G
T.
ILE
lUCKEs
ehoenwerl
MIS5BLANCHE
62e Jaargang
1924-
EN DRAAGT
JE APPELWIJN I
Apollo"
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
FEUILLETON
VROUWENLIST
26)
Stads= en Provincienieuws
f-Nol29
van de
>eging"
fcrd uit Frankrijk
skrechtige wijnj
aoor H.H. Doctorenl
n en hei-stellen.i
laai geschikt vool
Vervangt allel
Icijnert.PerfllesrJiJ
|n verkrijgbaar 1
:RS FRÈRES]
Middelburg.
1 in het depöt vanl
^S, Bellamyparkenl
Badhuisstraat
[schoenen worden I
Itie verkocht, aanI
[prijzen.
St Jacobstr. 23.1
ld uit Normandië.
■ZOET en DROOG,
fond en goedkoop,
poor H.H. Doctoren
KRACHTIGE WIJN
Irbeumatiek, ader-/
Ti constipatie. Ver-I
ESTE WIJNEN en
|h slechts ft-
■jgbaar bij de Ira-
ERS FRÈRES,
Jidelburg.
Ir in het depot van I
Bellamypark en
Badhuisstraat.
|OT,
uur, in de Qroole
■Heer HARSVELD,
inbegrepen, ver-
dag der uitvoering
M 12-1 uur n.ra.
bn van hun kaart.
I dagelijks
|ijk. Schoo-
behooren
jste hygië-
Ivensregels.
liende zeep
I handen is
lie Cocos-
p met het
ij schuimt
langenaam
arfumeerd
vlug en
el en da-
ebruik ze
ünJieb.
BRIEKEN
tKER"
1BELMANN
SEN
SSINGSCHE CO U RA INT
MAANDAG 3 JUIVI
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. \Veek-abon~
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 ceot per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, erz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
regel meer 15 Cent.
Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend, dat in de week
27 Juni fusschen het Observatorium en
„Kijkduin", en in de week 914 Juni 1924
van het fort „Erfprins" en Kijkduin, Zeegat
van Texel schietoefeningen zullen worden
gehouden.
De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belangheb
benden ter Secretarie dezer gemeente ter
inzage.
Vlissingen, 2 Juni 1924.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
Rijwielbelasting.
Een maand voor den datum der in
werkingtreding der wet zullen aan de
hulppostkanforen in de uren van open
stelling van den postdienst verkrijgbaar
zijn de plaatjes, rijwielmerken ge
naamd, tegen 3.
De plaatjes zijn bestemd om aan het
stuur te worden bevestigd.
Staatshulp aan redders van
Schipbreukelingen.
De mnister van waterstaat heeft in
audiëntie ontvangen een deputatie van
het hoofdbestuur van het Helden der
Zee-fonds (Dorus Rijkersfonds) met
den burgemeester van den Helder, eere
voorzitter van dat fonds, teneinde een
bespreking te houden inzake het verlee-
nen van hulp van staatswege aarfnmid-
lijdende redders van schipbreukelingen.
De salarisverlaging der onderwijzers.
Het hoofdbestuur van de Unie van
Christ. Onderwijzers enz. in Nederland
heeft aan zijn leden, na overleg met
zijn rechtskundigen adviseur, geadvi
seerd bij de Zaterdag plaats gehad
hebbende uitbetaling van het salaris, op
het kwitantie te vermelden „onder re
serve van alle rechten".
Weigeren de schoolbesturen het sa
laris uit te betalen, dan zak het hoofd
bestuur ze in rechten, wegens wanbe
taling, laten aanspreken voor het ver
schuldigde bedrag, verhoogd met de
wettelijke renten, welke in arbeidscon
tractzaken binnen 6 weken tot 5b
der hoofdsom kunnen oploopen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Van den Dollard tot de Schel
de, overal waar Rookers wo
nen, hoort men
Geef MIJ maar
Naar het Engelsch.
„Hum", prevelde miss Blackburne.
„Ik geloof, dat u u vergist, mrs. Sands,
ik heb zoo'n gevoel, dat rnr. Sands
vermoeden heeft."
