DONDERDAG 31 JULI
ukenmeisje
62e Jaargang
gemeentebestuur
REAU
URANT"
feuilleton
de groot? omdeugd
N D A
Dagelijks bioscoo,
les avonds 8 uur
terdag- en Zondag
lederen avond t>ls.
ij, aanvang 8 uur
terdag- en Zondag
lia.-• Dagelijks diner-
08 uur.
uitzondering van fa
e-dansante ran
h n T 3-30~5 30 uur,
11.30 uur.
[ustus. Delftsch Stu-
„de Kadans".
Dagelijks eoncer1
föhr—Bekker. r' I
[ondag van 3>/2~6 uu,
b- en Solisten-avond
^erdags. Soiree dan-
^devard. Concert I
'1 Maandag- en Woenc
—11.30 uur.
•2 uur Matinée.
|rd Evertsen. Dins, i
en Zondag Matifa
|uur.
nderdag en Zonda? I
11.30 uur.
^rijdag en Zaterdar l
van 8—11.30 uur.
In 3.305.30 uur Thé
julevard Evertsen.
Soirée Dansante.
S1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
keren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
«Joor bet geheel e rijk ƒ2.50. Week-abon
nementen 17 cec-t, alles bij vooraitbetaüag.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels f 1.10 voor iedere
regel meer 26 centhij abonnement spe
ciale piijzen. Reclames 52 cent per rege!
Kldne Advertenties betreffende Huur' en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Diensfaanvragen, erz., prijs, bij
vooruitbetaling van 1—5 regelt 0.75, elke
rege! meer 15 Cent.
e prijsver-
ek- en Adver-
e in meerdere
is één copie
ingen worden
r Holiandscligeziti
tij Gent.
met uitvoerige in-
i referenties aan
>JS, Destel bergen.
Verhuur, Koop et» Verkoop
od Dlenstaanvrageo, cat,
[betaling, van 1-5 regels
regel meer 15 cent
*en 1 September een
GMEISJE.
ïenbeer 11.
pMEïSJE.
uisstraat 78, boven.
{DIEPINGSHUIS
iu „Vliss. Courant".
rek te koop Fongers
SNRIJWIEL,
Jen, nu voor 75 gul-
eemaal bereden. Te
ij. C. PAAÜWE, Paul
BEKENDMAKING.
Burg. en Wefh. van Vlissingen, gelet op
artikel 75 lid 1 der Lager Onderwijswet
1920, maken bekend, dat de Gemeenteraad
in zijn vergadering van 25 Juli jl. heeft
besloten
II. Aan liet Bestuur der Vereeniging voor
Christelijk Uitgebreid Lager Onderwijs al
hier in bruikleen te geven Acht bepaalde
leslokalen van de tegenwoordige Rijks Hoo-
gere Burgerschool, benevens het medege
bruik van het gymnastieklokaal van dit
schoolgebouw, een en ander zoodra de
Rijks Hoogere Burgerschool de lokalen zal
hebben ontruimd.
II. Aan het Bestuur van de Vereeniging
tot bevordering van Christelijk onderwijs
in bruikleen te geven
De beide openbare lagere scholen in
het schoolgebouw aan de Coosje Busken-
Istraat, zulks met ingang van den cursus
1924/1925.
Tegen deze beslissingen kan ieder inge
zetene binnen 30 dagen, na dagteekening
van het besluit, bij Gedeputeerde Staten in
beroep komen,
i Vlissingen, 31 Juli 1924.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
M. VAN DER BEKE CALL EN FELS. L.S.
VOOR DE NAGELATEN BETREKKINGEN
VAN DE VERONGELUKTE
VISSCHERS.
