ELEN
ZATERDAG II OCTOBER
'gersteBJad
Seentebestuur
^feuilletoT^
AMERIKA EN WIJ
241
>1924*
Djt nummer bestaat uit 2 bladen
DE GROOTF ONDEUGD
Brieven uit de Hofstad
COURANT
hinderwet.
Kennisgeving.
Burg en Weth. van Vlissingen, gezien
j„ artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
hij deze kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van J. J. van de San-de, alhier,
L vergunning tot het uitbreiden der be-
taande smederij door het plaatsen van
Lee electro-motors, nl. één van 5 P.K. tot
het drijven van twee draaibanken en een
boormachine en één van 3 P.K. tot het
drijven van een boormachine, amaril- en
ct.'insfeen, in het perceel kadastraal bekend
gemeente Vlissingen, Sectie E no. 1249,
plaatselijk gemerkt Plein Vierwinden No. 2;
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Maandag den 13 October 1924
op de Gemeente-Secretarie (3e afdeeling)
(er visie zal gelegd worden, vanaf dien
datum schriftelijk bezwaren bij hun college
kunnen worden ingediend, en dat den veer
tienden dag na dien, zijnde den 27 October
1924 ten Gemeentehuize, des namiddags
ten 3 ure, gelegenheid zal gegeven worden
om' bezwaren tegen het uitbreiden dier in
richting in te brengen, zullende zoowel de
verzoeker, als zij, die bewaren inbrengen,
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hin
derwet voor het Gemeentebestuur of een of
meer zijner leden zijn verschenen, teneinde
de bezwaren mondeling en schriftelijk toe
te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn,
terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijd
stip door den verzoeker en door hen, die
bezwaren inbrengen, ter Gemeente-Secre
tarie (3e afdeeling) van de ter zake ingeko
men schrifturen kennis kan genomen wor
den.
Vlissingen, den 11 October 1924.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend dat in het zeegat
van Texel, van 13 t/m. 16 October 1924
van het fort „Erfprins", „de Oostbatterij"
en van een batterij opgesteld bij den licht
toren en op 17 en van 21 t/m. 25 Octo
ber 1924 van de forten „Erfprins" en
;Kijkdüin" schietoefeningen zullen worden
/ihouden.
De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belangheb-
ben ter Secretarie dezer gemeente ter in
zage.
Vlissingen, 11 October 1924.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
Het ligt niet, gelijk het bovenstaande
zou kunnen doen veronderstellen, in
ons voornemen tusschen Amerika en
ons vaderland de politieke verhoudin
gen tot onderwerp van bespreking te
Vertaald ctoor .Mevrouw
I. P. WESSELINKVAN ROSSUM.
„U zult uit het certificaat zien, dat
mijn vrouw niet heel wel is. Ik zou
haar graag mee op reis nemen zij
moet verandering van lucht hebben, en
ik zou liefst dadelijk willen vertrek
ken."
„Neem haar dan mee naar een plaats,
waar geen groene tafels zijn, die haar
in verzoeking zouden kunnen brengen."
„Dat wil zeggen buiten Londen.
Want daar staan er nog heel wat
open."
„Wij zullen daar ook binnenkort
mee afrekenen", zei de heer Karlton.
„Indien u de schriftelijke verklaring
hebt gegeven, die ook de anderen zul
len 'moeten afleggen, dan zal zij er niet
meer van hooren. In dit exeptioneele
geval zal een beambte bij haar komen,
°m de zaak te regelen, mijnheer Lind
say. Ik hoop, dat uw verandering van
'ucht u niet te lang van ihet parlement
verwijderd zal houden. Vaarwel
Mark was wel opgelucht door dit
onderhoud en er was een opgeruimde
'och op zijn gelaat, toen hij weer in de
onto stapte.
„Het is een genot om te leven", zei
"'I cn haalde diep adem._
■walton en mevrouw i-ortescue wis-
seWen een blik van verstandhouding,
'oen zij thuiskwamen, gingen Mark
n mevrouw regelrecht naar de kamer
Nalda, maar Nalda was er niet zij
yn naar beneden en vonden haar
den salon in gesprek met Sylvia,
bihr ouw Thornton, wilt u in de
■ouotheek komen vroeg Lindsay en
lle'meisje ging dadelijk.
