hemd en rok. ZATERDAG 26 APRIL, perste Blad No 99- 62e Jaargang: FEUILLETON VROUWENLIST BINNENLAND Beursbeschouwingen SSINGSCHE COURANT pit nummer bestaat uit 2 bladen fj\en zal er ons moeilijk een verwijt van kunnen maken( dat wij kooplustig cn koopkrachtig Nederland niet genoeg zaam hebben aangespoord, er toch vooral op te letten niet ohnoodig buiten- kandsch fabrikaat boven het inheemsche jC voorkeur te geven. Meet dan eens wezen wij reeds op het verkieselijke om, wanneer niet in degelijker bewerking, betere kwaliteit der waar of geschikter vorm het uitheemsch product boven het Nederlandsche uitmunt, dit laatste van onze leveranciers te eischen. Een eisch, die rechtstreeks voortvloeit uit een le vendig, nationaal plichtsgevoel. Wij zijn dan ook niet bevreesd, uitgemaakt te worden al te veel protectionist te zijn in den gebruikelijken zin van dat woord, in een land, dat bij den vrijhan del immer wèl voer en er de eeuwen doorzijn welvaart aan te danken gehad beeft, wanneer we nog een stap verder gaan en het preferabel zouden vinden ook dan aan Nederlandsch fabrikaat de voorkeur te geven, wanneer het buiten- landsch zelfs iets geringer in prijs mocht uitkomen. Immers de tijden, met hunne groote gedruktheid in handel en industrie, zijn er thans allerminst naar, om ten opzich te van welke factor, hoe gering ook, onverschillig te zijn, zoo deze iets kan bijdragen om de vaderlandsche nijver heid te helpen. Want elke bestelling, j elke opdracht aan onze groot- of'klein- industrie neemt een deeltje weg van de heerschende werkloosheid, vermindert, al is het nog zoo gering, den last aan werkloozensteun, welke de gemeen schap is opgelegd. En zoo ooit, dan geldt hier het spreekwoord, hetwelk ons leert, dat vele kleintjes een groot ma ken,'en dat too maar algemeen meer aan het eigen fabrikaat de voorkeur werd geschonken, onze nijverheid zeer zeker een aanmerkelijk deel harer be- drijfsmogelijkheden zou voelen toene men. Gunstiger bedrijfsuitkomsten be- teekenen ook in miet geringe mate voor deel voor de schatkist, vermindering dus van de financieele moeilijkheden waaronder 's lands financiën gebukt gaan, en aldus ontheffing van een deel van dien omvangrijken druk, waaronder alle belastingbetalende burgers thans moeten leven. Niets is bovendien gevaarlijker uit moreel oogpunt voor een volk dan de gedwongen lediggang van duizenden en duizenden voor geruimen tijd niets is zoo heilzaam voor ons allen, dan een rustige, gestadige arbeid, dan de zegen van eiken dag zijn krachten te mogen geven aan een taak, die op ons wacht, en aldus het besef 'met zich te mogen omdragen, mede te werken, in welk ge ring onderdeel desnoods ook, aan het reusachtig raderwerk, dat de samenle ving op gang en in stand houdt. Dat groote voorrecht wordt den gedwongen werklooze onthouden, en bij het materi- eele gemis, hetwelk hem zijns ondanks Naar het Engelsch. 3) ./leeft niemand op een opvallende wijze getracht kennis met u te maken ..De conducteur, de porter en een Paar kellners zijn de eenige personen, met wie ik een woord gewisseld heb behalve dan iemand, dien ik opper vlakkig ken een zekeren O'Reilly, een 'M van het Congres uit Californië. Maar me zal u wel niet interesseeren 1" ..Geen enkele man interesseert me... behalve degene, die mij het leven redt", 'uidde het verrassende antwoord. Ter wijl zij het zeide, bedekte plotseling een lichte blos haar gezicht en keek zij ™g een anderen kant uit. Roger voelde bat de woorden haar ontsnapt waren, bat zijzelf niet wist wat zij zeide vóór "et te laat was. In plaats dat hij baardoor minder sympathie voor haar oelde, vond hij haar nog aardiger. Hij 'aaide de enveloppe uit zijn zak om naar die te laten zien. ..Ik heb ze den heelen nacht onder 'in hoofdkussen gehad", zeide hij. u j weet beusch niet, wat ik zonder ad moeten beginnen", antwoordde hliü1 »«een bijna deemoedige dankbaar- hii R°ger zeide tot zichzelf, dat nLten..zekere leegte voelen zou, wan- er7z'l weg zou zijn. OD ri»'k 11 m'sschien in Chicago nog een of andere wijze van dienst treft, mag men ook de onstoffelijke, de moreele bevrediging, welke hem wordt ontzegd, niet 'gering