WOENSBM S3 «1UNI
MI55BLANCHE
\jaUdf'
Nieuwe Abonné's,
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
VROUWENLIST
43)
BINNENLAND
asp
No 148!
gg-gs^^ 1«#»4 se»
SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie rnaanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1—4 regels 3.10 voor iedere
regei meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Hoop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
regel meer 15 Cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
(Herplaatsing wegens misstelling).
UITLOTiNG OBLIGATIEN.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat den
30 Mei 1924 zijn uitgeloot
a. van de geldleening, groot 400.000.
aangegaan in 1888, rentende 3 veer
tien obligatiën van ƒ1000.en wel de
nummers': 2, 3, 15, 20, 21, 75, 108, 216,
259, 294, 315, 324, 333 en 347
b. van de geldleening, groot 141.000.
aangegaan in 1911, rentende 4 zes
obligatiën van 1000.en wel de num
mers 40, 42, 66, 81, 83 en 123
c. van de geldleening, groot ƒ184.000.
aangegaan in 1911, rentende 4 twee
obligatiën van 1000.en wel de num
mers 164 en 177
d. van de geldleening, groot ƒ37.000.
aangegaan in 1916, rentende één
obligatie van 1000.en wel nummer
21, en twee obligatiën van ƒ500.en wel
de nummers 10 en 20
e. van de geldleening, groot ƒ360.000.—,
aangegaan in 1919, rentende 5y2 tien
oblieatiën van 1000.en wel de num
mers 17, 71, 122, 141, 143, 206, 233, 280,
308 en 312
f. van de geldleening, groot ƒ252.000.
aangegaan in 1920, rentende 7 zes
obligatiën van ƒ1000.en wel de num
mers 28, 52, 80, 83, 143 en 178, en twee
obligatiën van ƒ500.en wel de nummers
232 A en 232 B
g. van de geldleening, groot 140.000.—,
aangegaan in 1921, rentende 7 één
obligatie van 1000.en wel nummer
33, en vier obligatiën van ƒ500.en wel
de nummers: 101A, 101B, 117A en 117B.
De aflossing der obligatiën zal plaats
hebben
van de leening sub a. op den 1 Sep
tember 1924
van de leening sub b. en c. op den 1
October 1924
van de leening sub d. en e. op den 1 Juli
1924
ten kantore van den gemeente-ontvanger
le Vlissingen of van de Associatie-Cassa te
Amsterdam.
De aflossing der obligatiën van de lee
ning sub f. zal geschieden op den 2 Januari
1925, ten kantore van genoemden gemeen
te-ontvanger of van de Twentsche Bank te
Amsterdam.
De aflossing der obligatiën van de lee
ning sub g. zal geschieden op den 1 JULI
1924, ten kantore van genoemden gemeen
te-ontvanger of van Arnold Gilissen's
Bank te Amsterdam en Rotterdam.
Vlissingen, 7 Juni 1924.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Een weinig moeite hebt U er
toch wel voor over om een uit
stekende sigaret voor weinig
geld te ontvangen. Die moeite
is zeer gering zegt slechts
Geef MIJ maar
Naar het Engelsch.
Den negenden dag hadden Kit en
Churn een heftige ruzie. De man wilde
met alle geweld uitgaan. Hij kon het
leven niet langer uithouden, noch ter
wille van Kit, noch ter wille van de
parelen
Clo lag niet op schildwacht, toen de
uitbarsting kwam. Het gat in den muur
was open maar het was laat in den
middag van een drukkend warmen dag
en het jonge meisje lag, leyensmoe, op
haar smal bed. Zij had nu een tweede
week vooruit betaald, maar zij bezat
geen geld genoeg om op de tegenwoor
dige manier nog lang te kunnen door
gaan, en zij wist niet hoe aan meer te
komen, maar het was te warm om je
ongerust te maken over de toekomst.
De ruzie in de kamer ernaast was zoo
gemeen, dat Clo opgehouden had er
naar te luisteren, toen plotseling de
door Kit hardop uitgesproken namen
Olga en Stephen haar uit haar domme
ling wekten. Lenig als een kat sprong
zij uit haar bed en ging naar haar post.
HOOFDSTUK XXII.
„Ik dacht zeker, dat je de heele ge
schiedenis wist", zei Kit.
KAMER-OVERZICHT.
