ELEN ZATERDAG II OCTOBER 'gersteBJad Seentebestuur ^feuilletoT^ AMERIKA EN WIJ 241 >1924* Djt nummer bestaat uit 2 bladen DE GROOTF ONDEUGD Brieven uit de Hofstad COURANT hinderwet. Kennisgeving. Burg en Weth. van Vlissingen, gezien j„ artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven hij deze kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van J. J. van de San-de, alhier, L vergunning tot het uitbreiden der be- taande smederij door het plaatsen van Lee electro-motors, nl. één van 5 P.K. tot het drijven van twee draaibanken en een boormachine en één van 3 P.K. tot het drijven van een boormachine, amaril- en ct.'insfeen, in het perceel kadastraal bekend gemeente Vlissingen, Sectie E no. 1249, plaatselijk gemerkt Plein Vierwinden No. 2; dat dit verzoek met de bijlagen, te be ginnen met Maandag den 13 October 1924 op de Gemeente-Secretarie (3e afdeeling) (er visie zal gelegd worden, vanaf dien datum schriftelijk bezwaren bij hun college kunnen worden ingediend, en dat den veer tienden dag na dien, zijnde den 27 October 1924 ten Gemeentehuize, des namiddags ten 3 ure, gelegenheid zal gegeven worden om' bezwaren tegen het uitbreiden dier in richting in te brengen, zullende zoowel de verzoeker, als zij, die bewaren inbrengen, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hin derwet voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde de bezwaren mondeling en schriftelijk toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijd stip door den verzoeker en door hen, die bezwaren inbrengen, ter Gemeente-Secre tarie (3e afdeeling) van de ter zake ingeko men schrifturen kennis kan genomen wor den. Vlissingen, den 11 October 1924. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. ONVEILIGHEID VAARWATER. Schietoefeningen. De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend dat in het zeegat van Texel, van 13 t/m. 16 October 1924 van het fort „Erfprins", „de Oostbatterij" en van een batterij opgesteld bij den licht toren en op 17 en van 21 t/m. 25 Octo ber 1924 van de forten „Erfprins" en ;Kijkdüin" schietoefeningen zullen worden /ihouden. De voor de veiligheid te nemen voor zorgsmaatregelen liggen voor belangheb- ben ter Secretarie dezer gemeente ter in zage. Vlissingen, 11 October 1924. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. Het ligt niet, gelijk het bovenstaande zou kunnen doen veronderstellen, in ons voornemen tusschen Amerika en ons vaderland de politieke verhoudin gen tot onderwerp van bespreking te Vertaald ctoor .Mevrouw I. P. WESSELINKVAN ROSSUM. „U zult uit het certificaat zien, dat mijn vrouw niet heel wel is. Ik zou haar graag mee op reis nemen zij moet verandering van lucht hebben, en ik zou liefst dadelijk willen vertrek ken." „Neem haar dan mee naar een plaats, waar geen groene tafels zijn, die haar in verzoeking zouden kunnen brengen." „Dat wil zeggen buiten Londen. Want daar staan er nog heel wat open." „Wij zullen daar ook binnenkort mee afrekenen", zei de heer Karlton. „Indien u de schriftelijke verklaring hebt gegeven, die ook de anderen zul len 'moeten afleggen, dan zal zij er niet meer van hooren. In dit exeptioneele geval zal een beambte bij haar komen, °m de zaak te regelen, mijnheer Lind say. Ik hoop, dat uw verandering van 'ucht u niet te lang van ihet parlement verwijderd zal houden. Vaarwel Mark was wel opgelucht door dit onderhoud en er was een opgeruimde 'och op zijn gelaat, toen hij weer in de onto stapte. „Het is een genot om te leven", zei "'I cn haalde diep adem._ ■walton en mevrouw i-ortescue wis- seWen een