MissBlanche
DONDERD4G 26 «JUNI
MoI4Q'
1924'
Nieuwe Abonné's,
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
VROUWENLIST
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
«M e «Baarg&ng
SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-ahon-
nementen 17 cer.t, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14' regels 1.10 voof iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen èn Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels J0.7o, elke
regel meer 15 Cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
die zich op de „VLISSINGSCHE COU
RANT" ingaande 1 Juli 1924 abonnee-
ren, ontvangen de nog verschijnende
nummers gratis.
WAARSCHUWING.
Burg. en Weth. van Vlissingen dringen er
bij de ouders of verzorgers van kinderen
ernstig op aan, dat zij hunne kinderen er
voor waarschuwen zich aan beschadiging
of vernieling van plantsoen schuldig te ma
ken door de gemeente-politie. zal daarop
streng worden gelet en bij het constatee-
ren van overtredingen onmiddellijk proces
verbaal worden opgemaakt.
Verder worden.- de houders van los-
loopende honden met nadruk er op gewe
zen zorg te dragen, dat hunne honden
eveneens de plantsoenen ftiet beschadigen
of vernielen, daar de houders aansprakelijk
zijn voor de door hunne honden aan ge
meente-eigendom toegebrachte schade.
Vlissingen, 25 Juni 1924.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
antikei 37 der Drankwet, doen te weten, dat
bij hen is ingekomen een verzoek van
Abraham de Bruijne, wonende te Vlissin
gen, om verlof tot den verkoop van alco-
hoThoudenden drank anderen dan sterken
drank, voor de beneden-voor locaüiteit van
het perceel Droogdok no. 12
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen tegen het vérleërien van het gevraagde
verlof schriftelijk bezwaren kunnen worden
ingediend bij Burg. en Weth. voornoemd.
Vlissingen, 26 Juni 1924.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.,B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
KAMER-OVERZICHT.
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag.
Arbeidsbegrooting.
De heer Wittert van Hoogland is
voorzitter van den Raad van Arbeid te
's-Gravenhage en weet dus veel van
de sociale verzekering. Dat was de re
den dat hij de nieuwe plannen van mi
nister Aalberse ten aanzien van de so-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
't Is de nooit dalende kwaliteit
diê den Rooker steeds weer
doet zeggen Geef MIJ maar
Naar het Engelsch.
44,
Het telegram werd dien avond in
Park Avenue bezorgd, maar mr. en
mrs. Sands waren met het geheele per
soneel naar Newport vertrokken. Alleen
een kamermeisje was achtergebleven.
Zij, een Boheemsche van geboorte, had
het land aan Léontine, die een Fran-
(jaise was. Anna Schultz besloot het
telegram voor Léontine te vergeten.
Toen ,Clo het telegram verzonden
had, gingen haar gedachten terug naar
de parelen. Door geldgebrek zou zij
spoedig genoodzaakt worden het huis
te verlaten. Als zij zonder de parelen
gaan moest, zou zij zich een mislukking
voelen. Het net bleek taai te zijn voor
de kleine tanden van een muis A-laar
de muis zou alles eerder doen dan de
zaak opgeven. Dien avond gaf Churn
weer zijn plan te kennen om uit te
gaan. Of hij moest, wist Clo niet, want
zij had een gedeelte van het gesprek
in de kamer ernaast gemist. Kit huilde
en midden in haar zenuwachtig snikken
sloeg de deur dicht. Churn was weg
Kit bleef snikken.
Clo voelde plotseling den moed in
zich oplaaien. Nadat zij vlug een plan
de campagne had opgemaakt, verliet
zij haar kamer en klopte op Kit's deur.
„Wie is dat klonk de bitse vraag.
„Ik maar. Het kleine meisje van hier
naast", antwoordde Clo met een kin-
ciale verzekering besprak. Hij geeft de
voorkeur aan de wetten van Talma en
gevoelt niets voor de eenheidsrente.
Veel hulde bracht hij aan de Raden van
Arbeid, die 'best werk verrichten en niet
gereorganiseerd moeten worden. Dat
was geen spreken voor eigen parochie,
beweerde hij, maar uiting van zijn
groote ervaring, 't Was niet bijster in
teressant want het ging zeer veel van
den hak op den tak maar de Minister
vindt er allicht iets in om ter harte te
nemen. Veel verandering wil de heer
Wittert niet en bezuiniging is niet te
wachten, hoogstens verplaatsing van
de kosten.
