VRIJDAG 13 FEBRUARI
's-aftïo 37'
63e «SüË$ftB-|p^ng
1935»
FEUILLETON
DE ONTVOERING
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
SSÏNGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 12.20 per drie maanden, rranco
n'iöf het "eheeie rijk: ƒ2.50. Week-abon-
nementen T17 cent, kies bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van i_4 regels: !.10 voor iedere
reee1 meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Veriiuu' Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen én Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 1—5 regels ƒ0.75, elke
reeel meer 15 Cent.
Familieberichten van 15 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent
kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 12 Februari,
interpellatieOud.
Onder weinig belangstelling begon
ae interpellatie—Oud over het bedrijf
I der P. T. T. In een negental vragen
was het doel van den interpellant
vastgelegd. Ze luiden aldus
1. Is het juist, dat een verzoek van
het georganiseerd lager en middelbaar
personeel der P. T. T. om in de com
missieNolting te worden opgeno
men, door den Minister is afgewezen
2. Acht de Minister het bij den be-
[staanden strijd tusschen hooger en
overig personeel een goede methode
om het doen van reorganisatie-voor
stellen op te dragen aan een commis
sie, waarin uitsluitend vertegenw - ■'-
digers van het ihoogere personeel zijn
opgenomen
3. Waarom heeft de Minister aan de
commissie van overleg voor P. T. T.
slechts bepaalde onderdeden van het
reorganisatieplan ter beoordeeling
voorgelegd
4. Ducht de Minister van de voorge
stelde inkrimping van den dienst in de
kleinere gemeenten geen ernstig onge
rief voor het publiek
5. Wat is het oordeel van den Mi
nister over de voorgestelde personeels-
mdeeling, in het bizonder wat betreft
het aantal hoogere ambtenaren en de
'eitelij-ke verdringing van het middel
baar personeel
8. Vreest de Minister niet dat de
"ongestelde ontneming van promotie-
:ansen en verkregen examenrechten
en verderfelijken invloed zal hebben
p den geest van, hoe n,Ma,,i
aar personeel
7, Welke zijn de redenen, waarom
lij de uitvoering der reorganisatie
.ooveel spoed moet worden betracht,
'at een voorafgaand overleg met de
Staten-Generaal niet (kan plaats heb-
en
Acht de Minister het verantwoord
e reorganisatie te gaan uitvoeren,
otflang het rapportVan Royen niet
is gepubliceerd en dus geen volledig
overzicht over de geheele reorganisa-
ie kan worden verkregen
9. is de Minister bereid, de reorga
nisatie van het staatsbedrijf op te
chorten en de instelling te bevorderen
van een Staatscommissie, waarin on
der leiding van e-en buiten het bedrijf
staand voorzitter naast vertegenwoor
digers van handel, nijverheid en land
bouw, vertegenwoordigers van het
hooger, middelbaar en lager personeel
zijn opgenomen
De samenstelling der commissie
Nolting was niet goed, meende de heer
Oud omdat het lagere personeel er niet
in vertegenwoordigd was en er dus
ontevredenheid moest ontstaan. Het
afbreken van het contact met eenige
30)
Roman van A. GRONER.
De wind kwam tot in zijn kamer,
wat hem zeer aangenaam was. Om de
-frissche lucht te genieten, had hij bij
't binnenkomen het raam geopend. Nu
verdiepte hij zich in zijn teekenwerk.
Er kon een half uur verloopen zijn,
toen hij het hoofd ophief en zijn werk
bekeek.
Ja. ik heb de gelijkenis getroffen.
Zoo leek hij den laatsten tijd. Een
'kind moet hem herkennen, dacht hij.
Von Amberg had uit zijn hoofd
Braun-er geteekend, in de veronderstel
ling, dat het misschien goed was, den
kenner Leopold het portret van den
verdwenen heer onder de oogen te
brengen.
Nu sloeg hij zijn zakboekje dicht,
deed^ het licht uit en ging naar het
venster. De sigaar was onder het tee-
kenen uitgegaan. Hij stak ze niet ,weer
aan, want hij wilde gaan slapen.
