ZATERDAG 6 DECEMBER
Eerste Blad
FEU1LLETON
I Onder Betoovering.
Brieven uit de Hofstad
Rheumatiek, Gewrichtspijn,
Verkoudheid.
VLISSINGSCHE COURANT
I 'ei haar, Koop en Verfeoop
Icn LrtöiiBUauvi-Hgcfl, enz
I maling, va» 1—5 regel
|ege! meer 15 ccnl
raagd op eersten
CELHUIS
rvoor in te richten
te zaak. Brieven met
Ier no. 20, bureau
)urant".
d onderhouden
JERHUIS
Te bezichtigen en
ieuwe Vlissingsche
Souburg.
vraagt een ruime
HONING
js ƒ25.— of ƒ26.-
letters L. S., bureau
>urant".
KUUR
AKHUIS-ZOLDERS,
or werkplaats.
BOUMAN, Lepel-
i te bekomen
Transport- en ï£P-
rven 9 VOS, Tel.
EENHOORN, Tel. Ij®
)STERHOOTTë 2»J-
3DITENHEK tel. llv
pit nummer bestaat uit 2 bladen
let Stedelijk Museum.
De heer H. G. van Grol, conservator,
tthriift ons
Door 'de welwillendheid van de di-
,ectie der Kon. Maatsch. „de Schelde"
kwam het Museum in het bezit, van
een paar fraai gegraveerde koperen
naamplaftn, gevonden bij graafwerk in
de ijzergieterij. De eene draagt het
opschrift
„Claude de Chuij zoon van Jean de
Chuy, Escr. Sr. desperaux en Suzanne
marie Mariette de la Fauconniere.
Oeboren den 10e Nov. 1700, trouwde
Jen 3 Oct 1730 Met vrouwe Catharina
Reinera Rheinierssen Thoren. Overleed
den 12 Jan. 1774. Is geweest Raad en
Burgr. der stad Vlissingen. Bewind
hebber der West-Indische Compagnie".
De andere „Vrouwe Catharina Rei
nera Reinierssen Thoren weduwe wylen
den Weledelegeb. Heer Claude de Chuy
oud Burgemeester der stad Vlissingen
en Bewindhebber der West-Indische
Compagnie is geboren te Vlissingen
den 4 December 1713, sterft te Middel
burg den 5 Oct. 1800".
Geen oogenblik was de herkomst
dezer platen dubieus zij hadden de
lijkkisten geïdentificeerd van het echt
paar de Chuy.
De werklieden 'hadden den grafkelder
onbewust blootgelegd,waarvan de zerk
blijkbaar vroeger reeds verdwenen was.
De tegenwoordige ijzergieterij van „de
Schelde" nl. is de voormalige Oostkerk,
waarvan de muren nog gedeeltelijk zijn
overgebleven.
In het jaar 1650 werd door den Raad
besloten een derde kerkgebouw te
stichten, noodzakelijk geworden door
bet steeds aangroeiend getal der inwo
ners. in 1654 was ze gereed. Den 14en
Januari 1749 werd dit gebouw in de
asch gelegd door een geweldigen
brand, die zoowel 's lands zeemagazijn
als het Prinsenhuis (gebouwd door
Prins Willem I) vernielde. Een stuk
brandend zeildoek, van het magazijn
afkomstig, woei over, hechtte zich aan
den toren en zette weldra de geheele
kerk in lichter laaie, zoodat men nau
welijks 'den tijd had den preekstoel en
eenige wapens weg te nemen en te
bergen. In het jaar 1752 besloot de
Raad het gebouw weder te herstellen.
De muren werden gedeeltelijk afgebro
ken, weder bijgemetseld, het gebouw
werd weder van een dak voorzien, na
genoeg in denzelfden vorm ais het
vroegere met een klein torentje in het
midden. De kosten van den bouw be-
droegen 8636 Vis., bij elkaar gebracht
door een collecte, steun van de stad en
verkoop van de graven. De gepaneelde
ruime preekstoel rustte op twee kinder-
beelden, voorstellende de waarheid en
de trouw. De „lijkdeur" prijkte met het
wapen van den Prins van Oranje, ver
bonden aan het wapen der stad „synde
gebeeidthoudt met festoenen en bloem
potten met bloemen en looftwerek om-
set". Van de drie ingangen werd de
„lijkdeur" (aan den kant van het Dok)
alleen geopend als er in de kerk begra
ven werd.
