VRIJDAO 12 DECEMBER
egNo294 62e Jaargang 1924»
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
Laat U niet
meer kwellen
door:
spierpijn,
stramheid,
rheumatiek,
spit in den rug
Wrijf die pijn
dadelijk weg
met Akker's
Kloosterbalsem
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
regel meer 15 Cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kanier.
Zitting van Donderdag.
Landbouw.
Alvorens de discussie over de afdee-
Jing Landbouw voort te zetten werden
eenige algemeene ontwerpen afgedaan.
In de eerste plaats noemen wij deze
twee goedkeuring van de toetreding
van Nederland -tot het te Brussel ge
sloten verdrag, betreffende Internatio
nale Handelsstatistiek, en goedkeuring
van het op 30 Mei 1924 te Warschau
tusschen Nederland en Polen gesloten
handelsverdrag, met daarbij behoorend
protocol.
Vervolgens waren aan de orde de
volgende ontwerpen
Wijziging der wet van 5 Oct., hou
dende instructie voor de Algemeene Re
kenkamer, zooals die wet is gewijzigd,
laatstelijk bij de wet van 1 Mei 1924
(wedden voorzitter en leden Algemeene
Rekenkamer) regeling van de bezoldi
ging van den Raad van State nadere
wijziging van de wet van 5 Juli l9!o,
(ot regeling van de samenstelling van
den Hoogen Raad, de gerechtshoven, de
arrondissements-rechtbanken en de
kantongerechten en van de jaarwedden
der rechterlijke ambtenaren, alsmede
van de klassen der rechtbanken en kan-
•tongerechten nadere wijziging der
wet van 20 Juni 1913 tot aanvulling van
artikel 143 der Regtspleging bij de
Landmagt, van de Provisioneele in
structie voor het Hoog Militair Ge
rechtshof en nadere voorzjeningen be
treffende jaarwedden van de leden der
militair-rechterlijke macht, enz.
Het doel daarvan was de salarissen
bij deze colleges in overeenstemming
met het Bezoldigingsbesluit te verla
gen. De heer Gerhard wenschte vast te
leggen dat het niet den indruk moest
maken alsof hier definitieve regelingen
werden vastgesteld. Het Bezoldigings
besluit was een noodmaatregel en moest
als zoodanig erkend blijven. Hij zag een
laakbare listigheid in deze ontwerpen,
die ten doel hadden de salarissen der
hooge ambtenaren minder te verlagen
dan die der 'lagere.
De salarissen tot 6000 werden met
10 verlaagd, die daarboven met 500
onverschillig hoe hoog zij zijn,. Inder
daad is dat een zonderlinge regeling.
Wie f 5500 inkomen heeft moet 550
missen, wie 6500 heeft slechts 500.
De socialisten verzetten zich tegen
dit stelsel. Ook de heeren Schouten,
Snoeck Henkemans en Nolens vonden
dit stelsel niet fraai. Minister Colijn
.herinnerde er aan dat vroeger geklaagd
is over de gelijkvormige korting, voor
hoogere en lagere, en juist voor deze
categorieën van hoogere ambtenaren
achtte men die regeling onbillijk. Met
die opmerkingen hield de regeering re
kening en nu wenscht men weer gelijke
behandeling.
Vele lagere ambtenaren gaan op 1
januari a.s. in salaris vooruit als ge
volg. van de nieuwe normen-regeling.
Het was dus feitelijk de bedoeling de
hoogere salarissen door nieuwe nor
maliseering te verhoogen, gelijk de Ka
mer het vroeger heeft gewild.
Maar nu waren het andere leden die
het woord voerden en die vooral wilden
aecentueeren dat het hier geen inciden-
teele salarisregeling mocht zijn. Het
resultaat was, dat de regeering zich
neerlegde bij uitstel, opdat zij de ont
werpen kon wijzigen, zoodat zij meer
het karakter van een tijdelijke regeling
kreeg, gelijk velen het wenschten.
Voorshands zijn ze dus weer van de
baan.
