CO U RAIN T
Ik
Fa B[lD£R0K VAD 100
UITVERKOOP
ZATERDAG 12 «JANUARI
Eerste Blad
H. Brons Jr., Rotterdam
—No fO
62eJaargang
1924-»
Regeeringscrisïs.
FEUILLETON
Gestolen Geluk
Brieven uit de Hofstad
EET CARR'S M0UTBR00D
;middelburg. -
B. J. Meijer, Walstraat 31, Vlissingen
Pit nummer bestaat uit 2 bladen
Nb ongeveer twce-t<&n~cen-h<ilvc
maand van afwachten fceeftübet Neder-
landsche volk dan toch deze week het
einde van een regeeringscrisis mogen
beleven, zoo verward en onduidelijk,
zoo traag en sloopend als er wel wei
nige in onze parlementaire geschiedenis
vallen aan te wijzen. De naaste aanlei
ding, uit den aard der zaak niet de
diepere oorzaak der langdurige ministe-
rieele crisis van 26 October van het
vorige jaar af, is de verwerping der
Vlootwet geweest, en het hoofdbezwaar
barer tegenstanders, loopende over de
groote onkosten, welke de aanneming
van het wetsontwerp met zich zou ge
bracht hebben, komt door de gebeurte
nissen der laatste maanden in een zeer
zonderling licht te staan. Volgens ver
trouwbare berekeningen toch, zou deze
langdurige regeeringscrisis door uitstel
van tijdiger ingrijpende bezuinigingen,
met als gevolg een teveel aan uitgaven
van 400.000 gulden per dag, ons volk
nagenoeg op evenveel financieele lasten
•voor een reeks van volgende Staatsbe-
grootingen komen te staan, dan wan
neer de Vlootwet ware aangenomen
geworden. Ons dunkt, dat daarmede al
zeer duidelijk de wanhopige verward
heid, de zeer afkeurenswaardige hou
ding van verschillende parlementaire
groepen en het geheele betreurenswaar
dige. (en peperdure) verloop van Ne-
derland's jongste regeeringscrisis aan
den dag treedt. En zoo nog maar inder
daad van een beëindiging, van een de
finitief slot dezer tragi-comische parle
mentaire vertooning kon gesproken
worden, we zouden er ons ten slotte, bij
gebrek aan beters, nog bij kunnen neer
leggen. Doch het is er verre van af, dat
de afdoende oplossing thans gevonden
mag heeten. Wanneer het opnieuw op
tredend kabinet op zijn eenmaal ingeno
men standpunt blijft staan, en inzake
Vlootwet en 'bezuiniging van geen in
schikken wil weten en voorshands zijn
er geen aanwijzingen, dat het dit zal
doen, dan valt al spoedig een nieuwe
botsing met de Staten-Generaal te
voorzien, en staat ons een nieuwe crisis
voor de deur, zij het dan ook in den
vorm eener Kamerontbinding.
Wij hebben bij het vorenstaande
daarom nog eens stilgestaan, ten einde
volkomen duidelijk te doen uitkomen,
hoe de parlementaire regeeringsvorm
vaak groote moeilijkheden en soms zelfs
onoverkomelijke bezwaren met zich
brengt. Ons Nederlandsch parlement
staat- daarin echter geenszins alleen. In
tegendeel zouden we zeggen, maakt
hetgeen we in ons eigen land aanschou
wen slechts een deel, en maar een heel
gering deel'uit van de enorme moeilijk
heden, welke het parlementaire stelsel
in andere landen medebrengt. Zoo wij
een heel klein aantal landen uitzonde
ren, dan zien we overigens op dit
oogenblik bijna geen enkel Europeesch
rijk van eenige beteekenis, dat niet óf
een ernstige regeeringscrisis doormaakt
Roman van REINHOLD ORTMANN.
Neen, mijn kind, dat was dan toch
wel wat al te droevige grootmoedig
heid. Niet om je plechtig mijn vergiffe
nis aan te kondigen of omdat ik je op
nieuw wilde kwellen, ben ik midden in
den nacht bij je gekomen. Ik ben geko
men om je van je belofte te ontslaan,
om je te zeggen, dat je vrij bent dat
je voortaan niets meer verhinderen zal,
de stem van je hart te volgen.
