J
Maatschappij iae
mvaart.
DINSDAG 9 JUNI
NOJ33
•63e Jaargang
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
FEUILLETON
ONHERROEPELIJK
Stads= en Provincienieuws
a
idelb. - Rotterdam
degen plaatsen.
y. Miód.
Y. BOH
ini
y. m. w.
Y.ffl. HF
9
n
8
9
8
U bekomen
Transport- en Exp,
ven Q. VOS, Tel
EERHOORN, Tel. 151
)STERHQUT Tël 181
IUITENHEK Tel 110
se
n
ie
n
E-
N,
)-
Ni
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor V lissin gen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk f2.50. Week-abon
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
-X'- \DVERTENTIE-PR1JS
Van 14 regels: ƒ1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur. Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
cegel meer 15 cent
Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
singen
gelet op artikel 37 der Drankwet
doen te weten dat bij hen is ingekomen
ten verzoek van LUDÖVICUS JAN MAT-
THiJS QUASTERS. om verlof tot verkoop
van alcoholhoudenden drank, anderen dan
sterken drank in het perceel Badhuisstraat
no. 1 ajhier
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen schriftelijke bezwaren tegen het ver-
jeenen van het gvraagde verlof kunnen in
gebracht worden bij Burgemeester en Wet
houders voornoemd.
Vlissingen, 8 Juni 1925.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN WOELDEREN.
De Secretaris.
F. BISSCHOP.
Prinses Juliana.
De correspondent van de „N. R. Ct." te
Leiden meldt
De „Tel." van hedenavond bracht het
bericht dat Prinses Juliana te Leiden als
studente zou worden ingeschreven en dat
rnet het oog daarop was aangekocht het
huis Oegstgeesterlaan 4 te Leiden, bewoond
door den heer Bijlevelt.
Nieuw is dit gerucht niet. Reeds eenige
maanden geleden heeft dit te Leiden de
ronde gedaan. Wij kunnen evenwel uit de
beste bron mededeelen, dat het huis van
den heer Bijlevelt niet alleen niet is ver
kocht, doch dat de eigenaar er zelfs niet
aan denkt het te verkoopen. Het gerucht
is afkomstig van een speculant in huizen,
die ook getracht heeft ons dit bericht op te
dringen met de mededeeling erbij dat er op
het oogenblik ovër den verkoop van een
hem toebehoorende, naast deze woning ge
legen autogarage. die dan voor de Prinses
moest dienen, werd onderhandeld. Achteraf
blijkt, dat hij dit gerucht heeft verspreid om
te trachten aan andere speculanten in hui
zen deze auto-garage voor een hoogen prijs
van de hand te doen.
Bovendien is ons uit ingewonnen infor
maties van ten deze bevoegde academische
onderwijskringen gebleken, dat daar van
een voorgenomen inschrijving van Prinses
Juliana als studente niets hoegenaamds be-
kencf is.
Vacantie-plaag in een groote stad.
Onder bovenstaaanden titel schrijft de
jedacteur van „Onder de Menschen" een
artikel in de „N. Rott. Courant"
«Na eerst op de hem eigene wijze be
schreven te hebben, wat vooral de moeders,
in de triestige dichtbevolkte achterbuurten,
in die vacantieweken met hun kroost heb
ben uit te staan, dat ten slotte met een
„fort, de straat op" wordt uitgedreven, stelt
hij aanschouwelijk voor, wat al kwaad ze
op die straat uitvoeren en wat al schade
ze aanrichten. In Amsterdam wordt die
schade geschat op 100.000 per jaar en in
Rotterdam kost het putjes-maken van de
kinderen gemiddeld 1000 per week aan
nieuwe bestrating, terwijl twee straatjon
gens kans gezien hebber., om op één mid
dag 75 vensters van de Kweekschool in te
gooien. Nu heeft zich op initiatief van het
Naar het Engelsch van L. E. TIDDIMAN.