„Dat de parelen weg zijn Hoe zou
dat kunnen riep Beverley uit.
„Ik weet het niet. Ik heb er zoo'n
gevoel van", herhaalde het kleine
vrouwtje. Terwijl zij samen praatten,
nam Clo miss Blackburne's gezicht
goed op. Het ging haar zooals de pare
lenrijgster van zich gezegd had „zij
wist niet zij had alleen maar een
gevoel", dat het kleine vrouwtje iets
vermoedde, iets, dat zij verplicht was
geheim te houden.
Inmiddels was Clo er in geslaagd de
muizenissen uit haar hoofd te zetten.
Plotseling flitste een lichtstraal voor
haar over het mysterie. „Peterson
was de naam, die zich aan haar geest
opdrong. „Wanneer hij op de een of
andere manier hier heeft weten te ko
men, kan hij zoowel de papieren als de
parelen gestolen hebben. Weet miss
Blackburne iets, en als zij iets weet,
waarom wil zij het dan niet zeggen
Clo kwam op de gedachte, dat, wan
neer zij miss Blackburne even onder
vier oogen spreken kon. het raadsel
misschien opgelost zou worden.
„Engel", zeide zij, „als er een dief in
Worstelende raadsleden.
In de raadszitting van Zwijndrecht
hebben zich Vrijdag, naar „de Tel."
meldt, niet-alledaagsche gebeurtenissen
afgespeeld.
Toen de heer Stolk de interruptie
bezigde „Je zuigt overat vergift uit",
tijdens een rede van den heer Kögeler
over een uitdrukking van den heer
Schaper in de Tweede Kamer, verzocht
de voorzitter burgemeester P. Doorn
den spreker te zwijgen, daar hij hem
anders uit de raadszaal zou laten
zetten.
De heer Stolk antwoordde hierop
„dat hij dat nog moest zien gebeuren."
De burgemeester riep daarop twee
politie-agenten binnen, waarna een
worsteling ontstond.
Enkele raadsleden namen het voor
hun collega op het werd een rekken
en trekken, een schreeuwen en lawaai
van belang.
Een der op den grond liggende vroe
de vaderen, de heer Los. zong al wor
stelende het Wilhelmuslied. Vrijwel alle
partijen namen aan de worsteling deel.
Ten slotte mocht de heer Stolk
na expuses gemaakt en na. beloofd te
hebben, zich aan de leiding van den
burgemeester te onderwerpen in de
zaal blijven.
Om toen de heeren wat op verhaal te
doen komen werd de vergadering voor
een kwartier geschorst.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Han
delsinformatiebureau van Van der
Graaf Co.'s Bureaux voor den Han
del zijn over de afgeloopen week, ein
digende 30 Mei in Nederland uitgespro
ken 76 faillissementen tegen 68 in de
zelfde maand van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 31 Mei
1905 faillissementen tegenover 1672
over hetzelfde tijdperk van het vorige
jaar.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende Mei 1924 kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 1069 sche
pen, metende 1.570.982 netto reg. ton,
waarvan 6 zeilschepen en 13 zeelich
ters Voor Rotterdam waren hiervan be
stemd 973 schepen, met. 1.430.694 netto
leg. ton. In Mei 1923 kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 711 sche
pen. metende 981.727 netto reg. ton.
Voor Rotterdam waren hiervan bestemd
645 schepen, met. 921.581 netto ton.
Sedert 1 Januari zijn te Rotterdam
binnengekomen 4001 schepen metende
5.945.021 netto reg. ton, tegen 3199
schepen met. 4.720.780 nettto reg. ton
in de eerste 5 maanden van 1923. Er is
dus een vermeerdering met 802 schepen
en een vermeerdering met 1.224.241
r.etfo reg. ton.
VLISSINGEN, 2 JUNI.
Gedenksteen graf dr. P. Merckens.
