LLINGl
WOENSDAG 17 DECEMBER
Miss Blanche
AJPy"ebstpud ding
Nieuwe Abonné's
sQfi ZOLEN.I
FEUILLETON
Onder Betoovering.
Sch.ra.le huid
Klooster balsem
BINNENLAND
«N0298!
INGSCHE COURAINT
Y
O
nkt,
len
zoo
den
V
1
s
en,
per
rnari a.s.
ie Heeren JACOBS
tkring 't Zuiden".
eesidagen *an 1-3.
sn en Haicfcsn f2.251
snen Hakken f 1.50
[•HOENWERK aan
prijzen.
nstraat 7.
Cü Verhaar, Koop en Yorkocp
en erf Pleöstsan?ragisn, eox
ItbctaHag, van 1-5 regel
vcgil meer 15 cent
EKHOUDER
n voor het bijhouden
ratie etc., liefst in de
Jrieven onder letters
.Vliss. Courant".
E HUUR
NG in de Ruyterstraat,
en direct te betrekken.
i Vrouwestraat 24.
>AKHUIS
)f zonder werkplaats.
Oprit 27.
E HUUR
ONIWG boven Café
i beneden.
1 HUUR
ENHUIS, van alle ge
en, op 1 Februari a.s.
terstraat 1.
HUUR:
tERLOKAAL Molen-
ikkersgang.
iwestraat 24.
W
oomarl.
liddeib. - Rotterdam
gelegen plaatsen.
AN" PASSAGIERS,
REN EN VEE.
r. Rolt
v.m. HF
v Midfl.
iber' B
8
ien te bekomen
.V. Transport- en
Erven G. VOS, Tel
EENHOORN, Tel. Iff
308TERH0UT Tel. i®
BDITENHEK rel. "0
die zich op cie „VLISSINGSCHE COU
RANT" ingaande 1 Januari 1925 abon-
neeren, ontvangen de nog verschijnende
nummers gratis.
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Zitting van Dinsdag 16 December.
Indische Begrooting.
Het begin was voor indie niet wel
willend. Er was geen voldoende aantai
leden aanwezig en eerst te haif twee
werd de vergadering geopend.
Vqór-op ging de tractatie van den
heer Wijnkoop met zijn interpellatie
betreffende de aangekondigde maatre
gelen der Indische regeering tot be
strijding van de volksbeweging der
arbeiders en boeren in indië, speciaal
blijkbaar tot bestrijding van de Sarekat
Rajat en van de Perserikatan Kommu-
nist India (P.K.I.)
Wanneer we de eenige vraag die de
interpellant stelde, geven gelijk ze is,
weten we precies waarover het ging.
Hij vroeg nl.
Uit naam van de miliioenen arbei-
.ilers, boeren en soldaten van Indonesië
stel ik aan de Regeering thans formeel
de vraag of ze bereid is, aan het Ned.-
lndisch gouvernement onverwijld de
categorische opdracht te verstrekken,
de aangekondigde en deels reeds uit
gevoerde maatregelen tot bestrijding
van de volksbeweging der arbeiders en
boeren in Indonesië in te trekken resp.
niet door te voeren, en in plaats daar
van eindelijk door te gaan tot het toe
laten van de volledige vrijheid der
pers, vergadering en vereeniging en
de onbelemmerde bewegings-vrijheid
van elke politieke- en vakvereenigings-
formatie (dus ook van militaire veree-
nigingen) d.w.z. opheffing van alle
uitzonderingswetten en -maatregelen en
exorbitante rechten en daaraan te
verbinden de volledige amnestie voor
alle slachtoffers van den politieken- en
den vakstrijd daar te lande, inclusief
de geïnterneerden en de geëxterueer-
den.
De heer Wijnkoop noemt alles wat in
tegenstelling is met zijn stelsel, reactie.
De Regeering behoeft daarop niet in
te gaan. Het is onbegonnen werk. Ge
leidelijk gaat de Regeering verder met
de bevordering der cultureele beiangen
in Indië, voorzoover de financiën deze
toelaten. Alleen geschiedt het op een
andere wijze dan de heer Wijnkoop
wenscht.
De groote beteekenis die de onder
wijzer in Indië heeft, vooral tegenover
de Inlandsche bevolking, maakt het
gewenscht dat hij°zich ook buiten zijn
werk gedraagt op een wijze die het
gezag der regeering hoog houdt. Een
circulaire om daarop nog eens te wij
zen was niet onjuist.
