WOENSBM S3 «1UNI MI55BLANCHE \jaUdf' Nieuwe Abonné's, GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON VROUWENLIST 43) BINNENLAND asp No 148! gg-gs^^ 1«#»4 se» SSINGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren ƒ2.20 per drie rnaanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 1—4 regels 3.10 voor iedere regei meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Hoop en Verkoop, Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 15 Cent. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. (Herplaatsing wegens misstelling). UITLOTiNG OBLIGATIEN. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter kennis van belanghebbenden, dat den 30 Mei 1924 zijn uitgeloot a. van de geldleening, groot 400.000. aangegaan in 1888, rentende 3 veer tien obligatiën van ƒ1000.en wel de nummers': 2, 3, 15, 20, 21, 75, 108, 216, 259, 294, 315, 324, 333 en 347 b. van de geldleening, groot 141.000. aangegaan in 1911, rentende 4 zes obligatiën van 1000.en wel de num mers 40, 42, 66, 81, 83 en 123 c. van de geldleening, groot ƒ184.000. aangegaan in 1911, rentende 4 twee obligatiën van 1000.en wel de num mers 164 en 177 d. van de geldleening, groot ƒ37.000. aangegaan in 1916, rentende één obligatie van 1000.en wel nummer 21, en twee obligatiën van ƒ500.en wel de nummers 10 en 20 e. van de geldleening, groot ƒ360.000.—, aangegaan in 1919, rentende 5y2 tien oblieatiën van 1000.en wel de num mers 17, 71, 122, 141, 143, 206, 233, 280, 308 en 312 f. van de geldleening, groot ƒ252.000. aangegaan in 1920, rentende 7 zes obligatiën van ƒ1000.en wel de num mers 28, 52, 80, 83, 143 en 178, en twee obligatiën van ƒ500.en wel de nummers 232 A en 232 B g. van de geldleening, groot 140.000.—, aangegaan in 1921, rentende 7 één obligatie van 1000.en wel nummer 33, en vier obligatiën van ƒ500.en wel de nummers: 101A, 101B, 117A en 117B. De aflossing der obligatiën zal plaats hebben van de leening sub a. op den 1 Sep tember 1924 van de leening sub b. en c. op den 1 October 1924 van de leening sub d. en e. op den 1 Juli 1924 ten kantore van den gemeente-ontvanger le Vlissingen of van de Associatie-Cassa te Amsterdam. De aflossing der obligatiën van de lee ning sub f. zal geschieden op den 2 Januari 1925, ten kantore van genoemden gemeen te-ontvanger of van de Twentsche Bank te Amsterdam. De aflossing der obligatiën van de lee ning sub g. zal geschieden op den 1 JULI 1924, ten kantore van genoemden gemeen te-ontvanger of van Arnold Gilissen's Bank te Amsterdam en Rotterdam. Vlissingen, 7 Juni 1924. Burg. en Weth. voornoemd, M. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Een weinig moeite hebt U er toch wel voor over om een uit stekende sigaret voor weinig geld te ontvangen. Die moeite is zeer gering zegt slechts Geef MIJ maar Naar het Engelsch. Den negenden dag hadden Kit en Churn een heftige ruzie. De man wilde met alle geweld uitgaan. Hij kon het leven niet langer uithouden, noch ter wille van Kit, noch ter wille van de parelen Clo lag niet op schildwacht, toen de uitbarsting kwam. Het gat in den muur was open maar het was laat in den middag van een drukkend warmen dag en het jonge meisje lag, leyensmoe, op haar smal bed. Zij had nu een tweede week vooruit betaald, maar zij bezat geen geld genoeg om op de tegenwoor dige manier nog lang te kunnen door gaan, en zij wist niet hoe aan meer te komen, maar het was te warm om je ongerust te maken over de toekomst. De ruzie in de kamer ernaast was zoo gemeen, dat Clo opgehouden had er naar te luisteren, toen plotseling de door Kit hardop uitgesproken namen Olga en