SEN derOpruiming Z4TERDAO lO MEI Eerste Blad ÏÖSTUIIMS, nJAPONNEN ASSER ie Maatschappn w oomvaart - No 111 62e Jaargang GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON VROUWENLIST Verkeersgevaren. TURKSCHE ROZENZEEP Brieven uit de Hofstad G 10 MEI ENDSCHAP, :s VRIJ an jk lage prijzen bij iSSTRAAT 6 Verhuur, Koop en Verkoop en Dlenstaanvragen, enz. etallnj», van 1-5 regels egel meer 15 cent een mode- en con- spoedig in dienst te JUFFROUW, ïk 'bekend goed sa- motto „Winkeljuf- ,Vliss. Courant". RENHUIS eeld van Naerebouf. gevens verschaft het PIETERSE VAN eubileerde OPKAMER et kookgelegenheid, er. Huurprijs 30.— even onder No. 200, Courant". e in deze rubriek kost ts 75 cent DE PUBLICITEIT "Wu «ENTEN. sedert jaren geves- Rotterdam solicde, orkeur gehuwde per- /orrnen, zoo noodig een inspecteur, eener ilaatse en omstreken >eheer. risie. Bijzonder ge- den van Ievensverze- rieven onder letters idel VONK, Bergweg n net ^GMEISJE nu ren, niet beneden de au „Vliss. Courant" TE HUUR 4. Boulevard Banker zoo goed als nieuwe DAMESFIETS isstraat 145. diddelb. - Rotterdam igelegen plaatsen l/AN PASSAGIER REN EN VEE. SIM i.H' >11 8 Wei 2 3 3 ngen wordt Woens- rdag 's morgens te» Middelburg gevaren. ities is oeKoiuett V.V Tranaport- Erven 9. V0S Odbl'BBHOOTW.»1 ■at mis* rei VLISSINGSCHE COURANT Dit nummer bestaat uit 2 bladen VRIJSTELLING VAN DEN DIENST PLICHT. De Burgemeester van Vlissingen brengt het volgende ter kennis van belangheb benden. De Dienstplichtwet vermeldt zes redenen van vrijstelling, te weten a. broederdienst b. kostwinnerschap c. persoonlijke onmisbaarheid d. het bekleeden van een geestelijk of een godsdienstig-menschlievend ambt of opleiding tot zoodanig ambt e. verdrag f. aanwezigheid van een bijzonder geval. In verschillende artikelen der wet is ge regeld wat als zulk een reden van vrijstel ling in aanmerking komt. Het voornaamste van de daaromtrent bestaande bepalingen wordt hieronder voor elke reden afzonder lijk vermeld. De vrijstelling, verleend om een der on der a, b en c genoemde redenen, geldt niet in geval van oorlog, oorlogsgevaar of an dere buitengewone omstandigheden. Het zelfde kan ook van toepassing worden ver klaard op de vrijstelling, verleend om de onder f genoemde reden. Aanvragen om vrijstelling. Wie vrijstelling wenscht aan te vragen, moet zich daartoe in den regel wenden tot den burgemeester van de gemeente, voor welke de belanghebbende voor den dienst plicht ingeschreven is. Hij moet dan binnen den tijd, hierna vermeld, ter secretarie van de gemeente mondeling aanvragen de noo- dige bewijsstukken op te maken of zoo danige stukken inleveren, een en ander zooals hierna nader is aangegeven. Een en ander kan ook door een ander dan den in geschrevene namens dezen geschieden. De bungemeester zorgt, dat de stukken worden gezonden aan de autoriteit, die over het verleenen van vrijstelling heeft te beslissen! Voor zooveel broederdienst en geestelij ken enz. betreft, moet de vrijstelling wor den aangevraagd tusschen 16 en 31 Mei van het jaar, waarin het inschrijvingsregis ter is gesloten. Voor zooveel kostwinner schap en persoonlijke onmisbaarheid be treft, moet de vrijstelling worden aange vraagd in October van het jaar, waarin de ingeschrevene heeft geloot. Ontstaat het recht op vrijstelling na 16 Mei of wat kostwinnerschap en persoonlijke onmisbaarheid betreft, na 16 October, dan moet de aanvraag geschieden binnen 14 da gen nadat dit recht is ontstaan. Voor het opmaken van stukken betref fende vrijstelling wegens broederdienst wordt ter secretarie dezer gemeente in het bijzonder zitting gehouden tusschen 9 en 12V2 uur voormiddags, op eiken werkdag. Bij het aanvragen van vrijstelling wegens broederdienst moeten door de zorg van den belanghebbende tegenwoordig zijn