WOENSDAG 6 AUGUSTUS
62e Jaargang
'gemeentebestuur
FEUILLETON
E GROOTE ONDEUGD
BINNENLAND
»92M
SSIINOSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIjS
voor Vlissingen en gemeenten op W
rheren f2.20 per drie maanden, franco
[door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon-
i ementen IV cent, alles bij vooruitbetaling,
"lizonderlijlce nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van i4 regels 1.10 voor iedere
Tel meer 26 cent-; bij abonnement spe-
Kltine Advertenties betreffende Huur en
verhuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie-
riinaen én Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
LóoaiUbetaling van 1-5 regels ƒ0.75, elke
regel meer 15 Cent. i 70
Familieberichten van 16 regels 1.
Bedere regel meer 26 cent.
VOOR DE NAGELATEN BETREKKINGEN
VAN DE VERONGELUKTE
I VISSCHERS.
Vorige opgave 19414.30
j|. N. te Vlissingen ^'5o
Ph. L., 's Bosch
M. P.. Vlissingen
v d. H., Arnhem f'
E. H. v. d. B„ Amsterdam - 0.—
M. v. d. W-, Harlingen
A. B., Beemster
A„ Utrecht
Van het Comité Vissehersramp
„Zeeland" te Heerlen (2e gift) - 171.8a
L,.. Totaal ƒ19635.15
dj (Onder de g'«en, Maandag verantwoord
•iaat ƒ16 Vulpen Import Mij. vh. Oebr.
Polak Rotterdam, d.m.z. personeel Oebr.
Polak).
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van Vlissingen noodigt
de ingezetenen uit, ter eere van het bezoek
van H. M. de Koningin aan deze gemeente
op Vrijdag 8 Augustus a.s., te vlaggen, in
het bijzonder de bewoners der straten, wel
ke door H. M. de Koningin zullen worden
Kevolgd.
Tevens deelt hij den ingezetenen mede,
dat H. M. de Koningin den wensch te ken
den heeft gegeven geen versieringen aan te
Srengen.
Vlissingen, 4 Augustus 1924.
De Burgemeester voornoemt.,
VAN WOELDEREN.
HERHALINGSOEFENINGEN.
De Burgemeester van Vlissingen roept de
ijn het verlofgangersregister dezer gemeente
ingeschreven verlofgangers, hieronder ver
nield, bij dezen op om in 1924, ieder voor
het achter zijn naam aangegeven tijdvak,
ikrachtens art. 31, eerste lid, in verband
met art. 33 der Dienstplichtwet (Staatsblad
tl922, no. 43), voor herhalingsoefeningen in
verkelijken dienst te komen.
Kuijl, Martinus Cornelis, lichting 1918,
an het regiment genietroepen, datum en
ilaats van opkomst 18 tot en met 30
.ugustus Legerplaats bij Zeist
Jilleba, Willem, lichting 1918, van» het
■egiment genietroepen, datum en plaats van
ipkomst 18 tot en met 30 Augustus
Jtrecht
Mulder, Herman, lichting 1918, van het
Regiment genietroepen, datum en plaats
■an opkomst 18 tot en met 30 Augustus,
-egerplaats bij Zeist
Zoutewelle, Johannes, lichting 1918, van
et regiment genietroepen, datum en plaats
an opkomst 18 tot en mei 30 Augustus,
•egerplaats bij Zeist
De Smidt, Jacob Cornelis Jan, lichting
1920, van het 7e regiment veldartillerie le
fechoolbatterij, datum en plaats van op-
Lkomst 18 tot en met 30 Augustus, Bergen
ip Zoom'
Aerssens, Joseph Johannes, lichting 1921,
fan het korps pontonniers en torpedisten,
latum en plaats van opkomst 18 tot en met
10 Augustus, Dordrecht.
Wijze en uur van opkomst. De opge
roepen verlofgangers moeten zorg dragen,
ai zij zich, ieder op den voor hem voor-
Vertaald door Mevrouw
I. P. WESSELINKVAN ROSSUM.
17/
„Het speet mij, dat ik je alleen moest
(aten, maar er was niets aan te doen."