Zaterdagmiddag hadden zich op de be
graafplaats „Vredehof' alhier tal van be
langstellenden verzameld rondom het graf
van wijlen dr. P. Merckens, om getuige te
zijn van de overdracht van den gedenk
steen. welke door tal van patiënten en
vrienden van den overledene, aan mevr.
wed. Merckens als bewijs van dankbare
herinnering werd aangeboden.
Ten 3 ure vereenigde zich het comité
met mevr. Merckens en haar oudsten zoon
rondom het graf. Nadat door mevr. Mer
ckens een krans op de zerk was neergelegd,
nam de heer J. H. Blum, als voorzitter van
dit huis geweest is, is hij er misschien
nog. Met twee manlijke bedienden moet
je
Beverley wachtte haar verdere woor
den niet af. Zij wilde zich aan ieder
stroohalmpje vastklampen. Zij vloog
het boudoir uit in de hoop den butler
in de eetkamer te zullen vinden. Hij
was er. En terwijl zij uitlegde, dat er
iets gestolen was en dat de étage door
zocht moest worden, kreeg Clo de ge
legenheid, die zij hebben wilde.
„Miss Blackburne", riep zij uit, „u
bent mijn vriendin. Bij wat hier ge
beurd is, staat mijn leven op het spel.
Ik ben verantwoordelijk voor de enve
loppe, die wij verloren hebben. Zeg mij
in 's hemels naam wat er in deze kamer
gebeurd is, toen mrs. Sands u hier al
leen gelaten heeft."
De parelenrijgster bleef zwijgen. Zij
keek onbevreesd recht in Clo's groote,
smeekende oogen, maar het jonge
meisje zag, dat haar ademhaling zeer
moeilijk was.
„Als u niet wilt, dat ik.'sterf, moet u
het me zeggen", smeekte Clo.
„Lieve kind, ik zou het je zeggen,
als ik het kon", antwoordde het kleine
vrouwtje. „Maar er is niets te zeggen.
Dus- kan ik het niet."
HOOFDSTUK XIX.
Clo begreep, dat er niet verder over
te praten viel, daar miss Blackburne
beschuldigen, dat zij loog, de zaken
nog maar erger maken zou. Toen mrs.
Beverley terug kwam met het bericht,
dat het personeel ondervraagd en de
het comité het woord en sprak ongeveer als
volgt
Meer dan 5 maanden zijn voorbijgegaan,
sinds we hier bij elkander waren om het
stoffelijk overschot van onzen geliefden en
betreurden dr. Merckens aan den schoot
der aarde toe te vertrouwen. En wie der
hier thans aanwezigen deel heeft uitge
maakt van de breeds schare, die den 20en
December van het vorig jaar hier te samen
was gestroomd, zal zich misschien min of
meer verwonderd afvragen „Is dit de
zelfde plek, waar we toen hebben ge
staan Immers de winter, die volgens den
kalender den dag op de begrafenis volgen
de een aanvang zou \ne;men, had reeds we
ken te voren zijn intrede gedaan en het
was onder sneeuwbuien en windvlagen,
dat we aan de woorden der verschillende
sprekers (het oor leenden.
En thans zijn we weder hier bijeen. Want
kort na dien Donderdag, die ons hier te
samen zag, en waarop de natuur in onzen
roiiw scheen te deepen, steeg daar in de
harten van sommige-patiënten des overle
denen de wenscih op, dat de plek, waar hun
vereerde geneesheer was begraven, niet
aan de vergetelheid zou worden prijsgege
ven. Die gedachte vond weerklank in de
harten zijner vriendefi. En die weduwe van
onzen hooggeschatten arts en vriend werd
bereid gevonden aan het denkbeeld hare
goedkeuring te hechten.
Maar onder één voorwaarde.
Het was uw wenscli, mevrouw Merckens
en ge meendet terecht daarmede geheel
in den geest van den gestorvene te bande
len dat alles in den grootsten eenvoud
zou geschieden. Geen. gedenkteeken mocht
het zijn ter verheerlijking van de vele voor
treffelijke eigenschappen van hem, die van
ons was weggenomen, maar een eenvoudi
ge steen ter aanduiding van de plaats,
waar we zijn stoffelijk omhulsel hadden
ter ruste gelegd, opdat, wanneer in de ko
mende dagen patiënten, kennissen of
vrienden van den overledene deze begraaf
plaats zouden betreden, ze niet zouden be
hoeven te zoeken naay zijn graf of te vra
gen, waar dat graf zich bevond.
