doet mij al goed. Ik tien hier door
weelde omringd. Maar een mensch verlangt
ook nog wel eens iets anders, nietwaar
„Helaas, ja zuchtte hij.
„Het is een heel vroolijke stad, Parijs hé?
En er zijn tal van museums en andere be
zienswaardigheden 'En je kunt er ruim
schoots genieten van schouwburgen en
concerten
„Zeker. Maar Londen heeft it toch ook
nog niet gezien
„Neen Misschien was het veel natuurlij
ker, dat ik onze stad eerst eens bezocht.
Maar ik verlang een totale verandering,
weet u I"
„En gisteren, toen ik u bijvoorbeeld vroeg
of u mee ging naar die huwelijksinzegening
Een bijtende hond.
Bij de politie werd aangifte gedaan dat
een hond een 16-jarigen jongen in de lin
ker enkel had gebeten. De jongen werd
door een arts verbonden. De politie heeft
de zaak in onderzoek.
Commissie van aanslag voor de
inkomstenbelasting.
Voor het tijdvak van 1 Mei 1925 tot en
met 30 April 1929 zijn door Ged. Staten
benoemd tot liet der commissie van aanslag
voor de inkomstenbelasting, standplaats
Vlissingen, de heeren W. L.v Huson en J.
Loois Az. aldaar, C. W. Bierens te St. Lau
rens, B. Franse te Arnemuiden, standplaats
Goes de heeren G. A. Hajenius en J. Don-
ner Sr. aldaar en C. Koert te Wolfaartsdijk.
Opzichter polder Walcheren.
Tot adjunct-opzichter 2e klasse bij den
polder Walcheren met standplaats West-
kapelle is benoemd de heer J. W. de Rid
der te Wissenkerke.
De emigratie van werkloozen.
Daar wij vernomen hadden, dat een
groep werkloozen, die naar Belg. Luxem
burg waren gegaan om daar werkzaam te
worden gesteld bij het aanleggen van
spoorwegen en de daarin vallende kunst
werken, zeer spoedig weer terug zijn ge
keerd, hebben wij een onderzoek ingesteld
bij de districtsarbeidsbeurs en vernamen
wij daar, dat verleden week 15 man, 8 uit
Middelburg en twee van buiten, onder ge
leide van een Middelburgschen gemeente
ambtenaar naar bedoeld deel van België
zijn gegaan. Daar aangekomen meenden
zij, dat de voorwaarden niet gelijkluidend
waren aan die, welke hun aan de beurs
waren medegedeeld. Het loon (2.803 frc.
per uur) klopte, ook de arbeidstijd van 10
uur per dag. Men meende echter dat het
niet uitkeeren van verlet op regendagen
niet vooruit was bekend gemaakt, wat
echter volgens de mededeel!ngen van den
directeur wel degelijk is geschied. De kost
prijs was wel iets hooger dan aanvankelijk
was gedacht, maar toch nog zoo dat men
f 10 per week kan overleggen, voor de ge
huwden een mooi bedrag om naar huis te
zenden, voor de ongehuwden een mooi be
drag om over te leggen.
Hoe het ook zij, de leider seinde naar de
beurs, dat de arbeiders het werk niet wil
den aanvangen, omdat de voorwaarden
niet klopten met de gedane beloften. De
directeur stelde zich direct met de centrale
bemiddeling in Den Haag en Brussel in
verbinding, en seinde naar den leider van
de ploeg, dat de arbeiders het werk moes
ten aanvangen in afwachting van een
schrijven van hem. In dit schrijven wordt
naast de tweemaandelijksche terugkeer
naar huis, vrouw- en kinderen voor reke
ning der steunverleening, ook toegezegd,
dat de regendagen door de steunverleening
zullen worden bijbetaald tot zooverre, dat
men een behoorlijk bedrag naar huis kan
zenden.
De leider bood de gehuwden 4 tot 5 da
gen loon in voorschot aan, maar dit alles
hielp niets, men wilde niet aan het werk en
keerde terug, zonder zelfs den brief van
den directeur af te wachten.
Van de gehuwden is dit reeds zeer ver
keerd, maar van de ongehuwden wordt het
een schandaal genoemd.
De ongehuwden verspelen het recht op
steunuitkeering zeker, als zij zulk werk
niet aanpakken willen, wat hun gedurende
8 jaar een goed bestaan zou geven.
De emigratie stuit in Zeeland, in tegen
stelling met hetgeen men op andere plaat
sen ziet, op te weinig medewerking der ar
beiders, die zich direct door bezwaren,
veelal bezwaartjes, laten afschrikken en het
daardoor hun, die met de arbeidsbemidde
ling belast zijn, zeer lastig maken.
De arbeiders moeten zelf gaan begrijpen,
dat ten slotte een einde moet komen aan
crisissteunverleening en waar eenigszins
mogelijk aan het werk moet worden ge
gaan, al is het dan ook elders dan in hun
woonplaats. En al mogen de Zeeuwen zich
wellicht minder makkelijk verplaatsen, toch
in de kerk, dat was toch ook wel een heele
verandering van tooneel... w.ilde u niet."
„Ja maar zoo'n huwelijksplechtigheid
maakt mij altijd zoo bedroefd, ziet u f"
„Als andere meisjes dat zoo zeggen, be
weren de menschen in den regel dat dit
jaloezie is. Maar in uw geval kan dit toch
niet waar wezen
Ze sprak daarop heel langzaam en na
drukkelijk „Toch is het niet zoo onbegrij
pelijk. dat een meisje graag den man van
haar keuze zou willen trouwen."