twee getuigen, die meerderjarige personen moeten zijn, van wie kan worden aange nomen, dat zij met het gezin, waartoe de ingeschrevene behooYt, voldoende bekend zijn. Van elke aanvraag om vrijstelling wordt terstond een bewijs afgegeven aan den persoon, die de aanvraag doet. Beslissing omtrent vrijstelling. Omtrent vrijstelling wegens broederdienst wordt beslist door Gedep. Staten. Omtrent vrijstelling wegens een andere reden wordt beslist door den Minister van Oorlog of, als het iemand betreft, die voor de zeemacht bestemd of bij .de zeemacht ingelijfd is, door den Minister van Marine. Beroep. Tegen elke omtrent vrijstelling gedane 'Uitspraak staat beroep open bij de Konin gin. Hieromtrent worden nadere mededee- lingen gedaan bij de bekendmaking van de uitspraken. Broederdienst Bij de Dienstplichtwet is als beginsel Naar het Engelsch. H) Haar eenige reden van dank baarheid bestond in het feit, dat hij Clo vergeten had. Als hij eraan gedacht had, haar geld te laten brengen, zou het meisje misschien naar boven gekomen zijn om instructies te vragen. In Bever ley's hersens was voor geen enkele an dere gedachte plaats dan voor de vraag ,;Hoe moet ik aan dat pakje komen en het aan Clo geven „Doe je oogen dicht", zeide Roger. ..De klok zal dadelijk slaan en je mag n,et kijken voor zij uitgeslagen heeft." Beverley gehoorzaamde, zooals zij een bevel gehoorzaamd zou hebben, wo stil te staan en door haar hart ge schoten te worden. „Een twee" sloeg de koekoeksklok in den hoek 'ongzaam en zij voelde, dat iets kouds en zwaars om haar hals geworpen werd „Drie vier eindigde de klok. Roge 00Sen maar open", zeide "Oh 1" riep Beverley heel verbaasd. P haaz teergrijze japon glinsterde de uubbele rij parels als groote dauw droppels op een spinneweb. „Het kan st-iL Xaar ziin- 's een droom «Melde de jonge vrouw. Zij hield van s en wist, dat dit buitengewone aangenomen, dal uit ieder gezin -niet meer dan één zoon behoeft te dienen. Het kan echter gebeuren, dat door het verleenen van vrijstellingen, door afkeuring enz. niet genoeg personen overblijven om tot ge woon dienstplichtige bestemd te worden. In dat geval kunnen ook de voorloopig- vrijgestelden, voor zoover noodig, tot ge woon dienstplichtige worden bestemd. Voorloopig vrijgesteld worden in het alge meen diegenen, die behooren tot een getal broeders, waarbij de helft of, bij een on even getal, de kleinste helft nog niet ge diend heeft, noch tot gewoon dienstplich tige bestemd is. Vrijstelling wegens broederdienst wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens broeder gediend heeft bij de landmacht, bij de zeemacht of bij de overzeesche weer macht. Onder broeder wordt verstaan de wettige broeder of de wettige halfbroeder. Als broederdienst komt slechts in aan merking de dienst van den broeder, die a. gedurende ten minste vijf en een halve maand de maand gerekend op 30 da gen in werkelijken dienst is geweest of, indien hij als dienstplichtige een eerste oefening van korteren duur te vervullen had, 'deze oefening heeft volbracht b. militair pensioen geniet of heeft ge noten c. gedurende zijn werkelijken dienst is overleden. Met den dienst, door een broeder ver vuld, wordt gelijkgesteld de dienst, vervuld door een ingevolge de wet voor den broe der gestelden plaatsvervanger bij de militie. Indien twee of meer broeders voor een zelfde lichting tot gewoon dienstplichtige bestemd zijn, wordt, tenzij zij onderling anders overeenkomen, de oudste hunner en ■bij gelijken ouderdom hij, die het eerst in het alphabetisoh register werd vermeld, be schouwd als degeen, wiens dienst zoo deze voldoet aan de hiervóór vermelde eischen recht op vrijstelling voor de an deren oplevert. Te allen overvloede wordt nog opge merkt, dat hij, die nog geen recht op vrij stelling