Het comité heeft, zich gevoegd naar
uwen wensch, en zoo draagt nu het graf
een eenvoudige zerk,'die alleen den naam
van den overledene bewaart met den da
tum van geboorte en overlijden, en den
tekst door Uzelve aangegeven.
De taak van het comité ware hiermede
ten einde. Alleen rest mij nog, alvorens tot
het cverdragen van den steen aan de fa
milie over te gaan, dank te brengen aan de
comitéleden en allen, clie verder hun mede
werking verleenden en we! in het bijzonder
aan ds. Talma en den| heer Van de Putte,
voor hun bemoeiingen als secretaris en
penningmeester yanJhet comité. Aan ds.
Taf ma-, dkr ^zeer tdt 'r^rr leedwezen en ook
tot het onze hier niet tegenwoordig kan
zijn, omdat zijn gezondheidstoestand hem
dwong in het verre Tsjecho-Slowakije een
badkuur door te maken, maar die weet, dat
wij in deze oogenblikken hier te samen zijn
en in een brief, die ik enkele dagen gele
den van hem ontving, heeft hij 't zelf uitge
sproken in den geest in ons midden ver
toeft. Aan den heer Van de Putte, die na
de afreizc van ds. Talma bij zijn eigen
werk ook nog diens'werk welwillend op
zich wilde nemen en dus dubbele aanspraak
heeft op onze dankbaarheid.
En hu mag ik komen tot wat de eigen
lijke aanleiding is van ons samenzijn in
deze namiddagure en uit naam van het
comité den steen, die het graf van onzen
overleden vriend dekt, overdragen aan wie
hem het naast toebehoorden. Dat zijn in
de allereerste plaats mevrouw Merckens en
haar oudste zoon, die we het een voorrecht
achten, hier te mogen zien. Mevrouw Mer
ckens, we stellen het ten zeerste op prijs,
dat ge de reis van U recht hierheen hebt
willen maken, om bij deze weemoedige
plechtigheid tegenwoordig te kunnen zijn.
We verstaan het, dat het voor U een moei
lijke tocht was en kunnen ons indenken,
wat er in deze oogenblikken omgaat in uw
hart. Toch moet 'het een verzachting zijn
voor de smartelijke wond, U geslagen, op
nieuw te mogen ervaren, dat uw overleden
echtgenoot het voorwerp van zooveler
étage doorzocht was, doch zonder suc
ces, was het jonge meisje reeds tot een
besluit gekomen omtrent wat er verder
gedaan moest worden. Er waren twee
dingen een ervan moest onmiddellijk
gedaan worden en het tweede vóór
tien uur. Het eerste was van miss
Blackburne af te komen, het tweede
haar afspraak met Peterson te houden.
Clo vond het belangrijker hem te spre
ken dan met O'Reilly, ofschoon zij ver
moedde, dat Engel onmiddellijk met
O'Reilly in persoon of telefonisch zou
willen spreken. Zij hoopte echter Be
verley tot haar gezichtspunt over te
halen.
„Natuurlijk verlaat ik mij op u, dat
ik mij van alle verdenking schoon kan
wasschen, wanneer u de parelen niet
vindt, zooals u hoopt", zeide miss
Blackburne tegen Beverley. „En ik ver
trouw erop, dat ik nader van u hoor.
Maar intusschen is er geen enkele re
den, waarom ik hier blijven zou. Ik kan
even goed naar mijn moeder gaan."
Zij zou naar huis gaan in een taxi,
om niet behoeven te wachten op Bever
ley's auto.
Mrs. Sands betaalde die natuurlijk
en gaf de parelenrijgster vijftig dollars
voor haar moeite.
