J Maatschappij iae mvaart. DINSDAG 9 JUNI NOJ33 •63e Jaargang GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND FEUILLETON ONHERROEPELIJK Stads= en Provincienieuws a idelb. - Rotterdam degen plaatsen. y. Miód. Y. BOH ini y. m. w. Y.ffl. HF 9 n 8 9 8 U bekomen Transport- en Exp, ven Q. VOS, Tel EERHOORN, Tel. 151 )STERHQUT Tël 181 IUITENHEK Tel 110 se n ie n E- N, )- Ni VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor V lissin gen en gemeenten op Wal cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Week-abon nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. -X'- \DVERTENTIE-PR1JS Van 14 regels: ƒ1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur. Koop en Verkoop, Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke cegel meer 15 cent Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70, iedere regel meer 26 cent. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlis- singen gelet op artikel 37 der Drankwet doen te weten dat bij hen is ingekomen ten verzoek van LUDÖVICUS JAN MAT- THiJS QUASTERS. om verlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank in het perceel Badhuisstraat no. 1 ajhier dat vanaf heden gedurende veertien da gen schriftelijke bezwaren tegen het ver- jeenen van het gvraagde verlof kunnen in gebracht worden bij Burgemeester en Wet houders voornoemd. Vlissingen, 8 Juni 1925. Burg. en Weth. voornoemd. VAN WOELDEREN. De Secretaris. F. BISSCHOP. Prinses Juliana. De correspondent van de „N. R. Ct." te Leiden meldt De „Tel." van hedenavond bracht het bericht dat Prinses Juliana te Leiden als studente zou worden ingeschreven en dat rnet het oog daarop was aangekocht het huis Oegstgeesterlaan 4 te Leiden, bewoond door den heer Bijlevelt. Nieuw is dit gerucht niet. Reeds eenige maanden geleden heeft dit te Leiden de ronde gedaan. Wij kunnen evenwel uit de beste bron mededeelen, dat het huis van den heer Bijlevelt niet alleen niet is ver kocht, doch dat de eigenaar er zelfs niet aan denkt het te verkoopen. Het gerucht is afkomstig van een speculant in huizen, die ook getracht heeft ons dit bericht op te dringen met de mededeeling erbij dat er op het oogenblik ovër den verkoop van een hem toebehoorende, naast deze woning ge legen autogarage. die dan voor de Prinses moest dienen, werd onderhandeld. Achteraf blijkt, dat hij dit gerucht heeft verspreid om te trachten aan andere speculanten in hui zen deze auto-garage voor een hoogen prijs van de hand te doen. Bovendien is ons uit ingewonnen infor maties van ten deze bevoegde academische onderwijskringen gebleken, dat daar van een voorgenomen inschrijving van Prinses Juliana als studente niets hoegenaamds be- kencf is. Vacantie-plaag in een groote stad. Onder bovenstaaanden titel schrijft de jedacteur van „Onder de Menschen" een artikel in de „N. Rott. Courant" «Na eerst op de hem eigene wijze be schreven te hebben, wat vooral de moeders, in de triestige dichtbevolkte achterbuurten, in die vacantieweken met hun kroost heb ben uit te staan, dat ten slotte met een „fort, de straat op" wordt uitgedreven, stelt hij aanschouwelijk voor, wat al kwaad ze op die straat uitvoeren en wat al schade ze aanrichten. In Amsterdam wordt die schade geschat op 100.000 per jaar en in Rotterdam kost het putjes-maken van de kinderen gemiddeld 1000 per week aan nieuwe bestrating, terwijl twee straatjon gens kans gezien hebber., om op één mid dag 75 vensters van de Kweekschool in te gooien. Nu heeft zich op initiatief van het Naar het Engelsch van L. E. TIDDIMAN. 