Stephen haar uit haar domme ling wekten. Lenig als een kat sprong zij uit haar bed en ging naar haar post. HOOFDSTUK XXII. „Ik dacht zeker, dat je de heele ge schiedenis wist", zei Kit. KAMER-OVERZICHT. Eerste Kamer. Zitting van Dinsdag. Oorlog. Minister Van Dijk heeft zich ter be antwoording van de sprekers over zijn begrooting nogal druk gemaakt. Hij heeft zijn stelsel verdedigd als het bes te, het goedkoopste in het gebruik, ge lijk zijn voorgangers ook altijd hebben gedaan. Daarna heeft hij de mot in de goede ren te Zeist verdedigd. Begrijpen wij het goed dan is die mot bijna een for tuintje geweest. Goed bewaren van de kleederen was zóó duur geweest dat het nu misschien haast goedkooper is geweest, 't Scheelt hoogstens een paar ton. Waarom dan die goederen maar niet aan de menschen gelaten 55 was bedorven door slijtage van de rest is meer dan de helft door de mot opgevreten. En de Minister deed alsof hij alles had gedaan wat gedaan kon worden. Bij de replieken kwam het nieuwste lid, baron van Nagell van Ampsen aan het woord. Hij verdedigde het behoud van het leger. Dienstweigeren en ont wapenen was misdaad wie daarvoor strijdt is een lammeling enz. Waarlijk een bizondere aanwinst voor de Kamer. Rechts tegen links is de begrooting aangenomen. Daarna was het kasvoorschot voor den Kon. Holl. Lloyd aan de orde. De socialisten waren er hier vóór omdat zij de 3000 arbeiders die hierbij betrok ken zijn willen helpen. De heer Van den Bergh meende dat de Minister als ban kier te goedig was en te weinig deugde lijke onderpanden vroeg. Hij legde er zich bij neer omdat ieder jaar een eind kan gemaakt worden aan de verleening der kasvoorschotten. Niemand bestreed verder dit ontwerp en dus had de Mi nister het gemakkelijk. Het ontwerp komt er dus gemakkelijk en werd aan genomen met slechts 2 stemmen tegen. De Koninklijke familie in Zweden. Van den adjudant der Koningin, ba ron De Vos van Steenwijk, is het vol gende telegram omtrent de Koninklijke familie ontvangen Goed aangekomen te Abisko. Ieder een wel. Verkiezing lid Tweede Kamer. Tot lid van de Tweede Kamer in de vacature ontstaan door het bedanken van dr. Van der Hoeve, is gekozen verklaard de heer P. Moltmaker, thans lid van de Eerste Kamer. De Wester Schelde. Uit Brussel wordt aan de „N. R._ Ct." gemeld De minister van openbare werken, baron Ruzette, heeft vandaag een on derhoud gehad met den heer Mitchell, directeur van de Red Star Line. Ver scheidene hooge ambtenaren woonden deze conferentie bij. De heer Mitchell vroeg aan den minister, of hij de stel lige verzekering kon geven, dat de „Belgeniand", het grootste stoomschip van de Red Star Line, op 15 Augustus weer zonder gevaar de Schelde zal kunnen opvaren tot Antwerpen. Minis- die zich op de „VLISSINGSCHE COU RANT" ingaande 1 Juli 1924 abonnee- ren, ontvangen de nog verschijnende nummers gratis. „Ik weet alleen van Stephen. Dat moest ik weten „'Maar je weet toch, waarom Pete naar New-York kwam in plaats van dat hij naar het Westen ging na dat zaakje in Chicago „Ik weet, dat hij kwam om te doo- den „.Nou, nou Niet zoo hard „Nou, ik weet voor wie hij kwam, als je dat liever wil." „Maar dat was niet de heele reden." „lik weet, dat hij zich voor Chuff meester maken moest van eenige pa pieren, die verband hielden met onze zaak." „Hum dat wou Chuff ons laten ge- looven dat zij ons betroffen. Maar als je dat van de papieren weet, moet je ook de rest weten, over Olga „Ik weet wat Olga en Stephen voor elkaar waren, als je dat bedoelt." „En ook wie Olga is „Olga Beverley." „Stommeling Ben je nooit verder er achter