k GEir. Sociale Landdag id tot P. A. PIETERS, Middelburg, Seisaingel, Telef. 206 „CONCERTGEBOUW". Torpedo 3 piaatsen f.2300 Torpedo Klaverblad Conduite intérieure Conduite Intérieure „Tout Acier" t 3soo - Aliwheather Torpedo f 3900 La Normande La Boulangère Bestelwagen f2550 5 P.K. Torpedo 2 plaatsen Cabriolet 11750 lybeer uit loopen" onvermijdelijk is voorop, door Vreemde planten allerlei vrepmde f:n roepen goeien- tje. 1 af, 'en vol ver- Hans en Mimi de .Dat is toch beter luistert Hans zijn nsdag vervolg.) 'ichte van elkander tegen een van de der je vraagt of omgekeerd, eken zeer sterk in *een nader betoog, ïeid der kinderen f stellen, is af te ge weet dat het „Heb jij dat ge- t kind op zulk een antwoorden dan geloof aan de kin- n gegronde reden de. waarheid hun- ge, rust dan niet bt. Bestraf een leu- prijf-die bestraffing reest elke bestraf door een jokkentje rekken. die eigenschappen, lot veel ellende en |de kinderen van het is ze deugdelijk te houden bij het eten. min mogelijk op „O, hoe lekker noodeloos kwellen, na de bespreking n tot het geven van denk echter, dat ge geval, als het kind wil luisteren, straf uit liefde en nim- :an geen kwaad, het loe alleen liefde voor per er toe brengt te als het gemeend evenmin als het Tracht het dat het straf ver- dit werkelijk het. of toorn. Ge zoudt waarover ge later eensgezind. Nooit maken in op een bestraffing, vorm van slaan. Het e misbruiken. Sluit p in donkere hokken dan vreesachtigheid met ze geen eten ere >P c lin i, tijd in een hoek eten, het niet mee zijn straffen die kind werken, ernstig. Het zou het kind na de ii of vleien. l met straf, zonder iie passen, waar zulks anders al uw pres- 1 straf eenmaal be- e dan ondergaan ge er een zekere verbonden en het gen :n et >elen, het (fing Ke Pgen de deze Jnzij (Wordt vervotgd.) koeders. leintjes, als moeder er [was moeder er maar In zuchten het hen na. (iet thuis is, och, we wel zoo'n beetje, dan an hapert. Dan is de meer, het kopje thee ue thee en dan tikt de pers". Die 1 eege plaats de steen des aan- |er zoo komen het gezin vele moeders, uit te gaan, net gezin, al uit volwassen kniae- ierlijke, gezellige steei eens gevallen, dat een er ui» 'uufrEen familielid in een andere plaats is ernstig -a of moeder voelt zich doodmoe en zou :'g<r eens een dagje willen uitrusten om Lr nieuwe krachten op te doen of vader loet een paar dagen op reis en wil moe- lf graag mee- hebben en dit 'alles zou ze Jok niet een gerust hart kunnen doen, er maar iemand was, die zoolang vJaa,- plaatsje in het gezin kon innemen. "liet bureau voor huishoudelijke en niaat- jjfiappelijke adviezen van mevrouw Franco Mendes en mevrouw Kappeyne van de Cop- jjo, in de Nicolaas Maesstraat 57 te Am sterdam, welke instelling de huisvrouwen» ,'jp allerlei gebied behulpzaam is en van adviezen dient, heeft het plan opgevat om jje plaatsvervangende moeders te ver- haffen. Het bureau wil bemiddelaar zijn tusschen de huisvrouwen, die voor korte- ren of langeren tijd haar taak moeten neer- ieocren en andere vrouwen uit beschaafde gingen, die de zorg voor een gezin, ook v0Or enkele uren willen en kunnen op ziCh nemen, die graag zich ten nutte zouden maken en een geregelde bijverdienste hebben. Misschien kunnen hierdoor vele alleen ■taande vrouwen zich dezen zomer een be staan verzekeren, van voldoening gevenden arbeid. DE DIENSTBODENNOOD. In een van de reeds verschenen nummers yan het maandblad „Nieuw Vrouwen leven", worden 8 regels gegeven over de oorzaak en bestrijding van den dienst- bodennood. En zoo eenvoudig en toch zoo zuiver gevoeld zijn deze regels, dat we niets liever wenschen, dan dat iedere huis vrouw ze onder de oogen moge krijgen. Het