Vorige opgave
A. K„ te V
M. D., te V
B N. N., te V
K G. K.f te Amsterdam
H. J. V., Den Haag
Ncderl. Vereen, van oud-strij
ders der Zee- en Landmacht
uit Ned.-lndië .Het Vaderland
Getrouw", Rotterdam
W. S., Rotterdam
•Onbekend uit Arnhem
Onbekend uit Utrecht
C. D., Oostwoud
W. de M. Sr., Bilthoven
Mevr. Wed. H. B. P.—V., Hille-
gersberg
J. B. v. L., Den Haag
Dr. N. W. B., Bergambacht
P. v. L., Amsterdam
Steunlijst van het Personeel
Pakketpost Centraal-Station
Amsterdam
Letter J., Sneek
Letter G. H., Sneek
Iemand uit Den Haag
Onbekende uit Maastricht
F. de V., Soestdijk
H. J. T., Arnhem
|G. K., Arnhem
L. P. v. d. C., Amsterdam
N. N., Arnemuiden
Personeel Firma van Heel
I Co., Goes
[Afdeeling Pensioenen Raadhuis
Rotterdam
pT-rui en Wout, Roermond
f J. F. v. R., Den Haag
i W. C. d. P., Geersdijk
j. E. W.. Zeist
Sallandsche Bank, Deventer
"~;A. R. M., Amersfoort
ƒ13443.21
10.—
2.50
2.50
- 10.—
- 100.—
50.—
10.—
2.50
2.50
5.—
5.
5.—
3.25
5.—
16.—
29.60
10.—
5.—
2.50
2.50
3.—
2.50
2.50
50.—
5.—
6.75
12.—
5.—
5.—
3.—
7.04
5.—
mooie
N WONING,
e gemakken.
letters -K. Z„
bureau
1 net
ÏMEI5JE,
ar.
jisstraat 25.
n een
EISjE,
igen voorzien
letters P. S.,
bureais
li!
prat
[cJdelb. - Rotterdam
lelegen plaatsen.
jVR PASSAGïSSS
[EN EN VEE.
Slii
i.a. s«
8
8
1 SKI,
f.a «r
9
9-
ts ta 'akonmn
Transport- «n 2i
|rv»n O. V03, Tul.
EENHOORN, T«1 153
^TSRHOUT.M.
nrnstws. r«i. ioi
Vertaald door Mevrouw
1 P. WESSEL1NKVAN ROSSUM.
13
h „Ik wilde, dat ik nog een keer had
kunnen gaan. Ik ben er zeker van, dat
Hik zou hebben gewonnen", zei zij kla-
Hgend tot zich zeli.
IS Maar nu begon zij aan Mark te den-
Hken. Over enkele oogenblikken zou hij
Ibij haar zijn, en eensklaps werd zij zich
weer bewust, hoe groot zijn liefde voor
haar was. Gedurende de laatste paar
dagen had zij hem bijna vergeten en zij
jwas een en al zelfverwijt, toen zij dit
bedacht.
I Nog vier dagen en dan zou de dag
'der dagen er zijn Mark was zoo sterk
zoo veilig, dat zij niets te vreezen
zou hebben. Maar wat was er te. vree
zen Nalda besefte nu, hoe zwak zij
was, als het spelen betrof.
„ik zal nooit in verzoeking komen,
als ik zijn vrouw ben," was de slotsom
yan haar overpijnzingen.
Haar juweelen kistje stond open en
zij nam er het snoer paarlen uit zijn
patste geschenk en deed het om haar
hals. Nog eens bekeek zij zich kritisch
en zuchtte.
„Ik ben alleen een beetje bleek. Mis
schien
Maar zij schudde het hoofd heftig,
jw ant een oogenblik ■•''■d zij er over ge
D. J. Czn., Sommeisdijk- 5.
A. A. v. L., Amsterdam - 5.
Employe's van de 4e afdeeling
Nederl. Handel Mij., Amster
dam - 3T.
Van het Comité Visschersramp
„Zeeland" te Heerlen - 386.
R. R. W., Den Dolder- 50.—
A. S„ Den Haag - 100.
Me]. D. v. D Rotterdam- 8.15
B. P., Princenhage - 3.
M. v. d. B., Amsterdam - 2.50
J. O., Nieuw Weerdinge - 7.
v. d. T., Den Haag - 2.50
Dames v. Z., Rotterdam - 5.