In het iaar 1808 (den lien Nov. 1807
was de stad Vlissingen met haar grond
gebied aan Frankrijk overgegaanjwerd
bet kerkgebouw door de Franscbe Ma
rine in bezit rrenomen en tot magazijn
bestemd. Het bombardement van
Augustus 1809 door de Engelschen
I deed het weer in vlammen opgaan,
I zoodat slechts de vier muren overble-
Roman door REINHOLD ORTMANN.
Randolph Stounton werd doodsbleek.
Zijn oogen waren wijd geopend en op
zijn gelaat lag een uitdrukking van
doodelijken angst.
ik begrijp het niet, moeder, sta-
I ®elde hij heeseh. U wilt toch niet zeg-
1 Kn, dat het Hertha von Lindow was
e mijn broeder
Ik weet niets zekers over den aard
der verhouding, waarin Herbert tot dit
meisje kan hebben gestaan. Maar wel
*eet ik, dat het haar vader was, die de
I r°l van Mephisto in die treurige zaak
epeelde. Je moet niet van me vergen,
dat ik je alle bijzonderheden der treu-
"Se geschiedenis vertel. Men had van
""zen zoon een gewetenloozen speler
Eemaakt, en men bracht hem er verder
roe een wissel te vervalschen alleen
met het doe!, om hem dan een offer
'an voortdurende afpersingen te laten
"orden. Nooit kunnen wij dankbaar
fjenoeg zijn, dat ons bespaard bleef,
d® stamhouder van ons geslacht als
j-J" eerlooze voor 't gerecht te zien.
™aar nu werd dezen ellendeling ook de
s,raf bespaard.
En is het Hertha's vader, over
"kn ge spreekt Bestaat er nog niet
ven. in het jaar 1812 werden deze op
nieuw opgetrokken en werd het ge
bouw weer tot magazijn ingericht. La
ter werd het na de vrijwording der
stad (Mei 1814) aan het Nederland-
sche gouvernement overgegeven en
was het bij de Rijkswerf als magazijn
No. 2 in gebruik. Het werd verdeeld in
drie verdiepingen, waarin ankers; ta
kels, touwwerk en kettingen bewaard
werden. Zooals bekend is er nu de
ijzergieterij der Maatschappij „de
Schelde" in gevestigd, daar deze in de
plaats is getreden van de oude Mari
newerf.
Claude de Chuy was, zooals het
grafschrift reeds zegt, inderdaad de
zoon van Ridder Jean de Chuy,seigneur
de Espereaux, die in 1688 terwille van
het geloof den dienst van Lodewijk
XIV, koning van Frankrijk, verliet, naar
Engeland overstak en een plaats kreeg
bij de gardes du corps van den koning
stadhouder Willem III. Later werd hij
luitenant in dienst van de Staten en
huwde in 1699 Suzanne Marie Mariette
de la Fauconniere. Voor zoover bekend
zijn uit dit huwelijk geboren ie. Clau
de, 10 Nov. 1700, genoemd naar den
grootvader, Claude de Chuy, die bij be
sluit van koning Lodewijk XIV d.d. 17
Aug. 1665 vrijdom van zekere belastin
gen kreeg „wegens zijn adellijke af
komst" 2e Catherine de Chuy, den
20en Juli 1704 gedoopt te Tholen 3e.
Jean Pierre de Chuy, den 3en Januari
1706 aldaar gedoopt. Van de beide
laatsten is mij niets bekend.
Claude de Chuy huwt in 1730 te
Batavia Catharina Reinera van Thoor,
wier vader Mr. Petrus Reiniersen van
Thoor langen tijd in Oost-lndië ver
toefde, vóór 1725 schepen was te
Vlissingen, daarna naar Oost-indië
vertrok en vervolgens het huis Soeten-
dale te Serooskerke bewoonde(-j 1749).
