meifeestT
ZATERDAG 24 MEI
Eerste Blad
62e' Jaargang
1924
QEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
VROUWENLIST
Brieven uit de Hofstad
Beursbeschouwingen
«-N0123
VLISSIMGSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIE PRIJS
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Iflehre Advertenties betreffende Huur en
Verhuur, Koop en Verkoop, Dienstaanbie
dingen en Dienstaanvragen, erz., prijs, bij
vooruitbetaling van 15 regels ƒ0.75, elke
reerel meer 15 Cent
Familieberichten van 16 regels ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend, dat op 27 zoo
noodig op 28 Mei a.s., telkens om 9 uur
voormiddag aanvangende, met middelbaar
geschut, van 'het licht van Kaapduinen
schietoefeningen zullen worden gehouden.
Onveilig is een gedeelte van Galgeput,
Oostgat en Deurloo, van het strand en van
de duinen, tussohen de peilingen 250° en
300° (ware richtingen) van de batterij tot
een afstand van 10 K.M.
Op de schietdagen zal bij de vurende
batterij een roode vlag waaien, die 3 uur
voor het begin der oefening halfstok, twee
uur later geheel voorgeheschen wordt en
tot het einde der oefening blijft waaien.
Vlissingen, 20 Mei 1924.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
Ze is dan eindelijk toch gekomen in
volle fleur en lieflijkheid, zij de bekoor
lijkste, de weldadigste, de zegenrijkste
van alle hare zusteren, de schoone
Bloeimaand. Hoe lang heeft zij ons haar
waren aanschijn onthouden, hoelang is
haar vriendelijk beeld schuil gegaan
achter storm- en regenvlagen, achter
grauwe wolken en nevel en koude. Met
welke verlangende oogen en harten
hebben we naar haar uitgezien de laat
ste weken, die nog een verlengsel gele
ken van den maar niet eindigenden win
ter, den eindeloozen winter van dit jaar.
Helaas voor zoovelen onzer komt
ook zij te laat, de milde, zuivere Mei
maand hoevele zwakken hebben niet
in stille hoop riaar deze dagen uitge
staard, die hun kwaal wellicht nog een
gunstigen keer zou kunnen doen ne
men hoevelen in ons kil en guur kli
maat zouden bij deze gezegende dagen
van blije Mei-weelde en geur en bal
sem, de baat voor hun ziekte hebben
gevonden, en welke zij nu voor immer
missen moeten, omdat van de reeds
zoozeer gesloopte en geslonken krach
ten teveel gevergd moest worden en het
heilbrengend weder maar steeds is uit
gebleven. Wie onzer kent niet de dank
baarheid, gevoelt niet die groote erken
telijkheid, voor de weldaden, welke de
natuur vaak aan onze zieken, onze
dierbare kranken bewijst, door hun
nieuwe kracht, nieuwen moed en le
venslust te schenken
Naar het Engelsch.
21)
Ongevraagd was het kamermeisje
O'Reilly in de kamer ernaast gevolgd.
Zij sprak vlug en hoopte, dat hij den
sleutel op een andere plaats dan ge
woonlijk had gelegd, dat hij niet gesto
len was. Toen Clo naar de slaapkamer
gevlucht was, had zij de tusschendeur
gesloten, maar zij kon de twee anderen
hooren praten.
in ieder geval, trachtte Clo te denken,
was de eerste stap de moeilijkste. Wan
neer zij eenmaal het raam uit was, be
hoefde zij niet meer bang te zijn, dat
zij gepakt zou worden. O'Reilly zou de
kleerenkast doorzoeken en in de bad
kamer kijken. Dan zou hij tot de con
clusie komen, dat de vogel reeds was
gevlogen. Nooit zou l»ij denken, dat een
meisje zou durven wat zij van plan was
te durven.