A. S., Rotterdam - 10.
Mej. T. J. S., Middelharnis - 5.—
Totaal f 14457.00
INGEKOA1EN GIFTEN ADMINISTRATIE
„VLISSINGSCHE COURANT".
Vorige opgaaf f 1097.72
Officieren, Onderofficieren, Min
deren en Personeel Bonmije
Kazerne - 81.43
B. V- 10 -
G. K. iB., Den Haag - 2.50
B. S-
Mevr. Wed. H., Nijmegen - 25.
Mevrouw K., Nijmegen- 5.
Totaal f 1222.65
Meerdere giften zullen door ons dankbaar
worden aanvaard en in ons blad worden
verantwoord.
TIEN JAREN OORLOGSPOLITIEK.
1914 1 Augustus 1924.
IV (Slot.)
Wanneer wij het politiek-economisch ka
rakter van den oorlog en den na-oorlog
gadeslaan, treedt daaruit wel sterk naar
voren het internationaal karakter van de
tegenwoordige ^samenleving. De lessen van
den oorlog waren blijkbaar voor menigeen
nog niet voldoende om te beseffen, dat
eveneens als de oorlog in staat is geweest
om ook bij den meest onschuldigen neu
trale de staatshuishouding in de war te
gooien, herstel van den economischen toe
stand alleen langs internationalen weg mo
gelijk is. Nederland, dat zoo groote belan
gen heeft in Duitschland, maar ook in tal
van andere landen, dacht het werkelijk zich
van de slagen van den oorlog te kunnen
opheffen, terwijl de toestanden in die an
dere landen ongunstig bleven Degenen in
elk geval, die aldus kortzichtig gedacht
hadden, werden spoedig wijzer gemaakt.
De vrede van Versailles was niet alleen
een politiek, doch ook een economisch ver
drag op Duitschland, later ook op Oosten
rijk en de andere Centrale landen werden
drukkende verplichtingen gelegd. Geheel
de politiek vanaf dat oogenblik is be-
heerscht door de vraag in hoeverre
Duitschland aan ciie verplichtingen zou vol
doen, en in hoeverre Frankrijk zou verkrij
gen wat het wenschte. Daarbij is dan ge
komen het probleem der Intergeallieerde
schulden, d.w.z. van de teruggave van de
bedragen, die de Geallieerde overwinnaars
onderling elkander in den oorlog hebben
voorgeschoten. Hierbij staat Amerika wel
als grootste schuldeischer voorop, en nog
steeds bestaat bij een groot deel van Euro
pa de neiging om te veronderstellen, dat
Amerika deze schuld zonder meer zal
kwijtschelden. Terwijl juist Amerika, na
zijn weigering om het Verdrag van Ver
sailles te teekenen en tot den Volkenbond
toe te treden, zich van de Europeesche
aangelegenheden heeft losgemaakt. Ameri
ka is in den oo/log gegaan, omdat het last
daarvan ondervond omdat schepen, be
vracht met zijn goederen en waarop zijn
passagiers reizen deden, werden getorpe
deerd. Amerika heeft geen grondgebied ge-
eischt, en degenen, die beweren, dat Ame
rika uit commercieele overwegingen in den
oorlog is getreden, schijnen niet te beden
ken, dat ai in even sterke mate, toen het
nog tot de neutralen behoorde, Amerika
geweldige handelsvoordeelen uit den oor
log behaalde. Amerika heeft wellicht be
dacht kunstmatig wat kleur op de wan
gen te brenggn.
,iNeen. Ik zal mijzelf niet verven;'
Daar klonk een bel en zij hoorde de
stem van Lindsay in de hal.
„Ik moet hem niets laten merken,"
zei zij zenuwaachtig.