blad acht den huidigen toestand in de eerste plaats niet betreurenswaardig voor de huisvrouwen, maar ook en vooral voor de arbeidende meisjes, die wanneer het heerschende misverstand tusschen werkgeefster en werkneemster grooter wordt, veelal in ongezonde en demorali serende fabrieken terecht komen. Maar hoe een oplossing te vinden J „Nieuw Vrouwenleven" acht dit in de prak- I tijk niet zoo moeilijk en geeft er de vol- I gende aanwijzingen voor I lo. Moeten wij (werkgeefsters) er van I doordrongen zijn, dat de meisjes recht heb- 1 ben op een leven, dat strookt met haar I jeugd. 2o. Moeten wij haar werk altijd eenigs- zins vergelijken met het werk, verricht door meisjes uit onzen stand, gewoonlijk valt dan de vergelijking ten voordeele van 't dienstmeisje uit 3o. Moeten wij steeds bedenken, dat het keukensysteem niet meer van onzen tijd, maar nog niet door een ander vervangen is, dat wij dus zóólang alles in het werk moe ten stellen om den toestand zoo aangenaam mogelijk voor het meisje te maken, (toen de huizen grooter waren, zaten de meisjes 's avonds veel in een kamer aan de straat en de keukens waren meestal ruim en vroolijk met veel koperwerk). 4o. De hooge toon, die in veel huishou dens door de jongere familieleden tegen „de meid" wordt aangeslagen, moet be paald worden afgeschaft. Ook de jongens kunnen gerust, als er maar één meisje is, nun eigen bedden afhalen, schoenen poet sen, dat is eenvoudig een kwestie van ge woonte. 5o. De huisvrouw moet geen oogenblik vergeten, dat de meisjes liever naar fabriek of winkel gaan, omdat zij daar veelal de geheele week door 's avonds en in elk geval den geheelen Zondag vrij hebben voor de huisvrouw geldt het voortaan*: liever een half ei dan een leegen dop. De huisvrouw zal met één dienstbode, dus óf Zondags «en andere hulp moeten nemen, het werk zelf doen öf vroeg eten. 6o. De huisvrouw zal het tot een ge woonte moeten maken, dat het meisje na achten vrij is, geen leien of boekjes meer optellen, geen kruiken warmen of open doen enz. 7o. De huisvrouw zal het verval en fooien-stelsel moeten afschaffen, doch per half jaar of per kwartaal, dat kan varieeren met het loonkwartaal, een vasten toeslag uitkeeren veel nadeeliger komt dit de huisvrouw niet ujt, terwijl het meisje weet waaraan zij toe'is het minder kiesche fooienstelsel behoort dan ook tot den ouden tijd. Het loon zal nu hooger schijnen en als het meisje meer gepaste vrijheid heeft dan vroeger, vervallen dus min of "meer twee der voornaamste redenen, waarom de meisjes liever naar fabriek of winkel gaan, nl. meer baar geld en meer vrijheid. 8o. Als wij dus alles samen vatten, komt het hierop neer, dat wij de positie van het dienstmeisje begeerlijker moeten maken dan tot nog toe door meer met het meisje samefi te werken in den striksten zin van het woord op de meeste huisvrouwen kunnen niet nog meer lasten worden ge legd, dus moeten de jongeren ook een kleine taak op hun schouders nemen. Daardoor, door die eensgezindheid en sa menwerking, neemt het dienstmeisje een waardiger en rechtvaardiger plaats in het huisgezin in. EEN GEHAAKT SPORTMANTELTJE. Materiaal mooie, soepele haakwol van bijv. paarse kleur en eenige strengetjes garneerwol van b.v. citroengele kleur. Een niet al te grove haaknaald. Men begint onder aan het rugpand, om aan de ondereinden der voorpanden te ein digen. Zet een aantal kettingsteken op tot een lengte van 60 c.M., die de breedte van het rugpand vormen. Haak een losse in den eersten steek, een losse in den volgenden steek, draad om de naald slaan en door halen. Ga zoo voort tot aan het einde van den toer. Steek bij den tweeden toer voor den eersten steek in den steek, die