Abdijsiroop
Asthma
Z4TERD40 20 DECEMBER
Eerste Blad
Nieuwe Abonué's
Gemeenteraad.
No 301
VLISS1NGSCHE COURANT
pit nummer bestaat uit 3 bladen
ille'zich op de „VLISS1NGSCHE COU
RANT" ingaande 1 Januari 1925 abon-
Iieeren, ontvangen de nog verschijnende
nummers gratis.
Zitting van Vrijdag 19 December,
des middags 2 uur.
(Vervolg.)
Hierna was aan de orde de benoe
ming van leden der commissie van toe
zicht op het lager onderwijs in de vaca
ture ontstaan door het bedanken van
den heer M. Laernoes.
Den heer Berger lijkt het niet goed
den wethouder van onderwijs lid te ma
ken van de commissie van toezicht. Hij
verzoekt de voordracht, in zooverre be
treft de eerste vacature, terug te nemen.
De heer M. Laernoes zeide, dat het
over het algemeen op prijs wordt ge
steld als de wethouder van onderwijs in
de commissie van toezicht zitting heeft.
De leden zijn hierop over het algemeen
gesteld.
De heer Berger gaf den heer Lands
man in overweging zich in deze com
missie niet beschikbaar te stellen.
De heer Landsman laat de beslissing
gaarne over aan den raad. In de com
missie moet nog uitgemaakt worden
wie voorzitter zal worden.
Het verzoek-Berger werd daarna in
stemming gebracht en verworpen met
12 tegen <5 stemmen.
Vóór stemden mej. Gasilie en de hee-
en Lindeijer, Harts, Van Hal, Post en
Berger, terwijl dc heer Landsman zich
buiten stemming had gehouden.
Hierna werd' tot stemming overge
gaan en werden tot leden benoemd in
de vacature-M. Laernoes de heer P.
Landsman en verder de aftredende le
den mevr. M. VaderDuyvekot, en. de
heeren P. J. van Aartsen en A. van de
Sande.
- v
Tot lid der commissie tot wering van
schoolverzuim de aftredende leden de
heeren C. A. Soetgrs, J. C. Heine, P. H.
Meerholz', G. Jurrj^en J. Blankert en in
Iwee vacatures de heeren A. de Mol en
C. L. Smagge.
De heer Landsman vroeg aan de be
noemingen. nog toe te voegen een lid
der commissie van toezicht op het Nij
verheidsonderwijs.
De aanbeveling was zoo juist inge
komen.
Benoemd werd het aftredend lid de
heer G. F. Lindeijer.
Hierna ging de zitting over in eene
met gesloten deuren.
3
Na heropening der vergadering wer
den behandeld de voorstellen van Burg.
eiVWeth. tot goedkeuring der begrootin
gen voor 1925 van het burgerlijk armbe
stuur van het gasthuis van het Bur
ger Weeshuis en die van de gezond
heidscommissie.
Deze werden goedgekeurd.
Hierna kwamen ter tatel de gemeen
te-begrooting en die van de verschil
lende gemeente-bedrijven voor het jaar
1925.
Het verslag van de vergadering der
afdeelingen op Woensdag 26 en Vrij
dag 28 November hebben vrij opgeno
men in ons nummer van Donderdag 4
December en de memorie van antwoord
in ons nummer van Zaterdag 13 De
cember.
Van de gelegenheid tot het houden
van algemeene beschouwingen over de
begrooting werd het eerst gebruik ge
maakt door den heer Harts.
De huidige omstandigheden geven
zeer zeker aanleiding tot een beschou
wing van. den politieken toestand der
gemeente.
In de vergadering van 29 Augustus
werd de motie-Hensel door toedoen
van den. Vrijheidsbond aangenomen.