Bij landbouw kwamen nog allerlei
specialiteiten aan de beurt. Vóóf'pacht-
herziening, vóór uitbreiding cultuur
gronden, vóór emigratie enz. Over het
nut van een a-part Landbouw-departe-
ment werd weer eens gediscussieerd.
Het maakte wat rumoer dat van rechts
niet veel meer daarvoor wordt gevoeld,
zoodat de politiek daar boven het
landbouwbelang schijnt tg gaan, naar
het oordeel van mr. van Rappard bij
voorbeeld De heer Beumer verdedigde
(ht politieke puntje. Alleen de Katholie
ke partij, had den wenscli' voor een apart
hepartejnent op haar program in 1922.
Minister Ruijs boerde aardig door de
gemaakte opmerkingen heen. Uitbrei
ding van cultuurgrond, hef eenige be
langrijke punt van de discussie, heeft
«e volle aandacht van den minister. De
bekende commissie-Lovinck zal haar
aandacht aan deze materie geven. De
minister is meer voor decentralisatie bij
de ontginning dan voor centrale behar
tiging^ daarvan. In 5 jaar tijd is 1
millioen gulden door het Rijk beschik
baar gesteld voor ontginning in dien
tijd zijn 189 boerderijen gesticht. De
regeering zal 2 ton steun geven voor
drooglegging van de Biesbosch waar
aan de provincie 2}ton en Dordrecht
3/2 ton zal betalen.
Het ipachtvraagstuk is in onderzoek
bij -de landbouw-organisaties de emi
gratie heeft de aandacht der regeering.
Avondvergadering.
Aan de orde werd gesteld de behan
deling van hoofdstuk marine.
De heer Brautigam kan zich niet ver
eenigen met de leden, die in het af-
deelingsonderzoek op een spoedige in
diening van de nieuwe Vlootwet heb
ben aangedrongen. Deze leden willen
blijkbaar die Vlootwet nog in dit zit
tingsjaar behandelen, dus voor dat het
kiezerskorps zich heeft uitgesproken.
Spreker wénscht zich tegen dat stre
ven ernstig te verzetten, omdat bij het
petitonnement duidelijk is gebleken,
hoezeer het volk in deze kwestie be
lang stelt. Spreker hoopt, dat de re
geering niet zal toegeven aan den aan
drang, de Vlootwet voor'de verkiezin
gen te behandelen.
Wat de onderhavige begrooting be
treft, is spr van meening, dat deze ge
heel ingaat' tegen den volkswil, vooral
wat betreft de daarin opgenomen ver
spilling aan nieuwen bouw.
De heer Ter Hall bespreekt de loo-
pende geruchten over sobotagc onder
het personeel in den Helder. Spreker
vraagt den minister o.a. of het juist is,
dat getracht is de „Bever" in brand te
steken en een' olietank te laten leeg-
loopen, hetwelk groot gevaar zou op-
leveren. Voorts vraagt spr., hoe het
mogelijk is, dat in een nacht op de
„Gelderland" een rood-e vlag of lap is
geheschen.
De heer Van der Bilt is van meening,
dat we moeten zorgen en blijven zorgen
voor handhaving van ons gezag in de
overzeesche gewesten, en daarbij be
hoort ook het tegengaan van de zee-
rooverij. Deze marinebegrooting staat
in dat teeken, aangezien daarbij is uit
gegaan van de gedachte, dat we moe
ten houden wat we thans hebben. Spr.
acht den minister den nieuwen aan
bouw noodig, omdat de twee torpedo
jagers eerst over twee jaar gereed zui
len zijn en het materiaal, dat zij zullen
moeten vervangen, dan opgevaren zal
zijn.
De heer van Raveristein merkt ten
aanzien van de nieuwe Vlootwet op,
dat ze nog veel te hooge lasten zal
brengen voor het Nederlandsche volk.
Spreker zegt, dat thans reeds over deze
nieuwe Vlootwet de meest vernietigende
kritiek wordt uitgebracht. De nieuwe
vlootplannen der regeering worden
zelfs in Indië als onverantwoordelijk en
misdadig gekwalificeerd.
