DONDERDAG 31 JULI ukenmeisje 62e Jaargang gemeentebestuur REAU URANT" feuilleton de groot? omdeugd N D A Dagelijks bioscoo, les avonds 8 uur terdag- en Zondag lederen avond t>ls. ij, aanvang 8 uur terdag- en Zondag lia.-• Dagelijks diner- 08 uur. uitzondering van fa e-dansante ran h n T 3-30~5 30 uur, 11.30 uur. [ustus. Delftsch Stu- „de Kadans". Dagelijks eoncer1 föhr—Bekker. r' I [ondag van 3>/2~6 uu, b- en Solisten-avond ^erdags. Soiree dan- ^devard. Concert I '1 Maandag- en Woenc —11.30 uur. •2 uur Matinée. |rd Evertsen. Dins, i en Zondag Matifa |uur. nderdag en Zonda? I 11.30 uur. ^rijdag en Zaterdar l van 8—11.30 uur. In 3.305.30 uur Thé julevard Evertsen. Soirée Dansante. S1NGSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal keren ƒ2.20 per drie maanden. Franco «Joor bet geheel e rijk ƒ2.50. Week-abon nementen 17 cec-t, alles bij vooraitbetaüag. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels f 1.10 voor iedere regel meer 26 centhij abonnement spe ciale piijzen. Reclames 52 cent per rege! Kldne Advertenties betreffende Huur' en Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie dingen en Diensfaanvragen, erz., prijs, bij vooruitbetaling van 1—5 regelt 0.75, elke rege! meer 15 Cent. e prijsver- ek- en Adver- e in meerdere is één copie ingen worden r Holiandscligeziti tij Gent. met uitvoerige in- i referenties aan >JS, Destel bergen. Verhuur, Koop et» Verkoop od Dlenstaanvrageo, cat, [betaling, van 1-5 regels regel meer 15 cent *en 1 September een GMEISJE. ïenbeer 11. pMEïSJE. uisstraat 78, boven. {DIEPINGSHUIS iu „Vliss. Courant". rek te koop Fongers SNRIJWIEL, Jen, nu voor 75 gul- eemaal bereden. Te ij. C. PAAÜWE, Paul BEKENDMAKING. Burg. en Wefh. van Vlissingen, gelet op artikel 75 lid 1 der Lager Onderwijswet 1920, maken bekend, dat de Gemeenteraad in zijn vergadering van 25 Juli jl. heeft besloten II. Aan liet Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Uitgebreid Lager Onderwijs al hier in bruikleen te geven Acht bepaalde leslokalen van de tegenwoordige Rijks Hoo- gere Burgerschool, benevens het medege bruik van het gymnastieklokaal van dit schoolgebouw, een en ander zoodra de Rijks Hoogere Burgerschool de lokalen zal hebben ontruimd. II. Aan het Bestuur van de Vereeniging tot bevordering van Christelijk onderwijs in bruikleen te geven De beide openbare lagere scholen in het schoolgebouw aan de Coosje Busken- Istraat, zulks met ingang van den cursus 1924/1925. Tegen deze beslissingen kan ieder inge zetene binnen 30 dagen, na dagteekening van het besluit, bij Gedeputeerde Staten in beroep komen, i Vlissingen, 31 Juli 1924. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, M. VAN DER BEKE CALL EN FELS. L.S. VOOR DE NAGELATEN BETREKKINGEN VAN DE VERONGELUKTE VISSCHERS. Vorige opgave A. K„ te V M. D., te V B N. N., te V K G. K.f te Amsterdam H. J. V., Den Haag Ncderl. Vereen, van oud-strij ders der Zee- en Landmacht uit Ned.-lndië .Het Vaderland Getrouw", Rotterdam W. S., Rotterdam •Onbekend uit Arnhem Onbekend uit Utrecht C. D., Oostwoud W. de M. Sr., Bilthoven Mevr. Wed. H. B. P.—V., Hille- gersberg J. B. v. L., Den Haag Dr. N. W. B., Bergambacht P. v. L., Amsterdam Steunlijst van het Personeel Pakketpost Centraal-Station Amsterdam Letter J., Sneek Letter G. H., Sneek Iemand uit Den Haag Onbekende uit Maastricht F. de V., Soestdijk H. J. T., Arnhem |G. K., Arnhem L. P. v. d. C., Amsterdam N. N., Arnemuiden Personeel Firma van Heel I Co., Goes [Afdeeling Pensioenen Raadhuis Rotterdam pT-rui en Wout, Roermond f J. F. v. R., Den Haag i W. C. d. P., Geersdijk j. E. W.. Zeist Sallandsche Bank, Deventer "~;A. R. M., Amersfoort ƒ13443.21 10.