WOENSDAG 6 AUGUSTUS 62e Jaargang 'gemeentebestuur FEUILLETON E GROOTE ONDEUGD BINNENLAND »92M SSIINOSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIjS voor Vlissingen en gemeenten op W rheren f2.20 per drie maanden, franco [door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon- i ementen IV cent, alles bij vooruitbetaling, "lizonderlijlce nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van i4 regels 1.10 voor iedere Tel meer 26 cent-; bij abonnement spe- Kltine Advertenties betreffende Huur en verhuur Koop en Verkoop, Dienstaanbie- riinaen én Dienstaanvragen, enz., prijs, bij LóoaiUbetaling van 1-5 regels ƒ0.75, elke regel meer 15 Cent. i 70 Familieberichten van 16 regels 1. Bedere regel meer 26 cent. VOOR DE NAGELATEN BETREKKINGEN VAN DE VERONGELUKTE I VISSCHERS. Vorige opgave 19414.30 j|. N. te Vlissingen ^'5o Ph. L., 's Bosch M. P.. Vlissingen v d. H., Arnhem f' E. H. v. d. B„ Amsterdam - 0.— M. v. d. W-, Harlingen A. B., Beemster A„ Utrecht Van het Comité Vissehersramp „Zeeland" te Heerlen (2e gift) - 171.8a L,.. Totaal ƒ19635.15 dj (Onder de g'«en, Maandag verantwoord •iaat ƒ16 Vulpen Import Mij. vh. Oebr. Polak Rotterdam, d.m.z. personeel Oebr. Polak). BEKENDMAKING. De Burgemeester van Vlissingen noodigt de ingezetenen uit, ter eere van het bezoek van H. M. de Koningin aan deze gemeente op Vrijdag 8 Augustus a.s., te vlaggen, in het bijzonder de bewoners der straten, wel ke door H. M. de Koningin zullen worden Kevolgd. Tevens deelt hij den ingezetenen mede, dat H. M. de Koningin den wensch te ken den heeft gegeven geen versieringen aan te Srengen. Vlissingen, 4 Augustus 1924. De Burgemeester voornoemt., VAN WOELDEREN. HERHALINGSOEFENINGEN. De Burgemeester van Vlissingen roept de ijn het verlofgangersregister dezer gemeente ingeschreven verlofgangers, hieronder ver nield, bij dezen op om in 1924, ieder voor het achter zijn naam aangegeven tijdvak, ikrachtens art. 31, eerste lid, in verband met art. 33 der Dienstplichtwet (Staatsblad tl922, no. 43), voor herhalingsoefeningen in verkelijken dienst te komen. Kuijl, Martinus Cornelis, lichting 1918, an het regiment genietroepen, datum en ilaats van opkomst 18 tot en met 30 .ugustus Legerplaats bij Zeist Jilleba, Willem, lichting 1918, van» het ■egiment genietroepen, datum en plaats van ipkomst 18 tot en met 30 Augustus Jtrecht Mulder, Herman, lichting 1918, van het Regiment genietroepen, datum en plaats ■an opkomst 18 tot en met 30 Augustus, -egerplaats bij Zeist Zoutewelle, Johannes, lichting 1918, van et regiment genietroepen, datum en plaats an opkomst 18 tot en mei 30 Augustus, •egerplaats bij Zeist De Smidt, Jacob Cornelis Jan, lichting 1920, van het 7e regiment veldartillerie le fechoolbatterij, datum en plaats van op- Lkomst 18 tot en met 30 Augustus, Bergen ip Zoom' Aerssens, Joseph Johannes, lichting 1921, fan het korps pontonniers en torpedisten, latum en plaats van opkomst 18 tot en met 10 Augustus, Dordrecht. Wijze en uur van opkomst. De opge roepen verlofgangers moeten zorg dragen, ai zij zich, ieder op den voor hem voor- Vertaald door Mevrouw I. P. WESSELINKVAN ROSSUM. 17/ „Het speet mij, dat ik je alleen moest (aten, maar er was niets aan te doen." „lik heb kennissen ontmoet, terwijl je eg waart", zei zij. „Dat was uitstekend. Wie waren et „Sir. Frederick en lady Shalton." j „Ik ken hen bij naam. Zijn vrouw ziet r nogal goed uit." „Ja", zei zij, daarna aarzelde zij even. I „Heilo Heb je een nieuwen ring 'roeg hij eensklaps. „Ja, mevrouw Fortescue was bij hen n ,z'j gaf hem mij als huweiiiks- eschenk." „Mevrouw Fortescue was vr'endelijk van haar. A ant ik ken haar niet eens zoo biizon- er." J I »Dat >s net iets voor haar met haar elsche onbeschaamdheid", zeide hii oos. J „Ik kon onmogelijk