Mevr. BronsveldVitringa spreekt
over de immoreele toestanden onder het
marine-personeel. Spr. overdrijft niet,
wanneer zij zegt, dat het Nederlandsche
volk jaarlijks meer dan 200.000 gulden
moet opbrengen voor bestrijding van de
onzedelijkheid bij de marine. Spr. hoopt
dat de 'minister deze quaestie ernstig
zal overwegen.
De heer Oud merkt op, dat men thans
niettegenstaande de verwerping van de
vlootwet, tracht reeds zooveel mogelijk
materiaal voor de nieuwe vlootwet in
de wacht te sleepen. Van een eigenlijke
bezuiniging, die het vorige jaar in uit
zicht is gesteld en die voor het depar
tement van marine ongeveer 6 millioen
zou bedragen, bemerkt men niets en
de minister zegt hiervan slechts, dat
dit was bedoeld als een bezuiniging ir.
perspectief en dat deze zaaR eerst na
der moet worden onderzocht.
De heer van der Voort van Zijp is van
meening, dat er wel degelijk op de ma
rine is bezuinigd. Het aantal officieren
is aanmerkelijk verminderd. Een aantal
commandementen is opgeheven, enz.
Eindelijk komt er echter een oogenblik
dat niet verder met de inkrimping kan
worden gegaan, en volgens spreker is
thans dat oogenblik aangebroken.
De heer Snoeck Henkemans is van
meening, dat de twee torpedojagers,
waarvoor thans de eerste termijn wordt
aangevraagd, ongetwijfeld noodig zijn
om onze vloot op peil te houden. Deze
bouw is niets dan onderhoud van onze
vloot, en zonder dit onderhoud zou de
vloot-absoluut te niet gaan.
Als Nederlandsch volk hebben wij in
Indië een taak te vervullen en daarom
mogen wij de middelen niet nalaten om
Indië niet prijs te geven en om ons ge
zag daar te handhaven.
De heer Schaper is van meening, dat
wij met den bouw van kruisers de mo
derne techniek niet kunnen bijhouden.
Toch wil men ec-n up to date vloot heb
ben. Maar .volgens spr. kunnen wij al
cjfen duren rommel niet betalen.
De heer van Schaik acht het verwijt
van den heer Oud, dat de minister zich
niet houdt aan het votum der Kamer,
waarbij de vlootwet is verworpen vol
komen ongegrond.
Wat den aanbouw van twee nieuwe
torpedojagers aangaat, kan spreker zich
niet vereenigen met het argument van
den minister, dat deze zullen dienen ter
vervanging van twee versleten torpedo
jagers. Spr. had gehoopt dat de minis
ter zou zijn gekomen met een vlootplan
en dat hij zou hebben aangetoond, dat
in dat systeem de twee nieuwe jagers
noodzakelijk zijn.
De heer van Rijckevorsel is van mee
ning, dat wij moeten hebben een be
hoorlijke vloot in Indië in verband met
wat na den oorlog is ontstaan, door
middel van den Volkenbond en wat
daarmee samenhangt.
De beide nieuwe voorgestelde torpe
dojagers zullen in dit verband ook noo
dig zijn en daarom is er alle aanleiding
de daarvoor aangevraagde gelden toe
te staan.
Nederland en België.
De redacteur van de „Maasbode"
te Brussel seint d.d. 11 December
Een officieele Belgische missie, be
staande uit twee directeuren van het
ministerie van buitenlandsche zaken en
een professor in het internationaal recht
zal de volgende week naar den Haag
vertrekken. Hoewel niet wordt gezegd,
wat deze missie eigenlijk in den Haag
gaat doen, wordt hier in sommige krin
gen verondersteld, dat deze reis in ver
band staat met de N'ederiandsch-Bel-
gische kwestie betreffende het Schelde-
regiem, meer speciaal voor het onder
houd van en het technisch toezicht op
den Scheldestroom. Daar buitenland
sche zaken het niet noodig heeft geoor
deeld deze veronderstelling tegen te
spreken en dit departement evenmin
wil zeggen of zij juist is, geven wij dit
bericht onder voorbehoud.
De Forensenbelasting..