Eerste Kamer.
Zitting van Dinsdag.
Oorlog.
Minister Van Dijk heeft zich ter be
antwoording van de sprekers over zijn
begrooting nogal druk gemaakt. Hij
heeft zijn stelsel verdedigd als het bes
te, het goedkoopste in het gebruik, ge
lijk zijn voorgangers ook altijd hebben
gedaan.
Daarna heeft hij de mot in de goede
ren te Zeist verdedigd. Begrijpen wij
het goed dan is die mot bijna een for
tuintje geweest. Goed bewaren van de
kleederen was zóó duur geweest dat
het nu misschien haast goedkooper is
geweest, 't Scheelt hoogstens een paar
ton. Waarom dan die goederen maar
niet aan de menschen gelaten 55
was bedorven door slijtage van de
rest is meer dan de helft door de mot
opgevreten. En de Minister deed alsof
hij alles had gedaan wat gedaan kon
worden.
Bij de replieken kwam het nieuwste
lid, baron van Nagell van Ampsen aan
het woord. Hij verdedigde het behoud
van het leger. Dienstweigeren en ont
wapenen was misdaad wie daarvoor
strijdt is een lammeling enz. Waarlijk
een bizondere aanwinst voor de Kamer.
Rechts tegen links is de begrooting
aangenomen.
Daarna was het kasvoorschot voor
den Kon. Holl. Lloyd aan de orde. De
socialisten waren er hier vóór omdat
zij de 3000 arbeiders die hierbij betrok
ken zijn willen helpen. De heer Van den
Bergh meende dat de Minister als ban
kier te goedig was en te weinig deugde
lijke onderpanden vroeg. Hij legde er
zich bij neer omdat ieder jaar een eind
kan gemaakt worden aan de verleening
der kasvoorschotten. Niemand bestreed
verder dit ontwerp en dus had de Mi
nister het gemakkelijk. Het ontwerp
komt er dus gemakkelijk en werd aan
genomen met slechts 2 stemmen tegen.
De Koninklijke familie in Zweden.
Van den adjudant der Koningin, ba
ron De Vos van Steenwijk, is het vol
gende telegram omtrent de Koninklijke
familie ontvangen
Goed aangekomen te Abisko. Ieder
een wel.
Verkiezing lid Tweede Kamer.
Tot lid van de Tweede Kamer in de
vacature ontstaan door het bedanken
van dr. Van der Hoeve, is gekozen
verklaard de heer P. Moltmaker, thans
lid van de Eerste Kamer.
De Wester Schelde.
Uit Brussel wordt aan de „N. R._ Ct."
gemeld
De minister van openbare werken,
baron Ruzette, heeft vandaag een on
derhoud gehad met den heer Mitchell,
directeur van de Red Star Line. Ver
scheidene hooge ambtenaren woonden
deze conferentie bij. De heer Mitchell
vroeg aan den minister, of hij de stel
lige verzekering kon geven, dat de
„Belgeniand", het grootste stoomschip
van de Red Star Line, op 15 Augustus
weer zonder gevaar de Schelde zal
kunnen opvaren tot Antwerpen. Minis-
die zich op de „VLISSINGSCHE COU
RANT" ingaande 1 Juli 1924 abonnee-
ren, ontvangen de nog verschijnende
nummers gratis.
„Ik weet alleen van Stephen. Dat
moest ik weten
„'Maar je weet toch, waarom Pete
naar New-York kwam in plaats van dat
hij naar het Westen ging na dat zaakje
in Chicago
„Ik weet, dat hij kwam om te doo-
den
„.Nou, nou Niet zoo hard
„Nou, ik weet voor wie hij kwam, als
je dat liever wil."
„Maar dat was niet de heele reden."
„lik weet, dat hij zich voor Chuff
meester maken moest van eenige pa
pieren, die verband hielden met onze
zaak."
„Hum dat wou Chuff ons laten ge-
looven dat zij ons betroffen. Maar
als je dat van de papieren weet, moet
je ook de rest weten, over Olga
„Ik weet wat Olga en Stephen voor
elkaar waren, als je dat bedoelt."
„En ook wie Olga is
„Olga Beverley."
„Stommeling Ben je nooit verder er
achter gekomen
„Neen. Waar zou ik verder achter
komen Ik heb haar nooit gezien. Zij
is een naam voor mij, dat is alles. En
ik zou zelfs dien naam nooit gehoord
hebben, als ik niet op Stephen gepast
had, wanneer Jake een boodschap doen
moest voor Chuff."