weigeren, omdat omdat hij eens mijn moeder heeft toebehoord." T „Ik begrijp het zei hij kalm, en K durende eenige oogenblikken zweeg "1I,,"J^mo°gt deze mevrouw Fortescue ei lijden vroeg hij eensklaps. »ja, ik ma^ haar lijden en toch geschreven dag, in uniform gekleed en voorzien van hun zakboekje en van de ver dere tot hun verlofsuitrusting behoorende voorwerpen van kleeding en uitrusting, op de plaats van bestemming aanmelden a. zoo zij verblijf houden in de plaats vac opkomst, uiterlijk 8 uur voormiddags b. zoo zij verblijf houden binnen 20 Kilo meter (bijna 4 uur gaans) van de plaats van opkomst, uiterlijk 10 uur voormiddags; c. de overige verlofgangers voor zoo veel zij binnen het Rijk verblijf houden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van opkomst, waarheen zij zich met het eerstvertrekkend openbaar middel van ver voer langs de op de vervoerbewijzen aan gegeven route moeten begeven voor zoo veel zij .buiten het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namiddags. Verhindering. De dienstplichtige, die wegens ziekte of om een andere reden in de volstrekte onmogelijkheid verkeert om op den bepaalden datum in werkelijken dienst te komen, moet zich naar de plaats van bestemming begeven, zoodra hij daartoe in staat is. De opkomst van een dergelijke dienstplichtige blijft echter voorloopig achterwege, indien zij niet binnen 3 dagen na den bepaalden dag heeft plaats gehad. De dienstplichtige ontvangt dan nader be richt omtrent den tijd, waarop hij moet opkomen. Bestaat de reden van verhindering in de aanwezigheid van ziekte of gebreken, dan dient de verlofganger hiervan zoodra mo gelijk door overlegging van een gelegali seerde geneeskundige verklaring ter ge meente-secretarie te doen blijken. Strafbepalingen Hij, die zonder geldige reden niet tijdig aan deze oproeping vol doet, stelt zich aan bestraffing bloot en blijft verplicht zich onverwijld bij zijn korps aan te melden. Bovendien kan hij o.a. door een ambtenaar van de rijks- of gemeente politie, door de marechaussée of de mili taire politie aangehouden en naar de plaats van bestemming overgebracht worden. Vervoer. De verlofgangers, die per spoor, tram of stoomboot moeten reizen of op de reis één of meer veren moeten pas- seeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de vereischte op wit papier gedrukte en met rooden inkt ingevulde vervoerbewijzen en passagebiljetten, behoeven zich vóór hun vertrek naar het korps niét ter ge meente-secretarie aan te melden, doch kun nen zich rechtstreeks naar het station of de aanlegplaats van vertrek begeven zij stel len aldaar hun zakboekje ter hand aan den beambte, met de uitgifte van plaatsbewij zen belast, of aan den veerman. De verlof gangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van het vervoerbewijs, aangezien deze strook hun gewoonlijk ge durende de reis moet dienen als plaatsbe wijs. Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs of passagebiljet, in gericht om daarop de reis te kunnen vol brengen dan wel van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich vóór hun vertrek naar het korps ter gemeente secretarie aanmelden, teneinde aldaar in het bezit te worden gesteld van het ver eischte vervoer- of ander bewijs. Verlofgangers, die in het buitenland ver blijf houden, hebben recht op vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk en dient om zich rechtstreeks naar de p/aats van opkomst te begeven. Bevindt zich in hun zakboekje geen vervoerbewijs, ingericht om daarop te kunnen worden ver voerd van de Nederlandsche gemeente af, waar zij de reis voor Rijksrekening wen- schen aan te vangen, dan wordt hun, op hun verzoek, het vereischte vervoerbewijs toegezonden door den burgemeester der gemeente, waar zij in het