De Regeering steunt alles wat het
wettig gezag steunt en bestrijdt alles
wat dit wil ondermijnen.
Dat was alles wat uit deze interpel
latie op te pikken viel.
De algemeene beschouwingen over
de Indische begrooting werden geopend
„De Sigaret" moet toch wel
aan onnoemlijk vele err hooge
eischen voldoen, om ieder te
doen zeggen
Geef MIJ maar
(lngez. Mededeeling.)
Roman door REINHOLD ORTMANN.
27)
Al sprekende scheen zijn zedelijke
verontwaardiging steeds grooter te
worden en Hertha werd bang, dat zijn
luide stem tot Randolphs kamer zou
doorklinken. Daarom probeerde zij,
hem te kalmeeren.
Natuurlijk zal je geen schade lij
den, Wöhlert. ik wist wel, dat mijn
vader je wilde helpen, naar Amerika te
gaan. En ik beschouw die belofte als
aan mij overgedragen en dus zal ik ze
nakomen. Maar je moet me tijd laten.
Ik heb op 't oogenblik niet meer dan
de som, die ik zooeven noemde.
iÉn als ik nu geloof, dat zulks
waar is van waar moet dan later
ai dat geld komen. Als u zulke groote
bronnen van inkomsten heeft, waarom
moest uw vader dan dergelijke dingen
doen
Een oogenblik wist Hertha niet, wat
te antwoorden, maar het brutale ge
zicht van den man maakte haar bang.
Zij kon er niet meer aan twijfelen, dat
hij zich niet met mooie woorden liet
afschepen. En zij had zijn hulp zoo
noodig Bovendien had zij niemand
zoo te duchten als dezen helper van
haar vader.
Binnenkort ben ik mr. Sfountons
door den heer Aibarda, die de Regee
ring er een verwijt van maakte dat zij
voor de jaren 1923 en 1924 te pessi
mistische begrootingen heeft gemaakt,
hetgeen geiei-d heeft tot een woedende
bezuiniging en tot allerlei reactionnaire
maatregelen. De belastingen zijn te
hoog en de Inlanders hebben geen vol
doende levensonderhoud en hun stem
ming is dus geschikt voor de felle actie
die de communisten voeren. De Regee
ring steunt het goede niet en bederft
ae stemming Het ontvankelijk karakter
der Inlanders aanvaardt de felle actie
der communisten gretig en de Regee
ring wekt met haar maatregelen de
stemming die geschikt is voor de felle
actie.
Welvaartspolitiek en onderwijs zijn
de eenige middelen om Indië te heipen.
Onder, dezen Minister is echter veel
achteruitgegaan en daarom hoopte de
heer Aibarda dat na de verkiezingen
een andere koers zal worden inge
slagen.
Precies 't tegenovergestelde wensch-
te de heer Gerritsen, die de staatstaak
wilde verminderen en versoberen. Het
aantal ambtenaren is sedert 1919 met
18 duizend gestegen en al is het nu da
lende, het is nog veel te groot en kan
zeer verminderd worden.
Avondvergadering.
De behandeling van hoofdstuk mari
ne werd voortgezet.
De minister van marine, de heer
Westerveld, merk't op, dat met het op
nemen van uitgaven onder buitenge
wone uitgaven de regeering geheel blijft
in de lijn, welke sinds 1917 door de
Staten-Generaal in dit opzicht is ge
trokken.
Wat de Vlootwet betreft, is de re
geering wachtende op het advies van
de Indische regeering, waarna zij, mede
in verband met het protocol van Genè-
ve, haar houding zal bepalen. intus-
schen zal daarbij aandacht worden ge
wijd aan hetgeen hierover Donderdag
jl. is gezegd.
Wat de vloot betreft, moet men het
geheele weermachts-vraagstuk bezien
in het kader van den Volkenbond.Daar-
bij moet worden uitgegaan, dat iedere
nationaliteit zich zelfstandig kan verde
digen.. Onze nationale Veiligheid en de
verdediging van Indië vordert een vloot
welke in staat is daadwerkelijk op te
treden in die mate als onze financieele
draagkracht toelaat.
Van de torpedojagers, waarvan thans
2 nieuwe worden voorgesteld, zouden
we er minstens 12 moeten hebben voor
een goede vloot. Aangezien bet peil van
onze tegenwoordige vloot onder dien
eisch blijft, acht de regeering den aan
bouw der 2 jagers volkomen gerecht
vaardigd, terwijl daarmede tevens de
noodzakelijkheid is aangetoond.
