VRIJDAG 13 FEBRUARI 's-aftïo 37' 63e «SüË$ftB-|p^ng 1935» FEUILLETON DE ONTVOERING BINNENLAND Stads= en Provincienieuws SSÏNGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 12.20 per drie maanden, rranco n'iöf het "eheeie rijk: ƒ2.50. Week-abon- nementen T17 cent, kies bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van i_4 regels: !.10 voor iedere reee1 meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Veriiuu' Koop en Verkoop, Dienstaanbie dingen én Dienstaanvragen, enz., prijs, bij vooruitbetaling van 1—5 regels ƒ0.75, elke reeel meer 15 Cent. Familieberichten van 15 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent kameroverzicht. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 12 Februari, interpellatieOud. Onder weinig belangstelling begon ae interpellatie—Oud over het bedrijf I der P. T. T. In een negental vragen was het doel van den interpellant vastgelegd. Ze luiden aldus 1. Is het juist, dat een verzoek van het georganiseerd lager en middelbaar personeel der P. T. T. om in de com missieNolting te worden opgeno men, door den Minister is afgewezen 2. Acht de Minister het bij den be- [staanden strijd tusschen hooger en overig personeel een goede methode om het doen van reorganisatie-voor stellen op te dragen aan een commis sie, waarin uitsluitend vertegenw - ■'- digers van het ihoogere personeel zijn opgenomen 3. Waarom heeft de Minister aan de commissie van overleg voor P. T. T. slechts bepaalde onderdeden van het reorganisatieplan ter beoordeeling voorgelegd 4. Ducht de Minister van de voorge stelde inkrimping van den dienst in de kleinere gemeenten geen ernstig onge rief voor het publiek 5. Wat is het oordeel van den Mi nister over de voorgestelde personeels- mdeeling, in het bizonder wat betreft het aantal hoogere ambtenaren en de 'eitelij-ke verdringing van het middel baar personeel 8. Vreest de Minister niet dat de "ongestelde ontneming van promotie- :ansen en verkregen examenrechten en verderfelijken invloed zal hebben p den geest van, hoe n,Ma,,i aar personeel 7, Welke zijn de redenen, waarom lij de uitvoering der reorganisatie .ooveel spoed moet worden betracht, 'at een voorafgaand overleg met de Staten-Generaal niet (kan plaats heb- en Acht de Minister het verantwoord e reorganisatie te gaan uitvoeren, otflang het rapportVan Royen niet is gepubliceerd en dus geen volledig overzicht over de geheele reorganisa- ie kan worden verkregen 9. is de Minister bereid, de reorga nisatie van het staatsbedrijf op te chorten en de instelling te bevorderen van een Staatscommissie, waarin on der leiding van e-en buiten het bedrijf staand voorzitter naast vertegenwoor digers van handel, nijverheid en land bouw, vertegenwoordigers van het hooger, middelbaar en lager personeel zijn opgenomen De samenstelling der commissie Nolting was niet goed, meende de heer Oud omdat het lagere personeel er niet in vertegenwoordigd was en er dus ontevredenheid moest ontstaan. Het afbreken van het contact met eenige 30) Roman van A. GRONER. De wind kwam tot in zijn kamer, wat hem zeer aangenaam was. Om de -frissche lucht te genieten, had hij bij 't binnenkomen het raam geopend. Nu verdiepte hij zich in zijn teekenwerk. Er kon een half uur verloopen zijn, toen hij het hoofd ophief en zijn werk bekeek. Ja. ik heb de gelijkenis getroffen. Zoo leek hij den laatsten tijd. Een 'kind moet hem herkennen, dacht hij. Von Amberg had uit zijn hoofd Braun-er geteekend, in de veronderstel ling, dat het misschien goed was, den kenner Leopold het portret van den verdwenen heer onder de oogen te