blik van verstandhouding, 'oen zij thuiskwamen, gingen Mark n mevrouw regelrecht naar de kamer Nalda, maar Nalda was er niet zij yn naar beneden en vonden haar den salon in gesprek met Sylvia, bihr ouw Thornton, wilt u in de ■ouotheek komen vroeg Lindsay en lle'meisje ging dadelijk. •«u, Nalda, ik wacht je vonnis", zei ,r.ouw Fortescüe vriendelijk. „Moeder I" want d-ï e?ne woord was voldoende, zij vielen in eikaars armen, cn "n afgebroken woorden, wat zeldzame tranen in de oogen maken, en al evenmin wat de, overi gens niet minder belangrijke economi sche verhoudingen aangaat, ons in diepgaande vergelijkingen te begeven. Wat we, beide landen tegelijk noe mend, beoogen is iets geheel anders. Men kent de maatregelen, die inder tijd door de regeering aan gene zijde van den Oceaan genomen zijn, om Amerika zooveel doenlijk vrij te hou den van ongewenschte buitenlandsche elementen. Deze maatregelen hebben vooral in Japan veel kwaad bloed ge zet, en de indruk van een en ander werkt nog in de politieke sferen na. Behalve echter, dat de Japanners zich bemoeilijkt zagen eigenlijk werden zij zelfs niet opzettelijk genoemd bij hun wensch zich in de Ver. Staten te vestigen, zijn het ook alle andere nati onaliteiten, die in meer of mindere mate den tegenstand der Washingtonsche regeering «rnstig gevoelen, waartoe de bekende immigratie-wet haar machtig de. „Amerika voor de Amerikanen" is sedert die wet meer dan ooit de leus geworden, waaraan men zich ginds nu reeds geruimen tijd houdt. Deze leus mag op zichzelf tamelijk rationeel klin ken, men bedenke echter, dat Amerika het immer van de immigratie hebben moest. Aan haar toch was het niet in ■de laatste plaats te danken, dat het in het verloop van tientallen jaren, is kunnen groeien tot het groote machtige staten-complex, welks toetreden tot den oorlog, den uitslag overwegend beïnvloed heeft. Van oudsher zijn Amerika uit alle landen wilskrachtige elementen toegevloeid, en heeft de kruising der nationaliteiten een der sterkste factoren uitgemaakt voor de ontwikkeling des lands. Zoo het rede nen meende te hebben nieuwe elemen ten af te wijzen, dan lag dat daaraan, dat de ervaringen op het gebied der immigratie vooral in de latere jaren weinig gunstig zijn geweest. 'De Ame rikanen zijn daarom de mazen van bet immigratie-net nauwer gaan maken, daar zij hartelijk bedankten, nu zij in het algemeen genomen, meenden ge noeg menschen te hebben, voor de op name van allerlei ftiaatschappelijke schipbreukelingen of minder gewensch- fe elementen. En het valt lastig hen daarin ongelijk te geven. In een tijd, gelijk we nn beleven, met zijn groote economische moeilijkhkeden voor elk land, waarin voor een groot deel der eigen landgenooten de om standigheden geenszins zöó zijn, dat zij zich in hun bestaan verzekerd gevoe len, dient dubbel gewaakt tegen het al te gemakkelijk maken voor vreemde lingen om zich te komen vestigen. Wij zien dan ook een streven Dij verschil lende Janden voorzitten, om de v.esti- van mevrouw Fortescüe bracht. „Mijn lief 'kind, ik ben zoo bang ge weest, dat er nog een leven zou ver ongelukken. Dank den hemel, dat Mark de man is, die 'hij is. Ik ben van hem gaan houden en ,>Hij heeft mij alles verteld, wat u voor hem gedaan heeft", zei Naida. ,/Het spel heeft mijn leVen te gronde gericht. Ik was er door betooverd. Maar ik zou de ondeugd overwonnen hebben, als ik de bescherming had ge had van een krachtig man en de liefde van mijn kind. Dit zeg ik niet om mijn man en jou vader te laken. Hij begreep het eenvoudig niet. Nu ai' het verdriet voorbij