Zoo ver was het reeds met haar ge
komen. dat zij zich voornam den man,
dien zij liefhad, te misleiden. Te weinig
kleur had zij zeker niet toen zij hem te
gemoet ging.
HOOFDSTUK VIII.
Lindsay wachtte haar in de zitkamer
zijn gelaat straalde van hoopvolle ver
wachting en zij snelde met een blijden
kreet naar hem toe. Ja zijn liefde
was 'beter dan iets anders. Mat was zij
dwaas geweest de opwinding van het
spel te zoeken Het was laag dezen
man te bedriegen, die haar alles gaf,
wat hij bezat.
„Mark, ik ben weer naar die speel-
gelegenheid geweest", bracht zij er
ademloos uit.
Een schaduw gleed over haar gelaat,
maar ze verdween onmiddellijk weer.
„Nalda, je dagen van vrijheid zijn
weldra voorbij. Het spijt mij, dat je er
heen gegaan bent. maar ik ben blij,, dat
je het mij hebt verteld."
„Ik ben er meer dan eens geweest."
„Als je niet oppast, zal de hartstocht
voor het dobbelen je nog heelemaal be-
heerschen.Hoe vindt je dit Hij haal
de een paar étuis te voorschijn en liet
Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Prikkelbaarheid en Examenvrees,
gebruikt men de Zenuwstillonde en Zenuwsterkende IWijnhardt's Zenuwtabletten.
(Iragez. Mededeeling.)
doeld om Frankrijk, Engeland en de overige
Geallieerden, die tot zijn grootste schulde
naars behoorden, te steunen, maar het
heeft dien steun min of meer opgegeven,
nadat de oorlog was geëindigd. Amerika
beheerscht ongetwijfeld etni groot deel van
de economische positie van de wereld het
financieel overwicht is, als gevolg van den
ooriog, van Engeland naar Amerika ver
plaatst. Leende vroeger Amerika in Enge
land thans is het omgekeerd, en het is
onwaarschijnlijk, dat de oude toestand zich
spoedig zal herstellen. t)e economische
wetten zijn nu eenmaal niet zoo eenvoudig
als men verwacht dat ze zijn Duitschland,
dat den oorlog verloren heeft, is wellicht
industrieel en economisch eerder op zijn
verhaal dan Frankrijk, dat den oorlog ge
wonnen 'heeft.
Wat wij allen wenschen, dat is het her
stel van Europa, waarin het herstel van de
overige wereld ligt opgesloten. Wat wel
ieder wenscht is, dat aan Duitschland las
ten worden opgelegd, die het kan betalen
en die Frankrijk noodig heeft om zich van
de schade, die dit land in de eerste plaats
van den oorlog heeft ondervonden, te her
stellen. Maar wat ieder land voor zichzelf
wenscht, is dat het financieel evenwicht in
zijn staatsuitgaven zal terugkeeren. Ter
Internationale Conferentie te Brussel, in het
najaar van 1920 bijeengeroepen, en die het
aanzijn gaf aan de financieel-economische
organisatie van den Volkenbond, is wel ge
bleken hoezeer de staatsschulden van elk
land zijn toegenomen hoezeer deze toe
neming een geweldigen druk aan rente en
aflossing op elk budget veroorzaakt, zoo
zeer zelfs, dat daardoor ook in die landen,
waarin militaire uitgaven eerder zijn toe-
dan afgenomen, het percentage daarvan op
het geheel niettemin is teruggeloopen, ter
wijl in den oplevingstijd onmiddellijk na
den oorlog de noodzakelijkheid tot bezui
niging geenszins werd ingezien, terwijl
toen integendeel aan alle denkbare sociale
en sociaal-economische behoeften met
gulle hand werd toegegeven, terwijl men
toen de invoering van den achturigen ar
beidsdag als het eerst noodige beschouwde
is men later, noodgedwongen en in het
eene land sneller dan in het andere, op dien
weg teruggekeerd. Men heeft de in oor
logstijd overmatig uitgezette staatsdiensten
weer besnoeid men heeft bezuinigd, veelal
daar, waar men juist niet bezuinigen
moest men heeft in militaire en maritieme
organisaties ingegrepen, en in, verschillen
de landen is men erin geslaagd om reeds
tot een sluitend budget te komen. Neder
land gaat op dien weg nog steeds voort te
moeizamer zijn hier de pogingen, waar niet
ontkend kan worden, dat economische en
politieke overwegingen door elkander gaan.
