ZATERDAG 17 JANUARI
Eerste Blad
Brieven uit de Hofstad
FEUILLETON
DE ONTVOERING
Beursbeschouwingen
/A VICTO
VÜSSINGSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Nieuw jaarswens chen.
t Verwende Publiek.
Op niet minder dan drie plaatsen
hebben Thomasvaer Pieternel hun
Nieuwjaarswenschen aan het Haagsche
publiek aangeboden, 't ls bijna van het
-oede te veel Helaas kunnen wij met
/eggen dat de wenschen bi/onder uit
muntten. Noch door geestigheden noch
door vorm kunnen zij in de schaduw
«taan van de vroegere producten van
dichtkunst. Zij droegen alle drie te veel
het karakter van fabriekswerk en zij
waren te weinig echte jaaroverzichten.
Het lijkt ons zoo, dat tegen Kerstmis
opdracht is gegeven aan de drie poëten
'om een wensch „in elkaar te draaien
en dat deze toen uit het geheugen de
voornaamste gebeurtenissen van het
jaar hebben genoteerd om die in de
wenschen te verwerken. Dit is natuur
lijk niet het beste systeem. Daardoor
ontgaat menig aardig puntje dat met
een enkel geestig woord vermeld een
leuk effefet zou hebben gehad.
Verder dan tot een glimlachje hebben
wij het bij deze kunstproducten niet
gebracht en wij herinneren ons hoe in
vroeger jaren lach-salvb's door den
schouwburg weerklonken als een rake
guitige opmerking over het voetlicht
de zaal in knetterde. Of wij die echte
Nieuwjaarspoëten niet meer hebben,
dan wel of er geen stof meer is voor
een humoristischen wensch, weten wij
niet, maar dat het niet je ware meer is,
weten wij wel. De theater-directeuren
zullen goed doen te trachten er verbe
tering in te brengen, willen zij de aan
dacht voor de traditioneele bruiloft
van Kloris en Roosje«gaande houden.
De traditie is aardig en het zou jam
mer zijn als die kwam te vervallen,
maar het is vóór alles noodi'g dat men
het publiek de attractie van den-Nieuw-
jaarswensch blijft geven, waardoor het
in deze eerste dagen van het jaar al
aanstonds naar den schouwburg komt.
Wij herinneren ons dat vroeger in de
eerste dagen van het jaar aan elkaar
gevraagd werd heb je den Nieuw-
laarswensch al gehoord Dat was
tenigen tijd het onderwerp van den
dag. Thans is dit anders en de oorzaak
ligt bij het gemis aan humoristische
poëzie, waarvan ons land maar een
zeer enkelerf vertegenwoordiger schijnt
te hebben.
Misschien zit er in het hedendaag-
sche leven niet zooveel poëzie meer als
vroeger, misschien is er ook niet zoo
veel humor meer. Eén ding is wel zeker
dat pogingen om zelf vermaak te
scheppen, haast niet meer worden aan
gewend. Het publiek wenscht vermaakt
te worden, maar het doet zelf aan het
leveren van vermaak niet meer mee.
Met een tikje jaloezie kunnen wij dik
wijls de bladen uit de kleinere gemeen
ten lezen, waarin verslagen staan over
'e gezellige avonden die georganiseerd
MIJNHARDT's
Keelpijn-Tabletten 60 ct.
Hoest-Tab letten 60 ct.
Bij Apoth. en 'Drogisten
(Ingez. MedecfeeJing.)
9)
Roman van A. GRONER
E- Waar heb je het voertuig opge-
/fenord
Natuurlijk in een uithoek, onder-
m n'c* 'n een van deze k'e,ne nesten.
Ik ben tot Marchegg geloopen, daar ik
voorde, dat er jaarmarkt was. Dat trof
igoed Onderweg veranderde ik mij in
een boer, en zoo viel het niemand op,
aat ik naar een paard en wagen rond
zag. Ik heb ook het richtige gekregen,
«et is slechts een bescheiden kar. Ge
zult ze terstond zien. Maar kom niet
^i!jkanten. Die heb ik van bui
ten lichtblauw geverfd. De wagen moet
:Jn°,cflVIat anders "«tzien. Ook twee
7n vilt heb ik er °P geschilderd,
hiini en komen goed uit bij het
7««- t3-l alles is "°g beetje nat.
