LLINGl WOENSDAG 17 DECEMBER Miss Blanche AJPy"ebstpud ding Nieuwe Abonné's sQfi ZOLEN.I FEUILLETON Onder Betoovering. Sch.ra.le huid Klooster balsem BINNENLAND «N0298! INGSCHE COURAINT Y O nkt, len zoo den V 1 s en, per rnari a.s. ie Heeren JACOBS tkring 't Zuiden". eesidagen *an 1-3. sn en Haicfcsn f2.251 snen Hakken f 1.50 [•HOENWERK aan prijzen. nstraat 7. Cü Verhaar, Koop en Yorkocp en erf Pleöstsan?ragisn, eox ItbctaHag, van 1-5 regel vcgil meer 15 cent EKHOUDER n voor het bijhouden ratie etc., liefst in de Jrieven onder letters .Vliss. Courant". E HUUR NG in de Ruyterstraat, en direct te betrekken. i Vrouwestraat 24. >AKHUIS )f zonder werkplaats. Oprit 27. E HUUR ONIWG boven Café i beneden. 1 HUUR ENHUIS, van alle ge en, op 1 Februari a.s. terstraat 1. HUUR: tERLOKAAL Molen- ikkersgang. iwestraat 24. W oomarl. liddeib. - Rotterdam gelegen plaatsen. AN" PASSAGIERS, REN EN VEE. r. Rolt v.m. HF v Midfl. iber' B 8 ien te bekomen .V. Transport- en Erven G. VOS, Tel EENHOORN, Tel. Iff 308TERH0UT Tel. i® BDITENHEK rel. "0 die zich op cie „VLISSINGSCHE COU RANT" ingaande 1 Januari 1925 abon- neeren, ontvangen de nog verschijnende nummers gratis. KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 16 December. Indische Begrooting. Het begin was voor indie niet wel willend. Er was geen voldoende aantai leden aanwezig en eerst te haif twee werd de vergadering geopend. Vqór-op ging de tractatie van den heer Wijnkoop met zijn interpellatie betreffende de aangekondigde maatre gelen der Indische regeering tot be strijding van de volksbeweging der arbeiders en boeren in indië, speciaal blijkbaar tot bestrijding van de Sarekat Rajat en van de Perserikatan Kommu- nist India (P.K.I.) Wanneer we de eenige vraag die de interpellant stelde, geven gelijk ze is, weten we precies waarover het ging. Hij vroeg nl. Uit naam van de miliioenen arbei- .ilers, boeren en soldaten van Indonesië stel ik aan de Regeering thans formeel de vraag of ze bereid is, aan het Ned.- lndisch gouvernement onverwijld de categorische opdracht te verstrekken, de aangekondigde en deels reeds uit gevoerde maatregelen tot bestrijding van de volksbeweging der arbeiders en boeren in Indonesië in te trekken resp. niet door te voeren, en in plaats daar van eindelijk door te gaan tot het toe laten van de volledige vrijheid der pers, vergadering en vereeniging en de onbelemmerde bewegings-vrijheid van elke politieke- en vakvereenigings- formatie (dus ook van militaire veree- nigingen) d.w.z. opheffing van alle uitzonderingswetten en -maatregelen en exorbitante rechten en daaraan te verbinden de volledige amnestie voor alle slachtoffers van den politieken- en den vakstrijd daar te lande, inclusief de geïnterneerden en de geëxterueer- den. De heer Wijnkoop noemt alles wat in tegenstelling is met zijn stelsel, reactie. De Regeering behoeft daarop niet in te gaan. Het is onbegonnen werk. Ge leidelijk gaat de Regeering verder met de bevordering der cultureele beiangen in Indië, voorzoover de financiën deze toelaten. Alleen geschiedt het op een andere wijze dan de heer Wijnkoop wenscht. De groote beteekenis die de onder wijzer in Indië heeft, vooral tegenover de Inlandsche bevolking, maakt het gewenscht dat hij°zich ook buiten zijn werk gedraagt op een wijze die het gezag der regeering hoog houdt. Een circulaire om daarop nog eens te wij zen was niet onjuist. De Regeering steunt alles wat het wettig gezag steunt en bestrijdt alles wat dit wil ondermijnen. Dat was alles wat uit deze interpel latie op te pikken viel. De algemeene beschouwingen over de Indische begrooting werden geopend „De Sigaret" moet toch wel aan onnoemlijk vele err hooge eischen voldoen, om ieder te doen zeggen Geef MIJ maar (lngez. Mededeeling.) Roman door REINHOLD ORTMANN. 