brengen. Nu sloeg hij zijn zakboekje dicht, deed^ het licht uit en ging naar het venster. De sigaar was onder het tee- kenen uitgegaan. Hij stak ze niet ,weer aan, want hij wilde gaan slapen. Reeds greep hij naar de kruk, om het venster te sluiten, toen hij bene den zich geluid hoorde. Vooroverbui gend zag hij iemand om den hoek van het huis gaan. De maan was door de neve^shiterd, maar die waren niet zoo dicht, dat men we! een paar me den h 1 z,en' Een man slo°P om den hoek een man, door een lang, personeelsgroepen maakte die onte vredenheid grooter. Het personeel wil de het publiek inlichten over den slech ten toestand, die het gevolg zou zijn van het rapportNolting en daarin stak toch niets verkeerds. Het perso neel verzette zich tegen een rapport en niet tegen ',n besluit van den Minister. Ten aanzien van het rapportNol ting verdedigde de heer Oud het standpunt van de lagere ambtenaren. Het was vooral de organisatie van het personeel, die de heer Oud be sprak. Eerst moet er een directeur- generaal komen dan dient deze de organisatie te -herzien en pas ais de personeelskwestie is opgelost kan hij aan de Ikantoren beginnen. De Minis ter begon met de kantoren en dus juist met hetgeen waarmede hij mee eindi gen moest.. Inmiddels wenschte de Minister eigenlijk niets te zeggen omdat nog op •geen stukken vaststaat hoe de reorga nisatie zal geschieden. Eerst dienen de hoofdbeginselen te worden, vastgesteld, daarna dient de directeur-generaal te worden aangesteld, die deze beginse len aanvaardt. Ten slotte dient de raad van toezicht en advies te worden ingesteld, die allerlei adviezen geeft. Ras als dat alles gereed is, begint het bes tilde eren. door den Minister. Al-les is dus nog in 't eerste stadium van voorbereiding. Dus zei de Minister eigen-lijk niets eh hij zei alleen dat hij behoedzaam verder gaat. Als geen personeelsbelang in de -knel mag -komen, is reorganisatie onuitvoerbaar. Aangezien de reorganisatie binnen de bevoegdheid der Regeering ligt, kan -de Kamer naar de maan loopen. Ge heel ongelijk heeft de Minister daarin niet. Alles te zamen zijn wij geen steek wijzer geworden. De heer Oud was veel te vroeg met zijn interpellatie, hetgeen te verontschuldigen is, want de tijd met het oog op zekere Juni- gebeurtenissen dringt er toe. Er gebeurde niets zelfs ikwam er geen motie, en dus gingen wij voldaan naar buis Behoedzaam gaat de Mi nister voort. Langzaam maar zeker. De stemplicht. oplossing,"afcfus „de Maasbode", gaf de regeering aan het vraagstuk, dat iru verband met den wettelijken opkomst plicht aan de stembus sinds jaren- de meeningen verdeeld houdt, ook ter rechterzijde. Er waren er ook, onder de vooraan staande politici, die ondanks het feit, dat telkens weer en. op groote schaal het wettelijk voorschrift ongestraft werd overtreden aan- den zgn. stem- dwang wenschten vast te houden ter wijl anderen juist in dit veronachtzamen van een, wetsbepaling, een bondgenoot begroet-ten bij hun principieelen strijd tegen den opkomstplicht. De regeering zocht blijkbaar naar een soort middenweg, teneinde beide partijen zooveel mogelijk tegemoet te komen-. Zoodat geven- de Staten-Ge neraal hun sanctie aan het voorstel de opkomstplicht blijft bestaan, maar de strafrechterlijke sanctie komt te ver vallen. Uit eerbied voor de wet wordt de wet gedeeltelijk opgeheven. Maar het katholieke blad betwijfelt, of dit den eerbied voor het „blijvend ge deelte" zal helpen verhoogen. Want een voorschrift zonder sanctie golvend kleedingstuk omgeven en die een -hoed op het hoofd- droeg. Een onaangenaam gevoel