Blijkens het voorloopig verslag van
de afdeelingen der Tweede Kamer over
het wetsontwerp tot wijziging van de
Gemeentewet met betrekking tot de
plaatselijke belastingen, konden de
voorgestelde bepalingen ten aanzien
van de belasting van werkforensen al
lerminst bevrediging vinden. Inzonder
heid hadden vele leden bezwaar tegen
het beginsel, dat deze belasting zal
worden geheven naar de opbrengst van
de betrekking, «het beroep of bedrijf
voor zoover deze .geacht kan worden in
de forensaal gemeente te zijn verkre
gen. De vraag toch doet zich voor, of
dit theoretisch juist is. Deze bepaling
zou in de practijk onuitvoerbaar blijken.
Het zal vaak, volgens, verscheidene
leden, ondoenlijk wezen, nauwkeurig
vast te stellen welk deel der opbrengst
van betrekking, beroep of bedrijf in een
bepaalde gemeente wordt verkregen.
Het wetsoijhverp geeft daaromtrent
geen nadere regeling, maar laat de be-
slissingën geheel aan den administra
tieven rechter over. Dit zou onvermijde
lijk tot belastingontduiking op groote
schaal aanleiding kunnen geven.
Voor vele commercieele forensen zal
het ook onmogelijk zijn, denkt men,
eventueel een behoorlijke aangifte te
doen van het in een bepaalde gemeente
verkregen inkomen. Voorts vestigde
men de aandacht er op, dat de voorge
stelde bepalingen voor de forensale ge
meenten zeer nadeelige financieele ge
volgen zullen teweeg brengen, Het be
drag, door hen uit de belasting van
werkforensen verkregen, zal aanmerke
lijk minder worden. Bovendien zal door
de voorgestelde wijzigingen het forens-
zijn voor personen met groote inkomens
veel voordeeliger worden.
Er zal derhalve vermoedelijk, zoo
werd betoogd, een aanmerkelijke uit
tocht van personen met groote inko
mens uit de groote steden naar nabu
rige gemeenten volgen.
VLISSINGEN, 12 DECEMBER.
De uit'preiding van onze haven.
De hoefijzer-correspondent van het
„Hbl." schrijft onder het opschrift
„Weer bijgedraaid" het volgende
Zoo zal er dan nu tóch weer worden
voortgewerkt aan de Vlissingsche ha
ven Wij moeten het zien vóór wij het
gelooven, want na al wat deze regee
ring in deze quaestie aan betrouwbaars
heeft geleverd, kan men pp dat stuk
zeggen Zij staat voor niets. Te meer
omdat, uit de Alemorie van Antwoord
betreffende de Waterstaatsbegrooting,
blijkt met welk een gemelijken onwil de
heer Van Swaay neen, altijd weer de
regeering, want deze heeft er uitdruk
kelijk een regeeringszaak van gemaakt
nu zwicht voor den dreigenden
storm. Het heet nu immers nota bene
dat de propaganda voor de zaak de
oplossing heeft vertraagd. Blijkelijk
wordt daarbij gedoeld op de geweldige
activiteit die de burgemeester van Vlis
singen, de heer Van Woelderen, ruste
loos heeft ontwikkeld in deze quaestie,
een activiteit waarbij hij het misnoegen
van meer dan één departement en de-
partements/ioo/rf (o.a. dat van den heer
Ruys) natuurlijk m-oest trotseeren. En
men kan zich wel voórstellen dat hij,
van een Regeering die ook in andere
zaken gemeentebesturen heeft be
schouwd en behandeld als haar onder
geschikten, binnenskamers nog wel
meer zal hebben te hooren gekregen dan
deze misselijke perfidie in de Memorie
van Toelichting. Voor ieder die maar
even binnen-in de zaak heeft kunnen
kijken, staat het echter vast dat er, zon
der die „propaganda", van deze regee
ring geen steen en geen schop aarde
voor Viissingen zou zijn verkregen.