5)
In het vuur van zijn rede had Olivier
Thorne zóó luid gesproken, dat de andere
twee zich niet langer konden houden, of ze
i-iets gehoord hadden, en Yaletta wist niet,
wat daar van komen moest. Als rijke erf
laatster toch was mrs. Pettigrew gewoon,
uat haar familie voor haar kroop en juist
dit beviel haar zoo zeer van dezen jonger,
neef, dat hij die gewone gedragslijn niet
volgde. Toch kon 'hij het nu wel wat al te
bont maken, want steeds stoutmoediger
werd zijn optreden.
„Ik heb je dus gezegd, dat het een af
spraak was onder de Gurneys, dat de naam
van je vader niet meer genoemd zou wor
den en ik hoef je zeker niet in herinnering
te brengen, dat ik een Gurney ben, niet
waar waarschuwde zijn tante.
„Maar ik ben een "piorne, en ik heb net
zoo goed recht op mijn opvattingen", ant
woordde hij, mei de armen over de borst
gekruist.
„Laten wij wat in den 'tuin gaan, mr.
Gibson 1" drong Valetta.
De jonge dominé, die dit onderhoud ook
uiterst pijnlijk achtte, voldeed onmiddellijk
aan haar uitnooaiging sloeg haar alleen
zorgvuldig een wit shawltje om de schou
ders, waar haar hoofdje dan al zeer beval
lig uit te voorschijn piepte.
„Wat durfde hij dat zeggen, hé O, nu
ik buiten ben, moet ik eens even uitlachen!"
En zij trok George Gibson mee naar het
prieeltje, waar zij helder-op lachte.
„Wilt u wel gelooven, dat ik haast niet
■neer binnen durf' gaan vroeg zij, na af
loop van die sehaterbui.
Neri. Onderwijzers Genootschap, een com
missie geconstitueerd om die duizenden
kinderen in de vacantie van de straat af te
houden en die te brengen naar het strand
aan den Hoek van Holland. Voor duizenden
kinderen is daar ruimte en zuivere zeelucht
en de schrijver'zou hef zonde en schande
vinden, om ze in de stad te laten blijven,
waar het juist aan die beiden ontbreekt.
Drie weken achtereen, iedere week vijf
maal, een fijnen, langen dag, zullen ze uit
de stad zijn aan den Hoek eiken mor
gen „op reis" in een langen extra-trein,
dien zij net zoo lang kunnen maken als ze
willen, hun eigen trein, die 's ochtends voor
hen klaar staat aan de D. P. en tot 's
avonds op hen blijft wachten om ze weer
naar moeder te brengen.
Dien extra-trein geven de Nederlandsche
Spoorwegen met een sterke reductie,
maar drie weken lang telkens vijf dagen ter
beschikking, dat kost dan toch aRijd nog
5250, wat een houpost is. En natuurlijk
komt daar van allerlei meer bij.
Maar nu „het terrein" Hun kampement,
waar ze den heelen dag uit zijn, buiten
zijn Een groote vlakte, direct bij het eind
punt van de spoor aan den Nieuwen Weg
gelegen, dicht bij de zee en de duinen. Er
staan een huishoudtent voor slecht weer,
verder banken en tafels in de open lucht.
Hier worden ze dan bezig gehouden door
allerlei prettigs, dat afwisselt volgens roos
ter, den lieven langen dag vlechten, car-
ton-werk, spelen, gymnastiek, graven,
scheppen, pootje-baden, vertellen, voorle
zen. Maar de modellen, die ze maken, ook
naar eigen ontwerpen, moeten iedere week
af. Dat is de vacantie-school dus, negentig
deelen vacantie, en, voor de orde, regel
maat, tien deelen school, net genoeg om er
geen last van te hebben. En, om de stad
van een plaag, de ouders van overloop van
gal te verlossen, den kinderen prettige nut
tige ontspanning te geven in de frissche
lucht en hun de vernielzucht af te leeren.