Ilse keek de spreekster met groote,
verbaasde oogen aan. Zij begreep
slechts dat eene, dat zij deze woorden
onmogelijk voor echt mocht opvatten.
Maar zij begreep niet, welk gruwzaam
doel zich er achter kon verbergen.
Wat moet dat beteekenen, mama'?
Ik weet niet
Je weet niet, hoe ik in deze paar
uren zoo geheel kon veranderen Ja,
mijn kind, met een oude vrouw moet
men soms wat geduld hebben, vooral
als het een moeder is, die voor enkele
maanden haar zoon heeft begraven. De
smart over hem had mij langzamerhand
doen vergeten, dat ik het gevoel van
een jong hart niet mag meten met de
doffe berusting van mijn ouderdom.
Daar is te rechter tijd mijn eigen ver
leden voor mij levend geworden in ge
tuigenissen, die,ik niet verloochenen
óf doorgemaakt heeft. In Frankrijk is
het steeds een komenden gaan van een
schier eindelooze reeks optredende en
weer vallende ministeries geweest in
Engeland is een crisis nog in vollen
gang in Duitschland is het eigenlijk
aldoor crisis en regeert een kabinet met
een parlementaire, minderheid. In Polen
is nu juist een crisis weer geëindigd
in Oostenrijk regeert een regeering een
voudig zonder parlementaire meerder
heid in Griekenland heerscht opnieuw
een regeeringscrisis, die voor de zoo-
veelste maal het geheele staatsrader-
werk doet stilstaan. Resten ons nog
Portugal, dat pas een crisis achter den
rug heeft en Spanje en Italië, waar
eenvoudig geen crisis kan zijn, omdat
er geen behoorlijk parlement meer is.
Ons lijstje spreekt boekdeelen. Waar
lijk het parlementarisme der laatste
jaren maakt moeilijke tijden door,
zwaarder inderdaad dan het ooit heeft
gekend. Voor een groot deel is, als we
naar de oorzaken dezer alom woeke
rende kwaal zoeken gaan, de verwarde
en verwarrende na-oorlogstijd daaraan
schuldig. De verbijsterend moeilijke
vraagstukken, welke zich daarbij op elk
gebied van het staatkundig en econo
mische leven der volken voordeden,
hebben de normale functioneering van
menig regeeringsapparaat belemmerd,
en ontzaggelijke stagnaties in het le
ven geroepen. Daarbij is de snelle uit
breiding van het kiesrecht gekomen, die
voor de democratische regeeringswijze
geenszins de rustige ontwikkeling me
debracht, welke zij voor alles behoefde.
'Het behoeft dan ook niet te verwonde
ren, dat haar felle tegenstanders de
gelegenheid van een tijdelijke inzinking,
welke het parlementarisme ongetwijfeld
doormaakt, aangrijpen, om, gelijk in
Italië en Spanje reeds het geval was,
tot de dictatuur te komen. Veel navol-'
ging echter schijnt dat voorbeeld nog
niet te vinden en vooral in de noorde
lijker gelegen landen, waar men meer
nuchter en zakelijk de dingen be
schouwt en zich ook minder aan holle
frazen te buiten pleegt te gaan, schiet
het facisme veel minder wortel dan zijn
heetgebakerde volgelingen verwacht
hadden. Of er dan gansch niets goeoo
insteekt Allicht wel, gelijk in vrijwel
alle dingen. Maar niet genoeg om er
zich aan te mogen toevertrouwen. Inte
gendeel, juist wat we in andere landen
zien gebeuren, moet een aansporing
zijn om niet het huidige, zoo duur ver
kregen systeem af te gaan breken en
te verlaten, maar integendeel het te
verbeteren en op. te bouwen, ontdaan
van zijn feilen en tekortkomingen. Daar
toe heeft de democratie zich in allerlei
landente herzien, ernstig en diep, en
waarbij de betere elementen, de min
dere moeten ontwikkelen en tot rijper
inzicht brengen. Dat brengt een gedul
dig en hardnekkig arbeiden aan de
verbetering van het openbare staatkun
dige leven met -zich, een taak waaraan
niemand die er zich toe bekwaam en
in staat gevoelt, zich mag onttrekken.