5) In het vuur van zijn rede had Olivier Thorne zóó luid gesproken, dat de andere twee zich niet langer konden houden, of ze i-iets gehoord hadden, en Yaletta wist niet, wat daar van komen moest. Als rijke erf laatster toch was mrs. Pettigrew gewoon, uat haar familie voor haar kroop en juist dit beviel haar zoo zeer van dezen jonger, neef, dat hij die gewone gedragslijn niet volgde. Toch kon 'hij het nu wel wat al te bont maken, want steeds stoutmoediger werd zijn optreden. „Ik heb je dus gezegd, dat het een af spraak was onder de Gurneys, dat de naam van je vader niet meer genoemd zou wor den en ik hoef je zeker niet in herinnering te brengen, dat ik een Gurney ben, niet waar waarschuwde zijn tante. „Maar ik ben een "piorne, en ik heb net zoo goed recht op mijn opvattingen", ant woordde hij, mei de armen over de borst gekruist. „Laten wij wat in den 'tuin gaan, mr. Gibson 1" drong Valetta. De jonge dominé, die dit onderhoud ook uiterst pijnlijk achtte, voldeed onmiddellijk aan haar uitnooaiging sloeg haar alleen zorgvuldig een wit shawltje om de schou ders, waar haar hoofdje dan al zeer beval lig uit te voorschijn piepte. „Wat durfde hij dat zeggen, hé O, nu ik buiten ben, moet ik eens even uitlachen!" En zij trok George Gibson mee naar het prieeltje, waar zij helder-op lachte. „Wilt u wel gelooven, dat ik haast niet ■neer binnen durf' gaan vroeg zij, na af loop van die sehaterbui. Neri. Onderwijzers Genootschap, een com missie geconstitueerd om die duizenden kinderen in de vacantie van de straat af te houden en die te brengen naar het strand aan den Hoek van Holland. Voor duizenden kinderen is daar ruimte en zuivere zeelucht en de schrijver'zou hef zonde en schande vinden, om ze in de stad te laten blijven, waar het juist aan die beiden ontbreekt. Drie weken achtereen, iedere week vijf maal, een fijnen, langen dag, zullen ze uit de stad zijn aan den Hoek eiken mor gen „op reis" in een langen extra-trein, dien zij net zoo lang kunnen maken als ze willen, hun eigen trein, die 's ochtends voor hen klaar staat aan de D. P. en tot 's avonds op hen blijft wachten om ze weer naar moeder te brengen. Dien extra-trein geven de Nederlandsche Spoorwegen met een sterke reductie, maar drie weken lang telkens vijf dagen ter beschikking, dat kost dan toch aRijd nog 5250, wat een houpost is. En natuurlijk komt daar van allerlei meer bij. Maar nu „het terrein" Hun kampement, waar ze den heelen dag uit zijn, buiten zijn Een groote vlakte, direct bij het eind punt van de spoor aan den Nieuwen Weg gelegen, dicht bij de zee en de duinen. Er staan een huishoudtent voor slecht weer, verder banken en tafels in de open lucht. Hier worden ze dan bezig gehouden door allerlei prettigs, dat afwisselt volgens roos ter, den lieven langen dag vlechten, car- ton-werk, spelen, gymnastiek, graven, scheppen, pootje-baden, vertellen, voorle zen. Maar de modellen, die ze maken, ook naar eigen ontwerpen, moeten iedere week af. Dat is de vacantie-school dus, negentig deelen vacantie, en, voor de orde, regel maat, tien deelen school, net genoeg om er geen last van te hebben. En, om de stad van een plaag, de ouders van overloop van gal te verlossen, den kinderen prettige nut tige ontspanning te geven in de frissche lucht en hun de vernielzucht af te leeren. En dit alles drie weken lang vacantie, wordt op totaal 12000 voor iedere duizend kinderen geschat. Dat is per kind voor een week buiten vier gulden Eris dus een heel kapitaal noodig om het loffelijk plan der commissie tê verwe zenlijken, maar. gezien de schade, die in die weken, ook aan particuliere eigendommen wordt veroorzaakt, hoopt zij op ruime bij dragen. Kenmerkend is, dat tot de eersten, die een bijdrage ófferden, behoorden de vereenigde politie-agenten. De ouders moeten voor elk kind ten min ste veertig cent bijpassen, maar zij mogen ook meer geven. En voor de armsten be staat mogelijkheid om het op een accoordje te gooien. Het zal de commissie, en