gekomen „Neen. Waar zou ik verder achter komen Ik heb haar nooit gezien. Zij is een naam voor mij, dat is alles. En ik zou zelfs dien naam nooit gehoord hebben, als ik niet op Stephen gepast had, wanneer Jake een boodschap doen moest voor Chuff." „Gek, dat we vroeger hier niet over gepraat hebben." „Ik zie niet in waatom het gek is. Jij ter Ruzette zeide, deze verzekering te kunnen geven, daar de aangezande vaargeulen in de Wester Schelde tegen dien datum weer op normale diepte zullen zijn gebracht. VOORSTELLEN AAN DEN GEMEENTERAAD. Door Burg. en Weth. zijn de volgende voorstellen aan den gemeenteraad gedaan Nu verondersteld mag worden, dat de in de Tweede Kamer der Staten Generaal aangenomen nieuwe wijziging der lager-on- derwijswet 1920 eveneens door de Eerste Kamer zal worden aanvaard, noopt deze wijziging ons de formatie bij het openbaar lager onderwijs in deze gemeente opnieuw onder het oog te zien, hoewel wij het be treuren, dat de regeering het met een be roep op den toestand van 's rijks financiën noodig heeft geacht wederom een storing teweeg te brengen in onze eerst sedert 1921 gereorganiseerde scholen. Wel geven overgangsbepalingen voor de scholen, die minder dan het wettelijk mi nimum leerlingen tellen, de bevoegdheid tot 'het geleidelijk doen afvloeien van personeel, door niet te voorzien in de ontstane vaca tures, doch aan dit systeem zijn voor het onderwijs zoovele nadeelen verbonden, dat wij na rijpelijke overweging van oordeel zijn de inrichting onzer scholen niet door de overgangsbepalingen te laten beheer- schen. Zooals toch tijdens den nu bijna afge- loopen cursus herhaalde malen is gebleken, veroorzaakt een vacature in het onderwij zend personeel op scholen, die het voor afgaande jaar een gemiddeld aantal leer lingen hebben gehad van minder dan 211, voor scholen met 6 leerkrachten groote storing in het onderwiis. In de ontstane vacature mag dan nl. niet meer worden voorzien, dan nadat één kalenderjaar zal zijn verloopen, waarin het gemiddeld aan tal leerlingen ten minste op 211 - en vol gens het nieuwe wetsontwerp ten minste op 241 leerlingen zal zijn gebracht. Als gevolg daarvan moeten groote klas sen gecombineerd blijven, of plotseling een aanzienlijk aantal leerlingen van andere scholen op de betrokken school worden toegelaten, om het getal leerlingen op het vereischte aantal te brengen middelen waardoor de goede gang van zaken op de scholen in hevige mate verbroken wordt. Voor de scholen met minder dan 211 leerlingen geldt bovendien de overgangs bepaling slechts tot 1926, dus moet om aan de wet te voldoen, ook het aantal leerlin gen reeds in 1925 op ten minste 211 ge bracht worden. Wel kan de vacature aangevuld worden door de te benoemen nieuwe leerkracht voor gemeenterekening te nemen, doch eenmaal daarmede begonnen, zou een der gelijke toepassing zulke belangrijke offers uit de gemeentekas vorderen, dat wij geen vrijheid vinden U daartoe voorstellen te doen. Een aanvulling van een z.g. boventallig onderwijzer op een der openbare lagere scholen, zou tengevolge hebben, dat zoo goed als zeker aan een vijf of zestal bijzon dere scholen, eveneens boventallige leer krachten voor rekening der gemeente zou den komen, die allen nog tot twee jaar na het tijdvak waarover aan de openbare school een dergelijke leerkracht is verbon den geweest, voorvgemeenterekening zou den blijven. Het spreekt vanzelf dat binnen korteren of langeren tijd de aanvulling met een bo ventallige leerkracht op meer dan één openbare lagere school noodig zal zijn. De meerderheid van ons college is der halve tot de conclusie