•«u, Nalda, ik wacht je vonnis", zei
,r.ouw Fortescüe vriendelijk.
„Moeder I"
want d-ï e?ne woord was voldoende,
zij vielen in eikaars armen, cn
"n afgebroken woorden, wat
zeldzame tranen in de oogen
maken, en al evenmin wat de, overi
gens niet minder belangrijke economi
sche verhoudingen aangaat, ons in
diepgaande vergelijkingen te begeven.
Wat we, beide landen tegelijk noe
mend, beoogen is iets geheel anders.
Men kent de maatregelen, die inder
tijd door de regeering aan gene zijde
van den Oceaan genomen zijn, om
Amerika zooveel doenlijk vrij te hou
den van ongewenschte buitenlandsche
elementen. Deze maatregelen hebben
vooral in Japan veel kwaad bloed ge
zet, en de indruk van een en ander
werkt nog in de politieke sferen na.
Behalve echter, dat de Japanners zich
bemoeilijkt zagen eigenlijk werden
zij zelfs niet opzettelijk genoemd bij
hun wensch zich in de Ver. Staten te
vestigen, zijn het ook alle andere nati
onaliteiten, die in meer of mindere mate
den tegenstand der Washingtonsche
regeering «rnstig gevoelen, waartoe de
bekende immigratie-wet haar machtig
de. „Amerika voor de Amerikanen" is
sedert die wet meer dan ooit de leus
geworden, waaraan men zich ginds nu
reeds geruimen tijd houdt. Deze leus
mag op zichzelf tamelijk rationeel klin
ken, men bedenke echter, dat Amerika
het immer van de immigratie hebben
moest. Aan haar toch was het niet in
■de laatste plaats te danken, dat het in
het verloop van tientallen jaren, is
kunnen groeien tot het groote machtige
staten-complex, welks toetreden tot
den oorlog, den uitslag overwegend
beïnvloed heeft. Van oudsher zijn
Amerika uit alle landen wilskrachtige
elementen toegevloeid, en heeft de
kruising der nationaliteiten een der
sterkste factoren uitgemaakt voor de
ontwikkeling des lands. Zoo het rede
nen meende te hebben nieuwe elemen
ten af te wijzen, dan lag dat daaraan,
dat de ervaringen op het gebied der
immigratie vooral in de latere jaren
weinig gunstig zijn geweest. 'De Ame
rikanen zijn daarom de mazen van bet
immigratie-net nauwer gaan maken,
daar zij hartelijk bedankten, nu zij in
het algemeen genomen, meenden ge
noeg menschen te hebben, voor de op
name van allerlei ftiaatschappelijke
schipbreukelingen of minder gewensch-
fe elementen. En het valt lastig hen
daarin ongelijk te geven.
In een tijd, gelijk we nn beleven, met
zijn groote economische moeilijkhkeden
voor elk land, waarin voor een groot
deel der eigen landgenooten de om
standigheden geenszins zöó zijn, dat zij
zich in hun bestaan verzekerd gevoe
len, dient dubbel gewaakt tegen het al
te gemakkelijk maken voor vreemde
lingen om zich te komen vestigen. Wij
zien dan ook een streven Dij verschil
lende Janden voorzitten, om de v.esti-
van mevrouw Fortescüe bracht.
„Mijn lief 'kind, ik ben zoo bang ge
weest, dat er nog een leven zou ver
ongelukken. Dank den hemel, dat Mark
de man is, die 'hij is. Ik ben van hem
gaan houden en
,>Hij heeft mij alles verteld, wat u
voor hem gedaan heeft", zei Naida.
,/Het spel heeft mijn leVen te gronde
gericht. Ik was er door betooverd.
Maar ik zou de ondeugd overwonnen
hebben, als ik de bescherming had ge
had van een krachtig man en de liefde
van mijn kind. Dit zeg ik niet om mijn
man en jou vader te laken. Hij begreep
het eenvoudig niet. Nu ai' het verdriet
voorbij is, geloof je nu, dat je de kracht
zult hebben de verzoeking te weer
staan
„Dat geloof ik en ik hoop bet."
En toen fluisterde zij haar moeder
wat in het oor en een blos kwam op
haar wangen.