— 2.50 2.50 - 10.— - 100.— 50.— 10.— 2.50 2.50 5.— 5. 5.— 3.25 5.— 16.— 29.60 10.— 5.— 2.50 2.50 3.— 2.50 2.50 50.— 5.— 6.75 12.— 5.— 5.— 3.— 7.04 5.— mooie N WONING, e gemakken. letters -K. Z„ bureau 1 net ÏMEI5JE, ar. jisstraat 25. n een EISjE, igen voorzien letters P. S., bureais li! prat [cJdelb. - Rotterdam lelegen plaatsen. jVR PASSAGïSSS [EN EN VEE. Slii i.a. s« 8 8 1 SKI, f.a «r 9 9- ts ta 'akonmn Transport- «n 2i |rv»n O. V03, Tul. EENHOORN, T«1 153 ^TSRHOUT.M. nrnstws. r«i. ioi Vertaald door Mevrouw 1 P. WESSEL1NKVAN ROSSUM. 13 h „Ik wilde, dat ik nog een keer had kunnen gaan. Ik ben er zeker van, dat Hik zou hebben gewonnen", zei zij kla- Hgend tot zich zeli. IS Maar nu begon zij aan Mark te den- Hken. Over enkele oogenblikken zou hij Ibij haar zijn, en eensklaps werd zij zich weer bewust, hoe groot zijn liefde voor haar was. Gedurende de laatste paar dagen had zij hem bijna vergeten en zij jwas een en al zelfverwijt, toen zij dit bedacht. I Nog vier dagen en dan zou de dag 'der dagen er zijn Mark was zoo sterk zoo veilig, dat zij niets te vreezen zou hebben. Maar wat was er te. vree zen Nalda besefte nu, hoe zwak zij was, als het spelen betrof. „ik zal nooit in verzoeking komen, als ik zijn vrouw ben," was de slotsom yan haar overpijnzingen. Haar juweelen kistje stond open en zij nam er het snoer paarlen uit zijn patste geschenk en deed het om haar hals. Nog eens bekeek zij zich kritisch en zuchtte. „Ik ben alleen een beetje bleek. Mis schien Maar zij schudde het hoofd heftig, jw ant een oogenblik ■•''■d zij er over ge D. J. Czn., Sommeisdijk- 5. A. A. v. L., Amsterdam - 5. Employe's van de 4e afdeeling Nederl. Handel Mij., Amster dam - 3T. Van het Comité Visschersramp „Zeeland" te Heerlen - 386. R. R. W., Den Dolder- 50.— A. S„ Den Haag - 100. Me]. D. v. D Rotterdam- 8.15 B. P., Princenhage - 3. M. v. d. B., Amsterdam - 2.50 J. O., Nieuw Weerdinge - 7. v. d. T., Den Haag - 2.50 Dames v. Z., Rotterdam - 5. A. S., Rotterdam - 10. Mej. T. J. S., Middelharnis - 5.— Totaal f 14457.00 INGEKOA1EN GIFTEN ADMINISTRATIE „VLISSINGSCHE COURANT". Vorige opgaaf f 1097.72 Officieren, Onderofficieren, Min deren en Personeel Bonmije Kazerne - 81.43 B. V- 10 - G. K. iB., Den Haag - 2.50 B. S- Mevr. Wed. H., Nijmegen - 25. Mevrouw K., Nijmegen- 5. Totaal f 1222.65 Meerdere giften zullen door ons dankbaar worden aanvaard en in ons blad worden verantwoord. TIEN JAREN OORLOGSPOLITIEK. 1914 1 Augustus 1924. IV (Slot.) Wanneer wij het politiek-economisch ka rakter van den oorlog en den na-oorlog gadeslaan, treedt daaruit wel sterk naar voren het internationaal karakter van de tegenwoordige ^samenleving. De lessen van den oorlog waren blijkbaar voor menigeen nog niet voldoende om te beseffen, dat eveneens als de oorlog in staat is geweest om ook bij den meest onschuldigen neu trale de staatshuishouding in de war te gooien, herstel van den economischen toe stand alleen langs internationalen weg mo gelijk is. Nederland, dat zoo groote belan gen heeft in Duitschland, maar ook in tal van andere landen, dacht het werkelijk zich van de slagen van den oorlog te kunnen opheffen, terwijl de toestanden in die an dere landen ongunstig bleven Degenen in elk geval, die aldus kortzichtig gedacht hadden, werden spoedig wijzer gemaakt. De vrede van Versailles was niet alleen een politiek, doch ook een economisch ver drag op Duitschland, later ook op Oosten rijk en de andere Centrale landen werden drukkende verplichtingen gelegd. Geheel