Bij de weermacht ter zee is het ma
terieel van zoo groote beteekenis, dat
stopzetting van den aanbouw reeds
spoedig zou leiden tot vermindering
van de gevechtskracht.
Daarom acht de regeering uitstel of
afstel van den bouw der 2 aange
vraagde jagers niet verantwoord.
Spreker betwijfelt of de taak van de
marine geheel eri al zou kunnen worden
overgenomen door een luchtvloot, nog
daargelaten, of deze economischer zou
zijn.
Wat de 2 laatstgebouwde kruisers
betreft, heeft een ingesteld onderzoek
uitgemaakt dat het type hiervan geens
zins onderdoet voor latere typen.
Ten aanzien van de schade tenge
volge een brand op een der nieuwe
kruisers, deelt spr. mee, dat deze scha
de geheel door assurantie werd gedekt.
Voor samenvoeging van de.departe-
menten van marine en oorlog tot één
echtgenoote, zeide zij. En dan zal ik
rijk genoeg zijn, om mijn belofte na te
komen.
Wöhlert deed geen moeite, zijn twij
fel aan haar woorden te verbergen.
Neem me niet kwalijk, maar de
Engelschman is toch, zoo ver ik weet,
verloofd. En bovendien dacht ik altijd,
dat er tusschen u en dr.«Relling iets
bestond. Kan dat dan maar zoo opeens
veranderd worden
't Liefst had zij den onbeschaamde in
zijn gezicht geslagen of hem de deur
gewezen. Maar zij mocht noch 't een,
noch 't ander doen, want zij was geheel
in zijn macht.
't Zal gebeuren, zooals ik je zei.
En hoe verstandiger jij je gedraagt, des
te beter is het. Help mij den hinderpaal
uit den weg te ruimen, die mijn huwe
lijk in den weg staat, ik sta ei' voor in
dat je binnen drie maanden je geld
hebt.
Dat is toekomstmuziek en daar
mee laat ik mij niet afschepen. Maar ik
ben geen onmensch en ik wil u wel te
gemoetkomen. Geef mij binnen drie
dagen 10 duizend Mark, dan zal ik uw
wensch vervullen. Verder valt er niets
meer af te dingen. Staat u op zulk een
goeden voet met den Engelschman,
laat hij u het dan geven. Mij is het het
zelfde, waar 't vandaan komt. Maar
voor ik niet de tienduizend Mark heb,
verroer ik geen vinger.
Hertha's kracht was uitgeput. Zij
voelde, dat zij zich niet lang meer zou
departement van defensie is thans het
oogenblik nog niet gekomen.
De heer Brautigam repliceert. Spr.
deelt mede, dat geen enkel marineman
het bestaande verbod tot deelneming
aan een demonstratie heeft overtreden.
Men heeft er zich ten slotte alleen toe
bepaald, om naar den optocht te kijken,
hetgeen niet verboden is. Overigens
vraagt spreker waarom het eigenlijk
aan marine-personeel vérboden is, aan
een demonstratie deel te nemen.
De heer Oud had vin den minister
gaarne vernomen of een politievloot
goedkooper zou zijn dan hetgeen we
thans hebben. De minister beantwoord
de deze vraag ontkennend.
De heer Dresselhuijs vraagt ten aan
zien van de Vlootwet, of hij uit hetgeen
in de memorie van antwoord hierom
trent is geschreven, moet opmaken dat
de minister zoo spoedig mogelijk een
nieuwe vlootwet zal indienen, in hoofd
zaak in de lijn van het verworpen
Vlootwet-ontwerp. Wanneer dat zoo is
dan begrijpt spreker niet, hoe de minis
ter thans in dit verband aankomt met
den Volkenbond.
De gedachte van den Volkenbond is
geheel in strijd met hetgeen in de me
morie van antwoord staat.
Ook spr. is van meening dat wij voor
onze nationale veiligheid en de verde
diging van Indië een vloot nood'g heb
ben. Spr. kan echter een minister van
marine alleen dan met warmte steunen
wanneer hij ons aanbiedt een plan en
ons dat plan duidelijk maakt, volgens
hetwelk wij krijgen een vloot, die voor
ons land in het kader van den Volken
bond past.