wegens broederdienst heeft, door dat de dienstplichtige of vrijwillig dienende broeder nog niet of nog niet lang genoeg in werkelijken dienst is geweest, alsnog vrij stelling kan aanvragen binnen 14 "dagen nadat de voor broederdienst vereisohte werkelijke dienst is volbracht. Hij, voor wien na den gewonen tijd recht op vrijstel ling ontstaat, doordat een broeder militair pensioen verkrijgt of gedurende zijn wer kelijken dienst komt te overlijden, kan eveneens vrijstelling aanvragen binnen 14 dagen nadat dit geval zich voordoet. Indien de ingeschrevene als gewoon dienstplich tige zou moeten worden ingelijfd, voordat de dienst van den broeder voldoende is voor vrijstelling, of voordat de vereisohte stukken kunnen worden overgelegd, zal in den regel aan den ingeschrevene, als deze het te zijner tijd vraagt, uitstel van eerste oefening worden verleend in afwachting van de aan te vragen vrijstelling. Kostwinners. Vrijstelling wegens kostwinnerschap .wordt verleend aan hem, door wiens ver- bliif in werke'ijken dienst voor eerste oefe ning voldoende middelen tot levensonder houd aan andere personen ontbreken of zouden kömen te ontbreken. Onder deze personen worden uitsluitend begrepen a. de echtgenoote van den ingeschrevene; b. zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie c. zijn andere bloed- en aanverwanten in den tweeden graad d. zijn pleegouders e. degenen, in wier onderhoud de inge schrevene ingevolge rechterlijk vonnis moet voorzien. Geldt het iemand, die reeds is ingelijfd, dan wordt de vrijstelling niet verleend, zoo de belangen van den dienst het wenschelijk maken haar niet te verleenen. Het verdient bijzondere aandacht, dat vergoeding wegens kostwinnerschap voor het verblijf onder de wapenen voor eerste oefening slechts bij uitzondering wordt toegekend, namelijk alleen in het geval, dat de behoefte daaraan eerst tijdens den duur der eerste oefening ontstaat of wanneer e belangen van den dienst in ander opzicht prachtstukken waren. Zij wist echter een wereld van emotie te leggen in één kus en in één omhel zing. Haar zwijgende angst werd ge maskeerd door verbijstering. Op dat oogenblik kreeg zij een ingeving. Zij voelde zich als de koningin van New- York, zeide zij. Zij moest naar haar kamer om in de psyche te kijken, daar de spiegel in de studeerkamer niet groot genoeg voor haar was. In een minuut twee minuten misschien zou zij terug zijn. Zij had een .God dank kunnen uitsnikken, toen Roger, lachend om haar ijdelheid, haar gaan liet. Ditmaal volgde hij haar niet. Hij stond naar het roodfluweelen kistje met de kroon en het monogram der koningin te kijken. Hij had Beverley de som, die hij voor de parelen gegeven hadt niet genoemd. Hij vroeg zich af of zij vermoedde, dat zij hem een vermo gen gekost hadden. Waarom kwam zij niet terug Beverley had zeifs geen blik in de Psyche geworpen. In haar kamer rukte zij de lade open, waarin zij haar hand schoenen in naar rozen riekende sachets bewaarde. Den grootsten daarvan nam zij en dan wierp zij den inhoud in de lade. Met bevende vingers scheurde zij het zijden kussen van boven open en haalde er een lange met drie gouden zegels verzegelde enveloppe uit. Zij zou heelemaal niet meer aan de parelen der Koningin gedacht hebben, wanneer het snoer niet was blijven hangen aan niet toelaten den ingelijfden kostwinner vrii te stellen. N.B. Vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt aanvankelijk één of meermalen voor een bepaalden duur verleend. Is de vrijstel ling reeds voor een gezamenlijken duur van ten minste vier jaren verleend en blijkt de grond voor de vrijstelling bij een daarna te nemen beslissing nog aanwezig, dan wordt de vrijstelling voorgoed verleend. Zoolang de vrijstelling nog niet voorgoed verleend is, kan zij, worden