ZATERDAG 17 JANUARI Eerste Blad Brieven uit de Hofstad FEUILLETON DE ONTVOERING Beursbeschouwingen /A VICTO VÜSSINGSCHE COURANT Dit nummer bestaat uit 2 bladen Nieuw jaarswens chen. t Verwende Publiek. Op niet minder dan drie plaatsen hebben Thomasvaer Pieternel hun Nieuwjaarswenschen aan het Haagsche publiek aangeboden, 't ls bijna van het -oede te veel Helaas kunnen wij met /eggen dat de wenschen bi/onder uit muntten. Noch door geestigheden noch door vorm kunnen zij in de schaduw «taan van de vroegere producten van dichtkunst. Zij droegen alle drie te veel het karakter van fabriekswerk en zij waren te weinig echte jaaroverzichten. Het lijkt ons zoo, dat tegen Kerstmis opdracht is gegeven aan de drie poëten 'om een wensch „in elkaar te draaien en dat deze toen uit het geheugen de voornaamste gebeurtenissen van het jaar hebben genoteerd om die in de wenschen te verwerken. Dit is natuur lijk niet het beste systeem. Daardoor ontgaat menig aardig puntje dat met een enkel geestig woord vermeld een leuk effefet zou hebben gehad. Verder dan tot een glimlachje hebben wij het bij deze kunstproducten niet gebracht en wij herinneren ons hoe in vroeger jaren lach-salvb's door den schouwburg weerklonken als een rake guitige opmerking over het voetlicht de zaal in knetterde. Of wij die echte Nieuwjaarspoëten niet meer hebben, dan wel of er geen stof meer is voor een humoristischen wensch, weten wij niet, maar dat het niet je ware meer is, weten wij wel. De theater-directeuren zullen goed doen te trachten er verbe tering in te brengen, willen zij de aan dacht voor de traditioneele bruiloft van Kloris en Roosje«gaande houden. De traditie is aardig en het zou jam mer zijn als die kwam te vervallen, maar het is vóór alles noodi'g dat men het publiek de attractie van den-Nieuw- jaarswensch blijft geven, waardoor het in deze eerste dagen van het jaar al aanstonds naar den schouwburg komt. Wij herinneren ons dat vroeger in de eerste dagen van het jaar aan elkaar gevraagd werd heb je den Nieuw- laarswensch al gehoord Dat was tenigen tijd het onderwerp van den dag. Thans is dit anders en de oorzaak ligt bij het gemis aan humoristische poëzie, waarvan ons land maar een zeer enkelerf vertegenwoordiger schijnt te hebben. Misschien zit er in het hedendaag- sche leven niet zooveel poëzie meer als vroeger, misschien is er ook niet zoo veel humor meer. Eén ding is wel zeker dat pogingen om zelf vermaak te scheppen, haast niet meer worden aan gewend. Het publiek wenscht vermaakt te worden, maar het doet zelf aan het leveren van vermaak niet meer mee. Met een tikje jaloezie kunnen wij dik wijls de bladen uit de kleinere gemeen ten lezen, waarin verslagen staan over 'e gezellige avonden die georganiseerd MIJNHARDT's Keelpijn-Tabletten 60 ct. Hoest-Tab letten 60 ct. Bij Apoth. en 'Drogisten (Ingez. MedecfeeJing.) 9) Roman van A. GRONER E- Waar heb je het voertuig opge- /fenord Natuurlijk in een uithoek, onder- m n'c* 'n een van deze k'e,ne nesten. Ik ben tot Marchegg geloopen, daar ik voorde, dat er jaarmarkt was. Dat trof igoed Onderweg veranderde ik mij in een boer, en zoo viel het niemand op, aat ik naar een paard en wagen rond zag. Ik heb ook het richtige gekregen, «et is slechts een bescheiden kar. Ge zult ze terstond zien. Maar kom niet ^i!jkanten. Die heb ik van bui ten lichtblauw geverfd. De wagen moet :Jn°,cflVIat anders "«tzien. Ook twee 7n vilt heb ik er °P geschilderd, hiini en komen goed uit bij het 7««- t3-l alles is "°g beetje nat. Lf?:?, babbelde Imre doodsbedaard, Ertl hLT mee naar den wal?en was cen heel eenvoudig Wt ?8hen gelcek "P tcn sroote kist sLhfTc manden, waaraan het kon in °"tb,'eekt- Naast den koetsier ÏMn h -geval n.,og 'emand zitten. Een klein, bruin paard, dat den kop in den HesMnne '|?d.v"borfian. stond voor- fvaL„ e,dc ziJwanden van den tec?hiiH,W.arC*'11. ,n,let blauwe olieverf tin -!u 'i haddcn roode randen en letters N. N Zag men de zwarte I Waarom N. N. vroeg Lassony. zijn door dit of dat liefhebberij-gezel schap. Natuurlijk staat de kunst bij dergelijke uitvoeringen niet op een hoog standpunt, maar het .