vertenties
DONDERDAG 31 JANUARI
I
'62e Jaargang'
Jliss. Courant''
Maatschappij fan
iRivaarl
GEMEENTEBESTUUR
I HOF", met rutzondering van het Israëlitisch
gedeelte
BINNENLAND
Stads- en Provf ncienieaws
—No as©
VlISSINGSCHE COURANT
erhuur, Koop en Verkoop
:n Dienstaanvragen, enz.
ïtaling, van 1-5 regels
igel meer 15 cent
IT TUINEN
at te Souburg. 1ste
:hrfcbaar. Direct te
Oranjeplein A. 27,
KOOP
toestel (8 X lO'/ü)
/6.8, benevens een
j inch, compleet en
ïelig).
aat 131.
linke
JWONING
voorzien van gas.
opgang.
Woningbeurs PiE-
IJOK, Vlissingen.
lAPKAMER,
der Marine.
J. C., bureaa
nette
IVROUW
lor de morgenuren.
„Vtiss. Courant".
■N RENTERGHEM.
35, vraagt tegen 1
5TBODE
iden Maart en April
Werkster.
ddelb. - Rotterdam
elegen plaatsen.
ÜT PASSAOIERS
EN EN VEE.
T. mill
ï.m. mi
Bon
ï.m ui
is te bekomen:
r. Transport- en Exp
ven G. VOS, Tel.
EENHOORN, TeL 168
-OBTERHOUT, Tel. 28»
BITENHEK, TeL 101-
BEGRAAFPLAATSEN.
I Burg. en Weth. van Vlissingen maken
btkentb dat zij bij hun besluit van 29 Ja-
„uari 1924 hebben bepaald
i met ingang van 1 Februari 1924 over
i te 'gaan tot sluiting van de alge
meene begraafplaat-s „vrede-
II. den datum van de in werking treding
f van de Verordening regelende de inrichting
en het gebruik der Algemeene begraaf
plaatsen en het begraven van lijken te be
palen op 1 Februari 1924.
Vlissingen. 30 Januari 1924.
Burv. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN,
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
K A ME R OVERZICHT.
Tweede Kamer.
Zitting van Woensdag.
Indische Begrooting.
Minister De Graaff zit in z'n eentje
.an de ministerstafel en schrijft ijverig
onder ophouden.
Belangstelling in de Kamer gering.
[De tribunes zijn leeg.
Het lot van lndië komt ter tafel.
De heer Albarda nooit in lndië
geweest opent het vuur met een
interpellatie over de spoorwegstaking
in Mei 1923 plaats gehad. Hij kent de
economische positie van het personeel
tot in finesses en wist precies hoe groot
de ontevredenheid en de ongerustheid
van het personeel waren. De Regeering
wist dit alles maar voorkwam niet de
staking die onhandig opgezet, tot mis
lukking gedoemd was. De Regeering
heeft voortdurend veel beloofd maar
had juist niets gedaan. Zij heeft volgens
den heer Albarda door domme maatre
gelen de staking geprovoceerd, o.a.
door de arrestatie van Semaoen.
Art. 161 bis van het Indische Wetboek
,van Strafrecht stelt het bevorderen van
taking strafbaar en dientengevolge de
taking zelf omdat stakin-g niet anders
erkregen kan worden dan door be-
ordering.