„Ja", antwoordde hij. „Om den juiste te
krijgen, dat is de zaak
Toen gingen ze over het uitstapje naar
Parijs spreken en zij deed hem no gtal van
vragen, die hij zeer goed beantwoorden
kon. Na afloop van dit onderhoud stak zij
hem de hand toe.
„U heeft zich altijd een goed vriend be
toond, mr. Weddeburn. U weet dan ook
niet, hoe dankbaar ik u ben
„Wel, mijn vrienden ben ik altijd graag
van dienst."
„U was ook zeer goede vrienden met mr.
Thome, is het niet
„O ja. Wij waren onafscheidelijk."
„Ik heb u al eens willen vragen, of hij
nog in Londen was Zou hij steeds vooruit
gaan in zijn kunst
„Neen, in Londen is hij niet meer Hij
heeft Engeland verlaten onmiddellijk na den
dood van mrs. Pettigrew. Hij ging naar
Indië. Was de natuur daar niet geschikt
voor zijn studies, dan zou hij naar Algiers
gaan. Net als u verlangde hij naar een ver
andering."
„Hij is een groot kunstenaar, nietwaar
„Ja, dat is hij zeker. Hij zei, dat de kunst
voortaan zijn eenige geliefde zou wezen.
Maar zóó praten allen, die een teleurstelling
hebben gehad."
(Wordt vervolgd.)
Naar het Engelsch van L. E. TIDDIMAN.
12)
„Waarom cieedt je dat snikte ze.
„Omdat ik je zoo zeer lief had, omdat
mijn hart mij zei, dat het onwaar moest
zijn, wat er van je beweerd werd Heb je.
mij lief, Val Toe, zeg dat eens."
'„Nu nog niet Eerst moet je mij eens
vertellen, wat ik graag weten wilde."
Ze hield het geiaat nog verborgen. Zwak
en onduidelijk kwam zijn stem tot haar.
„Eerst mijn vraag beantwoorden, kindje.
Enkel maar met een „ja" of „neen". Heb
jij dien laster overgebracht aan mijn tante?"
Als onder een betoovering moest ze den
blik nu wel op hem gericht houden. Ze zag
doodsbleek, haar lippen trilden. Zelfs eer
zii het uitsprak, begreep hij, wat haar ant
woord zou zijn
„Ja", zei zé langzaam.
Wat hij toen sprak, ging grootendeels
voor haar verloren...
„ik geef niets om geld", sprak hij, het
hoofd achterover geworpen met die trot-
sche uitdrukking, zooals ze dit al zoo dik
wijls van hem had gezien, „ik kan zelve
wel genoeg verdienen Maar wat me grieft
dat is he.t verlies van vertrouwen in je.
Want ik had je lief, Val, en je hebt het en
kel maar als een spelletje opgevat. Ik heb
je lief gehad, van het eerste oogenblik af,
dat ik je zag. Maar nu heb je de waarheid
en je eer verpand voor rijkdom Je hebt
het handig gedaan, zooals je vader zei. Jij
hebt gewonnen en ik heb verloren, maar
toch benijd ik je niet
„Olivier riep ze, „laat mij spreken
„Zeker, spreek maar. Luisteren doe ik
niet f Je hebjt ééns te veel gesproken. Mijn
vraag heb je beantwoord. Dus acht ik het
voldoende."
Zij lag daar ademloos...
Hij trad het vertrek uit, en half-luide
kionk toen haar verzuchting
„O was ik toch liever met stomheid ge
slagen, dan dat ik hem verraden had zijn
naam had zwart gemaakt. Maar ik sprak in
drift ik heb de gevolgen niet berekend. Ik
sprak om mijn vader te verdedigen... En.
o mijn vader heeft alle hoop op geluk van
mij genomen
Ze stond nu heel alleen op de wereld
de .wereld, die ze al moe was, ondanks haar
een-en-twintig jaren
Op den ochtend had Valetta een onder
houd met den notaris en die zou haar hel
pen om een groot deel van haar fortuin
aan te wenden om anderen te helpen.
De tijd verzachtte alle leed en, ofschoon
Valetta dus, bij buien, wel weer opgewekt
kon zijn, bleef het verdriet toch aan haar
hartje knagen.
Velen dongen naar de gunst van de rijke
erfgename. Maar de eenige, dien zij wat
meer in haar vertrouwen nam, was Jim
Wedderborn, de vriend van Olivier. Soms
vroeg hij zich of hij, om der wille van zich
zeiven geduld werd, of enkel om de be
trekking waarin hij stond tot dien ander.
Onzekerheid heerschte in zijn gemoed,
maar liefde sloop in zijn hart
HOOFDSTUK XIII.
„Parijs is een gevaarlijke plaats", sprak
mrs. Delancy, Valeria's chaperonne. „Neen,
ik geloof heusqjj niet, dat u er verstandig
aan doet, daarheen te gaan. Er zijn nog zoo
vele streken, waar u veilig naar toe kon
gaan naar Schotland, Wales, de Engel-
sche meren, Devonshire of Cornwallis.
Maar Parijs zou ik vermijden."
Mrs. Pettigrew was al een jaar overle
den. Miss Moore had nu den rouf afge
legd en droeg een zacht-blauw mousselinen
toiletje, met crème-kleurige kant. Ze had nu