Reeds greep hij naar de kruk, om
het venster te sluiten, toen hij bene
den zich geluid hoorde. Vooroverbui
gend zag hij iemand om den hoek van
het huis gaan. De maan was door de
neve^shiterd, maar die waren niet
zoo dicht, dat men we! een paar me
den h 1 z,en' Een man slo°P om
den hoek een man, door een lang,
personeelsgroepen maakte die onte
vredenheid grooter. Het personeel wil
de het publiek inlichten over den slech
ten toestand, die het gevolg zou zijn
van het rapportNolting en daarin
stak toch niets verkeerds. Het perso
neel verzette zich tegen een rapport en
niet tegen ',n besluit van den Minister.
Ten aanzien van het rapportNol
ting verdedigde de heer Oud het
standpunt van de lagere ambtenaren.
Het was vooral de organisatie van
het personeel, die de heer Oud be
sprak. Eerst moet er een directeur-
generaal komen dan dient deze de
organisatie te -herzien en pas ais de
personeelskwestie is opgelost kan hij
aan de Ikantoren beginnen. De Minis
ter begon met de kantoren en dus juist
met hetgeen waarmede hij mee eindi
gen moest..
Inmiddels wenschte de Minister
eigenlijk niets te zeggen omdat nog op
•geen stukken vaststaat hoe de reorga
nisatie zal geschieden. Eerst dienen de
hoofdbeginselen te worden, vastgesteld,
daarna dient de directeur-generaal te
worden aangesteld, die deze beginse
len aanvaardt. Ten slotte dient de
raad van toezicht en advies te worden
ingesteld, die allerlei adviezen geeft.
Ras als dat alles gereed is, begint het
bes tilde eren. door den Minister.
Al-les is dus nog in 't eerste stadium
van voorbereiding. Dus zei de Minister
eigen-lijk niets eh hij zei alleen dat hij
behoedzaam verder gaat. Als
geen personeelsbelang in de -knel mag
-komen, is reorganisatie onuitvoerbaar.
Aangezien de reorganisatie binnen de
bevoegdheid der Regeering ligt, kan
-de Kamer naar de maan loopen. Ge
heel ongelijk heeft de Minister daarin
niet.
Alles te zamen zijn wij geen steek
wijzer geworden. De heer Oud was
veel te vroeg met zijn interpellatie,
hetgeen te verontschuldigen is, want
de tijd met het oog op zekere Juni-
gebeurtenissen dringt er toe.
Er gebeurde niets zelfs ikwam er
geen motie, en dus gingen wij voldaan
naar buis Behoedzaam gaat de Mi
nister voort. Langzaam maar zeker.
De stemplicht.
oplossing,"afcfus „de Maasbode", gaf de
regeering aan het vraagstuk, dat iru
verband met den wettelijken opkomst
plicht aan de stembus sinds jaren- de
meeningen verdeeld houdt, ook ter
rechterzijde.
Er waren er ook, onder de vooraan
staande politici, die ondanks het feit,
dat telkens weer en. op groote schaal
het wettelijk voorschrift ongestraft
werd overtreden aan- den zgn. stem-
dwang wenschten vast te houden ter
wijl anderen juist in dit veronachtzamen
van een, wetsbepaling, een bondgenoot
begroet-ten bij hun principieelen strijd
tegen den opkomstplicht.
De regeering zocht blijkbaar naar
een soort middenweg, teneinde beide
partijen zooveel mogelijk tegemoet te
komen-. Zoodat geven- de Staten-Ge
neraal hun sanctie aan het voorstel
de opkomstplicht blijft bestaan, maar
de strafrechterlijke sanctie komt te ver
vallen.
Uit eerbied voor de wet wordt de wet
gedeeltelijk opgeheven.
Maar het katholieke blad betwijfelt,
of dit den eerbied voor het „blijvend ge
deelte" zal helpen verhoogen.
Want een voorschrift zonder sanctie
golvend kleedingstuk omgeven en die
een -hoed op het hoofd- droeg.
Een onaangenaam gevoel bekroop
von Amlbcrg. Wie was dat
Jozef, die onder hem woonde Of
een ander bediende van het huis, die
bij Jozef op bezoek was geweest
Amberg overlegde een poos, of hij
naar beneden zou gaan om rond te
zien, maar hij bedacht, .dat de arme,
zieke vrouw, die nu misschien al sliep,
v/eer wakker zou worden en de noo-
r'-ige rust zou missen.