„zelf-doen", de medewerking van het geachte pu bliek is van zeer veel beteekenis. Onte genzeggelijk heeft dit zelf doen veel nut voor de liefhebbers en het ware te wenschen dat dit niet minder werd onderschat. In de groote stad zijn dergelijke avonden verdwenen. De theater-zalen bieden alles en de menigte „publiek" is te laksch geworden om zichzelf in te spannen. Men geneert zich er voor er, de valsche schaamte weerhoudt. Hoe- velen hebben in de. groote stad hun kritiek volledig klaar over alle artisten en kunst-uitingen en hoe weinigen van hen zouden in staat zijn maar het hon derdste deel te presteëren Het dilettantisme is in den kwaadsten reuk geraakt omdat dit de groote kunst wilde nabootsen. Op de kleinere plaat sen bestaat nog een gezond dilettan tisme dat zich inspant om iets te leve ren tot vermaak, ontspanning en lee ring van elkander. Dit nuttige doel is in de groote stad niet meer noodig, want op ieder gebied zijn er beroepsartisten die dagelijks geven wat men wenscht dat er onder deze heel v/at zijn, die niet boven het dilettantisme uitkomen, weten wij allen maar zoodra iemand zich voor professoraal uitgeeft, mag over dilettantisme niet meer gesproken worden, want dat is de ergste beleedi- ging geworden. Wanneer in Den Haag een weida- digheids-avond in elkaar gezet wordt, moeten de beste artisten optreden wil liet publiek komen. Natuurlijk moeten die menschen het gratis doen. Vooral de muzikale kunstenaars zijn het slacht offer van dergelijke liefdadigheid. Alles wordt tot de laatste cent betaald (Je zaai, het drukwerk, de reclame enz., maar alleen de hoofdschotel van den avond, de Kunst, wordt niet gehono- leerd. Meermalen hebben wij onder artisten discussies gehoord over dit punt, maar een algemeene opinie daar omtrent heeft men in die kringen niet. Men gevoelt er dat er dolfc den over vloed van artisten een zekere concur rentie is ontstaan en sommigen zien in hun opoffering voor een liefdadig doel een element van reclame, dat zij wel aanvaarden. Een zangeres vertelde bij voorbeeld dat zij vele jaren geleden eens gratis was opgetreden in een stadje. Sinds dien kreeg zij ieder jaar een invitatie om als soliste bij de uit voering der zangvereeniging ter plaatse op te treden. Zij werd daarvoor geho noreerd, logeerde gezellig een paar dagen bij één der stedelijke autoritei ten en zij gedacht steeds weer met tevredenheid haar eigen daad van jaren geleden. Zoo zal het wel eens gaan, maar als gewoonte lijkt ons dat gratis optreden uit den booze, omdat het publiek verwend wordt en te laksch om zelf iets te leveren. Bovendien is het niet het publiek dat de liefdadigheid betracht, maar de artisten die hun honorarium daarvoor beschikbaar stellen. Nogmaals, het knus-gezellige dat in de kleinere plaatsen het leven kan verwarmen, ontbreekt helaas geheel in onze groote steden. Het publiek wordt veel-eischender naarmate liet zelf min der kan prestoeren. De excessen in de kritiek, waarover in den iaatsten tijd nog al veel te doen is geweest, zijn daarvan het gevolg, maar over dit punt zullen we thans niet verder uitweiden. Het is de