de politiek vanaf dat oogenblik is be- heerscht door de vraag in hoeverre Duitschland aan ciie verplichtingen zou vol doen, en in hoeverre Frankrijk zou verkrij gen wat het wenschte. Daarbij is dan ge komen het probleem der Intergeallieerde schulden, d.w.z. van de teruggave van de bedragen, die de Geallieerde overwinnaars onderling elkander in den oorlog hebben voorgeschoten. Hierbij staat Amerika wel als grootste schuldeischer voorop, en nog steeds bestaat bij een groot deel van Euro pa de neiging om te veronderstellen, dat Amerika deze schuld zonder meer zal kwijtschelden. Terwijl juist Amerika, na zijn weigering om het Verdrag van Ver sailles te teekenen en tot den Volkenbond toe te treden, zich van de Europeesche aangelegenheden heeft losgemaakt. Ameri ka is in den oo/log gegaan, omdat het last daarvan ondervond omdat schepen, be vracht met zijn goederen en waarop zijn passagiers reizen deden, werden getorpe deerd. Amerika heeft geen grondgebied ge- eischt, en degenen, die beweren, dat Ame rika uit commercieele overwegingen in den oorlog is getreden, schijnen niet te beden ken, dat ai in even sterke mate, toen het nog tot de neutralen behoorde, Amerika geweldige handelsvoordeelen uit den oor log behaalde. Amerika heeft wellicht be dacht kunstmatig wat kleur op de wan gen te brenggn. ,iNeen. Ik zal mijzelf niet verven;' Daar klonk een bel en zij hoorde de stem van Lindsay in de hal. „Ik moet hem niets laten merken," zei zij zenuwaachtig. Zoo ver was het reeds met haar ge komen. dat zij zich voornam den man, dien zij liefhad, te misleiden. Te weinig kleur had zij zeker niet toen zij hem te gemoet ging. HOOFDSTUK VIII. Lindsay wachtte haar in de zitkamer zijn gelaat straalde van hoopvolle ver wachting en zij snelde met een blijden kreet naar hem toe. Ja zijn liefde was 'beter dan iets anders. Mat was zij dwaas geweest de opwinding van het spel te zoeken Het was laag dezen man te bedriegen, die haar alles gaf, wat hij bezat. „Mark, ik ben weer naar die speel- gelegenheid geweest", bracht zij er ademloos uit. Een schaduw gleed over haar gelaat, maar ze verdween onmiddellijk weer. „Nalda, je dagen van vrijheid zijn weldra voorbij. Het spijt mij, dat je er heen gegaan bent. maar ik ben blij,, dat je het mij hebt verteld." „Ik ben er meer dan eens geweest." „Als je niet oppast, zal de hartstocht voor het dobbelen je nog heelemaal be- heerschen.Hoe vindt je dit Hij haal de een paar étuis te voorschijn en liet Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Prikkelbaarheid en Examenvrees, gebruikt men de Zenuwstillonde en Zenuwsterkende IWijnhardt's Zenuwtabletten. (Iragez. Mededeeling.) doeld om Frankrijk, Engeland en de overige Geallieerden, die tot zijn grootste schulde naars behoorden, te steunen, maar het heeft dien steun min of meer opgegeven, nadat de oorlog was geëindigd. Amerika beheerscht ongetwijfeld etni groot deel van de economische positie van de wereld het financieel overwicht is, als gevolg van den ooriog, van Engeland naar Amerika ver plaatst. Leende vroeger Amerika in Enge land thans is het omgekeerd, en het is onwaarschijnlijk, dat de oude toestand zich spoedig zal herstellen. t)e economische wetten zijn nu eenmaal niet zoo eenvoudig als men verwacht dat ze zijn Duitschland, dat den oorlog verloren heeft, is wellicht industrieel en economisch eerder op zijn verhaal dan Frankrijk, dat den oorlog ge wonnen 'heeft. Wat wij allen wenschen, dat is het her stel van Europa, waarin het herstel van de overige wereld ligt opgesloten. Wat wel ieder wenscht is, dat aan Duitschland