meer nog de ouders, maar 't méést toch de kinderen zelf benieuwen hoeveel de groote, vrijgevige stad Rotterdam er voor haar bijdragen mee zal laten nemen van de straat af naar dat wijd-open veld aan den Hoek bij de zee. En wat dit dan bovendien de gemeente en particulieren aan scha door straatschenderij zal besparen. Een dansverbod. In de gemeente Delft zijn zulke verzwa rende bepalingen gemaakt voor een dans- vergunning, dat naar de „Haagsche Cou rant" meldt, het dansen in die gemeente, een stad van ruim 40.000 zieleg, practisch vrijwel onmogelijk wordt gemaakt. VLISSINGEN. 9 JUNI. Een kwarteeuw zeemanschap. Naar aanleiding van het zilveren jubileum van den heer F. Ree, gezagvoerder bij de stoomvaart-maatschappij „Zeeland", heeft de heer J. Oderwald, oud-gezagvoerder, in „de Amsterdammer" een artikel geschreven dat bij onze lezers belangstelling genoeg zal welken om het in zijn-geheel over te nemen. Het goed gelijkend portret van den heer Ree en twee foto's van den proeftocht van „de Prinses Juliana" in 1909 en de „Konin gin Regentes" in stormweer illustreeren het artikel. „Het was een pijnlijk onderhoud", gaf dominé Gibson toe die bovendien nog we! een andere.reden had, om liever een eindje in den tuin te wandelen. Na eenigen tijd hoorden ze heerlijk piano spel. Onwillekeurig traden ze nu naderbij en wat dichter bij, het venster gekomen, zagen ze dat het mr. Olivier- Thorne was. Mrs. Pettigrew wenkte hen binnen te komen en het volgend oogenblik vroeg Va letta aan den musicus „Dat was Tschajkowsky, niet waar .J.uist", antwoordde hij vriendejijk. „Toe, speel- nog eens wat. Olivier drong zijn tante. „Met genoegen. Iets van mijn vader dan." „Dat is goed. Je hebt immers verteld, dat hij zoo'n duchtig componist was Valetta wist niet, wat zij hoorde.. En dit, terwijl ze nu toch echt een uitbarsting Had verwachtwant zij vond hem ook on beschaamd. Dit kon ze weer niet in hem uitstaan hij vond er zoo'n heimelijk genot in zich tegenover een vrouw den baas te toonen. Dat hij anders zoo voor zijn vader opkwam daar voelde zij weer veel voor Nq afloop van zijn spelen zei mrs. Petti grew „Je moet morgen je dingen van het hotel hierheen sturen, Olivier.- ^oolang je in Bournemouth bent moet je bij je oude tante logeeren, hoor „Dank u Ik hoop alleen maar, dat ik u niet vervelen zal. Bournemouth is anders een mooi plaatsje. Je kunt er 'zoo heerlijk schetsen maken." Dit laatste met een ondeugenden blik naar Valetta die hem op dat oogenblik wel weer had willen door-rammelen zoo als ze in stilte aan George Gibson toever trouwde. HOOFDSTUK VI. Nog eens vinden we Olivier Thorne na genoeg op diezelfde plek geïnstalleerd, als De heer Oderwald schrijft het volgende De redactie vraagt mij iets te zeggen ter gelegenheid van het jubileum van den HoJ- landschen gezagvoerder P. Ree v Ik doe het gaarne, hoewel niet zonder schroom, omdat het onwillekeurig de pen brengt tot opmerkingen die voor een deei mijzelf raken en daarom beter door een an der gezegd kunnen worden. Overigens is het een aangename taak iets te kunnen zeggen over een man met een eervolle en merkwaardige loopbaan en het type van den zeeman die lange redevoerin gen hoogstens op papier houdt, omdat dit zoo aansluit bij de onder zijn categorie nieer bekende en gebruikelijke wijze van kort en zakelijk bevelen. Waarmede niet ge zegd is, dat zijn gevoblszenuw minder goed zou ziin dan bij zijn medemensch. Integen deel als 't noodig is springt hij gaarne in de bres voor een ondergeschikte die ge woon is zijn plicht te doen. Het commando bij de stoomvaart-maat schappij is er een dat, zoo niet een grootere dan toch een andere verantwoording mede brengt in vergelijking niet de overige scheepvaart. Het is bekend, dat bij de „Zeeland" ge varen wordt als er gevaren moet worden en het is dan ook vooral het manoeuvreeren onder alle en vaak moeilijke omstandighe den dat aan haar gezagvoerders hooge eischen stelt. Het beproefde systeem om een goed zelfvertrouwen te kweeken door reeds den jongen tweeden officier in de haven met het schip alle voorkomende werkzaam heden te laten verrichten, heeft voor een niet gering deel ten gevolge, dat deze maatschappij over gezagvoerders beschikt, die de zoo alom bekende veiligheid van ha ren dienst waarborgt. De jubilaris is daarvan het bewijs. Na een tiental jaren als officier en de overige 'jaren als commandant kan hij thans met genoegen constateeren „geen kabelgarentje gebroken te hebben", om die geijkte term eens te gebruiken. Er moet hem veel door het hoofd gaan als hij in deze dagen, zooals te verwachten is, nog wel eens terugblikt. De gemoedelijke dagen van Qeenborough en zelfs, na het verbranden der Pier aldaar, van het woestijnachtige Port Victoria aan de Medway, waar men zoo goed de gele genheid had voor bespiegelingen over den tocht naar Chattam, zullen hem nog wel eens voor den geest Jcomen, al is de tijd lang voorbij. Daarna het verleggen van den dienst naar Folkestone, waaraan zoovele eigenaardige bekoringen van het nieuwe waren verbonden. Maar de oorlogsjaren zijn het vooral die hem aan het vertellen kun nen brengen en het moet voor hem een treffende gedachte zijn, dat hij thans nog slechts de •eenige in dienst is van de zes gezagvoerders, die deze gevaarlijke jaren geheel of gedeeltelijk medemaakten. Twee van zijn collega's in die jaren gingen om niet weer te keeren evenals een gedeelte van de bemanning der schepen, die bij de bekende rampen het leven lieten Toestanden als in die jaren had niemand vóór 1914 kunnen droomen en Ree heeft dat alles meegemaakt. Toen de oorlogstoestand in Augustus 1914 intrad, hoorde men van nieer dan éér zijcie de vrees uitspreken, dat de Vlissing- sche lijn, die nog nooit den dienst onder broken had, wellicht tot werkeloosheid ge doemd was. Maar de directie was dag en racht in de weer om de mogelijkheid van doorvaren te overwegen en er werd doorgevaren, met moed en beleid die tot het einde zijn volgehouden, al is het met mogelijk gebleken vrij te blijven van geva ten waartegen moed en beleid niets vermo gen. Drie schepen van de zes werden ver nietigd, het laatste schip nog wel terwijl het in den Hospitaaldienst was Trouwens, het blijven doorvaren gedurende den oorlog was voor een groot dee! ten dienste der humaniteit. In de eerste dagen van den oorlog toch waren het de Amerikaansche tonristen, die in karavanen uit Duitschland en Oostenrijk gevlucht waren en, na vele dagen van kommer en ellende ondanks hun anders zoo almachtige cheques, eindelijk weer eens een geriefelijk logies vonden aan boord van de Dutch boot, die hen bo vendien uit de Amerikaansche verschrikkin gen voerde en in staat stelde naar huis te ontkomen. Dan onze gestrande landgenoo toen hij de schets van Valetta bekeek. Hij zat nu voor den ezel en werkte door, zóó doodstil, dat de vogels af en toe eens wat dichterbij kwamen, nieuwsgierig van aard als ze zijn. Toch was er ook nog een an der, die niet minder nieuwsgierig mocht heeten. Achter de boomen stond Valetta hem gade te slaan en meende dat hij er niets van gemerkt had, tot hij opeens, on der het werken door, sprak „Waarom het u zoo moeilijk te maken, miss Moore. Als u een klem beetje meer naar rechts gaat, heeft u zeer goed het gezicht op mijn stuk." „Maar ik verlang in het geheel niet het te zien Hoe komt u daarbij Hij lachte eens hartelijk. „Nu als ti mijn studie niet wilt zien, dan was het dus om mij?... Zoo ver waand zal ik nu nog maar niet zijn Maar kom voldoe uw nieuwsgierigheid, en