De heer Van Rijckevorsel merkt den
heer Dresselhuijs op, dat we met onze
vloot niet kunnen wachten, totdat het
protocol van Genève geheel zijn beslag
gekregen heeft. Wij moeten een vloot
hebben, welke in de eerste plaats ge
schikt is voor eigen verdediging en die
eerst daarna ook deel moet uitmaken
van de internationale weermacht.
De heer Van der Voort van Zijp be
treurt het en vindt het bedenkelijk, dat
de minister geheel heeft gezwegen over
de nieuwe vlootwet en deze kwestie
heeft verwezen naar het algemeen re-
geeringsbeleid. Spr. kan de vrees niet
onderdrukken, dat het nieuwe ontwerp
zal luiden naar het oude recept.
De minister dupliceert. Wat de re
geering thans doet, is, dat zij vervangt
het materieel zoodanig, dat het past in
het algemeen verband.
Spreker kan geen tegenstrijdigheid
zien in den zin als door den heer Dres
selhuijs is aangegeven. Eerst is de al
gemeene richting aangegeven, zonder
dat gesproken is van eenige sterkte,
terwijl daarna de mogelijkheid wordt
opengelaten bij die algemeene richting
ook rekening te kunnen houden met de
richting van het protocol, van welke
richting we thans nog niet weten, hoe
zij zich zal ontwikkelen.
Bij artikel 16 verdedigt de heer Brau
tigam een amendement, cm dezen post
te verminderen met 1.200.000, zijnde
den aangevraagden eersten termijn voor
den bouw van 2 torpedobootjagers.
De heer Van Schaik is van meening
dat de minister de onvermijdelijkheid
van de torpedobootjagers eenigszins
meer plausibel heeft gemaakt. De vier
torpedobootjagers zouden ook passen
in het kader van den Volkenbond.
Waar we tweeërlei standpunt kunnen
innemen, öf de vioot afschaffen óf aan
schaffen wat noodzakelijk is, acht spr.
liet amendement-Brautigam dubbelzin
nig en halfslachtig.
De heer Dresselhuijs is van meening
dat we goed zullen doen dit type van
jagers ais aanvankelijk het eerste.
kunnen beheerschen. En zij verwachtte
niet meer, dat zij hem van denkbeeld
zou kunnen veranderen. Dus besloot
zij aan deze verschrikkelijke vernede
ring een einde te maken.
Als dat je laatste woord is, zullen
we er niet langer over praten.
Ik zal moeite doen, om het geld te
krijgen, en ik zal je door Lisette laten
weten, als het mij gelukt is. Tot dat
oogenblk reken ik op je stilzwijgen en
ik verzoek je dringend, niet veel te
drinken 't is in je eigen belang, dat
ik je er om vraag.
Wöhlert vertrok zijn gezicht tot een
greinzend spotlachje.
Laat 't maar gerust aan mij zclven
over, voor mijn belangen te zorgen. Ik
weet- zelf wel, wat ik doen of laten
moet. Dus drie dagen Zoo is toch de
afspraak
Zij kon hem alleen maar meer ant
woorden met een hoofdknik. En toen hij
daarop de kamer verliet, was het met
haar zelfbeheersching gedaan en brak
zij in snikken uit.
■HOOFDSTUK XiX.
Gedurende een paar uren had Hertha
slapeloos te bed gelegen. Allerlei plan
nen doorkruisten haar brein en daar
geen enkel haar uitvoerbaar leek, was
zij langzamerhand in een opwinding
■geraakt, waartegen haar zenuwen niet
lang meer bestand zouden zijn. Toen
de dag aanbrak en zij opstond, had zij
ingezien, dat zij vlug en zonder aarze-
aanvaarden. Daarom zullen spreker en
de zijnen tegen het amendement stem
men.
De heer Marchant is,van meening dat
deze jagers de oogen van de vloot vor
men. Waar er onafscheidelijk verband
bestaat tusschen de oogen en het
lichaam en wij dit lichaam in het geheel
niet kennen, verklaart spreker zich voor
het amendement.
De minister acht het amendement
destructief en daarom is het voor de
regeering onaannemelijk
Na nog enkele besprekingen van on
dergeschikten aard werd de stemming
over de begrooting bepaald op Don
derdag na de pauze.
helpt direct
Het nieuwe Bezoldigingsbesluit.