den tweeden losse vormde bij den vorigen toer. Haak zoo voort tot ge een hoogte hebt bereikt van 57% c.M. Zet aan beide kanten van den rechten lap 40 c.M. kettingsteken bij op en haak nu over de geheele breedte in hetzelfde patroon 17% c.M. hoog. Vervolgens haakt men tot 60 c.M. van de breedte en laat de rest (80 c.M.) afgekant. Op deze 60 c.M. haakt men voorloopig al leen verder. Het is het begin van een der voorpanden. Bij deze 60 c.M. zet men 15 c.M. kettingsteken op. om de geheele breedte van het voorpand te verkrijgen. Op deze breedte van 75 c.M. haakt men voort rf/iUi -aw. OYVtMjwd •f v/001 ptujShu. V tot de mouw 35 c.M. wijd is. Kant de 40*- c.M. van de mouw dan af en haak verder op de ovprgebleven 35 c.M. tot het voor pand dezelfde lengte heeft als het rugpand. Het tweede voorpand haakt men op ge lijke wijze, op eveneens 60 c.M., zoodat 20 c.M. aan het rugpand voor den hals Een rechte, gehaakte band rondom de halsopening, vormt het kraagje, dat hoog esloten en open gelegd kan worden. De zijnaden en de naden van de mouwen worden dicht genaaid, waarna men rondom den geheelen mantel en aan de onderkan ten van de mouwen, twee toeren vasten haakt in de gele kleur wol met meerderen aan de hoeken, daar deze anders rond trekken. Vervolgens haakt men een- rij vasten in dezelfde kleur als de mantel en daarna weer twee rijen vasten in de gele kleur. Haak tenslotte een ceintuur van 6 c.M. breedte en ongeveer 150 c.M. lengte in den steek en de kleur van den mantel en maak de uiteinden in balletjes en kwastjes af. Schuif de ceintuur tusschen twee lipjes, aangebracht op taillehoogte, op de zijnaden van het manteltje. Zet tot slot aan den hals een met haak werk overtrokken knoop en haak aan het andere voorpand een boogje voor lus. Men kan het manteltje ook grooter of kleiner maken men diene hierbij dan echter de onderlinge verhoudingen der maten niet uit het oog te verliezen. Ver standig is het, een papieren uitslagpatroon te knippen, volgens bijgaande teekening en' volgens de vereischte maten en hiernaar het haakwerk voortdurend af te meten. De Brievenbus Aanvragen om patronen, inlichtingen over haken, breien, naaien, knippen ko ken, bakken, braden en het verwijderen van vlekken e.d. richtte men „Aan de Brie venbus der Vlissingsóhe Courant" te Vlis- singeli. (o) VOOR HET KIND EEN ZOMERJURK VOOR DE POP. „Phhh blaast pop Catrien. 't Staat wel niet erg netjes om zoo met bolle wangen te puffen, maar we kunnen 'het Catrientje ook niet kwalijk nemen, want warempel, ze heeft nog een dikke, fluweelen jurk aan, terwijl wij al in onze zomerjurkjes loopen. Hè, onze moe's zorgen toch veel beter voor ons, dan wij voor onze popjes Nou, maar daarmee is niet gezegd, dat we Catrientje dan maar moeten laten verder puffen in haar fluweeltje We gaan eens een-twee-drie aan den slag en je zult zien, dan veranderen Catrientje's verwijtende oogjes plotseling in dankbare. Gelukkig hebben onze moe's zuinig ge knipt bij onze zomerjurken en zijn er nog wat lapjes overgeschoten. En kijk, juist zoo'n lapje, dat je er het jurkje uit kunt knippen, zooals je op ons plaatje kunt zien. Er zijn geen maten bij geschreven, want er zijd groote en kleine Catrientjes, hé Maar je meet van popje's schouder tot haar knietjes en deze lengte neem je twee malen, een maal voor den voorkant en een maal voor den achterkant. Dtfti meet je van popje's linkerelleboog naar haar rechter en dat wordt de breedte van het jurkje. Twee malen die breedte, met de uitgeknipte eindjes van de mouwen er af, heet de wijdte van de jurk. Goed onthouden hoor De zijkanten naai je dicht. Dan rimpel je een lang strookje of een lang eind kant in en je naait dit op den zoom