aanslaan. Indien één maatschappelijk euvel, dan is het wel dat der werkloosheid, dat gelijk een scherp zwaard, aan beide kanten snijdt en wondt. Daarvan overtuigd te zijn, mag men voorzeker van ale weldenken- den onder ons veronderstellen en ook, dat zij daarnaar zullen handelen. Des te meer bevreemdend is het, te moeten ontwaren, dat er in ons land nog tal van autoriteiten zijn, die den eenvoudigen stelregel, dat eigen boven vreemd behoort te gaan, niet voldoende kennen, die de simpele waarheid, dat het hemd ons nader dan de rok is, maar al te zeer voorbijzien. Dat is nog niet zoo lang geleden gebleken door de pu blicatie van een aanschrijving van on zen minister van bfnnenlandsche zaken aan de hoofden van alle Nederlandsche gemeenten. Daarin toch acht de pre mier zich genoodzaakt er nadrukkelijk op te wijzen, van hoe groot belang het is, dat zopwel rijks-, provinciale- en gemeentelijke organen, als niet minder de particlier, al het mogelijke zullen doen, om hun benoodigdheden van de vaderlandsche nijverheid te betrekken. De minister roept ten zeerste aller me dewerking in voor het bevorderen van het koopen van Nederlandsch fabrikaat. Ons dunkt, die medewerking zal en mag niet uitblijven het is toch onver dedigbaar wanneer, zonder dwingende redenen, onze eigen nijverheid voorbij gegaan wordt, met al de bovengeschet ste nadeelen voor allen. Dat mogen gewestelijke en gemeentelijke besturen in den lande, terwille van het groote belang waar het om gaat, goed voor oogen houden. De minister dringt er met klem bij hen op aan, het koopen van eigen voortbrengselen te bevorderen, niet alleen voor zoover dit bij particu lieren mogelijk is, maar ook en vooral bij instellingen en vereenigingen, die aan deze besturen „rekenplichtig zijn of van hen steun ontvangen". Een woord van aansporing, waar mede we volkomen kunnen instemmen een woord, dat duidelijk de juiste waar de teekent, welke een gezonde opvat ting medebrengt van het nu eenmaal noodzakelijke onderscheid tusschen „hemd" en „rok". Nooduitkeering aan de gemeenten. In de memorie van antwoord op het voortoopig verslag van de afdeelingen der Eerste Kamer over hoofdstuk finan ciën der Staatsbegrooting voor 1924 wordt het volgende gezegd De voorstelling, als zou de regeering een belofte hebben afgelegd tot het toekennen van een nooduitkeering aan de gemeenten, waaraan zij ook thans nog zou zijn gebonden, is in meer dan één opzicht onjuist vooreerst, omdat geen minister aan de gemeenten te de zer zake iets te beloven heeft en mits dien, gesteld een minister had zich in dezen vorm uitgelaten, dan toch een gemeente daaraan slechts de beteekenis zou kunnen toekennen van een toezeg ging om een wetsontwerp in te dienen. Het inrichten van de gemeentebegroo- ting op het verkrijgen van die uitkee- ring was dus zelfs in dat geval, in zoo kunnen zijn vroeg hij. „O, ik hoop, dat ik daar afgehaald zal worden door een vriend. Misschien zal ik u nooit meer zien maar ik zal u nooit vergeten." Roger Sands voelde zich doortrild door een onaangename emotie. Hij haat te den „vriend", die de zorg voor het jonge meisje van hem afnemen zou. „Maar Chicago is nog ver", zeide zij, toen hij bleef zwijgen. „Het zal u wel een ongelooflijke geschiedenis toelijken, maar het gevaar waarin ik verkeer... het gevaar, waarin deze enveloppe ver keert... is niet voorbij voordat u mij veilig overgegeven hebt in de handen van mijn vriend. Wilt u dat doen Wilt u mij tot het laatste oogenblik helpen „Zeker", antwoordde hij. „En komt u nu en dan eens een tijdje met mij praten in het compartiment, als u het tenminste niet vervelend vindt Roger glimlachte. Een zilveren rand begon door de wolk te schijnen. Gelukkig kende hij niemand in den trein behalve O'Reilly, die in een ander compartiment zat. en hij hoopte, dat weinigen hem zouden kennen. Hij kon haar verzoek niet afslaan en ging nu en dan een half uurtje met zijn „zieke nicht" praten. En toen Roger door den sluier van schoonheid ook iets als karakter begon te zien, voelde hij, dat het mysterie steeds grooter werd. Maar het onvermijdelijke oogenblik kwam. De porter borstelde hoeden en jassen af. Koffers