is, geloof je nu, dat je de kracht zult hebben de verzoeking te weer staan „Dat geloof ik en ik hoop bet." En toen fluisterde zij haar moeder wat in het oor en een blos kwam op haar wangen. „De hemel zegene je, kind zeide mevrouw Fortescüe met trillende stem en daarna scheen zij wel beschaamd over haar aandoening, want zij riep de anderen in de kamer. „■Nalda, je had in bed moeten blij ven", zei Mark verwijtend, maar een snelle blik van moeder op dochter ste1- de hem weer gerust. jLuister eens ik heb het grootste jacht gekocht, wat er te krijgen was. En wij gaan een lange reis rondom de wereld maken. Vind je dat niet prettig, Nalda „Ik zou graag met u meegaan", zei mevrouw Fortescüe, en zij kreeg dade lijk een kleur over haar groote onbe scheidenheid. Maar zij behoefde niet bang te zijn, want Mark en Nalda bei den drukten er hun vreugde over uit. „Sylvia, wil je ook niet medegaan vroeg Nalda het meisje aarzelde, „Het uitstapje zal u goed doen", viel Mark in, waarop Sylvia dankbaar de uitnoodiging aannam. Het was niet veel meer dan vier maanden later, dat het viertaKin der. ruimen salon van Lindsay's jacht de lunch gebruikte. Ofschoon de winter zijn intrede had gedaan, was er een gïngs-bepalingen aan strenger voor schriften vast te knoopen, en vinden daarin niets onbillijks, mits de noodige matiging hierbij worde betracht. Ook ten opzichte van ons land rijst de vraag of 's lands belang nu wel zoo bijzonder gediend is met de toetreding tot het Nederlanderschap van tallóoze over onze oostgrens komende buiten landers. Wanneer men ziet, hoe de stroom der naturalisatie-ontwerpen blijkens de Bijlagen tot de Handelingen der Staten-Generaal ook gedurende dit jaar eer toe dan afgenomen is, hoe zich in onze groote steden buitenlandsche kantoren, fabrieken en handelsinstellin gen komen vestigen, terwijl hetJoch voor de reeds bestaande zoo moeilijk is bet hoofd boven water te houden, dan is dat alles niet van bedenking vrij te pleiten. Daarbij vergete men niet, dat naturalisatie iemand nog niet tot een werkelijk vaderlander, in merg en been maakt. Inmiddels zouden wij ons niet gaarne aan enghartig chauvinisme schuldig maken, noch denken er in de verste verte aan Amerika tot voorbeeld te willen nemen. Wij weten te goed, hoe- vele buitenlanders, genaturaliseerd of niet, een hoogst nuttige en eervolle plaats in onze samenleving bekleeden, en elk land stelt gansch andere eischen. Toch kan het, nu de huidige omstan digheden daartoe dringen, nuttig zijn aan een en ander eens onze aandacht te wijden. De ontwapeningsactie. Het leven gaat zoo snel en belang rijke gebeurtenissen volgen dikwijls zoo dicht op elkaar, dat het al iets hee! bijzonders is wanneer één bepaald feit vele dagen het onderwerp van gesprek ken is. Het debat SnijdersVan Emb- den verheugt zich echter nog steeds in de aigemeene belangstelling. Geen ander evenement is nog in staat ge weest de aandacht af te leiden. Dit be wijst wel dat het vraagstuk van de ontwapening op dit oogenblik een be langrijke plaats heeft verkregen in de geesten der menschen. Over den avond van het debat loopen de meeningen zeer uiteen. Velen zijn achteraf na tuurlijk van oordeel dat de heer Snijders dit debat niet had moeten aan vaarden op de voorwaarden en onder de omstandigheden waarop het nu heeft plaats gehad. Het gaat hierbij om een zeer moeilijke kwestie en dus was het zaak gewc-est die te behandelen in tegenwoordigheid van personen die al le tot oordeelen bevoegd konden wor den geacht. Nu is een groot contingent van de hoorders alleen gekomen in de hoop