moeite waard daarover nog Imre lachte spottend. Nu, zegt men niet N. N„ als men een naam niet wil noemen Wat blijf je koud bij dat alles, zei Lassony. Ik geloof het van je dat je bij alles, wat je reeds hebt gedaan, niets vergeten hebt, O, toch. Ik denk ook soms niet om iets, antwoordde Imre. Ook ditmaal is mij zoo iets overkomen. Wat dan vorschte Lassony angstig. Ik heb natuurlijk onderweg moe ten overnachten, zei Imre. Ik heb daar voor een dorpje ver van onzen weg opgezocht. Het nest heet Kempfendorf. Verstandigerwijs bleef ik in de schuur, waar paard en kar stonden maar ik liet mij door mijn dorst verleiden wijn te drinken. Dat was al dom. Aan de groote onwaarschijnlijkheid dat ik 's nachts paard en wagen kon kwijt ra ken, dacht ik, maar niet daaraan, dat ik nu alleen maar koffie moest drinken. Het beetje wijn steeg mij naar het hoofd. Ik heb, voor ik mij in het hooi legde, mijn boerenjas uitgedaan en naast mij geworpen, 's Morgens waren paard en wagen aanwezig en ook het bundeltje daar, maar de jas was weg. Wat kan dat schelen meende Lassony. Of ha<J je er geld in Dat niet, antwoordde Imre. Geld draag ik op mijn lichaam, maar in een zak van de jas zat een van de vellen papier, die ik van de tafel van den houtvester Poigner wegnam. O, klonk het uit den mond van Lassony. Kom, kom, verlies het hoofd maar eens te spreken. Vaststaat voor ons dat het publiek anders in zijn kritiek zou zijn als het trachtte zelf meer te presteeren. Het dilettantisme is een goede leerschool om de moeilijkheden te leeren kennen en het triompheeren daarover te waardeeren. Het publiek is hier door-en-door verwend en het toont alle eigenschap pen van het verwende kind. EIBER. De financieele conferentie- Duitschland's herstel. Valori satie der Duitsche staatsschul den. Terugkeerend vertrou wen in industrieele ondernemin gen elders en ten onzent. Da lende rente voor Europeesche leeningen in Annrika.België's financieele positie. iets lagere Pondenkoers. Discontoverla ging Nederl. Bank. invloed daarvan op de effectenbeurs. Rubberwaarden iets in reactie. Suiker gedrukt door prijs daling. Het schijnt thans heel wat gemakke lijker te zijn dan één en twee jaar ge leden- om een conferentie tusschen ge delegeerden van groote mogendheden tot een goed einde te brengen. De Pa- rijsche conferentie althans is van zeer korten duur geweest en men heeft er volgens de thans bekende gegevens spijkers met koppen -geslagen. Of de verdere uitwerking en de toepassing van wat overeengekomen werd, ook zoo gemakkelijk zal gaan, staat natuur lijk niet vast, het is reeds van veel be lang dat men van weerszijden van goe den wille blijkt te zijn en de moeilijke financieele vraagstukken in der minne wil regelen. Op de beurzen is men voor die conferentie niet warm geloopen. Men weet daar wel dat de hoofdzaak achter den rug is, namelijk de regeling met Duitschland, waaruit al het moois dat de geallieerden zich toebedeelen als uit een doos van Pandora moet voortkomen. En van meer gewicht dan de wijze waarop de buit verdeeld wordt, blijft de vraag of aan Michel zooveel bloed kan. worden afgetapt als de ge allieerde doktoren hebbel voorgeschre ven. Die vraag zal nog mét positief zijn te beantwoorden, Maar in eik geval is het moedgevend dat de toestand in Duitschland zich in gewenschte rich ting ontwikkelt, niet het minst ook wat den buitenlandschen handel betreft. Uit den aard der zaak neemt vooral de in voer belangrijk toe, nu in het buiten land gemakkelijker credieten kunnen worden verkregen en de industrie zich allengs weer op de oude productiecapa citeit kan instellen. Vooral