In de vragen van den interpellant
ivaren de door hem gesproken punten
"geformuleerd. Zij luidden aldus
1. Is de Minister van oordeel, dat
voor het uitbreken van-de-spoorweg
staking van Mei 1923 door de Indische
Regeering en haar ambtenaren genoeg
zaam aandacht is geschonken aan de
grieven en de klachten van het spoor
wegpersoneel betreffende zijn arbeids
voorwaarden en zijn rechtstoestand
2. Is de Minister niet van oordeel,
dat, indien de bij regeeringsbesiuit van
18 Februari 1923 ingestelde verzoe-
ningsraad voor de spoor- en tramwegen
op Java en Madoera, die eerst medio
Juni is geconstitueerd, eerder in het le
ven geroepen en samengesteld was, de
werkzaamheid van dien Raad had kun
nen strekken tot het verminderen van
de ontevredenheid bij het personeel en
daarmede tot het voorkomen van de
staking
i 3. Keurt de Minister goed, dat, toen
twee leden van den Verzoeningsraad
kort na het uitbreken van de staking
zich op verzoek van den voorzitter naar
Semarang hadden begeven, ten einde
tot een beter inzicht in den aard van
her conflict te geraken, dezen, na een
onderhoud met den resident, van hun
onderzoek hebben afgezien
4. Is de Minister niet van oordeel, dat
de verbeteringen in de arbeidsvoor
waarden van het spoorwegpersoneel,
waartoe kort na den afloop van de sta-
!s overgegaan, reeds voor Mei
1S23 hadden kunnen worden tot stand
gebracht
5. Meent de Minister niet, dat de ar
restatie van Semaoen, op gronden die
met de staking geen verband hielden,
het uitbreken van de staking heeft be
vorderd
6. Is de Minister bereid te bevorderen,
cf '61 bis van het Wetboek van
zigd W°rde 'nëotrokken of gewij-
7. Wil de Minister bevorderen, dat
ae administratieve strafmaatregelen,
die zijn toegepast op de deelnemers aan
o 'n8etr°kken worden
1 e. Mag men verwachten, dat het rap
port van het thans aan den Verzoe-
ntngsiaad opgedragen onderzoek on-
«kort openbaar gemaakt zal worden
j Minister maakte zich niet druk
:er deze vragen. Alles is in onderzoek
Pos'"e der spoorwegmannen
treft. De arrestatie van Semaoen was
vermijdeiijk omdat deze leider op dit
jgenblik en onder die omstandighe-
|n gevaarlijk was, voor de rust onder
bevolking. Art. 161 bis was noodig
ie voorkomen dat de staking een
[litiek karakter kreeg.
■et rapport van den Verzoenings-
d wordt misschien wel gepubliceerd.
Minister zal er eens met de Indische
geering over praten'
't Was weinig wat de Minister te
weren had. De tendenz was de sta
ff was niet noodig, want onderhan-
jhngen waren alleszins mogelijk,
je algemeene beschouwingen over
begrooiing gingen in de zelfde rich-
S5 de toenemende ontevredenheid
onder de bevolking, die in de verkeerde
maatregelen der Regeering alle stof
vindt. Alles wat wij in den loop van
een jaar daarover in Indische bladen
hebben kunnen lezen, passeerde nu de
revue. De geschiedenis van de onder-
officieren-vereeniging van Jan Bos, van
overste August enz. kregen we weer te
hooren.
De heer Gerritsen betoogde uitvoerig
dat de financieeie politiek der Regee
ring leidt tot vermindering van den im
port, wat weer leidt tot daling van het
algemeen economische peil der Indische
bevolking. "Principieele verandering in
de politiek acht hij dringend noodig en
vooral beperking van de bestuurstaak
in lndië.
Tegen den zomertijd.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een voorstel van wet van de heeren
Braat en De Boer tot intrekking van de
wet van 23 Maart 1918 (Stbld. no. 165),
tot tijdelijke afwijking van de wet van
23 Juli 1908 (Stbl. no. 236), tot invoe
ring van een wettelijken tijd. De memo
rie van toelichting luidt als volgt
Dit wetsvoorstel achten de onderge-
teekenden voldoende gemotiveerd door
er op te wijzen, dat de zomertijd voor
groote bevolkingsgroepen te veel scha
de en onaangenaamheden veroorzaakt
en voor bijna niemand in den lande
c-enig' nut of voordeel afwerpt en voor
hen, die 's morgens vroeg op hun ar
beidsplaats moeten zijn, een soort lijf
straf befeekent.
Het ontslag van de burgerwerklieden.
De minister van oorlog heeft thans
bepaald dat het aangekondigde ontslag
voor de burgerwerklieden voor geen
hunner wofdt ingetrokken, zooals eerst
was gemeld. Niemand van hen wordt
dus gehandhaafd in zijn betrekking van
tijdelijk rijkswerkman.
In den uit te reiken ontslagbrief moet
staan „dat het ontslag is verleend uit
hoofde van verandering, welke door
den minister van oorlog in de positie
der werklieden is gebracht."
Met de ontslagenen kunnen 1 Febru
ari burgerrechtelijke arbeidsovereen
komsten worden aangegaan op een loon
van 65 tot 50 cent voor geschoolde en
van 55 tot 40 cent voor ongeschoolde
vaklieden.
Zeelandia.
In de laatst gehouden jaarvergade
ring der Zeeuwsche vereeniging „Zee
landia" te Amsterdam, is wegens het
zich niet meer herkiesbaar stellen van
den len secretaris, in diens plaats ge
kozen de heer J. J. Claassen, Javastraat
60 L, telefoon 30724, waar dus voortaan
het adres dezer vereeniging zal zijn.