Het was niet laat, maar op dezen
avond van spanning en beproevingen
was kwart over negenen laat genoeg
om de zenuwen tot brekens toe te
spannen. Zoodra miss Blackburne het
huis uit was keken de twee jonge
vrouwen elkaar aan.
„Gelukkig, zij is weg zeide Bever-
achting en liefde was. We waardeeren het,
ook den oudsten zoon van onzen heenge-
ganen vriend als vertegenwoordiger der
opvolgende generatie hier te mogen zien.
Hendrik Merckens, we voelen met U mede,
hoe ge in deze oogenblikken, staande bij het
graf van uw vader, opnieuw doorleeft, wat
ge in hem hebt verloren, maar ook welke
verplichtingen er voor U uit voortvloeien,
zulk een vader te hebben gehad. U beide en
dé verdere familie verzoekt 'het comité deze
zerk te willen aanvaarden en ge kunt
overtuigd houden, dat, wie der bewoners
van Vlissingen dit kerkhof betreedt, bij het
zien der zerk een vriendelijke gedachte zal
wijden aan hem, die in het midden der be
volking van deze stad zoo lang heeft ge
leefd en gewerkt tot zegen voor velen.
Hierna dankte de heer H. Merckens, na
mens zijn moeder, den heer Blum voor de
gesproken woorden, en gaf de verzekering
dat zij de zerk gaarne aanvaarden. Het was
voor zijn moeder en hem een moeilijke en
droeve taak, doch zij werd verzacht door
dat hieruit zoo duidelijk blijkt de groote
liefde en waardeering, welke zoovelen voor
hun diepbetreurden echtgenoot en vader
hadden. Ten diepste zijn spreker en zijn
moeder door deze bewijzen van aanhanke
lijkheid getroffen. Voor al deze belangstel
ling betuigt spreker hartelijk dank. Ook
bracht hij dank aan het'comité en in
het bijzonder aan den heer Blum voor de
groote liefde en steun steeds aan zijn vader
betoond.
Vervolgens nam de heer. Blum nogmaals
het woord.
Zoo heeft dan de familie de zerk aan
vaard, aldus spreker. Maar vóór we deze
plaats verlaten zij het mij vergund ten be
sluite nog een woord te richten tot allen,
die hier tegenwoordig zijn.
We staan wederom op de plek, d,e ons
den 20en December van het vorig jaar te-,
sarnen zag. Maar welk een onderscheid
tusschen toen en thans, als we zien om ons
heen. Waar toen de natuur ook scheen ge
storven en met een witte lijkwade was be
dekt, is sedert de lente gekomen. De lente,
die lang op zich wachten liet, maar die nu
alles heeft getooid met haar schoonste ge
waad en ook deze weemoedig-lieflijke plek
in het groene kleed der hope heeft gehuld.
Is dit onderscheid tusschen het toen en
thans niet als het ware de zinnebeeldige
uitdrukking van de stemming, waarin we
toen hier bijeen waren en waarin we thans
hier te samen zijn
Toen de smart om het verlies, dat zoo
plotseling over ons kwam, waai" hij, de van
levenskracht en arbeidslust tintelende, bin
nen enkele dagen aan zijn werk werd ont
rukt en uit ons midden weggenomen. Ge
tuigde van de grootte van het verlies niet
heel die menigte, die ondanks het min gun
stige jaargetij en de veie zieken in die- da-.,
gen, hier was saamgestroomd Hoe bij
die allen het besef levendig was van wat
er in hem werd verloren. Ataar sterker dan
bij heel die menigte was het levendig bij de
patiënten, die in hem den arts van 'groote
bekwaamheid vereerden, maar die ook hem
lief hadden om de wijze, waarop hij zich
indacht in hun lijden en deelde in hun
smart. Sterker bij hen, die in gemeenteraad
of Staten van het gewest, of in verschillen
de andere colleges, met hem hadden saam-
gewerkt, en die ook bij verschil van be
ginsel eerbied hadden voor de groote toe
wijding, waarmede hij zich gaf aan de een
maal op zich genomen taak. Sterker bij
zijn meer intieme vrienden, die van zijn
meest vertrouwde gedachten deelgenoot
waren geweest, en die wisten, hoe niets
hem te veel was, wanneer hij, voor wat hij
als goed en waar had erkend, meende iets
te kunnen doen. En het sterkst van allen bij
zijn naaste betrekkingen, bij zijn gade, aan
wie haar getrouwe metgezel op de levens
reis was ontvallen, bij de kinderen, die geen
van allen nog den meerderjarigen leeftijd
hadden bereikt, en in hem. die van ons was
heengegaan, niet alleen een opvoeder en
leidsman, maar een vaderlijken vriend ver
loren.