En dit alles drie weken lang vacantie,
wordt op totaal 12000 voor iedere duizend
kinderen geschat. Dat is per kind voor een
week buiten vier gulden
Eris dus een heel kapitaal noodig om
het loffelijk plan der commissie tê verwe
zenlijken, maar. gezien de schade, die in die
weken, ook aan particuliere eigendommen
wordt veroorzaakt, hoopt zij op ruime bij
dragen. Kenmerkend is, dat tot de eersten,
die een bijdrage ófferden, behoorden de
vereenigde politie-agenten.
De ouders moeten voor elk kind ten min
ste veertig cent bijpassen, maar zij mogen
ook meer geven. En voor de armsten be
staat mogelijkheid om het op een accoordje
te gooien.
Het zal de commissie, en meer nog de
ouders, maar 't méést toch de kinderen zelf
benieuwen hoeveel de groote, vrijgevige
stad Rotterdam er voor haar bijdragen mee
zal laten nemen van de straat af naar dat
wijd-open veld aan den Hoek bij de zee.
En wat dit dan bovendien de gemeente en
particulieren aan scha door straatschenderij
zal besparen.
Een dansverbod.
In de gemeente Delft zijn zulke verzwa
rende bepalingen gemaakt voor een dans-
vergunning, dat naar de „Haagsche Cou
rant" meldt, het dansen in die gemeente,
een stad van ruim 40.000 zieleg, practisch
vrijwel onmogelijk wordt gemaakt.
VLISSINGEN. 9 JUNI.
Een kwarteeuw zeemanschap.
Naar aanleiding van het zilveren jubileum
van den heer F. Ree, gezagvoerder bij de
stoomvaart-maatschappij „Zeeland", heeft
de heer J. Oderwald, oud-gezagvoerder, in
„de Amsterdammer" een artikel geschreven
dat bij onze lezers belangstelling genoeg
zal welken om het in zijn-geheel over te
nemen.
Het goed gelijkend portret van den heer
Ree en twee foto's van den proeftocht van
„de Prinses Juliana" in 1909 en de „Konin
gin Regentes" in stormweer illustreeren het
artikel.
„Het was een pijnlijk onderhoud", gaf
dominé Gibson toe die bovendien nog
we! een andere.reden had, om liever een
eindje in den tuin te wandelen.
Na eenigen tijd hoorden ze heerlijk piano
spel. Onwillekeurig traden ze nu naderbij
en wat dichter bij, het venster gekomen,
zagen ze dat het mr. Olivier- Thorne was.
Mrs. Pettigrew wenkte hen binnen te
komen en het volgend oogenblik vroeg Va
letta aan den musicus
„Dat was Tschajkowsky, niet waar
.J.uist", antwoordde hij vriendejijk.
„Toe, speel- nog eens wat. Olivier
drong zijn tante.
„Met genoegen. Iets van mijn vader dan."
„Dat is goed. Je hebt immers verteld, dat
hij zoo'n duchtig componist was
Valetta wist niet, wat zij hoorde.. En
dit, terwijl ze nu toch echt een uitbarsting
Had verwachtwant zij vond hem ook on
beschaamd. Dit kon ze weer niet in hem
uitstaan hij vond er zoo'n heimelijk genot
in zich tegenover een vrouw den baas te
toonen. Dat hij anders zoo voor zijn vader
opkwam daar voelde zij weer veel voor
Nq afloop van zijn spelen zei mrs. Petti
grew „Je moet morgen je dingen van het
hotel hierheen sturen, Olivier.- ^oolang je in
Bournemouth bent moet je bij je oude tante
logeeren, hoor
„Dank u Ik hoop alleen maar, dat ik u
niet vervelen zal. Bournemouth is anders
een mooi plaatsje. Je kunt er 'zoo heerlijk
schetsen maken."