Deze vereeniging, die nu reeds 2 jaar
bestaat en zich in steeds toenemenden
bloei kan verheugen, houdt eiken laat-
sten Donderdag van iedere maand haar
gezellige bijeenkomst in het gebouw
Maison Boer, ie Weieringplantsoen 2,
Amsterdam.
VLISSINGEN, 31 JANUARI.
Het Koninklijk bezoek.
Nu het bericht ontvangen is, dat H.M.
de Koningin zich bereid heeft verklaard
een bezoek aan Zeeland te brengen,
mede in verband met de herdenkings
feesten te Middelburg, zullen maatrege
len worden beraamd om de tentoon
stelling van Zeeuwsche kleederdrachten
en de huldebetooging van Zeeuwen zoo
luisterrijk mogelijk te doen zijn.
In alle deelen der provincie zijn com
missies gevormd, die medewerking heb
ben toegezegd.
Deze coihmissie bestaat te dezer ste
de uit de heeren C. A. van Woelderen,
burgemeester, H. J. M. van Raalte en
J. W. A. Mulder, resp. voorzitter en
secretaris van de vereeniging tot bevor
dering van het vreemdelingenverkeer,
P. G. Laernoes, C. Dommisse TCzn. en
A. Tissink, adjunct-secretaris van den
Bond van Jongelings-vereenigingen op
Geref. grondslag.
De leiding der betooging is in han
den van hetzelfde comité, dat in 1923
de huldebetooging te Amsterdam heeft
georganiseerd en waarvan voorzitter is
de heer P. C. Labrijn en secretaris mej.
J. J. Donner, beiden te Goes.
Onze haven.
De heer Elout, de bekwame hoef
ijzer-correspondent van het „Hbid.",
staat altijd ijverig op de bres voor
Zeeuwsche belangen en het strekt het
groote Amsterdamsche blad tot eer dat
het zijn correspondent alle gelegenheid
geeft voor de Zeeuwsche belangen te
pleiten.
De hoefijzer-correspondent deed het
herhaaldelijk en met succes voor het
loodswezen en de laatste jaren neemt
hij het geregeld op voor onze zoo- ur
gente havenuitbreiding.
Zeeland mag niet achtergesteld wor
den en het heeft er allen schijn van dat
dit wèl gebeurt. Daarvoor wil de heer
Elout een stokje steken en wij zijn hem
daar zeer erkentelijk voor. Zijn welver
sneden pen heeft veel invloed en nu hij
telkens minister Van Swaaij op zijn
plicht wijst ten opzichte van onze ha
ven, zal deze bewindsman ten slotte
wel verplicht zijn fair play toe te
passen, m.a.w. uitvoering geven aan
den uitdrukkelijk uitgesproken wil der
Kamer.
Wij zijn zeer verlangend welke hou
ding de minister zal aannemen bij de
behandeling van de waterstaatsbegroo-
ting in de Kamer, want naar ons ter
oore kwam zal minister Van Swaaij
gevraagd worden open Haart te spelen
en eens ronduit te zeggen, welke plan
nen hij ten opzichte van onze haven
koestert.
Vlissingen mag het stiefkind niet
worden, zooals de burgemeester zeer
terecht in zijn Nieuwjaarsrede heeft
gezegd.
Als de Kamer den minister tot een
bevredigend antwoord weet te dwingen,
dan bestaat er ten minste kans dat in
1924 nu eens eindelijk uitvoering gege
ven wordt aan het votum der Kamer
van 1 December 1922. Er zijn sinds dien
tijd weer 14 maanden verloopen.
iHet gaat tot nog toe een slakken
gang, terwijl spoed zoo dringend ge
boden is.
Dat minister Van Swaaij de haven
uitbreiding niet gunstig gezind is wis
ten wij reeds. Hij lapt het Kamervotum
aan zijn laars, zooals de heer Elout zoo
terecht heeft opgemerkt.
't Wordt daarom tijd dat de Kamer
den minister, in figuurlijken zin gespro
ken, eens aan de ooren trekt.
Van uitstei mag geen sprake meer
zijn.
Armenraad te Vlissingen.