dat het er warmpjes op los zou gaan en dat relletjes niet zouden uit blijven. schitterende zonneschijn de atmosfeer was warm, want zij waren in de Mid- deliandsohe Zee. Hun gelaat was ge bronsd en tevredenheid en geluk waren in hun hart. „Ik zie, dat de „Valkyrie" weer in zicht is", zei Lindsty plotseling. Sylvia bloosde 'een weinig. „Het schijnt, dat Jim Shalton heel onverwacht verschijnt. Ik denk, dat de speeltafels zooveel aantrekkingskracht op hem uitoefen-en", zei mevrouw For tescüe droogjes. „Zullen wij vanmiddag naar Monte gaan stelde Mark voor, waarop stil te volgde. „Dat wil zeggen, als je de kleine kunt achterlaten", voegde hij er bij tot zijn vrouw. Arm in arm gingen zij naar het dek. waar hun zoon en erfgenaam onder de hoede van een kindermeid was. Nalda nam hem in haar armen en hield hem dioht tegen zich aan. „Ja, Mark, ik zal het prettig vinden, als we gaan", zei zij kalm. Een uur later gingen zij het Casino binnen en begaven zich naar de roulette tafel. Mevrouw Fortescüe nam het eerst plaats en zij zette haar Iouis met blijk baar plezier in. Nalda en Sylvia stonden achter 'haar en zetten nu en dan een vijffrancstuk op een even nummer. „Verlang je niet naar een echt spel vroeg AAark lachend. „Neen, in 't geheel niet", antwoord de zij en keek hem vast in de oogen. „Ik geloof, dat ik ook eens wat ga wagen", zei hij en ging naast mevrouw Fortescüe zitten, nam een bundel bank biljetten uit zijn zak, waarmee hij roe keloos ging spelen en met het grootste geluk. Nu en dan keek hij naar zijn vrouw en lachten zij elkaar toe. Gedurende de laatste maanden was Nalda met opzet alle verzoeking uit den weg gegaan maar het spel had die intense betoove- ring toch al niet meer voor haar. Zij verlangde er niet naar te spelen het scheen, dat de wensch daartoe verteerd was door haar liefde voor man en kind. „Sylvia, ik ben de gelukkigste vrouw- Of de sprekers schuld hebben aan het opkomen eener rumoerige stemming blijve liever buiten beschouwing. Vast staat dat het overgroote deel der aan wezigen absoluut niet bij machte was zich een oordeel te vormen over het vraagstuk. Waarschijnlijk was het daarvoor ook niet ter vergadering opgegaan. ■Belangrijker dan deze avond zelf leek het ons hier en daar bij vooraanstaande personen eens ter loops te informeeren hoe hun oordeel over de kwestie was. Voor interviews over een dergelijk on derwerp voelen wij niet veel. Over het algemeen is de waarde van interviews veel geringer dan men wel dikwijls meent. Uit gemoedelijke gesprekken verneemt men veel gemakkelijker het oordeel, al heeft het dan dit tegen, dat de meening niet met naam en toenaam van den oordeelaar kan worden gepu bliceerd. Maar dat moet men dan op gezag van den journalist aannemen, dat de oordeelaar tot oordeelen be voegd was. Over het algemeen werkt de zeer sterk toegenomen en nog steeds toene mende actie voor nationale ontwape ning nogal verontrustend in de leiden de kringen van ons land. M-en ziet daar hee! goed, dat de bodem voor het op schieten van het uitgestrooide zaad zeer gunstig is. De bezuinigingen der regeering op allerlei posten die men nuttig acht en daarnaast het toenemen van den belastingdruk wekken een on tevreden stemming. Als antwoord op een eventueele vraag hoe de regeering dan haar budget sluitend moet maken, ligt haast voor de hand een verwijzing naar de militaire uitgaven. Men acht die mi eenmaal improductief en men heeft niet het allerminste vertrouwen in de waarde van ons leger. Dus ruim op die boel, is de gangbare op vatting. Natuurlijk is de kwestie zóó simpel