verlofgangers- register zijn ingeschreven. Het is noodig, zich ten minste een half uur vóór het vertrek van den trein, de tram of de stoomboot aan het station of de aan legplaats te bevinden. Daggeld. De verlofgangers, die zich vier ot meer uren vóór het tijdstip van aanmel ding op reis moeten begeven, genieten des- gewenscht op de dagen der reis een dag geld van 0.25, ongeacht den rang, dien zij ook weer niet. Ik kan het mezelf niet verklaren." „Ga haar ziooveel mogelijk uit den weg. Zij is geen goede kennis." „Zij is altijd heel vriendelijk ge weest", hield Nalda vol. „Heeft zij met je gesproken over je moeder „Niet heel veel en ik vond het niet prettig er haar naar te vragen. Soms heb ik een gevoel, dat ik graag mijn moeder zou uitvinden. Er kan een tijd komen, dat ik haar noodig heb." „Onzin, laat haar, waar zij is. „Je vader zal wel heel goede redenen heb ben gehad voor hetgeen hij deed. Ver trouwde je je vader volkomen ?"- „Ja ik stelde een onvoorwaarde lijk vertrouwen in hem." „Nu, waarom vertrouw je dan niet, dat wat hij in dezen deed, wat het beste voor je was „Misschien heb je gelijk Mark daar is nog iets anders, dat ik mij schaam je te vertellen vandaag Er werd aan de deur geklopt. „Mevrouw, mevrouw Fortescue laat u vragen, of u de vierde zoudt willen zijn bij bridge Nalda keek haar man vragend aan hij fronste zijn wenkbrauwen en voor hij kon antwoorden verscheen mevrouw Fortescue op den drempel. „Mag ik binnen komen. Ah Ik wist niet, dat de heer Lindsay terug was. Goeden avond." „Goeden avond", zei hij norsch. „Ik hoop niet, dat u het mij kwalijk bekleeden. Zij, die aanspraak hebben op c-aggeld e>i dit wenschen te ontvangen, moeten het in'ontvangst nemen ter ge meente-secretarie, den laatsten werkdag vóór het vertrek naar het korps. Vrijstelling enz. Aan de herhalings oefeningen nemen niet deel a. zij, die elders wonen dan in Neder land, België, Hannover, Westfalen en de Rijnprovincie b. zij, die wonen in België, 'Hannover, Westfalen en de Rijnprovincie, voor zoover zij vóór den dag van opkomst bij hun com mandant een verklaring inzenden, waaruit blijkt, dat zij meer dan drie uur gaans van de Nederlandsche grens af wonen deze verklaring moet zijn afgegeven door het hoofd van het plaatselijk bestuur of van de politie of door een Nederiandsch consulair ambtenaar c. zij, die zich tijdens de herhalingsoefe ningen buitensland bevinden ter uitoefe ning van de zeevaart (hieronder niet be grepen de zeevisscherij) voorts kan de Minister van Oorlog ge- heele of gedeeltelijke vrijstelling van de herhalingsoefeningen verleenen aan dienst plichtigen d. die gedurende zoodanigen tijd vrijwil lig in werkelijken dienst zijn geweest, dat op grond van de door hen in dien tijd ver kregen .geoefendheid de herhalingsoefenin gen niet of niet voor den vollen duur noodig worden geacht e. die tijdens den duur der harhalings- oefeningen onmisbaar zijn voor hun ambt, betrekking of bedrijf f. die kostwinner zijn, tenzij er meer re den is voor toekenning van vergoeding alleen komen hierbij in aanmerking zij, die kostwinner zijn voor 1hun echtgenoote 2. hun bloed- en aanverwanten in de rechte linie 3. hun andere bloed- en aanverwanten in den tweeden graad 4. hun pleegouders 5. degenen, in wier onderhoud zij inge volge rechterlijk vonnis moeten voorzien g. die onmisbaar zijn voor de instand houding van de middelen van bestaan van de onder f bedoelde personen. Wat onmisbaarheid én kostwinnerschap betreft, moet in het oog worden gehouden, dat vrijstelling om een van deze redenen slechts in zeer dringende gevallen zal wor den verleend. Zij, die meenen op een van deze gronden voor vrijstelling in aanmerking te komen, of die op een anderen tijd of in een ander garnizoen wenschen op te komen, kunnen zich met