Vreemd genoeg bracht die gedachte
Clo ertoe om te handelen. Voor het
«ogenblik lief haar angst haar los. Zij
stapte vlug over het kozijn en voelde
den muurkap onder zich. Hij voelde
stevig aan en gaf haar bijna troost
naar toen zij Inet haar anderen voet
tastte, greep de angst haar weer aan
en stroomde als ijswater door haar
aderen. Zij trachtte aan niets anders te
denken dan aan dat redding belovende,
in den wind wapperende gordijn. Zij
O welk een vreugde des harten is
het ons, wanneer we hen, die ons dier
baar zijn en op de ziekensponde zijn
uitgestrekt, kunnen wijzen op de lang
verbeide koestering, de eindeloos-ver
langde weelde en mildheid, die van het
stralend lente-weder uitgaat welk een
zaligheid omvangt ook ons, wanneer
we dan den krankenstoel naar een zon
nig hoekje bij het open raam kunnen
brengen, en zienderoogen de weldadig
heid der zuivere lentelucht op het bleek
gelaat haar balsem tooveren komt. Ziet
hoe de rimpel op het voorhoofd van
onzen vertrouwden, zorgzamen huis
dokter wijkt, hoe hij glimlachend zijn
pillen en poeders en drankjes voor een
wijle vergeet en alle artsenij en weten
schap terzijde stelt, om aan die groote
Therapeut, welke de natuur ons kan
zijn, den voorrang te gunnen
Maar ook de gezonden, de sterken,
de welvarenden naar lichaam en geest,
is het Meifeest der natuur zulk een on
uitputtelijke bron van genot en verfris-
schende kracht. Opeens zijn alle narig
heden geweken, alle ontberingen ver
geten, alle somberheid verdwenen, en
als het ware vaart éen nieuw jong le
ven, nieuwe kracht en moed door aller
aderen. Want volop kan thans de ont
vankelijke (en wie onzer is dat niet,
hetzij in meerdere of mindere mate
thans oogen en longen, hart en geest
een keur der schoonste verrukkingen
bereiden alles is rondom ten bloei
gerijpt de velden en de dreven, de
beemden en de boogerds, het gewas
en het geboomte, alles ademt van bloei
en bloeisel, van geur en kleur en dui
zendvoudige beloften, En ook mensch
en dier zingt en juicht de Meizon haar
schallend feestlied uit
Ook de mensch zelf kent bij den op
gang zijner jaren zulk een feest van
bloesem en van bloei, Dat zijn de jaren
waarin de jonge knoppen van verstand
en hart zich zetten, om straks tot rijp
heid uit te groeien en het leven rijk te
maken met reeds vroegtijdig gegaarde
schatten dat zijn de jaren weinige
slechts, maar zoovee! te kostbaarder
waarin de beste hoedanigheden van de
jonkheid onder de koestering der milde
ouderenliefde tot ontluiking komen,
straks tot voldraging rijpen en 't sieraad
worden heel het menschelijk leven door.
Velen achten deze Meifeest-jaren van
hun leven de schoonste te zijn toch
zijn zij dat niet, ze zijn veeleer de be
koorlijkste, wellicht de zorgelooste,
maar zeer zeker de feestelijkste.
Doch evenals het feest van Mei nog
niet de glorierijke volle hoogte van den
jaarkring uitmaakt, nog niet aan de
menschheid 't schoone geluk der einde-
lijke voldragenheid, der gave bereiking,
gelijk de volle zomer ons die schenkt,
kan brengen, evenzoo staat het Meilied
der jeugd, hoe klaar en parelend ook
zijn klanken klinken mogen, ten achter
bij den diepen, ons gansche wezen
doordringenden orgelzang van het tot
vollen, gelukkigen wasdom gerijpte
menschenleven
Maar het Meifeest is er niet minder
heugelijk om.
greep zich vast aan de raamlijst met
vingers, zeó vochtig, dat zij op den
steen uitgleden. Zij deed een, twee, drie
stappen nog één en zij zou het
kozijn moeten loslaten. Zou zij bij het
wapperende gordijn kunnen komen
Een paar oogenblikken geleden scheen
het haar te weerstaan. En thans nu zij
het hebben moest, ontglipten de witte
plooien aan haar hand. Als de wind
ging liggen, was zij verloren. Zij moest
of zij wilde of niet denken aan ai de
dingen, waaraan zij niet wenschte te
denken. Zij dacht aan die onmetelijke
diepte onder zich.
