MAANDAG 26 MEI
Die leyke,wollige,ruime hansopjes!
e— No 124 62e Jaargang 1924
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
VLISSINCSCHE COURANT
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
Na nog wat stoeienwaar het schoone nachtgoed
zoo onder lijdtgaa/ Ae/ kindje slape
ffoevee/ moeite host hef niet
om ze schoon te honden
Hoe grappig zien de kleintjes er mee
uit. Ze staan nog niet erg stevig op hun
yoei)es en vallen nog al eens een keertje,
waarbij ze het dan altijd noodig schijnen
te vinden zich zoo vuil mogelijk te maken,
voor ze overeind krabbelen.
Toch kunnen de moeders al die kleertjes
weer schoon krijgen. Rinso, het voor
treffelijke, nieuwe zeepproduct maakt het
hun zoo gemakkelijk mogelijk, het over
vloedige, vette sop weekt al het vuil los.
Slechts erg vuile plekken moeten zachtjes
met de handen gewreven worden.
Het zwoegen aan de waschtobbe be
hoort tot het verleden, wanneer ge Rinso
begint te gebruiken.
Neemt eens proef!
Koopt nog heden een pakje!
DE LEVER'S ZEEP MIJ.
VLAARDINGEN.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Kleine Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, enz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
regel meer 15 Cent.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
De bezuiniging dp het onderwijs.
Aan de memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer betreffende de wijzi
ging der Leerplichtwet en Lager On
derwijswet 1920 is het volgende ont
leend
Bezuiniging van voldoende beteeke-
nis is slechts te verkrijgen, wanneer
naast verlaging van de wedde der in
dienst blijvenden, het getal onderwijzers
dat thans nog ruim 33.000 bedraagt
tot ongeveer 26 a 27 duizend wordt
teruggebracht. Dat de minister om hier
toe te geraken niet aanstonds greep
naar het voor de hand liggend middel
om het getal leerlingen per onderwijzer
nog veel sterker te verhoogen, is na het
onthaal welke zijn eerste bezuinigings
maatregelen op het lager en middelbaar
onderwijs vonden, duidelijk. Hij heeft
toen gemeend inkrimping te kunnen be
reiken door het leerlingental te beper
ken (verhooging van den leeftijd van
toelating) en geleidelijke vervanging in
de lagere klasse van de volledig be
voegde onderwijskrachten door lager te
salarieeren zoogenaamde „hulponder
wijzeressen". Dat hij tot dit voorstel
kwam, zonder daarvoor vooraf met
„onderwijsdeskundigen" te rade te
gaan, is minder juist. Maar het ver
schijnsel doet zich voor dat deskundi
gen op dit gebied het onderling niet al
tijd eens zijn. Het eerste Voorloopig
verslag der Kamer heeft hem daarop
duidelijk gemaakt, dat deze middelen
weinig instemming vonden en dat men
het dan nog beter oordeelde tot den bij
de „technische herziening" zóó fel be
streden maatregel van vergrooting der
klassen terug te lceeren.
Wil men hem nu een verwijt ervan
maken, dat hij aan dezen aandrang van
de Kamer gehoor gaf, dan zal hij dit
verwijt dragen, mits het van den aan
vang af gestelde doel t.w. een afdoende
inkrimping van het getal onderwijs
krachten verkregen wordt.
De minister zal de intrekking van het
Kon. besluit betreffende den toelatings
leeftijd bevorderen, mits de thans aan
hangige bezuinigingsmaatregel onver
anderd wordt aangenomen. Ditzelfde
geldt natuurlijk ook ten aanzien van het
denkbeeld van lager bezoldigde hulp
onderwijzeressen aan te stellen, als
mede omtrent stopzetting van de uit
breiding van het getal lagere scholen,
welke dan tevens komen te vervallen.
De bezuinigingen daarentegen, te ver
krijgen op het schooltoezicht, op de
examens, op de opleiding, enz. staan
hier buiten.
Bleven de salarissen onverandert dan
zou de nieuwe schaal van art. 28 leiden
tot een totale uitgave voor 26.449 leer
krachten van ƒ75.952.620.17.