Het logische gevolg daarvan was het
beengaan van den onvervangbaren
wethouder Van Niftrik, een man, die
Vlissingen gemaakt heeft tot wat het nu
's. Onder zijn wethouderschap werden
'al van werken voorbereid en uitge
roerd, soms zelfs in eigen beheer, die
'n hooge mate hebben bijgedragen tot
"en krachtige ontwikkeling van de stad
onzer inwoning. Toen de heer Van Nif-
'rik in 1905 werd verkozen tot raadslid
on reeds in de eerste vergadering tot
wethouder werd benoemd, was Vlissin-
gen nog een klein plaatsje met vele
gebreken. Denken we slechts terug aan
oe kwalijkriekende grachten, de groote
overstrooming in. 1906, op den 12en
"jaart, het ongerief, dat de ouders ver
plicht waren hun kinderen te zenden
"aar de H. B. S. te Middelburg enz.
l'i heeft meegewerkt aan het dempen
"er grachten, waardoor bouwgrond
werd verkregen, noodig voor het uit
breidingsplan der gemeente en tot ver
betering der hygiëne maatregelen ge
nomen tegen, overstroomingen een
nieuw rioleeringsstelsel uitgevoerd
medegewerkt aan de totstandkoming
eener H. B. S., waarbij later nog kwam
de Handelsschool en de stad verfraaid
door het leggen van trottoirs en het
aanleggen van parken. Ook aan de
plannen tot uitbreiding der havens gaf
hij zijn krachtigen steun. De groente
en fruitveiling was zijn troetelkind en
niet te vergeten het bouwen van een
neutraal ziekenhuis. Het komt ons voor,
dat dit laatste niet geheel vreemd is
aan de pogingen om hem te doen val
len. Hij had van te voren gewaar
schuwd, dat hij zijn conclusies zou trek
ken bij aanneming van het voorstel—
Hensei en toch werd door de Vrijheids
bond vóór genoemd voorstel gestemd.
In den heer Van Niftrik heeft de ge
meenteraad een wethouder verloren, die
een open plaats achterlaat, weike door
niemand kan worden vervuld slechts
sporadisch wordt een man geboren met
zoo'n. energie, zoo'n werkkracht, zoo'n
taaie volharding, zelfs bij tegenwer
king. Zijn. heengaan heeft het peil van
den Raad zeer doen dalen, ofschoon in.
de verhouding der partijen natuurlijk
geen verandering is gekomen.
Er moest voor de crisis een oplossing
worden gevonden, de wethoudersver
kiezingen in de afgeloopen maanden
hebben, die gebracht. Daarbij hebben
de Vrijz. Dem. zich van stemming ont
houden, als protest tegen de onwaar
dige behandeling den wethouder Van
Niftrik aangedaan, èn opdat de vóór
stemmers van de motie-Hensel ten volle
de verantwoordelijkheid zouden gevoe
len. Samenwerking trouwens was na
het gebeurde voor ons, democraten, in
geen enkele combinatie denkbaar. Het
vertrouwen was absoluut geschokt.
Naar onze meening hebben echter de
oplossing der crisis en het geheele ver
loop daarvan eerder de incompetentie
dan de competentie van die meerder
heid bewezen. Dat wethouders, die met
zoo'n gering stemmenaantal zijn geko
zen, geen. sterke positie innemen, zal
ieder duidelijk zijn. Een dergelijke zeer
zwakke positie legt het college van
Burg. en Weth. verplichtingen op in
de allereerste plaats de verplichting
van bescheidenheid, de verplichting niet
die enge grenzen van bescheidenheid te
overschrijden door voorstellen en mee
ningen, die de meerderheid van den
raad nog korteiing niet als de zijne be
schouwde, naar voren te schuiven. En
dan noem ik in dit verband de burger
wacht.
Waar bg de begrooting van 1924 de
voorzitter in de vergadering van 21 De
cember 1923 zeide, dat „Burg. en Weth.
geen subsidie (aan de burgerwacht) op
deze begrooting hebben uitgetrokken,
omdat zij van te voren, konden nagaan,
dat hiervoor toch geen meerderheid in
den raad te vinden was", (zie blz. 658
en 659 der Handelingen 1923) daar
komt het ons, nu niets in de onderlin
ge verhouding der partijen is veran
derd, onverdedigbaar voor, dat toch
weer een post voor de Burgerwacht op
de begrooting wordt voorgesteld. Nu
hieruit weer ten duidelijkste blijkt, dat
de meening van „links" geen gewicht
in de schaal legt, daar verklaar ik na
mens onze fractie, dat we geen ver
trouwen kunnen stellen, in het tegen
woordige college van Burg. en Weth.