bekroop von Amlbcrg. Wie was dat Jozef, die onder hem woonde Of een ander bediende van het huis, die bij Jozef op bezoek was geweest Amberg overlegde een poos, of hij naar beneden zou gaan om rond te zien, maar hij bedacht, .dat de arme, zieke vrouw, die nu misschien al sliep, v/eer wakker zou worden en de noo- r'-ige rust zou missen. Hij bleef dus op zijn kamer, maar was toch niet gerust. Hij moest steeds weer aan dien zon derlingen Jozef denken, die in elk ge val een afgedwaalde en misschien een komediant was misschien een van -diegenen, die weldaden met laagheden vergelden en aan wier braafheid slechts zulke goedige, onschuldige menschen gelooven a-l-s het door en- -door brave oude echtpaar en Johanna. Lang nog dacht Von Amberg over Jozef na, maar eindelijk drukte toch ook de slaap hem de oogen toe. Hij iwerd heel vroeg wakker, kleedde zich vlug aan en sloop, de laarzen in de hand, naar beneden. Anna, die ge- ruisohloos aan het schoonmaken was, was verrast, toen zij den voornamen lieer op ikousen beneden zag komen. Hij vertelde haar, dat hij gewoon was, vroeg op te staan en op de gedachte gekomen was, geen laarzen aan te trekken, om mevrouw Brainier niet te wekken. heeft in deze materie al heel weinig te beteekenen. Bovendien zijn de princi pieele tegenstanders vani den stemplicht er alleen, practisch mee gebaat. Hun- be zwaar blijft in beginsel bestaan. Het ontwerp zal meent de „Msb." een halfslachtigen toestand in het leven- roepen. Blijkt jtet euvel der wetsschen- nis werkelijk onontkoombaar, zoo be sluit het blad, welnu, men trekke onbe schroomd de conclusie en lichte de des betreffende bepaling finaal uit de Kies wet. Nederland! en een West-Europeesche overeenkomst. De -diplomatieke medewerker van de „Daily Tel." zegt aan het slot van een artikel over het veiligheidsvraagstuk „Officieel is in Londen niets bekend van eenig voorstel tot schikkingen on der zekere voorwaarden tusschen de Britsche, Fransche en Belgische gene rale staven, naar het voorbeeld van voor den oorlog. Maar in den laatsten tijd liepen er tal van geruchten daar over. Het -is mogelijk, dat deze kwestie in particuliere -gesprekken in „gealli eerde" -militaire kringen is besproken, maar dan op niet-Britsch initiatief. Wat, naar ik ge-loof, een feit is, en een fei't van zeer veel belang, is, dat een invloedrijk deel der Belgische openbare meening de deelneming van Nederland aan een defensieve overeen komst der westelijke mogendheden hartelijk zou toejuichen en dat de her vatte Nederlaitdsch-Belgische onder handelingen over -de Schelde en de daarmee verwante economische vraag stukken zeer gunstig verloopen. Naar ik vermeen, dat er een sterke stroo ming in Nederland is tegen het thans opgeven van de traditioneele onthou ding van alle allianties met d-e verwik kelingen, die zij meebrengen." „Onze Vloot" en ontwapening. Een artikel in het maandblad „Onze Vloot" zet het standpunt van „Onze Vloot" tegenover de ontwapening uit een. Uit dit artikel blijkt, dat het als een paal boven water staat, dat deze ver- eeniging zich, zonder voorbehoud, schaart aan de zijde van hen, die de wereld door recht en niet door krijgs geweld willen zien, dat zij den goeden strijd om te komen tot beperking van bewapening volgaarne, in volle overtui- maar dat zij om dat lUeaaiTC bereiken, weerloosheid het slechtste middel acht. VLISSINGEN, 13 FEBRUARI. De gemeentelijke werkverschaffing. Daar het voor de werkverschaffing beschikbare crediet -nog slechts vol doende is om ongeveer 3 weken de loonen uit te betalen, werd, naar „het Volk" meldt, in de