gekomen, dat zoo wel voor het verkrijgen van rust in de scholen als in het belang der gemeente- financiën het gewenscht is de openbare lagere scholen in te richten volgens ,de be palingen van het aanhangige ontwerp van wet. Wel is waar zal dan bij den aanvang van den nieuwen cursus nog een overplaatsing van leerlingen moeten geschieden, maar wij vertrouwen, dat dan ook daarna de min of meer onvrijwillige overplaatsingen niet meer zullen voorkomen. Met medewerking van de hoofden van en ik hebben altijd wel wat beters ge had om over te praten, Katchen. En voor we nu deze negen dagen in dit hol gezeten hebben, hadden we niet zoo heel veel gelegenheid ook." „Als Pete dood gevonden was en ik het niet gedaan had, zou ik zeggen, dat Olga het had gedaan. Zij was de vrouw die hem de papieren moest geven. Hij zeide me, dat hij ze ieder oogenblik verwachtte, en dat hij niet zeker wist, of zij ze zelf zou brengen of het meisje, waarover je in de couranten gelezen hebt degene, die Zondagsmiddags bij hem geweest was. Ik heb je verteld van die vrouwenstemmen in de hall en hoe iemand zich op den koffer heeft laten vallen, toen ik er in zat. Ik wed er wat om, dat ik, als ik had kunnen kijken, Olga gezien zou hebben. Zij was een van de vrouwen met automantels aan en autohoeden op, die ze vergeefs heb ben probeeren te vinden." „Zou je Olga herkend hebben, als je ze gezien had „Dat is me ook een vraag Zeg, heb je nooit gehoord van Roger Sands „Ja, dat is immers die advocaat, die verleden jaar Heron verdedigd heeft en door de bende vervolgd werd „Precies, nou is hij met Olga ge trouwd, maar niet onder haar eigen naam. Zij had een anderen aangenomen om met de papieren weg te kunnen ko men. Zij heeft de papieren van toen af tot nu toe in haar bezit gehad. Maar INGEZONDENS MEDEDËELIKGEN Bij Huidjeuk en ook bij üuggebeien geefi het inwrijven met PUROL dadelijk verlichting. Bij Apcth. en Drogisten. scholen en het personeel hopen wij zoo veel mogelijk naar den wensch der ouders deze overplaatsing tot stand te brengen. De zesklassige scholen voor gewoon la ger onderwijs zullen volgens de nieuwe be palingen ten minste 241 leerlingen moeten tellen, willen wij voor 6 leerkrachten op rijks vergoeding aanspraak kunnen maken, d.i. dus gemiddeld 40 per klasse. Echter zal op een klein surplus gerekend moeten worden, om door eventueele fluc tuaties niet beneden de grens van 241 te dalen. Zoo zullen dus scholen met pl.m. 248 leerlingen moeten worden gevormd. Het totaal aantal leerlingen, dat bij den aanvang van den nieuwen cursus voor de ooenbare lagere scholen zal beschikbaar zijn, is nu nog niet met zekerheid te zeg gen. Wij taxeeren dit aantal op 1650 dit is dus voor 6 scholen met 248 leerlingen en één school met pl.m. 162 leerlingen. Deze laatste school zal 4 leerkrachten mogen feilen, tenzij het aantal leerlingen beneden 145 mocht blijven. De leerkrachten dezer zeven scholen zullen dan allen d,oor het rijk worden vergoed. In plaats van de thans bestaande 9 scholen zullen dus 7 scholen voldoende zijn. Zooals reeds hiervoren werd aangestipt wordt het aantal leerkrachten voor wie het rijk vergoeding verleent, berekend naar het gemiddeld aantal leerlingen in het vooraf gaande jaar. Zouden dus zeven bestaande scholen worden aangevuld met het vereischte getal leerlingen en twee scholen worden opge heven, dan zou het gemiddelde getal leer lingen over de jaren 1924 en 1925 beneden 241 blijven en zou de gemeente, volgens de wettelijke bepalingen, geen aanspraak kun nen maken op de rijksvergoeding van zes leerkrachten per school, hetgeen uiterst on billijk zou zijn, nu onze scholen zoo spoe dig mogelijk overeenkomstig de nieuwe wetsbepaling zouden worden ingericht. Daarom is het noodig de bestaande ne gen scholen bij den aanvang van den nieu wen cursus op te heffen en terstond daarna zeven nieuwe scholen te vormen. Twee scholen zullen dan onttrokken worden aan het gewoon lager onderwijs. Wij stellen U voor, daarvoor de tegen woordige scholen C en D aan de Groote Markt aan te wijzen en deze te bestem men voor de openbare- en voor de Christe lijke U.L.O.