Het moet dus z.i. maar blijven gelijk
het alles is en de iRaden van Arbeid zul
len het zaakje wel redderen.
iDe heer Stenhuis heeft behalve korte
opmerkingen over detailpunten zich
bepaald tot bespreking van het vraag
stuk der bedrijfsorganisatie en mede
zeggenschap, dat z.i. de schakel is tus-
schen het huidige productiestelsel en de
socialisatie. Als inleiding diende een
veroordeeling van de kapitalisten die
alles hadden doen fiasco lijden. Deze
menschen brachten er niets van terecht
en dus moest nu de arbeidersbeweging
het heft in handen nemen. Daarin ligt
de aanleiding voor den eisch voor de
medezeggenschap in de bedrijfsleiding.
Dit alles werd breedvoerig nader om
schreven zonder verdere uiteenzetting
van de technische regeling waarop het
ten slotte aankomt. Van revolutionairen
gang van zaken wilde deze afgevaar
digde niets weten langs den weg van
overleg moet alles bereikt worden en
dan zal ten slotte de productié er door
worden bevorderd.
Uitvoerig behandelde hij nog de
overbodigheid van overwerkvergunnin-
gen omdat er voldoende productiemid
del en productiekracht in Nederland is.
Met een paar kleine redevoeringen
was de niet belangrijke dag weer vol.
De Wester Schelde.
De correspondent van de „N. R. Ct."
te Brussel meldt -
Uit nieuwe peilingen, in de vaargeul
bij Bath gedaan, blijkt, dat trots aldaar
uitgevoerde baggerwerken de toestand
niet veel verbeterd is. Anders is het
gesteld met het vaarwater van Rilland
en de vaargeul bij Valkenisse. In deze
laatste zijn thans nagenoeg alle drem
pels, welke diepten van 8 meter bij laag
tij van elkander scheidden, verdwenen
op sommige plaatsen bedraagt de diep
te zelfs iets meer dan 8 meter. Ver
wacht wordt, dat, dank zij de aan het
werk zijnde baggermachines en de
wisseling van ebbe en vloed, binnen
kort in deze vaargeul over een breedte
van 250 meter de diepte overal 8 meter
en meer zal bedragen en over een
breedte van 300 meter 7 meter bij laag
water, zoodat de „Beigenland" van de
Red Star Line dan ook weer ongehin
derd door de geul zal kunnen varen.
Diensttijd van telegraaf- en telefoon
kantoren bij rampen.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie maakt bekend, dat door
hem aan de Commissarissen der Konin
gin. de burgemeesters, de waterschaps-
en polderbesturen én de voorzitters
daarvan machtiging is verleend, bij al-
gemeene rampen of onheilen, zooals
overstrooming, hoog water, ijsgang,
brand, oproer en dergelijke, tijdelijk
deriijk stemmetje. Haar haar hing over
haar schouders, en zij had een dooi
Violet gekozen, goedkoopen, blauw
mousselinen peignoir aan.
Kit gooide de deur zoo plotseling
open en tuurde zoo vurig door de halve
duisternis, dat Clo wat achteruitsprong.
„Wat moet je snauwde „mrs.
Stahl".
„O, misschien had ik beter gedaan
niet te komen" excuseerde Clo zich.
„Ik hoorde u huilen En ik voelde me
zelf ook zoo eenzaam en ellendig.
Wees niet boos
Kit opende de deur verder. Haar ver
kleurd geel haar hing verwaïd om haar
gezicht.
„Ik wist niet, dat ik zoo hard huilde.
Zeg, kan je mij en mijn man hooren
praten Ik hoop, dat we je 's nachts
niet wakker houden I"
,,U hebt me nog geen één keer wak
ker gehouden", verzekerde Clo haar
naar waarheid. „Huilen is veel makke
lijker te hooren dan praten. U moet
weten, dat ik erg in de narigheid zit."
„Dat kan ik van mezelf niet zeggen.