Hij bleef dus op zijn kamer, maar
was toch niet gerust.
Hij moest steeds weer aan dien zon
derlingen Jozef denken, die in elk ge
val een afgedwaalde en misschien een
komediant was misschien een van
-diegenen, die weldaden met laagheden
vergelden en aan wier braafheid
slechts zulke goedige, onschuldige
menschen gelooven a-l-s het door en-
-door brave oude echtpaar en Johanna.
Lang nog dacht Von Amberg over
Jozef na, maar eindelijk drukte toch
ook de slaap hem de oogen toe.
Hij iwerd heel vroeg wakker, kleedde
zich vlug aan en sloop, de laarzen in
de hand, naar beneden. Anna, die ge-
ruisohloos aan het schoonmaken was,
was verrast, toen zij den voornamen
lieer op ikousen beneden zag komen.
Hij vertelde haar, dat hij gewoon was,
vroeg op te staan en op de gedachte
gekomen was, geen laarzen aan te
trekken, om mevrouw Brainier niet te
wekken.
heeft in deze materie al heel weinig te
beteekenen. Bovendien zijn de princi
pieele tegenstanders vani den stemplicht
er alleen, practisch mee gebaat. Hun- be
zwaar blijft in beginsel bestaan.
Het ontwerp zal meent de „Msb." een
halfslachtigen toestand in het leven-
roepen. Blijkt jtet euvel der wetsschen-
nis werkelijk onontkoombaar, zoo be
sluit het blad, welnu, men trekke onbe
schroomd de conclusie en lichte de des
betreffende bepaling finaal uit de Kies
wet.
Nederland! en een West-Europeesche
overeenkomst.
De -diplomatieke medewerker van de
„Daily Tel." zegt aan het slot van een
artikel over het veiligheidsvraagstuk
„Officieel is in Londen niets bekend
van eenig voorstel tot schikkingen on
der zekere voorwaarden tusschen de
Britsche, Fransche en Belgische gene
rale staven, naar het voorbeeld van
voor den oorlog. Maar in den laatsten
tijd liepen er tal van geruchten daar
over. Het -is mogelijk, dat deze kwestie
in particuliere -gesprekken in „gealli
eerde" -militaire kringen is besproken,
maar dan op niet-Britsch initiatief.
Wat, naar ik ge-loof, een feit is, en
een fei't van zeer veel belang, is, dat
een invloedrijk deel der Belgische
openbare meening de deelneming van
Nederland aan een defensieve overeen
komst der westelijke mogendheden
hartelijk zou toejuichen en dat de her
vatte Nederlaitdsch-Belgische onder
handelingen over -de Schelde en de
daarmee verwante economische vraag
stukken zeer gunstig verloopen. Naar
ik vermeen, dat er een sterke stroo
ming in Nederland is tegen het thans
opgeven van de traditioneele onthou
ding van alle allianties met d-e verwik
kelingen, die zij meebrengen."
„Onze Vloot" en ontwapening.
Een artikel in het maandblad „Onze
Vloot" zet het standpunt van „Onze
Vloot" tegenover de ontwapening uit
een. Uit dit artikel blijkt, dat het als een
paal boven water staat, dat deze ver-
eeniging zich, zonder voorbehoud,
schaart aan de zijde van hen, die de
wereld door recht en niet door krijgs
geweld willen zien, dat zij den goeden
strijd om te komen tot beperking van
bewapening volgaarne, in volle overtui-
maar dat zij om dat lUeaaiTC bereiken,
weerloosheid het slechtste middel acht.
VLISSINGEN, 13 FEBRUARI.
De gemeentelijke werkverschaffing.
Daar het voor de werkverschaffing
beschikbare crediet -nog slechts vol
doende is om ongeveer 3 weken de
loonen uit te betalen, werd, naar „het
Volk" meldt, in de Woensdag gehou
den vergadering der commissie voor
de werkloosheid in de eerste plaats de
vraag behandeld of over 3 weken de
werkverschaffing zal stopgezet worden
of dat een nieuw crediet aan het ge
meente-bestuur zal gevraagd worden.