las ten worden opgelegd, die het kan betalen en die Frankrijk noodig heeft om zich van de schade, die dit land in de eerste plaats van den oorlog heeft ondervonden, te her stellen. Maar wat ieder land voor zichzelf wenscht, is dat het financieel evenwicht in zijn staatsuitgaven zal terugkeeren. Ter Internationale Conferentie te Brussel, in het najaar van 1920 bijeengeroepen, en die het aanzijn gaf aan de financieel-economische organisatie van den Volkenbond, is wel ge bleken hoezeer de staatsschulden van elk land zijn toegenomen hoezeer deze toe neming een geweldigen druk aan rente en aflossing op elk budget veroorzaakt, zoo zeer zelfs, dat daardoor ook in die landen, waarin militaire uitgaven eerder zijn toe- dan afgenomen, het percentage daarvan op het geheel niettemin is teruggeloopen, ter wijl in den oplevingstijd onmiddellijk na den oorlog de noodzakelijkheid tot bezui niging geenszins werd ingezien, terwijl toen integendeel aan alle denkbare sociale en sociaal-economische behoeften met gulle hand werd toegegeven, terwijl men toen de invoering van den achturigen ar beidsdag als het eerst noodige beschouwde is men later, noodgedwongen en in het eene land sneller dan in het andere, op dien weg teruggekeerd. Men heeft de in oor logstijd overmatig uitgezette staatsdiensten weer besnoeid men heeft bezuinigd, veelal daar, waar men juist niet bezuinigen moest men heeft in militaire en maritieme organisaties ingegrepen, en in, verschillen de landen is men erin geslaagd om reeds tot een sluitend budget te komen. Neder land gaat op dien weg nog steeds voort te moeizamer zijn hier de pogingen, waar niet ontkend kan worden, dat economische en politieke overwegingen door elkander gaan. Daaraan is het ongetwijfeld toe te schrijven, dat Indië, welks budget eigenlijk in veel sterker mate ontwricht was dan het Ne- derlandsche, reeds thans tot een begin van herstel van het evenwicht is teruggekeerd, en dat daarvan verwacht mag worden, dat het dit herstel behoudt. In tal van landen, de oorlogvoerende zoowel als de niet oorlogvoerende, ziet men deze pogingen aangewend. Zij worden daar, waar de valuta is gedaald, wel zeer bemoeilijkt. Een verschijnsel ook van den oorlogstijd, maar vooral van den na-oor logstijd de depreciatie der valuta. Wie eenmaal zou hebben voorspeld, dat de Duitsche Mark nauwelijks een milliardste gedeelte van de werkelijke waarde zou verkrijgen, zou uitgelachen zijn wie een maal voorspeld zou hebben, dat een mil- lioen Kronen voor een gulden viel te ver krijgen, ware voor dwaas verklaard. En toch is het geschied toch heeft men ten leste een val van de Mark gezien, die phe- nomenaal is een gevolg van de inflatie van het papierengeld, ook al weer een recht- streeksch uitvloeisel van den oorlog. Maar daartegenover heeft men gezien, dat Oos tenrijk, en zoo straks Hongarije, econo misch gedeeltelijk in den put,, worden gere construeerd met hulp juist van degenen, die een halssnoer van diamanten en een kleinen diadeem zien. „Mark, je bent te goed voor mij. Zij zijn prachtig. Ik moet je een kus geven, liefste." Haar armen waren, om zijn hals ge slagen, toen Olive binnenkwam. Zij keek hen een oogenblik aan en er lag haat in haar blik. „Het spijt mij, dat ik jelui stoor", zei zij droogjes. „Kijk hier eens naar, Olive", zei Nalda opgewonden en liet de diaman ten zien. „Je bent een gelukkig meisje." „Dit is mijn geschenk voor het bruidsmeisje", zei Lindsay, terwijl hij een klein étui aan Olive gaf zij open de het en zag er een diamanten brace let in. „Dank je, Mark", riep zij uit en haar