Bij dit totaal bedrag is de verlaging
der jaarwedden nog buiten beschou
wing gelaten. Die verlaging zal
evenals voor de ambtenaren in staats
dienst gemiddeld 16.5 beloopen,
met 12.532.182.33. Er rest dan een
eindrijfer van ƒ63.420.437.64, hetwelk
vertegenwoordigt het totaal bedrag der
jaarwedden volgens de komende sala
risregeling van het aantal leerkrachten,
gebaseerd op de schaal van de voorge
stelde wijziging van art. 28.
De thans aanhangige herziening zal,
afgezien van de verlaging der jaar
wedde, ongeveer 8'/2 millioen besparen,
zoodat nog pl.ni. 4 millioen uit andere
hoofde moeten worden gevonden. Het
ligt in de bedoeling op de kosten we
gens opleiding en examens alsmede op
die voor het toezicht op het lager on
derwijs 1 Zi millioen te besparen en de
overige 2)4 millioen te vinden door be
zuinigingen op andere afdeelingen.
Door dezen voorgestelden maat
regel wordt het getal onderwijzers in
veel sterkere mate ingekrompen dan bij
de Wijzigingswet van 1923.
Bij de uitwerking van de plannen
voor zooveel de salarissen betreft, zal
cen zelfde grondmiddel moeten gelden
a's bij de uitwerking der plannen tot
salarisverminderiing van de overige ca
tegorieën van ambtenaren wier wedden
jn het bezoldigingsbesluit zijn geregeld.
De minister heeft er evenwel geen be
zwaar tegen om bij het aanhangig ma
ken der desbetreffende voorstellen bij
"e centrale commissie voor georgani
seerd overleg ook op deze zaak de aan
dacht te vestigen.
j Pat vergrooting der klassen tot die
ng van het peil van het volksonder
wijs zal leiden wordt als axioma gege
ven, maar de juistheid van die stelling
wordt door velen aan gegronden twij
fel onderhevig geacht, en de minister
meent zich bij hen te mogen scharen.
Evenmin ziet de minister in de toe
lating van assistenten een gevaar voor
goed onderwijs. Integendeel meent ook
hij dat er tal van jeugdige personen
zijn, die zich tot de eenvoudige taak
van het assistentenschap aangetrokken
zullen gevoelen, en haar naar behooren
zullen weten te vervullen.
De vaart op de Westerschelde.
Met inachtneming van de bestaande
veiligheidsmaatregelen worden in de
vaarwaters bij Bath op 26, 27 en 28
Mei toegelaten schepen tot 28 voet, op
29 Mei schepen tot 29 voet. Na dien
datum wordt zeer vermoedelijk de
scheepvaart teruggeleid langs het oude
vaarwater Bath schepen van 30 voet
diepgang kunnen dan ongeveer twee
uur vóór hoog water passeeren.
De salaris-verlaging.
Het A.C.A.P. (Centrale Nederland-
sche Ambtenaarsbond, Nederl. Bond
van Werklieden in Overheidsdienst en
Bond van Nederlandsche Onderwijzers)
heeft besloten onmiddellijk na de uitbe
taling der salarissen over Mei door de
drie organisaties den Staat te doen
dagvaarden tot uitbetaling van het
volle bedrag.
Voor de onderwijzers zullen een of
nieer gemeentebesturen worden aange
sproken.
Omtrent een en ander zal nog nader
overleg worden gepleegd met mr. Men-
dels te Amsterdam.
De salarisverlaging van het spoorweg
personeel.
Een machinist te Amsterdam heeft
een proces aanhangig gemaakt tegen
de directie van de Ned. Spoorwegen in
verband met art. 36 R.D.V. Hij vraagt
terugbetaling van de 10 welke sinds
1 Januari 1924 op zijn ioon is ingehou
den. Als gemachtigde van den machi
nist zal optreden mr. A. S. de Leeuw te
Amsterdam.
De loonkwestie bij de R. E. T. M.
Zaterdagnacht heeft de afdeeling
Rotterdam van de Nederlandsche Ver
eeniging van Spoor- en Tramwegper
soneel een zeer druk bezochte verga
dering gehouden ter bespreking van de
maatregelen die de directie van de R.t.
T.M. wenscht te nemen.
Na uitvoerige besprekingen werd een
motie aangenomen, waarin de verga
dering haar volste vertrouwen uit
spreekt in de leiding van de Nederl.