„De hemel zegene je, kind zeide
mevrouw Fortescüe met trillende stem
en daarna scheen zij wel beschaamd
over haar aandoening, want zij riep de
anderen in de kamer.
„■Nalda, je had in bed moeten blij
ven", zei Mark verwijtend, maar een
snelle blik van moeder op dochter ste1-
de hem weer gerust.
jLuister eens ik heb het grootste
jacht gekocht, wat er te krijgen was.
En wij gaan een lange reis rondom de
wereld maken. Vind je dat niet prettig,
Nalda
„Ik zou graag met u meegaan", zei
mevrouw Fortescüe, en zij kreeg dade
lijk een kleur over haar groote onbe
scheidenheid. Maar zij behoefde niet
bang te zijn, want Mark en Nalda bei
den drukten er hun vreugde over uit.
„Sylvia, wil je ook niet medegaan
vroeg Nalda het meisje aarzelde,
„Het uitstapje zal u goed doen",
viel Mark in, waarop Sylvia dankbaar
de uitnoodiging aannam.
Het was niet veel meer dan vier
maanden later, dat het viertaKin der.
ruimen salon van Lindsay's jacht de
lunch gebruikte. Ofschoon de winter
zijn intrede had gedaan, was er een
gïngs-bepalingen aan strenger voor
schriften vast te knoopen, en vinden
daarin niets onbillijks, mits de noodige
matiging hierbij worde betracht.
Ook ten opzichte van ons land rijst
de vraag of 's lands belang nu wel zoo
bijzonder gediend is met de toetreding
tot het Nederlanderschap van tallóoze
over onze oostgrens komende buiten
landers. Wanneer men ziet, hoe de
stroom der naturalisatie-ontwerpen
blijkens de Bijlagen tot de Handelingen
der Staten-Generaal ook gedurende dit
jaar eer toe dan afgenomen is, hoe zich
in onze groote steden buitenlandsche
kantoren, fabrieken en handelsinstellin
gen komen vestigen, terwijl hetJoch
voor de reeds bestaande zoo moeilijk
is bet hoofd boven water te houden,
dan is dat alles niet van bedenking vrij
te pleiten. Daarbij vergete men niet,
dat naturalisatie iemand nog niet tot
een werkelijk vaderlander, in merg en
been maakt.
Inmiddels zouden wij ons niet gaarne
aan enghartig chauvinisme schuldig
maken, noch denken er in de verste
verte aan Amerika tot voorbeeld te
willen nemen. Wij weten te goed, hoe-
vele buitenlanders, genaturaliseerd of
niet, een hoogst nuttige en eervolle
plaats in onze samenleving bekleeden,
en elk land stelt gansch andere eischen.
Toch kan het, nu de huidige omstan
digheden daartoe dringen, nuttig zijn
aan een en ander eens onze aandacht
te wijden.
De ontwapeningsactie.
Het leven gaat zoo snel en belang
rijke gebeurtenissen volgen dikwijls
zoo dicht op elkaar, dat het al iets hee!
bijzonders is wanneer één bepaald feit
vele dagen het onderwerp van gesprek
ken is. Het debat SnijdersVan Emb-
den verheugt zich echter nog steeds in
de aigemeene belangstelling. Geen
ander evenement is nog in staat ge
weest de aandacht af te leiden. Dit be
wijst wel dat het vraagstuk van de
ontwapening op dit oogenblik een be
langrijke plaats heeft verkregen in de
geesten der menschen. Over den avond
van het debat loopen de meeningen
zeer uiteen. Velen zijn achteraf na
tuurlijk van oordeel dat de heer
Snijders dit debat niet had moeten aan
vaarden op de voorwaarden en onder
de omstandigheden waarop het nu
heeft plaats gehad. Het gaat hierbij om
een zeer moeilijke kwestie en dus was
het zaak gewc-est die te behandelen in
tegenwoordigheid van personen die al
le tot oordeelen bevoegd konden wor
den geacht. Nu is een groot contingent
van de hoorders alleen gekomen in de
hoop dat het er warmpjes op los zou
gaan en dat relletjes niet zouden uit
blijven.
schitterende zonneschijn de atmosfeer
was warm, want zij waren in de Mid-
deliandsohe Zee. Hun gelaat was ge
bronsd en tevredenheid en geluk waren
in hun hart.