Bittere smart om het droef verlies was
op dien 20en December het alles over-
heerschend gevoel.
En nu? De smart is gebleven, maar de
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
ley verlicht. „Nu kan ik Justin O'Reilly
opbellen en
„Wacht tot ik je iets gezegd heb wat
ik bedacht heb, dan kan je een besluit
nemen", viel Clo haar in de rede. „Ik
geloof, dat Peterson de dief kan zijn.
Een man heeft O'Reilly geholpen om
mij binnen te brengen. Hoe hij op deze
étage is gekomen en weer weggegaan,
begrijp ik niet. Maar hij is waarschijn
lijk specialiteit in dergelijke trucs. Hij
heeft er het gezicht en de vingers voor.
Het zou mij niets verwonderen, als hij
de arme Blacky overrompeld heeft. Zij
ziet er niet uit als een heldin, vindt je
wel Misschien zat de kerel onder de
tafel in het boudoir. Misschien heeft hij
haar gedreigd, dat, als zij hem verried,
hij haar dooden zou. Wanneer Peterson
de dief is wat mij hoogst waar
schijnlijk voorkomt zal hij, dunkt
mij, probeeren, zich zoo gauw mogelijk
uit de voeten tè maken. Laten we pogen
in het Westmorland Hotel te zijn vóór
hij ons verwacht en vóór we O'Reilly
lastig vallen, Die parelen zijn natuur
lijk overal bekend. Peterson zal ze zelfs
met de grootste handigheid niet voor
een groote som kwijt kunnen raken. Ik
denk, dat hij ze zal willen ruilen voor
geld bij een niet in het oog vallenden
juwelier, die ze zal durven verkoopen.
Heb je niet iets, dat je man vergeten
heeft of dat hem niet schelen kan als je
het niet draagt
„Ja", antwoordde Beverley, „ik heb
zes- of zevenhonderd dollars. Verder
heb ik nog een diamanten mofketting
en een diadeem, waarmede Roger zelf
A J Pi
Tmet AJO, fQAMB OZENSAU5
OVEUhCEfZL/JK
DOORZITTEN EN STUKLOOPEN
schrijnen en smetten der huid,
verzacht en geneest men met Purol.
bitterheid ervan heeft allengs voor een ge
voel van weemoed plaats gemaakt. We
zien niet langer alleen op wat ons in hem
ontviel, imaar we erkennen dankbaar, wat
we door Gods goedheid zoo lang in hem
mochten bezitten en we prijzen hem zalig
om het lot, dat hem ten deele viel.
„Zalig zijn de dooden, die in den Heere
sterven", lezen we op de zerk, waarom we
hier staan. En wel mocht die tekst gebei
teld worden op het graf van hem, die in zijn
laatste levensdagen, te midden der be
nauwdheid, door lichamelijk lijden veroor
zaakt en die hem het spreken moeilijk
maakte, er nog zijn dankbaarheid over kon
uiten in beter tijden, toen hij nog over de
volle helderheid zijns geestes beschikken
kon, den Heer als zijn Heiland te hebben
leeren kennen. Want in den Heere sterven
kan ten slotte toch alleen hij of zij, die in
den Heere heeft geleefd, en die ais onze
vriend, die van ons is heengegaan, de
woorden van den apostel Paulus tot de
zijne kon maken „Hetzij dan dat wij le
ven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des
Heeren".