Daaraan is het ongetwijfeld toe te schrijven,
dat Indië, welks budget eigenlijk in veel
sterker mate ontwricht was dan het Ne-
derlandsche, reeds thans tot een begin van
herstel van het evenwicht is teruggekeerd,
en dat daarvan verwacht mag worden, dat
het dit herstel behoudt.
In tal van landen, de oorlogvoerende
zoowel als de niet oorlogvoerende, ziet
men deze pogingen aangewend. Zij worden
daar, waar de valuta is gedaald, wel zeer
bemoeilijkt. Een verschijnsel ook van den
oorlogstijd, maar vooral van den na-oor
logstijd de depreciatie der valuta. Wie
eenmaal zou hebben voorspeld, dat de
Duitsche Mark nauwelijks een milliardste
gedeelte van de werkelijke waarde zou
verkrijgen, zou uitgelachen zijn wie een
maal voorspeld zou hebben, dat een mil-
lioen Kronen voor een gulden viel te ver
krijgen, ware voor dwaas verklaard. En
toch is het geschied toch heeft men ten
leste een val van de Mark gezien, die phe-
nomenaal is een gevolg van de inflatie van
het papierengeld, ook al weer een recht-
streeksch uitvloeisel van den oorlog. Maar
daartegenover heeft men gezien, dat Oos
tenrijk, en zoo straks Hongarije, econo
misch gedeeltelijk in den put,, worden gere
construeerd met hulp juist van degenen, die
een halssnoer van diamanten en een
kleinen diadeem zien.
„Mark, je bent te goed voor mij. Zij
zijn prachtig. Ik moet je een kus geven,
liefste."
Haar armen waren, om zijn hals ge
slagen, toen Olive binnenkwam. Zij keek
hen een oogenblik aan en er lag haat
in haar blik.
„Het spijt mij, dat ik jelui stoor",
zei zij droogjes.
„Kijk hier eens naar, Olive", zei
Nalda opgewonden en liet de diaman
ten zien.
„Je bent een gelukkig meisje."
„Dit is mijn geschenk voor het
bruidsmeisje", zei Lindsay, terwijl hij
een klein étui aan Olive gaf zij open
de het en zag er een diamanten brace
let in.
„Dank je, Mark", riep zij uit en haar
gelaat verhelderde. „Je bent heel edel
moedig."
Toch was er geen dankbaarheid in
haar hart, want indien Nalda niet tus-
schenbeide was gekomen, dan zou zij
al de juweelen gehad hebben, die zij
maar mocht verlangen en wat nog on
eindig meer beteekende, zij zou de
echtgenoote van Lindsay zijn geweest.
„Jeffery Lang heeft ons te dinéeren
gevraagd en wij hebben het aangeno
men, daar wij niet wisten, dat ie thuis
kwam. Ga je mee, Mark, of blijf je lie
ver alleen met Nalda vroeg zij
lachend.
„Mark zal mij spoedig heel en al
nog gisteren en ook heden de politieke en
economische vijanden van datzelfde land
zijn. En deze vijanden doen dat alweer niet
uit overmaat van altruïsme, maar eenvou
dig, wijl hun eigen belangen daarbij be
trokken zijn, wijl de economische samen
leving internationaal dusdanig is samen-
geweven en samengeweven is gebleven on
danks den oorlog, dat de val van den een
noodwendig de val van den ander met zich
sleept.