„Ik zie, dat de „Valkyrie" weer in
zicht is", zei Lindsty plotseling.
Sylvia bloosde 'een weinig.
„Het schijnt, dat Jim Shalton heel
onverwacht verschijnt. Ik denk, dat de
speeltafels zooveel aantrekkingskracht
op hem uitoefen-en", zei mevrouw For
tescüe droogjes.
„Zullen wij vanmiddag naar Monte
gaan stelde Mark voor, waarop stil
te volgde. „Dat wil zeggen, als je de
kleine kunt achterlaten", voegde hij er
bij tot zijn vrouw.
Arm in arm gingen zij naar het dek.
waar hun zoon en erfgenaam onder de
hoede van een kindermeid was. Nalda
nam hem in haar armen en hield hem
dioht tegen zich aan.
„Ja, Mark, ik zal het prettig vinden,
als we gaan", zei zij kalm.
Een uur later gingen zij het Casino
binnen en begaven zich naar de roulette
tafel.
Mevrouw Fortescüe nam het eerst
plaats en zij zette haar Iouis met blijk
baar plezier in. Nalda en Sylvia stonden
achter 'haar en zetten nu en dan een
vijffrancstuk op een even nummer.
„Verlang je niet naar een echt spel
vroeg AAark lachend.
„Neen, in 't geheel niet", antwoord
de zij en keek hem vast in de oogen.
„Ik geloof, dat ik ook eens wat ga
wagen", zei hij en ging naast mevrouw
Fortescüe zitten, nam een bundel bank
biljetten uit zijn zak, waarmee hij roe
keloos ging spelen en met het grootste
geluk.
Nu en dan keek hij naar zijn vrouw
en lachten zij elkaar toe. Gedurende de
laatste maanden was Nalda met opzet
alle verzoeking uit den weg gegaan
maar het spel had die intense betoove-
ring toch al niet meer voor haar. Zij
verlangde er niet naar te spelen het
scheen, dat de wensch daartoe verteerd
was door haar liefde voor man en kind.
„Sylvia, ik ben de gelukkigste vrouw-
Of de sprekers schuld hebben aan het
opkomen eener rumoerige stemming
blijve liever buiten beschouwing. Vast
staat dat het overgroote deel der aan
wezigen absoluut niet bij machte was
zich een oordeel te vormen over het
vraagstuk. Waarschijnlijk was het
daarvoor ook niet ter vergadering
opgegaan.
■Belangrijker dan deze avond zelf leek
het ons hier en daar bij vooraanstaande
personen eens ter loops te informeeren
hoe hun oordeel over de kwestie was.
Voor interviews over een dergelijk on
derwerp voelen wij niet veel. Over het
algemeen is de waarde van interviews
veel geringer dan men wel dikwijls
meent. Uit gemoedelijke gesprekken
verneemt men veel gemakkelijker het
oordeel, al heeft het dan dit tegen, dat
de meening niet met naam en toenaam
van den oordeelaar kan worden gepu
bliceerd. Maar dat moet men dan op
gezag van den journalist aannemen,
dat de oordeelaar tot oordeelen be
voegd was.
Over het algemeen werkt de zeer
sterk toegenomen en nog steeds toene
mende actie voor nationale ontwape
ning nogal verontrustend in de leiden
de kringen van ons land. M-en ziet daar
hee! goed, dat de bodem voor het op
schieten van het uitgestrooide zaad
zeer gunstig is. De bezuinigingen der
regeering op allerlei posten die men
nuttig acht en daarnaast het toenemen
van den belastingdruk wekken een on
tevreden stemming. Als antwoord op
een eventueele vraag hoe de regeering
dan haar budget sluitend moet maken,
ligt haast voor de hand een verwijzing
naar de militaire uitgaven. Men acht
die mi eenmaal improductief en men
heeft niet het allerminste vertrouwen
in de waarde van ons leger. Dus
ruim op die boel, is de gangbare op
vatting.
Natuurlijk is de kwestie zóó simpel
niet, maar wei uit zij zich in dien sim-
pelen vorm bij de groote massa en
daarmede -heeft men nu eenmaal reke
ning te houden, vooral nu deze opvat
ting parallel loopt aan het standpunt
door verschillende leiders ingenomen.