gelaat verhelderde. „Je bent heel edel moedig." Toch was er geen dankbaarheid in haar hart, want indien Nalda niet tus- schenbeide was gekomen, dan zou zij al de juweelen gehad hebben, die zij maar mocht verlangen en wat nog on eindig meer beteekende, zij zou de echtgenoote van Lindsay zijn geweest. „Jeffery Lang heeft ons te dinéeren gevraagd en wij hebben het aangeno men, daar wij niet wisten, dat ie thuis kwam. Ga je mee, Mark, of blijf je lie ver alleen met Nalda vroeg zij lachend. „Mark zal mij spoedig heel en al nog gisteren en ook heden de politieke en economische vijanden van datzelfde land zijn. En deze vijanden doen dat alweer niet uit overmaat van altruïsme, maar eenvou dig, wijl hun eigen belangen daarbij be trokken zijn, wijl de economische samen leving internationaal dusdanig is samen- geweven en samengeweven is gebleven on danks den oorlog, dat de val van den een noodwendig de val van den ander met zich sleept. Op het oogenblik, dat wij „herdenken", dat tien jaren geleden het onvoldoende po litiek- en economisch inzicht van degenen, die als leiders van de Europeesche samen leving waren aangewezen, al deze rampen over ons hoofd bracht herdenken, ook dat er in de democratische volken, ongeacht welke, niet voldoende besef van economi sche realiteit heeft bestaan om een derge lijke ramp vóór alles af te wenden op datzelfde oogenblik ongeveer schijnt er in- tusschen eenig licht te schemeren. De Ruhrbezetting met al de gevolgen, ook weep economische, van dien, heeft ertoe geleid, dat men de noodzakelijkheid van een oplossing van het Duitsch-Fransche con flict in het herstelvraagstuk is gaan inzien. Men heeft toen deskundigen te hulp geroe pen, en de Commissie onder leiding van den Amerikaanschen Generaal Dawes mag zich de verdienste toeschrijven dit eerste licht in de duisternis te hebben vooruitge worpen. Het plan-Dawes is zeker niet vol maakt, en ook als zoodanig door de Lon- densche conferentie der Geallieerden niet erkend, maar het biedt in elk geval een mogelijkheid van afdoening. Men denke daarover niet gering, want wordt het ge heel ten uitvoer gebracht, dan heeft Duitschland in de jaren, die onmiddellijk voor ons liggen, bedragen van 1 milliard Goudmark in 1925, opklimmend tot 2/2 milliard Goudmark in 1929, ?e betalen, ter- wiil deze toeneming daarna voortgaat, wijl Duitschland geacht wordt dan steeds beter in staat te zijn om aan zijn verplichtingen te voldoen. Ongetwijfeld zijn dat groote bedragen, maar wie zich eens even voor oogen stelt wat de oorlogvoerenden bereid waren, dan toch uitsluitend ter vernietiging van den ander, in oorlogstijd beschikbaar te stellen, zal over de economische kracht van de partijen toch ook anders oordeelen. Cij fers, vastgesteld in het begin nog maar van 1916, deden reeds toen het aantal gewon den en vermisten van alle oorlogvoerenden tezamen op 16 millioen vaststellen de ge sneuvelden en blijvend invaliden op b'ina 4 millioen, terwijl het verlies aan mensche- lijk kapitaal op ruim 19 milliard werd bere kend. Op datzelfde oogenblik werden de oorlogskosten voor alle oorlogvoerenden tezamen op 120 milliard geschat zij zijn daarna eerder toe- dan afgenomen, zoodat men zoo in het algemeen en zeer globaal een som kan vaststellen, die aan het einde van den oorlog wa£ verspild, en zulks uit sluitend in den dienst van de vernietiging. Wil men, ter illustratie van al het boven staande, enkele, zoo nauwkeurige mogelij ke cijfers Hoezeer ons verbruik gedurende den oorlog werd beperkt, kan daaruit blij ken, dat de kolenaanvoer, die in 1913 bijna 20.000 