Bij Kon. besluit van 29 januari is,
met ingang van 1 Maart, de armenraad
in de gemeente Vlissingen opgeheven
in verband hiermede is aan W. L. Hu-
son eervol ontslag verleend als tijdelijk
secretaris van dien armenraad.
Centrale Oudercommissie.
In de vergadering van de Centrale
Oudercommissie heeft de secretaris, de
heer M. A. de Hes, ingeleid het onder
werp Is het wenschelijk hier een com
missie in het leven'te roepen welke
voorlichting en advies kan verstrekken
bij beroepskeuze
Wanneer wij een blik slaan in de
maatschappelijke samenleving, dan
merken we op, dat ieder lid dier maat
schappij, ieder mensch, in elk gevai
ieder mannelijk persoon, een vak, be
roep of ambt moet bekleeden om door
middel daarvan in de gelegenheid te
zijn fe leven of liever om de middelen,
voor dat leven min of meer noodzake
lijk fe verkrijgen.
Daar waar die noodzakelijke midde
len door een ieder gestreefd wordt voor
zich en de zijnen en aan den anderen
kant de eene mensch ter verkrijging
van die middelen aan de medewerking
van een- ander behoefte heeft en daar
door in meer of mindere mate afhan
kelijk is, is dat streven naar een
menschwaardig bestaan voor velen
moeilijk geworden, zoodat men dan
ook zeer terecht spreekt van den ..strijd
om 't bestaan."
Die strijd om het bestaan is voor den
een moeilijker dan voor den ander, waf
de heer De Hes uitvoerig uiteenzette.
Wat is de oorzaak, dat we zooveien
ontwaren wier levensloop geheel of ge
deeltelijk mislukt is, voor wie de strijd
zoo moeilijk is géworden, die de taak,
welke zij op zich hebben genomen dik
wijs ongaarne, soms zelfs met tegenzin
verrichten.
En als we die oorzaak meenen ont
dekt te hebben, geldt die dan ook voor
de jongelieden, die ras de school ver
laten hebben en het werkzame leven
zijn ingetreden
Zoo ja, wat kunnen wij doen om die
jongelieden zooveel mogelijk voor de
teleurstellingen des levens te behoeden,
deze in elk geval zoo miniem mogelijk
te maken
Ter beantwoording dezer vragen
kunnen we twee eerste samenvatten.
We zijn het er zeker allen over eens,
dat voor de kinderen de school niet is
het doei, maar wel het middel om later
dat doel des te beter te kunnen berei
ken. Het is niet noodig zulks hier thans
uiteen, te zetten.
Wat is de oorzaak dat zoo menig
menschenleven mislukt
Zien we wat er gebeurt ais het kind
de school verlaat en het werkzaam le
ven zal intreden.
De jongen zal een beroep leeren.
Reeds vóór het verlaten der school werd
daarover in het gezin gesproken, maar
men kon moeilijk tot een besluit komen.
Wat de zoon wilde, keurden de ouders
af. Wat de ouders verlangden, wilde de
zoon niet.
De keuze van een beroep is zoo
moeilijk, vooral op het platteland. Daar
is het aantal aanbevelenswaardige be
drijven veel meer beperkt dan in de ste
den. Een geschikt en ijverig mensch
heeft daar ook niet altijd gelegenheid
zijn vleugelen uit te slaan. Zijn werk
zaamheid is menigmaal tot het gebied
van zijn dorp beperkt.
Beter, ruimer en dus gemakkelijker
is de keuze in een stad, vooral in een
groote. Ook de opleiding tot eenig be
roep is daar gewoonlijk beter.
Wat echter vooral oorzaak is van de
mislukking van menig jongmensch
Daartoe kunnen verschillende factoren
meewerken en wel de volgende Onbe
kendheid van liet jonge mensch, ook
van de ouders of voogden aangaande
het gekozen beroep.
Wat kan men- doen om de gevolgen
fe voorkomen van hetgeen bij beroeps
keuze voor kinderen vooral door onbe
kendheid of onwetendheid verkeerd
wordt gedaan of... nagelaten? Of an
ders gezegd, wat kan gedaan worden
om een verkeerde beroepskeuze voor
kinderen te voorkomen
Het antwoord op die vraag kan al
leen luiden Inlichten aan den betrok
ken leerling en aan zijne ouders of
voogden. Daar één persoon, niet van
alles op de hoogte kan zijn zou ik het
wenschelijk achten dat de gewenschte
inlichtingen werden verschaft door
middel van een commissie, waarin ver
schillende personen moeten zitting
hebben, die in staat zijn de gewenschte
inlichtingen te geven.