27) Al sprekende scheen zijn zedelijke verontwaardiging steeds grooter te worden en Hertha werd bang, dat zijn luide stem tot Randolphs kamer zou doorklinken. Daarom probeerde zij, hem te kalmeeren. Natuurlijk zal je geen schade lij den, Wöhlert. ik wist wel, dat mijn vader je wilde helpen, naar Amerika te gaan. En ik beschouw die belofte als aan mij overgedragen en dus zal ik ze nakomen. Maar je moet me tijd laten. Ik heb op 't oogenblik niet meer dan de som, die ik zooeven noemde. iÉn als ik nu geloof, dat zulks waar is van waar moet dan later ai dat geld komen. Als u zulke groote bronnen van inkomsten heeft, waarom moest uw vader dan dergelijke dingen doen Een oogenblik wist Hertha niet, wat te antwoorden, maar het brutale ge zicht van den man maakte haar bang. Zij kon er niet meer aan twijfelen, dat hij zich niet met mooie woorden liet afschepen. En zij had zijn hulp zoo noodig Bovendien had zij niemand zoo te duchten als dezen helper van haar vader. Binnenkort ben ik mr. Sfountons door den heer Aibarda, die de Regee ring er een verwijt van maakte dat zij voor de jaren 1923 en 1924 te pessi mistische begrootingen heeft gemaakt, hetgeen geiei-d heeft tot een woedende bezuiniging en tot allerlei reactionnaire maatregelen. De belastingen zijn te hoog en de Inlanders hebben geen vol doende levensonderhoud en hun stem ming is dus geschikt voor de felle actie die de communisten voeren. De Regee ring steunt het goede niet en bederft ae stemming Het ontvankelijk karakter der Inlanders aanvaardt de felle actie der communisten gretig en de Regee ring wekt met haar maatregelen de stemming die geschikt is voor de felle actie. Welvaartspolitiek en onderwijs zijn de eenige middelen om Indië te heipen. Onder, dezen Minister is echter veel achteruitgegaan en daarom hoopte de heer Aibarda dat na de verkiezingen een andere koers zal worden inge slagen. Precies 't tegenovergestelde wensch- te de heer Gerritsen, die de staatstaak wilde verminderen en versoberen. Het aantal ambtenaren is sedert 1919 met 18 duizend gestegen en al is het nu da lende, het is nog veel te groot en kan zeer verminderd worden. Avondvergadering. De behandeling van hoofdstuk mari ne werd voortgezet. De minister van marine, de heer Westerveld, merk't op, dat met het op nemen van uitgaven onder buitenge wone uitgaven de regeering geheel blijft in de lijn, welke sinds 1917 door de Staten-Generaal in dit opzicht is ge trokken. Wat de Vlootwet betreft, is de re geering wachtende op het advies van de Indische regeering, waarna zij, mede in verband met het protocol van Genè- ve, haar houding zal bepalen. intus- schen zal daarbij aandacht worden ge wijd aan hetgeen hierover Donderdag jl. is gezegd. Wat de vloot betreft, moet men het geheele weermachts-vraagstuk bezien in het kader van den Volkenbond.Daar- bij moet worden uitgegaan, dat iedere nationaliteit zich zelfstandig kan verde digen.. Onze nationale Veiligheid en de verdediging van Indië vordert een vloot welke in staat is daadwerkelijk op te treden in die mate als onze financieele draagkracht toelaat. Van de torpedojagers, waarvan thans 2 nieuwe worden voorgesteld, zouden we er minstens 12 moeten hebben voor een goede vloot. Aangezien bet peil van onze tegenwoordige vloot onder dien eisch blijft, acht de regeering den aan bouw der 2 jagers volkomen gerecht vaardigd, terwijl daarmede tevens de noodzakelijkheid is aangetoond. Bij de weermacht ter zee is het ma terieel van zoo groote beteekenis, dat stopzetting van den aanbouw