ZATERDAG 7 «JUNI oopen GEMEENTEBESTUUR Met de a,s. Feestdagen is JEversnapering FEUILLETON VROUWENLIST Maandag 9 Juni, 2en Pinksterdag, zal de „VLISSINGSCHE COURANT" niet verschijnen. Pit nummer bestaat uit 2 bladen INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. 9.fur verraadt de Hu/at/te/t uan fede! fabr/caat" ie beoordeelen. Het is zomermaand, de tijd waarin het zonnelicht in zijn dagelijksche ba nen langs den hemel door het zenith gaat waarin de hoogste stand bereikt wordt waarin het vonkelend vreugde feest des lichts zijn hoogste triumfen viert. De hoogtij van het jaar staat aan te breken Gansch de natuur rept zich in deze haar nog restende dagen van voorbereiding, om haar kleurig ge waad, haar kroon en statie te volma ken, teneinde, wanneer straks volgens het dichterwoord de „schoone koning Zomer" zijn intree doet, de ontvangst zoo luisterrijk mogelijk en zijner waar dig moge zijn. Alom dan ligt de feest tooi over het aardrijk gespreid, en het is één jubelzang die over bosch en beemde, over gouw en gaarde, over veld en weg en wateren schalt. Hoe gaat thans ook en oor aan kleur en klank te gast, maar ook het harte mag men vragen. Het is Pinksterfeest ditmaal, in zo mermaand, een dubbel feest voorzeker. Nog altijd geldt wat voor meer dan negentienhonderd jaren, gelijk ons het Boek der boeken leert, aan enkelen geopenbaard werd, onverminderd tot op dezen dag in volle kracht. Immers, zonder het heilig vuur der bezieling laat zich geen ware menschheid den ken. De bezieling was het, welke die Enkelen zoozeer hun hart in vuur en gloed deed zetten, dat gansch de Chris tenheid zich daaraan te verwarmen en te laven vermocht, al die eeuwen door. Daarom scheppe ook ons hart onrechte VreUgUC aaifc c, Oprecht, maar nochtans geenszins onvermengd, helaas. Wie onzer, die slechts de blik om zich heen en door de wereld richt, wordt niet getroffen door het schril contrast, dat daar ligt tusschen hetgeen der menschheid deel had kunnen zijn, ware zij de ingeving van den verheven drang der heilige bezieling getrouw geweest, en hetgeen de werkelijkheid aan het oog ontdeld Ziet, het was zomermaand nu welhaast tien jaren geleden, en onze gedachten gaan onweerstaanbaar uit, naar wat in die maand de verbijsterende aanleiding, de ontstellende aaanloop werd, v"' het werelddrama, dat nauwelijks enkele weken na den vorstenmoord, over Europa losbarstte en welks pijnen thans nog schrijnen en doen weeklagen. En ware het ondervonden wereldleed nog maar de kostbare les geworden. waardoor de natiën niet wederom in zulk een afgrond van ellende en zelf- vernieling storten zouden 1 Doch pijni- over ryah en rneelspyzen.doch voor<sI över~—~ AJ.P'i Puddirn INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Koffer gekropen zijn en naar haar japon gekeken hebben om te zien of daar geen bloedvlekken op zaten. Als zij een donkere japon aan gehad had, zou zij de risico hebben kunnen wagen. Clo srelde zich voor hoe zij na het sluiten van den koffer de vrouwen in de grijze en bruine mantels zoo dicht mogelijk gevolgd was stelde zich voor hoe zij op den achtergrond bleef staan om te zien, of die twee bij het bureau van het gebeurde melding maken of met haar geheim weggaan zouden stelde zich haar gevoel van verlichting voor, toen zij zwijgend verder liepen. „Ik wed, dat tegen het oogenblik, dat wij bij onze taxi waren, die vrouw uit dit hotel was en zoo gauw mogelijk beenen maakte. Zij zal geen rijtuig genomen hebben uit vrees, dat men haar dan beter na zou kunnen gaan", eindigde Clo haar overpeinzingen. Zij staarde naar den paral in haar hand. „Het wordt een beroerde boei voor mij, als Kit bij dien man komt, terwijl haar dubbelgangster in het Westmor land Hotel met hem praat", dacht zij en zij vloog naar de telefoon. „Ben je daar vroeg zij. „Wat dacht je dan Heb je de pare len gevonden „Ik heb iets gevonden dat ik je brengen moet. Waar is de veiligste plaats „Waarom niet hier •JDat gaat niet met het oog op Pete." „Nou, kom dan bij Churn. Hoe laat ben je daar Dat was een tegenvaller. Clo vischte naar een adres met straat en nummer. Clo herinnerde zich hoe zij en Bever ley langzaam van de liftgang naar Pe- tei son's gang geloopen en naar de num mers boven