G T. ILE lUCKEs ehoenwerl MIS5BLANCHE 62e Jaargang 1924- EN DRAAGT JE APPELWIJN I Apollo" GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND FEUILLETON VROUWENLIST 26) Stads= en Provincienieuws f-Nol29 van de >eging" fcrd uit Frankrijk skrechtige wijnj aoor H.H. Doctorenl n en hei-stellen.i laai geschikt vool Vervangt allel Icijnert.PerfllesrJiJ |n verkrijgbaar 1 :RS FRÈRES] Middelburg. 1 in het depöt vanl ^S, Bellamyparkenl Badhuisstraat [schoenen worden I Itie verkocht, aanI [prijzen. St Jacobstr. 23.1 ld uit Normandië. ■ZOET en DROOG, fond en goedkoop, poor H.H. Doctoren KRACHTIGE WIJN Irbeumatiek, ader-/ Ti constipatie. Ver-I ESTE WIJNEN en |h slechts ft- ■jgbaar bij de Ira- ERS FRÈRES, Jidelburg. Ir in het depot van I Bellamypark en Badhuisstraat. |OT, uur, in de Qroole ■Heer HARSVELD, inbegrepen, ver- dag der uitvoering M 12-1 uur n.ra. bn van hun kaart. I dagelijks |ijk. Schoo- behooren jste hygië- Ivensregels. liende zeep I handen is lie Cocos- p met het ij schuimt langenaam arfumeerd vlug en el en da- ebruik ze ünJieb. BRIEKEN tKER" 1BELMANN SEN SSINGSCHE CO U RA INT MAANDAG 3 JUIVI ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. \Veek-abon~ nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 ceot per regel Kleine Advertenties betreffende Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie dingen en Dienstaanvragen, erz., prijs, bij vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 15 Cent. Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70, iedere regel meer 26 cent. ONVEILIGHEID VAARWATER. Schietoefeningen. De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend, dat in de week 27 Juni fusschen het Observatorium en „Kijkduin", en in de week 914 Juni 1924 van het fort „Erfprins" en Kijkduin, Zeegat van Texel schietoefeningen zullen worden gehouden. De voor de veiligheid te nemen voor zorgsmaatregelen liggen voor belangheb benden ter Secretarie dezer gemeente ter inzage. Vlissingen, 2 Juni 1924. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. Rijwielbelasting. Een maand voor den datum der in werkingtreding der wet zullen aan de hulppostkanforen in de uren van open stelling van den postdienst verkrijgbaar zijn de plaatjes, rijwielmerken ge naamd, tegen 3. De plaatjes zijn bestemd om aan het stuur te worden bevestigd. Staatshulp aan redders van Schipbreukelingen. De mnister van waterstaat heeft in audiëntie ontvangen een deputatie van het hoofdbestuur van het Helden der Zee-fonds (Dorus Rijkersfonds) met den burgemeester van den Helder, eere voorzitter van dat fonds, teneinde een bespreking te houden inzake het verlee- nen van hulp van staatswege aarfnmid- lijdende redders van schipbreukelingen. De salarisverlaging der onderwijzers. Het hoofdbestuur van de Unie van Christ. Onderwijzers enz. in Nederland heeft aan zijn leden, na overleg met zijn rechtskundigen adviseur, geadvi seerd bij de Zaterdag plaats gehad hebbende uitbetaling van het salaris, op het kwitantie te vermelden „onder re serve van alle rechten". Weigeren de schoolbesturen het sa laris uit te betalen, dan zak het hoofd bestuur ze in rechten, wegens wanbe taling, laten aanspreken voor het ver schuldigde bedrag, verhoogd met de wettelijke renten, welke in arbeidscon tractzaken binnen 6 weken tot 5b der hoofdsom kunnen oploopen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Van den Dollard tot de Schel de, overal waar Rookers wo nen, hoort men Geef MIJ maar Naar het Engelsch. „Hum", prevelde miss Blackburne. „Ik geloof, dat u u vergist, mrs. Sands, ik heb zoo'n gevoel, dat rnr. Sands vermoeden heeft." „Dat de parelen weg zijn Hoe zou dat kunnen riep Beverley uit. „Ik weet het niet. Ik heb er zoo'n gevoel van", herhaalde het kleine vrouwtje. Terwijl zij samen praatten, nam Clo miss Blackburne's gezicht goed op. Het ging haar zooals de pare lenrijgster van zich gezegd had „zij wist niet zij had alleen maar een gevoel", dat het kleine vrouwtje iets vermoedde, iets, dat zij verplicht was geheim te