c L- No69 62e Jaargang! 1924— >N BE iaart r„ feffiSSS? VRUDIO 21 MAART flEMEENTEBESTUlJR FEUILLETON DE VROUW ZONDER HART Geen huisvrouw behoeft de schoonmaak met zorg tegemoet te zien, VIM helpt haar snel en gemakkelijk door al het werk heen Voor de verbruikers van VIM zijn fraaie cadeaux beschikbaar. Voeg het ronde kaartje van het deksel bij Uw Sunlight-uitknip- sels, waardoor U spoediger een geschenk ontvangt. BINNENLAND les les les Woens- idelburg. WEDE AAN \T DE WORDEN EEN L. COIFFEUSE AUFFEUU, tan diplorm Brieve» Bureau „Vlis3. Cl" Istuum naaister vraagt (aiwerk. uit naaien te gaan. au „Vliss. Courant". TE POES, lekken. Terug te he- Ivendijk 49. |op een goed onde!- )IEPINGSHU!S. Iivaarden. i\dres Bn- purant." niéuwe moderne iUIZEN, Abeele, Oude Vliss. [aanvaarden. Ook per l^eer billijk. Hyp. he- |es Veer;clie Singel urg. RWOONHUIS, kken voorzien niet uingrond. Met Apr.'f oelchandel VAN DER g- r-IED HUIS oude stad. Kooporijs ropbrengst bovenhuis ienhuis 25.50. Bureau „VI. Ct." MARKIES, zoo goed edte 2.95 bij 1.25. Te alstraat 102 boven. ed als nieuwe VERWAGEN is Wagenaarstr. 29. liddelb. - Rotterdam igelegen plaatsen. VAN PASSAGIERS REN EN VEE. I. IiU. T.E. MI i. Bin T.ffi 8 8 ities ta bekomen1 ff VLISS1NGSCHE ZEEMILITIE. Herhalingsoefeningen in 1924. De Burgemeester van Viissingen maakt hekend dat de in het verlofgangersregister lezer 'gemeente ingeschreven zeemilicien- I erlofgangers, hieronder vermeld, bij dezen, I v,or{jen opgeroepen om zich in 1924, ieder no den achter zijn naam aangegeven dag, «an boord te begeven tot het volbrengen Tl den in art. 33 der Dienstplichtwet be- ^oe|den werkèlijfcen dienst voor herJia- "sand^se»^Pieter Cornelis, lichting 1917 yiissingen, datum en plaats van opkomst h dagen na binnenkomst, Hr. Mr. Wacht- ;chip( Viissingen Van de Velde, Johannes Jacobus, lich- liner 1922 Viissingen, datum en plaats van opkomst 5 April 1924, Hr. Ms. Wachtschip, Viissingen- pe Nooijer, CorneHs .jacobus, lichting i \cp2 Viissingen, datum en plaats van op hijst 10 Mei 1924, Hr. Ms. „Tromp", Helder Bargmeijer, Richard Johan, lichting 1922 Viissingen, datum en plaats van opkomst 5 April 1924, Hr. Ms. Wachtschip, Viissingen; Sanderse, Dingeman, lichting 1922 Viis singen, datum en plaats van opkomst 5 April 1924, Hr. Ms. Wachtschip, Viissingen; I Van de Velde, Izaak Pieter Jacobus Cor- i «elis, lichting 1922 Viissingen, datum en plaats van opkomst 10 Mei 1924, Hr. Ms. „tieemskerek", Heüder Kokelaar, Pieter Arij, lichting 1922 Viis singen, datum en plaats van opkomst 5 April 1924, Hr. Ms. „Van Meerlant", Viis singen Van Broekhoven, Jan, lichting 1922 Viis singen,-datum en plaats van opkomst 1924, Hr. Ms. „Gelderland", Helder. Bosselaar, Jacobus Adriaan Francois, litihting 1922 Viissingen, datum en plaats van opkomst 10 Mei 1924, Hr. Ms. „Heems- kerek", Helder Dierikx, Petrus Joannes Bernardus, lich ting 1922 Oost- en West-Souburg, datum en plaats van opkomst 10 Mei 1924, Hr. Ms. Wachtschip, Viissingen Peuchen, Theodor, lichting 1918 'sGra- venhage, datum en plaats van opkomst 5 April 1924, Hr. Ms. Torpedoboot Z 3, Hel der. Wijze en uur van Opkomst. De opge roepen verlofgangers moeten zorg dragen, dat zij zioh, ieder op den voor hem aange geven dag, gekleed in hun bij vertrek met onbepaald (klein) verlof medegenomen militaire kleedingstukken en voorzien van hun koopgoederen, zoomede van hun zak- Loekje, aanmelden op het schip, waarop zij zullen worden geoefend, en wel a. zij, die verblijf houden in de plaats van opkomst, uiterlijk te, 8,. uur voormid- dags b. zij, die verblijf houden binnen 20 Ki lometer van de plaats van opkomst, uiter lijk te 10 uur voormiddags c. de overige verlofgangers voor zooveel zij binnen het Rijk verblijf houden, zoödra pïogelijk na aankomst in de plaats van opkomst, waarheen zij zich met het eerstvertrekkend openbaar middel van versneld vervoer langs de op de vervoer- bewijzen aangegeven route en met de op die bewijzen vermelde vervoermiddelen moeten begeven voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namiddags. Ziekte. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten verhinderen, dient de verlofganger hiervan zoodra doenlijk door overlegging van een gelegaliseerde ge neeskundige verklaring ter gemeente-se cretarie te doen blijken. Na zijn herstel vervoegt hij zich onverwijld aan boord van het Wachtschip te Willemsoord. Vervoer. De verlofgangers, -die per spoor, tram óf stoomboot moeten reizen of op de r&s een of meer veren moeten pas- seeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de -vereischte op wit papier gedrukte en Oorspronkelijke Hollandsche detective roman door R. J. BRANDENBURG. Schrijver van „Het doodend Zwijgen". H) Den dag van de begrafenis van ba ron Lucius maakte ik 's morgens met Arthur een wandeling door de uitge strekte bosschen. Met welbehagen snoof ik den prikke lenden geur in van de dennen en van net mos.Het is een geur, die werkt als champagne, die je jong doet voelen en blij. Wij gingen eerst naar de piek, waar baron Lucius zoo plotseling den dood "ad ontmoet. Daar het de laatste da gen niet had geregend, konden wij ge makkelijk de plaats vinden, waar het Paard door den ruiter na een snellen draf was ingehouden. Het zand was omgewoeld door de paardenhoeven, even verder was de ruiter van den rug j'an zijn dier gegleden en konden wij sPoor volgen, dat het lichaam door gelate Pen °P den Srond had achter th,?aï beerden wij weer terug en Ar- r o§on van af het eerste punt, in ffm„^"iden cirkel, nauwkeurig den L, e onderzoeken hij lag bijna -'jn neus op de dennennaalden, ziin' ,JL ,.!?os en de dennennaalden voeten geen indrukken van de Hü1^crgebleven", hijgde Arthur. Pande zich buitengewoon in, wilde met rooden inkt ingevulde vervoerbewijzer. en passagebiljetten, behoeven zich vóór hun vertrek naar boord niet ter gemeente secretarie aan te melden, doch begeven zich rechtstreeks naar het station of de aanlegplaats van vertrek en stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den beambte, met de uitgifte van plaatsbewijzen belast, of aan den veerman. De verlofgangers be- hooren er aan te denken dat hun het zak boekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van bet vervoerbewijs, aangezien deze strook 'hun gewoonlijk gedurende de reis moeten dienen als plaatsbewijs. Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs of passagebiljet, in gericht om daarop de reis te kunnen vol brengen dan ^el van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich op den laatsten werkdag vóór hun vertrek naar boord, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur, ter gemeente-secretarie aanmel den, ten einde aldaar in het bezit te wor den gesteld van de vereischte bescheiden. Het is nooüig, zich ten minste een half uur vóór het vertrek van den trein, de tram of de stoomboot aan het station of de aan- legplaats te bevinden. De verlofgangers, die zich vier of meer uren vóór het tijdstip van aanmelding op reis moeten begeven, genieten desge- wenscht op de dagen der reis een daggeld van 0.25, ongeacht den rang dien zij be- kleeden. Zij, die aanspraak hebben op dag geld en dit wenschen te ontvangen, moe ten het in ontvangst nemen ter gemeente secretarie, den laatsten werkdag vóór het vertrek naar boord. Bijzondere bepalingen. Hij, die zonder geldige reden niet voldoet aan deze oproe ping, kan o.a. door een ambtenaar van de rijks- of gemeentepolitie, door de mare chaussee of de militaire politie aangehou den en naar boord gebracht worden ook kan hij als deserteur worden behandeld. Hij, die zonder geldige reden zich te laat aan boord aanmeldt, maakt zich straf schuldig. Vrijstelling. Geheele oi gedeeltelijke vrij stelling van herhalingsoefeningen kan wor den verleend aan hem lo. die na volbrachte eerste oefening ge durende zoodanigen tijd in werkelijken dienst is gebleven of gekomen, dat op grond van de door hem in dien tijd ver kregen geoefendheid herhalingsoefeningen voor hem