Het was een Vlissingsch geslacht, haar
grootvader was predikant alhier, haar
overgrootvader apotheker, getrouwd
met een juffrouw van Thoor. Claude
de Chuy was de laatste mannelijke telg
van zijn geslacht, hem werden twee
dochters geboren nl. Suzanna Johanna
en Jacoba Catharina. De laatste, gebo
ren 19 Oct. 1735, is jong gestorven na
een kortstondig huwelijk (25 Miei 1760)
met Mr. F. P van Goethem, schepen en
raad te Vlissingen. De eerste is op rij
peren leeftijd (den 23en Mei 1770)
gehuwd met Isaac Winckelman, oud
burgemeester, den president van het
Zeeuwsche Genootschap der Weten
schappen; zij overleefde haar man nog
een twintigtal jaren en liet bij haar
dood te Leiden 1816 o.a. zes honderd
gulden na aan hare kat.
Claude is waarschijnlijk in 1734 uit
Batavia teruggekeerd, althans hij werd
15 December van dat jaar „membre de
l'église de Middelbourg par témoignage
de l'église de Batavia". Hij is weldra
vertrokken naar Vlissingen in 1738
treffen we hem daar aan als schepen,
in de periode 17381749 is hij dat her
haalde malen, wordt in 1754 lid van de
vroedschap en ten slotte in 1763 tege
lijk met Mr. Evert Clyver burgemees
ter hij -en Clyver waren dc opvolgers
van Mr. Willem Hurgronje en Mr.
Isaac Winckelman. Het was de regen-
tentijd, toen de familie's Van Hoorn
van Burgh, Graaf van Hogendorp,
Lambrechtsen, Schorer, Lammens,
Steengracht. Mauritz, Hurgronje, Van
Dishoeck, Clyver, Winckelman meest
onbetwistbaar (niet altijd) heerschten
't zijn alle geslachten, wier afstamme
lingen nu in het land verspreid wonen,
geen hunner vertoeft meer te Vlissin
gen, waar naast de legenden ook nog
enkele kapitale huizingen zijn overge
bleven. Groote fortuinen hadden ze
verworven, zoowel in de beide Indiëns
de mogelijkheid dat de gelijkenis dei-
namen bedriegt
a— Neen, mijn zoon. Eerst hield ik het
voor onmogelijk, dat het noodlot zoo
wreed kon zijn, ook onzen tweeden
zoon bij deze verdorven menscben te
brengen. Maar mijn hoop verdween
spoedig. Dadelijk na mijn aankomst liet
ik een onderzoek instellen naar de
familie van juffrouw von Lindow en
dat onderzoek wees uit, dat zij de
dochter van den man is, wiens schan
delijke handeling ons reeds eens zoo
noodlottig was.
Waarom bracht u mij niet op de
hoogte. O, mijn hemel, hadt ge het
maar gedaan 1
Ik moest je ontzien, Randolph,
want de dokter had ons immers drin
gend op 't hart gedrukt, je aan geener
lei ontroering bloot te stellen. En dan,
hoe had ik kunnen denken, dat het al
zoo met je gesteld was Ik zag wel,
in welk gevaar je je bevond, maar ik
geloofde, dat de aanwezigheid van je
verloofde het ergste zou afwenden.
Maar nu, nu je alles weet, nu zal je je
er toch niet langer tegen verzetten, dit
onzalig huis te verlaten, nietwaar
De zieke was in zijn kussens terug
gezonken en de groote treurigheid, die
op zijn gelaat lag, deed hem er plot
seling weer zeer ziek en zwak uitzien.