van het jurkje, langs het uitgeknipte halsje en on der aan de mouwtjes. Een haarlinte, dat we hiervoor wel mo gen gebruiken, zegt moeder, strijken we eerst netjes uit en strikken het dan om het jurkje. Kijk die Catrien kijken Wat die in haar schik is Nu, asjeblieft. En gaan we nu ook een hoed maken Ja natuurlijk, want Catrientje kan toch niet haar gebreide, wollen mutsje bij haar zomerjurk dragen Maar hoe kan dat nou, zelf een hoed maken 't Wordt toch geen steek, hè, want Catrien is heusch geen admiraal. Mis hoor, 't wordt een echten hoed. Luister maar eeps goed en denk er om, eerst heelemaal luisteren vóór je begint. Heb je bij geval ook nog een rolletje crêpe papier Ja O, dat 's heerlijk. Daar gaan we drie heel lange reepen van knippen van 2 c.M. breedte. Vouw die reepen op de helft, zoodat ze 1 c.M. breed zijn. Dan gaan we ze keurig, heel gelijkmatig vlechten, net zooals je 's avonds je haren doet vóór je gaat slapen. Zoo, nu naaien we van dat vlechtje een bolletje, dat' precies past op Catrien's krullebol. Steeds het volgende rijtje onder het voorgaande. Dan wordt er nog een rand aangemaakt en daarvoor moet je de vlecht steeds een beetje ruim aannaaien, anders gaat de rand naar be neden staan en hij moet juist plat worden. Heb je nu nog een eindje lint over van de ceintuur van de jurk O ja, dat 's lang genoeg. Dat strikken we dan om het bol letje en neen maar, kijk die Catrien eens glunderen en er eens beeldig uitzien Steek den hoed maar met een paar spel den vast, want je weet wel, het stormt soms erg en och, als cfie mooie hoed dan eens de sloot zou induikelen DE GESCHIEDENIS VAN PILLETJE PRUIMENT AART. 26. Hoofdstuk XV. Het verjaarscadeau. Den Zaterdag vóór den verjaardag van mevrouw de Wit, gingen Miep, Pilletje en Dick des middags op weg om een verjaars cadeau te koopen, dat Dick geven zou. „Waar gaan we nu het eerste heen vroeg Dick, telkens zich overtuigend of hij de vijf gulden, die moeder hem er voor ge stuurd had, nog wel had. „Wat gaan we dan koopen?" vroeg Miep. „Een taartzei Pilletje. „Och, die denkt weer aan lekkers kwam Miep minachtend, „Wat heb je nu aan een taart „Nou", kwam Dick vergoelijkend, „een taart is wel erg lekker Miep." „Nou ja, maar ze is zoo gauw op. Neen, weet je wat we moeder moesten geven Een prachtige tooverlantaarn Dick en Pilletje keken van dat plotselin ge voorstel wel een beetje raar, maar toch vonden ze hef niet kwaad en tenslotte Lsel goed. Want wat was er nu eigenlijk heerlijker denkbaars dan een tooverlantaarn „Waar kun je die dan koopen „Gunst, overal Weet je waar er mooie staan Bij Van der Plas, op den hoek daar." Gedrieën gingen ze naar Van der Plas. „Wel jongelui vroeg de meneer achter de toonbank. Pilletje cn Miep keken naar Dick, maar deze, wat verlegen, stootte Miep aan en zei „Zeg jij 't maar Miep, kordaat, wendde zich tot den win kelbediende. „We wilden graag een tooverlantaarn koopen, meneer." „O juist", zei de meneer, „moet het een groote of een kleine zijn „Een groote natuurlijk riepen ze alle drie in koor. „Een groote? Zoo, zoo. Nu, ik zal eens" kijken." Ze volgden iedere beweging van den winkelbediende en hun oogen glinsterden, toen ze dezen zagen aankomen met een paar groote tdoozen. Uitroepen van bewondering slaakten ze bij het uitpakken. Hè, wat zouden die een prachtige beelden geven. „We moesten die maar nemen, hè wendde Miep zich naar de jongens, toen de allergrootste was uitgepakt en die het meest hun bewondering opwekte. De jongens knikten. Ja, deze moest het bepaald zijn. „Meneer, wilt u deze maar vóór ons in pakken vroeg Miep beleefd. De bediende aarzelde even. „Deze tooverlantaarn", zei hij en hij keek even op de doos, „kost zeventien gulden vijftig ,;Oh 't Was een waren uitroep van schrik. Daar hadden ze nu heelemaal niet aan gedacht. „O meneer, ik heb maar vijf gulden stamelde Dick eindelijk. „Ja", zei de meneer, „zoo goedkoop heb ben we ze niet." „Ook niet een kleinere meneer?" vroeg Miep. „Neen. De kleinsten komen ook al in den prijs van acht, negen gulden.'