De commissie was eenparig van mee
ning dat de werkverschaffing zoo mo
gelijk moet voortgezet worden tot ein
de Maart, zoolang ook de rijkssubsidie
gegeven wordt, en dat dus een aanvul
lend crediet moet gevraagd worden.
Vanaf half Maart konden dan de te-
werkgestelden geleidelijk ontslagen
worden, volgens de voorschriften van
In de veranda trok hij de iaarzen
aan en slenterde wat rond.
-Dicht naast de huisdeur ging een
trap naar Jozefs kamer. Von Amberg
ging de paar treden op en klopte aan
de deur.
Niemand antwoordde. Toen drukte
hij op de klintk. De deur was open. De
adjunct ging in de kamer. Die was
leeg. Een blik op het bed verried hem,
dat het dien nacht niet gebruikt was.
Von, Amberg keek de kamer rond.
Daar zag hij op tafel een briefje. Hij
las het.
„Ik ga mijn meester zoeken. Ik
ga stilletjes, omdat men mij anders
niet zou laten vertrekken. Vroeg of
laat kom ik terug maar ik hoop.'
met mijn meester."
Geen opschrift, geen onderteekening,
de weinige regels waren blijkbaar in
groote haast en opwinding geschreven.
Of Jozef zijn goed -had meegenomen?
Von Amberg kee-k in de kast en in
•de kom-mode, waarin de sleutels nog
siaken. De beide meubels bevatten
goed onderhouden Ideedingstukken,
linnengoed, boeken en verschillende
kleinigheden.
Of hij inderdaad terug zal ko
men vroeg Amberg met een bitteren
glimlach. Jozef moest immers alles
achterlaten, want als hij een vervol
ging vermijden wilde, moest het toch
izoo lijken, alsof -hij wilde terugkeeren.
Maar wat kon hem aanleiding geven,
zich juist nu uit de voeten te maken
Had hij, die naar het heette, in de bi-
den minister te -beginnen met de on
georganiseerden, in de eerste plaats
die waar de omstandigheden van het
betrokken gezin het -gunstigst zijn.
Wel werd besloten in de nog ko
mende weken uitsluitend georgani-
seerden voor de werkverschaffing aan
te wijzen, daar eventueel aan te nemen
ongeorganiseerden die toch niet dade
lijk te werk gesteld kunnen worden,
weer na 1 of 2 weken ontslagen zou
den -moeten worden. In verband hier
mee werden van de 14 werkloozen die
zich hadden aangemeld, slechts 3 voor
de werkverschaffing aangewezen.
Christus en Boeddha.
Gisterenavond trad voor het Comité
voor Winterlezingen in de Nieuwe
Middelkerk alhier als spreker op ds.
W. A. B. ten Kate, Ned. Herv. predi
kant alhier, met 't onderwerp „Chris
tus en Boeddha".
Na gemeenschappelijk zingen van
Psalm 150 vs. 1 en gebed, begon ds.
Ten Kate zijn rede met -erop te wijzen,
dat het Boeddhisme ook in den tegen-
woordigen tijd -nog van zeer groote
beteekenis is. Men kan zelfs spreken
van een nieuwen triomftocht niet al
leen in het Oosten, doch ook in het
Westen. San Francisco wordt zelfs als
een middelpunt van het Boeddhisme
beschouwd en het is van grooten in
vloed op het moderne deniken van den
tegenwoordigen tijd. In dit verband
wees spreker op theosofie en ant-hro-
posofie. In dit opzicht is Boeddha zelf
een slecht profeet geweest, want hij
voorspelde, dat zijn leer slechts een
duizend jaar zou bestaan, ja zelfs
bracht hij dit terug tot 500 jaar, nadat
hij had toegestaan dat ook vrouwen
in de orde zouden -worden opgenomen.
Nu, 2500 jaar na den dood van den
stichter, is daar het Boeddhisme als
een der grootste wereldgodsdiensten.
Spreker stond breedvoerig stil bij
't milieu, waarin de Boeddha geboren
en opgevoed werd. Hij behoorde
tot het Arische ras en zijn vader was
het hoofd van een kleinen sfaat.
De naam Boeddha is een eere
naam en beteekent „de Ontwaakte" of
„de Verlichte", en hij werd vorstelijk
opgevoed, omringd van de pracht en
wieetde, welke men nu nog bij Ooster-
sche vorsten aantreft.