Woensdag gehou den vergadering der commissie voor de werkloosheid in de eerste plaats de vraag behandeld of over 3 weken de werkverschaffing zal stopgezet worden of dat een nieuw crediet aan het ge meente-bestuur zal gevraagd worden. De commissie was eenparig van mee ning dat de werkverschaffing zoo mo gelijk moet voortgezet worden tot ein de Maart, zoolang ook de rijkssubsidie gegeven wordt, en dat dus een aanvul lend crediet moet gevraagd worden. Vanaf half Maart konden dan de te- werkgestelden geleidelijk ontslagen worden, volgens de voorschriften van In de veranda trok hij de iaarzen aan en slenterde wat rond. -Dicht naast de huisdeur ging een trap naar Jozefs kamer. Von Amberg ging de paar treden op en klopte aan de deur. Niemand antwoordde. Toen drukte hij op de klintk. De deur was open. De adjunct ging in de kamer. Die was leeg. Een blik op het bed verried hem, dat het dien nacht niet gebruikt was. Von, Amberg keek de kamer rond. Daar zag hij op tafel een briefje. Hij las het. „Ik ga mijn meester zoeken. Ik ga stilletjes, omdat men mij anders niet zou laten vertrekken. Vroeg of laat kom ik terug maar ik hoop.' met mijn meester." Geen opschrift, geen onderteekening, de weinige regels waren blijkbaar in groote haast en opwinding geschreven. Of Jozef zijn goed -had meegenomen? Von Amberg kee-k in de kast en in •de kom-mode, waarin de sleutels nog siaken. De beide meubels bevatten goed onderhouden Ideedingstukken, linnengoed, boeken en verschillende kleinigheden. Of hij inderdaad terug zal ko men vroeg Amberg met een bitteren glimlach. Jozef moest immers alles achterlaten, want als hij een vervol ging vermijden wilde, moest het toch izoo lijken, alsof -hij wilde terugkeeren. Maar wat kon hem aanleiding geven, zich juist nu uit de voeten te maken Had hij, die naar het heette, in de bi- den minister te -beginnen met de on georganiseerden, in de eerste plaats die waar de omstandigheden van het betrokken gezin het -gunstigst zijn. Wel werd besloten in de nog ko mende weken uitsluitend georgani- seerden voor de werkverschaffing aan te wijzen, daar eventueel aan te nemen ongeorganiseerden die toch niet dade lijk te werk gesteld kunnen worden, weer na 1 of 2 weken ontslagen zou den -moeten worden. In verband hier mee werden van de 14 werkloozen die zich hadden aangemeld, slechts 3 voor de werkverschaffing aangewezen. Christus en Boeddha. Gisterenavond trad voor het Comité voor Winterlezingen in de Nieuwe Middelkerk alhier als spreker op ds. W. A. B. ten Kate, Ned. Herv. predi kant alhier, met 't onderwerp „Chris tus en Boeddha". Na gemeenschappelijk zingen van Psalm 150 vs. 1 en gebed, begon ds. Ten Kate zijn rede met -erop te wijzen, dat het Boeddhisme ook in den tegen- woordigen tijd -nog van zeer groote beteekenis is. Men kan zelfs spreken van een nieuwen triomftocht niet al leen in het Oosten, doch ook in het Westen. San Francisco wordt zelfs als een middelpunt van het Boeddhisme beschouwd en het is van grooten in vloed op het moderne deniken van den tegenwoordigen tijd. In dit verband wees spreker op theosofie en ant-hro- posofie. In dit opzicht is Boeddha zelf een slecht profeet geweest, want hij voorspelde, dat zijn leer slechts een duizend jaar zou bestaan, ja zelfs bracht hij dit terug tot 500 jaar, nadat hij had toegestaan dat ook vrouwen in de orde zouden -worden opgenomen. Nu, 2500 jaar na den dood van den stichter, is daar het Boeddhisme als een der grootste wereldgodsdiensten. Spreker stond breedvoerig stil bij 't milieu, waarin de Boeddha geboren en opgevoed werd. Hij behoorde tot