Lf?:?, babbelde Imre doodsbedaard,
Ertl hLT mee naar den wal?en
was cen heel eenvoudig
Wt ?8hen gelcek "P tcn sroote kist
sLhfTc manden, waaraan het
kon in °"tb,'eekt- Naast den koetsier
ÏMn h -geval n.,og 'emand zitten. Een
klein, bruin paard, dat den kop in den
HesMnne '|?d.v"borfian. stond voor-
fvaL„ e,dc ziJwanden van den
tec?hiiH,W.arC*'11. ,n,let blauwe olieverf
tin -!u 'i haddcn roode randen en
letters N. N Zag men de zwarte
I Waarom N. N. vroeg Lassony.
zijn door dit of dat liefhebberij-gezel
schap. Natuurlijk staat de kunst bij
dergelijke uitvoeringen niet op een
hoog standpunt, maar het .„zelf-doen",
de medewerking van het geachte pu
bliek is van zeer veel beteekenis. Onte
genzeggelijk heeft dit zelf doen veel
nut voor de liefhebbers en het ware te
wenschen dat dit niet minder werd
onderschat.
In de groote stad zijn dergelijke
avonden verdwenen. De theater-zalen
bieden alles en de menigte „publiek"
is te laksch geworden om zichzelf in te
spannen. Men geneert zich er voor er,
de valsche schaamte weerhoudt. Hoe-
velen hebben in de. groote stad hun
kritiek volledig klaar over alle artisten
en kunst-uitingen en hoe weinigen van
hen zouden in staat zijn maar het hon
derdste deel te presteëren
Het dilettantisme is in den kwaadsten
reuk geraakt omdat dit de groote kunst
wilde nabootsen. Op de kleinere plaat
sen bestaat nog een gezond dilettan
tisme dat zich inspant om iets te leve
ren tot vermaak, ontspanning en lee
ring van elkander. Dit nuttige doel is in
de groote stad niet meer noodig, want
op ieder gebied zijn er beroepsartisten
die dagelijks geven wat men wenscht
dat er onder deze heel v/at zijn, die
niet boven het dilettantisme uitkomen,
weten wij allen maar zoodra iemand
zich voor professoraal uitgeeft, mag
over dilettantisme niet meer gesproken
worden, want dat is de ergste beleedi-
ging geworden.
Wanneer in Den Haag een weida-
digheids-avond in elkaar gezet wordt,
moeten de beste artisten optreden wil
liet publiek komen. Natuurlijk moeten
die menschen het gratis doen. Vooral
de muzikale kunstenaars zijn het slacht
offer van dergelijke liefdadigheid. Alles
wordt tot de laatste cent betaald (Je
zaai, het drukwerk, de reclame enz.,
maar alleen de hoofdschotel van den
avond, de Kunst, wordt niet gehono-
leerd. Meermalen hebben wij onder
artisten discussies gehoord over dit
punt, maar een algemeene opinie daar
omtrent heeft men in die kringen niet.
Men gevoelt er dat er dolfc den over
vloed van artisten een zekere concur
rentie is ontstaan en sommigen zien in
hun opoffering voor een liefdadig doel
een element van reclame, dat zij wel
aanvaarden. Een zangeres vertelde bij
voorbeeld dat zij vele jaren geleden
eens gratis was opgetreden in een
stadje. Sinds dien kreeg zij ieder jaar
een invitatie om als soliste bij de uit
voering der zangvereeniging ter plaatse
op te treden. Zij werd daarvoor geho
noreerd, logeerde gezellig een paar
dagen bij één der stedelijke autoritei
ten en zij gedacht steeds weer met
tevredenheid haar eigen daad van jaren
geleden. Zoo zal het wel eens gaan,
maar als gewoonte lijkt ons dat gratis
optreden uit den booze, omdat het
publiek verwend wordt en te laksch
om zelf iets te leveren. Bovendien is het
niet het publiek dat de liefdadigheid
betracht, maar de artisten die hun
honorarium daarvoor beschikbaar
stellen.
Nogmaals, het knus-gezellige dat in
de kleinere plaatsen het leven kan
verwarmen, ontbreekt helaas geheel in
onze groote steden. Het publiek wordt
veel-eischender naarmate liet zelf min
der kan prestoeren. De excessen in de
kritiek, waarover in den iaatsten tijd
nog al veel te doen is geweest, zijn
daarvan het gevolg, maar over dit punt
zullen we thans niet verder uitweiden.