reeds spoedig zou leiden tot vermindering van de gevechtskracht. Daarom acht de regeering uitstel of afstel van den bouw der 2 aange vraagde jagers niet verantwoord. Spreker betwijfelt of de taak van de marine geheel eri al zou kunnen worden overgenomen door een luchtvloot, nog daargelaten, of deze economischer zou zijn. Wat de 2 laatstgebouwde kruisers betreft, heeft een ingesteld onderzoek uitgemaakt dat het type hiervan geens zins onderdoet voor latere typen. Ten aanzien van de schade tenge volge een brand op een der nieuwe kruisers, deelt spr. mee, dat deze scha de geheel door assurantie werd gedekt. Voor samenvoeging van de.departe- menten van marine en oorlog tot één echtgenoote, zeide zij. En dan zal ik rijk genoeg zijn, om mijn belofte na te komen. Wöhlert deed geen moeite, zijn twij fel aan haar woorden te verbergen. Neem me niet kwalijk, maar de Engelschman is toch, zoo ver ik weet, verloofd. En bovendien dacht ik altijd, dat er tusschen u en dr.«Relling iets bestond. Kan dat dan maar zoo opeens veranderd worden 't Liefst had zij den onbeschaamde in zijn gezicht geslagen of hem de deur gewezen. Maar zij mocht noch 't een, noch 't ander doen, want zij was geheel in zijn macht. 't Zal gebeuren, zooals ik je zei. En hoe verstandiger jij je gedraagt, des te beter is het. Help mij den hinderpaal uit den weg te ruimen, die mijn huwe lijk in den weg staat, ik sta ei' voor in dat je binnen drie maanden je geld hebt. Dat is toekomstmuziek en daar mee laat ik mij niet afschepen. Maar ik ben geen onmensch en ik wil u wel te gemoetkomen. Geef mij binnen drie dagen 10 duizend Mark, dan zal ik uw wensch vervullen. Verder valt er niets meer af te dingen. Staat u op zulk een goeden voet met den Engelschman, laat hij u het dan geven. Mij is het het zelfde, waar 't vandaan komt. Maar voor ik niet de tienduizend Mark heb, verroer ik geen vinger. Hertha's kracht was uitgeput. Zij voelde, dat zij zich niet lang meer zou departement van defensie is thans het oogenblik nog niet gekomen. De heer Brautigam repliceert. Spr. deelt mede, dat geen enkel marineman het bestaande verbod tot deelneming aan een demonstratie heeft overtreden. Men heeft er zich ten slotte alleen toe bepaald, om naar den optocht te kijken, hetgeen niet verboden is. Overigens vraagt spreker waarom het eigenlijk aan marine-personeel vérboden is, aan een demonstratie deel te nemen. De heer Oud had vin den minister gaarne vernomen of een politievloot goedkooper zou zijn dan hetgeen we thans hebben. De minister beantwoord de deze vraag ontkennend. De heer Dresselhuijs vraagt ten aan zien van de Vlootwet, of hij uit hetgeen in de memorie van antwoord hierom trent is geschreven, moet opmaken dat de minister zoo spoedig mogelijk een nieuwe vlootwet zal indienen, in hoofd zaak in de lijn van het verworpen Vlootwet-ontwerp. Wanneer dat zoo is dan begrijpt spreker niet, hoe de minis ter thans in dit verband aankomt met den Volkenbond. De gedachte van den Volkenbond is geheel in strijd met hetgeen in de me morie van antwoord staat. Ook spr. is van meening dat wij voor onze nationale veiligheid en de verde diging van Indië een vloot nood'g heb ben. Spr. kan echter een minister van marine alleen dan met warmte steunen wanneer hij ons aanbiedt een plan en ons dat plan duidelijk maakt, volgens hetwelk wij krijgen een vloot, die voor ons land in het kader van den Volken bond past. De heer Van Rijckevorsel merkt den heer Dresselhuijs op, dat we met onze vloot niet kunnen wachten, totdat het protocol van Genève geheel zijn beslag gekregen heeft. Wij moeten een vloot hebben, welke in de eerste plaats ge schikt is voor eigen