Maar het is begrijpen dat vooral de
heeren Van Karnebeek, Van Swaay en
Ruys giftig zijn over dit feitelijke
Kow-toiv dat ze nu moeten maken voor
een platteiandsburgemeester.
intusschen is er dan nu weer
650.000 op de begrooting gebracht
voor een meer beperkte uitvoering van
het plan. De lengte van de havenkom
blijft onaangetast. Ook de diepte En
de fundeering van den kaaimuur
Wanneer men met een andere regeering
fc doen had, zou men zulke vragen niet
behoeven te stellen want het antwoord
het heerlijk verwar
mende wrijfmiddel dat
direct een behaaglijke
verlichting geeft pn af
doend geneest.
Pci groote pot van 20 gram 50 ct. Alom verkrijgbaar!
Potten v. 50 gr. II.— 100 gr. fl.75 nog voordeeliger.
zóu dan luiden Natuurlijk, aangezien
daarvan niet wordt gerept. Maar na
wat deze regeering in deze zaak ver
toond heeft, is het noodig dat daarnaar
nog eens goed wordt geïnformeerd.
Neemt men echter aan daf daarop een
bevredigend antwoord komt, dan staat
het dus zoo De eenige verandering is
deze, dat de kaaimuur korter zal wor
den gemaakt.
Hoeveel korter Dat verneemt men
niet uit de Memorie van antwoord.
Toch komt daarop, voor de bestemming
van de haven, neel veel aan. Bij de ge
projecteerde lengte van 650 Af. van den
kaaimuur, waarvan 300 M. afging voor
de Mij. „Zeeland" en 50 Af. voor den
Prov. Stoombootdienst, restte er 300
•M. voor aanloopende schepen. Dan kor,
er althans één groot schip in de haven
komen al kon het (Wegens het verhalen;
reeds minister König immers had mini-
nium-eischen voor een aanloophaven
aangelegd) geen 300 M. lang zijn doch
slechts 200 a 225. Wordt nu echter de
lengte van den muur belangrijk minder
en wij hoorden geruchten volgens
welke hij tot 400 M. zou worden terug
gebracht dan blijft er voor aanloo
pende schepen nagenoeg niets over
(tenzij de Mij. „Zeeland" wat wil af
staan) en dan krijgt men dus geen aan
loop- doch slechts een vluchthaven
(waarin als eerste vluchteling de re
geering dan is opgenomen, nu de haven
nog maar op 't papier staat).
Evenwel, ook in die onderstelling
.«zouden we zeggen Dit voorstel moet
ei nu maar door. Er is dan niets ge-
prejüdiceerd en later kan, onder een
minder onwillige regeering, de kaai
muur haar volle lengte krijgen (waarbij
We. onderstellen dat we in Juli niet al
leen den heer Van Swaay maar ook
den heer Van Karnebeek kwijt raken).
Maar als de Staten-Generaal dit zul
len hebben aangenomen op voor
schot die verklaring mogen ze er wel
uitdrukkelijk bijvoegen dan zal het
zaak zijn, dat ze scherp blijven waken
tegen verdere sabotage' van het werk
ooor de regeering. Men zou minstens
de regeering moeten binden, aan een
termijn waarbinnen het werk moet zijn
aanbesteed en gegund. Dan is men er
nog wel niet zeker van dat ze zoo'n
belofte nakomt (gelijk ze in 't verleden
van deze historie heeft getoond) maar
dan kan ze althans dadelijk weer in
verzuim worden gesteld.
Nadere informatie en scherpe stipu
latie zijn dus zeker nog noodig. Doch
met dat voorbehoud lijkt ons aanne
ming van het nu voorgestelde raad
zaam.
Méér is er uit den onwil der regee
ring toch niet te halen.
Doch 't zij dan ook uitdrukkelijk aan
vaard... op voorschot.'
De ioodsdienst op de Schelde.
De Antwerpsclie redacteur van „de
Afaasbode" meldt
De Belgische regeering heeft aan
Nederland het verzoek gericht de
loodsgelden te verhoogen in verband
met de stijging der onkosten.
De loodsgelden worden in Engelscb
geld betaald, maar het pond wordt
slechts voor 50 frank berekend.