Ik en mijn man hebben" wei eens ruzie,
zooals alle getrouwde menschen, en ik
ben dwaas genoeg om dan te gaan
grienen. Hij is nu uit. Zou je het prettig
vinden, als ik een beetje bij je kwam
praten
..O ia, heel graag zeide Clo. Zij
had liever een invitatie gehad om in
Kit's kamer te komen, maar zij hoopte,
dat die later wel volgen zou. Kit sloot
zorgvuldig haar deur en liet den sleutel
achter in haar blouse glijden. Zij ging
op aanraden van Cio op het bed zitten,
Ingezon <1 e r» M ededeelingen
Doorzitten bij wielrijders - Stukioopen - Schrijnen en Smetten der Huid - Zonne
brand - Doorgeloopen Branderige Voeten verzacht en geneest men met FUROL
verandering in den diensttijd van rijks
telegraaf-, rijkstelefoon- en hulp-tele-
graaf en hulptelefoonkantoren, alsmede
van. telefoonstations te brengen.
Reizen van militairen in een hoogere
klasse.
Door de Nederlandsche Spoorwegen
is bepaald, dat militairen die op ver-
voerbewijs reizen, desverlangd tegen
bijbetaling in een hoögere klasse mogen
plaats nemen dan waarvoor hun ver-
voerbewijs geldt.
Zij, die daarvan gebruik willen ma
ken, moeten voor het taject, dat zij in
een hoogere klasse willen afleggen, aan
het plaatskaartenbureau een enkele reis
2e of 3e klasse bijkoopen, naar mate zij
één of twee klassen „hoogerop" willen.
Ook kan de betrokken militair den
conducteur vooraf waarschuwen en de
verschuldigde verhooging aan dezen
bijbetalen.
De staking bij Werkspoor.
Naar het „Hbld." verneemt, is in de
jongste conferentie tusschen vertegen
woordigers van den Metaalbond en dc
leiding van de stakers van Werkspoor
een voorstel gedaan, om de aangebo
den loonsverlaging in dier voege te
aanvaarden, dat de tweede verlaging
van 5 van het uurloon als een nieuwe
verlaging zal worden beschouwd,waar
over nieuwe onderhandelingen zouden
wórden gevoerd. De stakers hebben dit
voorstel afgewezen, zoodat het conflict
onveranderd voortduurt.
VLISSINGEN, 26 JUNI.
Onze haven.
(Vervolg en slot verslag Eerste Kamer)
De heer Smeenge Ik moet met een en
kel woord antwoorden op hetgeen de mi
nister gezegd heeft.
■Laat iik dan beginnen met dit op te mer
ken. De minister is begonnen met te zeg
gen ik zal eerst mijn eigen standpunt ge
ven, en heeft toen uiteengezet hoe hij over
de haven te Vlissingen dacht en nog denkt
niet gunstig. Ik zou alleen naar aanleiding
daarvan deze vraag willen doen Excellen
tie, ware het niet goed geweest dat u reeds
eerder dit standpunt had uiteengezet Zoo
als u het nu «heeft gedaan, is dit door u in
de andere Kamer in het geheel niet ge
schied. Het is ons nu veel duidelijker ge
worden, waarom het verloop dezer zaak
zoo treurig is, en ware dit vroeger bekend
geweest, dan 2t»u, naar mijn overtuiging,
de heer De Veer onlangs aan ihet slot van
zijn rede niet gesproken hebben zooals hij
deed.
Handelen als nu, zoo drukte hij zich uit,
zou, als het een andere zaak betrof, doen
denken aan sabotage. Wanneer in deze
twee dagen hier iets gezegd is, dat voor
den minister onaangenaam was, dan het
moet mij eerlijk van het hart heeft Zijn
Excellentie daar zelf aanleiding toe gege
ven.
Ik ten minste meende niet anders of de
minister was voorstander, in elk geval
iemand die deze haven een goed hart toe
droeg, zooals ik het Dinsdag iheb gezegd,
en daarom begreep ik, in verband met het
feit, dat wij hier te doen hebben met de
uitvoering van een wet, de houding niet.
De uiteenzetting immers is zoo duidelijk,
dat een kind begrijpen kan, waarom het
zoo is geloopen. De minister was geen-
dat veel gemakkelijker was dan de
eenige stoel met den gebroken rug. Zij
stelde de eene vraag na de andere en
haar gastvrouw had al haar fantasie
noodig 'om antwoorden te verzinnen.
Toch had Clo heelemaal geen spijt van
haar truc. Kit zeide, dat zij, wanneer
Churn lang uitbleef of weer uit moest,
terug zou komen om de verveling te
verdrijven.
Het was elf uur voor Clo de twee
stemmen weer hoorde. Uit hun gesprek
maakte zij op, dat zij Chuff niet terug
wachtten voor over twee dagen.