Wanneer we in het 14e hoofdstuk van
het boek der Openbaring het tekstvers,
waaraan de woorden, op deze zerk gebei
teld, zijn ontleend, ten einde lezen, dan
zien we dat daar nog verder volgt „Op
dat zij rusten mogen van hunnen arbeid en
hunne werken volgen met hen".
„Opdat ze rusten mogen van hunnen ar
beid". Die rust is nu zijn deel en hoe gaar
ne we hem nog in ons midden zouden zien,
we mogen ze hem niet misgunnen. En ook
van hem kan gezegd „hunne werken
volgen met hen". Want hij heeft gewerkt,
zoolang het dag voor hem was, hij heeft
gewoekerd met de gaven en krachten hem
geschonken en zoo heeft hij niet enkel aan
zijn naaste betrekkingen en beste vrienden,
maar aan allen, die hem hebben gekend,
een lichtend exempel nagelaten, waardoor
hij voor ons blijft leven, ook nadat hij ge-
•Sffroweta is.
Het leven en niet de dood is
dan ook de gedachte, waarmede we thans,
bij ihet scheiden van hier, dit „Vredehof"
mogen verlaten. En daarvoor danken we
God.
Hiermede was deze eenvoudige, doch
ontroerende plechtigheid beëindigd.
In de zerk is het volgende opschrift ge
beiteld
„Pieter Merckens, Arts te V-lissingen.
Geb. 26 Maart 1869 te Kuilenburg, Over!.
17 Dec. 1923 te Vlissingen. Zalig zijn
de dooden. die in den Heer sterven. Openb.
14 13m. Van Vrienden en Patiënten."
Cursus ter opleiding van Bewaarschool
onderwijzeressen.
Laat ons het verslag van <de opening van
bovengenoemden cursus op Zaterdag be
ginnen met de opmerking, dat de geijkte
term bewaarschool-onderwijzeres ons aller
minst juist lijkt, daar de ouders hun kin
deren toch niet te „bewaren" zullen geven.
En met deze meening zijn we in goed ge
zelschap, wat de redevoering bewees,
waarvan we hieronder een overzicht geven
en die gehouden werd door mevr. van de
Velde, schoolopziener bij het voorberei
dend onderwijs in deze inspectie, zooals zij
zelf zich noemde.
De voorzitter van het bestuur van bo
vengenoemden cursus, ds. C. L. Voorhoeve,
opende de bijeenkomst, die gehouden werd
in de Fröbelschool alhier, met de meedee-
ling, dat het hem een aangename taak was
een enkel woord te spreken ter «inleiding.
Nadat hij in zeer groote trekken iets ver-
vindt, dat ik er te oud uitzie. Hij heeft
me voorgesteld de steenen te laten ver
zetten maar dat is al maanden gele
den. Hij denkt er niet meer aan, dat
weet ik zeker, want hij heeft mij na dien
tijd al zooveel dingen gegeven. Ik zou
kunnen onderhandelen met den ketting,
den diadeem en misschien een paar
armbanden en ringen."
„Laat ik de juweelen en het geld in
een tasch meenemen naar het West-
moreland Hotel. Ik kan die, terwijl we
onderhandelen, zoolang aan het bureau
laten. Bovendien is er nog een kwestie
in deze zaak, die we uit het oog ver
loren hebben. We hebben geen zeker
heid, dat de gewenschte papieren in de
enveloppe, die ik van O'Reilly wegge
nomen heb, zaten. Het kan ook iets
anders zijn, dat voQ.r hem van waar
de is."
„Ja, dat is zoo riep Beverley uit.
„Voor een oogenblik heb ik er op
gerekend, dat het de goede waren
degene, die ik aan Peterson moet
geven."
„Ik behoef hem slechts te zien om
daaromtrent zekerheid te hebben. Hij
kan liegen zoo hard als hij wil, maar
dat merk ik dadelijk aan zijn gezicht.
Verspil geen tijd met O'Reilly, Engel.
We hebben geen seconde te verliezen.
Pak je juweelen bij elkaar en laat mij
gaan."
(Wordt vervolgd.)
J