„Gek, dat we vroeger hier niet over
gepraat hebben."
„Ik zie niet in waatom het gek is. Jij
ter Ruzette zeide, deze verzekering te
kunnen geven, daar de aangezande
vaargeulen in de Wester Schelde tegen
dien datum weer op normale diepte
zullen zijn gebracht.
VOORSTELLEN
AAN DEN GEMEENTERAAD.
Door Burg. en Weth. zijn de volgende
voorstellen aan den gemeenteraad gedaan
Nu verondersteld mag worden, dat de in
de Tweede Kamer der Staten Generaal
aangenomen nieuwe wijziging der lager-on-
derwijswet 1920 eveneens door de Eerste
Kamer zal worden aanvaard, noopt deze
wijziging ons de formatie bij het openbaar
lager onderwijs in deze gemeente opnieuw
onder het oog te zien, hoewel wij het be
treuren, dat de regeering het met een be
roep op den toestand van 's rijks financiën
noodig heeft geacht wederom een storing
teweeg te brengen in onze eerst sedert
1921 gereorganiseerde scholen.
Wel geven overgangsbepalingen voor de
scholen, die minder dan het wettelijk mi
nimum leerlingen tellen, de bevoegdheid tot
'het geleidelijk doen afvloeien van personeel,
door niet te voorzien in de ontstane vaca
tures, doch aan dit systeem zijn voor het
onderwijs zoovele nadeelen verbonden, dat
wij na rijpelijke overweging van oordeel
zijn de inrichting onzer scholen niet door
de overgangsbepalingen te laten beheer-
schen.
Zooals toch tijdens den nu bijna afge-
loopen cursus herhaalde malen is gebleken,
veroorzaakt een vacature in het onderwij
zend personeel op scholen, die het voor
afgaande jaar een gemiddeld aantal leer
lingen hebben gehad van minder dan 211,
voor scholen met 6 leerkrachten groote
storing in het onderwiis. In de ontstane
vacature mag dan nl. niet meer worden
voorzien, dan nadat één kalenderjaar zal
zijn verloopen, waarin het gemiddeld aan
tal leerlingen ten minste op 211 - en vol
gens het nieuwe wetsontwerp ten minste
op 241 leerlingen zal zijn gebracht.
Als gevolg daarvan moeten groote klas
sen gecombineerd blijven, of plotseling een
aanzienlijk aantal leerlingen van andere
scholen op de betrokken school worden
toegelaten, om het getal leerlingen op het
vereischte aantal te brengen middelen
waardoor de goede gang van zaken op de
scholen in hevige mate verbroken wordt.
Voor de scholen met minder dan 211
leerlingen geldt bovendien de overgangs
bepaling slechts tot 1926, dus moet om aan
de wet te voldoen, ook het aantal leerlin
gen reeds in 1925 op ten minste 211 ge
bracht worden.
Wel kan de vacature aangevuld worden
door de te benoemen nieuwe leerkracht
voor gemeenterekening te nemen, doch
eenmaal daarmede begonnen, zou een der
gelijke toepassing zulke belangrijke offers
uit de gemeentekas vorderen, dat wij geen
vrijheid vinden U daartoe voorstellen te
doen.
Een aanvulling van een z.g. boventallig
onderwijzer op een der openbare lagere
scholen, zou tengevolge hebben, dat zoo
goed als zeker aan een vijf of zestal bijzon
dere scholen, eveneens boventallige leer
krachten voor rekening der gemeente zou
den komen, die allen nog tot twee jaar na
het tijdvak waarover aan de openbare
school een dergelijke leerkracht is verbon
den geweest, voorvgemeenterekening zou
den blijven.
Het spreekt vanzelf dat binnen korteren
of langeren tijd de aanvulling met een bo
ventallige leerkracht op meer dan één
openbare lagere school noodig zal zijn.
De meerderheid van ons college is der
halve tot de conclusie gekomen, dat zoo
wel voor het verkrijgen van rust in de
scholen als in het belang der gemeente-
financiën het gewenscht is de openbare
lagere scholen in te richten volgens ,de be
palingen van het aanhangige ontwerp van
wet.