werden gesloten. De Limited stoomde, zijn vaart verminde rend, het groote station binnen. Toen, verre voorbarig, dat daarmede op de beslissing van den wetgever werd voor uitgelopen. In de tweede plaats echter wekt het spreken van een bindende belofte aan de gemeenten een gansch verkeerden indruk omdat de ambtsvoorganger van den minister niet meer heeft gedaan dan zijn voornemen mededeelen om een des betreffend wetsontwerp in te dienen. De minister blijft dan ook van mee ning dat er geen enkele reden bestaat zijn standpunt in deze te herzien. Uitvoering vleeschkeuringswet. Naar de „Vee- en Vleeschhandel" meldt, heeft de directie van de vereeni- ging van Nederlandsche gemeenten ter kennis van-haar leden gebracht, dat het voorschrift betreffende de onbruikbaar- making van vleesch door behandeling in een destructor reeds geruimen tijd haar aandacht heeft. Zij herinnert er aan, dat voor ten hoogste vijf jaren na het in werking treden van het Kon. be sluit van 5 Juni 1920 ontheffing kan worden verleend en dat wanneer deze termijn verstreken is, alle gemeenten in de noodzakelijkheid zullen verkeeren om ten behoeve van de bedoelde on- bruikbaarmaking de beschikking te hebben over een destructor. Teneinde de uitgaven voor de aan schaffing van een destructor te bespa ren en ook om een meer economische verwerking van afgekeurd vleesch mo gelijk te maken, hebben reeds enkele gemeentebesturen de mogelijkheid over wogen om het onbruikbaar te maken vleesch te doen verwerken door een fabriek van vleesch- en beendermeel. De directie deelt thans mede, dat plannen om voor het geheele land een regeling te treffen zoodanig, dat vrijwel alle gemeenten in de gelegenheid wor den gesteld om haar afgekeurd vleesch in een fabriek als bovenbedoeld te laten verwerken, in een vergevorderd stadi um van voorbereiding verkeeren. Vol gens deze plannen zal het land verdeeld worden in 7 districten en in elk daarvan zal een fabriek worden opgericht om het afgekeurde vleesch uit dat district te verwerken. Door het sluiten van een contract met de vennootschap die deze fabriek exploiteert, zouden de gemeen ten niet alleen worden ontjieven van de verplichting om zelfs een destructor ter beschikking te hebben, dsch zouden zij zelfs voor het verwerkte vleesch nog een vergoeding ontvangen. Het autobus-vraagstuk. De Kamer van Koophandel eni Fa brieken voor Oostelijk Noord-Brabant te Eindhoven heeft zich tot de gemeen tebesturen- in haar gebied gewend, waarin zij de aandacht vraagt, voor het autobus-vraagstuk. In afwachting van een wettelijke re geling is het, naar het oordeel der Ka mer, noodig en zeer gewenscht, dat ter bescherming der publieke veiligheid, niet langer worde gewacht -met een re geling, zij het dan van tijdelijken aard, tot tijd en wijle de wet hierin voorziet. Naar het inzicht der Kamer dient het autobusverkeer te worden gereglemen teerd, omdat, waar het duidelijk geble ken is -dat dit verkeer in een behoefte vqorziet, dit verkeer zoodanig moet worden geregeld, dat het algemeen be lang daardoor op de best mogelijke wijze wordt gediend. In verband daar mede zouden aan het verkeer eenige voorwaarden dienen te worden gesteld, waaronder prima materiaal dat perio diek vanwege de gemeente zal moeten wo-rden gekeurd, ook ten aanzien van maar geen oogenblik eerder, liet miss White zich aan de deur van comparti ment A zien. Sands, die haar was ko men zeggen, dat het tijd werd naar buiten te komen, wachtte om haar voor de laatste maal te helpen. Geen van beiden hadden zij veel te zeggen. De hoop in veilige haven te komen had de stemming van het jonge meisje niet op gewekter gemaakt. Toen Sands haar een hand gaf om haar te helpen uitstap pen, zag hij O'Reilly reeds op het perron staan met een air alsof hij iemand ver wachtte. O'Reilly nam zijn hoed af met een onnoodig hartelijken glimlach voor Sands. In hun hart waren zij vijanden. Roger hield den glimlach voor een tee- ken van „Schadenfreude" bij het zien van zijn reisgenoote. En dat hinderde hem. Miss White keek recht voor zich uit een hoogroode kleur bedekte haar anders zoo bleeke wangen. Haar vriend en zij, zoo had zij hem verteld, zouden