Hier nu ligt wij ontdekten die op
vatting bij vele vooraanstaande perso
nen het verontrustende element, dat
nl. erkende belangrijke figuren als
prof. Van Embden een standpunt inne
men dat ten slotte op het zelfde neer
komt als de groote massa in haar ge-
brekkigen redeneertrant wenscht en
voor zich goed oordeelt.
Wanneer straks de verkiezingen in
het zicht komen, zal die breede massa
meegaan met hen die de ontwapening
als leuze voeren. Voor dat te-hoop-
Ioopen van de massa is men beducht.
De ervaring heeft geleerd dat ten slotte
daardoor een overwinning wordt be
haald. Het algemeen kiesrecht is ver
overd niettegenstaande in de leiders-
kringen, de tot oordeelen bevoegden,
nog een zeer sterke oppositie daarte
gen bestond.
Men ziet in Den Haag ook ter dege
in de wereld", zei zij impulsief.
Maar Sylvia's gedachten waren el
ders en. Nalda zag spoedig de oorzaak,
want Jim Shalton naderde, en een le
vendige lach zetelde op haar gelaat.
„Ik dacht wel, dat ik u hier vinden
zou", zei hij kalm.
De stoel naast Mark was onhezet
Nalda nam dien snel.
„Kom mee naar buiten", zei Jim en
Sylvia volgde hem.
„Ik kom antwoord halen", zeide hij
kortaf, toen zij in den tuin waren gaan
zitten.
„Wat moet ik zeggen ik ben een
fatsoenlijk man onwaardig, ik ben een
verdorven schepsel", zei zij moedeloos.
„Wij zijn allen min of meer verdor
ven schepsels. Wat zou het ik heb je
lief, Sylvia. Je bent de eenige vrouw
voor mij. En als je mij lief hebt, dan
komt het er verder niet op aan. Houd
je van mij
Zij wendde haar oogen van hem af
en haar lippen trilden.
„Ik heb je al de lage dingen verteld,
die ik gedaan heb, en ook die geschie
denis met Sir Cyril."
„Dat heb je dat was eerlijk. Nu wil
ik antwoord hebben. Toen ik verliefd
werd op mevrouw Lindsay je hoeft
niet te schrikken, meisjelief was het
niets dan een kalverenliefde en het
heeft mij oneindig vee! goed gedaan.
Met jou is het 't echte. Ik heb beproetd,
wat goeds in mijn leven te doen. Wil ie
mij niet helpen, Sylvia smeekte hij.
Hij nam haar hand in de zijne, zij
beproefde die terug te trekken.
„Als je mij niet aankijkt, dan kus ik
je, wat .de menschen er ook van zeg
gen..."
En toen wendde zij haar gelaat naar
hem toe en hij was verbluft, over wat
hij in haar oogen zag.
„Dus houd je toch van mij Kom
mee dat kan ik niet stilhouden. Wij
zullen de anderen opzoeken."
Zij volgde hem gehoorzaam en zelfs
mevrouw Fortescüe protesteerde niet,
dat haar spel werd onderbroken. Jim
fluisterde zijn nieuws rond, noodigde
hen uit, mee naar zijn jacht te gaan en
in dat de misère tijdens de manoeuvres,
onlangs gehouden, de actie steun, geeft.
De groote massa begrijpt het nut van
die manoeuvres niet en nu ze zoo zon
derling zijn verloopen heeft men alle
vertrouwen in het mogelijke nut verlo
ren. De duizenden die aan de manoeu
vres deelnamen komen naar huis met
verhalen die zeer geschikt zijn om de
stemming voor ontwapening te ver
sterken.
Alles werkt dus op dit oogenblik sa
men en het verweer der tegenstanders
van de ontwapening heeft geen vat op
het publiek. Dat publiek wil graag van
de leger-kosten af, en nu uit de rijen
der vooraanstaande personen de verde
diging van ontwapening is gekomen,
nu aanvaardt men die gaarne.