het Arische ras en zijn vader was het hoofd van een kleinen sfaat. De naam Boeddha is een eere naam en beteekent „de Ontwaakte" of „de Verlichte", en hij werd vorstelijk opgevoed, omringd van de pracht en wieetde, welke men nu nog bij Ooster- sche vorsten aantreft. Op 16-jarigen leeftijd huwde de prins en werd hem later een zoon ge- bekend, totdat op zijn 29e jaar de „groote omkeering" Ikwam. Met echt Oostersche verbeelding wordt in de Boeddhistische geschriften deze over gang beschrev-en. D-oor het zien van de vergankelijkheid van 'het leven en ■het lijden werd den -prins alle levens vreugde -ontnomen, en na de ontmoe ting met een monnik, -wiens trekken spraken van innerlijken vrede, was zijn besluit genomen. Hij verliet in alle stilte het koninklijk hof en zijn bloedverwanten, ook zijn vrouw en kind, en zocht de eenzaam heid. Na 7 jaar van bang lijden kwam de zoo vurig verlangde verlossing. Zijn geest werd losgemaakt en inner lijke vrede daalde in zijn ziel. Van dien tijd af werd hij de Boeddha. Op 36-jarigen leeftijd begon Boeddha zijn prediking der nieuwe leer in ste den en -dorpen. In het begin had hij slechts 5 discipelen, doch in korten tijd vermeerderden zijn volgelingen tot duizenden, voornamelijk aanzienlijken en lieden van stand. Zijn wijsgeerige prediking was niet v-oor de geringen en eenvoudigen onder het volk en spr. wees op de tegenstelling met de predi king van Christus,welke juist was voor -biiotheek werkte, misschien geluisterd? -Een paar maal had het op de galerij -geknarst. Of Jozef toen daar boven stond en luisterde Maar wat kon hij dan hebben gehoord, dat hem bewoog het huis -te verlaten Raadsels, raadsels, waarheen men cok zag. Nog lang dacht de jonge man na over ai het zonderlinge, toen verliet hij de kamer. Het briefje nam hij mee, om het de dames voor te leggen bij het vroege ontbijt. Beiden waren stom van verbazing. Freule Mileska sprak het eerst. Een gevoel van toorn volgend, zei ze snel i— Het is niet de eerste maal, dat hij sedert het verdwijnen van oom stille tjes in den nacht den Erlenhof verlaten -heeft. Niet de eerste maal vroeg von Am-berg scherp. Neen, den eersten nacht, dien wij alleen waren, is hij ook weggeslopen. Hoe weet je dat vroeg mevrouw Brauner, die ge-heel van streek was. Hij heeft het-mij zelf gezegd. Hij was zinneloos van opgewondenheid, toen hij het zei. Misschien wist hij hee- lemaal niet, dat hij zich verried O, tante 1 Of hij dan toch nog geen sch-urk is Neen, Hanna, zei mevrouw Brau ner met de grootste gerustheid. Neen, deze man is niét slecht. Het is zooals hij schrijft hij gaat zijn heer zoeken. Een kwartier later reed het rijtuig met Hanna en Amberg de poort uit. 'de eenvoudigen en verachten naar de wereld. Op 80 jarigen leeftijd stierf Boeddha. Hij heeft zelf geen geschriften nagela ten, niets als mondelinge overlevering. In den loop der eeuwen zijn deze over leveringen doorspekt met allerlei won derlijke verhalen, zoodat de vraag is opgekomen of Boeddha -wel waarlijk heeft geleefd. -Doch dit is inderdaad wel zeker. Vervolgens sprak ds. Ten Kate over Boeddha's -leer. Grondslag is „leven is lijden" over de mensch-heid z-weeft de wet -der reïncarnatie, de zielsver huizing, zoodat elk mensch die sterft onderworpen is aan het „karma", de som van verdienste of schuld, hetwelk beslist over het volgend bestaan. Wie goed geleefd 'heeft, heeft kans te ge raken tot een hooger bestaan, kan zelfs komen tot het „Nirwana", een zich oplossen in het Niet. Wie slecht geleefd heeft, keert -terug in een schep sel van lagere orde, een dier of afzich