Ja, moeder, sprak hij zacht, zoo
gauw ik sterk genoeg ben, zullen wij
op reis gaan. Maar u moogt me nu niet
als met de reederij van kapers talrijke
buitenplaatsen met „fraaie plantages"
getuigden van hun rijkdom en de statie,
die zij voerden. Van statie gesproken
op het archief hier berust een hand
schrift, bevattende een uitvoerig relaas
■over een tocht een soort dagboek
met het jacht „Van de Edele Geoc-
troyeerde West-Indische Compagnie ter
kamer Zeeland", waarmee de familie
de Chuy met enkele gasfen binnendoor
naar Holland ging behoorlijk werd
■den Bewindhebber uitgeleide gedaan
met vijf schoten der batterijen als eere-
saluut
Tot de vaste goederen van Claude
de Chuy te Vlissingen behoorde o.a.
ook op Oud-Vlissingen de „Stadsher
berg" door hem „Batavia" geheeten. In
den volksmond heette dit hof ,,de He-
breeuwsehe kerk", omdat het van 1698
1700 door den bekenden Jacob Ver
schoor, hoofd van de secte der Ver-
schoristen, gebruikt was voor de sa
menkomsten dier secte, ook Hebreen
genoemd. Gedurende de jaren 1739
1762 was het eigendom van Claude de
Chuy. Ook behoorde hem toe het pand,
waarin nu het Stedelijk Meseum is ge
vestigd, al is dit laatste ook een nieuw
gebouw, maar hier stond zijn sterfhuis,
te 'treffender omdat nu de naamplaat
weer op dezelfde plaats terugkomt,
waar ze uitgedragen is.Met een variant
kan men hier zeggen Pes habent sua
fata.
Al was het dan ook de regententijd,
't was tevens de eeuw van het verlicht
despotisme. Het „alles voor 'het volk"
vond ook bij Claude de Chuy toepas
sing. In Januari 1769 werd het nieuwe
orgel in de Jacobskerk door ds. Brahe
ingewijd Claude de Chuy had eenige
jaren te voren daartoe ingeteekend
voor een som van 3600 guldens, wat in
dien tijd een vorstelijke gift mag geacht
worden. En dit is nog slechts een enkel
staaltje, want toen hij overleed werden
er lijkzangen aangeheven, in zooverre
niets bijzonders, daar men gauw bewo
gen was en deze dichtproducten niet
altijd belangeloos werden uitgegalmd,
maar toch bewijzen deze door mij aan-
geteekende regels
„De Chuy der armen troost; der weduwen
toeverlaat
Der weezen vader en der vrienden hulp
en raad
Rust hier van zorgen vrij.
Zijn naam streeft met zijn deugd,
d'onsterfelijkheid voorbij,"
dat in dezen oud-burgemeester toch
wei een burgervader is heengegaan.
Zijn weduwe heeft de traditie voort
gezet, want op de „Lijst van Inteeke-
ning voor de studiën van Bellami. be
gonnen Maart 1782" komt ook voor
onder degenen, die zich verbinden
„jaarlijks te zullen contribueeren voor
uit". Maart" Catherina Reijniersen
Thoren Wed. de Chuy. Zij was een
nicht van den apotheker Conrad Bus
ken door diens huwelijk met Jacoba
Baert. Zooals men weet was de vader
van de vermaarde Coosje Busken.
vriendin van Betje Wolff, een der
voorvaderen van Busken Huet.
Plaatselijke bladen.
Gemeentebelang.
Het aantal residentiebewoners dat de
lange krantenverslagen over de behan
deling der gemeentebegrooting volgt,
zal, hebben wij het niet mis, abominabel
klein zijn Misschien verbeelden de vijf
en veertig vroede vaderen zich dat in
deze dagen aller oog op hen gericht is,
maar dan vergissen zij zich toch zeer.
Hef is een hoogst ongewone gebeurte-
langer kwellen. En u moet me toestaan
alleen te blijven. Ik kan nu niemands
gezelschap verdragen, niet eens het
uwe.
1Ik zal Ruth bij je sturen, mijn
zoon haar zal het eerder dan mij
gelukken, je op andere gedachten te
brengen.
Maar bijna angstig zeide hij
Neen, neen, zij 't allerminst ik
kan nu niemand bij mij hebben. Zeg
haar, wat u wilt, maar laat haar van
daag wegblijven. Als u een beetje me
delijden met me hebt, zult u me dat
wel gunnen.