houden. Inmiddels was Clo er in geslaagd de muizenissen uit haar hoofd te zetten. Plotseling flitste een lichtstraal voor haar over het mysterie. „Peterson was de naam, die zich aan haar geest opdrong. „Wanneer hij op de een of andere manier hier heeft weten te ko men, kan hij zoowel de papieren als de parelen gestolen hebben. Weet miss Blackburne iets, en als zij iets weet, waarom wil zij het dan niet zeggen Clo kwam op de gedachte, dat, wan neer zij miss Blackburne even onder vier oogen spreken kon. het raadsel misschien opgelost zou worden. „Engel", zeide zij, „als er een dief in Worstelende raadsleden. In de raadszitting van Zwijndrecht hebben zich Vrijdag, naar „de Tel." meldt, niet-alledaagsche gebeurtenissen afgespeeld. Toen de heer Stolk de interruptie bezigde „Je zuigt overat vergift uit", tijdens een rede van den heer Kögeler over een uitdrukking van den heer Schaper in de Tweede Kamer, verzocht de voorzitter burgemeester P. Doorn den spreker te zwijgen, daar hij hem anders uit de raadszaal zou laten zetten. De heer Stolk antwoordde hierop „dat hij dat nog moest zien gebeuren." De burgemeester riep daarop twee politie-agenten binnen, waarna een worsteling ontstond. Enkele raadsleden namen het voor hun collega op het werd een rekken en trekken, een schreeuwen en lawaai van belang. Een der op den grond liggende vroe de vaderen, de heer Los. zong al wor stelende het Wilhelmuslied. Vrijwel alle partijen namen aan de worsteling deel. Ten slotte mocht de heer Stolk na expuses gemaakt en na. beloofd te hebben, zich aan de leiding van den burgemeester te onderwerpen in de zaal blijven. Om toen de heeren wat op verhaal te doen komen werd de vergadering voor een kwartier geschorst. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Han delsinformatiebureau van Van der Graaf Co.'s Bureaux voor den Han del zijn over de afgeloopen week, ein digende 30 Mei in Nederland uitgespro ken 76 faillissementen tegen 68 in de zelfde maand van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 31 Mei 1905 faillissementen tegenover 1672 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Scheepvaartbeweging. Gedurende Mei 1924 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 1069 sche pen, metende 1.570.982 netto reg. ton, waarvan 6 zeilschepen en 13 zeelich ters Voor Rotterdam waren hiervan be stemd 973 schepen, met. 1.430.694 netto leg. ton. In Mei 1923 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 711 sche pen. metende 981.727 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 645 schepen, met. 921.581 netto ton. Sedert 1 Januari zijn te Rotterdam binnengekomen 4001 schepen metende 5.945.021 netto reg. ton, tegen 3199 schepen met. 4.720.780 nettto reg. ton in de eerste 5 maanden van 1923. Er is dus een vermeerdering met 802 schepen en een vermeerdering met 1.224.241 r.etfo reg. ton. VLISSINGEN, 2 JUNI. Gedenksteen graf dr. P. Merckens. Zaterdagmiddag hadden zich op de be graafplaats „Vredehof' alhier tal van be langstellenden verzameld rondom het graf van wijlen dr. P. Merckens, om getuige te zijn van de overdracht van den gedenk steen. welke door tal van patiënten en vrienden van den overledene, aan mevr. wed. Merckens als bewijs van dankbare herinnering werd aangeboden. Ten 3 ure vereenigde zich het comité met mevr. Merckens en haar oudsten zoon rondom het graf. Nadat door mevr. Mer ckens een krans op de zerk was neergelegd, nam de heer J. H. Blum, als voorzitter van dit huis geweest is, is hij er misschien nog. Met twee manlijke bedienden moet je Beverley wachtte haar verdere woor den niet af. Zij wilde zich aan ieder stroohalmpje vastklampen. Zij vloog het boudoir uit in de hoop den butler in de eetkamer te zullen vinden. Hij was er. En terwijl zij uitlegde, dat er iets gestolen was en dat de étage door zocht moest worden, kreeg Clo de ge legenheid, die zij hebben wilde. „Miss Blackburne", riep zij uit, „u bent mijn vriendin. Bij wat hier ge beurd is, staat mijn leven op het spel. Ik ben verantwoordelijk voor