„Overmorgen dus zeide Kit. „Dan
moeten we Isaacs morgen hier hebben."
„'Dat had ik ook zoo gedacht" zeide
Churn, „en daarom ben ik, nadat ik bij
Jake geweest was, naar Isaacs gegaan.
Hij is voor zaken naar Chicago en komt
niet eerder terug dan Chuff, overmor
gen dus."
Clo dronk als het ware ieder woord
in en concentreerde haar hersenen op
de beteekenis daarvan. Morgen of over
morgen zou zij haar slag moeten slaan;
dan of nooit.
HOOFDSTUK XXXIII.
Den ochtend na zijn eerste afwezig
heid ging Churn weer uit. Tegen twaalf
uur klopte Kit in een wandelpakje op
Clo's deur. „Je wilt zeker wel een paar
bonbons hebben zeide zij. „Mag ik
binnen komen
Clo was hartelijk en trachtte onder
houdend te zijn. „Als ik maak, dat zij
sympathie voor mij krijgt, zal zij mis
schien met Churn beneden gaan eten en
mij de wacht laten houden", dacht zij.
voorstander en is het nog niet. Het ver
wondert mij alleen, dat Zijn Excellentie uit
spraken heeft gedaan, die daarmee min of
meer in strijd zijn. Dit geeft aanleiding om
te vragen Sedert wanneer is dit het stand
punt van den minister Ik zal dat niet
doen, omdat de minister heeft gezegd, dat
hij aan de overzijde van het Binnenhof
nooit de gedachte kan hebben gewektdat
h" voorstander was. Zooals ik zei, was mij
dat niet bekend, en ik las het ook niet in
het blauwe boekje.
De minister heeft mij niet in een aardig
daglicht gesteld, toen hij mij aanwees als
den deskundige op scheepvaartgebied. Ik
denk, dat 85 pet. van mijn medeleden dat
niet zullen erkennen, al weten ze, dat ik
voor de scheepvaart sterk voel. Hoe ihet zij,
de minister zeide de 'heer Smeenge heeft
met veel ophef gesproken over een inter
nationale verplichting, die wij zouden heb
ben, en dat wij ook daarom den kaaimuur
moeten daarstellen, maar hij moet toch
weten, dat de meeste schepen daar niet op
stroom blijven liggen om hoog water af te
wachten zij gaan verder op, waar zij
veiliger zijn, en blijven niet op de reede te
Vlissingen. Nu meen ik te mogen zeggen,
dat de minister geen deskundige is op het
febied van het varen. Handelen, zooals de
minister zegt, kan alleen gebeuren bij mooi
weer en dan hebben de schepen geen haven
noodig. Maar wel is noodig een haven, een
noodhaven, het woord duidt het aan, in
tijden van nood, dat is als het drie, vier
dagen mist is, of als er plotseling stormen
opsteken of loeien, die de vaart onmogelijk
maken, of .zoo dat de grootste voorzichtig
heid is geboden. Het is voor die gevallen,
dat ik meen, dat onze internationale plicht
ons voorschrijft, indien even mogelijk, wer
ken, als hier bedoeld, aan te leggen.
Ik zei, 's ministers uitspraken deden aan
een ander gevoelen denken, dat hij nu uit
sprak. Volgens pag. 30 van het blauwe
boekje hechtte de minister inderdaad aan de
meening in het buitenland groote waarde.
Immers, ik lees daar, dat de minister in de
Tweede Kamer zeide op 1 December 1922
„Men moet het dus niet voorstellen alsof
in Vlissingen niets zal kunnen gebeuren.
En zal het nu zoo een slechten indruk ma
ken in het buitenland, wanneer het bouwen
van den kaaimuur nog eenigen tijd wordt
uitgesteld Wanneer dit bestek wordt aan
besteed, zal men in het buitenland zien. dat
het ons ernst is met de haven van Vlis
singen."
Ik meen dus, dat de minister toen wel
degelijk waarde hechtte 'aan hetgeen wij
wilden doen en de meening daarover in het
buitenland lr' wilde daar niet ontstemmen.