Lady Tarkington boog zich over
haar beklagenswaardigen zoon en kus
te hem op het voorhoofd.
Ik zal doen, wat je van mij ver
langt, Randolph :En ik reken er op,
dat je even dapper zult zijn, als tot
dusver alle Tarkingtons waren. Als ik
terugkom, zal je deze teleurstelling te
boven gekomen zijn. Je bent het jezel-
ven en de eer van je naam schuldig.
Ik zal het probeeren, moeder, zei
hij terwijl eventjes een mat glimlachje
om zijn mond speelde. Maar u moogt
niet voor vanavond terugkomen, dat
moet u mij beloven.
Dat beloof ik je, zeide zij, zijn
handen drukkend. En toen ging zij
zacht heen, omdat zij zijn aanblik niet
langer kon verdragen, en omdat zij
hem niet wilde toonen, hoezeer zij met
hem leed.
Totaal van rheumatiek bevrijd gebleven.
Pastoor J, Beelen. Geysterén (L,} bericht ons:
..Ik schreef U verleden )aar: Ik heb Togal-
tabletten gebruikt, resultaat wezenlijk prachtig en
verrassend. Ik was sedert
I jaren Rheumatlekiijder en
jv—n. I kon niet meer knielen of
I it I iacpca- "t voelde pijn en
I M I -vraroheid ln 4e rechter
I 1 "n 03 '!et gebruik
I I van eenige flacons Togal-
1 I tabletten vias zonder de
I minste maagstoornis de
Cpijn en stramheid geheel
jl verdwenen. Ik werd leui-
gcr en soepeler in al mijn
PAsroon Breien ledematen en kon gelijk
vroeger weer knielen en
uren in de bosschcn wandelen. Nu is het geheele
herfst, winter en voorjaars-seizoen voorbij cn
door doelmatig gebruik van Togal-tabletten ben
ik totaal van Rheumatiek bevrijd gebleven, waar
door ik alle Rbeumatieklijders met veel vertrouwen
de Togar-tabletten kan aanbevelen.' Dagelijks
bereiken ons dergelijke dankbetuigingen, en alle
bevestigen de goede en snelle resultaten van
Togal-tabletten bij spierrheumatiek, zenuwrheu-
matiek, gewriclitsrbeumatiek. rheumatische knob-
bels, jicht ischias, hoofd- en zenuwpijn, verkoud
heid, influenza, griep en slapeloosheid. Genezing
en onschadelijkheid gegarandeerd. Verkrijgb. bij
allé Apothekers en Drogisten a f 0.80 en f2
(Ingez. Mededeeling.)
nis wanneer men eens iemand ontmoet
die eenige aandacht wijdt aan het
werk van den gemeenteraad. Wanneer
het toevallig eens gebeurt dat 'n zaak
je aan de orde is dat iemand persoon
lijk in zijn belang treft, ja dan Iet hij
op de gebeurtenissen, maar ...berg je
dan voor de kritiek.
Wij die als goed chroniqueur ver
plicht zijn de gebeurtenissen te volgen
en zelfs genoodzaakt zijn ons tot eenige
belangstelling daarvoor op te werken,
hebben ook ditmaal de begrootings-
discussïe op den voet gevolgd en het
eenige wat ons dan altijd spijt is wel
dat wij ook niet in die zeifde onwetend
heid kunnen blijven als de velen, die
ternauwernood weten dat er nog een
gemeenteraad bestaat. De gedachte is
niet van ons maar zij heeft „niettemin"
iets aanlokkelijks, de gedachte dat de
dagbladen eens een jaar lang de debat
ten van den gemeenteraad zouden
deod-zwijgen. Misschien dat dan het
oogenblik kwam, waarop men tot in
keer kwam. Terwijl ieder verstandig
mensch vóór alles van oordeel is dat de
totale bedragen die de overheid van de
burgers vordert aanzienlijk verminderd
moeteen worden, praat men in den ge
meenteraad nog van allerlei groote uit
gaven voor absoluut onnoodige zaken,
zooals den bouw van een nieuw stad
huis, van een reusachtig museum enz.