In deze commissie zouden alzoo zit
ting moeten hebben één of meer ge
neeskundigen. Vooral de hulp van den
schoolarts is onmisbaar. Zeer waar
schijnlijk toch heeft hij den betrokken
leerling één of meermalen onderzocht
en kan hij dus waardevolle mededeelin-
gen doen aangaande de lichamelijke
gesteldheid van den betrokken jonge
ling, mede in, verband met het beroep
dat ,in aanmerking komt.
Verder moeten in die commissie zit
ting hebben één of meer paedagogen.
Vooral de onderwijzer, die den betrok
ken leerling het laatst of het langst on
der zijn leiding heeft gehad, zou in
lichtingen kunnen geven aangaande
zijn geestelijke eigenschappen, zijn ka
rakter en aanleg.
Vooral echter moeten in het comité
zitting hebben eenige vaklui op ver
schillend gebied, zoowel van de werk
gevers ais van de werknemers. Deze
toch kunnen inlichtingen verschaffen
betreffende den aard van het vak, dat
in aanmerking komt. En door het ver
schillend standpunt, waarop beiden
staan, wordt het probleem tweezijdig
belicht, waardoor de verschafte inlich
tingen aan betrouwbaarheid zullen
winnen.
Verder zal later misschien blijken,
dat het gewenscht is, meerdere perso
nen ais deskundigen in de commissie
te doen zitting nemen.
Wie vooral een werkzaam aandeel in
zoodanige commissie moet nemen, dat
is de secretaris.
Voor deze functie zal een persoon
moeten gekozen worden, die daarvoor
geschikt is, ook ijver en lust bezit om
zijn taak naar behooren te volbrengen.
Resumeerende kom ik tot de conclu
sie, dat het wenschelijk is hier in Vlis
singen zoo spoedig mogelijk een com
missie tot advies bij beroepskeuze in
het leven te roepen en daaraan te ver
binden een plaatsingbureau voor jon
gelieden, die de schooi verlaten.
Namens het bestuur der Centrale
heb ik alzoo de eer de volgende motie
voor te stellen
De oudercommissiën der O. L. scho
len, in gecombineerde vergadering op
het stadhuis vereenigd zijnde
gehoord de inleiding van den se
cretaris
gehoord de daarop gevolgde gedach-
tenwisseling
draagt het bestuur der Centrale op,
zich in contact te stellen met de betrok
ken autoriteiten, teneinde te trachten
alhier zoo spoedig mogelijk een com
missie in het leven te roepen, welke aan
ouders of voogden op hun verlangen
voorlichting en advies zal kunnen ge
ven bij het kiezen van een beroep voor
hunne kinderen of pupillen.
Deze motie werd bij acclamatie
aangenomen.
Székely en Schramm.
Er zijn tegenwoordig veel concerten.
Er zijn tegenwoordig ook veel perso
nen, die uitblinken als pianist en vio
list. De na-ooriogsche-toestanden heb
ben tal van buitenlanders naar Holland
gebracht. Zoo ontmoette men hier gis
teren op een concert den violist Székely
en den pianist Schramm.
Hoe beter concert, hoe minder be
zoekers, tenminste in Vlissingen
Want het was kras, dat er slechts circa
zestig menschen waren in de groote
zaal van het Concertgebouw. Toen
de pianist binnen kwam keek hij
even ironisch naar zooveel stoelen.
Concertgevers en -nemers hebbeni zich
niet van de wijs laten brengen. Aan in
spiratie en applaus heeft het niet ont
broken.
Er is van de beide kunstenaars niet te
veel gezegd. Székely is iemand met
enorme technische kennis, om van zijn
muzikaal geheugen nog te zwijgen. Hij
speelde met een niet te stuiten vaardig
heid het eerste gedeelte van het pro
gramma meer boeiend en bewondering-
wekkend door techniek, het tweede ge
deelte meer frappeerende door tot u
sprekende muziek. Zijn toon was wat
hard wel vol en dank zij de ieege zaal
ïesonneerende, doch niet direct ontroe
rend. Het spel was zoo goed als volko
men zuiver. In Sinding was hij schitte
rend op dreef de welluidende, telkens
door modulatie anders belichte muziek
is aangenaam om te hooren. De Elegie
en Seranata leerden meer zijn tempera
ment kennen. Het behoeft nauwelijks
betoogd te worden, dat zijn slotnum
mer Alia Polacca van zijn virtuositeit
blijk gaf.