telijk gedrocht. Het „Nirwana" (uitbiussching, uit- dooving) is voor den Boeddhist, die in alle bestaan ellende en lijden ziet, het begeerlijkste goed. De -oorspronkelijke leer van Boeddha werd echter reeds spoedig verdrongen. Het Boeddhisme is een wijsbegeerte, een leer zonder God, zonder gebed. Ais volksgodsdienst is het Boeddhisme ge heel ontaard en verzonken in een don ker (heidendom. De leer van het lijden en de verlos sing daarvan zijn de twee groote -pro blemen bij Boeddha, doch hij heeft het lijden niet -begrej>en in zijn volle diep te. Boeddha wil de verlossing uit het lijden door eigen kracht. Hier ligt vol gens spreker het principieele verschil tusschen -Boeddhisme en Christendom. De Christen, die zich bezoedeld weet, weet zich vergrepen te -hebben aan de heilige Ievenswetten,heeff geen -leeraar noodig, maar een Verlosser. Het oorspronkelijke Boeddhisme con centreert zich niet om een persoon, doch -bij het Christendom is Christus hét middelpunt van alies. Em wat de moraal -betreft wie zal de wereidontkennende leer van het Boeddhisme stellen boven de levens aanvaardende levensleer, het wereld- overwinnende geloof van het Evan gelie Tenslotte wees spreker er op te mo- \_-IIT JölCIÏtMJTlI' tUJOtol U"U l OlUClVViufjU^v.. zijn. Het Boeddhisme is volkomen lij delijkheid, uitgebluscht worden van al le bestaan. Het Christendom is volko men activiteit, heiliging des levens. Velen zoeken ook in onzen tijd den Wijze uit het Oosten, doch die de Ster van Bethlehem gevonden hebben, knielen neer aan de voeten van het Kind in de kribbe. Nadat nog gezongen was Ps. 72 6, eindigde ds. Ten Kate met dankzeg ging- Een avond van vroolijke kunst. Een voilé zaal, drukke roezemoeze- righei-d. Plots rijst het scherm en één, zegge één persoon verschijnt ten too- neele, die al dadelijk begroet wordt met veel applaus, maar het is dan ook nie mand minder dan Pisuisse, die hier steeds gevulde zalen trekt em die on middellijk "na zijn verschijnen contact met de bezoekers heeft. Hoe het komt We zouden het moeilijk kunnen zeggen, want heeft Jean-Louis zijn afkomst mee, dat is toch niet het geval met Jos Heij- dens, den man met den „gouden glim lach", zooals de „conférencier" het be- Met -tranen in de oogen zag de ver lamde vrouw hen na. Alle anderen -kunnen iets voor je doen, jij lieve, jij goede, ik alleen niet snikte zij. Zij legde de armen op tafel, het pijnlijke hoofd er op en schreide bitter. Daar voelde zij, dat er iemand naast haar neerzonk, en toen zij het -hoofd ophief en de smartelijke oogen op- sleg, herkende zij Anna, die schreiend de handen op-hief. Denk u niet slecht van hem, me vrouw. De anderen steken de hoofden bijeen en praten allerlei van zijn zon derling wezen, van zijn hoogmoed-, die nu tot val gekomen is, en zijn stil ver dwijnen schrijven zij aan allerlei lee- lijks toe. Maar hij is goed en trouw. Lieve mevrouw Mijn hand mijn hart leg ik voor hem in het vuur 1 En al gelooft -niemand aan hem ik ge loof hem Was er niet iets als jubel in dien kreet Schitterden niet die betraande oogen En het jonge, lieve gezicht leek ondanks alle verdriet zoo geluk kig. Mevrouw Brauner sloeg de armen om het bevende meisje, trok haar tot zich en zei liefdevol Anna, ook ik gieloof aan hem, dien je lief hebt dien jij op jouw wijze liefhebt, op de eenige wijze, die de juiste is. Kind, blijf bedaard. Jozef zal terugkomen en dat dan jullie geluk verzekerd is, daar zal i-k voor zorgen. Mijne zorg o, waarom durf ik nog altoos niet te zeg gen onze zorg (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1925 | | pagina 1