De centrale commissie voor Georga
niseerd Overleg in ambtenaarszaken
heeft in haar gisteren gehouden verga
dering met algemeene stemmen beslo
ten, de regeering te adviseeren, het
bezoldigingsbesluit burgerlijke rijks-
ambtenaren-1925 niet op 1 Januari 1925
in werking té doen treden.
Nederland en Singapore.
Aan het „Hbld." wordt uit Londen
gemeld
De „Manchester Guardian" publi
ceert een schriftelijke verklaring van
bevoegde Nederlandsche zijde aan
gaande het standpunt van Nederland
ten aanzien van de verdedigingswerken
van Singapore. Daarin wordt te kennen
gegeven, dat de Nederlandsche regee
ring niet voornemens is over deze
quaestie officieele of informeele bespre
kingen te vormen.
De Vlootwet, die verleden jaar werd
verworpen aldus wordt in de ver
klaring van het Engelsche blad gezegd
beoogde Nederland in staat te stel
len de onzijdigheid van Nederiandsch-
Oost-lndië te handhaven ingeval van
een oorlog in het verre Oosten, of al
thans een aanval van niet al te Over
machtige- strijdkkrachten af te weren.
De handhaving van de Nederlandsche
onzijdigheid is het eenige doel dat Ne
derland bij zijn verdedïgingspolitiek
kan nastreven. Dit doel alleen be-
beerscht het Nederlandsche verdedi
gingsstelsel, dat echter tevens afhanke
lijk is van de finantieele draagkracht
van het land en van zijn koloniën, die
zeer beperkt is.
Het zou volkomen in strijd zijn met
den geest der Nederlandsche politiek,
met een der mogendheden afzonderlij
ke besprekingen te voeren of een speci
ale overeenkomst te sluiten. Nederland
gelooft niet dat in geval van een con
flict in het verre Oosten, de schending
der onzijdigheid van Nederlandsch-ln-
dië door de eene of de andere mogend
heid onvermijdelijk zou zijn.Daarom zal
dit land zich wei wachten voor stap
pen, waardoor het zich reeds bij voor
baat zou kunnen compromitteeren.
De rijwielbelastingplaatjes.
Teneinde het publiek in de gelegen
heid te stellen de rijwielmerken voor
1924, welke aan rijwielen zijn beves
tigd, reeds vóór Nieuw jaar te doen ver
vangen door merken geldig voor het
len moest handelen, zoo de onzeker
heid en de vrees voor de komende ge
beurtenissen haar niet krankzinnig zou
den maken.
Zij wist nog niet precies hoe te han
delen, maar omtrent de hoofdzaak was
zij vast besloten, en verder rekende zij
op de macht, die haar schoonheid uit
oefende en die haar nog nooit in den
steek had gelaten, zelfs niet in de meest
kritieke gevallen.
Na zich gekleed te hebben, schreef
zij een briefje aan dokter Relling en
zond Lisette, die er nog brutaler dan
anders uitzag, met den brief, waarop
zij antwoord moest hebben, naar de
stad. Daarna had zij een lang gesprek
met haar zoogenaamde tante. En het
gevolg hiervan was, dat mevrouw
Bergner, die er ook zeer afgemat uit
zag, dadelijk 'n grooten koffer begon
te pakken. Nu kwam Lisette thuis met
het antwoord van dr Relling. Deze
was juist met een patiënt bezig geweest
en had in haast een paar regels op de
achterzijde van een visitekaartje ge
worpen.
„ik verwacht je dus op den bepaal
den tijd", las Hertha. Daarna scheurde
zij het kaartje in stukken. Had zij het
couvert goed bekeken, dan zou zij ze
ker hebben gezien, dat het op een on
handige manier was geopend en daarna
weer dicht gemaakt. Maar zij was nu
niet in een toestand, om op zooiets te
letten. Nu zij er zeker van was, dat
Relling dezen voormiddag niet zou ko-
'metzyn fijne grondstoffen
EEN HEERLIJKE LEKKERNIJ
(lngez. Mededeeling.)
jaar 1925, heeft de minister van finan
ciën de ambtenaren der accijnzen aan
geschreven, van 25 dezer af tot en met
31 dezer geen controle uit te oefenen
op de naleving der Rijwielbelastingwet.
Bij de intrede van het nieuwe jaar zal
die controle echter terstond weer wor
den hervat.