een daartoe strekkend verzoek schrift tot den Minister van Oorlog wen den. Dit verzoekschrift behoeft niet geze geld te zijn, maar moet gefrankeerd wor den toegezonden. Het verdient aanbeveling dergelijke verzoeken bij den Burgemeester in te dienen, die alsdan voor de opzending zorgt draagt. Dergelijke verzoeken kunnen echter slechts bij uitzondering worden toegestaan. Vergoeding. Indien tengevolge van het verblijf in werkelijken dienst van den op geroepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of komen te ontbreken aan de personen, hiervóór onder f bedoeld, kunnen deze personen in aan merking komen voor een geldelijke vergoe ding, zoo den verlofganger wegens dienst belang geen vrijstelling van de herhalings oefeningen wordt verleend. Verdere inlich tingen hieromtrent kunne»1 gemeente secretarie worden gevraagd. Rentekaart. Zij, die ingevolge de Inva liditeitswet verplicht verzekerd zijn, hande len in hun eigen belang door hun rente- kaart mede te^brengen bij hun opkomst. Vlissingen, 5 Augustus 1924. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. Valsche rijwielmerken. Er duiken telkens geruchten op, dat nagemaakte rijwielmerken te koop worden aangeboden. Ofschoon de ge- genomen 'hebt, dat ik uw vrouw mee naar Goodwood nam." Lindsay antwoordde een oogenblik niet, en toen hij eindelijk sprak, klonk zijn stem koud. „Ik hoop, dat u een goeden dag ge had hebt." HOOFDSTUK XII. Nalda zag, dat haar man werkelijk boos was en voor het eerst was zij bang voor hem maar tegelijkertijd was zij dankbaar, dat hij niets had gezegd, wat haar tegenover mevrouw Fortescue beschaamd had kunnen maken. „Ik zou graag een woordje met deze dame alleen willen spreken", zei hij, en er was een klank in zijn stern, die het protest tot zwijgen bracht, dat Nal da op de lippen had. „Heel goed. Ik zal naar bed gaan." Lindsay stond zijn vrouw na te kij ken, toen zij de kamer verliet. „Zou mijn waarde schoonzoon mij geen stoel aanbieden", zei mevrouw Fortescue spottend. „Mogelijk dat hij boos is, maar dit is geen reden om zich niet als een gentleman te gedragen." „Vergeef mij neem alstublieft plaats." „Dat is beter. Misschien wilt u mij een sigaret geven Hij reikte haar zijn koker toe, terwijl hij zijn oogen strak op haar gericht hield, maar zij keek hem vast in de oogen. „Ik ben niet zoo slecht als u denkt." „Ik heb nooit over u gedacht, totdat grondheid dier geruchten tot dusver niet is gebleken, schijnt het toch nuttig het publiek er voor te waarschuwen, zich op onregelmatige wijze van een rijwielmerk te voorzien. Wie, ook onbewust, met een nage maakt merk rijdt, staat in ieder geval 'bloot aan bekeuring wegens het rijden zonder het vereischte belastingnierk, immers zonder een geldig belasting- merk. Bovendien echter is hij, die op zettelijk een nagemaakt merk gebruikt, strafbaar met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. De beiastingmerken zijn uitsluitend verkrijgbaar gesteld op de hoofd-, bij en hulpkantoren der posterijen. Zangvereeniging Zeelandia. Op het Nationale Concours te Nieu we Hoorn, gehouden op Zondag 3 Augustus, behaalde de zangvereeniging Zeelandia, onderafdeeling van de Zeeuwsche vereeniging Zeelandia te Rotterdam, onder leiding van den heer B. Reijns, den len prijs met „Boven de Sterren" van Fr. Abt, en „Avondvrede" van W. van Thiene„ respectievelijk ver plicht en vrij nummer, met 329 punten. Deze liederen zullen ook ten gehoore gebracht worden op het heden te hou den liefdadigheidsfeest ten bate van de achtergeblevenen der ramp op de Schelde. Het Koninklijk bezoek aan Zeeland. Schouv/en. Op de rede van den burgemeester van Zierikzee antwoordde H. Al. de Konin gin als volgt ik dank U, mijnheer de burgemeester, voor de woorden, waarmede U namens raad en burgerij