Toen zij met haar vrijen arm naar
het gordijn greep, werd de kamer, die
zij verlaten had, hel verlicht. O'Reilly
zocht daar naar haar. Het was zoo
eenvoudig geweest, om, toen zij daar
op den vasten grond stond, te zeggen,
dat hij niet uit het raam zou kijken.
Maar hij zou kunnen kijken hij zou
haar voeten langs den muurkap kunnen
hooren schuifelen. Als hij zijn hoofd nu
uit het raam stak, zou zij vallen.
'Het jonge meisje begon over haar
geheele lichaam te beven als een blad
aan een hoogen ta'k. Zij zou verder
moeten gaan, dacht zij. Maar het gor
dijn wapperde zoo heel dicht bij, dat zij
een nieuwen stap waagde. Het kant
schoot langs haar vingers. Met een
laatste krachtsinspanning greep zij een
piooi. De moed kwam weer tof haar
terug. Nu moest zij de lijst van O'Reil
ly's raam los laten.
Engel, bindt je voor mij vroeg zij
zich af, omdat zij zelf niet bidden kon.
Stadhuis. Zomer.
Brandweer.
Zoo heeft de gemeenteraad dan toch
besloten, dat het nieuwe stadhuis niet
op het Aiexanderveld zal komen, maar
midden in de afgebroken rommelwijk
van het Spui. In strijd met het advies
van vrijwel alle kunstzinnige personen
en gezelschappen is deze beslissing ge
nomen door een twintigtal raadsleden,
die, geen enkele uitgezonderd, in kennis
van aesthetica lager staan dan de min
ste der broederen die geadviseerd heb
ben om het Alexanderplein te kiezen.
Het is te hopen dat het gedraai van den
raad ditmaal eens niet is afgeloopen,
maar dat nog eenmaal de beslissing zal
veranderen. Wij herhalen onze opvat
ting, dat bij een gelegenheid als deze
weer eens duidelijk blijkt, dat de in
richting der gemeentelijke overheid een
gebrek heeft, dat zeer ernstige gevolgen
kan hebben en waarin een voorziening
dringend noodig is. Het moest niet
kunnen gebeuren, dat over een onder
werp als dit beslist wordt door een
college van ter zake volslagen ondes-
kundigen.
Enfin, het zij zoo. De historieschrij
ver zal te zijner tijd richten. Helaas is
het dan te laat.
Een ander zonderling besluit, dat
eveneens met een kleine meerderheid is
genomen, is bestemd om een tweetal
wijken in Den Haag droog te leggen,
d.w.z. te verbieden dat in die wijken
café's worden opgericht waar alcoho
lische dranken worden verkocht. Het
zijn de beide haven-wijken, één op
Scheveningen en één bij de Laakhaven,
de transport-haven.