waar Duitschland in den oorlog een groot deel van zijn erts- en kolengebieden verloren heeft, moet de noodzakelijke uitzetting van den export door een toenemenden invoer worden voorafge gaan en mag in de laatste de profetie van de eerste worden, gezien, vooral wanneer die invoer, gelijk inderdaad het geval is, voor het grootste deel uit ruwe grondstoffen bestaat. In Novem ber 1924 -is de import in vergelijking met October met Mk. 193 millioen ge stegen tot ruim Mk. 1 milliard, een cij fer dai slechts 20 lager is dan het invoercijfer over de- maand November van 1913. Hoewel ook de export voor uitgaat, is hier de achterstand bij 1913, niet weer, spotte de dienaar. Wat kan dat eigenlijk schelen De dief kan met dat stuk papier niets beginnen. Ten eerste weet hij niet wie ik ben, ten tweede niet, waarvoor dat papier die nen moest en ten derde kan hij ook als hem dat bekend was, daarmee niets aanvangen, zonder zich zelf als dief te verraden, en daar zal hij zich wel op bedenken. Dat heb ik terstond bedacht en ben, om geen aandacht te trekken, zonder wat te zeggen in mijn oude jas heengegaan. Overigens is alles in orde. Vanmorgen tegen drie uur heb ik den brief aan Brauner in een brievenbus in Groot-Enzersdorf gedaan. Natuurlijk •liet ik paard en wagen buiten de plaats. Bij het licht van cen lucifer las ik dat om zeven uur de bus gelicht werd. Brauner kreeg hem dus op tijd en zal, als wij geluk hebben gauw hier zijn. Wat kreun je dan toch Imre... ons plan... is verschrik kelijk... ls het alweer dat zelfde liedje siste de ander. Wat heb jij er dan bij te doen Je hebt toch slechts op te passen. Ik kom met den oude alleen wel klaar. Imre geen bloed jammerde Lassony, die eerst thans gevoelde, hoe afschuwelijk hun plan was. Maar Imre stiet den man, die zich aan hem vast klampte, terug. Lafaard siste hij, Lassony woe dend aanziende. Had jij me zelf beter ingelicht, dan was mijn inbraak in den Erlenhof niet vruchteloos geweest. Dan behoefde dit vqndaag niet te gebeuren. Maar ik was 'n dwaas, dat ik je blin- het laatste jaar vóór den oorlog nog groot, nl. 40 Gedurende de laatste weken schijnt de Duitsche export in snel tempo toe te nemen, mede als ge volg van de stijging van den Engelschen wisselkoers, waardoor het Vereenigd Koninkrijk tijdelijk in zijn uitvoer wordt belemmerd. Voor de Bulgaarsche spoorwegen, voor de Jugo-Slowakische en Braziliaansche spoorwegen en voor constructiedoeleinden in Engeland zijn belangrijke orders in Duitschland in gekomen en in December beliep de uit voer naar den Balkan, Zwitserland, Spanje, Skandinavië en Italië circa 10 meer dan in de voorgaande maand. Naar Brazilië zou de export reeds weer het peil van vóór den oorlog bereikt hebben. Uit deze gegevens blijkt dus. wel het krachtig herstel dat zich in ons achterland- voltrekt en -waarvan ook onze transitohandel profiteert. Ook in financieel opzicht beginnen de toe standen in Duitschland meer normaal te worden en tracht men de nog han gende quaesties te regelen. Zoo schijnt nu ook de valorisatie der Duitsche staatsschulden cen feit te zullen wor den. De oude leeningen zuilen, naar gemeld wordt, in een nieuwe leening worden geconverteerd tot een gering percentage en alleen/voor die houders, welke de stukken reeds vóór Juli 1920 bezaten. Zoo worden langzamerhand de overblijfselen van den oorlog geli quideerd en wordt een tijdperk van meerdere stabiliteit in geld en zaken wereld ingeluid. Dit is ook merkbaar op de Berlijnsche beurs, waar door gaans een vaste stemming heerscht, wat ook wel verklaarbaar is als be dacht wordt dat men bij de meeste in dustrieele- en