Schramm is een buitengewoon pia
nist. Als begeleider was hij eminent
het Allegro uit Sinding eischte van hem
de uiterste nauwkeurigheid daar was
hij ff benijden. Doch de" geheelen
avona bewees hij, hoe hoog hij stond.
Als solo gaf hij de z.g.n. Octaven-Po
lonaise van Chopin de linkerhand
heeft daar eenige oogenblikken dezelfde
octaven-passage te spelen doch laat
ons daar niet bij blijven stilstaan.
Groote woorden zullen we niet gebrui
ken het was eigenlijk schande, dat er
zoo weinig menschen waren.
Het samenspel liet niet te wenschen
over ineedoogenloos speelde Székely
door en rustig-zeker volgde de trouwe
pianist. Voor de pauze raakte de violist
slechts zelden een snaar van het ge
moed. Desniettegenstaande is hij een
buitengewoon begaafd kunstenaar, die
overal bewondering moet oogsten.
Schramm legt meer smaak in zijn spel,
getuige de PapiHons van Schumann.
Het beetje menschen was zoo en
thousiast, dat én pianist èn violist te
rug geklapt werden en- een extra-num
mer gaven.
We hopen, dat er meer geld dan
moed is overgebleven als het omge
keerde het geval is, is er kans op abon-
nements-concerten. Wellicht zou men
zich van te voren kunnen overtuigen,
of door toezegging van het nemen van
een abonnement gegarandeerd kan
worden, dat het te doen is.
Het huishoudelijk-klinkende begin-
sein in het Concertgebouw raakt mis
schien nog eens uit de mode.
Si La.
Verpachting standplaatsen op de
kermis.
Bij de gisteren gehouden verpachting
van standplaatsen op de kermis bedroeg
de voorloopige opbrengst ongeveer
6500, welk bedrag naar verhouding
evenveel is als het vorig jaar, alleen met
deze uitzondering, dat thans de inschrij
ving voor een stoomcaroussel niet werd
aangenomen, omdat deze inschrijving te
laag was.
Op de geineente-begrooting is als
opbrengst van de mededinging naar
plaatsen gedurende de kermis f 8000
geraamd.
T ooneelvereeniging
„Uit het VolkVoor het Volk".
De gemengde zangvereeniging „Ex
celsior", welke Zondagavond in „de
Oude Vriendschap" een uitvoering geeft
in samenwerking met de tooneelveree
niging „Uit het VolkVoor het Volk",
is niet uit Middelburg afkomstig, doch
te dezer stede gevestigd. De directeur,
de lieer P. C. j. de Graaf, is woonachtig
te Middelburg.
Een harmonica-vereeniging.
In een gisterenavond in het café Bu-
ning gehouden vergadering is opgericht
de eerste Vlissingsche harmonicaver-
eeniging „Crescendo", en wel met aan
vankelijk 50 leden. De vereeniging
staat onder leiding van den heer W.
Lijnberg, met medewerking van de hee
ren Teirlinck, K. Swaneveld en j. J.
Stijger,
Tot voorzitter werd benoemd de heer
Ch. L. Dert 2e voorzitter G. Gerre-
brands le secretaris De Vos Burghart
en 2e secretaris P. Tempelaar. De hee
ren Teirlinck, J. Schot en J. T. H. Ver-
hoeft werden tot commissarissen be
noemd.
Met ingang van 16 Februari wordt
de rijksklerk P. de Rijcke der directe
belastingen en accijnzen alhier overge
plaatst naar Kerkrade (Limburg).
Verplaatst met ingang van 1 Februari
a.s. de assistent J. B. F. de Geus van
het postkantoor te Vlissingen naar het
spoorwegpostkantoor met standplaats
Vlissingen.
Scheepsberichten.
Het Amerikaansche stoomschip „Sun
dance", uitgaande van Antwerpen, heeft
bij Hoedekenskerke aan den grond ge
zeten, doch is zonder assistentie vlot
gekomen, waarna de reis werd voort
gezet.
Gemeenteraad van Middelburg.
In de gisteren gehouden zitting was
ingekomen een verzoek van den heer
Kruze om hem te rehabiliteeren ten op
zichte van zijn ontslag als directeur van
de Arbeidsbeurs. Dit werd aangehouden
tot na de geheime zitting, waarna be-