Met voldoening hebben wij gehoord,
dat de meerderheid van. Burg. en Weth.
nog hetzelfde standpunt inneemt ten
opzichte van de gemeenteziekenhuis
kwestie als het vorige college van
Burg. en Weth. Wij hopen dat ons ver
trouwen in deze aangelegenheid niet
zal worden beschaamd en dat zoo
spoedig als- mogelijk is deze brandende
kwestie hare oplossing moge vinden.
De heer Lindeijer was van meening
dat de wethouderscrisis niet noodig
zou zijn geweest, als er meer onderling
overleg was geweest.
Het wil hem voorkomen dat de sa
menstelling van het college niet beter
en vooral niet sterker is geweest dan
vroeger. Twee wethouders hebben
slechts het vertrouwen van 7 leden.
De samenstelling van Burg. en Weth.
met een linksche meerderheid kan niet
anders dan op den duur tot conflicten
leiden.
Een andere scheidingslijn was mis
schien wel gewenscht, ni. conservatie
ven en democraten.
Hij verklaarde zich niet direct vijan
dig tegenover het college. Het zal af
hangen van de voorstellen van het col
lege.
Hierna besprak hij de behandeling
van de begrooting en de schriftelijke
beantwoording.
Toen de sociaal-democraten zitting
in den raad kregen werden algemeene
beschouwingen, gehouden. Het gevolg
was dat de begrooting eerst in de af-
deelingen werden behandeld. Een
methode die ongetwijfeld veel voor
heeft.
Toch wil het hem voorkomen dat de
memorie van antwoord blijk geeft dat
Burg. en Weth. de leden met een kluitje
in het riet willen sturen, waarvoor hij
enkele voorbeelden aanhaalde om deze
meening nader toe te lichten.
Een positief antwoord op verschil
lende vragen werd niet gegeven, wat
toch wel gewenscht zou zijn geweest.
Er zijn meerdere voorbeelden aan te
halen behalve diegene welke hij ge
noemd heeft.
Hierna wilde hij het een en ander
zeggen over den financleelen toestand
der gemeente. Hij is niet pessimistisch
ten opzichte van den toestand. Aan den
anderen kant moeten wij echter toch de
werkelijkheid onder de oogen zien en
den toestand niet rooskleuriger voor
stellen dan hij is.
Ook op de vraag ten opzichte van de
belastingen is geen voldoend antwoord
gegeven. Waar Burg. en Weth. geen
cijfers hebben gegeven, heeft hij zelf
een schatting gemaakt.
Over dit jaar is de hoofdelijke om
slag geraamd op 35.000 minder.
Hij bracht in herinnering, dat
over 1923 de opbrengst 680.000 is ge
weest, waaruit blijkt dat het belastbaar
inkomen hooger is geweest dan ge
raamd was.
Hij rekent dat het belastbaar inko
men in het volgend jaar 10 pet. lager
is dan over het loopende jaar. De op
brengst van de belasting zal hierdoor
50.000 minder worden en het vertrek
van Belgisch loodspersoneei zal
30.000 vermindering tengevolge heb
ben, totaal dus ƒ80.000. Dit is totaal
1/7 en zal de belastingopbrengst
dus met 1 /7 worden verminderd.
Ook moeten wij in aanmerking nemen
dat wij thans een saldi van 150.000
van het vorig jaar op de begrooting
hebben. Wij moeten dus er op rekenen
dat het volgend jaar de begrooting wel
niet sluitend zal gemaakt kunnen wor
den.
Wij moeten dus de uitgaven vermin
deren. Hij juicht Jiet toe dat de salaris
sen niet verlaagd zijn geworden. Een
reorganisatie van den gemeentedienst
zal noodig zijn.
Het wil hem voorkomen dat, wanneer
belangrijke besparing moet worden ver
kregen, er zeer ernstig zal moeten wor
den ingegrepen, anders zal de bezuini
ging niet veel beteekenen. Men zal
krasser moeten ingrijpen rl.-ip' thans het
geval is.
Voor de financieeie positie van de
gemeente is de reorganisatie van de ge
meente-diensten van het grootste ge
wicht. Door vereenvoudiging van
werkwijze moet ingrijpend bezuinigd
worden.