Dit laatste met een ondeugenden blik
naar Valetta die hem op dat oogenblik
wel weer had willen door-rammelen zoo
als ze in stilte aan George Gibson toever
trouwde.
HOOFDSTUK VI.
Nog eens vinden we Olivier Thorne na
genoeg op diezelfde plek geïnstalleerd, als
De heer Oderwald schrijft het volgende
De redactie vraagt mij iets te zeggen ter
gelegenheid van het jubileum van den HoJ-
landschen gezagvoerder P. Ree v
Ik doe het gaarne, hoewel niet zonder
schroom, omdat het onwillekeurig de pen
brengt tot opmerkingen die voor een deei
mijzelf raken en daarom beter door een an
der gezegd kunnen worden.
Overigens is het een aangename taak iets
te kunnen zeggen over een man met een
eervolle en merkwaardige loopbaan en het
type van den zeeman die lange redevoerin
gen hoogstens op papier houdt, omdat dit
zoo aansluit bij de onder zijn categorie
nieer bekende en gebruikelijke wijze van
kort en zakelijk bevelen. Waarmede niet ge
zegd is, dat zijn gevoblszenuw minder goed
zou ziin dan bij zijn medemensch. Integen
deel als 't noodig is springt hij gaarne
in de bres voor een ondergeschikte die ge
woon is zijn plicht te doen.
Het commando bij de stoomvaart-maat
schappij is er een dat, zoo niet een grootere
dan toch een andere verantwoording mede
brengt in vergelijking niet de overige
scheepvaart.
Het is bekend, dat bij de „Zeeland" ge
varen wordt als er gevaren moet worden
en het is dan ook vooral het manoeuvreeren
onder alle en vaak moeilijke omstandighe
den dat aan haar gezagvoerders hooge
eischen stelt. Het beproefde systeem om een
goed zelfvertrouwen te kweeken door reeds
den jongen tweeden officier in de haven
met het schip alle voorkomende werkzaam
heden te laten verrichten, heeft voor een
niet gering deel ten gevolge, dat deze
maatschappij over gezagvoerders beschikt,
die de zoo alom bekende veiligheid van ha
ren dienst waarborgt.
De jubilaris is daarvan het bewijs. Na
een tiental jaren als officier en de overige
'jaren als commandant kan hij thans met
genoegen constateeren „geen kabelgarentje
gebroken te hebben", om die geijkte term
eens te gebruiken. Er moet hem veel door
het hoofd gaan als hij in deze dagen, zooals
te verwachten is, nog wel eens terugblikt.
De gemoedelijke dagen van Qeenborough
en zelfs, na het verbranden der Pier aldaar,
van het woestijnachtige Port Victoria aan
de Medway, waar men zoo goed de gele
genheid had voor bespiegelingen over den
tocht naar Chattam, zullen hem nog wel
eens voor den geest Jcomen, al is de tijd
lang voorbij. Daarna het verleggen van den
dienst naar Folkestone, waaraan zoovele
eigenaardige bekoringen van het nieuwe
waren verbonden. Maar de oorlogsjaren zijn
het vooral die hem aan het vertellen kun
nen brengen en het moet voor hem een
treffende gedachte zijn, dat hij thans nog
slechts de •eenige in dienst is van de zes
gezagvoerders, die deze gevaarlijke jaren
geheel of gedeeltelijk medemaakten. Twee
van zijn collega's in die jaren gingen om
niet weer te keeren evenals een gedeelte
van de bemanning der schepen, die bij de
bekende rampen het leven lieten
Toestanden als in die jaren had niemand
vóór 1914 kunnen droomen en Ree heeft
dat alles meegemaakt.