Verder heeft de minister gezegd ja, men
wil in Zeeland nog zooveel meer, men wil
er trams, men wil er wegen, er zijn zooveel
wenschen En is het dan wel verstandig
voor deze haven weer het geld uit te ge
ven. Ilc heb. ,eergisteren ook tal van wen
schen uitgesproken, maar er bij gevoegd,
dat ik begreep, dat er onder deze omstan
digheden weinig toezeggingen konden wor
den gedaan. Inderdaad heeft de minister
ook niets toegezegd en zoo zal ook ten
aanzien van bedoelde wenschen van Zee
land later overwogen moeten worden, of
die werken voor uitvoering of steun in aan
merking komen. Maar daarmee hebben wij
nu niets te maken. De minister zou op die
wijze den indruk vestigen, alsof het hier
slechts gold een wensch naar iets nieuws.
Dat is niet zoo, men is met dit werk immers
al lang begonnen. Of is het niet waar, dat
eureeds een beschoeiing is gemaakt, dat de
omleg van het voorhoofd is tot stand ge
bracht Waarvoor zijn anders de aange
vraagde gelden gebruikt Voor onteige
ning èn uitvoering van de werken zijn ze
toegestaan en gebruikt. Wij hebben hier
niet te doen met een nieuw werk, maar met
een werk, dat reeds in uitvoering was,
Mrs. Stahl wilde niet lang bij haar
nieuwe vriendin blijven, bang als zij
was, dat haar man thuis zou komen,
terwijl zij een buurpraatje hield. Zij
liep van de eene kamer in de andere
heen en weer en was op haar eigen
kamer, om haar man 's middags te
ontvangen.
Den volgenden ochtend hoorde Clo'
Churn zeggen, dat hij Isaacs van den
Grand Central zou halen de oude
vrouw had hem het uur van aankomst
opgegeven. Kit verzette er zich tegen.
„Je kan hem misloopen. Het is veel
beter in zijn huis te wachten", ant
woordde zij. Maar Churn was niet te
overtuigen. Hij had Jake weer gespro
ken en die beweerde, dat Chuff niet
voor laat in den middag komen zou.
Zij hadden den heclen ochtend om mei
Isaacs te onderhandelen, maar het zou
tijdverspill'ng zijn om Isaacs eerst naar
huis te lat'jii gaan. Churn zou Isaacs
aan het station opr-iLkcn en dan dade
lijk met hem'Vi.mi Ivri Komen. Zij moest
ia dien tuss: ur.tijd dc kamer mar op
ruimen en i-vge ih: alles ov\.» icn
uur klaar was. Doch K-t werd, toen Jrj
op zijn stuk bleef sra'an, hoe U igei
hoe woedender. ..Ik weot wel, wjoiii
je er zoo georaad -n bent naar den
Grand Central te gaan", snauwde zij
tegen hem. „Dacht je soms. dat ik dien
naam op het ooosje bonbons niet heb
gelezen Ik ben niet gek. Je hebt ge
zegd, dat je er genoeg van had met mij
opgesloten te zitten. Dd heeft mij op
het spoor gebracht."
Churn bezwoer zijn onschuld en ging
opgewekt weg, maar Clo wachtte den
maar waarvan de uitvoering is stopgezet.
De minister zeide, dat hij tal van advie
zen had.gevraagd en gekregen, zoo ook
van de commissie voor werkverruiming.
Deze zou hebben gezegd, dat uitvoering
van dit werk in het belang der werkloos
heidsbestrijding niet noodig was. Dat be
grijp ik niet Al het graafwerk, dat daar
noodig lis, is dat geen werk voor de bestrij
ding van de werkloosheid, en kan het ma
ken van den kaaimuur ook niet aan zeer
velen, die nu werkloos rondloopen, gere-
gelden arbeid verschaffen
Ik heb de overtuiging, dat die heeren
niet goed zijn ingelicht of het «medegedeel
de niet juist hebben begrepen. Werk zoe
ken voor werkloozen was hier niet noodig,
het was er en daarom vind ik het vragen
van advies overbodig.
Er is door den minister in twijfel getrok
ken, of die haven wel zou zijn in het alge
meen belang. Op denzelfden dag, waarvan
■ik sprak, heeft de minister in de Tweede
Kamer gezegd
„Nu hebben de heeren mooie betoogen
gehouden om aan te toonen de belangrijk
heid van de haven van Vlissingen en dat
deze zoo goed en zoo gunstig gelegen en
de scheepvaart veilig is.
Dat weet ik allemaal.