ingetrokken, als blijkt, dat de grond voor de vrijstelling niet meer bestaat. Persoonlijke onmisbaarheid. Vrijstelling wegens persoonlijke onmis baarheid wordt verleend aan hem, wiens aanwezigheid noodzakelijk is voor de in standhouding der middelen van bestaan van personen, als hiervóór met betrekking tot kostwinners onder de letters ae zijn vermeld. Wat hierboven onder „N.B." staat, geldt ook voor deze reden van vrijstelling. Geestelijken enz. Vrijstelling wordt verleend a. aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder-diakoon van een godsdienstige vér- eeniging en den roomsch-katholieken or debroeder b. aan den student in de godgeleerdheid en den zendeling-kweekeling, die tot gees telijke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder-dia koon van een godsdienstige vereeniging wordt opgeleid. Wie geacht worden een dezer hoedanig heden te bezitten, is omschreven in een tweetal tabellen, die belanghebbenden ter secretarie dezer gemeente kunnen raadple gen. De vrijstelling kan ook worden ver leend, indien de ingeschrevene verkeert in een geval, dat met een der in de tabellen omschreven gevallen kan worden gelijk gesteld. Tot het aanvragen van de hierbedoelde vrijstelling moet bij den burgemeester worden ingeleverd een verklaring, waaruit bliikt. dat de ingeschrevene verkeert in een der gevallen, in de tabellen omschreven, of in een daarmede overeenkomend geval. De hierbedoelde vrijstelling wordt aan vankelijk één of meermalen voor een be paalden duur verleend. Is de vrijstelling reeds voor een gezamenlijken duur van ten minste vier jaren verleend en blijkt de grond voor de vrijstelling bij een daarna te nemen beslissing nog aanwezig, dan wordt de vrijstelling voorgoed verleend. De vrijstelling houdt op te gelden, zoodra de vrijgestelde ophoudt te verkeeren in het geval, waarop de vrijstelling gegrond was. Verd^g. Vrijstelling wegens verdrag wordt ver leend aan hem, die blijkt ingevolge een ver drag -met een vreemden Staat niet tot krijgsdienst verplicht te zijn. Bijzondere gevallen. Wat als een bijzonder geval wordit aan gemerkt, staat ter beoordeeling van den Minister. Vlissingen, 7 Mei 1924. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. De verschrikkelijke spoorwegramp bij Bellinzona ligt nog ongetwijfeld in aller geheugen. Een groot verlies aan menschenlevens is daarbij te betreuren geweest, en behalve .het aantal der slachtoffers, welke de ramp tot een gebeurtenis maakte, waaraan de ge- heele wereld deelnam, sprong ook.het feit in het oog, dat er onder de omge komenen waren, die in de maatschappij vooraanstonden en op politiek en eco nomisch gebied van hun land een zeer voorname plaats innamen. Doch na tuurlijk om het even of het een hoogge plaatst of een zeer nederig levend den sleutel van de lade, toen zij zich vlug omkeerde om te gaan. Voor zij het redden kon, brak het koord en begon nen de als erwten zoo groote parelen als hagelsteenen te vallen. Met een gil greep zij de gebroken einden van het koord, trok het over haar hoofd en wierp het tusschen de zakdoeken in de lade. Zij gunde zich zelfs geen tijd om de lade te sluiten. Wat de gevallen parelen betreft minstens een dozijn zij had geen tijd om daaraan te denken of aan waf Roger zou zeggen, wanneer hij het on geluk hoorde. Haar hoed, die nog op het bed lag, waarop Roger hem geworpen had, op haar hoofd drukkend, liep zij de kamer uit, terwijl zij de enveloppe in een taschje stopte. Het geluk was met haar. Zij kwam, zonder gezien fe worden, in de lift. Toen na verloop van vijf minuten Beverley nog niet terug was, besloot Roger naar haar kamer toe te gaan. Hij deed de deur van de slaapkamer open en keek naar binnen. Iets rolde voor Roger's voet op den drempel weg. Hij bukte zich en raapte het op het was een