Toen de oorlogstoestand in Augustus
1914 intrad, hoorde men van nieer dan éér
zijcie de vrees uitspreken, dat de Vlissing-
sche lijn, die nog nooit den dienst onder
broken had, wellicht tot werkeloosheid ge
doemd was. Maar de directie was dag en
racht in de weer om de mogelijkheid van
doorvaren te overwegen en er werd
doorgevaren, met moed en beleid die tot
het einde zijn volgehouden, al is het met
mogelijk gebleken vrij te blijven van geva
ten waartegen moed en beleid niets vermo
gen. Drie schepen van de zes werden ver
nietigd, het laatste schip nog wel terwijl het
in den Hospitaaldienst was Trouwens, het
blijven doorvaren gedurende den oorlog
was voor een groot dee! ten dienste der
humaniteit. In de eerste dagen van den
oorlog toch waren het de Amerikaansche
tonristen, die in karavanen uit Duitschland
en Oostenrijk gevlucht waren en, na vele
dagen van kommer en ellende ondanks hun
anders zoo almachtige cheques, eindelijk
weer eens een geriefelijk logies vonden
aan boord van de Dutch boot, die hen bo
vendien uit de Amerikaansche verschrikkin
gen voerde en in staat stelde naar huis te
ontkomen. Dan onze gestrande landgenoo
toen hij de schets van Valetta bekeek. Hij
zat nu voor den ezel en werkte door, zóó
doodstil, dat de vogels af en toe eens wat
dichterbij kwamen, nieuwsgierig van aard
als ze zijn. Toch was er ook nog een an
der, die niet minder nieuwsgierig mocht
heeten. Achter de boomen stond Valetta
hem gade te slaan en meende dat hij er
niets van gemerkt had, tot hij opeens, on
der het werken door, sprak „Waarom het
u zoo moeilijk te maken, miss Moore. Als u
een klem beetje meer naar rechts gaat,
heeft u zeer goed het gezicht op mijn stuk."
„Maar ik verlang in het geheel niet het
te zien Hoe komt u daarbij
Hij lachte eens hartelijk.
„Nu als ti mijn studie niet wilt zien,
dan was het dus om mij?... Zoo ver
waand zal ik nu nog maar niet zijn Maar
kom voldoe uw nieuwsgierigheid, en als
u mij op een fout opmerkzaam maakt, houd
ik mij aanbevolen."
Hij keek van zijn werk naar haar en nu
zij dit schilderstuk zag, begreep zij zeer
goed dat het niet iets van een amateur was,
maar écht, önvervalscht kunstwerk Nti
eerst voelde zij, dat hij ook het recht had
gehad haar te critiseeren, en ctat zijn bewe
ring waarheid bevatte, hoe zij had willen
loopen, nog eer ze kruipen kon.
„Het is voortreffelijkzei ze. „U was
laatst niet beleefd tegen mij, maar nu ik dit
zie, begrijp ik hoe mijn geknoei u ongedul
dig maakte."
„Dus u -vergeeft mij en- wij kunnen goede
vrienden worden. Daar ben ik oprecht blij
om, want ik vond het verschrikkelijk zoo
onder hetzelfde dak te vertoeven met
iemand, die mij zoo vijandig gezind was.
En waaEom eigenlijk."
„U was waarlijk lomp:"
J)aar was ik mij toch niet van bewust,
wilt u wel gelooven. De laatste vijf jaar heb
Ik in het Quartier Latin te Parijs gewoond
ten, die als toerist uit Zwitserland en
Noorwegen via Engeland naar huis moes
ten. De stakkerds Zij hadden in dagen van
Holland niets anders gehoord dan narigheid
en men kon zich hun uitgelatenheid voor
stellen toen zij tot de overtuiging kwamen
dat daar in Folkestone werkelijk de Vlis-
singsche boot met een Hollandschen kapi
tein en Hollandsche bemanning gereed lag
om hen naar huis te brengen. Na hen kwa
men de „losgelaten" zakenmenschen en
kostschoolmeisjes uit de wederkeerige bcl-
hgrente landen, en daarna niet de min
ste dienst van menschlievendheid de
groote drommen Belgen, die een onderko
men zochten in Engeland. Een voornaam
aandeel heeft de „Zeeland" gehad in het
liefdewerk voor deze berooide .vluchtelin
gen, en de verantwoording der gezagvoer
ders was buitengewoon groot om deze
honderden reizigers over de gevaarlijke
wateren te brengen. Over dit alles zou de
jubilaris een genoeglijken boom kunnen
opzetten en het merkwaardige is, dat hij
niet alleen alles heeft meegemaakt, maar
dat hij zich gelukkig kan achten, dat zijn
schip steeds voor rampen bleef gespaard.