Vereeniging.
In geen geval zullen de voorstellen
van de directie worden aanvaard, zelfs
zai, indien dit noodig is het personeel
zich met de scherpste middelen tegen
de maatregelen van de directie verzet
ten.
De Vereeniging van Kamers van
Koophandel.
Onlangs is melding gemaakt van de
oprichting van de Vereeniging van Ka
mers van Koophandel. Men deelt aan
het „Hbld." thans mede, dat in de sta
tuten die in de eerste, huishoudelijke
vergadering reeds zijn behandeld
het karakter der vereeniging aldus is
vastgesteld, dat „De algemeene verga
dering der vereeniging niet bevoegd is
tot het houden van stemmingen of het
nemen van besluiten van anderen dan
huishoudelijken aard." De bedoeling is,
dat de vereeniging nimmer namens de
Kamers naar buiten zal optreden. Haai
besluiten zullen de Kamers niet binden.
In de oprichtingsvergadering was een
minderheid er voor, de vereeniging het
karakter eener Centrale Kamer van
Koophandel te geven, maar de meer
derheid heeft dit voorkomen.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Han
delsinformatiebureau van Van der
Graaf Co.'s Bureaux voor den Han
del, zijn over de afgeloopen week, ein
digende 23 Mei, in Nederland uitge
sproken 80 faillissementen tegen 64 in
dezelfde week van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 23 Mei
1829 faillissementen tegenover 1604
over hetzelfde tijdperk van het vorige
jaar.
VLISSINGEN, 26 MEI.
Het bezoek van de Engelsche
journalisten.
Aan de uitnoodiging van de directie
der stoomvaart-maatschappij „Zee
land" aan een 100-tal Engelsche jour
nalisten gedaan, om op haar kosten een
bezoek aan het eiland Walcheren te
brengen, hebben Zaterdag ongeveer 55
journalisten voldaan. Zij vertegenwoor
digden 16 bladen, zoowel uit Londen
als uit de provincie, terwijl voorts ver
schillende vertegenwoordigers van
reisbureaux waren overgekomen.
De journalisten zijn opgetogen over
hun bezoek aan Vlissingen en het eiland
Walcheren en zullen zeker in hun bla
den en in de reislectuur welke de reis
bureaux uitgeven, reclame maken, voor
een bezoek aan ons eiland.
Gisterenmorgen hebben de journalis
ten een autotocht door geheel Walche
ren gemaakt en over het vele schoons
dat ons eiland biedt zullen zij zeker
enthousiaste artikelen schrijven, wat
veel zal kunnen bijdragen tot een druk
vreemdelingenbezoek.
De directie der maatschappij „Zee
land" heeft door de Engelsche journa
listen in de gelegenheid te stellen een
bezoek aan Walcheren te brengen, een
reclame gemaakt, welke zeker wel rijpe
vruchten zal afwerpen.
Zuid-Bevelandsch a Capella-Koor.
Grand-Hotel „Britannia".
De streng-witte concertzaal van het
Grand Hotel is verdwenen en heeft
plaats gemaakt voor een moderne om
geving, meer hotel-maszig, meer op
ontspanning aangelegd, waar muziek
niet altijd meer doel, maar ook middel
is geworden. Deze gelegenheids-stem
ming deed zich kennen, toen Zaterdag
avond het Goesche koor, onder directie
van den heer S. J. Tamminga, een con
cert gaf. Rooken en bedienen was niet
verboden spreken onder het zingen
ook niet, hoewel dat wel eens hinderde;
buffet-geluiden en bestel-geluiden
stoorden-niet en in de volle zaal, die in
afwachting verkeerde, was een strook
gereserveerd voor de Engelsche gasten,
die na een waarschijnlijk bewegelijke
reis, waren gearriveerd. Er werd met
de uitvoering gewacht, tot de buiten
landers, na het diner, verschenen. De
heer J. W. A. Mulder van de Mij. „Zee
land" leidde de vreemdelingen naar de
vrij gehouden plaatsen, die met Engel
sche vlaggetjes waren aangeduid.