de enve loppe, die wij verloren hebben. Zeg mij in 's hemels naam wat er in deze kamer gebeurd is, toen mrs. Sands u hier al leen gelaten heeft." De parelenrijgster bleef zwijgen. Zij keek onbevreesd recht in Clo's groote, smeekende oogen, maar het jonge meisje zag, dat haar ademhaling zeer moeilijk was. „Als u niet wilt, dat ik.'sterf, moet u het me zeggen", smeekte Clo. „Lieve kind, ik zou het je zeggen, als ik het kon", antwoordde het kleine vrouwtje. „Maar er is niets te zeggen. Dus- kan ik het niet." HOOFDSTUK XIX. Clo begreep, dat er niet verder over te praten viel, daar miss Blackburne beschuldigen, dat zij loog, de zaken nog maar erger maken zou. Toen mrs. Beverley terug kwam met het bericht, dat het personeel ondervraagd en de het comité het woord en sprak ongeveer als volgt Meer dan 5 maanden zijn voorbijgegaan, sinds we hier bij elkander waren om het stoffelijk overschot van onzen geliefden en betreurden dr. Merckens aan den schoot der aarde toe te vertrouwen. En wie der hier thans aanwezigen deel heeft uitge maakt van de breeds schare, die den 20en December van het vorig jaar hier te samen was gestroomd, zal zich misschien min of meer verwonderd afvragen „Is dit de zelfde plek, waar we toen hebben ge staan Immers de winter, die volgens den kalender den dag op de begrafenis volgen de een aanvang zou \ne;men, had reeds we ken te voren zijn intrede gedaan en het was onder sneeuwbuien en windvlagen, dat we aan de woorden der verschillende sprekers (het oor leenden. En thans zijn we weder hier bijeen. Want kort na dien Donderdag, die ons hier te samen zag, en waarop de natuur in onzen roiiw scheen te deepen, steeg daar in de harten van sommige-patiënten des overle denen de wenscih op, dat de plek, waar hun vereerde geneesheer was begraven, niet aan de vergetelheid zou worden prijsgege ven. Die gedachte vond weerklank in de harten zijner vriendefi. En die weduwe van onzen hooggeschatten arts en vriend werd bereid gevonden aan het denkbeeld hare goedkeuring te hechten. Maar onder één voorwaarde. Het was uw wenscli, mevrouw Merckens en ge meendet terecht daarmede geheel in den geest van den gestorvene te bande len dat alles in den grootsten eenvoud zou geschieden. Geen. gedenkteeken mocht het zijn ter verheerlijking van de vele voor treffelijke eigenschappen van hem, die van ons was weggenomen, maar een eenvoudi ge steen ter aanduiding van de plaats, waar we zijn stoffelijk omhulsel hadden ter ruste gelegd, opdat, wanneer in de ko mende dagen patiënten, kennissen of vrienden van den overledene deze begraaf plaats zouden betreden, ze niet zouden be hoeven te zoeken naay zijn graf of te vra gen, waar dat graf zich bevond. Het comité heeft, zich gevoegd naar uwen wensch, en zoo draagt nu het graf een eenvoudige zerk,'die alleen den naam van den overledene bewaart met den da tum van geboorte en overlijden, en den tekst door Uzelve aangegeven. De taak van het comité ware hiermede ten einde. Alleen rest mij nog, alvorens tot het cverdragen van den steen aan de fa milie over te gaan, dank te brengen aan de comitéleden en allen, clie verder hun mede werking verleenden en we! in het bijzonder aan ds. Talma en den| heer Van de Putte, voor hun bemoeiingen als secretaris en penningmeester yanJhet comité. Aan ds. Taf ma-, dkr ^zeer tdt 'r^rr leedwezen en ook tot het onze hier niet tegenwoordig kan zijn, omdat zijn gezondheidstoestand hem dwong in het verre Tsjecho-Slowakije een badkuur door te maken, maar die weet, dat wij in deze oogenblikken hier te samen zijn en in een brief, die ik enkele dagen gele den van hem ontving, heeft hij 't zelf uitge sproken in den geest in ons midden ver toeft. Aan den heer Van de Putte, die na de afreizc van ds. Talma bij zijn eigen werk ook nog diens'werk welwillend op zich wilde nemen en dus dubbele aanspraak heeft op onze dankbaarheid. En hu mag ik komen tot wat de eigen lijke aanleiding is van ons samenzijn in deze namiddagure en uit naam van het comité den steen, die het graf van onzen