% Besluiteloos keken ze elkaar aan. „Wasn't een verjaarscadeautje voor jullie broertje of zusje vroeg de meneer vriendelijk. „Voor een broertje of zusje riep Miep verontwaardigd uit. „Voor mijn moeder „O lachte de meneer, „maar zouden jullie dan niet beter doen, iets anders te koopen Of heeft je moeder er om ge vraagd „Weineen kwam Miep weer, die den meneer hoe langer hoe dommer vond, ,,'t Is natuurlijk een verrassing. Dat is mijn broertje en dat is ons vriendje die zijn ouders in Indië wonen. Ver, niet? Hij komt gauw bij ons thuis te wonen, voorgoed." „Ja, ja", knikte de meneer. „Maar dan zou het toch heusch beter wezen, als jullie iets anders voor de verrassing bedachten. Ik denk dat moeder niet zooveel geven zal om een tooverlantaarn, die is alleen voor kinderen." Weer keken ze. elkander aan en Miep's meening, dat de meneer hoe langer hoe dommer werd, begon zich eenigszins te wijzigen. Ja. 't was waar. Zij vonden een toover lantaarn erg prachtig, maar wat zou moe der er aan hebben „Wat zou u dan denken, meneer vroeg Miep, den knoop doorhakkend. „Nu", kwam de meneer peinzend, „ik dacht zoo, een mooie tasch of een borduur- mandje of een zilveren vingerhoed of „Of een taart, hè meneer Vindt u nou een taart niet erg mooi vroeg Pilletje ineens. „Zeker", zei de meneer, „een taart is wel erg mooi en erg lekkef ook. En dan kun je er nog van suikerletters op laten maken „Leve de Jarige of „Ter uwer verja ring"... Ja, een taart, dat 's wel een goed geschenk." „Maar 't is zqq g.auw op, hè kwam Miep. „Neen hoor. Ais je 't iang bewaart, niet merkte Pilletje op en de meneer noemde hem lachend een oolijkerd. ,,Nou, wat denk jij vroeg Miep aan Dick. „Nou, zeg jij het maar antwoordde Dick. „Latei! we nou maar een taart bestellen. Ik weet wel hoe ze er uit moet zien kwam Pilletje, bemerkend, dat hij veld won. „Zullen we 't dan maar doen vroeg Miep. „Mij goed." kwam Dick. „Dus 't wordt een taart vroeg de me neer, die lachend had staan luisteren. „Ja meneer en wat een fijne ook kwam Pilletje met schitterende oogen. „Nu. dan wensch ik jullie een goede koop. hoor en een prettigen dag." „Dank u wel meneer riepen ze in koor. „Dag meneer „Dag jongelui (Wordt vervolgd.) ADVERTENTIËN op DINSDAG 2 JUNI 1925 (3en Pinksterdag). Aanvang des namiddags 2 uur, op het terrein van den heer D. DE BUCK, gelegen nabij den Koudekerkschen Straatweg - te VLISSINGEN. Sprekers: WelEerw. Heer Ds G. B.WüRTH, Opening. WelEerw. Heer Ds G. B. WESTENBURG, van Beverwijk. WelEd. Heer K. KRUITHOF, Voorzitter CHr. Nat. Vakverbond, van Utrecht. WelEerw. Heer Ds A. DE VOOGD, Sluiting. Met medewerking van het Muziekgezelschap „Vlijt en Vol harding" van Souburg, Direc teur de heer J. J. van Soelen. Entrée 25 cent. Berging rijwielen 10 cent. Het Comité. Bij ongunstige weersgesteld heid zal de samenkomst plaats hebben in de Groote Kerk te Vlissingen. Bij ongunstig weder Zondagnamiddag en -avond abonneert ,u c? dit blad. CITROEN AUTOMOBIELEN 10 P.K. 3 plaatsen f 2350 Torpedo 4 plaatsen f 2450 Cabriolet Grand Luxe f 2950 4 plaatsen i 3200 VRACHTWAGENS f 2500 f 2550 f 1475 Torpedo 3 plaatsen Klaverblad f 1700 Agent voor de Provincie Zeeland Agent voor Vlissingen 8. M. WEJTENBURG, Badhuisstraat, Telefoon 133 Vraagt gratis Prijscourant en demonstratie 1

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1925 | | pagina 3