„lik heb kennissen ontmoet, terwijl je
eg waart", zei zij.
„Dat was uitstekend. Wie waren
et
„Sir. Frederick en lady Shalton."
j „Ik ken hen bij naam. Zijn vrouw ziet
r nogal goed uit."
„Ja", zei zij, daarna aarzelde zij even.
I „Heilo Heb je een nieuwen ring
'roeg hij eensklaps.
„Ja, mevrouw Fortescue was bij hen
n ,z'j gaf hem mij als huweiiiks-
eschenk."
„Mevrouw Fortescue
was vr'endelijk van haar.
A ant ik ken haar niet eens zoo biizon-
er." J
I »Dat >s net iets voor haar met haar
elsche onbeschaamdheid", zeide hii
oos. J
„Ik kon onmogelijk weigeren, omdat
omdat hij eens mijn moeder heeft
toebehoord."
T „Ik begrijp het zei hij kalm, en
K durende eenige oogenblikken zweeg
"1I,,"J^mo°gt deze mevrouw Fortescue
ei lijden vroeg hij eensklaps.
»ja, ik ma^ haar lijden en toch
geschreven dag, in uniform gekleed en
voorzien van hun zakboekje en van de ver
dere tot hun verlofsuitrusting behoorende
voorwerpen van kleeding en uitrusting, op
de plaats van bestemming aanmelden
a. zoo zij verblijf houden in de plaats vac
opkomst, uiterlijk 8 uur voormiddags
b. zoo zij verblijf houden binnen 20 Kilo
meter (bijna 4 uur gaans) van de plaats
van opkomst, uiterlijk 10 uur voormiddags;
c. de overige verlofgangers voor zoo
veel zij binnen het Rijk verblijf houden,
zoodra mogelijk na aankomst in de plaats
van opkomst, waarheen zij zich met het
eerstvertrekkend openbaar middel van ver
voer langs de op de vervoerbewijzen aan
gegeven route moeten begeven voor zoo
veel zij .buiten het Rijk verblijf houden,
vóór 4 uur namiddags.
Verhindering. De dienstplichtige, die
wegens ziekte of om een andere reden in de
volstrekte onmogelijkheid verkeert om op
den bepaalden datum in werkelijken dienst
te komen, moet zich naar de plaats van
bestemming begeven, zoodra hij daartoe in
staat is. De opkomst van een dergelijke
dienstplichtige blijft echter voorloopig
achterwege, indien zij niet binnen 3 dagen
na den bepaalden dag heeft plaats gehad.
De dienstplichtige ontvangt dan nader be
richt omtrent den tijd, waarop hij moet
opkomen.
Bestaat de reden van verhindering in de
aanwezigheid van ziekte of gebreken, dan
dient de verlofganger hiervan zoodra mo
gelijk door overlegging van een gelegali
seerde geneeskundige verklaring ter ge
meente-secretarie te doen blijken.
Strafbepalingen Hij, die zonder geldige
reden niet tijdig aan deze oproeping vol
doet, stelt zich aan bestraffing bloot en
blijft verplicht zich onverwijld bij zijn korps
aan te melden. Bovendien kan hij o.a. door
een ambtenaar van de rijks- of gemeente
politie, door de marechaussée of de mili
taire politie aangehouden en naar de plaats
van bestemming overgebracht worden.