de deuren gekeken hadden cn zii herinnerde zich ook hoe zij tegen Engel gezegd had „Dat moet de goede gang zijn om in te slaan." Daarna waren zij zelfs nog een oogenblik blijven staan om Beverley in de gelegenheid te stellen haar moed te verzamelen en als Kit toen bezig was geweest den koffer open te maken, had zij zich daar makkelijk in kunnen ver stoppen, vóór Beverley en zij, wier stemmen zij gehoord had, den hoek om waren. Ze zou leelijk geschrokken zijn iocn iemand met een plof op het deksel ging zitten. Geen wonder, dat de koffer geschud had Wat Kit daarna gedaan had kon ge makkelijk verklaard worden. Zij had moeten raden, dat een der twee vrou wen, die zij had hooren spreken (of misschien gezien had, wanneer zij erin geslaagd was uit den koffer te kijken, toen zij met haar rug naar haar toe stonden), in Peterson's kamer geweest was. Wat zou het haar gespeten heb ben, dat zij zich geen tijd gegund had om zijn deur van den buitenkant te sluiten. Zooals de omstandigheden nu waren, kon zij er niet zeker van zijn, ciat er beneden geen alarm geslagen zou worden. Haar eenige gedachte moest geweest zijn zoo 'gauw mogelijk weg te komen en Clo betwijfelde het o( zij, wanneer zij haar sleutel in Pe terson's kamer had laten liggen, den moed gehad zou hebben terug te gaan, cm dezen te halen. Neen, zij zou uit den Naar het Fngelseh. plotseling een schitterend denkbeeld in. „Kit", de vrouw, wier rol zij speelde, de vrouw, die blijkbaar Peterson na moest gaan, had het zaakje met de parelen gemerkt. Of zij had hem voor een verrader van den „troep" aange zien óf zij had de parelen voor zichzelf willen hebben In ieder geval had zij hem vermoord, om in het bezit ervan te komen en één parel was haar ont gaan om het lot der andere te verraden. Ja, „Kit" had de parelen. Maar waar v aren zij en waar was zij De vrouw was niet in haar kamer, anders zou zij zeker door de telefoon geantwoord hebben. Als zij na het plegen van den moord eens niet naar haar kamer terug had kunnen gaan Kit zou haar deur wel afgesloten hebben, toen zij met Peterson een praatje ging houden. Waarschijnlijk had zij wel dingen, dit zij liever niet aan een kamermeisje liet zien 1 Misschien had zij Peterson naar de parelen zien kijken. Misschien had hij, toen zij klopte, het gebroken snoer met de losse parels in zijn zak gestopt. Misschien had Kit hem door allerlei praatjes doen geiooven, dat zij niets wist, terwijl hij pakte. Maar neen, dat kon niet, want zij had hem onver wachts vermoord, terwijl hij zat zooals hij nu zat. Clo vermoedde, dat zij hem aangeboden had hem met pakken te helpen. Hij had het zich makkelijk ge maakt in zijn fauteuil, terwijl zij werk te. ,Dan was zij zacht achter hem geslo per en had hem met de kolf van zijn eigen pistool den vreeselijken slag toe gebracht. Een sterke, vastberaden vi ouw. die Kit dame van haar man cadeau gekregen heeft „Welke parelen „Ik kan je de heele geschiedenis niet vertellen, maar misschien zou Pete het wel kunnen, als hij wou." „Waarom zeg je dat Ben je achter een complot gekomen of belazer je me „Iemand heeft de dame van die pa relen bevrijd. Daardoor heeft zij haar handen zoo vol gehad. En dat verklaart tevens, dat de documenten laat zijn." „Wat vertel je me daar nu Heeft Pete op zijn eigen houtje gehandeld Parelen in plaats van papieren „Blijf nog even aan de telefoon, dan zal ik zijn spullen doorzoeken." „Prachtig. Maar kijk goed." Clo liet den hoorn lós hangen en ging voor de derde maal op haar knieën voor de tafel liggen. Haar arm onder het ouderwetsehe meubelstuk stekend, voelde zij met haar hand over den grond. Tegen den muur, in een hoek, lag iets rond en hards, dat de giootte van een kleine hazelnoot scheen te hebben. Het jonge meisje haalde het er tusschen duim en vinger uit, 'veegde het stof er af en zag een grooten parel. „Dat beslist alles 1" zeide zij tot zichzelf. Peterson was de dief. Maar had hij de enveloppe even goed gesto len als de parelen O, als zij den doode maar tot spreken galvaniseeren kon 1 Maar het zou het beste zijn weer te telefoneeren. De waarheid zou stukje voor stukje uit die richting kunnen komen. Toen Clo weer opstond, viel haar

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1