niet, maar wei uit zij zich in dien sim- pelen vorm bij de groote massa en daarmede -heeft men nu eenmaal reke ning te houden, vooral nu deze opvat ting parallel loopt aan het standpunt door verschillende leiders ingenomen. Hier nu ligt wij ontdekten die op vatting bij vele vooraanstaande perso nen het verontrustende element, dat nl. erkende belangrijke figuren als prof. Van Embden een standpunt inne men dat ten slotte op het zelfde neer komt als de groote massa in haar ge- brekkigen redeneertrant wenscht en voor zich goed oordeelt. Wanneer straks de verkiezingen in het zicht komen, zal die breede massa meegaan met hen die de ontwapening als leuze voeren. Voor dat te-hoop- Ioopen van de massa is men beducht. De ervaring heeft geleerd dat ten slotte daardoor een overwinning wordt be haald. Het algemeen kiesrecht is ver overd niettegenstaande in de leiders- kringen, de tot oordeelen bevoegden, nog een zeer sterke oppositie daarte gen bestond. Men ziet in Den Haag ook ter dege in de wereld", zei zij impulsief. Maar Sylvia's gedachten waren el ders en. Nalda zag spoedig de oorzaak, want Jim Shalton naderde, en een le vendige lach zetelde op haar gelaat. „Ik dacht wel, dat ik u hier vinden zou", zei hij kalm. De stoel naast Mark was onhezet Nalda nam dien snel. „Kom mee naar buiten", zei Jim en Sylvia volgde hem. „Ik kom antwoord halen", zeide hij kortaf, toen zij in den tuin waren gaan zitten. „Wat moet ik zeggen ik ben een fatsoenlijk man onwaardig, ik ben een verdorven schepsel", zei zij moedeloos. „Wij zijn allen min of meer verdor ven schepsels. Wat zou het ik heb je lief, Sylvia. Je bent de eenige vrouw voor mij. En als je mij lief hebt, dan komt het er verder niet op aan. Houd je van mij Zij wendde haar oogen van hem af en haar lippen trilden. „Ik heb je al de lage dingen verteld, die ik gedaan heb, en ook die geschie denis met Sir Cyril." „Dat heb je dat was eerlijk. Nu wil ik antwoord hebben. Toen ik verliefd werd op mevrouw Lindsay je hoeft niet te schrikken, meisjelief was het niets dan een kalverenliefde en het heeft mij oneindig vee! goed gedaan. Met jou is het 't echte. Ik heb beproetd, wat goeds in mijn leven te doen. Wil ie mij niet helpen, Sylvia smeekte hij. Hij nam haar hand in de zijne, zij beproefde die terug te trekken. „Als je mij niet aankijkt, dan kus ik je, wat .de menschen er ook van zeg gen..." En toen wendde zij haar gelaat naar hem toe en hij was verbluft, over wat hij in haar oogen zag. „Dus houd je toch van mij Kom mee dat kan ik niet stilhouden. Wij zullen de anderen opzoeken." Zij volgde hem gehoorzaam en zelfs mevrouw Fortescüe protesteerde niet, dat haar spel werd onderbroken. Jim fluisterde zijn nieuws rond, noodigde hen uit, mee naar zijn jacht te gaan en in dat de misère tijdens de manoeuvres, onlangs gehouden, de actie steun, geeft. De groote massa begrijpt het nut van die manoeuvres niet en nu ze zoo zon derling zijn verloopen heeft men alle vertrouwen in het mogelijke nut verlo ren. De duizenden die aan de manoeu vres deelnamen komen naar huis met verhalen die zeer geschikt zijn om de stemming voor ontwapening te ver sterken. Alles werkt dus op dit oogenblik sa men en het verweer der tegenstanders van de ontwapening heeft geen vat op het publiek. Dat publiek wil graag van de leger-kosten af, en nu uit de rijen der vooraanstaande personen de verde diging van ontwapening is gekomen, nu aanvaardt men die gaarne. Zóó is de situatie geworden en het is te 'begrijpen dat die de tegenstanders met bezorgdheid vervult, vooral met het oog op de politieke beteekenis