-scholen, omtrent welke laatste school wij met het bestuur inmiddels in overleg zijn getreden. Deze beide scholen zijn het minst ge schikt voor het gewoon lager onderwijs, omdat hunne lokalen moeiliik meer dan veertig leerlingen kunnen bevatten, hetgeen toch noodig is, omdat het getal leerlingen in sommige klassen meer, in andere klas sen minder dan 40 zal bedragen. Voor teeken- en natuurkundelokalen voor deze beide scholen zouden wij de tegen woordige woning van het hoofd van school D willen bestemmen, welke tegenover het schoolgebouw is gelegen en daartoe ver bouwd zal moeten worden. Naar aanleiding van het vorenstaande heeft de meerderheid van ons college de eer U mitsdien voor te stellen I. De bestaande scholen voor gewoon lager onderwijs A, B, C, D. E, F, G, H en 1 met ingang van 19 Augustus a.s. (den da tum van aanvang van den nieuwen cursus) op te heffen. II Met ingang van denzelfden datum op te richten zeven zesklassige scholen voor gewoon lager onderwijs te vestigen in de volgende schoolgebouwen school A aan de Bouwen Ewoutstraat (Westelijk gedeelte) school B aan de Bouwen Ewoutstraat (Oostelijk gedeelte) school C aan de Coosje Buskenstraat (Westelijk gedeelte) school D aan de Coosje Buskenstraat (Oostelijk gedeelte) school E aan de Joost de Moorstraat (ingang) wat mij interesseert, en jou misschien ook, is iets anders. Vandaag is het idee bij me opgekomen, dat de parelen van haar zijn Ik wed er wat om dat er iets met de papieren gebeurd is en zij de parelen daarvan aan Pete gegeven heeft. En ik wed er ook wat om dat hij probeerde Chuff een loer te draaien en zichzelf op het paard te helpen toen zijn dood kwam." „Wat voor vat zou Chuff op een vrouw hebben, die getrouwd is met zoo'n voornamen man als Sands Waarom zou zij zich zoo het vel over de ooren laten halen, nu Stephen al minstens drie weken dood is „Ja", antwoordde Kit. „Stephen is bijna een maand dood. Dat sterven aan typhus was de reden, waarom zij de dingen niet konden laten schieten. En daarom hebben ze Pete, toen hij vrij was, dat zaakje laten opknappen. Hij was er gek op, om Heron. En Heron kwam op het goede oogenblik voor het plan in New-York. Pete moest eerst de papieren hebben en dan enfin, dat weet je even goed als ik." „Ja, ik weet het. Maar Stephen wat voor vat heeft Chuff op Olga, nu Stephen dood is „Maar beste jongen, Olga weet niets van Stephen's dood." Clo's bloed stroomde naar haar hoofd. Zij voelde zich duizelig worden. Als zij gestaan had, zou zij gevallen ui ÜzdBTj. school F aan de Arsenaalstraat (ingang) school G aan de Hendrikstraat (boven verdieping). III. School E te bestemmen voor de school met het minste aantal leerlingen. IV. Met ingang van 19 Augustus 1924 het volgende personeel over te plaatsen als. volgt naar de nieuwe scholen voor gewoon lager onderwijs in dezagbmeente a. naar school A den heer M. M. Franke als hoofd den heer A. B. Plasschaert als onderwijzer; den heer W. de 'Neef als onderwijzer Mej. D. Theunissen, als onderwijzeres Mej. A. S. de Ruijter, als onderwijzeres Mej. H. Braat, als onderwijzeres