niet of slechts gedeeltelijk noodig worden geacht 2o. wiens aanwezigheid tijdens den duur der herhalingsoefeningen noodzakelijk is hetzij voor het bedrijf, waarin hij werk zaam is, hetzij voor de instandhouding der middelen van bestaan van de personen, hierna onder „Vergoeding" genoemd een en ander ter beoordeeling van den Minister van Atarine. Wie op een van deze gronden voor vrij stelling in aanmerking wenscht te komen, behoort spoedig een aanvrage daartoe te zenden aan den Minister van Marine. Het verzoek kan op ongezegeld papier worden beschreven en behoeft, tenzij het uit het buitenland wordt verzonden, niet gefran keerd te worden. Vergoeding. Indien ten gevolge van 'het verblijf in werkelijken dienst van den op geroepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of zouden komen te ontbreken aan zijn echtgenoote. zijn bloed- of aanverwanten in de rechte linie, zijn andere bloed- of aanverwanten in den tweeden graad, ziin pleegouders of aan personen, in wier onderhond hij. krach tens rechterlijk vonnis moet voorzien, dan kunnen belanghebbenden in aanmerking komen voor een geldelijke vergoeding, zoo geen vrijstelling van de herhalingsoefenin gen wordt verleend. Verdere inlichtingen hieromtrent kunnen ter gemeente-secreta rie worden gevraagd. Viissingen, 20 Maart 1924. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. blijkbaar niet onverrichter zake de wandeling voortzetten. „Hier heb ik wat", juichte hij einde lijk. Ik haastte mij naar hem toe, want hij had mij op een afstand gehouden, opdaf ik geen nieuwe sporen zou ma ken. Ik knielde naast Arthur neer en zag duidelijk daar, waar de rand van het bosch overging in den zandweg, den indruk van een hak, of liever van een gummirolletje, dat duidelijk een ster in het zand had afgeteekend. Ar thur teekende het zorgvuldig na. „Het is in ieder geval iets, al is het dan maar een vage aanwijzing warrt natuurlijk zijn er meer menschen, die zulke rubber-roltetjes dragen." „Dat is voor den fabrikant ten min ste te hopen", merkte ik op. Wij gingen verder, genietend van de natuur, de zon goot hier en daar licht vlekken op het gele zand en op het zilvergroene mos de wind zong zijn mysterieus lied door de boomtoppen, die zich zacht bewogen. Een eekhoorn tje, met zijn dikken pluimstaart om hoog, klom als een aapje in een boom. „En wat denk je er nu van vroeg ik Arthur. „Mijn beste kind, ik kan er niets van zeggen ik heb alleen maar vermoe dens, die ik liever nog niet wil uitspre ken, want het komt mij zelf voor, dat zij belachelijk zijn. Misschien kan het gummi-rolletje mij helpen." „Je gelooft immers, dat iemand van het kasteel komend, geschoten heeft Dps dat moet óf Charles of De Weer den geweest zijn. Je ziet er den kleinen advocaat toch niet op aan „Neen", lachte Arthur, „die zai het KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Buiteniandsche ZakenOorlog. De onvermijdelijke motie die nu een maal bij iedere begrooting verschijnt, kwam van den heer Van Ravesteijn Rusland moet onverwijld als gelijkge rechtigde worden erkend. Mr. Troelstra diende een concurreerende motie in, waarin het zelfde werd gevraagd maar alleen in minder dwangbevel-termen gesteld. De heer Nolens is tegen elke pressie nu men bezig is aan het onder handelen met de Russen, een standpunt dat de Minister ook innam. Het be hoefde dus niet te verwonderen dat beide moties werden verworpen. Alleen de socialisten, communisten en de vrijz. democraten stemden vóór de motie> Troelstra. Wederom werd een poging gedaan om het gezantschap bij den Paus af te schaffen. Ditmaal deden de christelijk- historischen het voorstel. De heer Mar- chant nam die poging in het ootje. Waarom wil de heer Schokking dit amendement Hoopt hij dat het wordt aangenomen en vreest hij dit De hee- ren Rutgers, Nolens er> Schaper ver klaarden eenparig dat niets dit jaar een andere oplossing rechtvaardigt dan verleden jaar werd genomen. Zelfs de heer Schaper wiens fractie tegen het gezantschap is; De Minister achtte het niet welvoegelijk dat ieder jaar dit punt werd aangeroerd en kan niet ge- looven dat de Kamer dit ambendement zou aannemen. De Kamer verwierp het met 61 tegen 24 stemmen. Vóór stem den de christ.