ZATERDAG 18 OCTOBER Eerste Blad tfo 247 i€»2e Jaargang qjjEENTEBESTUUR Brieven uit de Hofstad MI55BLANCHE FEUILLETON De Buffetjuffrouw Bronchitis, Vastzittend Slijm, Verouderde Hoest Beursbeschouwingen V 400 nieuwe ORGELS VL1SSINGSCHE Dit nummer bestaat uit 2 bladen hinderwet. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen gevolge de artikelen 6 en 7 der Hinder iet ter openbare kennis, dat 'bij hen is in gekomen een verzoek van de A4aatschappij fot Detailverkoop van Petroleum „De Automaat", te 's-Gravenhage, om vergun ning tot bet oprichten van een ondergrond de benzine-bewaarplaats, inhoudende 6000 Liter, met aftapinrichting, op het per ceel kadastraal bekend gemeente Vlissin gen, Sectie D no. 1693, plaatselijk gemerkt Wilhelminastraat en vóór het perceel Wil- helminastraat no. 14 en 16 dat dit verzoek met de bijlagen, te 'be ginnen met Maandag, den 20en October 1924, op de Gemeente-Secretarie (3e af deeling) ter visie zal worden gelegd, en dat vanaf dien datum schriftelijke bezwaren bij hun college kunnen worden ingediend. Op den veertienden dag na dien, zijnde den 3en November 1924, zal ten Gemeente huize, des namiddags ten 3 ure, gelegen heid worden gegeven, om bezwaren tegen het oprichten dier inrichting in te brengen, terwijl daarbij zoowel do verzoekster als zij( die bezwaren indienen, in de gelegen heid worden gesteld deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel d$ verzoekster, als -zij, die be zwaren irfbrengen, kunnen gedurende drie 'dagen vóór den 3en November 1924, ter Gemeente-Secretarie (3e afdeeling) van de Ier zake ingekomen schrifturen 'kennis ne men. Voorts zij er de aandacht op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep zijn gerechtigd zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. VHssingen, den 18 October 1924. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Prof. Oppenheim. De oude -garde in de figuren die het openbare leven leiding gaven, sterft langzamerhand uit. Thans is met prof. Oppenheim, lid van den- Raad van Sta te, één der meest geziene en meest al gemeen erkende figuren heengegaan. Kuyper, Lohman, Borgesius waren reeds ter ziele, Schaepman mogen- wij nog even bedenken thans zijnde kop stukken die nog in leven zijn er slechts twee, mr. S. van Houten en mr. P. J. Troelstra. De eerste van deze twee is aan het einde van zijn leven en betee- kent voor het politieke leven- zoo goed als niets meer. Mr. Troelstra zal het volgend jaar van het politieke tooneel verdwijnen, al is hij nog allerminst ge vorderd tot den leeftijd waarop dit ingezonden mededeelingen. Wanneer men af en toe een ander merk rookt, wordt men zooveel te beter gewaar waar om men behoort te zeggen Geef Mij maar Vertaald door Mevr. WESSEL1NK—VAN ROSSUM. 3) Maar hoe vast haar wil ook was, koe zij zich ook zocht te troosten, toch stroomden de tran-en overvloedig over haar jong gelaat, toen zij in haar on gemakkelijk bed lag. Neen, zij moest een betere troost vinden En nu dacht zij aan de kleine witte zilverstukjes, die in den loöp van ken middag in haar zak gegleden wa- re.n en die zij met Lina en Charlotte wilde deelen, maar die toch, zooals zij "ageteld had, over de 4 kronen be droegen. In een halven dag Maar dat een rijkdom Eu met de gedachte aan toekomsti ge schatten sliep zij eindelijk in ên in ™ar betraande wangen kwamen kuil-' 'les, toen zij droomde, dat zij naar "ama een postwissel stuurde eit deze me' letters en cijfers invulde. -Drinkgeld foei Maar toch op een eerlijke manier verdiend en als jen zoo arm is... Marie