heel groote pare!. Een rilling van angst doorhuiverde hem. Hij dacht, dat het nieuws, dat hij de parelen gekocht had, reeds doorge drongen was tot de onderwereld. In die enkele minuten, dat hij kalm op haar wachffe, kon Beverley vermoord zijn. Dergelijke dingen gebeurden. Hij trapte mensch betreft, het is een even diep betreurenswaardig ongeluk te noemen. Uiteraard heeft het gebeurde bij Bel linzona opnieuw aller aandacht op de veiligheid en de gevaren gericht, welke 't verkeerswezen medebrengt immers, is het niet zoo zeer de botsing geweest, welke het grootste onheil gesticht heeft dan wel wat daarop gevolgd is. Het feit namelijk, dat kort nadien in ver schillende wagens een brand is uitge broken, welke de ramp een veel grooter uitbreiding gaf, dan zij anders onge twijfeld zou hebben aangenomen. En al aanstonds is de belangrijke vraag ge rezen, aan welke oorzaak het uitbreken van dien brand in verschillende com partimenten te wijten is geweest, waar door tal van reizigers, die wellicht an ders nog gered hadden kunnen worden, of zij het ook min of meer ernstig ge kwetst er nog het leven afgebracht hadden kunnen hebben, nu op de af schuwelijkste wijze levend verbrand zijn. Dit toch is het geval geweest met die reizigers, welke in de Duitsche wagens, die in dezen internationalen trein medeliepen, hadden plaats geno men. Men heeft dan ook aanstonds van Duitsche zijde een diepgaand onder zoek ingesteld naar de oorzaak van dien noodlottigen brand. Dit onderzoek ging in de richting der verwarmings wagens, ketelwagens, welke medege voerd werden, daar de electrische loco motieven, welke deze treinen plegen te trekken, zelf niet voor verwarming van den trein zorg kunnen dragen. Echter heeft een verder ingesteld nauwkeurige expertise aan het daglicht gebracht, dat het niet de verwarmingsinstallaties zijn geweest, op wier rekening het groote aantal dooden te staan komt, maar het de verlichting, de gasverlich ting is geweest, die de oorzaak van den grooten omvang der droevige ramp moet genoemd worden. En wel hier door, daar door de botsing enkele der gaspijpen gebroken zijn, die het gas uit de gasketels naar de compartimenten leiden, welke gasketels onder zwaren druk het gas medevoeren. Dit aldus in de wagons gekomen gas heeft vlam gevat en alles in minder dan geen tijd in lichterlaaie gezet. Met welke ontzet tende gevolgen is bekend. En opnieuw is maar al te zeer op ontzettende wijze gebleken, hoe gasverlichting van trei nen als verouderd moet beschouwd worden. Dit was trouwens reeds lang als vaststaand erkend, en voor het inter nationale spoorwegverkeer was dan ook op verschillende conferenties vast gesteld dat dit soort verlichting ver dwijnen moet. Dat het niet reeds alge meen verdwenen is, en door electrische verlichting vervangen, is een gevolg van de benarde omstandigheden waar onder verschillende buitenlandsche spoorwegmaatschappijen thans de ex ploitatie moeten volhouden. Het ge beurde te Bellinzona echter zal, nood gedrongen, aan een toestand een einde maken, die een keer te meer en op verschrikkelijke wijze getoond heeft, geen dag langer te mogen bestendigd worden. Als vanzelf doet- zich de vraag voor, hoe het met de binnenlandsche spoor wegen, die in ons eigen land, gesteld is. Zeker, ook te onzent staan de diverse op een tweeden parel en zag, dat er nog meer op het rose karpet lagen. Aan het voeteneinde van het bed was een groot scherm gezet om 's ochtends het licht uit Beverley's oogen te hou den. Stel je voor, dat hij haar daar achter dood zou vinden. Terwijl hij zich vermande om te gaan kijken, kwam Beverley zelf in de ka mer. Het leek, alsof zij bij het zien van hem terugdeinsde. „Ik dacht, dat je ontvoerd of ver moord was hijgde hij. „Wat is er gebeurd „Niets", stamelde zij. „Het was