als u mij op een fout opmerkzaam maakt, houd ik mij aanbevolen." Hij keek van zijn werk naar haar en nu zij dit schilderstuk zag, begreep zij zeer goed dat het niet iets van een amateur was, maar écht, önvervalscht kunstwerk Nti eerst voelde zij, dat hij ook het recht had gehad haar te critiseeren, en ctat zijn bewe ring waarheid bevatte, hoe zij had willen loopen, nog eer ze kruipen kon. „Het is voortreffelijkzei ze. „U was laatst niet beleefd tegen mij, maar nu ik dit zie, begrijp ik hoe mijn geknoei u ongedul dig maakte." „Dus u -vergeeft mij en- wij kunnen goede vrienden worden. Daar ben ik oprecht blij om, want ik vond het verschrikkelijk zoo onder hetzelfde dak te vertoeven met iemand, die mij zoo vijandig gezind was. En waaEom eigenlijk." „U was waarlijk lomp:" J)aar was ik mij toch niet van bewust, wilt u wel gelooven. De laatste vijf jaar heb Ik in het Quartier Latin te Parijs gewoond ten, die als toerist uit Zwitserland en Noorwegen via Engeland naar huis moes ten. De stakkerds Zij hadden in dagen van Holland niets anders gehoord dan narigheid en men kon zich hun uitgelatenheid voor stellen toen zij tot de overtuiging kwamen dat daar in Folkestone werkelijk de Vlis- singsche boot met een Hollandschen kapi tein en Hollandsche bemanning gereed lag om hen naar huis te brengen. Na hen kwa men de „losgelaten" zakenmenschen en kostschoolmeisjes uit de wederkeerige bcl- hgrente landen, en daarna niet de min ste dienst van menschlievendheid de groote drommen Belgen, die een onderko men zochten in Engeland. Een voornaam aandeel heeft de „Zeeland" gehad in het liefdewerk voor deze berooide .vluchtelin gen, en de verantwoording der gezagvoer ders was buitengewoon groot om deze honderden reizigers over de gevaarlijke wateren te brengen. Over dit alles zou de jubilaris een genoeglijken boom kunnen opzetten en het merkwaardige is, dat hij niet alleen alles heeft meegemaakt, maar dat hij zich gelukkig kan achten, dat zijn schip steeds voor rampen bleef gespaard. Nu ja, hij mocht het twijfelachtige genoe gen smaken om het opgebracht te zien naar Zeebrugge. Dat ging in de dagen van mijnen, torpedeeren en beschieten heel een voudig, maar niet zoo eenvoudig was het cm weer goed uit die impasse te raken. Hoe hem dat gelukt is, moet men hem zelf hooren vertellen, het is minder voor zwart op wit geschikt, maar zeker is het dat ge mis aan tact aan de zijde van den gezag voerder toen vee! kon bederven. Het kan geen kwaad, dat dit jubileum aanleiding geeft om er nog eens op te wij zen, wat de Nederlandsche zeeman in die barre jaren getoond heeft om den ouden onversaagden geest te kunnen handhaven. En waarom zou dat ook niet Zoolang er lust voor het zeemansvak bestaat, zal dat ook wel zoo blijven. Het is zeer zeker bij de „Zeeland" bewezen. Zelfs nadat het derde schip was vernietigd, werd er nog gevaren. Kapitein Ree beleeft thans weer den tijd, zooals die ongeveer vóór den oorlog was. Ongevéér, want hij is zeker een der eersten die het betreuren dat de dienst, zooals die tot dusverre na den oorlog is uitgevoerd, er niet eene is die in het kader past van een lijn, die in haar vijftigjarig bestaan bijna niet anders dan moeilijkheden heeft gekend. Wij konden hem nog kort geleden met genoegen hooren constateeren. dat de ken tering komt en de bedrijvigheid meer en meer toeneemt en hoorden hem dan ook al vol verlangen spreken over den toekomsti- gen volledigen diénst, zooals die vóór den oorlog was. Wij hopen het van harte voor deze nati onale lijn en wenschen den jubilaris toe, dat hij binnen niet te langen tijd een nog mooier nieuw se hip onder zijn bevel krijgt om daarmee den nachtdienst van voorheen, met haar groot aantal passagiers, nog vele jaren uit te voeren. Grove