Het is de moeite waard daarover nog
Imre lachte spottend.
Nu, zegt men niet N. N„ als men
een naam niet wil noemen
Wat blijf je koud bij dat alles, zei
Lassony. Ik geloof het van je dat je bij
alles, wat je reeds hebt gedaan, niets
vergeten hebt,
O, toch. Ik denk ook soms niet om
iets, antwoordde Imre. Ook ditmaal is
mij zoo iets overkomen.
Wat dan vorschte Lassony
angstig.
Ik heb natuurlijk onderweg moe
ten overnachten, zei Imre. Ik heb daar
voor een dorpje ver van onzen weg
opgezocht. Het nest heet Kempfendorf.
Verstandigerwijs bleef ik in de schuur,
waar paard en kar stonden maar ik
liet mij door mijn dorst verleiden wijn
te drinken. Dat was al dom. Aan de
groote onwaarschijnlijkheid dat ik 's
nachts paard en wagen kon kwijt ra
ken, dacht ik, maar niet daaraan, dat ik
nu alleen maar koffie moest drinken.
Het beetje wijn steeg mij naar het
hoofd. Ik heb, voor ik mij in het hooi
legde, mijn boerenjas uitgedaan en
naast mij geworpen, 's Morgens waren
paard en wagen aanwezig en ook het
bundeltje daar, maar de jas was weg.
Wat kan dat schelen meende
Lassony. Of ha<J je er geld in
Dat niet, antwoordde Imre. Geld
draag ik op mijn lichaam, maar in een
zak van de jas zat een van de vellen
papier, die ik van de tafel van den
houtvester Poigner wegnam.
O, klonk het uit den mond van
Lassony.
Kom, kom, verlies het hoofd maar
eens te spreken. Vaststaat voor ons
dat het publiek anders in zijn kritiek
zou zijn als het trachtte zelf meer te
presteeren. Het dilettantisme is een
goede leerschool om de moeilijkheden
te leeren kennen en het triompheeren
daarover te waardeeren.
Het publiek is hier door-en-door
verwend en het toont alle eigenschap
pen van het verwende kind.
EIBER.
De financieele conferentie-
Duitschland's herstel. Valori
satie der Duitsche staatsschul
den. Terugkeerend vertrou
wen in industrieele ondernemin
gen elders en ten onzent. Da
lende rente voor Europeesche
leeningen in Annrika.België's
financieele positie. iets lagere
Pondenkoers. Discontoverla
ging Nederl. Bank. invloed
daarvan op de effectenbeurs.
Rubberwaarden iets in reactie.
Suiker gedrukt door prijs
daling.
Het schijnt thans heel wat gemakke
lijker te zijn dan één en twee jaar ge
leden- om een conferentie tusschen ge
delegeerden van groote mogendheden
tot een goed einde te brengen. De Pa-
rijsche conferentie althans is van zeer
korten duur geweest en men heeft er
volgens de thans bekende gegevens
spijkers met koppen -geslagen. Of de
verdere uitwerking en de toepassing
van wat overeengekomen werd, ook
zoo gemakkelijk zal gaan, staat natuur
lijk niet vast, het is reeds van veel be
lang dat men van weerszijden van goe
den wille blijkt te zijn en de moeilijke
financieele vraagstukken in der minne
wil regelen. Op de beurzen is men voor
die conferentie niet warm geloopen.