Wilbom, buf- 'eljuifrouw l's haar schoolkameraden, die haar ezocht haddpn, tot papa er niet langer l Jrodelen toe had, het eens thuis tnrÜ ^u' wat zou dat- Het was n niet erger, dan als winkeljuffrouw schi eerenwinkel te staan. Ja, mis- i|p 'octl weI- want men werd door til'aren van den ouden Lindberg al- vr°olijker. Wat zou zij zeggen, als verdwijnen dringend noodzakelijk is. Waarschijnlijk zal hij nog wel een bij zondere beteekenis houden voor zijn partij en dus voor het politieke leven. Met hem sluit zich een belangrijke fase in de geschiedenis van de partij die door hem tot een zeer bizondere hoogte is opgevoerd. Het is in ons land zonderling dat mannen als Oppenheim en Troelstra nimmer minister zijn geweest. Zij wa ren voor een dergelijke functie aange wezen, maar de loop der politiek heeft hen er niet -gebracht. Waarschijnlijk zal aan- Oppenheim wel eens een ministers- portefeuille zijn aangeboden maar het is niet mogen gelukken hem tot aan vaarding daarvan te brengen. Dit is zonderling, want bijna in geen land blijven ministers door-de-band- zoo lang aan het bewind als juist in -ons land. En men zou zoo denken dat daarom het ambt begeerenswaardiger is omdat de gelegenheid om iets tot stand te -brengen er grooter door wordt. Ministers die vier jaar, vijf en zelfs zes jaar aanblijven zijn in het buitenland onbekend en de voortduren de wisseling heeft tot gevolg dat eener- zijds de erkende knappe koppen zich moeilijk voor aanvaarding van een portefeuille laten bewegen en dat an derzijds bij gebrek aan betere, tweede en derderangsfiguren het tot een zetel achter de groene tafel brengen. In -ons overbevolkt land met een veel te grooten overvloed aan- bestudeerden mocht men verwachten dat het uiterst gemakkelijk was goede gegadigden te. vinden voor bestuursfuncties. Niets is minder waar dan dat en het eigenaar dige gevai doet zich voor dat het aan tal eer kleiner dan grooter wordt. Dit moet een voorname oorzaak hebben -en het ware te wenschen dat het gelukte deze weg te nemen. Toen wij dit punt eens aanroerden in een gesprek met een bekende figuur in ons openbare leven was zijn antwoord, dat het eere karakter dat de leidersfunctie in ons publieke leven had, te veel verdwenen is en dat dientengevolge velen zich niet meer opgewekt gevoelen om daaraan deel te nemen. Die opmerking kwam ons weer in de gedachten toen wij in de stukken der ITweede Kamer een opgave zagen van de non-activiteitstractementen van vijf leden- der Kamer, die voorheen onder wijzer waren. Het zijn dë heer Van Zadelhoff, die 1680. de heer Van der Bilt die 1680, mej. Westerman die 1950, de heer Suring die 1840 en de heer Rutten die 2070 verlofstractement heeft. Het staat wel vast, dat geen van deze vijf ieden toen zij Kamerlid werden, een inkomen had-den dat gelijk stond aan het honorarium als Kamerlid. Waarschijnlijk bleven zij daar een stuk onder, maar niettegenstaande dat blijven zij het non-activiteitstractement aanvaarden gaven zij pensioen-jaren als Kamerlid op en kunnen zelfs een weduwenpensioen bijeen zamelen, dat het dubbele is van het hoogste wedu wenpensioen dat in de ambtenaars wereld kan worden bereikt 150 eigen pensioen en 75 weduwenpen sioen voor ieder jaar dat zij zitting hebben tot een maximum van resp. 3000 en 1500. Bovendien heeft ieder lid een abonnement op alle trei nen in Nederland ie klasse dat 800 's jaars kost. Men kan dus gerust zeggen dat er nog een 1500 's jaars iemand haar lastig viel „Wat denkt u wel „Neem me niet kwalijk, maar u vergist u „Schaam u toch 