Wel is waar zal dan bij den aanvang van
den nieuwen cursus nog een overplaatsing
van leerlingen moeten geschieden, maar
wij vertrouwen, dat dan ook daarna de min
of meer onvrijwillige overplaatsingen niet
meer zullen voorkomen.
Met medewerking van de hoofden van
en ik hebben altijd wel wat beters ge
had om over te praten, Katchen. En
voor we nu deze negen dagen in dit hol
gezeten hebben, hadden we niet zoo
heel veel gelegenheid ook."
„Als Pete dood gevonden was en ik
het niet gedaan had, zou ik zeggen, dat
Olga het had gedaan. Zij was de vrouw
die hem de papieren moest geven. Hij
zeide me, dat hij ze ieder oogenblik
verwachtte, en dat hij niet zeker wist,
of zij ze zelf zou brengen of het meisje,
waarover je in de couranten gelezen
hebt degene, die Zondagsmiddags bij
hem geweest was. Ik heb je verteld van
die vrouwenstemmen in de hall en hoe
iemand zich op den koffer heeft laten
vallen, toen ik er in zat. Ik wed er wat
om, dat ik, als ik had kunnen kijken,
Olga gezien zou hebben. Zij was een
van de vrouwen met automantels aan
en autohoeden op, die ze vergeefs heb
ben probeeren te vinden."
„Zou je Olga herkend hebben, als je
ze gezien had
„Dat is me ook een vraag Zeg, heb
je nooit gehoord van Roger Sands
„Ja, dat is immers die advocaat, die
verleden jaar Heron verdedigd heeft en
door de bende vervolgd werd
„Precies, nou is hij met Olga ge
trouwd, maar niet onder haar eigen
naam. Zij had een anderen aangenomen
om met de papieren weg te kunnen ko
men. Zij heeft de papieren van toen af
tot nu toe in haar bezit gehad. Maar
INGEZONDENS MEDEDËELIKGEN
Bij Huidjeuk en ook bij üuggebeien geefi het inwrijven
met PUROL dadelijk verlichting. Bij Apcth. en Drogisten.
scholen en het personeel hopen wij zoo
veel mogelijk naar den wensch der ouders
deze overplaatsing tot stand te brengen.
De zesklassige scholen voor gewoon la
ger onderwijs zullen volgens de nieuwe be
palingen ten minste 241 leerlingen moeten
tellen, willen wij voor 6 leerkrachten op
rijks vergoeding aanspraak kunnen maken,
d.i. dus gemiddeld 40 per klasse.
Echter zal op een klein surplus gerekend
moeten worden, om door eventueele fluc
tuaties niet beneden de grens van 241 te
dalen.
Zoo zullen dus scholen met pl.m. 248
leerlingen moeten worden gevormd.
Het totaal aantal leerlingen, dat bij den
aanvang van den nieuwen cursus voor de
ooenbare lagere scholen zal beschikbaar
zijn, is nu nog niet met zekerheid te zeg
gen. Wij taxeeren dit aantal op 1650 dit is
dus voor 6 scholen met 248 leerlingen en
één school met pl.m. 162 leerlingen. Deze
laatste school zal 4 leerkrachten mogen
feilen, tenzij het aantal leerlingen beneden
145 mocht blijven. De leerkrachten dezer
zeven scholen zullen dan allen d,oor het
rijk worden vergoed.
In plaats van de thans bestaande 9
scholen zullen dus 7 scholen voldoende
zijn.
Zooals reeds hiervoren werd aangestipt
wordt het aantal leerkrachten voor wie het
rijk vergoeding verleent, berekend naar het
gemiddeld aantal leerlingen in het vooraf
gaande jaar.
Zouden dus zeven bestaande scholen
worden aangevuld met het vereischte getal
leerlingen en twee scholen worden opge
heven, dan zou het gemiddelde getal leer
lingen over de jaren 1924 en 1925 beneden
241 blijven en zou de gemeente, volgens de
wettelijke bepalingen, geen aanspraak kun
nen maken op de rijksvergoeding van zes
leerkrachten per school, hetgeen uiterst on
billijk zou zijn, nu onze scholen zoo spoe
dig mogelijk overeenkomstig de nieuwe
wetsbepaling zouden worden ingericht.