Onderwijl wordt de belasting zgn. ver
laagd, d.w.z. dat men ongeveer een
rijksdaalder op iedere honderd gulden
zal worden verminderd. Den Haag heeft
een schuldenlast van 287 millioen gul
den. Zoo'n cijfer alleen spreekt reeds
boekdeelen.
Sedert 1913 is de belasting die wij
voor de gemeente moeten betalen met
2y2 maal hooger percentage toegeno
men dan ons inkomen. ALiddelerwijl is
de belasting op de openbare vermake
lijkheden vertienvoudigd in haar op
brengst (van 100.000 gld, tot één mil
lioen), is de straatbelasting ingevoerd
die de verhuurders op de huurders ver
haten, is de zakelijke bedrijfsbelasting
ingevoerd, die op de consumenten ver
haald wordt, zijn de opcenten op de
personeele belasting verhoogd en heeft
men de neringdoenden verplicht belas
ting te betalen aan de Kamer van Koop
handel, die zooveel inkomsten heeft dat
zij er geen raad mee weet.
Thans zullen wij bij de inkomstenbe
lasting een rijksdaalder van iedere
honderd gulden minder te betalen krij
gen. In tien jaar tijd zijn de uitgaven
HOOFDSTUK XV.
Ongewoon lang was dr. Relling van
daag in de afgelegen achterkamer ge
bleven, waarheen men volgens zijn
wensch reeds den eersten nacht den
zieke had vervoerd. Gedurende de
laatste week was hij dagelijks meer
malen in villa „Carla" geweest, maar
't was niet zoozeer zijn verlangen
naar de geliefde, dat hem daarheen
voerde, als wel zijn bezorgdheid voor
den patiënt, wiens toestand hem wel
wat verontrustte.
Hij had steeds ontwijkend geant
woord op de vragen, die Hertha of
mevrouw Bergner hem deden betref
fende de mogelijke genezing van den
zieke, maar de uitdrukking van zijn
steeds wat somber gelaat had haar
weinig moed gegeven.
Zooals gewoonlijk, had hij ook van
daag alleen mevrouw Bergner, die den
zieke met bewonderenswaardige opof
fering verpleegde, in de ziekekamer
aangetroffen. Langen tijd had hij de
hartwerking van den zieke, die buiten
bewustzijn lag, gadegeslagen. Toen
had hij hem een inspuiting gegeven en
de verpleegster op 't hart gedrukt, hem
elk uur van den dag of van den nacht
te laten roepen, indien zich zekere
symptonen vertoonden, die hij haar
duidelijk uitlegde,
iVreest u, dat het einde nabij is,
dokter vroeg mevrouw Bergner be
zorgd. Maar ook nu ontving zij geen
der gemeente van 228 gld. tot 1137 gld.
per 100 inwoners gestegen, precies dus
het vijfvoud, terwijl het bedrag volgens
de index-cijfers hoogstens tot het dub
bele had mogen stijgen. Het zuiver in
komen steeg van 147 tot 300 millioen
en dus was dit alleen voldoende ge
weest om dit aan te brengen. Alle
belastingen moeten dus worden terug
gebracht tot het percentage en de nor
men van 1914
Veel zullen wij er niet over zeggen.
De burgers schijnen zich hét wanbeheer
rustig te laten aanleunen de traagheid
der Hollanders komt de roekeloosheid
der bestuurders te stade...
Verleden week verschenen op één
dag twee nieuwe bladen, weekbladen,
speciaal voor Den .Haag. Beide zijn ge
ïllustreerd en trachten te betoogen dal
zij in een behoefte voorzien. Het éene
neemt ons eenigermate bij den neus,
want het is eigenlijk een Amsterdamsch
blad, dat een deel speciaal voor Den
Haag reserveert. Het verklapt dit zelf
door ergens te spreken van „hier ter
stede", dat echter klaarblijkelijk Am
sterdam is.