Hij besprak enkele punten der be
grooting, wat betreft de verlichting en
verwarming. De gemeente-gebouwen
kosten 10.000 aan verlichting en ver
warming dat is ongeveer 500 per
week. Wanneer er centraal wordt in
gekocht zal op deze posten wel het een
en ander te bezuinigen zijn.
Op de verzekeringen door en voor de
gemeente zal ook wel iets te bezuinigen
zijn en hij verzocht daaromtrent inlich
ting.
Ook op den post rijwielen voor de
gemeente-boden is nog al wat te be
zuinigen.
De kosten van straatverlichting zijn
ook veel te hoog, vooral nu de kolen-
prijzen verlaagd zijn. Het aantal gas
lantaarns is niet grooter dan vroeger.
Daarna besprak hij de subsidie voor
de burgerwacht. Hij geloofde dat Burg.
en Weth. de bedoeling van de opmer
kingen in de afdeelingen wel hebben
begrepen. Hij wilde daarom thans niet
veel meer zeggen en zal daarop bij den
desbetreffenden post terugkomen.
Het college van Burg. en Weth. had
ten dezen opzichte wat minder moeten
toegeven aan persoonlijke liefhebberij
en. Hij vraagt of het voorstel uit het
geheele college komt, waar het vorig
jaar een lid van het college tegen het
voorstel is geweest.
Hij vroeg of Burg. en Weth. willen
mededeelen voor wiens rekening het
gymnastieklokaal in de Coosje Busken-
straat in gereedheid is gebracht voor
schietoefeningen der burgerwacht.
Hij vroeg de subsidie voor het insti
tuut voor de volkshuisvesting weer op
de begrooting te brengen.
Ten opzichte van de huurcommissie
zijn Burg. en Weth. van het eene uiter
ste in het andere vervallen. In 1923
heeft de commissie voor 26 vergade
ringen ƒ1100 gekregen en thans is
ƒ800 op de begrooting gebracht, hoe
wel de kosten voor de commissie na
tuurlijk veel lager zijn. Het bedrag is
dus eigenlijk maar een slag in de lucht
geweest.
Vervolgens besprak hij de reorgani
satie van het onderwijs. Hij noemde de
resultaten voor het onderwijs zeer na-
deelig, wat hij nader uiteenzette. Het
openbaar lager onderwijs is zeer ver
slechterd, wat hij met enkele cijfers
toelichte.
Daarna besprak hij de economisch-
litteraire afdeeling van de R. H. B. S.
Hij vroeg hoe het gaat met het leer
plan van de leerlingen die thans het on
derwijs op de handelsschool volgen.
Hij wilde nog een enkel woord zég
gen over het luisterapparaat van de
Zeevaartschool. Het blijkt dat de or
ganisaties van het betrokken personeel
zeer weinig met het apparaat zijn in
genomen.
Hij erkent de waarde van de school.
Als er echter van gevaar voor de school
sprake is, komt deze niet uit den raad,
doch van het bestuur der school.
Hij vroeg nog een volledig overzicht
van de kosten van het gasthuis voor
wat betreft de ziekenverpleging en van
de afdeeling voor verpleging van de
oude lieden. Hij kan zich ten deze aan
sluiten bij den lieer Harts.
Hij hoopte dat de plannen voor het
nieuwe gasthuis tijdig bij den raad zul
len worden ingediend, om deze in be
handeling te nemen.
Daarna besprak de heer Lindeijer
nog de voorstellen van een gemeente
lijken ophaaldienst. Naast de ongun
stige voorbeelden door Burg. en Weth.
genoemd, zijn er nog wel gunstige voor
beelden te noemen.
Hij hoopte op de verschillende posi
tieve vragen een antwoord te krijgen en
dat het volgend jaar de schriftelijke
gaat gepaard met verschillende
verschijnselen: benauwdheid, kort
ademigheid, beklemdheid op de
borst bij de minste inspanning.
Akkèr's Abdijsiroop verlicht de
aanvallen doordat .zij de borst
.van dp prikkelende slijm zuivert en
de-ontsteking der luchtwegen weg
neemt en daarmede de oorzaken
Van hoest, bronchitis,keelpQn.