1" „U moest u schamen I" Maar de vermoeidheid van lichaam en geest nam steeds meer de overhand; de droombeelden verdwenen, de slaap werd vast en zonder droomen en het laatste, waaraan zij dacht, was een kolossaal goud paard, dat haar ver, ver weg droeg, daarheen waar brood was voor mama, voor haar zusters en voor haar zelf. TWEEDE HOOFDSTUK. Het leven in het „Vergulde Paard". De tijd gaat zoo snel voorbij en men leert zoo spoedig, wanneer men jong is. Toen het zomer was, was Marie reeds veel beter op h^ar plaats dan in het begin. Zij 'had oefening genoeg, want het „Vergulde Paard" werd in den zomer druk bezocht. Nü stond zij even elegant gekleed ais Lina en Charlotte achter het buffet en toch had zij haar moeder thuis niet vergeten. Maar daar er zoo rijkelijk drinkgeld gegeven werd, was haar eergevoel op dat punt natuurlijk ook afgestompt, en nu-viel het haar niet zwaar meer om het aan te nemen. Eens echter, toen een reiziger, die zoo als hij zeide, eenige dagen in de stad wilde doorbrengen en veel in „het Paard" vertoefde, met de caissière wilde babbelen en haar met brutale blikken opnemend een vijfmarkstuk op het buffet legde om zijn koffie en cogn-ac te betalen en flu-isterde „Het is in orde, kleine vriendin", wilde zij dit Gebruik hiertegen Anga-Siroop f1.75. Bij Apothekers en Drogisten (lngez. Mededeeling.) bij komt. Deze vijf leden- hebben dus tusschen de 8000 en 9000 inkomen als Kamerlid. Vergelijken wij dit met vroeger toen alles ophield bij 2000, dan is het niet onaardig en het is te begrijpen dat de begeerte naar een lid maatschap der Kamer nog iets anders dan alleen de eere des beroeps is. Het is ook begrijpelijk dat zij, eenmaal of> deze begeerenswaardige plaats aange land, daar graag willen blijven èn- om de functie zelf èn omdat zij anders naar de oude betrekking terug zouden moeten. Deze overwegingen die buiten het eigenlijke lidmaatschap omgaan, maken de positie eenigermate scheef. Meer zullen wij er niet van zeggen. Keeren wij nog even tot ons uit gangspunt terug. Prof. Oppenheim was een autoriteit die algemeen erkend werd. Dat is in Nederland iets zeer bijzonders, want meestal gaat die er kenning niet over de grenzen- der poli tieke groepen heen. Als kan worden bewezen dat Oppenheim iets zus of zoo had gezegd, dan was dat op zichzelf reeds een belangrijk argument. Derge lijke autoriteiten zijn zeer zeldzaam. Buijs en Pierson zijn een paar der weinigen die nog steeds worden geci teerd en de derde daarnevens zal on getwijfeld Oppenheim zijn. Wat hij in den Raad van Stafe heeft beteekend, is niet precies te zeggen. Deze Raad is een zonderling instituut, dat zijn werk niet in het openbaar brengt. Onbekend is het bijvoorbeeld wat het advies van dezen Raad over wetsontwerpen, voor zij ingediend worden, voor den betrok ken minister beteekent. Op de princi- pieele kwesties die in wetsontwerpen zijn opgenomen, heeft de Raad klaar blijkelijk geen invloed, want dezelfde Raad oordeelde vaak over geheel uit- eenloopende principes in ontwerpen. Intusschen zal Oppenheim in de her innering van duizenden blijven leven, wat alle leerlingen die zijn colleges volgden, vereeren hem. Toch lijkt het ons dat een man als hij in Nederland een hoogere positie had behooren te bereiken en een be langrijke taak had moeten volvoeren. Maar daarvoor stond misschien de structuur van -het maatschappelijk le ven in den weg. EIBER. Nieuwe Duitsche leening. Kapitaalvermindering bij de Rotterdamsche Bankvereeniging. Kon. Petroleum flauw. Meeste afdeelingen zonder