elkaar bij een couranten kiosk vinden. „Daar", zeide zij, „moet hij staan. Maar het is zoo vol dat ik hem nog niet zie". Zij kwamen dichter bij de kiosk en daar „Miss White" groot was en boven de andere dames uitstak, verwachtte Roger ieder oogenblik een man naar hen te zien toesnellen. Maar geen man uit de wachtende menigte kwam. Zij begon angstig om zich heen te kijken de kleur was weer van haar wangen ver dwenen. „Waar kan hij zijn zeide zij. Er moet iets gebeurd zijn." „Zijn taxi heeft misschien een onge luk gekregen", trachtte hij haar te welstandseischen, garantie van aan sprakelijkheid tegenover derden, en goed geschoold en -gekeurd personeel. Hoezeer de Kamer de voohkeur geeft aan een provinciale regeling, acht zij het gewenscht dat, voorloopig althans, een uniforme regeling worde getroffen door de 'gemeentebesturen in haar ge bied en geeft zij in welwillende over weging om zich onderling in deze ma terie te verstaan. Bedrijfsorganisatie. In het „Katholiek Sociaal Weekblad" vestigt prof. J. D. J. Aengenent de aan dacht op de rede, die de heer Van der Waerden op 3 April in de Tweede Ka mer heeft gehouden over bedrijfsorgani satie en medezeggenschap. Dat de tijd daarvoor zou gekomen zijn betwist de heer Aengenent, die doet uitkomen, dat er ten aanzien van dit vraagstuk geen gemeenschappelijke basis is voor het roomsche en het roode stelsel van be drijfsorganisatie. Bovendien doet hij uitkomen „zoo lang dus de wetgever niet ziet. dat de klassenstrijd-idee bij de groote massa is verdwenen, zal hij wettelijke regeling van medezeggenschap onmogelijk kun nen bevorderen." Aan de slotsom van prof. Aengenent ontleenen wij nog deze passage „Daar wordt somtijds, vooral in de laatste weken, ook onder de katholieke arbeiders, de idee gepropageerd dat de tijd wél rijp is om te komen tot wette lijke regeling van medezeggenschap en bedrijfsorganisatie en dat daarom de inzet van de stembusactie in 1925 de leuze moet zijn wettelijke regeling dier beide instituten. Zelfs wordt er niet on duidelijk op gezinspeeld dat daarvoor desnoods de coalitie der christelijke partijen moet worden verbroken en dat de katholieken aansluiting moeten zoe ken bij de sociaal-democraten. Immers dezen hebben zich onlangs op hun con gres ook verklaard voor medezeggen schap en de socialisatiegedachte op den achtergrond geschoven. Men stelt het zelfs voor, dat zij -de socialisatie-idee hebben prijs gegeven voor de ideeën van het bekende Paasch-manifest der katholieken. Afgezien nog van het groote gevaar, dat gelegen is in het loslaten der coali tie, voor de rustige doorwerking der christelijke beginselen in de wetgeving en het bestuur van ons vaderland, afge zien dus van de noodzakelijkheid om met de christelijke partijen te blijven samenwerken, willen wij ten minste, om slechts een paar concrete punten te noemen, èn op het gebied van het on derwijs in al zijn vertakkingen èn op het gebied van huwelijkswetgeving on ze christelijke beginselen blijven hand haven zou dit streven nog des te meer onverantwoordelijk moeten wor den genoemd, omdat het zou geschieden ter wille van een hersenschim. Want de twee boven aangehaalde redenen maken het absoluut onmogelijk, dat de wetge ver de wettelijke regeling der genoem de materie zou kunnen ter hand nemen. Chr. Onderofficierenvereeniging. Onder voorzitterschap van den heer A. T. van Oosterom is Donderdag tè Utrecht de algemeene jaarvergadering gehouden van de „Nat. Christen Onder officierenvereeniging". De minister van oorlog en verschil lende Christelijke organisaties waren vertegenwoordigd. Een voorstel van de afdeeling Ede, cm zich niet meer te doen vertegen woordigen in het Christelijk Militair Verbond werd verworpen, nadat het troosten. „O, als het maar niets ergers is 1 Ik moet wachten. Maar u mr. Sands, ik mag niet vragen..." „Dat is niet noodig", viel Roger haar in de rede. „Ik zal u niet in den steek laten." „•Dat wist ik wel. Hij zal niet lang wegblijven 1" „Maar de enveloppe Wilt u die nu hebben vroeg Roger. Zij had hem verzocht die te bewaren tot zij uit den trein waren. „Nog niet. Ik durf niet. Weet u ze ker, dat zij niet gestolen