die er in het gevaar schuilt nu juist binnen enkele maanden de verkiezings-cam- pagne gaat beginnen. Wanneer die wordt ingezet met de ontwapeningsleu- ze voor-op en de kans dat dit ge schiedt is niet gering dan paart zich daaraan de verwachting dat langs de zen weg onmiddellijk vermindering van den belastingdruk is te verkrijgen. Het psychologisch oogenblik om met een dergelijke leuze steun te krijgen bij het putiliek is zeer gunstig en juist dat ont kent men in regeeringskringen niet en juist dat wekt een gevoel van onge rustheid. Waarschijnlijk zal bij de aigemeene beschouwingen over de Staatsbegroor ting het vraagstuk een belangrijke plaats innemen en de Regeering zal dan haar standpunt moeten uiteenzetten. Wie de politiek volgt zal ai weten dat in den boezem der regeering geen vol ledige eensgezindheid bestaat en dus moet het uitdraaien op een compromis. Dit is het eenige dat nog tijdelijk red- houding kan brengen, want vast staat dat op een te strak doorzetten van de oude richting de actie tegen de defensie zou versterken. Men zit in regeeringskringen in de klem en men weet er niet goed uit te komen- De politiek spreekt krachtig mede en juist daarom is voorzichtig heid geboden. De eerstvolgende maan den zullen voor het vraagstuk van ge-, wicht zijn. De belangstelling ervoor is allerwege zeer groot en zij wordt gaande gehouden. De hernieuwde Vlootwet, de manoeuvres en het debat Van EmbdenSnijders hebben de be weging aan den gang geholpen en de Regeering staat hier tegenover een zware en netelige taak. Dit hebben wij we! ervaren dat men zich van de betee kenis der gebeurtenissen bewust is, maar tevens dat men niet weet hoe men hier zal hebben te handelen om ""Riet eenerzijds te verliezen wat men' anderzijds meent nog te kunnen win nen. De actie is acuut en hevig slechts tijdige hulp voorkomt misschien een chronische uitbreiding. EIBER. was toen genoodzaakt naar hun harte lijke gelukwenschen te luisteren. Maar toen zij aan boord waren, nam hij Syl via in zijn armen en kuste haar ten aan zien van allen op haar lippen. „Móet het thuis gebeuren of hier bij den Britschen consul vroeg hij vroolijk. „Thuis", zei Nalda snel. „Gij wilt ons toch zeker het genoegen niet benemen, den uitzet te koopen Dien avond vertrok het jacht naar Engeland. Jim wilde graag met hen mee gaan zijn jacht volgde op eerbie digen afstand. Een maand later had het huwelijk plaats en toen het jong gehuwde paar de huwelijksreis aanvaard had, beslo ten Mark en Nalda ergens te gaan di- neeren. Zij kozen het Carlton restau rant juist waren zij met hun maal begonnen, toen een heer en een dame aan een tafel naast hen plaats namen. „Het zijn Lang en Olive", fluisterde Nalda. „Zij zijn nu zes maanden getrouwd, en het gerucht gaat dat zij als kat en hond levep", zei Mark ernstig. „Alles zou ik haar nog kunnen ver geven, behalve één ding", zei Nalda. „Zij heeft den brief niet op de post gedaan, dien ik je te Le Touquet schreef." „Misschien heeft ze ons zonder het te weten een goeden dienst bewegen", zei haar man." „Die paar weken'van ellende hebben mij veel geleerd, dat ik anders nooit zou hebben geweten. Ons verdriet bracht ons dichter tot elkaar, lieve, en ik kan haar niet haten Lang kwam mij vanmorgen geld te leen vragen." „Heb je het gedaan „Ja, ik ben zoo gelukkig, dat ik geen sterveling rampzalig kan zien. Kun je dat gevoel begrijpen Zij keken elkaar in de oogen en wa ren voldaan want wat kan een man of een vrouw meer verlangen dan lief de, rust en tevredenheid. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1