Vervoer. De verlofgangers, die per
spoor, tram of stoomboot moeten reizen of
op de reis één of meer veren moeten pas-
seeren en in wier zakboekje aanwezig zijn
de vereischte op wit papier gedrukte en
met rooden inkt ingevulde vervoerbewijzen
en passagebiljetten, behoeven zich vóór
hun vertrek naar het korps niét ter ge
meente-secretarie aan te melden, doch kun
nen zich rechtstreeks naar het station of de
aanlegplaats van vertrek begeven zij stel
len aldaar hun zakboekje ter hand aan den
beambte, met de uitgifte van plaatsbewij
zen belast, of aan den veerman. De verlof
gangers behooren er op indachtig te zijn,
dat hun het zakboekje wordt teruggegeven,
alsmede de strook van het vervoerbewijs,
aangezien deze strook hun gewoonlijk ge
durende de reis moet dienen als plaatsbe
wijs.
Verlofgangers, die niet in het bezit zijn
van een vervoerbewijs of passagebiljet, in
gericht om daarop de reis te kunnen vol
brengen dan wel van het veer of van de
veren gebruik te maken, moeten zich vóór
hun vertrek naar het korps ter gemeente
secretarie aanmelden, teneinde aldaar in
het bezit te worden gesteld van het ver
eischte vervoer- of ander bewijs.
Verlofgangers, die in het buitenland ver
blijf houden, hebben recht op vrij vervoer,
voor zoover de reis geschiedt binnen het
Rijk en dient om zich rechtstreeks naar de
p/aats van opkomst te begeven. Bevindt
zich in hun zakboekje geen vervoerbewijs,
ingericht om daarop te kunnen worden ver
voerd van de Nederlandsche gemeente af,
waar zij de reis voor Rijksrekening wen-
schen aan te vangen, dan wordt hun, op
hun verzoek, het vereischte vervoerbewijs
toegezonden door den burgemeester der
gemeente, waar zij in het verlofgangers-
register zijn ingeschreven.
Het is noodig, zich ten minste een half
uur vóór het vertrek van den trein, de tram
of de stoomboot aan het station of de aan
legplaats te bevinden.
Daggeld. De verlofgangers, die zich vier
ot meer uren vóór het tijdstip van aanmel
ding op reis moeten begeven, genieten des-
gewenscht op de dagen der reis een dag
geld van 0.25, ongeacht den rang, dien zij
ook weer niet. Ik kan het mezelf niet
verklaren."
„Ga haar ziooveel mogelijk uit den
weg. Zij is geen goede kennis."
„Zij is altijd heel vriendelijk ge
weest", hield Nalda vol.
„Heeft zij met je gesproken over je
moeder
„Niet heel veel en ik vond het niet
prettig er haar naar te vragen. Soms
heb ik een gevoel, dat ik graag mijn
moeder zou uitvinden. Er kan een tijd
komen, dat ik haar noodig heb."
„Onzin, laat haar, waar zij is. „Je
vader zal wel heel goede redenen heb
ben gehad voor hetgeen hij deed. Ver
trouwde je je vader volkomen ?"-
„Ja ik stelde een onvoorwaarde
lijk vertrouwen in hem."
„Nu, waarom vertrouw je dan niet,
dat wat hij in dezen deed, wat het beste
voor je was
„Misschien heb je gelijk Mark
daar is nog iets anders, dat ik mij
schaam je te vertellen vandaag
Er werd aan de deur geklopt.
„Mevrouw, mevrouw Fortescue laat
u vragen, of u de vierde zoudt willen
zijn bij bridge
Nalda keek haar man vragend aan
hij fronste zijn wenkbrauwen en voor
hij kon antwoorden verscheen mevrouw
Fortescue op den drempel.
„Mag ik binnen komen. Ah Ik
wist niet, dat de heer Lindsay terug
was. Goeden avond."
„Goeden avond", zei hij norsch.
„Ik hoop niet, dat u het mij kwalijk
bekleeden. Zij, die aanspraak hebben op
c-aggeld e>i dit wenschen te ontvangen,
moeten het in'ontvangst nemen ter ge
meente-secretarie, den laatsten werkdag
vóór het vertrek naar het korps.