Het doel van deze drooglegging is
heel goed, maar wat beduidt het als
daardoor het aantal vergunningen in
Den Haag gelijk blijft en in de overige
wijken het aantal herbergen dus groo-
ter kan zijn De logische gedachte
ontgaat ons. Men zit met het vraagstuk
van de drooglegging in een bizondere
moeilijkheid. Geleidelijke vermindering
van het aantal gelegenheden beteekent
nog niet geleidelijke vermindering van
het drankgebruik. Het hoopt zich alleen
op en het is zelfs te vreezen dat in de
weinige en dus géeotere gelegenheden
de prijzen zullen dalen, hetgeen zou lei
den tot toeneming van het gebruik. De
oplossing van dit vraagstuk is niet te
vinden en zal wel nooit gevonden kun
nen worden. Wanneer straks het wetje
op de plaatselijke keuze wordt aange
nomen de kans daarop lijkt ons niet
gering zal een kans op succes in
Den Haag niet zijn uitgesloten. We
laten de merites van dit stelsel rusten
maar we vragen alleen of onder de
tegenwoordige omstandigheden een
drooglegging van Den Haag wel wen-
schelijk zou zijn. De badplaats Scheve-
ningen heeft haar naam en attractie
voor een deel verloren doordat alle
vermaak er aan is ontzegd en het is er
de dood in den pot geworden. Zoolang
een badplaats heeft te concurreeren
moet zij daarin niet door bemoeizieke
gemeente-autoriteiten worden gehandi
capt. In Scheveningen moeien zelfs des
avonds om negen uur de winkels dicht
provinciaiig is er niets bij Wie dacht
dat het een voordeel was dat de bad
plaats onder beheer staat van een
groote gemeente vergist zich. Een
kleine gemeente zou begrijpen dat haar
leven aan de badplaats hing en dus al
les in hef werk stellen om die tot bloei
te brengen. Den Haag heeft meer sym
Zij kon slechts tellen. Zij vond het
vreemd dat haar zenuwen kalmeeren
zouden wanneer zij telkens weer haar
vingers op het gordijn telde maar
toch kalmeerde het haar.
Steeds steviger klemde zij zich aan
het gordijn vast. Het naar zich toetrek
kend, begon zij opnieuw dien eindeloo
zen tocht van enkele inches. Gelukkig,
het licht in O'Reilly's slaapkamer was
uitgedraaid. Voor het oogenblik was zij
veilig voor hem. Welk een typisch
woord was „veilig" juist op dat oogen
blik. Zij was nu zoover gekomen, dat
zij het gordijn loslaten en haar armen
over het kozijn slaan kon. Zij wierp er
haar lichaam op en bleef dan 'n oogen
blik liggen, uitgeput, nu de spanning
voorbij was. Maar was deze voorbij
Neen nog niet. Als haar voet van den
steenen muurkap gleed, zou zij de
kracht, die noodig was om op het kozijn
te klimmen, niet meer hebben. Een kort
oogenblik zou zij blijven hangen en dan
naar beneden storten
„De papieren zeide zij tot zichzelf,
om zich moed in fe spreken. „Zij zijn
nu bijna veilig Houd je goed, Clo
Een minuut nog en alle gevaar is
voorbij
De kamer aan gene zijde van het
raam was, evenals die van O'Reilly,
donker. Er was dus geen kamermeisje,
dat om hulp zou kunnen schreeuwen.
Clo stond zich een minuut toe om adem
te scheppen. Dan maakte zij zich gereed
om zich naar binnen te trekken. Met
behulp van het gordijn en een zwaar
meubelstuk, dat dicht bij het raam
pathie voor de ten ondergang gedoem
de visscherij te Scheveningen dan voor
de badplaats. Het eind zal daarvan zijn
dat èn visscherij én badplaats naar den
kelder gaan.
'Het zomerseizoen is thans eindelijk
begonnen. Zondag jl. heeft het goed in
gezet en er was alierwege enorme ani
mo voor. De lange duur van het voor
jaar met zijn guurheid had de spanning
van omlaag tot het hoogste opgevoerd.
Gelukkig is er dan nu ontspanning
gekomen doordat een mooie Zondag de
gelegenheid bood om eens uitstapjes te
maken. Het was al propvol op den bou
levard en in de bosschen rondom Den
Haag. Wat is het trekken naar de bui-
ten-dreven toch ontzaggelijk toegeno
men in de laatste jaren. Een zeer geluk
kig verschijnsel mogen wij dit noemen
en het ware te wenschen dat deze trek
nog meer toenam. Het ontvluchten van
de stad heelt een hygiënische beteeke-
nis die veel grooter is dan men wel
schat. Het is haast te beschouwen als
een correctief op het stadsleven, dat
uiteraard benauwd en bedompt is. Het
kampeeren neemt onder de jongelui ook
zeer toe en het is te betreuren dat de
overheid op dit punt weer haar gewone
achterlijkheid toont en eer belemmerend
dan bevorderend werkt. Het beschik
baar stellen van geschikte terreinen zou
deze zeer lofwaardige uiting van een
gezond leven heel wat kunnen bevor
deren. in plaats daarvan sluit men hoe
langer hoe meer de terreinen. Natuurlijk
moet dat straks weer ongedaan worden
gemaakt. De ouwe-tantes, die in alles
wat nieuw is, iets verkeerds zien,
schijnen nog altijd eer het oor der over
heid te hebben dan degenen die het
nieuwe favoriseeren.