Men weet daar wel dat de hoofdzaak
achter den rug is, namelijk de regeling
met Duitschland, waaruit al het moois
dat de geallieerden zich toebedeelen
als uit een doos van Pandora moet
voortkomen. En van meer gewicht dan
de wijze waarop de buit verdeeld wordt,
blijft de vraag of aan Michel zooveel
bloed kan. worden afgetapt als de ge
allieerde doktoren hebbel voorgeschre
ven. Die vraag zal nog mét positief zijn
te beantwoorden, Maar in eik geval is
het moedgevend dat de toestand in
Duitschland zich in gewenschte rich
ting ontwikkelt, niet het minst ook wat
den buitenlandschen handel betreft. Uit
den aard der zaak neemt vooral de in
voer belangrijk toe, nu in het buiten
land gemakkelijker credieten kunnen
worden verkregen en de industrie zich
allengs weer op de oude productiecapa
citeit kan instellen. Vooral waar
Duitschland in den oorlog een groot
deel van zijn erts- en kolengebieden
verloren heeft, moet de noodzakelijke
uitzetting van den export door een
toenemenden invoer worden voorafge
gaan en mag in de laatste de profetie
van de eerste worden, gezien, vooral
wanneer die invoer, gelijk inderdaad
het geval is, voor het grootste deel uit
ruwe grondstoffen bestaat. In Novem
ber 1924 -is de import in vergelijking
met October met Mk. 193 millioen ge
stegen tot ruim Mk. 1 milliard, een cij
fer dai slechts 20 lager is dan het
invoercijfer over de- maand November
van 1913. Hoewel ook de export voor
uitgaat, is hier de achterstand bij 1913,
niet weer, spotte de dienaar. Wat kan
dat eigenlijk schelen De dief kan met
dat stuk papier niets beginnen. Ten
eerste weet hij niet wie ik ben, ten
tweede niet, waarvoor dat papier die
nen moest en ten derde kan hij ook als
hem dat bekend was, daarmee niets
aanvangen, zonder zich zelf als dief te
verraden, en daar zal hij zich wel op
bedenken. Dat heb ik terstond bedacht
en ben, om geen aandacht te trekken,
zonder wat te zeggen in mijn oude jas
heengegaan. Overigens is alles in orde.
Vanmorgen tegen drie uur heb ik den
brief aan Brauner in een brievenbus in
Groot-Enzersdorf gedaan. Natuurlijk
•liet ik paard en wagen buiten de
plaats. Bij het licht van cen lucifer las
ik dat om zeven uur de bus gelicht
werd. Brauner kreeg hem dus op tijd
en zal, als wij geluk hebben gauw
hier zijn. Wat kreun je dan toch
Imre... ons plan... is verschrik
kelijk...
ls het alweer dat zelfde liedje
siste de ander. Wat heb jij er dan bij
te doen Je hebt toch slechts op te
passen. Ik kom met den oude alleen
wel klaar.
Imre geen bloed jammerde
Lassony, die eerst thans gevoelde, hoe
afschuwelijk hun plan was. Maar Imre
stiet den man, die zich aan hem vast
klampte, terug.
Lafaard siste hij, Lassony woe
dend aanziende. Had jij me zelf beter
ingelicht, dan was mijn inbraak in den
Erlenhof niet vruchteloos geweest. Dan
behoefde dit vqndaag niet te gebeuren.
Maar ik was 'n dwaas, dat ik je blin-
het laatste jaar vóór den oorlog nog
groot, nl. 40 Gedurende de laatste
weken schijnt de Duitsche export in
snel tempo toe te nemen, mede als ge
volg van de stijging van den Engelschen
wisselkoers, waardoor het Vereenigd
Koninkrijk tijdelijk in zijn uitvoer wordt
belemmerd. Voor de Bulgaarsche
spoorwegen, voor de Jugo-Slowakische
en Braziliaansche spoorwegen en voor
constructiedoeleinden in Engeland zijn
belangrijke orders in Duitschland in
gekomen en in December beliep de uit
voer naar den Balkan, Zwitserland,
Spanje, Skandinavië en Italië circa 10
meer dan in de voorgaande maand.
Naar Brazilië zou de export reeds weer
het peil van vóór den oorlog bereikt
hebben. Uit deze gegevens blijkt dus.
wel het krachtig herstel dat zich in ons
achterland- voltrekt en -waarvan ook
onze transitohandel profiteert. Ook
in financieel opzicht beginnen de toe
standen in Duitschland meer normaal
te worden en tracht men de nog han
gende quaesties te regelen. Zoo schijnt
nu ook de valorisatie der Duitsche
staatsschulden cen feit te zullen wor
den. De oude leeningen zuilen, naar
gemeld wordt, in een nieuwe leening
worden geconverteerd tot een gering
percentage en alleen/voor die houders,
welke de stukken reeds vóór Juli 1920
bezaten. Zoo worden langzamerhand
de overblijfselen van den oorlog geli
quideerd en wordt een tijdperk van
meerdere stabiliteit in geld en zaken
wereld ingeluid. Dit is ook merkbaar
op de Berlijnsche beurs, waar door
gaans een vaste stemming heerscht,
wat ook wel verklaarbaar is als be
dacht wordt dat men bij de meeste in
dustrieele- en scheepvaartondernemin
gen de kapitalen dermate heeft be
snoeid, dat ook bij matige bedrijfswin
sten redelijke dividenden kunnen wor
den uitgekeerd.