is... Voel eens 1" Hij stak zijn hand in zijn binnenzak en voelde de enveloppe, die daar na tuurlijk veilig was. „Ja, zij zit hier nog." „Goddank 1" fluisterde zij. Minuten verliepen vijftien, twintig, dertig. Het jonge meisje zag nu doods bleek en donkere kringen lagen onder haar oogen. „Alle hoop is voorbij 1" zeide zij, toen Sands na drie kwartier wachtens op zijn horloge keek. „Er moet iets vreeselijks gebeurd zijn dat hij mij niet is komen halen. Ik weet werkelijk niet wat er nu van mij wor den moet." HOOFDSTUK II. „Hadt u geen plan voor u zelf ge maakt wat u doen zoudt, als uw vriend niet kwam vroeg Roger. „Hebt u nog andere vrienden in Chicago „Geen enkele". „Hebt u hier ooit gewoond of gelo geerd INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. hoofdbestuur er zich ten sterkste tegen verklaard had. Evenwel werd op voor stel van het bestuur een wijziging ge bracht fn het reglement voor samenwer king met die organisatie. De heeren Kamper, Reus en De Rid der werden als leden van het hoofdbe stuur herkozen. In de Ondersteunings commissie werd in de vacature-Leven gekozen de heer Veen te Ede. Aan den voorzitter werd ter gelegen heid van zijn tienjarige leiding der ver- eeniging een blijk van sympathie ge schonken. Het herstel van Ponden en Francs. Overeenkomstige stij ging van Engelsche fondsen aan onze beurs. De versterkte po sitie van Engeland als kdpitaals- cpntrum. Amerika's isolee- rings politiek. Het herstel der Europeesche wisselkoersen een bemoedigend verschijnsel. Lichte verbetering op de effec tenbeurs. Een verkoop-orga- niscttie voor rubber. De. ma laise in de scheepvaart. Onzè beleggingsmarkt. Fransche koppigheid inzake Eulgaa'rsche coupons. Toen wij een paar weken geleden in een beschouwing over de financiën van Nederland en de positie onzer beleg gingsmarkt het pleit voerden voor den aankoop van Engelsche fondsen en. de verwisseling van dollarwaarden in pondenwaarden als de meest voordee- lige maatregel ter voorkoming van eventueele inflatieverliezen op effec ten, hadden we niet kunnen vermoeden dat de loop der wisselkoersen ons bin nen zoo 'korten, tijd in het gelijk zou stellen. Men herinnert dat wij in ver band met de pogingen tot normalisee ring der wisselkoersen wezen op het verlies dat bij het welslagen daarvan op doUarfondsen zou worden geleden en op het voordeel hetwelk in dat ge val van de pondenleeningen zou wor den verkregen, omdat de dollar boven, het pondsterling beneden pari noteert ten opzichte van den Nederlandschen gulden. Sindsdien, heeft het pondster- ling een krachtig avans kunnen beha len, van. 11.60 tot 11.83, terwijl de dollar is teruiggeloopem van 2.69J4 tot J2.67'/2 a ƒ2.68. Dienovereenkomstig zijn de Engelsche leeningen aan onze beurs gemonteerd, 'b.v. de 5 leening „Neen." Als hij thans in staat geweest was haar te verdenken, zouden al zijn eerste vermoedens omtrent miss Beverley White zich in zijn geest geordend heb ben. Gedurende de geheele reis was er niets gebeurd om haar fantastisch ver haal over mysterieus gevaar te recht vaardigen. En wat die wonderbaarlijke enveloppe betreft, wie kon hem verze keren, dat zij geen blanco papier be vatte Maar Sands was reeds lang over het stadium van verdenking heen. Wanneer hij een dwaas was, wilde hij een zoo groot mogelijke dwaas zijn. „Is die vriend van u meer dan een vriend „Neen, slechts iemand, dien ik om redenen, welke ik niet zeggen kan, ver trouwde." ,jDat begrijp ik. En nu hij u niet is komen halen, weet u niet wat er van u worden moet en bent u als het ware verdwaald in een vreemde stad „Ik weet 't niet. Ik voel mij versuft alsof het er niet op aan komt." „Maar voor een meisje, dat alleen achterblijft in een grbote stad, die u totaal vreemd is, komt het er wel op aan. Hebt u geld „Ik had genoeg en meer dan genoeg om u alles wat u voor mij gedaan hebt, terug te betalen. Ik verwachtte meer geld te krijgen en dat er hier in Chicago voor mij gezorgd zou worden. Mis schien kan ik werk vinden." „Maar dacht u nu heusch, dat ik u, na al wat er gebeurd is. zoo maar al leen in Chicago zou laten Het klinkt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1