Zóó is de situatie geworden en het is
te 'begrijpen dat die de tegenstanders
met bezorgdheid vervult, vooral met
het oog op de politieke beteekenis die
er in het gevaar schuilt nu juist binnen
enkele maanden de verkiezings-cam-
pagne gaat beginnen. Wanneer die
wordt ingezet met de ontwapeningsleu-
ze voor-op en de kans dat dit ge
schiedt is niet gering dan paart zich
daaraan de verwachting dat langs de
zen weg onmiddellijk vermindering van
den belastingdruk is te verkrijgen. Het
psychologisch oogenblik om met een
dergelijke leuze steun te krijgen bij het
putiliek is zeer gunstig en juist dat ont
kent men in regeeringskringen niet en
juist dat wekt een gevoel van onge
rustheid.
Waarschijnlijk zal bij de aigemeene
beschouwingen over de Staatsbegroor
ting het vraagstuk een belangrijke
plaats innemen en de Regeering zal dan
haar standpunt moeten uiteenzetten.
Wie de politiek volgt zal ai weten dat
in den boezem der regeering geen vol
ledige eensgezindheid bestaat en dus
moet het uitdraaien op een compromis.
Dit is het eenige dat nog tijdelijk red-
houding kan brengen, want vast staat
dat op een te strak doorzetten van de
oude richting de actie tegen de defensie
zou versterken.
Men zit in regeeringskringen in de
klem en men weet er niet goed uit te
komen- De politiek spreekt krachtig
mede en juist daarom is voorzichtig
heid geboden. De eerstvolgende maan
den zullen voor het vraagstuk van ge-,
wicht zijn. De belangstelling ervoor is
allerwege zeer groot en zij wordt
gaande gehouden. De hernieuwde
Vlootwet, de manoeuvres en het debat
Van EmbdenSnijders hebben de be
weging aan den gang geholpen en de
Regeering staat hier tegenover een
zware en netelige taak. Dit hebben wij
we! ervaren dat men zich van de betee
kenis der gebeurtenissen bewust is,
maar tevens dat men niet weet hoe
men hier zal hebben te handelen om
""Riet eenerzijds te verliezen wat men'
anderzijds meent nog te kunnen win
nen. De actie is acuut en hevig
slechts tijdige hulp voorkomt misschien
een chronische uitbreiding.
EIBER.
was toen genoodzaakt naar hun harte
lijke gelukwenschen te luisteren. Maar
toen zij aan boord waren, nam hij Syl
via in zijn armen en kuste haar ten aan
zien van allen op haar lippen.
„Móet het thuis gebeuren of hier bij
den Britschen consul vroeg hij
vroolijk.
„Thuis", zei Nalda snel. „Gij wilt ons
toch zeker het genoegen niet benemen,
den uitzet te koopen
Dien avond vertrok het jacht naar
Engeland. Jim wilde graag met hen
mee gaan zijn jacht volgde op eerbie
digen afstand.
Een maand later had het huwelijk
plaats en toen het jong gehuwde paar
de huwelijksreis aanvaard had, beslo
ten Mark en Nalda ergens te gaan di-
neeren. Zij kozen het Carlton restau
rant juist waren zij met hun maal
begonnen, toen een heer en een dame
aan een tafel naast hen plaats namen.
„Het zijn Lang en Olive", fluisterde
Nalda.
„Zij zijn nu zes maanden getrouwd,
en het gerucht gaat dat zij als kat en
hond levep", zei Mark ernstig.
„Alles zou ik haar nog kunnen ver
geven, behalve één ding", zei Nalda.
„Zij heeft den brief niet op de post
gedaan, dien ik je te Le Touquet
schreef."
„Misschien heeft ze ons zonder het
te weten een goeden dienst bewegen",
zei haar man." „Die paar weken'van
ellende hebben mij veel geleerd, dat ik
anders nooit zou hebben geweten. Ons
verdriet bracht ons dichter tot elkaar,
lieve, en ik kan haar niet haten Lang
kwam mij vanmorgen geld te leen
vragen."
„Heb je het gedaan
„Ja, ik ben zoo gelukkig, dat ik geen
sterveling rampzalig kan zien. Kun je
dat gevoel begrijpen
Zij keken elkaar in de oogen en wa
ren voldaan want wat kan een man
of een vrouw meer verlangen dan lief
de, rust en tevredenheid.
EINDE.