Dat is trouwens ook de tactiek ge
weest van de Hollandsche ondernemin
gen, welke in den crisistijd aan den
grond zijn geraakt en er is voor die
tactiek ook wel iets te zeggen. Het gaat
er bij de „sanierung" niet in de laatste
plaats om het verloren vertrouwen in
de winstmogelijkheden van het bedrijf
te herwinnen met het oog op even-
tueele nieuwe kapitaalbehoeften en dat
vertrouwen moet zich doorgaans ttasee
ren op den stand der aandeelen en de
uitgekeerde dividenden. Vandaar dat
men bij reorganisaties tracht en trach
ten moet zooveel mogelijk schoon schip
te maken en het den Iaatsten tijd geen
onvoordeelige zaak geweest is om zich
bij gereorganiseerde ondernemingen te
interesseeren. Vele bedrijven, welke
tijdens den oorlog boven hun krachten
„waren uitgegroeid zijn thans weer op
een meer bescheiden, doch hechtere
basis teruggebracht. Hetzelfde geldt
trouwens ook van de Europeesche
staatsfinanciën. Land na land heeft in
de budgetaire ontreddering orde ge
schapen en daardoor zijn crcdietwaar-
digheid verhoogd. Een voorbeeld hier
van is België, dat thans in de Vereenig-
de Staten een ieening van 100 mil
lioen heeft kunnen afsluiten tegen een
rendement van ci-rca 7 terwijl kort
tevoren Frankrijk 7.52 Duitschland
7.70 Hongarije 8.85 en ITsjecho-
Slowakije 8.30 moest betalen. In
België heeft men weliswaar de laatste
jaren hooge belastingen geheven, maar
tot op zekere hoogte stced-s nog op zien
komen gespeeld en eerst voor 1925
delings geloofde, toen je zei, dat Brau-
ners geld in zijn werkkamer beneden
was. Alsof het al die jaren zoo blijven
moest. Alsof men niet kamers veran
deren kon. Zoo ben ik in de slaapkamer
van den ouden heer beland en moest
natuurlijk met leege handen aftrekken
en sedert zijn die lui waakzaam. Toen
heb ik een nieuw plan ontworpen en
gij wilt het steeds weer in de war bren
gen, jij domkop, die de winst zonder
eenig gevaar in den zak steekt, terwijl
ik de handen in het vuur steken moet
en
Verder kwam Imre niet.
Een lied fluitend kwam iemand den
weg langs. Nog zag men hem niet,
want de weg maakte bochten. Een
tamelijk dichte neve), die de anderen
niet hadden zien opstijgen, had zich
over het landschap uitgebreid. Als een
dichte sluier hing hij tusschen bosschen
en struiken en golfde over de velden.
Imre... nog is het tijd. Ik wil...
ja... ik wil niet, dat het gebeurt. Je
zult hem niet overvallen... ik zal hem...
Wat wilt ge Hem waarschu
wen Nu is het te laat den edelman te
willen spelen. Genoeg. Wij tweeën zul
len Brauner overvallen. Hij mag u ech
ter niet herkennen. Daarom de kraag
op, den rand van den hoed naar bene
den en niet getrild. Zoo en nu kalm.
Hij is al heel dicht bij. Blijf jij bij den
wagen. ]k breng hem hier. De mist
komt als geroepen.
Imre... niet... neen...
Doe den mond open, dat je tanden
niet klapperen, beet hij hem hoonend
toe. Weg was de ander.
I Veto) BORSTSIROOP
per flacon j\. I 25
VerkrijgbarKjll<ef-.KAcf-irr,0, -
(Ingez. Mededeeling.)
komt de regcering met een waarlijk
sluitende begrooting, welke echter
slechts ten koste van nieuwe belastin
gen kon worden verkregen.