Op het oogenblik, dat wij „herdenken",
dat tien jaren geleden het onvoldoende po
litiek- en economisch inzicht van degenen,
die als leiders van de Europeesche samen
leving waren aangewezen, al deze rampen
over ons hoofd bracht herdenken, ook dat
er in de democratische volken, ongeacht
welke, niet voldoende besef van economi
sche realiteit heeft bestaan om een derge
lijke ramp vóór alles af te wenden op
datzelfde oogenblik ongeveer schijnt er in-
tusschen eenig licht te schemeren. De
Ruhrbezetting met al de gevolgen, ook
weep economische, van dien, heeft ertoe
geleid, dat men de noodzakelijkheid van een
oplossing van het Duitsch-Fransche con
flict in het herstelvraagstuk is gaan inzien.
Men heeft toen deskundigen te hulp geroe
pen, en de Commissie onder leiding van
den Amerikaanschen Generaal Dawes mag
zich de verdienste toeschrijven dit eerste
licht in de duisternis te hebben vooruitge
worpen. Het plan-Dawes is zeker niet vol
maakt, en ook als zoodanig door de Lon-
densche conferentie der Geallieerden niet
erkend, maar het biedt in elk geval een
mogelijkheid van afdoening. Men denke
daarover niet gering, want wordt het ge
heel ten uitvoer gebracht, dan heeft
Duitschland in de jaren, die onmiddellijk
voor ons liggen, bedragen van 1 milliard
Goudmark in 1925, opklimmend tot 2/2
milliard Goudmark in 1929, ?e betalen, ter-
wiil deze toeneming daarna voortgaat, wijl
Duitschland geacht wordt dan steeds beter
in staat te zijn om aan zijn verplichtingen
te voldoen. Ongetwijfeld zijn dat groote
bedragen, maar wie zich eens even voor
oogen stelt wat de oorlogvoerenden bereid
waren, dan toch uitsluitend ter vernietiging
van den ander, in oorlogstijd beschikbaar te
stellen, zal over de economische kracht van
de partijen toch ook anders oordeelen. Cij
fers, vastgesteld in het begin nog maar van
1916, deden reeds toen het aantal gewon
den en vermisten van alle oorlogvoerenden
tezamen op 16 millioen vaststellen de ge
sneuvelden en blijvend invaliden op b'ina
4 millioen, terwijl het verlies aan mensche-
lijk kapitaal op ruim 19 milliard werd bere
kend. Op datzelfde oogenblik werden de
oorlogskosten voor alle oorlogvoerenden
tezamen op 120 milliard geschat zij zijn
daarna eerder toe- dan afgenomen, zoodat
men zoo in het algemeen en zeer globaal
een som kan vaststellen, die aan het einde
van den oorlog wa£ verspild, en zulks uit
sluitend in den dienst van de vernietiging.
Wil men, ter illustratie van al het boven
staande, enkele, zoo nauwkeurige mogelij
ke cijfers Hoezeer ons verbruik gedurende
den oorlog werd beperkt, kan daaruit blij
ken, dat de kolenaanvoer, die in 1913 bijna
20.000 ton bedroeg, in 1916 tot 6.180 ton.
en in 1918 tot 225 ton was geslonken dat
de petroleumaanvoer, die in 1914 170.000
ton bedroeg, in 1918 tot 48 ton was be
perkt. Welke schade onze uitvoer tenge
volge van den oorlog leed en wel lijden
moest, kan hieruit blijken, dat de uitvoer
van katoenen goederen, die in 1913 371/,
millioen K.G. omvatte, in 1917 maar 6V2
millioen K.G. bedroeg dat de uitvoer der
cacaofabrieken in 1914 36 millioen K.G. en
in 1917 nog slechts 2 millioen K.G. be
droeg. Hoezeer geheel onze handel door
den oorlog werd ontwricht, blijkt, wanneer
men ziet, dat de invoer, die in 1918 637
millioen bedroeg, in 1919 tot 3296 millioen
steeg, en in 1921 weer tot 2239 millioen
daalde dat de uitvoer, die in 1918 slechts
417 millioen bedroeg, in 1919 tot 1731 mil
lioen was gestegen en in 1921 weer tot
hebben", antwoordde Nalda.