AKKER5*
Alora verkrijgt) ur ia koker» van 230 «am
1.50 550 gram ƒ2.73 en 1000 «nun ƒ4.50
behandeling der begrooting ernstiger
zal geschieden.
De heer Huson zeide
Het lijkt mij. niet ondienstig', na al
hétgeen er den Iaatsten tijd. met betrek
king tot de wethoudersverkiezing is af
gespeeld, thans te verklaren dat ik nog
steeds tot de rechtsche partij behoor.
Echter is het mij onmogelijk gemaakt
met de geheele rechtsche Raadsfractie
samen te werken en zal ik mij voorloo-
pig bepalen overleg te plegen met mijn
beide partijgenooten De Ridder en
Hoogkamer en zoo noodig met de R.-K.
heeren.
Ik wil dus nog steeds als totde recht
sche partij behoorende'■gerekend wor
den. De reden dat ik met de overige le
den der rechtsche raadsfractie's niet
kan samenwerken is voornamelijk hier
in gelegen, dat het mij sedert verleden
jaar September hoe langer hoe meer is
gebleken dat de ziekenhuiskwestie al
leen op het program is'gebracht met het
doel om mij uit het college van Burg.
en Weth. te weren. In- aanmerking ge
nomen dat de fractie waartoe de be
noemde behoort zeer voldoende in het
college was vertegenwoordigd, lijkt het
mij toe dat de heer Landsman voor de
eer had moeten bedanken om daardoor
de gelegenheid te geven aan andere
fractie's die daarvoor in aanmerking
kwamen ook een vertegenwoordiger in
het dagelijksch bestuur af te vaardigen.
Hiertoe kwam toch in de eerste plaats
in aanmerking de Christ.-Hist. fractie
en nu het bleek dat om de een of an
dere reden deze fractie geen afgevaar
digde aanwees, kwam de R.-K. .fractie
aan. de beurt. Deze fractie is echter ge
heel genegeerd. Dit acht ik onbehoor
lijk. Wil men niet van de R.-K. heeren
gediend zijn, fiat, maar zegt,dan ook
alle samenwerking op. Zoolang dit ech
ter niet is geschiedt heeft ook deze frac
tie onverkort hare rechten. En daarom
meen ik dat de benoemde, als eerlijk
man, zoodra de stemming zoover was
gevorderd, dat door zijn toedoen de be
noeming van een wethouder der daar
op recht hebbende fractie's onmogelijk
werd, zich had behooren terug te trek
ken.
Ik ben er zeker van, dat geen enkele
der overige raadsfractie's, wanneer
hun partij reeds in het college was ver
tegenwoordigd, op die manier een. twee
de plaats in dat college zou begeeren.
De heer Huson kwam vervolgens tot
de begrooting, waaraan hij ook heeft
medegewerkt.
'Hij is tegen verlaging van de loonen,
al wees hij er op dat de Ioonen der ge
meente-werklieden 22 cent per uur
hooger zijn dan bij de particulieren. Wij
brengen echter het bedrijf in gevaar.
Bij een openbare aanbesteding zal men
natuurlijk voordeeliger uit zijn. Dat is
voor hem reden om zoo mogelijk eenige
verandering er in te brengen. Hij wilde
daarom den werktijd verlengen. De toe
stand is op het oogenblik beslist on
houdbaar. Zijn idee brengt geen ver
andering in de cijfers van de begroo
ting. Hij vroeg, dit punt als een der
eerste te laten behandelen door de
commissie ad hoe.
Hij sprak hierna over de burger
wacht. Bij de stemmingvzal het blijken
dat hij ook zal voorstemmen.
Wat de huurcommissie betreft, de
kosten daarvan zijn te hoog op de be
grooting gebracht.
De heer Andriessen legt de volgende
verklaring af.
Ik zal kort zijn, toch meen ik iets te
moeten zeggen, bij de algemeene be
schouwingen.
Wanneer ik naga de ambtenaren
en beambten in en door de gemeente
aangesteld, hetzij door B. en W, of
door den raad, dan kom ik tot een ge
zamenlijk aantal van plm. 100 personen
die in vasten gemeentedienst zijn be
noemd.
Over het aantal wil ik hier niets
zeggen, omdat een oommissie, die daar
voor zal worden benoemd, dit zal heb
ben te onderzoeken.