achteloosheid. Achteloosheid of tuchteloosheid Wel licht het laatste. Want is het niet ergerlijk dat op het strand gebroken flesschen of stukken glas achteloos worden weggewor pen. terwijl men weet hoe uiterst gevaar lijk dat is voor spelende kinderen Uitten wij gisteren daarover reeds ons misnoegen, ook bij de politie kwamen meerdere klach ten in over bekomen verwondingen, eenige van zeer ernstigen aard. Wij wekken nogmaals het publiek op in deze tot verbetering ernstig mede te wer ken. Een laffe kwajongensstreek. Eenige zeeloodsen dienden hedenmorgen bij de politie een klacht in tegen een sla gersjongen, die per rijwiel den oprit bij het Beursplein kwam afgereden en opzettelijk een hond overreed, welk dier zich in de zon lag te koesteren. De hond brak een poot en zal vermoedelijk moeten worden afge maakt. De politie heeft de hulp van een veearts ingeroepen en tegen den slagersjongen zal proces-verbaal worden opgemaakt wegens opzettelijke dierenmishandeling. en er gewerkt als een paard. Daar zag ik bijna nooit eén vrouw althans geen dame. En toch ben ik nooit zoo heel ridderlijk geweest in den omgang, daar ben ik veel te oprecht en te openhartig voor. En die schets van u was ook slecht en ik heb de Kunst lief. Dus kon ik mijn woorden niet terug nemen, toen ik merkte dat u ze ge hoord hadt. Maar u was ook onbeleefd te gen mij. U noemde mij een amateur. Dat was wat te veel voor een man die expo seert in den Salon en in de Royal Academy en waar hij ook maar zijn dingen inzendt." ,ln den Salon en in de Royal Academy herhaalde zij. „Ja waarom niet Is mijn werk er dan riet goed genoeg voor „Ik geloof dat wij elkaar wederkeerig cm excuus moeten vragen", meende zij. „Goed. Laten we dat doen „De gezelschapsdame van mrs. Petti grew biedt haar excuses aan ,De neef van mrs. Pettigrew doet ins gelijks." Voor het eerst drukten zij elkander de hand, voor het eerst lachten ze elkaar toe. „Gaat u nu hier eens zitten, dan kunnen wij «wat praten." En, hoe het kwam, wist Valetta niet, maar waarlijk het duurde niet lang, of zij vertelde hem hoe saai en eentonig haar le ventje eigenlijk was en hij deelde mee de ervaringen uit zijn Bohémien-leven, wat haar de grootste belangstelling inboezemde. „U heeft het dus zoo saai gehad vroeg hij weer. „Daar zullen we dan wat aan zien te veranderen. Kunnen wij samen niet een paar uitstapjes maken „Dat zou toch moeilijk gaan." „Dat denkt u maar Ik kan tante Elisa om mijn vinger winden." Ze zaten nu naast elkaar op het gras. Hij begon haar van zijn vader te vertellen en dit stemde haar droevig. Hoe hoog kon hij StrandconcerL Donderdag a.s. geeft de harmonie „St. Caeeilia", directeur de heer André j. Geij- sen, van 810 uur een concert in de tent op den Boulevard Evertsen. Programma; „A. Travers l'Europe", pas redouble St. Jos Maury arr. M. Stips „Le Serment des Con jures", ouverture L. Canivez „Neiges Eternelles", fantaisie E. Pontet ,,P,etit Caprice Rustique" fantaisie Jean Rechher ,,Le Captif", pas red. Ernest Carciau „Mein Traum", walzer WaldteuJel-HeteJeld „Serenata Toselli", clarinet-soló arr. Pierre Guillon „Si vous 1'aviez compris" piston-solo L. Denza „Fleurs de Nice", fantaisie Jacq. Martin Finale. Goed afgeloopen. Gisterenavond werd de politie gealar meerd voor een binnenbrand in een perceel op den boulevard De Ruyter. Toen de po litie ter plaatse kwam, was de brand even wel reeds gebluseht, hoewel deze aanvan kelijk ernstige afmetingen had aangeno men, daar reeds eenig beddegoed was ver brand en de vlammen zich ook al verder hadden verspreid. Der politie bleek dat een knaapje een doosje lucifers had weten te bemachtigen en daarmede had zitten spelen tot hij plotseling een brandende lucifer wegwierp met het bovenvermeld