„Dat wil zeggen, dat wij met je mee
zullen gaan", zei hij. „Natuurlijk moe
ten we eindelijk eens over onze huwe
lijksreis praten. Voor Parijs is het te
laat."
„Ja, ik geloof, dat het heel warm zal
zijn", zeide Nalda. „Toch zou ik graag
naar het vasteland gaan."
„Waarom niet naar Trouville of
Dieppe", stelde Olive voor.
„Ja, naar een van die plaatsen zou
ik graag gaan. Wat zeg jij er van.
Mark
„Ik doe alles, wat je wenscht, lieve.
Ik dacht, dat een rustiger plaats
„Als ik ooit trouw", zei Olive, „dan
kies ik een plaats, waar veel leven is.
Hoeveel men ook van een man mag
houden, het moet toch lastig zijn, als
er niemand anders is om tegen te
spreken. A4aar ik veronderstel, dat ik
nooit heb liefgehad."
Terwijl zij sprak keek zij Lindsay
uitdagend aan.
„Zullen wij dan afspreken, dat het
Dieppe zal zijn vroeg Nalda en
Mark knikte met het hoofd.
Lang ontmoette hen in het restau
rant, maar het diner duurde niet lang
en Lindsay ging met Nalda terug naar
haar woning. Hij bleef een poos bij
haar en toen hij afscheid nam, keek hij
haar recht in de oogen.
„Nalda, je zult vanavond niet uit
gaan", zeide hij ernstig.
„Neen. Ik zal binnen een half uur in
bed zijn. Goeden nacht, liefste ik
1369 millioen daalde. Terwijl in 1914 de
extra uitgaven „nog maar" 84 millioen be
droegen, stegen deze in 1917 tot 377 en in
1918 tot 568 millioen de Rijksmiddelen,
die in 1914 176 millioen bedroegen, waren
in 1918 tot 510 en in 1919 tot 618 millioen
gestegen. Het indexcijfer voor de kosten
van levensonderhoud in 1913 stellende op
100, was dit in 1920 alleen voor voeding
tot 236, in totaal tot gemiddeld 222 geste
gen. Terwijl bij werken, ten behoeve van
het Rijk bij aanbesteding uitgevoerd, in
1913 een timmerman gemiddeld 24 ets. per
uur verdiende, een verver 22'/2 ets., een los
werkman I8V2 ets., bedroegen deze cijfers
in 1920 resp. 65'/2, 59J4 en 49V2 ets. ter
wijl in de mijnindustrie de ondergrondsche
arbeiders in 1913 gemiddeld 2.95 per
werktijd verdienden, was dit in 1920 tot
ƒ7.71 gestegen voor bovengrondsche ar
beiders van 1.87 tot J 5.25. Zoo zou men
met vrachtprijzen, met wisselkoersen, met
cijfers van den rentestand van de geld
markt, met bedragen van aanbestedingen,
met cijfers van werkloosheid en werkloos
heidsverzekering, ja met wat niet al kunnen
voortgaan, en ieder dezer cijfers zou niet
een verandering aanduiden, maar een om
mekeer op zichzelf, het bewijs in zich dra
gen, dat er op elk gebied niet iets, maar
veel in de wereld veranderd is.