ani- me. Mijnwaarden vast. Onzekerheid op velerlei gebied heeft ook deze week speculant en belegger een afwachtende houding doen aanne men, met als gevolg weinig beurszaken en mitsdien daaraan gepaard gaande afbrokkeling der koersen over bijna de geheele linie. Behalve de verwikkelin gen in China, den Balkan e.a. die niet van directen invloed zijn, hebben we het oog op de presidentsverkiezing in Amerika, de kabinetscrisis in Engeland en de hangende kwesties met betrek king tot de verbreeding der regeering in Duitschland, die het zakenleven hier niet begrijpen en gaf het geld terug. „Toe, kleine engel zei hij en leun de op het -buffet, zoodat zijn verhit ge zicht dicht bij het hare was. Toen trad zij blozend achteruit, schoof de zilverlingen op zijde en zei „Als 't u belieft. Het zal zeker de afbetaling zijn voor iets, dat hier niet te krijgen is Er is eenigen tijd toe noodig, voor een onschuldig meisje iets dergelijks begrijpt en het duurt nog langer, voor zij den moed heeft te toonen, dat zij het begrijpt. De ondervinding had Marie geleerd, dat. het in zulke gevallen niet goed was om 'te aarzelen, als zij zich wilde vrijwaren en haar beslist optre den had spoedig een muur tegen alle onwelvoeglijkheid der bezoekers van het paard om haar opgericht. Nu wa ren het slechts nog vreemdelingen, die soms een stille poging tot verovering aanwendden. Maar de oude hotelier was ontevreden. „Je moet niet zoo kortaf zijn tegen de gasten Marie -puh puh zij moeten zich beha- gelijk voelenpuh zij meenen het zoo kwaad niet en als men de plaats van buffetjuffrouw in „het paard" bekleedt puh puh hoeft men zich niet als een gravin aan te stellen in één woord." -Marie verborg haar ergernis in haar tranen. Moest zij dan in deze betrek king zich laten beleedigen zonder haar ergernis daarover te toonen.? Goed. Zij zou ook dit beproeven, zij wilde trach ten om haar af.keef achter scherts en lach te verbergen en tevens op haar hoede zijn. Op een avond kwam de groote, dik te lande dan niet in die mate, de beurs echter zooveel te meer onder haar in vloed heeft. We zagen echter maar al te dikwijls dat zulke hangende kwesties vóór haar oplossing het beurswezen tot afwachten noopte, terwijl na de beslis sing de feiten werden genegeerd, on geacht dat de geschapen toestanden tevoren- als gunstig of ongunstig wer den beschouwd. In bankierskringen wordt al dat politieke gedoe blijkbaar van geringe beteekenis beschouwd en werd het oogenblik zelfs gunstig aan gemerkt, om met de nieuwe Duitsche leening aan de markt te komen. De eerste berichten daarvan uit Amerika en Engeland luidden gunstig, maar die •hebben slechts betrekking op het on derbrengen der stukken bij bankiers huizen. De eindbestemming is de brandkast van het,publiek, en- zal die leening een werkelijk succes worden, dan moeten de obligaties daarheen haar weg vinden. Vermeldenswaard is dat Duitschland's financieele toestand, de laatste jaren een toonbeeld van wan beheer, zich thans zoo gunstig laat aanzien. Wel dreigt nog een graante- kort dat op de Duitsche betalingsba lans een ongunstige uitwerking moet hebben, maar de hiervoor genoemde cijfers zijn sterk overdreven. De geld- ruimte in Amerika zou voor de Ameri- kaansche geldhuizen een reden kunnen zijn geweest het geheele bedrag der leening voor 'hun rekening te nemen, maar Europeesche deelneming is voor Amerika ook van belang voor het gevai dat moeilijkheden rezen, bij het uit den weg ru-imen waarvan grooter succes verzekerd is aan meerdere crediteuren, dan bij het optreden van