Op 16-jarigen leeftijd huwde de
prins en werd hem later een zoon ge-
bekend, totdat op zijn 29e jaar de
„groote omkeering" Ikwam. Met echt
Oostersche verbeelding wordt in de
Boeddhistische geschriften deze over
gang beschrev-en. D-oor het zien van
de vergankelijkheid van 'het leven en
■het lijden werd den -prins alle levens
vreugde -ontnomen, en na de ontmoe
ting met een monnik, -wiens trekken
spraken van innerlijken vrede, was zijn
besluit genomen.
Hij verliet in alle stilte het koninklijk
hof en zijn bloedverwanten, ook zijn
vrouw en kind, en zocht de eenzaam
heid. Na 7 jaar van bang lijden kwam
de zoo vurig verlangde verlossing.
Zijn geest werd losgemaakt en inner
lijke vrede daalde in zijn ziel. Van dien
tijd af werd hij de Boeddha.
Op 36-jarigen leeftijd begon Boeddha
zijn prediking der nieuwe leer in ste
den en -dorpen. In het begin had hij
slechts 5 discipelen, doch in korten tijd
vermeerderden zijn volgelingen tot
duizenden, voornamelijk aanzienlijken
en lieden van stand. Zijn wijsgeerige
prediking was niet v-oor de geringen
en eenvoudigen onder het volk en spr.
wees op de tegenstelling met de predi
king van Christus,welke juist was voor
-biiotheek werkte, misschien geluisterd?
-Een paar maal had het op de galerij
-geknarst. Of Jozef toen daar boven
stond en luisterde Maar wat kon hij
dan hebben gehoord, dat hem bewoog
het huis -te verlaten
Raadsels, raadsels, waarheen men
cok zag.
Nog lang dacht de jonge man na
over ai het zonderlinge, toen verliet hij
de kamer. Het briefje nam hij mee, om
het de dames voor te leggen bij het
vroege ontbijt. Beiden waren stom van
verbazing.
Freule Mileska sprak het eerst. Een
gevoel van toorn volgend, zei ze snel
i— Het is niet de eerste maal, dat hij
sedert het verdwijnen van oom stille
tjes in den nacht den Erlenhof verlaten
-heeft.
Niet de eerste maal vroeg von
Am-berg scherp.
Neen, den eersten nacht, dien wij
alleen waren, is hij ook weggeslopen.
Hoe weet je dat vroeg mevrouw
Brauner, die ge-heel van streek was.
Hij heeft het-mij zelf gezegd. Hij
was zinneloos van opgewondenheid,
toen hij het zei. Misschien wist hij hee-
lemaal niet, dat hij zich verried O,
tante 1 Of hij dan toch nog geen
sch-urk is
Neen, Hanna, zei mevrouw Brau
ner met de grootste gerustheid. Neen,
deze man is niét slecht. Het is zooals
hij schrijft hij gaat zijn heer zoeken.
Een kwartier later reed het rijtuig
met Hanna en Amberg de poort uit.
'de eenvoudigen en verachten naar de
wereld.
Op 80 jarigen leeftijd stierf Boeddha.
Hij heeft zelf geen geschriften nagela
ten, niets als mondelinge overlevering.
In den loop der eeuwen zijn deze over
leveringen doorspekt met allerlei won
derlijke verhalen, zoodat de vraag is
opgekomen of Boeddha -wel waarlijk
heeft geleefd. -Doch dit is inderdaad
wel zeker.
Vervolgens sprak ds. Ten Kate over
Boeddha's -leer. Grondslag is „leven
is lijden" over de mensch-heid z-weeft
de wet -der reïncarnatie, de zielsver
huizing, zoodat elk mensch die sterft
onderworpen is aan het „karma", de
som van verdienste of schuld, hetwelk
beslist over het volgend bestaan. Wie
goed geleefd 'heeft, heeft kans te ge
raken tot een hooger bestaan, kan
zelfs komen tot het „Nirwana", een
zich oplossen in het Niet. Wie slecht
geleefd heeft, keert -terug in een schep
sel van lagere orde, een dier of afzich
telijk gedrocht.
Het „Nirwana" (uitbiussching, uit-
dooving) is voor den Boeddhist, die in
alle bestaan ellende en lijden ziet, het
begeerlijkste goed.