Alleen dan zal het groote, wijdver
spreide euvel, dat regeeringscrisis heet,
kunnen verminderen en gaandeweg
plaatsmaken voor een betere functio
neering van-het parlementaire stelsel.
en waaraan ik niets verdraaien of be
twisten kan. En terwijl ik de brieven
las, die ik voor veel, heel veel jaren in
den nood van mijn jonge hart schreef
aan een vertrouwde vriendin, werd mij
tot mijn diepe beschaming het groote
onrecht bewust dat ik jou heb aange
daan.
O, mama 1
Neen, kind, laat mij nu uitpraten.
Ik weet heel goed, wat ik daar zeg. En
ik behoef je geen uitvoerige bekente
nissen te doen, opdat je mij verstaat.
Ook ik heb mij zonder liefde verloofd
met den man, die mijn hand begeerde,
terwijl mijn hart in smartelijk verlan
gen voor een ander klopte. Ook ik heb
in ontelbare wanhopige nachten den
hemel gesmeekt, mij kracht en stand
vastigheid te schenken, opdat mijn ge
weten rein blijve van schuld. Wel is
mijn gebed verhoord maar die ver
geelde brieven hebben mij herinnerd,
hoe duur ik het bewustzijn moest koo-
pen, in gedachten en handeling altoos
trouw en rechtschapen te zijn geweest.
Het was wellicht alleen het instinct der
moederliefde, dat mij voor uitersten
bewaarde, Ik echter was aan een leven
de gehouden en geen macht ter wereld
kon mij van mijne boeien bevrijden,
terwijl jij je toekomst slechts een scha
duw, een waanbeeld ten offer zoudt
brengen. Moest ik na dit uur van erken
tenis niet van schaamte vergaan, indien
ik dat toeliet
Ilse keek stil voor zich neder niets
dan moede hopeloosheid lag op haar
!ljs- en ander vermaak.
Waarover anders moeten wij thans
in de eerste plaats schrijven dan over
het ijs? Het ijs brengt Holland van de
wijs, misschien was dit rijmpje de beste
kwalificatie van den invloed die het ijs
op den Hollandschen aard heeft. Stijve
klazen komen plotseling los als zij de
schaatsen aangebonden hebben. Stijve
deftige meneeren, die je anders nooit
ziet dan tip-top in de kleeren, hebben
zich. nu in een trui gestoken, dragen
een pet, een bouffante en zien er plots
als sportsmen eerste klas uitdames
weten zich bijkans een ander figuur en
een andere verschijning te geven in
haar kokette jumpers en mutsen en kor
te rokken. Vrijmoedig en familiaar zijn
ze alle het is alsof het heusche ijs
plotseling het ijs der conventie doet ver
dwijnen.
Den Haag is Den Haag niet meer,
als de ijsbaan geopend is. 't Is uitge
storven in de straten, het is doodstil in
de wandeldreven van de Boschjes,
want alles is naar het eind van het
Bezuldenhout getrokken, waar het een
drukte van belang is. Zondag was het
daar een wereld-centrum-achtige volte.
Lange rijen auto's, motorfietsen en rij
wielen wachtten geduldig tot de eige
naren zich verzadigd hadden aan het
ijsgenoegen. Op de banen is het een
gezellige drukte, vooral ttan de eind
punten, want dit is het zonderlinge van
den schaatsenrijder, dat hij graag ver-
poozing zoekt, zacht draaiend op zijn
schaatsen. Het baantje-rijden is niet je
ware, maar och, het is er gezellig.
Eenigermate vermoeiend zijn de eeuwi
ge achtjes-draaiers, d.z. zij, die hun
kunst-stukken leeren of vertoonen en
deze bestaan gewoonlijk in niets anders
dan het draaien van cirkels in een 8-
vorm op het ijs. Daar word je nu wel
eens draaierig van, maar ieder diertje
heeft zijn pleziertje.
Enfin, laten we constateeren, dat
duizenden en duizenden zich vele uren
vermaakt hebben en het is in dezen tijd
al heel wat waard dat men zich daar
toe opgewekt gevoelt. Op het oogen
blik dat wij dezen brief schrijven, houdt
de vorst nog heel even aan, maar wie
weet of het ijsvermaak al weer niet ver
geten is als deze brief in de krant staat.