Er schijnt alzoo reden te zijn om te
verwachten dat straks met dc Fransche
Franc ook de Belgische weer op een
vaste basis kan worden gesteld, vooral
wanneer het blijkt dat de resultaten
van de Parijsche conferentie voor Bel
gië bevredigend zijn. Langzamerhand
zal dan ook de Belgische valuta-con-
currentie, welke in sommige bedrijven
nog vrij sterk gevoeld wordt, kunnen
verdwijnen.
Wij merkten reeds terloops op dat de
Engelsche industrie een tijdelijk nadeel
ondervindt van de koersstijging der va
luta. in 1924 is de Britsche export
daarentegen met 28 millioen, de im
port daarentegen met 183J4 millioen
vooruitgegaan en gedurende de maand
December was- de toeneming van den
erport zeer gering. Niettemin blijft men
het herstel van den Sterlingkoers ge-
wenscht' achten en worden pogingen
gedaan eerlang den gouden standaard
weder in te voeren. Gedurende deze
week is de Pondenkoers enkele punten
gedaald, waarbij uiteraard speculatieve
operaties een rol spelen. Vele devisen-
speculanten beginnen hun transacties
af te wikkelen nu de parikoers bijkans
bereikt is de daling wordt daarom als
slechts van tijdelijken aard beschouwd
en het redres zal te gemakkelijker zijn
indien, wat verwacht wordt, de Londen-
sche geldmarkt een verstijving zal on
dergaan.
Ten onzent blijft de ruime geldmarkt
het meest op den voorgrondtredend
verschijnsel, dat deze week opnieuw is
geaccentueerd cfoor een, verdere discon
toverlaging van de Nederlandsche
Bank waardoor het wisseldisconto op
4 de beleeningsrente voor binnen-
landsche effecten op 4'/2 i wordt ge
bracht. Waar in de ontwikkeling van
het economisch leven hier te lande
geen teruggang is te bespeuren, maar
integendeel een langzaam herstel aan
houdt, mag deze discontoverlaging
worden aangemerkt als een bewijs dat
onze financieele positie zich blijft con-
solideeren, niet het minst dank zij de
groote winsten welke vanuit ons Insu-
linde naar ons land hun weg vinden.
Ongetwijfeld zijn de stille effectenzaken
der laatste weken mede oorzaak van de
ruime geldmarkt. Bij de verlaging van
het bankdisconto heeft de directie zich
natuurlijk door andere, meer blijvende
factoren laten lijden. Zij heeft blijkbaar
ook geen vrees dat een verdere ontrek
king van Amerikaansch tegoed cen
nieuwfe daling van den gulden tengevol
ge zal hebben. Dusver blijft de Dollar
vrijwel in de buurt van zijn pariteit.
Voor de Amsterdamsche beurs is
deze discontoveria-ging niet onwelkom.
Al worden er niet veel zaken gedaan
om de lage rente, ze worden er in ieder
geval door vergemakkelijkt en voor
beleggingswaarden, die toch reeds be
duidend'gestegen zijn, zal onder deze
Lassony zag nog slechts den nevel
voor zich en toch hij zag ook nog
v/at anders. Daar voor hem op straal
dook de figuur op van een klein, gezet
heer. Hij kende die figuur de man,
die daar langzaam naderde, was zijn
vader een best vriend geweest.
'Lassony's tanden sloegen op elkan
der. Hij wilde voorwaarts springen,
maar hij kon zich niet verroeren, hij
wilde schreeuwen, maar zijn lippen
openden zich niet. Een ontzettend
sterke vreemde wil hield hem in de
macht.
Poigner riep Brauner, die bleef
staan. Ben je er al Ik kan je niet
zien. Ik ben ai zonder dien nevel half
blind door mijn ellendige kortzichtig
heid. Brauner zweeg, hij stond in de
houding van iemand die luistert.
Ah, daar komt hij, hoorde Las
sony hem zeggen en bemerkte dat
Brauner daarbij zich omwendde naar
den dorren populier, wiens takken zich
uitstaken in het omringende grijs van
den mist.
Geruischloos was Imre uit den wal
gesprongen.
Ah, Poig...
Verder kwam Erauner niet hij kon
nog slechts een halve wending ach
terwaarts maken naar den man, dien
hij voor zijn vriend hield. Daar streek
hem iemand met een natten, sterk rie-
keiïden spons in het gelaat hij ver
loor de bezinning en zonk neer op den
grond.
Imre nam den bewustelooze op de
schouders en snelde na een sprong
over de sloot, naar den wagen.