een- enkele. Over het algemeen houdt men in Ame rika niet van obligaties, maar meer van shares en men mag met het oog daarop verwachten dat de verschillende landen van Europa voor de Amerikaansche ar bitrage een geschikt afzetgebied voor de Duitsche obligaties zullen vormen bij een verandering op de geldmarkt daar. in dit verband dient nog te wor den gewezen op de te verwachten offi- cieele n-oteerin-g ter Amsterdamsche beurze, ook voor het niet hier te lande uitgegeven gedeelte, waarvoor door den Minister reeds de toezegging werd ge daan. Voor alie goed en kwaad gerucht, dat ter beurze en daarbuiten omtrent de Rotterdamsche Bankvereeniging de ronde deed, en speciaal op de markt- ingezonden mededeeungen. bieden wij uit voorraad aan van f 150.en hooger. :- Afbeeldingen en inlichtingen verstrekt gratis ons Hoofd kantoor te QOES. :- Firma A. S. J. DEKKER GOES - ROTTERDAM - UTRECHT ke, blozende lector (de mathematieker) geanimeerd door een vroolijken maal tijd, waarbij men bier en ook andere dranken gebruikt had bij haaf, drong zich achter het buffet bij de planken, waarop de flesschen stonden en zocht naar „mijn flesch cognac met een naam er op, die hier nog uit Lotte's tijd moet staan." Hij bracht zijn hijgenden, sterk ruikenden mond vlak bij Marie's ge zicht, vroeg, of zijn kleine vriendin lief desgedachten in het hoofd had, omdat zij niets van zijn flesch af wist, vatte haar ten slotte feeder om haar middel en zeide, dat de cognac hem niet meer schelen kon, ais hij hier maar nectar en ambrozijn van haar eigen roode lippen mocht drinken. Zij was haast in tranen uitgebarsten, maar dat zou een schandaal veroor zaakt hebben men mocht immers niet onaangenaam zijn tegen de gasten en daarom lachte zij luid, wrong zich be hendig zoo uit zijn roode, warme, dikke handen, liet hem alleen achter het buf fet staan en riep „Hemel, wat bent u vriendelijk doc tor om mij een poosje af te lossen, nu kan -ik eens uitgaan om een beetje frissche lucht te scheppen Ik heb mij den heelen dag niet kunnen verroeren. Adieu, adieu Vergeet niet, dat dr. Hausson twee halve pilsner moet be talen Op het punt van humor is men niet verwend in Nalköping. De „post" van Naiköping heeft er geen plaats voor, daar het formaat te klein is en de an deren hebben er geen tijd voor men hoorde een daverend „bravo" aan de tafel der leeraren en dr Anker, de positie van de aandeelen dier instelling een onaangenamen invloed uitoefende, is thans een zekerheid met betrekking tot de perspectieven voor Rqbaver-aan- eieelen geschapen. Dat al langen tijd daaraan steun werd verleend was meer dan een publiek geheim en zoo'n- groot bedrag aandeelen in eigen portefeuille of in die van een bevriende instelling is iets waarvoor op een- of andere manier een oplossing moest worden gevonden. Aanvankelijk scheen het in de bedoeling te hebben gelegen de aanwezige en, te verwachten verliezen uit de winst af te schrijven, wat haar beslag niet heeft kunnen krijgen, -waarschijnlijk door ge forceerde afwikkeling van eenige enga gementen. De thans gevonden oplos sing mag ais een gelukkige worden be schouwd. Aandeelhouders kunnen thans van een dividend van 5 pet. zeker zijn, echter de eerste jaren ook weinig of niet meer, door de bedragen die uit de winst worden gereserveerd voor aflos sing der 25 millioen amortisatie-be wijzen. Vermeid werd dat geen steun meer aan den- koers van Robaver-aan- deelen zal worden verleend, waardoor valt te begrijpen dat die koers wel moest daien daar in de getroffen rege ling, hoe gunstig voor aandeelhouders