gevolg. De vader had den brand gelukkig spoedig kunnen blusschen, zoodat de politie niet verder behoefde op te treden. Ernstig ongeluk. Gisterenavond reden in de Spuistraat twee wielrijders tegen elkaar, doordat een der wielrijders de linkerzijde van den weg zou hebben gehouden bij het kruispunt Bellamypark. Deze wielrijder bezeerde zich zeer ernstig en bekwam vermoedelijk een beenbreuk. Hij werd p:eV •auto verder ver voerd. De^politie stelt een onderzoek in. Voor het examen als machinist diploma A is geslaagd de heer J. J. S. Tromp, leer ling van de De Ruyterschool. Heden is alhier aangekomen het Engel- sche stoomschip „Counsellor", komende van Britsch Guyana met een lading hout voor .Middelburg. Men schrijft ons uit Middelburg Het mooie weder lokt de menschen om te gaan genieten van de heerlijke natuur, van de vrijheid, die buiten te genieten valt. Geen wonder dat ook de dieren, die in vrij heid zijn geboren of althans wiens soort in het algemeen vrijheid van beweging geniet, maar die door de overmacht der menschen hun eigenlijke leven niet kunnen uitleven, in deze dagen meer dan anders naar de vrijheid terug verlangen. Zoo ging het gis teren ook met het aapje, dat de dochter van een onzer stadgenooten, na een bezoek met het diertje te hebben afgestoken, per rijwiel naar huis wilde vervoeren. Op de Stationstraat wist „Simmie" zich uit zijne banden te ontslaan en niet luisterende naar het geroep van zijn naam hij spoedig in een der boomen op de Löskade. Gedurende eeu tweetal uren is men bezig geweest met te trachten het dier weer op den beganen grond te brengen. Ten aan zien van een steeds groeiende menigte kin deren en ouderen, klommen twee varensge zellen in de boomen, met een hengelstok trachtte men het beestje te verjagen, maar het ging van den eenen boom in den an deren, angstig mede door het gejoel der kinderen op straat. Toen de mannen reeds weer beneden waren, de hengelstok was opgeborgen, en men trachtte het wat stil ler te doen zijn, bleek de aap genoeg met zijn vervolgens te hebben gespeeld, en kwam hij plotseling uit zich zelf naar be- die nagedachtenis houden, terwijl zij... lie ver niet van haar vader sprak „Wij zullen samen naar Christchurch gaan fietsen", zei hij eindelijk. „Ik denk niet, dat mrs. Pettigrew mij zal kunnen missen." „Laat dat mij aan mij over „U denkt er veel te licht over. U weqt niet, hoe moeilijk zij te overreden is." „Dat heb ik nog niet ondervonden. In ieder geval zal ik het eens probeeren." Den volgenden dag zei hij Tante Eliza heeft gezegd, dat ze u vanmiddag best eens missen kan, miss Moore. Als u het dus goedvindt, gaan wij naar Christchurch, zooals de afspraak luidde. Tante vertrouwt u ondermijn hoede." Val straalde van genotZe ging ijlings haar bruin sportpak aandoen, en een oogen blik later reden ze weg. Wat was dat een zalige middag Nog nooit had de zon zoo helder geschenen, hadden de wilde roosjes zoo overheerlijk gegeurd Ze borgen de fietsen even op, terwijl ze de Lady Chapel bezochten, waar Thorne genoot uit een artistiek oogpunt van het licht-effect door de gekleurde ven sters. En dan die innig-vriendschappelijke manier, waarop ze nu met elkaar omgin gen zoo gemakkelijk en eenvoudig en ge noeglijk, dat het zonde en jammer was dat de middag ééns zou eindigen. Ze dronken thee in een hotelletje en toen ja, toen moest de terugreis aan vaard worden... „O, maar ik ben vooreerst nog niet weg troostte Olivier hen beiden. „Er ko men genoeg dagen dat we eens zoo'n uit stapje kunnen maken Hij rekende dus op de onbepaalde gast vrijheid van zijn tante, en Valetta kon niet nalaten hem te herinneren „U is heusch een beetje verwaand, als ik het zeggen mag (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1925 | | pagina 1