Vlissingen ligt gunstig en men kan er
een schitterende -haven maken. Maar dat
neemt niet weg, nu wij zoo krap in ons
geld zitten en nu er een gelegenheid is. om
een gedeelte van het werk uit te stellen,
zonder dat wii naar buiten den indruk ma
ken, dat wij er niet ernstig mede willen
doorgaan, dat ik niet inzie, waarom we dat
niet zouden doen."
Als iemand zoo spreekt, kan men daaruit
afleiden, dat het werk niet nuttig zou zijn.
Ik meen te hebben gerechtvaardigd het
geen ik gisteren heb gezegd omtrent de
noodzakelijkheid van de uitvoering van de
wet van 1919.
De minister heeft gezegd, dat hij bij de
begrooting voor 1925 een volledig exposé
over deze quaestie zal geven, en er aan
toegevoegd gij krijgt dat niet van den
minister van waterstaat, omdat hij daar
zoo prijs op stelt, maar omdat de regeering
het wil, om haar daad, het geld voor dit
werk te onthouden, te rechtvaardigen. Als
men er zoo over denkt, wat had men dan
moeten doen Wel, voorstellen, de wet in
te trekken. Maar. dat zou groote bezwaren
opleveren en zonde zijn, omdat men al is
begopnen. Gaat men door, zooals men nu
doet, dan zal het dit werk gaan als met de
drooglegging der Zuiderzee dat het veel
langer duurt en het werk daardoor veel
duur wordt.
Ik geloof^ dat wij er nu hier niet meer
aan imoeten doen dan ons leedwezen uit
spreken over den loop der zaak en de door
de regeering aangenomen houding. Aan de
overzijde van het Binnenhof zal men ook
wel boos zijn. Men zal zeggen had ons
dat alles eerder verteld, dan zouden wij
misschien de motie niet hebben voorgesteld
of aangenomen. Ik meen, dat gerust ten
opzichte van deze haven mag worden ge
zegd het is niet alles zooals het behoort.
Aan de andere zijde komt men in de ge
legenheid, dat ook uit te spreken, of zal
men de gelegenheid er wel voor zoeken.
De heer WibautIk zal mij stipt houden
aan uw verzoek en zeer kort zijn. Ik sluit
mii aan bij het meeste, wat door den heer
Smeenge is gezegd. De minister heeft toe
gezegd, dat de regeering haar standpunt
zal uiteenzetten bij de begrooting voor
1925. die wij dus omstreeks Juni 1925 hier
in behandeling hopen te nemen. Ik ben
echter over die uiteenzetting zeer ongerust,
gehoord hebbende de inzichten, die de «mi
nister heeft ten opzichte van de productivi
teit van waterstaatswerken.
De minister heeft zeer schertsend ge
sproken over de mededeelingen, die ik had
van een aantal groote scheepvaartmaat
schappijen. Dat waren mooie «brieven, zei
verderen loop der dingen af. „Kit houdt
zich koest, om Churn op een dwaal
spoor te brengen", dacht zij. „Maar zij
is van plan hem na te gaan. Zij heeft
geen nieuwe tasch gekocht. Zij kan de
parelen niet meenemen."
Het jonge meisje had in de courant
een artikeltje gelezen over mr. en mrs.
Sands. Het zinspeelde over het „inwij
dingsfeest", dat zij geven zouden op
hun onlangs gekocht landgoed in New
port. Blijkbaar was er in een vorig
nummer reeds melding van gemaakt,
maar Clo had dat bericht over het
hoofd gezien. De toespeling op her
inwijdingsfeest met diner en bal bracht
Clo bijna tot wanhoop. Beverley's
man zou natuurlijk verwachten, dat zijn
vrouw dien avond de parelen der Ko
ningin droeg. Wanneer hij al iets van
het geheim vermoed had, dan zou dit
een plan kunnen zijn om zijn vrouw te
dwingen open kaart te spelen. Beverley
was bang voor hem. Clo had dat heel
goed gemerkt. Engel moest de parelen
vóór morgenavond hebben. En zij
moesten geregen zijn ook, klaar om te
dragen, anders zouden zij nutteloos
voor hdar zijn. Zonder die twist in de
kamer ernaast zou het jonge meisje
radeloos geweest zijn. Als Kit Churn
eens naging
De deur viel achter mr. Stahl dicht.
Een seconde later klopte zijn vrouw
aan en riep haar nieuwe vriendin bij
haar nieuwen bijnaam „Kippetje
kippetje, laat mij eens gauw binnen
(Wordt vervolgd.)