Vrijstelling enz. Aan de herhalings
oefeningen nemen niet deel
a. zij, die elders wonen dan in Neder
land, België, Hannover, Westfalen en de
Rijnprovincie
b. zij, die wonen in België, 'Hannover,
Westfalen en de Rijnprovincie, voor zoover
zij vóór den dag van opkomst bij hun com
mandant een verklaring inzenden, waaruit
blijkt, dat zij meer dan drie uur gaans van
de Nederlandsche grens af wonen deze
verklaring moet zijn afgegeven door het
hoofd van het plaatselijk bestuur of van de
politie of door een Nederiandsch consulair
ambtenaar
c. zij, die zich tijdens de herhalingsoefe
ningen buitensland bevinden ter uitoefe
ning van de zeevaart (hieronder niet be
grepen de zeevisscherij)
voorts kan de Minister van Oorlog ge-
heele of gedeeltelijke vrijstelling van de
herhalingsoefeningen verleenen aan dienst
plichtigen
d. die gedurende zoodanigen tijd vrijwil
lig in werkelijken dienst zijn geweest, dat
op grond van de door hen in dien tijd ver
kregen .geoefendheid de herhalingsoefenin
gen niet of niet voor den vollen duur noodig
worden geacht
e. die tijdens den duur der harhalings-
oefeningen onmisbaar zijn voor hun ambt,
betrekking of bedrijf
f. die kostwinner zijn, tenzij er meer re
den is voor toekenning van vergoeding
alleen komen hierbij in aanmerking zij, die
kostwinner zijn voor
1hun echtgenoote
2. hun bloed- en aanverwanten in de
rechte linie
3. hun andere bloed- en aanverwanten in
den tweeden graad
4. hun pleegouders
5. degenen, in wier onderhoud zij inge
volge rechterlijk vonnis moeten voorzien
g. die onmisbaar zijn voor de instand
houding van de middelen van bestaan van
de onder f bedoelde personen.
Wat onmisbaarheid én kostwinnerschap
betreft, moet in het oog worden gehouden,
dat vrijstelling om een van deze redenen
slechts in zeer dringende gevallen zal wor
den verleend.
Zij, die meenen op een van deze gronden
voor vrijstelling in aanmerking te komen,
of die op een anderen tijd of in een ander
garnizoen wenschen op te komen, kunnen
zich met een daartoe strekkend verzoek
schrift tot den Minister van Oorlog wen
den. Dit verzoekschrift behoeft niet geze
geld te zijn, maar moet gefrankeerd wor
den toegezonden. Het verdient aanbeveling
dergelijke verzoeken bij den Burgemeester
in te dienen, die alsdan voor de opzending
zorgt draagt. Dergelijke verzoeken kunnen
echter slechts bij uitzondering worden
toegestaan.
Vergoeding. Indien tengevolge van het
verblijf in werkelijken dienst van den op
geroepen verlofganger voldoende middelen
tot levensonderhoud ontbreken of komen te
ontbreken aan de personen, hiervóór onder
f bedoeld, kunnen deze personen in aan
merking komen voor een geldelijke vergoe
ding, zoo den verlofganger wegens dienst
belang geen vrijstelling van de herhalings
oefeningen wordt verleend. Verdere inlich
tingen hieromtrent kunne»1 gemeente
secretarie worden gevraagd.
Rentekaart. Zij, die ingevolge de Inva
liditeitswet verplicht verzekerd zijn, hande
len in hun eigen belang door hun rente-
kaart mede te^brengen bij hun opkomst.
Vlissingen, 5 Augustus 1924.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
Valsche rijwielmerken.
Er duiken telkens geruchten op, dat
nagemaakte rijwielmerken te koop
worden aangeboden. Ofschoon de ge-
genomen 'hebt, dat ik uw vrouw mee
naar Goodwood nam."
Lindsay antwoordde een oogenblik
niet, en toen hij eindelijk sprak, klonk
zijn stem koud.
„Ik hoop, dat u een goeden dag ge
had hebt."
HOOFDSTUK XII.