scheepvaartondernemin gen de kapitalen dermate heeft be snoeid, dat ook bij matige bedrijfswin sten redelijke dividenden kunnen wor den uitgekeerd. Dat is trouwens ook de tactiek ge weest van de Hollandsche ondernemin gen, welke in den crisistijd aan den grond zijn geraakt en er is voor die tactiek ook wel iets te zeggen. Het gaat er bij de „sanierung" niet in de laatste plaats om het verloren vertrouwen in de winstmogelijkheden van het bedrijf te herwinnen met het oog op even- tueele nieuwe kapitaalbehoeften en dat vertrouwen moet zich doorgaans ttasee ren op den stand der aandeelen en de uitgekeerde dividenden. Vandaar dat men bij reorganisaties tracht en trach ten moet zooveel mogelijk schoon schip te maken en het den Iaatsten tijd geen onvoordeelige zaak geweest is om zich bij gereorganiseerde ondernemingen te interesseeren. Vele bedrijven, welke tijdens den oorlog boven hun krachten „waren uitgegroeid zijn thans weer op een meer bescheiden, doch hechtere basis teruggebracht. Hetzelfde geldt trouwens ook van de Europeesche staatsfinanciën. Land na land heeft in de budgetaire ontreddering orde ge schapen en daardoor zijn crcdietwaar- digheid verhoogd. Een voorbeeld hier van is België, dat thans in de Vereenig- de Staten een ieening van 100 mil lioen heeft kunnen afsluiten tegen een rendement van ci-rca 7 terwijl kort tevoren Frankrijk 7.52 Duitschland 7.70 Hongarije 8.85 en ITsjecho- Slowakije 8.30 moest betalen. In België heeft men weliswaar de laatste jaren hooge belastingen geheven, maar tot op zekere hoogte stced-s nog op zien komen gespeeld en eerst voor 1925 delings geloofde, toen je zei, dat Brau- ners geld in zijn werkkamer beneden was. Alsof het al die jaren zoo blijven moest. Alsof men niet kamers veran deren kon. Zoo ben ik in de slaapkamer van den ouden heer beland en moest natuurlijk met leege handen aftrekken en sedert zijn die lui waakzaam. Toen heb ik een nieuw plan ontworpen en gij wilt het steeds weer in de war bren gen, jij domkop, die de winst zonder eenig gevaar in den zak steekt, terwijl ik de handen in het vuur steken moet en Verder kwam Imre niet. Een lied fluitend kwam iemand den weg langs. Nog zag men hem niet, want de weg maakte bochten. Een tamelijk dichte neve), die de anderen niet hadden zien opstijgen, had zich over het landschap uitgebreid. Als een dichte sluier hing hij tusschen bosschen en struiken en golfde over de velden. Imre... nog is het tijd. Ik wil... ja... ik wil niet, dat het gebeurt. Je zult hem niet overvallen... ik zal hem... Wat wilt ge Hem waarschu wen Nu is het te laat den edelman te willen spelen. Genoeg. Wij tweeën zul len Brauner overvallen. Hij mag u ech ter niet herkennen. Daarom de kraag op, den rand van den hoed naar bene den en niet getrild. Zoo en nu kalm. Hij is al heel dicht bij. Blijf jij bij den wagen. ]k breng hem hier. De mist komt als geroepen. Imre... niet... neen... Doe den mond open, dat je tanden niet klapperen, beet hij hem hoonend toe. Weg was de ander. I Veto) BORSTSIROOP per flacon j\. I 25 VerkrijgbarKjll<ef-.KAcf-irr,0, - (Ingez. Mededeeling.) komt de regcering met een waarlijk sluitende begrooting, welke echter slechts ten koste van nieuwe belastin gen kon worden verkregen. Er schijnt alzoo reden te zijn om te verwachten dat straks met dc Fransche Franc ook de Belgische weer op een vaste basis kan worden gesteld, vooral wanneer het blijkt dat de resultaten van de Parijsche conferentie voor Bel gië bevredigend zijn. Langzamerhand zal dan ook de Belgische valuta-con- currentie, welke in sommige bedrijven nog vrij sterk gevoeld wordt, kunnen