Daarom is het noodig de bestaande ne
gen scholen bij den aanvang van den nieu
wen cursus op te heffen en terstond daarna
zeven nieuwe scholen te vormen. Twee
scholen zullen dan onttrokken worden aan
het gewoon lager onderwijs.
Wij stellen U voor, daarvoor de tegen
woordige scholen C en D aan de Groote
Markt aan te wijzen en deze te bestem
men voor de openbare- en voor de Christe
lijke U.L.O.-scholen, omtrent welke laatste
school wij met het bestuur inmiddels in
overleg zijn getreden.
Deze beide scholen zijn het minst ge
schikt voor het gewoon lager onderwijs,
omdat hunne lokalen moeiliik meer dan
veertig leerlingen kunnen bevatten, hetgeen
toch noodig is, omdat het getal leerlingen
in sommige klassen meer, in andere klas
sen minder dan 40 zal bedragen.
Voor teeken- en natuurkundelokalen voor
deze beide scholen zouden wij de tegen
woordige woning van het hoofd van school
D willen bestemmen, welke tegenover het
schoolgebouw is gelegen en daartoe ver
bouwd zal moeten worden.
Naar aanleiding van het vorenstaande
heeft de meerderheid van ons college de
eer U mitsdien voor te stellen
I. De bestaande scholen voor gewoon
lager onderwijs A, B, C, D. E, F, G, H en 1
met ingang van 19 Augustus a.s. (den da
tum van aanvang van den nieuwen cursus)
op te heffen.
II Met ingang van denzelfden datum op
te richten zeven zesklassige scholen voor
gewoon lager onderwijs te vestigen in de
volgende schoolgebouwen
school A aan de Bouwen Ewoutstraat
(Westelijk gedeelte)
school B aan de Bouwen Ewoutstraat
(Oostelijk gedeelte)
school C aan de Coosje Buskenstraat
(Westelijk gedeelte)
school D aan de Coosje Buskenstraat
(Oostelijk gedeelte)
school E aan de Joost de Moorstraat
(ingang)
wat mij interesseert, en jou misschien
ook, is iets anders. Vandaag is het
idee bij me opgekomen, dat de parelen
van haar zijn Ik wed er wat om dat er
iets met de papieren gebeurd is en zij
de parelen daarvan aan Pete gegeven
heeft. En ik wed er ook wat om dat hij
probeerde Chuff een loer te draaien en
zichzelf op het paard te helpen toen
zijn dood kwam."
„Wat voor vat zou Chuff op een
vrouw hebben, die getrouwd is met
zoo'n voornamen man als Sands
Waarom zou zij zich zoo het vel over
de ooren laten halen, nu Stephen al
minstens drie weken dood is
„Ja", antwoordde Kit. „Stephen is
bijna een maand dood. Dat sterven aan
typhus was de reden, waarom zij de
dingen niet konden laten schieten. En
daarom hebben ze Pete, toen hij vrij
was, dat zaakje laten opknappen. Hij
was er gek op, om Heron. En Heron
kwam op het goede oogenblik voor het
plan in New-York. Pete moest eerst de
papieren hebben en dan enfin, dat
weet je even goed als ik."
„Ja, ik weet het. Maar Stephen
wat voor vat heeft Chuff op Olga, nu
Stephen dood is
„Maar beste jongen, Olga weet niets
van Stephen's dood."
Clo's bloed stroomde naar haar
hoofd. Zij voelde zich duizelig worden.
Als zij gestaan had, zou zij gevallen
ui ÜzdBTj.
school F aan de Arsenaalstraat (ingang)
school G aan de Hendrikstraat (boven
verdieping).
III. School E te bestemmen voor de
school met het minste aantal leerlingen.
IV. Met ingang van 19 Augustus 1924
het volgende personeel over te plaatsen als.