Nu ja, hij mocht het twijfelachtige genoe
gen smaken om het opgebracht te zien
naar Zeebrugge. Dat ging in de dagen van
mijnen, torpedeeren en beschieten heel een
voudig, maar niet zoo eenvoudig was het
cm weer goed uit die impasse te raken.
Hoe hem dat gelukt is, moet men hem zelf
hooren vertellen, het is minder voor zwart
op wit geschikt, maar zeker is het dat ge
mis aan tact aan de zijde van den gezag
voerder toen vee! kon bederven.
Het kan geen kwaad, dat dit jubileum
aanleiding geeft om er nog eens op te wij
zen, wat de Nederlandsche zeeman in die
barre jaren getoond heeft om den ouden
onversaagden geest te kunnen handhaven.
En waarom zou dat ook niet Zoolang er
lust voor het zeemansvak bestaat, zal dat
ook wel zoo blijven. Het is zeer zeker bij
de „Zeeland" bewezen. Zelfs nadat het
derde schip was vernietigd, werd er nog
gevaren.
Kapitein Ree beleeft thans weer den tijd,
zooals die ongeveer vóór den oorlog was.
Ongevéér, want hij is zeker een der eersten
die het betreuren dat de dienst, zooals die
tot dusverre na den oorlog is uitgevoerd,
er niet eene is die in het kader past van
een lijn, die in haar vijftigjarig bestaan
bijna niet anders dan moeilijkheden heeft
gekend.
Wij konden hem nog kort geleden met
genoegen hooren constateeren. dat de ken
tering komt en de bedrijvigheid meer en
meer toeneemt en hoorden hem dan ook al
vol verlangen spreken over den toekomsti-
gen volledigen diénst, zooals die vóór den
oorlog was.
Wij hopen het van harte voor deze nati
onale lijn en wenschen den jubilaris toe,
dat hij binnen niet te langen tijd een nog
mooier nieuw se hip onder zijn bevel krijgt
om daarmee den nachtdienst van voorheen,
met haar groot aantal passagiers, nog vele
jaren uit te voeren.
Grove achteloosheid.
Achteloosheid of tuchteloosheid Wel
licht het laatste. Want is het niet ergerlijk
dat op het strand gebroken flesschen of
stukken glas achteloos worden weggewor
pen. terwijl men weet hoe uiterst gevaar
lijk dat is voor spelende kinderen Uitten
wij gisteren daarover reeds ons misnoegen,
ook bij de politie kwamen meerdere klach
ten in over bekomen verwondingen, eenige
van zeer ernstigen aard.
Wij wekken nogmaals het publiek op in
deze tot verbetering ernstig mede te wer
ken.
Een laffe kwajongensstreek.
Eenige zeeloodsen dienden hedenmorgen
bij de politie een klacht in tegen een sla
gersjongen, die per rijwiel den oprit bij het
Beursplein kwam afgereden en opzettelijk
een hond overreed, welk dier zich in de zon
lag te koesteren. De hond brak een poot
en zal vermoedelijk moeten worden afge
maakt.
De politie heeft de hulp van een veearts
ingeroepen en tegen den slagersjongen zal
proces-verbaal worden opgemaakt wegens
opzettelijke dierenmishandeling.
en er gewerkt als een paard. Daar zag ik
bijna nooit eén vrouw althans geen dame.