verdwijnen. Wij merkten reeds terloops op dat de Engelsche industrie een tijdelijk nadeel ondervindt van de koersstijging der va luta. in 1924 is de Britsche export daarentegen met 28 millioen, de im port daarentegen met 183J4 millioen vooruitgegaan en gedurende de maand December was- de toeneming van den erport zeer gering. Niettemin blijft men het herstel van den Sterlingkoers ge- wenscht' achten en worden pogingen gedaan eerlang den gouden standaard weder in te voeren. Gedurende deze week is de Pondenkoers enkele punten gedaald, waarbij uiteraard speculatieve operaties een rol spelen. Vele devisen- speculanten beginnen hun transacties af te wikkelen nu de parikoers bijkans bereikt is de daling wordt daarom als slechts van tijdelijken aard beschouwd en het redres zal te gemakkelijker zijn indien, wat verwacht wordt, de Londen- sche geldmarkt een verstijving zal on dergaan. Ten onzent blijft de ruime geldmarkt het meest op den voorgrondtredend verschijnsel, dat deze week opnieuw is geaccentueerd cfoor een, verdere discon toverlaging van de Nederlandsche Bank waardoor het wisseldisconto op 4 de beleeningsrente voor binnen- landsche effecten op 4'/2 i wordt ge bracht. Waar in de ontwikkeling van het economisch leven hier te lande geen teruggang is te bespeuren, maar integendeel een langzaam herstel aan houdt, mag deze discontoverlaging worden aangemerkt als een bewijs dat onze financieele positie zich blijft con- solideeren, niet het minst dank zij de groote winsten welke vanuit ons Insu- linde naar ons land hun weg vinden. Ongetwijfeld zijn de stille effectenzaken der laatste weken mede oorzaak van de ruime geldmarkt. Bij de verlaging van het bankdisconto heeft de directie zich natuurlijk door andere, meer blijvende factoren laten lijden. Zij heeft blijkbaar ook geen vrees dat een verdere ontrek king van Amerikaansch tegoed cen nieuwfe daling van den gulden tengevol ge zal hebben. Dusver blijft de Dollar vrijwel in de buurt van zijn pariteit. Voor de Amsterdamsche beurs is deze discontoveria-ging niet onwelkom. Al worden er niet veel zaken gedaan om de lage rente, ze worden er in ieder geval door vergemakkelijkt en voor beleggingswaarden, die toch reeds be duidend'gestegen zijn, zal onder deze Lassony zag nog slechts den nevel voor zich en toch hij zag ook nog v/at anders. Daar voor hem op straal dook de figuur op van een klein, gezet heer. Hij kende die figuur de man, die daar langzaam naderde, was zijn vader een best vriend geweest. 'Lassony's tanden sloegen op elkan der. Hij wilde voorwaarts springen, maar hij kon zich niet verroeren, hij wilde schreeuwen, maar zijn lippen openden zich niet. Een ontzettend sterke vreemde wil hield hem in de macht. Poigner riep Brauner, die bleef staan. Ben je er al Ik kan je niet zien. Ik ben ai zonder dien nevel half blind door mijn ellendige kortzichtig heid. Brauner zweeg, hij stond in de houding van iemand die luistert. Ah, daar komt hij, hoorde Las sony hem zeggen en bemerkte dat Brauner daarbij zich omwendde naar den dorren populier, wiens takken zich uitstaken in het omringende grijs van den mist. Geruischloos was Imre uit den wal gesprongen. Ah, Poig... Verder kwam Erauner niet hij kon nog slechts een halve wending ach terwaarts maken naar den man, dien hij voor zijn vriend hield. Daar streek hem iemand met een natten, sterk rie- keiïden spons in het gelaat hij ver loor de bezinning en zonk neer op den grond. Imre nam den bewustelooze op de schouders en snelde na een sprong over de sloot, naar den wagen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1925 | | pagina 1