op zich zelf, niet direct een reden is te vinden als kooper van die waarden op te treden. Op een koers van 75 pet. wordt met 5 pet. dividend- een behoor lijk rendement verkregen, te meer daar men mag aannemen dat de Bank schoon schip heeft gemaakt en haar voordeel kan doen met duur betaalde fouten in de afgeloopen jaren. Voor het zakenleven in 't algemeen en de beurs in het bizonder is het ge vaar. dat uit bovengenoemde richting dreigde, geweken, want zeker mocht dat een gevaar worden genoemd, me de gelet op den, nasleep van dergelijke zaken, ais opvraging deposito's bij meerdere in-stellingen e.d. De flauwe stemming voor Koninklijke Petroleum houdt steeds aan. Dat insiders-verkoo- pen wordt tegengesproken, dus schijnt van andere zijde het aanbod nog geen einde te hebben genomen. Voor è30 aandeelen a 1000 werd weer een no teering aangevraagd, waaruit blijkt dat die aandeelen, waarschijnlijk verkregen door het inbrengen van een Duitsch concern, niet geblokkeerd zijn en wel licht van de hand worden gedaan. De stemming ter beurze werkt ook n-iet mede voor dat fonds een willigte in het leven, te roepen. Op de afdeeling der Suikerwaarden was weinig animo te bespeuren. De statistische positie van het artikel kan ais zeer gunstig worden beschouwd. Maar al te dikwijls bleken juist die sta tistieken, wier cijfers voor velen als een. paal boven- water stonden, te falen. Wel toonden eenige fondsen een koersver- betering, maar dit. is in hoofdzaak een gevolg van de incourantheid van het fonds, waarin bij een- ongelimiteerde kooporder, een hoogere noteering kon tot stand komen. De hoofdfondsen H. V. A. en Java Cultuur toonen weinig variatie. -Met Thee-aandeeien is alles nog bo tertje tot den boom. Niet dat in deze soort van belangrijke avances kan wor den gesproken maar de stemming bleef vast en gelet op de weinige affaires had de vraag in deze fondsen nog de over hand. De voorverkoopen der oogsten 1925 en 1926 van eenige maatschap pijen mag als een gunstige factor wor- mathematieker nam voortaan een groO- teren omweg dan vroeger, wanneer hij langs het buffet moest. Marie had de slechte gewoonte om dikwijls na te denken. Zij was ook ruim 24 jaar oud en een verstandig meisje. Zoo dacht zij er over na, hoeveel min der achting men haar de buffetjuffrouw betoonde, dan aan de jonge dames uit de Nalköpingsche families en dat het zonder twijfel slecht met haar zou af- loopen, wanneer zij zich niet beter ge droeg en meer op haar gedrag lette, dan eenige dezer voortreffelijke doch ters van goeden huize, die zij somtijds achter de coulissen gezien had. Eens hadden kameraad Lindstam en zijn vrouw een middagje in „het Paard" gehad zij waren slechts met hun bei den en een kennis, een jonge dame die toevallig in de stad was en hun een bezoek bracht. Toen Marie de kamer binnen kwam met het dessert, had mevrouw Lindstam zich even verwij derd en de deftige vreemde dame lag in de armen van mijnheer Lindstam en zij kusten elkaar, alsof zij nooit meer wilden ophouden. Toen zij later naar huis gingen, kee-k Marie lang en op lettend door het open venster naar de jonge dame. Mijn hemel, wat zag zij er trotsch, waardig en imponeerend uit. Hoe kon zoo iemand iets dergelijks doen Op een heeten Julidag ondernamen de weinige, maar vroolijke jongelui, die nog, in de stad waren een roeipartij en dineerden daarna in „het Paard". Een weduwe van middelbaren leeftijd, die zeer genotzuchtig was en niet erg te rughoudend, maakte vroolijke grappen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1