Zij, die aanspraak maken op de uit
reiking van een kosteloos rijwielmerk
voor 1925, kunnen dit reeds nu aanvra
gen bij den ontvanger der accijnzen in
hun woonplaats.
Een kijkje in de gloeilampenfabricage.
Door de N. V. Philips' Gloeilampen
fabrieken te Eindhoven is een brochure
onder bovenstaanden titel uitgegeven,
samengesteld door Wouter Hulstijn,
met teekeningen van Hans Oertle.
De brochure geeft een duidelijk
beeld van de uitbreiding der gloeilam
penfabricage in 33 jaren. In ons land
is deze een der grootste nationale in
dustrieën geworden en dit behoeft geen
betoog als men weet dat thans op de
Philips' fabrieken te Eindhoven een
personeel van 7416 personen werk
zaam is.
Als men de brochure doorleest, krijgt
men er een goed idéé van op welke
wijze de gloeilampen worden samen
gesteld.
Bij aanvrage aan Philips' fabrieken
wordt de brochure aan belangstellen
den zeker toe gezonden.
PROVINCIALE STATEN.
In de gisterenmorgen gehouden vergade-
ring waren 39 leden aanwezig. Afwezig
waren de heeren Kakebeeke en Laernoes
met en Van Oeveren zonder kennisgeving.
De nieuwe boot.
Aan de orde was de voorzetting van de
discussie over het voorstel van Ged. Sta
ten tot aanschaffen van een boot van
400.000 voor de lijn BreskensVHssingen
De voorzitter deelde namens Ged. Staten
mede, dat deze geen uitvoering aap. het
plan geven voordat door een onpartijdig
deskundige alsnog een nader onderzoek is
ingesteld.
De heeren Wallien, Brandsma en Van der
Wart verklaarden nu achtereenvolgens, dan
geen bezwaar tegen het voorgestelde te
hebben de laatste althans als hem nog
maals absoluut was verzekerd er geen fi
nancieele bezwaren zijn.
De heer Lindeijer zal nu ook niet meer
tegen het voorstel zijn, als men tenminste
de boot openbaar wil aanbesteden.
De heer Van Dusseldorp wijst op enkele
posten, die in 1926 van de begrooting af
vallen, o.a. de subsidie aan de tram Wal
cheren, en stelt den heer Van der Wart ge
rust.
De heer Lantsheer waarschuwt tegen op
timisme ten opzichte van dit laatste, de
tram zal wel weer subsidie moeten vragen.
De voorzitter zegt, dat de bedoeling is
geen openbare aanbesteding te -houden,
maar verschillende firma's' uit te noodigen
in te schrijven.
De heer Van Rompu doet nog enkele
mededeelingen en verzekert o.a. dat de
schuld van de veranderde zienswijze bij de
bootcommissie ligt en niet bij den heer
Cornelissen.
De heer Brandsma hoort dit laatste met
genoegen en trekt alle beschuldigingen ten
opzichte van den deskundige in.
Het voorstel wordt «thans zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
men, liet zij door Lisette vragen, of mr.
Staunton haar kon ontvangen. Zooals
zij verwacht had, luidde het antwoord
bevestigend en na een paar minuten
was zij weer met hem alleen.
Ook hij scheen dezen nacht slecht
geslapen te hebben, want hij zag er
minder goed uit en moest bepaald
moeite doen, om haar niet te laten
merken, hoe ellendig hij zich gevoelde.
Zijn merkbare zwakte maakte Hertha
bezorgd maar onder de heerschende
omstandigheden kon zij er niet aan
denken, hem te ontzien. Want hij alleen
kon haar redden.
Luister eens naar mij, Randolph,
fluisterde zij, hem teeder omhelzende,
'k Had je zoo graag willen sparen,
maar ik moet je wel vragen nu reeds
over onze toekomst te beslissen. Want
er iets gebeurd, dat het onmogelijk
maakt nog langer te wachten.
Geheel onder den invloed harer na
bijheid, had hij zijn lichamelijke zwakte
reeds, vergeten en sloeg zijn arm om
haar heen.
Maar hebben wij dan niet reeds
over onze toekomst beslist, geliefde
Behoaren wij elkaar dan niet voor al
tijd toe
In onze harten zeker. Maar er
is nog zooveel, dat ons zou kunnen
scheiden. En als jij nu maar de kracht
hebt voor een moedig besluit, dan zul
len wij alles uit den weg ruimen, wat
ons vijandig is.
(Wordt vervolgd.)