De -oorspronkelijke leer van Boeddha
werd echter reeds spoedig verdrongen.
Het Boeddhisme is een wijsbegeerte,
een leer zonder God, zonder gebed. Ais
volksgodsdienst is het Boeddhisme ge
heel ontaard en verzonken in een don
ker (heidendom.
De leer van het lijden en de verlos
sing daarvan zijn de twee groote -pro
blemen bij Boeddha, doch hij heeft het
lijden niet -begrej>en in zijn volle diep
te. Boeddha wil de verlossing uit het
lijden door eigen kracht. Hier ligt vol
gens spreker het principieele verschil
tusschen -Boeddhisme en Christendom.
De Christen, die zich bezoedeld weet,
weet zich vergrepen te -hebben aan de
heilige Ievenswetten,heeff geen -leeraar
noodig, maar een Verlosser.
Het oorspronkelijke Boeddhisme con
centreert zich niet om een persoon,
doch -bij het Christendom is Christus
hét middelpunt van alies.
Em wat de moraal -betreft wie zal
de wereidontkennende leer van het
Boeddhisme stellen boven de levens
aanvaardende levensleer, het wereld-
overwinnende geloof van het Evan
gelie
Tenslotte wees spreker er op te mo-
\_-IIT JölCIÏtMJTlI' tUJOtol U"U l OlUClVViufjU^v..
zijn. Het Boeddhisme is volkomen lij
delijkheid, uitgebluscht worden van al
le bestaan. Het Christendom is volko
men activiteit, heiliging des levens.
Velen zoeken ook in onzen tijd den
Wijze uit het Oosten, doch die de
Ster van Bethlehem gevonden hebben,
knielen neer aan de voeten van het
Kind in de kribbe.
Nadat nog gezongen was Ps. 72 6,
eindigde ds. Ten Kate met dankzeg
ging-
Een avond van vroolijke kunst.
Een voilé zaal, drukke roezemoeze-
righei-d. Plots rijst het scherm en één,
zegge één persoon verschijnt ten too-
neele, die al dadelijk begroet wordt met
veel applaus, maar het is dan ook nie
mand minder dan Pisuisse, die hier
steeds gevulde zalen trekt em die on
middellijk "na zijn verschijnen contact
met de bezoekers heeft. Hoe het komt
We zouden het moeilijk kunnen zeggen,
want heeft Jean-Louis zijn afkomst mee,
dat is toch niet het geval met Jos Heij-
dens, den man met den „gouden glim
lach", zooals de „conférencier" het be-
Met -tranen in de oogen zag de ver
lamde vrouw hen na.
Alle anderen -kunnen iets voor je
doen, jij lieve, jij goede, ik alleen niet
snikte zij. Zij legde de armen op tafel,
het pijnlijke hoofd er op en schreide
bitter.
Daar voelde zij, dat er iemand naast
haar neerzonk, en toen zij het -hoofd
ophief en de smartelijke oogen op-
sleg, herkende zij Anna, die schreiend
de handen op-hief.
Denk u niet slecht van hem, me
vrouw. De anderen steken de hoofden
bijeen en praten allerlei van zijn zon
derling wezen, van zijn hoogmoed-, die
nu tot val gekomen is, en zijn stil ver
dwijnen schrijven zij aan allerlei lee-
lijks toe. Maar hij is goed en trouw.
Lieve mevrouw Mijn hand mijn
hart leg ik voor hem in het vuur 1 En
al gelooft -niemand aan hem ik ge
loof hem
Was er niet iets als jubel in dien
kreet Schitterden niet die betraande
oogen En het jonge, lieve gezicht
leek ondanks alle verdriet zoo geluk
kig. Mevrouw Brauner sloeg de armen
om het bevende meisje, trok haar tot
zich en zei liefdevol Anna, ook ik
gieloof aan hem, dien je lief hebt
dien jij op jouw wijze liefhebt, op de
eenige wijze, die de juiste is. Kind,
blijf bedaard. Jozef zal terugkomen en
dat dan jullie geluk verzekerd is, daar
zal i-k voor zorgen. Mijne zorg o,
waarom durf ik nog altoos niet te zeg
gen onze zorg
(Wordt vervolgd.