alleen wij hadden Clo vergeten ik moest haar dat geld brengen. Ik Zij hield op, toen zij den parel in Roger's hand zag. „Is het niet verschrikkelijk, dat het koord brak ging zij vlug voort. „Ik bleef er mee haken in den sleutel van de lade. Ik wou gauw naar jou terug gaan. Ik wist, dat de parels hier veilig waren. Ik heb de deur gesloten en ben vlug naar beneden geloopen." „Dat zie ik", zeide Roger droogjes. Al de vreugde, die hij over zijn prachtig cadeau gevoeld had, was weg. „Wat beteekenen een paar parelen meer of minder bij het gemak van miss Riley „O, Roger 1" Beverley barstte in tranen uit „Kijk me niet zoo aan.Spreek niet zoo tegen me. Denk je, dat ik de parelen niet op prijs stel Dat doe ik wel en om de parelen en om de liefde, die ze jou heeft doen geven Ik heb naar een impuls gehandeld INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. HET SCHOONHEIDSMIDDEL u maatschappijen, die het spoorwegver keer regelen, er nu niet al te best voor. Maar met het gebeurde ginds voor oogen, lijdt het geen twijfel of de over heid zal de maatschappijen moeten voorschrijven, aan 't absoluut in discre- diet vervallen gasverlichtingsgebruik een spoedig einde te maken, welke gel delijke bezwaren daaraan ook mogen vastzitten. Weliswaar loopen er enkele electrisch verlichte spoorwegen in ons land, doch deze zijn te zeer uitzonde ring gebleven, en bij geen enkele Ne- derlandsche spoorwegdirectie is van een krachtige neiging, laat staan uit voering, gebleken om stelselmatig tot een afdoende verandering in deze ma terie over te gaan. Gelukkig; driewerf gelukkig, behoo ren groote spoorwegrampen in ons land tot de zeldzame uitzonderingen. Maar geheel onbekend zijn zij ook hier te lande, helaas, niet. En daarom dient door de gestelde machten, gesteund door de openbare meening tot een ten spoedigste plaatsvindend onderzoek en regeling te worden overgegaan. De vreeselijke ongeiukkigen, die men in de ramp bij Bellinzona als levende bran dende fakkels aan de wanhoop ten prooi, door de halfvernielde wagens heeft zien hollen, dringen hierop aan, duidelijker dan eenig woord vermag te doen, als zijnde een onontkoombare eisch, ten einde een zoo groot moge lijke veiligheid te scheppen tegen de toch alreeds zoo talrijke verkeers gevaren. Stadhuis. Willem II. Wederom heeft de vroedschap der residentie een middag- en een avond vergadering besteed om te praten over de plaats, waar het stadhuis behoort te komen. Er ligt al zes jaar een besluit „Precies. Dat heb je al meer gedaan. Excuseer je niet, lieve kind. Het is de moeite niet waard. Ik geef minder om die dingen dan jij. Bel je kamenier en laat die ze opvegen. Misschien zal zij ze vandaag of morgen allemaal vin den „Neen", zeide Beverley, de hysteri sche snikken, die haar benauwd maak ten, terugdringend. „Neen, ik wil niet, dat iemand anders naar die parelen zoekt dan ik zelf. Tenzij jij, Roger, wilt bewijzen, dat je me vergiffenis schenkt door me te helpen." „Ik heb een afspraak", zeide hij. „Ik moet onmiddellijk gaan, want ik ben toch al te laat." Het was niet waar. Hij had geen afspraak. Maar hij voelde, dat hij alleen moest zijn, in de frissche lucht. Toen Clo van haar boodschap in het Hotel Westmorland terugkwam en van de auto naar de deur liep, zag zij hem niet, maar Roger zag het jonge meisje zich naar binnen haasten, alsof iedere seconde van gewicht was. Nauwelijks was zij in het huis, of een man kwam den hoek omgeloopen. Hij liep lang zaam en keek op naar den gevel, als of hij daar groot beiang in stelde. En Roger, aan het andere einde van het blok huizen, herkende Justin O'Reilly. HOOFDSTUK VIII. Clo herinnerde zich Beverley's in structies en ging regelrecht naar haar eigen kamer, maar het dreigement van

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1