Er zijn van die kleine, groote be
leefdheden, die niet meer kunnen wor
den goedgemaakt, als zij op het juiste
oogenblik achterwege blijven. Met het
opmaken van het programma was reke
ning gehouden met de aanwezige En-
gelschen en het deed ons goed, dat
werd begonnen met het Engelsche
volkslied. Alle aanwezigen verhieven
zich van hunne zitplaatsen en hoorden
staande eenige coupletten van de
„English National Hymn" en tevens
van het Wilhelmus aan. Het applaus,
vooral bij de E.ngelschen, sprak wel
van waardeering voor deze attentie.
Nu kwam er meer gelegenheid om op
den zang te ietten. Bij menigeen komt
steeds de gedachte aan en de vergelij
king met de Wognummers naar voren.
Er is ook veel in shrt kleine koor, dat
doet denken aan het werk van wijlen
Willem Saai. De a capella zang, de
pianissimo's, de begeleidende brom
stemmen werken suggestief en het
Goesche koor is psychologisch zoo ver,
dat het bij de massa geen kwaad meer
kan doen. Er dient aan te worden toe
gevoegd, dat, zoo deze vereeniging al
niet aangewezen is op innige Wierts-
liederen, zooals „Moederke alleen", het
wel dit genre is, dat zooveel aantrek
kingskracht uitoefent en den tegen-
woordigen naam heeft helpen bezor
gen. De directeur weet echter wel beter,
dat hij hiermede niet uitsluitend zijn
succes wil oogsten. Van de reine koor
werken noemen wij dan allereerst
„Lente", vol expressie gezongen. Het
ongekunstelde in directie en zang, het
acht slaan op de leiding, werken met
gestes samen tot een goed resultaat.
Speciaal de tenoren en bassen gaven
reden tot buitengewone tevredenheid.
De tenoren kwamen met een trekje
frisch uit, de bassen vulden aan en slo
ten af, prachtvol, als de pedaaltoon van
een orgel. Het geluid der sopranen was
gedurig wat labiel men kon nog al
eens hooren vibreeren en ook de soliste
had af en toe te veel zweving in haar
stem. De alten durfden beter en al is
de kleur niet zoo zwaar, deze partij lag
vaster dan de eerste stem. De beide
Oud-Nederlandsche Kerstliederen
kwamen goed uit en het waren alweer
de altijd dragende bassen, die het ge
heel rustig hielpen afsluiten.
„The blue bell of Scotland", ten
deele koor, ten deele sopraansolo met
accompagnement van bromstemmen, is
een succes geworden. Het deed ons
Hollanders goed, dat de Engelsche be
zoekers zich verrukt toonden en zoo
enthousiast applaudisseerden, dat dit
lied werd herhaald.
Voor ons stond, wat uitvoering be
treft, No. 5 b „Du Hirte" bovenaan
dit werd voortreffelijk gezongen en ver
oorzaakte door zuiverheid het genieten
van heerlijke accoorden. De mannen
stemmen droegen en schraagden de
daarboven komende, godvruchtige vrou
wenstemmen.
„Moederke alleen" weet immer te
ontroeren door de wondermooie omlijs
ting, Wierts eigen.
De directeur, de heer Tamminga,
heeft meer dan gewonen aanleg en weet
zijn koorleden te leeren zingen. Er kan
in de toekomst nog veel van deze zan
gers genoten worden en dergelijke a
capella koren behooren tot de uitzonde
ringen. Het geestdriftige handgeklap
van het internationaal bezoek heeft
duidelijk bewezen, hoe het zeer druk
bezochte concert bevallen is.
Een gezellig bal heeft daarna nog
enkele uurtjes geduurd en gaf aanlei
ding tot origineele ontmoetingen tus-
schen buiten- en binnenlanders.
Si La.
Chr. Zangvereeniging „Looft den Heer"
De heer E. Batten, sinds 1899 direc
teur van bovengenoemde vereeniging,
heeft gemeend, wegens zijn leeftijd, den
dirigeerstok te moeten neerleggen, wat
door de zangvereeniging met leedwezen
werd vernomen. Gelukkig is het bestuur
geslaagd in het vinden van een waardig
opvolger, nl. den heer Theo Höfelein,
die bereid is gevonden als directeur op
te treden. Echter blijft de heer Batten
nog de repetities en uitvoering leiden op