Nalda zag, dat haar man werkelijk
boos was en voor het eerst was zij bang
voor hem maar tegelijkertijd was zij
dankbaar, dat hij niets had gezegd, wat
haar tegenover mevrouw Fortescue
beschaamd had kunnen maken.
„Ik zou graag een woordje met deze
dame alleen willen spreken", zei hij,
en er was een klank in zijn stern, die
het protest tot zwijgen bracht, dat Nal
da op de lippen had.
„Heel goed. Ik zal naar bed gaan."
Lindsay stond zijn vrouw na te kij
ken, toen zij de kamer verliet.
„Zou mijn waarde schoonzoon mij
geen stoel aanbieden", zei mevrouw
Fortescue spottend. „Mogelijk dat hij
boos is, maar dit is geen reden om zich
niet als een gentleman te gedragen."
„Vergeef mij neem alstublieft
plaats."
„Dat is beter. Misschien wilt u mij
een sigaret geven
Hij reikte haar zijn koker toe, terwijl
hij zijn oogen strak op haar gericht
hield, maar zij keek hem vast in de
oogen.
„Ik ben niet zoo slecht als u denkt."
„Ik heb nooit over u gedacht, totdat
grondheid dier geruchten tot dusver
niet is gebleken, schijnt het toch nuttig
het publiek er voor te waarschuwen,
zich op onregelmatige wijze van een
rijwielmerk te voorzien.
Wie, ook onbewust, met een nage
maakt merk rijdt, staat in ieder geval
'bloot aan bekeuring wegens het rijden
zonder het vereischte belastingnierk,
immers zonder een geldig belasting-
merk. Bovendien echter is hij, die op
zettelijk een nagemaakt merk gebruikt,
strafbaar met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren.
De beiastingmerken zijn uitsluitend
verkrijgbaar gesteld op de hoofd-, bij
en hulpkantoren der posterijen.
Zangvereeniging Zeelandia.
Op het Nationale Concours te Nieu
we Hoorn, gehouden op Zondag 3
Augustus, behaalde de zangvereeniging
Zeelandia, onderafdeeling van de
Zeeuwsche vereeniging Zeelandia te
Rotterdam, onder leiding van den heer
B. Reijns, den len prijs met „Boven de
Sterren" van Fr. Abt, en „Avondvrede"
van W. van Thiene„ respectievelijk ver
plicht en vrij nummer, met 329 punten.
Deze liederen zullen ook ten gehoore
gebracht worden op het heden te hou
den liefdadigheidsfeest ten bate van de
achtergeblevenen der ramp op de
Schelde.
Het Koninklijk bezoek aan
Zeeland.
Schouv/en.
Op de rede van den burgemeester van
Zierikzee antwoordde H. Al. de Konin
gin als volgt
ik dank U, mijnheer de burgemeester,
voor de woorden, waarmede U namens
raad en burgerij het gulle welkom hebt be
vestigd, waarvan ons op weg langs de
feestelijke straten naar deze ons reeds be
kende zaal wederom van alle zijden zoo
talrijk bewijzen zijn gegeven. Met groote
erkentelijkheid aanvaard ik tevens de her
nieuwde betuiging van de trouw en aan
hankelijkheid, door welke deze stad zich
van ouds onderscheidt. Met voldoening ben
ik er getuige van, dat de geest van voort
varendheid en volharding, welke deze oude
stad zoo in voor- als tegenspoed kenmerkte
nov heden ten dage is blijven voortleven.
Ik ben dan ook overtuigd, dat voor haar
als middelpunt dezer schoone en welva
rende eilanden nog een belangrijke toe
komst is weggelegd, een toekomst, waarin
zooals in het verleden, trouw met het va
derland en ons Huis verbonden, onder Gods
zegen van de nimmer falende geestkracht
harer burgers zij de verdere vruchten zal
plukken.