Maar wat mij wel is opgevallen,
mijnheer de voorzitter, dat ier onder de
ze ambtenaren zoo weinig katholieken
te v.inden zijn, als ik het goed heb kan
ik slechts tot 3 teilen en dit op 100 per
sonen is slechts 3 en de katholieke
bevolking kan toch geschat worden op
20 in deze gemeente.
Ik meen hier te mogen spreken van
achterstelling, ja, mijnheer de voorzit
ter, het doet mij denken, dat in den
loop der tijden deze soort menschen
stelselmatig zijn geweerd geworden,
want het komt mij voor dat toch ook
wel katholieken hebben gesolliciteerd
naar een of andere betrekking bij de
gemeente, en stel mij tevens voor dat
er onder de katholieken ook wel bruik
baar personeel te vinden zal zijn.
Ik spreek den wensch uit, dat er in
den vervolge meer rekening zal gehou
den worden, bij eventueele aan te vul
len vacatures, dat er in deze gemeente
katholieken wonen, die eenzelfde recht
h.ebben als andere, om bij de gemeente
in.'vasten -dienst te worden aangesteld.
Mijnheer de voorzitter, nu ik ge
meend heb in dezen geest te moeten
spreken, moet ik ook nog op een ander
onjuist beeld wijzen in deze gemeente,
nl over de werkzaamheden in de bin
nenhaven.
Het systeem dat daar op het oogen
blik wordt gevolgd, is volgens mijn be
scheiden meening onjuist. De R.-Kath.
en anderen worden gedwongen zich te
organiseeren in moderne richting, wil
len zij in aanmerking komen aan de
haven in vasten ploeg te arbeiden.
De R.-Kath. Volksbond verzocht m
een schrijven aan de oommissie voor het
havenbedrijf om daarin verandering te
brengen, doch na over dit ontvangen
schrijven vergaderd te hebben, deelde
de commissie ons mede, dat zij aan on
ze wenschen niet kan voldoen.
De directeur van het havenbedriji
acht één organisatie noodzakelijk (zoo
lang als geen afzonderlijke organisatie
van R.-Kath. komen kan) omdat, (ge
noemde heer zegt het zoo) de mo
dern georganiseerde de enkele R. Kath.
of Christ georganiseerde dan te veel
zullen pésten, en zoodoende zal het
werk zoo goed niet vlotten.
Mijnheer de voorzitter, Ik stel u toch
de vraag, waar zou het heen moeten
ais dit stelsel over geheel de maat
schappij moest worden toegepast. Ik ga
een oogenblik in mijn eigen dienst,
waar ik ook tusschen modem georga
niseerde vrienden mijn arbeid moet
verrichten. Neem eens aan dat deze
ambtenaren zouden zeggen, met An
driessen wil ik niet samenwerken, want
die is R.-Kath. georganiseerd, denkt u
dan ook dat het rijk zou zeggen, nu
dan moet die man zich ook maar mo
dem organiseeren of anders er maar
uit gaan. Nieen, mijnheer de voorzitter,
het rijk zou zeker tegenovergesteld han
delen, maar ik moet hier even op laten
volgen, dat ik óók van mijn modem ge
organiseerde vrienden zoo goed als van
de andere de volle medewerking heb.
Mijnheer de voorzitter, het antwoord
van de commissie voor het havenbe
drijf zegt niets over dit voor ons bij
zondere punt.Evenwel heb ik gehoord,
dat de modern georganiseerde arbei
ders aan de haven, dan toch wel met
R.-Kath. georganiseerden willen samen
werken, maar wanneer er een schip
komt buiten dat terrein, neen dan niet
meer.
Thans kom ik aan het einde en dan
zeg ik, wanneer een lid van de commis
sie voor het havenbedrijf het een im-
moreele daad noemt van de R.-Kath.
Volksbond om een dergelijk verzoek te
doen, dan moet ik hierop antwoorden,
dat het van de zijde van de modern ge
organiseerde havenarbeiders zeer zeker
een inmoreele daad te noemen is, van
een zoo nauw egoïstisch standpunt in
te nemen tegenover de andere georga
niseerde arbeiders en niet het egoïsme,
maar de solidariteit van den werkgever