overleden vriend dekt, overdragen aan wie hem het naast toebehoorden. Dat zijn in de allereerste plaats mevrouw Merckens en haar oudste zoon, die we het een voorrecht achten, hier te mogen zien. Mevrouw Mer ckens, we stellen het ten zeerste op prijs, dat ge de reis van U recht hierheen hebt willen maken, om bij deze weemoedige plechtigheid tegenwoordig te kunnen zijn. We verstaan het, dat het voor U een moei lijke tocht was en kunnen ons indenken, wat er in deze oogenblikken omgaat in uw hart. Toch moet 'het een verzachting zijn voor de smartelijke wond, U geslagen, op nieuw te mogen ervaren, dat uw overleden echtgenoot het voorwerp van zooveler étage doorzocht was, doch zonder suc ces, was het jonge meisje reeds tot een besluit gekomen omtrent wat er verder gedaan moest worden. Er waren twee dingen een ervan moest onmiddellijk gedaan worden en het tweede vóór tien uur. Het eerste was van miss Blackburne af te komen, het tweede haar afspraak met Peterson te houden. Clo vond het belangrijker hem te spre ken dan met O'Reilly, ofschoon zij ver moedde, dat Engel onmiddellijk met O'Reilly in persoon of telefonisch zou willen spreken. Zij hoopte echter Be verley tot haar gezichtspunt over te halen. „Natuurlijk verlaat ik mij op u, dat ik mij van alle verdenking schoon kan wasschen, wanneer u de parelen niet vindt, zooals u hoopt", zeide miss Blackburne tegen Beverley. „En ik ver trouw erop, dat ik nader van u hoor. Maar intusschen is er geen enkele re den, waarom ik hier blijven zou. Ik kan even goed naar mijn moeder gaan." Zij zou naar huis gaan in een taxi, om niet behoeven te wachten op Bever ley's auto. Mrs. Sands betaalde die natuurlijk en gaf de parelenrijgster vijftig dollars voor haar moeite. Het was niet laat, maar op dezen avond van spanning en beproevingen was kwart over negenen laat genoeg om de zenuwen tot brekens toe te spannen. Zoodra miss Blackburne het huis uit was keken de twee jonge vrouwen elkaar aan. „Gelukkig, zij is weg zeide Bever- achting en liefde was. We waardeeren het, ook den oudsten zoon van onzen heenge- ganen vriend als vertegenwoordiger der opvolgende generatie hier te mogen zien. Hendrik Merckens, we voelen met U mede, hoe ge in deze oogenblikken, staande bij het graf van uw vader, opnieuw doorleeft, wat ge in hem hebt verloren, maar ook welke verplichtingen er voor U uit voortvloeien, zulk een vader te hebben gehad. U beide en dé verdere familie verzoekt 'het comité deze zerk te willen aanvaarden en ge kunt overtuigd houden, dat, wie der bewoners van Vlissingen dit kerkhof betreedt, bij het zien der zerk een vriendelijke gedachte zal wijden aan hem, die in het midden der be volking van deze stad zoo lang heeft ge leefd en gewerkt tot zegen voor velen. Hierna dankte de heer H. Merckens, na mens zijn moeder, den heer Blum voor de gesproken woorden, en gaf de verzekering dat zij de zerk gaarne aanvaarden. Het was voor zijn moeder en hem een moeilijke en droeve taak, doch zij werd verzacht door dat hieruit zoo duidelijk blijkt de groote liefde en waardeering, welke zoovelen voor hun diepbetreurden echtgenoot en vader hadden. Ten diepste zijn spreker en zijn moeder door deze bewijzen van aanhanke lijkheid getroffen. Voor al deze belangstel ling betuigt spreker hartelijk dank. Ook bracht hij dank aan het'comité en in het bijzonder aan den heer Blum voor de groote liefde en steun steeds aan zijn vader betoond. Vervolgens nam de heer. Blum nogmaals het woord. Zoo heeft dan de familie de zerk aan vaard, aldus spreker. Maar vóór we deze plaats verlaten zij het mij vergund ten be sluite nog een woord te richten tot allen, die hier tegenwoordig zijn. We staan wederom op de plek, d,e ons den 20en December van het vorig jaar te-, sarnen zag. Maar welk een onderscheid tusschen toen en thans, als we zien om ons heen. Waar toen de natuur ook scheen ge storven en met een witte lijkwade was be dekt, is sedert de lente gekomen. De lente, die lang op zich wachten liet, maar die nu alles heeft getooid met