Alles wat nieuw is is natuurlijk niet
altijd beter. Dat zien wij aan de nieuwe
organisatie van onze brandweer, die
een deel der politie is geworden. Er zijn
er die beweren dat de deugdelijkheid
der brandweer ernstig heeft geleden
door deze koppeling aan de politie.
Den Haag is eenigermate op stelten ge
zet door een zeer mislukte proef met
onverwachte alarmeering waartoe de
hoofdcommissaris van politie eenige
journalisten het recht had gegeven. Het
bleek inderdaad dat aan de spoedige
actie en aan de samenwerking wel iets
haperde. Daarom is het nog niet ge
zegd, dat de brandweer niet deugt.Wat
wij persoonlijk ervan hebben gezien,
was steeds zeer bevredigend en het
heeft op ons altijd den indruk ge
maakt dat de paraatheid niet te wen
schen overlaat. Wel hebben wij den in
druk dat zij die liever de brandweer op
den ouden voet hadden gehouden, niet
zoo hartstochtelijk plegen mee te wer
ken als men wel graag wenschte. Maar
dit is iets dat op den duur wel beteren
zal. De grondgedachte der samenvoe
ging is stellig goed en wanneer dooi
de tijden heen de algemeene samenwer
king volledig is verkregen, zal de een
heid niet alleen goed zijn maar vooral
veel goedkooper.
Het is ons altijd onbegrijpelijk ge
weest dat de overheid niet getracht
heeft de brandverzekering aan zich te
nemen. Wanneer dit geschied was was
het hoog houden van de brandweer een
eerste eisch voor eigen belang. De ver
zekering had dan ook kunnen dienen
tot dekking der kosten van de brand
weer. Het is prof. Treub geweest die
indertijd deze gedachte heeft geopperd
maar toen heette het plots dat brand
verzekering niets opleverde en dat ze
daarom niet geschikt was voor over
heidszorg.
Zou dit waar zijn Het lijkt ons dat
stond, leek dat vrij makkelijk en het
zou ook makkelijk geweest zijn, als
haar krachten niet bijna uitgeput wa
ren. Toch gelukte het haar eindelijk
met haar knieën op het kozijn te komen.
Dan stak zij een been erover heen en
tastte naar den grond. Zij had dien
juist gevonden, toen een sleutel in het
slot knarste en een deur, vóór zij zich
achter de gordijnen verbergen kon,
wijd geopend werd. Een lichtgolf
stroomde uit de gang binnen en teeken-
de haar witte gestalte af tegen den
donkerblauwen achtergrond van den
avond.
HOOFDSTUK XV.
Teruggaan beteekende den dood en
het verlies van Beverley's papieren.
Trouwens zij was gezien. Ditmaal
weigerden haar hersens haar den dienst
en als een bevroren bloem op haar
stengel bleef zij roerloos staan.
De gestalte in de deur was die van
een man. Het van achteren komende
licht maakte zijn gezicht onherkenbaar
voor haar, maar het meisje zag toch,
dat hij grooter was en een ander pos
tuur had dan O'Reilly. Misschien was
het de bewoner van deze appartemen
ten, dien zij met de mooie vrouw uit de
deur had zien komen. De man verroerde
zich niet. Als vastgenageld aan den
grond, bleef hij op den drempel staan.
„Mijn hemel hoorde Clodagh hem
prevelen.
„De idioot ziet mij voor een spook
aan", dacht zij. „Dit is de eenige ma
nier 'om mijn kans nog te wagen, vóór
de gemeente deze zaak zeer gemakke
lijk kan regelen. En de brandweer was
dan geen puzzle meer, vooral wat de fi
nanciën betreft. EiBER.