De rede van den burgemeester van
Brouwershaven werd door H. M. Ko
ningin als volgt beantwoord
Mijnheer de Burgemeester,
Ik betuig U mijn oprechten dank voor de
ons toegesproken woorden en ik stel er
prijs op daarbij tevens uiting te geven aan
mijn groote erkentelijkheid voor de schoo
ne en hartelijke wijze, waarop de burgerij
van Brouwershaven ons heeft verwelkomd.
Voor die bewijzen van aanhankelijkheid,
ons gegeven door de bevolking van deze
stad, wier naam in de geschiedenis van
ons vaderland zoo nauw verbonden is met
die van mijn Huis en die zoo eervol ver
meld wordt, ben ik bijzonder gevoelig. Ik
hoop, dat het uwe gemeente gegeven moge
worden, om te midden van zoovele oude
Nederlandsche steden een plaats te blijven
innemen harer traditie waardig. Gaarne
wil ik thans voldoen aan uw verzoek en in
navolging van mijn onvergetelijken vader
mijn naam plaatsen in het historische boek,
aan Brouwershaven door een harer grootste
zonen geschonken.
ik wist, dat u de moeder van Nalda
waart."
„Ik kan heel goed begrijpen, dat ik
de soort vrouw niet ben, die u zou
zoeken."
„Dat is u inderdaad niet, evenmin
is u de vrouw, die ik graag in gezel
schap van mijn vrouw zie."
„U is grof en ruw."
„Ik zeg gewoonlijk, wat ik denk
mijn vrouw is een onschuldig jong
meisje. Ik zou graag zien, dat zij dat
bleef."
„Een lieve, kleine onschuldige, die
duizend pond wint op een wedren", zei
zij droogjes.
„Spelen is haar eenige ondeugd. Het
is een vloek, die zij van u heeft over
geërfd. Tot nu toe heeft zij nog geen
besef van wat zij gedaan heeft. Ik ben
van plan haar tegen haar zelf te verde
digen en daarom wensch ik niet, dat zij
met u ojngaat. Het schijnt mij toe, dat
u alles hebt gedaan om haar tot spelen
aan te moedigen. Het was in uw „hel"
in die van u en Lang dat zij die
groote sommen verloren heeft."
„U weet het."
„Ja. Bij toeval vernam ik, dat u de
mede-eigenares waart van 'n speelhol.
„Hebt u het aan iemand verteld
„Ik ben geen verklikker en zal zwij
gen, zoolang als
„lk begrijp het. U stelt een koop
voor
„Ja. Laat mijn vrouw met rust, en
dan zai ik u met rust laten. Indien u het
niet doet, zult u merken, dat ik een
Hei bezoek aan Middelburg.
De blijde inkomste le Middelburg.
Reeds lang voor het aangekondigde
uur van aankomst werden gisteravond
op de Loskade en langs de straten,
waardoor de Koningin zou rijden lange
hagen van vele rijen menschen gevormd,
die van de inkomste der Koninklijke
famiiie getuigden wilden zijn. De weg
werd door talrijke politiemannen vrij
gehouden en dit was ook het geval met
een groot deel der Loskade, waar op
de plaats, waar vroeger de pro
vinciale boot aankwam, een keurige
versiering van planten en vlaggen
Oranje blanche bleu was aangebracht
door de goede zorgen van den directeur
van gemeentewerken.
Het geduid der wachtenden zou wel
wat op de proef worden gesteld. Was
half negen als uur van aankomst ge
meld, toch was het reeds ruim kwart
voor negen toen het bericht kwam, dat
de „Hydrograaf" met de Hooge gasten
de sluizen te Veere was gepasseerd en
het zou ruim 9 uur worden toen de
boot bij de meelfabriek zichtbaar werd
en het eerste gejuich der het verst
staande belangstellenden werd gehoord.
Toen de boot aan de aanlegplaats
meerde zette het Middelburgsch mu
ziekkorps eerst het Vaderlandsche en
toen het Zeeuwsche Volkslied in, de
plank werd uitgelegd en onder het ge-
iuiueh der menigte schreed onze Lands
vrouwe vlug over de plank, zonder
eenige vermoeienis van den langen
tocht van gisteren te toonen.