Wie dan ook ziet, dat de gemiddelde le
vensstandaard, stelt men deze op 100 in
1914, tot 360 of meer is toegenomen, gelijk
in cijfers aangegeven, kan zich moeilijk
verwonderen. Wie ziet, dat de uitgaven van
een budget als het Nederlandsche in het
vijf- of zesvoudige zijn gestegen wie ziet
de enorme toename van onze staatsschuld,
van onze werkloosheid, woning- en andere
uitkeeringen, kan zich eigenlijk slechts ver
bazen, dat de oorlog geen grooter gevolgen
heeft gehad. Het verwonderlijkste van alles
mag misschien heeten, dat men nu, met al
deze cijfers van slechts ellende voor zich,
nog spreekt over de mogelijkheid van een
nieuwen oorlog nog maar de waarschijn
lijkheid veronderstelt, dat Europa, dat arme,
geheel uitgeputte Europa, opnieuw bereid,
maar ook in staat zou zijn om zich derge
lijke vernietigingsweelde welk een
schrijnende tegenstelling nog eens te
veroorloven De cijfers, die van deze tien
jarige periode van economische oorlogspo
litiek want ook op economisch gebied is
het oorlog gebleven na den vrede ten
dienste staan, zijn talrijk. Zij staan vele en
belangwekkende vergelijkingen toe. Maar
veel of weinig cijfers, zij doen niet anders
dan ons eiken keer verkondigen, dat ten
gevolge van de dwaasheid der volkeren
zeiven, geleid als men wil door slechte
leidslieden, het leven duur en moeilijk is
geworden dat wij, het levend geslacht,
hebben ingeboet aan maferieele en moreele
levensvreugde, en voor het komend ge
slacht den levensstrijd zoo ettelijke malen
moeilijker hebben gemaakt. Is het dan niet,
wanneer men op den dag terugziet, die al
deze politieke en economische ellende over
ons bracht, het juiste oogenblik om te zeg
gen dat NOOIT MEER. En als wij het
allen zeggen, en niet alleen zeggen, maar
als een geloof in ons zeiven voelen, dan
moet het mogelijk zijn om het te verwezen
lijken De Volkenbond is ongetwijfeld ook
economisch gebied nog slechts een be
gin, een zwak, een bescheiden begin. Maar
men bedenke, dat hii nog niet anders dan
zwak en bescheiden kan zijn, en dat hij
slechts dan sterk kan worden, wanneer alle
volkeren hem sterk willen hebben. Dat zal
menig keer met opoffering wellicht van
eigen nationale verlangens moeten ge
schieden, maar het zal. indien dit geleidelijk
van allen kant geschiedt, ook leiden tot een
versterking van de werkelijk internationale
banden, waarvan op den duur elk land
profijt zal trekken. Als 1934 het resultaat
van een dergelijke ontwikkeling mag zien,
zal een tienjarig tijdperk achter ons liggen,
dat, naar wij hopen, in verblijdend contrast
zal zijn met het thans voleindigde.
heb ie lief." Zij kuste hem hartstochte
lijk. ging naar de deur en bleef daar.
totdat de lift verdwenen was. Het was
vreemd, dat zij in het minst niet in ver
zoeking kwam. te spelen. Voor het
oogenblik overheerschte de liefde alle
andere gevoelens en zij kon aan niets
anders denken, dan aan haar toekom
stig geluk.
Den volgenden dag werd zij tot de
lunch geheel in beslag genomen. Toen
ontmoette zij Olive.
„Ga ie 'n laatste opwinding halen
vroeg deze terloops.
„Neen, ik speel niet meer", ant
woordde Nalda beslist.
..Dus probeer je niet, je verliezen
terug te winnen
„Neen. Ik heb met dat ellendige spel
afgedaan."
.jHeeft Mark ie de les gelezen
„Je weet, dat hij dat nooit zou doen",
zei Nalda. „Het komt alleen, omdat ik
heb ingezien, dat ik een dwaas ben
geweest. Gelukkig kan ik er tegen, dat
ik verloren heb."
„Misschien ben je verstandig, lieve.
Waar is Mark vandaag
„Ik zal hem tegen etenstijd zien. Ik
geloof, dat hij daarna een afspraak
heeft ik zal dus vroeg terug zijn."
„Je behoeft je niet te haasten ik
heb eenige vrienden gevraagd om een
spelletje kaart te komen spelen".
„Hoe is het gisterenavond gegaan
„Ik kon geen „cou^" winnen en ik
ben bijna geruineerd
(Wordt vervolgd.)