b. naar school B den heer E. Hoek als hoofd den heer D. C. Was, als onderwijzer den heer J. B. Eeikman, als onderwijzer Mej. J. J. Andriessen, als onderwijzeres Mej. G. P. Braat, als onderwijzeres Mej. E. J. Rozemond, als onderwijzeres c. naar school C den iheer F. G. Lemmers, als hoofd den heer C. J. L. Sitsen als onderwijzer den heer J. Kareis, als onderwijzer Mej. C. Lagaaij, als onderwijzeres Mej. I. J. Pleune, als onderwijzeres Mej. M. C. Schuurkamp, als onderwijzeres d. naar school B den heer J. Q. Brand, als hoofd den heer I Stroosnijder. als onderwijzer den heer D. van Maris, als onderwijzer den heer I. J. Luteijn, als onderwijzer Mej. M. Zorgdrager, als onderwijzeres Mej. M. A. C. v. d. Volkere, als onderwij zeres e. naar school E den heer C. de Jonge, als hoofd den heer A. C. de Baare, als onderwijzer Mej. H. Wolthuis, als onderwijzeres Mej. A. J. H. Braat, als onderwijzeres f. naar school F den heer T. Hessëliüs, als hoofd den heer J. de Jonge, als onderwijzer den heer G. Hooze, als onderwijzer den iheer P. Houterman, als onderwijzer Mej. L. D. J. Steketee, als onderwijzeres Mej. J. C. F. van Beek, als onderwijzeres g. naar school G den heer A. de Mol, als hoofd den heer H. Vonk, als onderwijzer dén heer J. A. Sturm, als onderwijzer Mej. J. H. Holm, als onderwijzeres Mej. T. J. Braat, als onderwijzeres Mej. R. B. Hellinga, als onderwijzeres. V. Tengevolge van deze reorganisatie komen acht leerkrachten niet voor een overplaatsing in aanmerking. Aan deze acht leerkrachten stelt de meer derheid van ons college uw raad voor in verband met de reorganisatie eervol ontslag te verleenen. Het is hare bedoeling daarna dit ontslag te bepalen met ingang van 19 Augustus a.s. Steeds blijft het een moeilijk vraagstuk om een billijke regeling voor een afvloeiing te treffen. Wij hebben gemeend U daarvoor de vol gende regeling" te moeten voorstellen le. Zij, die daartegen het minste bezwaar hebben, aangezien zij verzocht hebben om afgekeurd te worden, hiertoe kunnen ge rekend worden de dames D. H. M. van de Swaluw Leenpoel en M. C. Loois (die inmiddels wegens gezondheidsredenen eervol ontslag heeft aangevraagd). 2e. De gehuwde onderwijzeressen, naar gelang van het getal harer dienstjaren. Hieronder vallen de dames M. C. de Baare—Kattekamp A. M. de Molde Vlieger en W. G. StofkoperOp den Zieke. zijn. Dat was het allerbelangrijkste voor Engel. Hoe kon zij het Beverley laten weten en haar doen begrijpen, dat Stephen dood was Moest zij met haar nieuws naar Park Avenue teruggaan en de parelen in den steek laten De po litie mocht in deze zaak niet gemengd worden en nog vóór zij zelfs de hulp kon vragen van O'Reilly en Denham, zou Churn de plaat gepoetst kunnen hebben. Als de schildwacht haar post verliet, zou niets zeker zijn, daar het edele paar gevaarlijk rusteloos was. Toch zou Beverley de parelen opoffe ren voor de wetenschap, dat haar vijan den niet langer vat op haar hadden. „Als ik maar durfde telegrafeeren dacht het meisje. Want zij wilde het liefste, dat Beverley èn de wetenschap èn de parelen had. Omstreeks dat uur kwam Violet ge woonlijk boven met bier voor Kit en Churn en ijswater of limonade voor Clo. De vrouw zou over een paar minu ten kunnen komen en het jonge meisje gebruikte den tusschentijd, om een te legram voor Léontine Rossignol op te stellen. ,,Zeg aan je meesteres, dat ik na ons laatste gesprek gehoord heb, dat Ste-« phen aan typhus is gestorven", waren de woorden, die zij gekozen had, vóórdat het rinkelen van ijs de komst van Violet aankondigde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1