haar schoonste ge waad en ook deze weemoedig-lieflijke plek in het groene kleed der hope heeft gehuld. Is dit onderscheid tusschen het toen en thans niet als het ware de zinnebeeldige uitdrukking van de stemming, waarin we toen hier bijeen waren en waarin we thans hier te samen zijn Toen de smart om het verlies, dat zoo plotseling over ons kwam, waai" hij, de van levenskracht en arbeidslust tintelende, bin nen enkele dagen aan zijn werk werd ont rukt en uit ons midden weggenomen. Ge tuigde van de grootte van het verlies niet heel die menigte, die ondanks het min gun stige jaargetij en de veie zieken in die- da-., gen, hier was saamgestroomd Hoe bij die allen het besef levendig was van wat er in hem werd verloren. Ataar sterker dan bij heel die menigte was het levendig bij de patiënten, die in hem den arts van 'groote bekwaamheid vereerden, maar die ook hem lief hadden om de wijze, waarop hij zich indacht in hun lijden en deelde in hun smart. Sterker bij hen, die in gemeenteraad of Staten van het gewest, of in verschillen de andere colleges, met hem hadden saam- gewerkt, en die ook bij verschil van be ginsel eerbied hadden voor de groote toe wijding, waarmede hij zich gaf aan de een maal op zich genomen taak. Sterker bij zijn meer intieme vrienden, die van zijn meest vertrouwde gedachten deelgenoot waren geweest, en die wisten, hoe niets hem te veel was, wanneer hij, voor wat hij als goed en waar had erkend, meende iets te kunnen doen. En het sterkst van allen bij zijn naaste betrekkingen, bij zijn gade, aan wie haar getrouwe metgezel op de levens reis was ontvallen, bij de kinderen, die geen van allen nog den meerderjarigen leeftijd hadden bereikt, en in hem. die van ons was heengegaan, niet alleen een opvoeder en leidsman, maar een vaderlijken vriend ver loren. Bittere smart om het droef verlies was op dien 20en December het alles over- heerschend gevoel. En nu? De smart is gebleven, maar de INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. ley verlicht. „Nu kan ik Justin O'Reilly opbellen en „Wacht tot ik je iets gezegd heb wat ik bedacht heb, dan kan je een besluit nemen", viel Clo haar in de rede. „Ik geloof, dat Peterson de dief kan zijn. Een man heeft O'Reilly geholpen om mij binnen te brengen. Hoe hij op deze étage is gekomen en weer weggegaan, begrijp ik niet. Maar hij is waarschijn lijk specialiteit in dergelijke trucs. Hij heeft er het gezicht en de vingers voor. Het zou mij niets verwonderen, als hij de arme Blacky overrompeld heeft. Zij ziet er niet uit als een heldin, vindt je wel Misschien zat de kerel onder de tafel in het boudoir. Misschien heeft hij haar gedreigd, dat, als zij hem verried, hij haar dooden zou. Wanneer Peterson de dief is wat mij hoogst waar schijnlijk voorkomt zal hij, dunkt mij, probeeren, zich zoo gauw mogelijk uit de voeten tè maken. Laten we pogen in het Westmorland Hotel te zijn vóór hij ons verwacht en vóór we O'Reilly lastig vallen, Die parelen zijn natuur lijk overal bekend. Peterson zal ze zelfs met de grootste handigheid niet voor een groote som kwijt kunnen raken. Ik denk, dat hij ze zal willen ruilen voor geld bij een niet in het oog vallenden juwelier, die ze zal durven verkoopen. Heb je niet iets, dat je man vergeten heeft of dat hem niet schelen kan als je het niet draagt „Ja", antwoordde Beverley, „ik heb zes- of zevenhonderd dollars. Verder heb ik nog een diamanten mofketting en een diadeem, waarmede Roger zelf A J Pi Tmet AJO, fQAMB OZENSAU5 OVEUhCEfZL/JK DOORZITTEN EN STUKLOOPEN schrijnen en smetten der huid, verzacht en geneest men met Purol. bitterheid ervan heeft allengs voor een ge voel van weemoed plaats gemaakt. We zien niet langer alleen op wat ons in hem ontviel, imaar we erkennen dankbaar, wat we door Gods goedheid zoo lang in hem mochten bezitten en we prijzen hem zalig om het lot, dat hem ten deele viel. „Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven", lezen we op de zerk, waarom we hier staan. En wel mocht die tekst gebei teld