Het andere zit bij de inleiding al met
zich zelf verlegen het heefi geen pro
gram en weet geen doei te geven, maar
belooft alleen dat het voile aandacht
voor onze woonplaats wil hebben
en vragen. Den Haag is zoo groot
geworden en zoo belangrijk en dus
moet het nu ook een eigen week
blad hebben, waarin speciaal Haag-
sche belangen worden behandeld en
waarin het Haagsche leven weerspie
geld wordt.
Zien wij het eerste nummer in
nota bene een Sinterkiaasnummer, dat
wel een verrassing mocht wezen dan
blijkt dat Haagsche leven uit niets. Op
de afgekloven botten door de dag
bladen al tot het laatste genuttigd
wordt nog wat na-geknabbeld.
Maar enfin, de ondernemers moeten
het weten als zij er heil in zien. Wij
vreezen, dat spoedig twee lijkjes op het
journalistieke kerkhof zullen worden
ter aarde besteld.
Het aantal bladen dat ter wereld
komt is zeer groot. Telkens verschijnt
er één en als er dan weer drie zijn
sterven er gelukkig twee heel spoedig.
Of er behoefte bestaat aan weekbla
den, is moeilijk fe beoordeelen. Wel
kunnen wij dit als „vakman" zeggen,
dat de hopeloos prullerige, wijze waar
op het övergroote deel wordt aange
vangen, het slagen zoo goed als on
middellijk uitsluit. Eerlijk gezegd doet
dit mislukken ons in de meeste gevallen
veel genoegen, omdat bij den opzet èn
de journalistieke leiding èn de commer-
cieele leiding bijna steeds worden mis
kend. Een of andere beunhaas begint te
schrijven en een of ander drukker col
porteert advertenties uit dit dilettan
tisme kan gelukkig geen kracht voort
komen.
Onbegrijpelijk is het dat de nering
doenden altijd maar weer geld uit hun
zak laten kloppen voor advertenties in
die nieuwe blaadjes. Zij laten zich
altijd verleiden door de zgn. groote
oplage, terwijl voor hen het belangrijk
ste element moet zijn de vraag in wel
ke kringen het blad gelezen zal wor
den. Een klein blad dat in duizend ka
pitaalkrachtige kringen komt en daar
om de een of andere reden met aan
dacht zal gelezen worden, heeft meer
beteekenis voor reclame-doeleinden
dan een gratis verspreid prul-blaadje,
waarvan zeven achtste onmiddellijk uit
de brievenbus naar de prullemand ver
huist. Het krioelt in den Haag van wijk-
advertentie-bladen, die gratis worden
verspreid. Hun leven is uiterst kort
stondig zoodra zij achter de deur zijn
gekomen.
Maar toch houden de winkeliers
bepaald' antwoord.
Er bestaat alle grond, om heel
voorzichtig te zijn, zei hij slechts. Maar
ik zou heel graag uw nicht even spre
ken. Zij is toch hoop ik, nog niet uit
gegaan, zQoais de laatste dagen steeds?
Voor den doordringenden blik, die
hij op haar richtte en waarin zij duide
lijk zijn wantrouwen las, sloeg zij de
oogen neer. Werkelijk had zij ook nu
van Hertha de opdracht gekregen, te
zeggen, dat zij uit was, maar de toon,
waarop Relling zijn vraag deed, ont
nam haar daartoe den moed.
Ik geloof, dokter, dat zij in haar
kamer is. Lisette kan even .gaan kijken.
Dat sloeg hij echter af.
Ik behoef niet aangediend fe wor
den, zei hij kortaf. Als ze thuis is, vind
ik haar wel.
En hij vond haar werkelijk. Er niet
aan denkend, dat hij er kon zijn, had
Hertha „binnen" geroepen op zijn
kloppen. En zij was een te goede too-
neelspeeister, om haar onaangename
verrassing bij zijn binnenkomen fe
kunnen verbergen.
Ah, bent u het dokter, ik wist in
het geheel niet, dat u al waart geko
men.
Hij antwoordde niet dadelijk, maar
drukte de deur stevig dicht en trad
toen, haar onafgewend aanziende, op
haar toe.
(Wordt vervolgd.)