Staaltjes van beursstilte.
De spaak in het politieke vlieg
wiel. De beweging in Francs.
De toestand in Duitschtand.
Verminderde uitvoer van
Twentsche katoen. De win
sten der Margarinefabrieken.
De locale markt. Nederlan
ders goed prijshoudend. De
emissie van schatkistpapier een
succes. De onderhandelingen
met Rusland. Geen nieuws
onder de zon.
De beursomzetten nemen nog steeds
af. En het verschijnsel is internationaal
omdat de oorzaken internationaal zijn.
In New-York heeft men omzetten van
200 000 en 300.000 shares per dag, ter
wijl in normale tijden het millioen dik
wijls overschreden wordt. Te Londen
heeft de eerste stroohoed ter beurze zoo
groote sensatie verwekt, dat het object
onder de belangstelling der beursbe
zoekers bezweken is. En te Amsterdam
hebben den vorigen Zaterdag velen de
beurs vóór het sluitingsuur verlaten,
omdat de verveling hen te machtig
werd. Dat zijn feiten, die meer spreken
dan cijfers. Maar de cijfers spreken ook.
Wij hebben een paar weken terug reeds
op den teruggang der beursbelasting
over Maart gewezen, welnu, April slaat
voor 1924 een nieuw laagterecord
sinds het begin van dit jaar was de op
brengst namelijk als volgt Januari
ƒ438.743, Februari ƒ44.932, Maart
ƒ291.932, April ƒ216.436, zijnde dit één
der laagste cijfers sinds de belasting
is ingevoerd. Onder deze omstandighe
den behoeft men zich er dan ook niet
over te verwonderen dat „beursorders
serieus worden uitgevoerd", gelijk on
langs door een effectenfirma geadver
teerd werd, inderdaad, men heeft er alle
tijd voor.
ff
Zij die zich zelf de penitentie opleg
gen geregelij de buitenlandsche poli
tiek te volgen, zullen over die beurs
malaise niet verbaasd staan. Het schijnt
wel alsof het politieke vliegwiel, dat het
economisch raderwerk moet voortbe
wegen, door de jongste wijzigingen ge
heel tot staan is gebracht of in de ver
keerde richting draait. Terwijl hier de
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN.
hij weer moed krijgt."
Dan kwam de andere witte schoen
op het tapijt neer, met niet meer ge-
ruiseh dan een vallend rozeblad. Daar
na volgde een oogenblik van besluite
loosheid. Zou zij het wagen den man
op zij te duwen en langs hem heen den
hoek in te vluchten Neen, dat zou de
betoovering verbreken. Zij moest door
gaan met het spookspellétje en in het
donker verdwijnen
Licht van buiten liet haar de open
deur van een aangrenzende kamer zien.
Vandaar kwam de tocht, die de gordij
nen had doen wapperen. Clo deed een
paar zwevende stappen naar den man
toe, sohoot dan ter zijde en verdween
in de aangrenzende kamer. Zacht sloot
zij de verbindingsdeur en schoof er den
grendel voor. Bijna vlak tegenover de
plekr waar zij stond, was een dwars-
gang, die naar een der vleugels van het
hotel leidde. Met een sprong was zij er
in, zonder te durven omkijken, maar
onder het loopen toch met het oor van
een opgejaagd dier luisterend naar den
jager. Toen zij bij een trap kwam,
vloog zij die met twee treden tegelijk
af. Beneden gekomen waagde zij het
haar pas wat in te houden. Het was
diner-uur de meeste gasten zouden
in het restaurant zijn of elders dinee-
ren maar er konden bedienden zijn.
Clo dwong zich om kalm naar bene
den te gaan, want zij durfde geen ge
bruik maken van de liff. Eindelijk, toen
hef haar toescheen dat zij van den top
van Jacob's ladder op de aarde was
gekomen, hield de trap op. Zij liep be-