Aan den wal werd zij gecomplimen
teerd door den burgemeester, den heer
P. Dumon Tak, terwijl deze ook H. K.
H. de Prinses en Z. K. H. den Prins
verwelkomde. Spoedig werd in de ge
reed staande hofrijtuigen gestapt en
het gejuich groeide aan tot een ware
ovatie, toen de rijtuigen onder het gelui
der klokken de Stationstraat inreden,
en dit met een langzaam tempo om alle
langs den weg geschaarde en de hon
derden die een plaatsje voor de ramen
hadden gevonden, in de gelegenheid te
stellen het zoo van harte gemeende
welkom aan de 'Hooge gasten toe te
roepen. Een begrijpelijke wensch was
'net van H. M. bij aankomst in de Abdij
rust te vinden, maar voor de honderden
die trachtten ook daar nog een ovatie
te gaan brengen was het een tegenval
ler, dat de sterke arm der politie hen
tegenhield en zij onverrichter zake te
rug moesten keeren. De enkelen die in
de Abdij waren, zagen dat mevrouw
Quarles van Ufford met haar beide
zoons de Hooge gasten hartelijk ver
welkomden, maar toen gingen de deu
ren dicht en de eerste dag van het Ko
ninklijk bezoek behoorde weer tot het
verledene.
Het publiek dacht echter nog niet
aan naar huis gaan, honderden bleven
loopen langs de versierde en verlichte
straten en vroolijk gezang klonk alom.
De groote drukte van gisterenavond
doet de verwachting voor heden hoog
gespannen zijn.
De verlichting.
Ais wij nog iets meer willen schrijven
over de versiering en de verlichting,
dan willen wij wijzen op het mooie
entrée dat langs Loskade, Stations
straat en Kade was aangebracht, waar
de Oranjewimpels het zoo goed deden,
naar de Langedeift met zijr. veel Oranje
en bloemen, maar niet minder de Lange
Burg, die in een berceau herschapen
lijkt, en aan het einde door de electri-
sc'ne verlichting aan de woningen van
de heeren Dumon Tak, Hiooien en Van
Bel, aan het pakhuis der N. V. v. d.
Harst en den winkel van de firma
Ruijsch met de Groenmarkt samen een
schitterend lichteffect geeft.
kwade vijand ben. Zie eens, mevrouw
Fortescue. Ik ben een rijk man, en ik
ben bereid u een goede toelage te ge
ven op voorwaarde, dat u buiten
lands wil leven. Velen moeten weten,
dat u eens mevrouw Gilchrist was, en
eiken dag loop ik kans, dat de een of
andere goede vriend mijn vrouw vertelt
wie u is. Openhartig gesproken, ik ver
lang niets liever dan dat u uit den weg
is, en ik zal u goed betalen."
„Ik ben niet te koop. Met uw geld
kunt u niet alles koopen. Bovendien
geeft de „hel" zooals u het noemt, een
heel aardig inkomen. Lang en ik hebben
een jacht gehuurd om de Corvesweek
bij te wonen. Ons commissieloon zal
waarschijnlijk in de honderden loopen.
Als al het andere mislukt, zal ik er mis
schien toe kunnen besluiten van uw
liefdadigheid te leven kan ik u over
halen de vierde man bij bridge te zijn?"
Ik beloof u, u niet als mijn schoonzoon
aan de Shaltons voor te stellen", zeide
zij spottend.
Zij was de deur genaderd en maakte
een diepe neiging.
„Nog een raad. Beproef niet Nalda
a! te sterk in toom te houden. Laat haar
een beetje de vrije hand en misschien
komt alles dan beter uit dan ik ver
wacht goeden nacht, Mark."
Een spottend lachje en zij sloot kalm
de deur.
(Wordt vervolgd.)