En toch ben ik nooit zoo heel ridderlijk
geweest in den omgang, daar ben ik veel
te oprecht en te openhartig voor. En die
schets van u was ook slecht en ik heb de
Kunst lief. Dus kon ik mijn woorden niet
terug nemen, toen ik merkte dat u ze ge
hoord hadt. Maar u was ook onbeleefd te
gen mij. U noemde mij een amateur. Dat
was wat te veel voor een man die expo
seert in den Salon en in de Royal Academy
en waar hij ook maar zijn dingen inzendt."
,ln den Salon en in de Royal Academy
herhaalde zij.
„Ja waarom niet Is mijn werk er dan
riet goed genoeg voor
„Ik geloof dat wij elkaar wederkeerig
cm excuus moeten vragen", meende zij.
„Goed. Laten we dat doen
„De gezelschapsdame van mrs. Petti
grew biedt haar excuses aan
,De neef van mrs. Pettigrew doet ins
gelijks."
Voor het eerst drukten zij elkander de
hand, voor het eerst lachten ze elkaar toe.
„Gaat u nu hier eens zitten, dan kunnen
wij «wat praten."
En, hoe het kwam, wist Valetta niet,
maar waarlijk het duurde niet lang, of zij
vertelde hem hoe saai en eentonig haar le
ventje eigenlijk was en hij deelde mee de
ervaringen uit zijn Bohémien-leven, wat
haar de grootste belangstelling inboezemde.
„U heeft het dus zoo saai gehad vroeg
hij weer. „Daar zullen we dan wat aan zien
te veranderen. Kunnen wij samen niet een
paar uitstapjes maken
„Dat zou toch moeilijk gaan."
„Dat denkt u maar Ik kan tante Elisa
om mijn vinger winden."
Ze zaten nu naast elkaar op het gras. Hij
begon haar van zijn vader te vertellen en
dit stemde haar droevig. Hoe hoog kon hij
StrandconcerL
Donderdag a.s. geeft de harmonie „St.
Caeeilia", directeur de heer André j. Geij-
sen, van 810 uur een concert in de tent op
den Boulevard Evertsen.
Programma;
„A. Travers l'Europe",
pas redouble St. Jos Maury
arr. M. Stips
„Le Serment des Con
jures", ouverture L. Canivez
„Neiges Eternelles",
fantaisie E. Pontet
,,P,etit Caprice Rustique"
fantaisie Jean Rechher
,,Le Captif", pas red. Ernest Carciau
„Mein Traum", walzer WaldteuJel-HeteJeld
„Serenata Toselli",
clarinet-soló arr. Pierre Guillon
„Si vous 1'aviez compris"
piston-solo L. Denza
„Fleurs de Nice",
fantaisie Jacq. Martin
Finale.
Goed afgeloopen.
Gisterenavond werd de politie gealar
meerd voor een binnenbrand in een perceel
op den boulevard De Ruyter. Toen de po
litie ter plaatse kwam, was de brand even
wel reeds gebluseht, hoewel deze aanvan
kelijk ernstige afmetingen had aangeno
men, daar reeds eenig beddegoed was ver
brand en de vlammen zich ook al verder
hadden verspreid. Der politie bleek dat een
knaapje een doosje lucifers had weten te
bemachtigen en daarmede had zitten spelen
tot hij plotseling een brandende lucifer
wegwierp met het bovenvermeld gevolg.
De vader had den brand gelukkig spoedig
kunnen blusschen, zoodat de politie niet
verder behoefde op te treden.
Ernstig ongeluk.
Gisterenavond reden in de Spuistraat
twee wielrijders tegen elkaar, doordat een
der wielrijders de linkerzijde van den weg
zou hebben gehouden bij het kruispunt
Bellamypark. Deze wielrijder bezeerde zich
zeer ernstig en bekwam vermoedelijk een
beenbreuk. Hij werd p:eV •auto verder ver
voerd.