het gulle welkom hebt be vestigd, waarvan ons op weg langs de feestelijke straten naar deze ons reeds be kende zaal wederom van alle zijden zoo talrijk bewijzen zijn gegeven. Met groote erkentelijkheid aanvaard ik tevens de her nieuwde betuiging van de trouw en aan hankelijkheid, door welke deze stad zich van ouds onderscheidt. Met voldoening ben ik er getuige van, dat de geest van voort varendheid en volharding, welke deze oude stad zoo in voor- als tegenspoed kenmerkte nov heden ten dage is blijven voortleven. Ik ben dan ook overtuigd, dat voor haar als middelpunt dezer schoone en welva rende eilanden nog een belangrijke toe komst is weggelegd, een toekomst, waarin zooals in het verleden, trouw met het va derland en ons Huis verbonden, onder Gods zegen van de nimmer falende geestkracht harer burgers zij de verdere vruchten zal plukken. De rede van den burgemeester van Brouwershaven werd door H. M. Ko ningin als volgt beantwoord Mijnheer de Burgemeester, Ik betuig U mijn oprechten dank voor de ons toegesproken woorden en ik stel er prijs op daarbij tevens uiting te geven aan mijn groote erkentelijkheid voor de schoo ne en hartelijke wijze, waarop de burgerij van Brouwershaven ons heeft verwelkomd. Voor die bewijzen van aanhankelijkheid, ons gegeven door de bevolking van deze stad, wier naam in de geschiedenis van ons vaderland zoo nauw verbonden is met die van mijn Huis en die zoo eervol ver meld wordt, ben ik bijzonder gevoelig. Ik hoop, dat het uwe gemeente gegeven moge worden, om te midden van zoovele oude Nederlandsche steden een plaats te blijven innemen harer traditie waardig. Gaarne wil ik thans voldoen aan uw verzoek en in navolging van mijn onvergetelijken vader mijn naam plaatsen in het historische boek, aan Brouwershaven door een harer grootste zonen geschonken. ik wist, dat u de moeder van Nalda waart." „Ik kan heel goed begrijpen, dat ik de soort vrouw niet ben, die u zou zoeken." „Dat is u inderdaad niet, evenmin is u de vrouw, die ik graag in gezel schap van mijn vrouw zie." „U is grof en ruw." „Ik zeg gewoonlijk, wat ik denk mijn vrouw is een onschuldig jong meisje. Ik zou graag zien, dat zij dat bleef." „Een lieve, kleine onschuldige, die duizend pond wint op een wedren", zei zij droogjes. „Spelen is haar eenige ondeugd. Het is een vloek, die zij van u heeft over geërfd. Tot nu toe heeft zij nog geen besef van wat zij gedaan heeft. Ik ben van plan haar tegen haar zelf te verde digen en daarom wensch ik niet, dat zij met u ojngaat. Het schijnt mij toe, dat u alles hebt gedaan om haar tot spelen aan te moedigen. Het was in uw „hel" in die van u en Lang dat zij die groote sommen verloren heeft." „U weet het." „Ja. Bij toeval vernam ik, dat u de mede-eigenares waart van 'n speelhol. „Hebt u het aan iemand verteld „Ik ben geen verklikker en zal zwij gen, zoolang als „lk begrijp het. U stelt een koop voor „Ja. Laat mijn vrouw met rust, en dan zai ik u met rust laten. Indien u het niet doet, zult u merken, dat ik een Hei bezoek aan Middelburg. De blijde inkomste le Middelburg. Reeds lang voor het aangekondigde uur van aankomst werden gisteravond op de Loskade en langs de straten, waardoor de Koningin zou rijden lange hagen van vele rijen menschen gevormd, die van de inkomste der Koninklijke famiiie getuigden wilden zijn. De weg werd door talrijke politiemannen vrij gehouden en dit was ook het geval met een groot deel der Loskade, waar op de plaats, waar vroeger de pro vinciale boot aankwam, een keurige versiering van planten en vlaggen Oranje blanche bleu was aangebracht door de goede zorgen van den directeur van gemeentewerken. Het geduid der wachtenden zou wel wat op de proef worden gesteld. Was half negen als uur van aankomst ge meld, toch was het reeds ruim