-historische fractie, de Vrijheidsbond, de communisten, de heer Kersten, de heer Braat en twee anti-rev., n.l. de heeren Duymaer van Twist en Visscher. Het was geen gelukkig figuur dat de heer Schokking maakte. Waarom was het noodig geweest Zal het volgend jaar dit zich weer herhalen of zal óe heer Schokking het er nu maar bij la ten Het blijkt nu wel dat de Kamer niet het ééne jaar zus, het andere jaar zóó wil besluiten. Vervolgens de begrooting van oor log. Belangstelling minimaal. De heer Tilamis vond het noodig nog eens de noodzakelijkheid van een defensie te verdedigen en te betoogen dat wij eigenlijk al te ver zijn met de inperking der middelen; Het departement was z.L. nog te dicht met ambtenaren bezet en daarin wilde hij het snoeimes dieper zetten. Vervolgens behandelde hij allerlei details. Van oefenkampen wil hij niet veel weten. Die zijn duur en niet goed. Achterstand bij de aanschaffing van munitie kan hij helaas constateeren, maar hij durfde niet voorstellen deze in te halen. Tot slot kregen wij een verhaal van den heer Van Zadelhoff, waarin zijn fractie hier te lande vóór ontwapening is terwijl dit elders nog niet het geval is. Gloednieuw was het niet. In de avondzitting verklaarde minis ter Ruys de Beerenbrouck bij de behan deling der begrooting van binnenland- sche zaken en landbouw, dat hij reeds is overgegaan tot uitvoering van het reeds lang bestaande voornemen, om eenige personen uit te noodigen in een commissie tot onderzoek van het vraagstuk van den 'zomertijd zitting te nemen. Dit jaar kan er echter nog geen sprake zijn van .eenige verandering. INGEZONDEN WIE DEDEELINGEN wel niet gedhan hebben. Maar het kan ten slotte ook' een van de bedienden geweest zijn, ofschoon oom mij verze kerd heeft, dat zij allen door en door betrouwbaar zijn dan zou het ook de boschwachter kunnen zijn en de moge lijkheid blijft open, dat het iemand is geweest, dien wij nog niet kennen. Wij weten alleen, dat hij uit de richting van het huis kwam. Maar laten wij nu eens over wat anders praten Wij moeten niet geheel en al vergeten, dat wij hier voor ons genoegen, met vacantie zijn." 'Dps lieten wij de cause célèbre rus ten Arthur sloeg zijn arm om mijn middel en wij liepen voort als twee ge liefden, wat wij toch ook nog waten, gelukkig 1 Dwars door het bosch liepen wij op goed geluk af terug en kwamen zoo waar vlak bij den tuin uit. Wij begroetten tante, die op haar ge wone piekje in den tuin zat en aan haar eeuwig haakwerkje bezig was. De groote rechtskundige zat bij haar en had voorgelezen uit een bundeltje ge dichten van Rabindranath Tagore. Hij zou dien middag vertrekken, daar hij den vorigen dag een telegram van zijn compagnon had gekregen, dat hem tot zijn zaken terug riep. Mr. Van den Drent had dus zijn laatsten ochtend goed besteed. Op mijn vraag, waarom hij niet mee ter begrafenis was gegaan, antwoordde hij ronduit, dat baron Lucius hem niet sympathiek was geweest en hij nooit tot diens speciale vrienden had be hoord. Had ik nog 'n vleugje wantrou wen tegen den advokaat gekoesterd, dan zou deze openhartigheid voidoen- VRAAGT ONS GESCHENKEN ALBUM! DE LEVERS ZEEP MAATSCHAPPIJ - VLAARDINGEN 35 Bij de afdeeling binnenlandsch be stuur bepleitten een aantal sprekers uit onderscheidene fracties verbetering in den financieeien toestand der gemeen ten. Nederland en België. In sommige Belgische bladen zijn den laatsten tijd berichten verschenen, die geschikt waren om bij de lezers den in druk te wekken alsof onze regeering de Belgische bij het uitvoeren van bagger- wefrken op de Westerschelde zou heb ben tegengewerkt, waarbij haar de be doeling werd toegeschreven de scheep vaart te Antwerpen te hinderen ten bate van de haven van Rotterdam. Reeds hebben eenige andere Belgische