De^politie stelt een onderzoek in.
Voor het examen als machinist diploma
A is geslaagd de heer J. J. S. Tromp, leer
ling van de De Ruyterschool.
Heden is alhier aangekomen het Engel-
sche stoomschip „Counsellor", komende
van Britsch Guyana met een lading hout
voor .Middelburg.
Men schrijft ons uit Middelburg
Het mooie weder lokt de menschen om
te gaan genieten van de heerlijke natuur,
van de vrijheid, die buiten te genieten valt.
Geen wonder dat ook de dieren, die in vrij
heid zijn geboren of althans wiens soort in
het algemeen vrijheid van beweging geniet,
maar die door de overmacht der menschen
hun eigenlijke leven niet kunnen uitleven,
in deze dagen meer dan anders naar de
vrijheid terug verlangen. Zoo ging het gis
teren ook met het aapje, dat de dochter
van een onzer stadgenooten, na een bezoek
met het diertje te hebben afgestoken, per
rijwiel naar huis wilde vervoeren. Op de
Stationstraat wist „Simmie" zich uit zijne
banden te ontslaan en niet luisterende naar
het geroep van zijn naam hij spoedig
in een der boomen op de Löskade.
Gedurende eeu tweetal uren is men bezig
geweest met te trachten het dier weer op
den beganen grond te brengen. Ten aan
zien van een steeds groeiende menigte kin
deren en ouderen, klommen twee varensge
zellen in de boomen, met een hengelstok
trachtte men het beestje te verjagen, maar
het ging van den eenen boom in den an
deren, angstig mede door het gejoel der
kinderen op straat. Toen de mannen reeds
weer beneden waren, de hengelstok was
opgeborgen, en men trachtte het wat stil
ler te doen zijn, bleek de aap genoeg met
zijn vervolgens te hebben gespeeld, en
kwam hij plotseling uit zich zelf naar be-
die nagedachtenis houden, terwijl zij... lie
ver niet van haar vader sprak
„Wij zullen samen naar Christchurch
gaan fietsen", zei hij eindelijk.
„Ik denk niet, dat mrs. Pettigrew mij zal
kunnen missen."
„Laat dat mij aan mij over
„U denkt er veel te licht over. U weqt
niet, hoe moeilijk zij te overreden is."
„Dat heb ik nog niet ondervonden. In
ieder geval zal ik het eens probeeren."
Den volgenden dag zei hij Tante Eliza
heeft gezegd, dat ze u vanmiddag best
eens missen kan, miss Moore. Als u het
dus goedvindt, gaan wij naar Christchurch,
zooals de afspraak luidde. Tante vertrouwt
u ondermijn hoede."
Val straalde van genotZe ging ijlings
haar bruin sportpak aandoen, en een oogen
blik later reden ze weg.
Wat was dat een zalige middag Nog
nooit had de zon zoo helder geschenen,
hadden de wilde roosjes zoo overheerlijk
gegeurd Ze borgen de fietsen even op,
terwijl ze de Lady Chapel bezochten, waar
Thorne genoot uit een artistiek oogpunt
van het licht-effect door de gekleurde ven
sters. En dan die innig-vriendschappelijke
manier, waarop ze nu met elkaar omgin
gen zoo gemakkelijk en eenvoudig en ge
noeglijk, dat het zonde en jammer was dat
de middag ééns zou eindigen.
Ze dronken thee in een hotelletje en
toen ja, toen moest de terugreis aan
vaard worden...
„O, maar ik ben vooreerst nog niet
weg troostte Olivier hen beiden. „Er ko
men genoeg dagen dat we eens zoo'n uit
stapje kunnen maken
Hij rekende dus op de onbepaalde gast
vrijheid van zijn tante, en Valetta kon niet
nalaten hem te herinneren „U is heusch
een beetje verwaand, als ik het zeggen
mag
(Wordt vervolgd.)