worden op het graf van hem, die in zijn laatste levensdagen, te midden der be nauwdheid, door lichamelijk lijden veroor zaakt en die hem het spreken moeilijk maakte, er nog zijn dankbaarheid over kon uiten in beter tijden, toen hij nog over de volle helderheid zijns geestes beschikken kon, den Heer als zijn Heiland te hebben leeren kennen. Want in den Heere sterven kan ten slotte toch alleen hij of zij, die in den Heere heeft geleefd, en die ais onze vriend, die van ons is heengegaan, de woorden van den apostel Paulus tot de zijne kon maken „Hetzij dan dat wij le ven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren". Wanneer we in het 14e hoofdstuk van het boek der Openbaring het tekstvers, waaraan de woorden, op deze zerk gebei teld, zijn ontleend, ten einde lezen, dan zien we dat daar nog verder volgt „Op dat zij rusten mogen van hunnen arbeid en hunne werken volgen met hen". „Opdat ze rusten mogen van hunnen ar beid". Die rust is nu zijn deel en hoe gaar ne we hem nog in ons midden zouden zien, we mogen ze hem niet misgunnen. En ook van hem kan gezegd „hunne werken volgen met hen". Want hij heeft gewerkt, zoolang het dag voor hem was, hij heeft gewoekerd met de gaven en krachten hem geschonken en zoo heeft hij niet enkel aan zijn naaste betrekkingen en beste vrienden, maar aan allen, die hem hebben gekend, een lichtend exempel nagelaten, waardoor hij voor ons blijft leven, ook nadat hij ge- •Sffroweta is. Het leven en niet de dood is dan ook de gedachte, waarmede we thans, bij ihet scheiden van hier, dit „Vredehof" mogen verlaten. En daarvoor danken we God. Hiermede was deze eenvoudige, doch ontroerende plechtigheid beëindigd. In de zerk is het volgende opschrift ge beiteld „Pieter Merckens, Arts te V-lissingen. Geb. 26 Maart 1869 te Kuilenburg, Over!. 17 Dec. 1923 te Vlissingen. Zalig zijn de dooden. die in den Heer sterven. Openb. 14 13m. Van Vrienden en Patiënten." Cursus ter opleiding van Bewaarschool onderwijzeressen. Laat ons het verslag van <de opening van bovengenoemden cursus op Zaterdag be ginnen met de opmerking, dat de geijkte term bewaarschool-onderwijzeres ons aller minst juist lijkt, daar de ouders hun kin deren toch niet te „bewaren" zullen geven. En met deze meening zijn we in goed ge zelschap, wat de redevoering bewees, waarvan we hieronder een overzicht geven en die gehouden werd door mevr. van de Velde, schoolopziener bij het voorberei dend onderwijs in deze inspectie, zooals zij zelf zich noemde. De voorzitter van het bestuur van bo vengenoemden cursus, ds. C. L. Voorhoeve, opende de bijeenkomst, die gehouden werd in de Fröbelschool alhier, met de meedee- ling, dat het hem een aangename taak was een enkel woord te spreken ter «inleiding. Nadat hij in zeer groote trekken iets ver- vindt, dat ik er te oud uitzie. Hij heeft me voorgesteld de steenen te laten ver zetten maar dat is al maanden gele den. Hij denkt er niet meer aan, dat weet ik zeker, want hij heeft mij na dien tijd al zooveel dingen gegeven. Ik zou kunnen onderhandelen met den ketting, den diadeem en misschien een paar armbanden en ringen." „Laat ik de juweelen en het geld in een tasch meenemen naar het West- moreland Hotel. Ik kan die, terwijl we onderhandelen, zoolang aan het bureau laten. Bovendien is er nog een kwestie in deze zaak, die we uit het oog ver loren hebben. We hebben geen zeker heid, dat de gewenschte papieren in de enveloppe, die ik van O'Reilly wegge nomen heb, zaten. Het kan ook iets anders zijn, dat voQ.r hem van waar de is." „Ja, dat is zoo riep Beverley uit. „Voor een oogenblik heb ik er op gerekend, dat het de goede waren degene, die ik aan Peterson moet geven." „Ik behoef hem slechts te zien om daaromtrent zekerheid te hebben. Hij kan liegen zoo hard als hij wil, maar dat merk ik dadelijk aan zijn gezicht. Verspil geen tijd met O'Reilly, Engel. We hebben geen seconde te verliezen. Pak je juweelen bij elkaar en laat mij gaan." (Wordt vervolgd.) J

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1