verdediging en die eerst daarna ook deel moet uitmaken van de internationale weermacht. De heer Van der Voort van Zijp be treurt het en vindt het bedenkelijk, dat de minister geheel heeft gezwegen over de nieuwe vlootwet en deze kwestie heeft verwezen naar het algemeen re- geeringsbeleid. Spr. kan de vrees niet onderdrukken, dat het nieuwe ontwerp zal luiden naar het oude recept. De minister dupliceert. Wat de re geering thans doet, is, dat zij vervangt het materieel zoodanig, dat het past in het algemeen verband. Spreker kan geen tegenstrijdigheid zien in den zin als door den heer Dres selhuijs is aangegeven. Eerst is de al gemeene richting aangegeven, zonder dat gesproken is van eenige sterkte, terwijl daarna de mogelijkheid wordt opengelaten bij die algemeene richting ook rekening te kunnen houden met de richting van het protocol, van welke richting we thans nog niet weten, hoe zij zich zal ontwikkelen. Bij artikel 16 verdedigt de heer Brau tigam een amendement, cm dezen post te verminderen met 1.200.000, zijnde den aangevraagden eersten termijn voor den bouw van 2 torpedobootjagers. De heer Van Schaik is van meening dat de minister de onvermijdelijkheid van de torpedobootjagers eenigszins meer plausibel heeft gemaakt. De vier torpedobootjagers zouden ook passen in het kader van den Volkenbond. Waar we tweeërlei standpunt kunnen innemen, öf de vioot afschaffen óf aan schaffen wat noodzakelijk is, acht spr. liet amendement-Brautigam dubbelzin nig en halfslachtig. De heer Dresselhuijs is van meening dat we goed zullen doen dit type van jagers ais aanvankelijk het eerste. kunnen beheerschen. En zij verwachtte niet meer, dat zij hem van denkbeeld zou kunnen veranderen. Dus besloot zij aan deze verschrikkelijke vernede ring een einde te maken. Als dat je laatste woord is, zullen we er niet langer over praten. Ik zal moeite doen, om het geld te krijgen, en ik zal je door Lisette laten weten, als het mij gelukt is. Tot dat oogenblk reken ik op je stilzwijgen en ik verzoek je dringend, niet veel te drinken 't is in je eigen belang, dat ik je er om vraag. Wöhlert vertrok zijn gezicht tot een greinzend spotlachje. Laat 't maar gerust aan mij zclven over, voor mijn belangen te zorgen. Ik weet- zelf wel, wat ik doen of laten moet. Dus drie dagen Zoo is toch de afspraak Zij kon hem alleen maar meer ant woorden met een hoofdknik. En toen hij daarop de kamer verliet, was het met haar zelfbeheersching gedaan en brak zij in snikken uit. ■HOOFDSTUK XiX. Gedurende een paar uren had Hertha slapeloos te bed gelegen. Allerlei plan nen doorkruisten haar brein en daar geen enkel haar uitvoerbaar leek, was zij langzamerhand in een opwinding ■geraakt, waartegen haar zenuwen niet lang meer bestand zouden zijn. Toen de dag aanbrak en zij opstond, had zij ingezien, dat zij vlug en zonder aarze- aanvaarden. Daarom zullen spreker en de zijnen tegen het amendement stem men. De heer Marchant is,van meening dat deze jagers de oogen van de vloot vor men. Waar er onafscheidelijk verband bestaat tusschen de oogen en het lichaam en wij dit lichaam in het geheel niet kennen, verklaart spreker zich voor het amendement. De minister acht het amendement destructief en daarom is het voor de regeering onaannemelijk Na nog enkele besprekingen van on dergeschikten aard werd de stemming over de begrooting bepaald op Don derdag na de pauze. helpt direct Het nieuwe Bezoldigingsbesluit. De centrale commissie voor Georga niseerd Overleg in ambtenaarszaken heeft in haar gisteren gehouden verga dering met algemeene stemmen beslo ten, de regeering te adviseeren, het bezoldigingsbesluit burgerlijke rijks- ambtenaren-1925 