Volgens Belgische bladen heeft de
overeenkomst voor verdediging van den
ioodsdienst te Vlissingen, welke enkele
maanden geleden tusschen België en
Nederland gesloten werd, nadeel op
geleverd voor den Belgischen loods-
diênst. Het aantal schepen dat door
Nederlandsche loodsen werd binnen
gebracht, is sindsdien gestegen.
Het is echter de vraag 'of dit feit het
gevolg is van deze overeenkomst or
aan andere omstandigheden moet wor
den toegeschreven.
De nieuwe R. H. B. S.
Het nieuwe gebouw der R. H. B S.
alhier zal Woensdag 7 Januari a.s. of
ficieel in gebruik worden genomen.
Te midden der branding.
Gisterenavond trad voor het Comité
van Winterlezingen in de Nieuwe Mid-
delkerk alhier ais spreker op de heer
dr. Joh. de Groot, Ned. Herv. predikant
te 's-Gravenhage, vroeger alhier, met
bovenstaand onderwerp.
Voor het bijwonen dezer lezing be
stond groote belangstelling.
Na het zingen van Psalm 89 1 en 8
en gebed ving dr. De Groot zijn rede
aan en zeide dat het hoofddoel was om
de houding te bepalen der positieve
Christenen tegenover de nieuwste bui
tenkerkelijke geestelijke stroomingen
van onzen tijd, nl. de theosofie, het
spiritisme en de Christian Science.
Deze stroomingen v-ooral zijn het, die
velen en in het bijzonder dc jonge
menschen trachten af te trekken van
de vaste fundamenten der waarheid,
zooals die geopenbaard zijn in de Hei
lige Schrift.
in de wereld der menschen bespeurt
men een zoeken naar God, een religieus
verlangen. Zooais mr. P. J Troelstra
heeft gezongen ,,lk kan niet leven
zonder God".
Daarom wil hij spreken over „stroo
mingen" en niet over „systemen"
over de levende verschijnselen en over
de menschen, die zich in deze stroo
mingen bewegen.
Deze stroomingen gaan niet buiten
ons om, integendeel staan zij midden
in onze aandacht en komen wij er mede
in aanraking. Spreker weet dat ook in
Vlissingen en Middelburg theosofie en
spiritisme honderden aanhangers telt
en te 's-Gravenhage wordt zelfs een
prachtige tempel gebouwd voor Chris
tian Science, waar ook groote staats
lieden 's Zondags hun geestelijken
troost zoeken.
Volgens spreker tracht het spiritisme
op te lossen het probleem van den
dood, de theosofie het probleem van
het kwaad en de Christian Science het
probleem van het lijden.
De wetenschap van de 19e eeuw
heeft zich steeds angstvallig buiten
deze problemen gehouden. Dit voelde
de zoekende mensch als een leemte en
daarom ging men stelsels uitdenken,
welke het hart konden bevredigen.
Het raadsel van den dood beroert
de gedachten van alle menschen en het
spiritisme bekoort duizenden, die niet
staan op den bodem der Heilige Schrift.
De Christian Science bedoelt gene
zing door gebed. Het wil echter meer
dan dat. Het is een godsdienstig stelsel
met een wijden horizon. Het lost alle
problemen op van zonde, ziekte en
kwaad, die feitelijk niet bestaan en lou
ter illusoir zijn. Wanneer alle men
schen Christian Scientisten waren, zou
zonde, dood en lijden verdwenen zijn.
Alleen God bestaat.
Theosofie beteekent goddelijke wijs
heid een leer, die geopenbaard zou
zijn aan oude, wijze menschen. De
theosofie heeft uit alle godsdiensten,
doch voornamelijk uit het Boedhisme,
een stelsel opgebouwd. Zij leert dat God
zich openbaart in al wat er bestaat. De
ziel des menschen reïncarneert zich
voortdurend in andere gestalten, de
zgn. zielsverhuizing, tot zij zich einde
lijk na een louteringsproces oplost in
God. De theosofie meent hiermede het
raadsel van kwaad en lijden te hebben
opgelost, doordat bijv. de ziel van een
slecht mensch zich incarneert in een
gebrekkige menschelijke gestalte of ook
wel in dat van een dier.