kwart voor negen toen het bericht kwam, dat de „Hydrograaf" met de Hooge gasten de sluizen te Veere was gepasseerd en het zou ruim 9 uur worden toen de boot bij de meelfabriek zichtbaar werd en het eerste gejuich der het verst staande belangstellenden werd gehoord. Toen de boot aan de aanlegplaats meerde zette het Middelburgsch mu ziekkorps eerst het Vaderlandsche en toen het Zeeuwsche Volkslied in, de plank werd uitgelegd en onder het ge- iuiueh der menigte schreed onze Lands vrouwe vlug over de plank, zonder eenige vermoeienis van den langen tocht van gisteren te toonen. Aan den wal werd zij gecomplimen teerd door den burgemeester, den heer P. Dumon Tak, terwijl deze ook H. K. H. de Prinses en Z. K. H. den Prins verwelkomde. Spoedig werd in de ge reed staande hofrijtuigen gestapt en het gejuich groeide aan tot een ware ovatie, toen de rijtuigen onder het gelui der klokken de Stationstraat inreden, en dit met een langzaam tempo om alle langs den weg geschaarde en de hon derden die een plaatsje voor de ramen hadden gevonden, in de gelegenheid te stellen het zoo van harte gemeende welkom aan de 'Hooge gasten toe te roepen. Een begrijpelijke wensch was 'net van H. M. bij aankomst in de Abdij rust te vinden, maar voor de honderden die trachtten ook daar nog een ovatie te gaan brengen was het een tegenval ler, dat de sterke arm der politie hen tegenhield en zij onverrichter zake te rug moesten keeren. De enkelen die in de Abdij waren, zagen dat mevrouw Quarles van Ufford met haar beide zoons de Hooge gasten hartelijk ver welkomden, maar toen gingen de deu ren dicht en de eerste dag van het Ko ninklijk bezoek behoorde weer tot het verledene. Het publiek dacht echter nog niet aan naar huis gaan, honderden bleven loopen langs de versierde en verlichte straten en vroolijk gezang klonk alom. De groote drukte van gisterenavond doet de verwachting voor heden hoog gespannen zijn. De verlichting. Ais wij nog iets meer willen schrijven over de versiering en de verlichting, dan willen wij wijzen op het mooie entrée dat langs Loskade, Stations straat en Kade was aangebracht, waar de Oranjewimpels het zoo goed deden, naar de Langedeift met zijr. veel Oranje en bloemen, maar niet minder de Lange Burg, die in een berceau herschapen lijkt, en aan het einde door de electri- sc'ne verlichting aan de woningen van de heeren Dumon Tak, Hiooien en Van Bel, aan het pakhuis der N. V. v. d. Harst en den winkel van de firma Ruijsch met de Groenmarkt samen een schitterend lichteffect geeft. kwade vijand ben. Zie eens, mevrouw Fortescue. Ik ben een rijk man, en ik ben bereid u een goede toelage te ge ven op voorwaarde, dat u buiten lands wil leven. Velen moeten weten, dat u eens mevrouw Gilchrist was, en eiken dag loop ik kans, dat de een of andere goede vriend mijn vrouw vertelt wie u is. Openhartig gesproken, ik ver lang niets liever dan dat u uit den weg is, en ik zal u goed betalen." „Ik ben niet te koop. Met uw geld kunt u niet alles koopen. Bovendien geeft de „hel" zooals u het noemt, een heel aardig inkomen. Lang en ik hebben een jacht gehuurd om de Corvesweek bij te wonen. Ons commissieloon zal waarschijnlijk in de honderden loopen. Als al het andere mislukt, zal ik er mis schien toe kunnen besluiten van uw liefdadigheid te leven kan ik u over halen de vierde man bij bridge te zijn?" Ik beloof u, u niet als mijn schoonzoon aan de Shaltons voor te stellen", zeide zij spottend. Zij was de deur genaderd en maakte een diepe neiging. „Nog een raad. Beproef niet Nalda a! te sterk in toom te houden. Laat haar een beetje de vrije hand en misschien komt alles dan beter uit dan ik ver wacht goeden nacht, Mark." Een spottend lachje en zij sloot kalm de deur. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1