bladen zooals de „Volksgazet" en het „Laatste Nieuws" hierop geantwoord door erop te wijzen, dat de Nederiandsche regee ring in deze geen blaam verdiend had. Om de ongegrondheid der klachten over onze regeering aan te toonen kan het de geweest zijn dat te doen verdwijnen. Even later gingen tante en mr. Van den Drent naar binnen, de eerste om enkele orders van huishoudelijken aard te geven de laatste om zijn koffers te pakken. Arthur zat verdiept in het ochtend blad. „Lees eens", zei hij „hier staat een interview in met de schoone paard- rijdster". En ik las, hoe de beeldschoone Milly Raven was geschrokken, toen onder haar oogen in hun pension haar broer was gearresteerd. Hoe zij zich de mooie oogen had rood geweend, haar handen in vertwijfeling had gewrongen. Natuurlijk had de verslaggever haar de vraag gesteld of volgens haar mee ning haar broer onschuldig was. Het was niet erg kiesch van den persman, maar deze soort menschen moeten vaak zonder medelijden zijn om de nieuws gierigheid van hun lezers te kunnen bevredigen. Op die vraag had Milly de handen in elkaar geslagen en geroe pen „Ik weet het niet, ik weet het niet Vraag mij niets meer „Vindt je hierin 'riiëfs bijzónders vroeg Arthur. „Het moet een uitstekende comedian- te zijn", antwoordde ik. ,;Dat lijkt mij ook zoo toe. Haar uiting van leed, haar verhaal van haar gemoedsaandoeningen, welke zij zoo pakkend te beschrijven weet, bij de ar restatie, het geeft alles den indruk van comediespel. Maar er is nog meer.Haar broer heeft haar gesproken alvorens hii werd aangehouden. Zij weet dus, dat hij den nioord niet heeft bedreven. echter nog zijn nut hebben de geschie denis van het geval, voorzoover onze regeering erbij betrokken is geweest, mee te deelen, aldus meldt de „N.R.Ct." De belemmering van de vaart op de Westerschelde waarover het gaat is 'n drempel in de vaargeul voor Valkenis- se. Deze schijnt reeds geruimen tijd ge leden door verzanding te zijn ontstaan. Evenwel heeft onze regeering voor het eerst op 3 dezer van de Belgische een verzoek gekregen om machtiging voor het uitvoeren van baggerwerken tenein de haar op te ruimen. Dit verzoek was nog in behandeling toen er op 8 dezer een rapport van den Belgischen gezant inkwam. De machtiging is op 13 dezer verleend nadien is er geen correspon dentie meer over de zaak geweest. Hieruit blijkt, dat zij, in aanmerking genomen, dat er verschillende departe menten in betrokken waren en de offi- cieele gang van zaken nu eenmaal altijd eenigszins tijdroovend is, van den Ne- derlandschen kant met bekwamen spoed is afgedaan. En tóch geeft zij op de vraag of zij hem voor onschuldig houdt niet ten antwoord neen, neen en nog eens neen. Zij schreeuwt het niet uit, dat hij onschuldig is. Dat bewijst, dat zij den dader wil redden dat bewijst, dat zij weet wie de dader is." „Misschien meer dan een vriend „Shocking, zou tante Jane zeggen." „Het wil mij voorkomen, dat wij ons onderzoek naar den dader van den aanslag op baron Lucius moeten begin nen bij Milly Raven wij zullen van daag of morgen eens naar het circus gaan om kennis te maken." Ik klapte in mijn handen dat vond ik een prachtig idee naar het circus te gaan 1 Met oom brachten wij beiden mr. Van Drent weg wij hadden het eigen aardige mannetje leeren hoogachten om zijn vriendelijkheid en goedheid. Hij dankte ons nog voor onze hulp van dien nacht van het doodshoofdbriefje. Nu was h niet bang meer, immers, Ar thur had herhaaldelijk al zijn overre dingskracht aangewend om hem er van te overtuigen, dat het briefje niets dan 'n mop had moeten verbeelden en ook oom hadden wij terstond in dezen waan gebracht. Trouwens, hetgeen den vol genden dag gebeurd was, had de per soon van den advocaat geheel op den achtergrond gedrongen en het voor mij onheilspellend, briefje was in het vergeetboek geraakt. Met een stevigen handdruk namen wij afscheid van mr. Van den Drent en reden daarna naar huis terug. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 1