niet op 1 Januari 1925 in werking té doen treden. Nederland en Singapore. Aan het „Hbld." wordt uit Londen gemeld De „Manchester Guardian" publi ceert een schriftelijke verklaring van bevoegde Nederlandsche zijde aan gaande het standpunt van Nederland ten aanzien van de verdedigingswerken van Singapore. Daarin wordt te kennen gegeven, dat de Nederlandsche regee ring niet voornemens is over deze quaestie officieele of informeele bespre kingen te vormen. De Vlootwet, die verleden jaar werd verworpen aldus wordt in de ver klaring van het Engelsche blad gezegd beoogde Nederland in staat te stel len de onzijdigheid van Nederiandsch- Oost-lndië te handhaven ingeval van een oorlog in het verre Oosten, of al thans een aanval van niet al te Over machtige- strijdkkrachten af te weren. De handhaving van de Nederlandsche onzijdigheid is het eenige doel dat Ne derland bij zijn verdedïgingspolitiek kan nastreven. Dit doel alleen be- beerscht het Nederlandsche verdedi gingsstelsel, dat echter tevens afhanke lijk is van de finantieele draagkracht van het land en van zijn koloniën, die zeer beperkt is. Het zou volkomen in strijd zijn met den geest der Nederlandsche politiek, met een der mogendheden afzonderlij ke besprekingen te voeren of een speci ale overeenkomst te sluiten. Nederland gelooft niet dat in geval van een con flict in het verre Oosten, de schending der onzijdigheid van Nederlandsch-ln- dië door de eene of de andere mogend heid onvermijdelijk zou zijn.Daarom zal dit land zich wei wachten voor stap pen, waardoor het zich reeds bij voor baat zou kunnen compromitteeren. De rijwielbelastingplaatjes. Teneinde het publiek in de gelegen heid te stellen de rijwielmerken voor 1924, welke aan rijwielen zijn beves tigd, reeds vóór Nieuw jaar te doen ver vangen door merken geldig voor het len moest handelen, zoo de onzeker heid en de vrees voor de komende ge beurtenissen haar niet krankzinnig zou den maken. Zij wist nog niet precies hoe te han delen, maar omtrent de hoofdzaak was zij vast besloten, en verder rekende zij op de macht, die haar schoonheid uit oefende en die haar nog nooit in den steek had gelaten, zelfs niet in de meest kritieke gevallen. Na zich gekleed te hebben, schreef zij een briefje aan dokter Relling en zond Lisette, die er nog brutaler dan anders uitzag, met den brief, waarop zij antwoord moest hebben, naar de stad. Daarna had zij een lang gesprek met haar zoogenaamde tante. En het gevolg hiervan was, dat mevrouw Bergner, die er ook zeer afgemat uit zag, dadelijk 'n grooten koffer begon te pakken. Nu kwam Lisette thuis met het antwoord van dr Relling. Deze was juist met een patiënt bezig geweest en had in haast een paar regels op de achterzijde van een visitekaartje ge worpen. „ik verwacht je dus op den bepaal den tijd", las Hertha. Daarna scheurde zij het kaartje in stukken. Had zij het couvert goed bekeken, dan zou zij ze ker hebben gezien, dat het op een on handige manier was geopend en daarna weer dicht gemaakt. Maar zij was nu niet in een toestand, om op zooiets te letten. Nu zij er zeker van was, dat Relling dezen voormiddag niet zou ko- 'metzyn fijne grondstoffen EEN HEERLIJKE LEKKERNIJ (lngez. Mededeeling.) jaar 1925, heeft de minister van finan ciën de ambtenaren der accijnzen aan geschreven, van 25 dezer af tot en met 31 dezer geen controle uit te oefenen op de naleving der Rijwielbelastingwet. Bij de intrede van het nieuwe jaar zal die controle echter terstond weer wor den hervat. Zij, die aanspraak maken op de uit reiking van een kosteloos rijwielmerk voor 1925, kunnen dit reeds nu aanvra gen bij den ontvanger der accijnzen in hun