ton bedroeg, in 1916 tot 6.180 ton. en in 1918 tot 225 ton was geslonken dat de petroleumaanvoer, die in 1914 170.000 ton bedroeg, in 1918 tot 48 ton was be perkt. Welke schade onze uitvoer tenge volge van den oorlog leed en wel lijden moest, kan hieruit blijken, dat de uitvoer van katoenen goederen, die in 1913 371/, millioen K.G. omvatte, in 1917 maar 6V2 millioen K.G. bedroeg dat de uitvoer der cacaofabrieken in 1914 36 millioen K.G. en in 1917 nog slechts 2 millioen K.G. be droeg. Hoezeer geheel onze handel door den oorlog werd ontwricht, blijkt, wanneer men ziet, dat de invoer, die in 1918 637 millioen bedroeg, in 1919 tot 3296 millioen steeg, en in 1921 weer tot 2239 millioen daalde dat de uitvoer, die in 1918 slechts 417 millioen bedroeg, in 1919 tot 1731 mil lioen was gestegen en in 1921 weer tot hebben", antwoordde Nalda. „Dat wil zeggen, dat wij met je mee zullen gaan", zei hij. „Natuurlijk moe ten we eindelijk eens over onze huwe lijksreis praten. Voor Parijs is het te laat." „Ja, ik geloof, dat het heel warm zal zijn", zeide Nalda. „Toch zou ik graag naar het vasteland gaan." „Waarom niet naar Trouville of Dieppe", stelde Olive voor. „Ja, naar een van die plaatsen zou ik graag gaan. Wat zeg jij er van. Mark „Ik doe alles, wat je wenscht, lieve. Ik dacht, dat een rustiger plaats „Als ik ooit trouw", zei Olive, „dan kies ik een plaats, waar veel leven is. Hoeveel men ook van een man mag houden, het moet toch lastig zijn, als er niemand anders is om tegen te spreken. A4aar ik veronderstel, dat ik nooit heb liefgehad." Terwijl zij sprak keek zij Lindsay uitdagend aan. „Zullen wij dan afspreken, dat het Dieppe zal zijn vroeg Nalda en Mark knikte met het hoofd. Lang ontmoette hen in het restau rant, maar het diner duurde niet lang en Lindsay ging met Nalda terug naar haar woning. Hij bleef een poos bij haar en toen hij afscheid nam, keek hij haar recht in de oogen. „Nalda, je zult vanavond niet uit gaan", zeide hij ernstig. „Neen. Ik zal binnen een half uur in bed zijn. Goeden nacht, liefste ik 1369 millioen daalde. Terwijl in 1914 de extra uitgaven „nog maar" 84 millioen be droegen, stegen deze in 1917 tot 377 en in 1918 tot 568 millioen de Rijksmiddelen, die in 1914 176 millioen bedroegen, waren in 1918 tot 510 en in 1919 tot 618 millioen gestegen. Het indexcijfer voor de kosten van levensonderhoud in 1913 stellende op 100, was dit in 1920 alleen voor voeding tot 236, in totaal tot gemiddeld 222 geste gen. Terwijl bij werken, ten behoeve van het Rijk bij aanbesteding uitgevoerd, in 1913 een timmerman gemiddeld 24 ets. per uur verdiende, een verver 22'/2 ets., een los werkman I8V2 ets., bedroegen deze cijfers in 1920 resp. 65'/2, 59J4 en 49V2 ets. ter wijl in de mijnindustrie de ondergrondsche arbeiders in 1913 gemiddeld 2.95 per werktijd verdienden, was dit in 1920 tot ƒ7.71 gestegen voor bovengrondsche ar beiders van 1.87 tot J 5.25. Zoo zou men met vrachtprijzen, met wisselkoersen, met cijfers van den rentestand van de geld markt, met bedragen van aanbestedingen, met cijfers van werkloosheid en werkloos heidsverzekering, ja met wat niet al kunnen voortgaan, en ieder dezer cijfers zou niet een verandering aanduiden, maar een om mekeer op zichzelf, het bewijs in zich dra gen, dat er op elk gebied niet iets, maar veel in de wereld veranderd is. Wie dan ook ziet, dat de gemiddelde le vensstandaard, stelt men deze op 100 in 1914, tot 360 of meer is toegenomen, gelijk in cijfers aangegeven, kan zich moeilijk verwonderen. Wie ziet, dat de uitgaven van een budget als het Nederlandsche in