volgt naar de nieuwe scholen voor gewoon
lager onderwijs in dezagbmeente
a. naar school A
den heer M. M. Franke als hoofd
den heer A. B. Plasschaert als onderwijzer;
den heer W. de 'Neef als onderwijzer
Mej. D. Theunissen, als onderwijzeres
Mej. A. S. de Ruijter, als onderwijzeres
Mej. H. Braat, als onderwijzeres
b. naar school B
den heer E. Hoek als hoofd
den heer D. C. Was, als onderwijzer
den heer J. B. Eeikman, als onderwijzer
Mej. J. J. Andriessen, als onderwijzeres
Mej. G. P. Braat, als onderwijzeres
Mej. E. J. Rozemond, als onderwijzeres
c. naar school C
den iheer F. G. Lemmers, als hoofd
den heer C. J. L. Sitsen als onderwijzer
den heer J. Kareis, als onderwijzer
Mej. C. Lagaaij, als onderwijzeres
Mej. I. J. Pleune, als onderwijzeres
Mej. M. C. Schuurkamp, als onderwijzeres
d. naar school B
den heer J. Q. Brand, als hoofd
den heer I Stroosnijder. als onderwijzer
den heer D. van Maris, als onderwijzer
den heer I. J. Luteijn, als onderwijzer
Mej. M. Zorgdrager, als onderwijzeres
Mej. M. A. C. v. d. Volkere, als onderwij
zeres
e. naar school E
den heer C. de Jonge, als hoofd
den heer A. C. de Baare, als onderwijzer
Mej. H. Wolthuis, als onderwijzeres
Mej. A. J. H. Braat, als onderwijzeres
f. naar school F
den heer T. Hessëliüs, als hoofd
den heer J. de Jonge, als onderwijzer
den heer G. Hooze, als onderwijzer
den iheer P. Houterman, als onderwijzer
Mej. L. D. J. Steketee, als onderwijzeres
Mej. J. C. F. van Beek, als onderwijzeres
g. naar school G
den heer A. de Mol, als hoofd
den heer H. Vonk, als onderwijzer
dén heer J. A. Sturm, als onderwijzer
Mej. J. H. Holm, als onderwijzeres
Mej. T. J. Braat, als onderwijzeres
Mej. R. B. Hellinga, als onderwijzeres.
V. Tengevolge van deze reorganisatie
komen acht leerkrachten niet voor een
overplaatsing in aanmerking.
Aan deze acht leerkrachten stelt de meer
derheid van ons college uw raad voor in
verband met de reorganisatie eervol ontslag
te verleenen. Het is hare bedoeling daarna
dit ontslag te bepalen met ingang van 19
Augustus a.s.
Steeds blijft het een moeilijk vraagstuk
om een billijke regeling voor een afvloeiing
te treffen.
Wij hebben gemeend U daarvoor de vol
gende regeling" te moeten voorstellen
le. Zij, die daartegen het minste bezwaar
hebben, aangezien zij verzocht hebben om
afgekeurd te worden, hiertoe kunnen ge
rekend worden
de dames D. H. M. van de Swaluw
Leenpoel en M. C. Loois (die inmiddels
wegens gezondheidsredenen eervol ontslag
heeft aangevraagd).
2e. De gehuwde onderwijzeressen, naar
gelang van het getal harer dienstjaren.
Hieronder vallen de dames M. C. de
Baare—Kattekamp A. M. de Molde
Vlieger en W. G. StofkoperOp den Zieke.
zijn. Dat was het allerbelangrijkste
voor Engel. Hoe kon zij het Beverley
laten weten en haar doen begrijpen, dat
Stephen dood was Moest zij met haar
nieuws naar Park Avenue teruggaan en
de parelen in den steek laten De po
litie mocht in deze zaak niet gemengd
worden en nog vóór zij zelfs de hulp
kon vragen van O'Reilly en Denham,
zou Churn de plaat gepoetst kunnen
hebben. Als de schildwacht haar post
verliet, zou niets zeker zijn, daar het
edele paar gevaarlijk rusteloos was.
Toch zou Beverley de parelen opoffe
ren voor de wetenschap, dat haar vijan
den niet langer vat op haar hadden.
„Als ik maar durfde telegrafeeren
dacht het meisje. Want zij wilde het
liefste, dat Beverley èn de wetenschap
èn de parelen had.
Omstreeks dat uur kwam Violet ge
woonlijk boven met bier voor Kit en
Churn en ijswater of limonade voor
Clo. De vrouw zou over een paar minu
ten kunnen komen en het jonge meisje
gebruikte den tusschentijd, om een te
legram voor Léontine Rossignol op te
stellen.
,,Zeg aan je meesteres, dat ik na ons
laatste gesprek gehoord heb, dat Ste-«
phen aan typhus is gestorven", waren
de woorden, die zij gekozen had,
vóórdat het rinkelen van ijs de komst
van Violet aankondigde.
(Wordt vervolgd.)