woonplaats. Een kijkje in de gloeilampenfabricage. Door de N. V. Philips' Gloeilampen fabrieken te Eindhoven is een brochure onder bovenstaanden titel uitgegeven, samengesteld door Wouter Hulstijn, met teekeningen van Hans Oertle. De brochure geeft een duidelijk beeld van de uitbreiding der gloeilam penfabricage in 33 jaren. In ons land is deze een der grootste nationale in dustrieën geworden en dit behoeft geen betoog als men weet dat thans op de Philips' fabrieken te Eindhoven een personeel van 7416 personen werk zaam is. Als men de brochure doorleest, krijgt men er een goed idéé van op welke wijze de gloeilampen worden samen gesteld. Bij aanvrage aan Philips' fabrieken wordt de brochure aan belangstellen den zeker toe gezonden. PROVINCIALE STATEN. In de gisterenmorgen gehouden vergade- ring waren 39 leden aanwezig. Afwezig waren de heeren Kakebeeke en Laernoes met en Van Oeveren zonder kennisgeving. De nieuwe boot. Aan de orde was de voorzetting van de discussie over het voorstel van Ged. Sta ten tot aanschaffen van een boot van 400.000 voor de lijn BreskensVHssingen De voorzitter deelde namens Ged. Staten mede, dat deze geen uitvoering aap. het plan geven voordat door een onpartijdig deskundige alsnog een nader onderzoek is ingesteld. De heeren Wallien, Brandsma en Van der Wart verklaarden nu achtereenvolgens, dan geen bezwaar tegen het voorgestelde te hebben de laatste althans als hem nog maals absoluut was verzekerd er geen fi nancieele bezwaren zijn. De heer Lindeijer zal nu ook niet meer tegen het voorstel zijn, als men tenminste de boot openbaar wil aanbesteden. De heer Van Dusseldorp wijst op enkele posten, die in 1926 van de begrooting af vallen, o.a. de subsidie aan de tram Wal cheren, en stelt den heer Van der Wart ge rust. De heer Lantsheer waarschuwt tegen op timisme ten opzichte van dit laatste, de tram zal wel weer subsidie moeten vragen. De voorzitter zegt, dat de bedoeling is geen openbare aanbesteding te -houden, maar verschillende firma's' uit te noodigen in te schrijven. De heer Van Rompu doet nog enkele mededeelingen en verzekert o.a. dat de schuld van de veranderde zienswijze bij de bootcommissie ligt en niet bij den heer Cornelissen. De heer Brandsma hoort dit laatste met genoegen en trekt alle beschuldigingen ten opzichte van den deskundige in. Het voorstel wordt «thans zonder hoofde lijke stemming aangenomen. men, liet zij door Lisette vragen, of mr. Staunton haar kon ontvangen. Zooals zij verwacht had, luidde het antwoord bevestigend en na een paar minuten was zij weer met hem alleen. Ook hij scheen dezen nacht slecht geslapen te hebben, want hij zag er minder goed uit en moest bepaald moeite doen, om haar niet te laten merken, hoe ellendig hij zich gevoelde. Zijn merkbare zwakte maakte Hertha bezorgd maar onder de heerschende omstandigheden kon zij er niet aan denken, hem te ontzien. Want hij alleen kon haar redden. Luister eens naar mij, Randolph, fluisterde zij, hem teeder omhelzende, 'k Had je zoo graag willen sparen, maar ik moet je wel vragen nu reeds over onze toekomst te beslissen. Want er iets gebeurd, dat het onmogelijk maakt nog langer te wachten. Geheel onder den invloed harer na bijheid, had hij zijn lichamelijke zwakte reeds, vergeten en sloeg zijn arm om haar heen. Maar hebben wij dan niet reeds over onze toekomst beslist, geliefde Behoaren wij elkaar dan niet voor al tijd toe In onze harten zeker. Maar er is nog zooveel, dat ons zou kunnen scheiden. En als jij nu maar de kracht hebt voor een moedig besluit, dan zul len wij alles uit den weg ruimen, wat ons vijandig is. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1