het vijf- of zesvoudige zijn gestegen wie ziet de enorme toename van onze staatsschuld, van onze werkloosheid, woning- en andere uitkeeringen, kan zich eigenlijk slechts ver bazen, dat de oorlog geen grooter gevolgen heeft gehad. Het verwonderlijkste van alles mag misschien heeten, dat men nu, met al deze cijfers van slechts ellende voor zich, nog spreekt over de mogelijkheid van een nieuwen oorlog nog maar de waarschijn lijkheid veronderstelt, dat Europa, dat arme, geheel uitgeputte Europa, opnieuw bereid, maar ook in staat zou zijn om zich derge lijke vernietigingsweelde welk een schrijnende tegenstelling nog eens te veroorloven De cijfers, die van deze tien jarige periode van economische oorlogspo litiek want ook op economisch gebied is het oorlog gebleven na den vrede ten dienste staan, zijn talrijk. Zij staan vele en belangwekkende vergelijkingen toe. Maar veel of weinig cijfers, zij doen niet anders dan ons eiken keer verkondigen, dat ten gevolge van de dwaasheid der volkeren zeiven, geleid als men wil door slechte leidslieden, het leven duur en moeilijk is geworden dat wij, het levend geslacht, hebben ingeboet aan maferieele en moreele levensvreugde, en voor het komend ge slacht den levensstrijd zoo ettelijke malen moeilijker hebben gemaakt. Is het dan niet, wanneer men op den dag terugziet, die al deze politieke en economische ellende over ons bracht, het juiste oogenblik om te zeg gen dat NOOIT MEER. En als wij het allen zeggen, en niet alleen zeggen, maar als een geloof in ons zeiven voelen, dan moet het mogelijk zijn om het te verwezen lijken De Volkenbond is ongetwijfeld ook economisch gebied nog slechts een be gin, een zwak, een bescheiden begin. Maar men bedenke, dat hii nog niet anders dan zwak en bescheiden kan zijn, en dat hij slechts dan sterk kan worden, wanneer alle volkeren hem sterk willen hebben. Dat zal menig keer met opoffering wellicht van eigen nationale verlangens moeten ge schieden, maar het zal. indien dit geleidelijk van allen kant geschiedt, ook leiden tot een versterking van de werkelijk internationale banden, waarvan op den duur elk land profijt zal trekken. Als 1934 het resultaat van een dergelijke ontwikkeling mag zien, zal een tienjarig tijdperk achter ons liggen, dat, naar wij hopen, in verblijdend contrast zal zijn met het thans voleindigde. heb ie lief." Zij kuste hem hartstochte lijk. ging naar de deur en bleef daar. totdat de lift verdwenen was. Het was vreemd, dat zij in het minst niet in ver zoeking kwam. te spelen. Voor het oogenblik overheerschte de liefde alle andere gevoelens en zij kon aan niets anders denken, dan aan haar toekom stig geluk. Den volgenden dag werd zij tot de lunch geheel in beslag genomen. Toen ontmoette zij Olive. „Ga ie 'n laatste opwinding halen vroeg deze terloops. „Neen, ik speel niet meer", ant woordde Nalda beslist. ..Dus probeer je niet, je verliezen terug te winnen „Neen. Ik heb met dat ellendige spel afgedaan." .jHeeft Mark ie de les gelezen „Je weet, dat hij dat nooit zou doen", zei Nalda. „Het komt alleen, omdat ik heb ingezien, dat ik een dwaas ben geweest. Gelukkig kan ik er tegen, dat ik verloren heb." „Misschien ben je verstandig, lieve. Waar is Mark vandaag „Ik zal hem tegen etenstijd zien. Ik geloof, dat hij daarna een afspraak heeft ik zal dus vroeg terug zijn." „Je behoeft je niet te haasten ik heb eenige vrienden gevraagd om een spelletje kaart te komen spelen". „Hoe is het gisterenavond gegaan „Ik kon geen „cou^" winnen en ik ben bijna geruineerd (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1