Van de sneeuw hebben wij dit jaar
al genoeg gehad en vooral scheen die
het op de Zondagen gemunt te hebben,
zoodat wij een dag langer in de vuile
boel zaten dan anders het geval is. De
sneeuwruiming fvordt in de residentie
met kracht uitgevoerd en vooral voor
de paarden, auto's en fietsers wordt
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Gezond. Voedzaam. Heerlijk.
J. W. v. d. LINDE Walstraat 98.
14—19 Januari
Jaarlijkse he
schoon gelaat.
Ik dank u, mama, want ik weet
heel goed, hoeveel dit hooghartige be
sluit u moet gekost hebben. Maar ook
mij kan geen macht ter wereld van mijn
boeien bevrijden. Slechts hij, wien ik
zwoer, zou mij van de belofte kunnen
ontslaan. En hij ligt onder de aarde,
al mijn hoop op geluk is met hem
begraven.
De oude vrouw had geen ander ant
woord verwacht, maar zij was thans,
nadat zij in harden strijd met haar zelf
zuchtig moederhart zich had bedwon
gen, vast besloten, zich daar niet mee
tevreden te laten stellen. En wellicht
nooit in haar leven was haar welspre
kendheid grooter en dringerder, haar
stem zachter en teerder geweest, dan
in dit uur waar zij de schoonste daad
van hooge zelfverloochening trachtte te
volbrengen.
Het vale licht van den grijs scheme
renden dag viel reeds door tiet venster,
toen de twee vrouwen met een lange,
liefdevolle omarming afscheid namen.
Ilse echter had het gevoel, alsof er een
zee van zonnig licht om haar was, en
al sloot ook voor de korte rest van den
nacht geen sluimer haar brandende
oogleden, het was toch niet meer het
gruwelijk spook van de ellende, die hem
verjoeg.
De ontvangersweduwe en de vroegere
verloofde van haar zoon waren alleen
in de ontvangkamer der villa, toén de
meid haar de visitekaart van een be
INGEZONOEN MEDEDEELINGEN.
Beëedigd Makelaar in Assurantiën
Belast zich
met het sluiten van alle Verzekeringen
Solide dekking ter beurze
Concurreerende premiën
Prompte en coulante Schadeafwikkeling
Vertegenwoordiger
goed gezorgd, want de rijwegen wor
den het eerst gereinigd. De ouderwet-
sche wandelaar komt pas achteraan.
Die mag door de baggerboel gaan of
op de gladde trottoirs loopen glijden.
Eigenaardig is het, dat de bewoners
niet meehelpen. Er bestaat, meenen we,
nog wel een verordening, dat zij zand
of asch moeten strooien, maar in de
praktijk valt daarvan weinig te be
speuren.
Genoeg van den winter. Wie er aan
denkt dat de koude voor velen een
bron van ellende is, zal wel niet zoo
egoïstisch zijn van te hopen op een
langeren duur der ijsvermaken.
Het nieuwe jaar heeft deze vreugde
aanstonds gebracht en wij kunnen
slechts wenschen dat dit jaar voor allen
een jaar van vreugde zal zijn.
In den schouwburg is de gebruike
lijke nieuwjaarswensch op de bruiloft
van Kloris en Roosje uitgesproken. Jan
van Ees was ditmaal de dichter van
den wensch. Er zijn wel eens nieuw-
jaarswenschen geweest die geestiger
waren en de vraag rijst, of deze dichter
wel voldoende op de hoogte is van alle
gebeurtenissen.
Niet altijd is hij slagvaardig genoeg
en zijn opmerkingsgave schiet nogal
eens tekort. Het is moeilijk te zeggen
wat hij niet gaf, maar men gaat verge
lijken met vroegere jaren en dan was
het ditmaal niet zoo sprankelend van
geestigheid als anders het geval placht
te zijn. Echter, de stemming, die op de
bruiloft van Kloris en Roosje behoort,
was er, en dat is hoofdzaak.
Vooraf ging een oorspronkelijk blij
spel van Maurits Wagenvoort, getiteld
„een Haagsche dame in Lutjebroek".
De titel zegt al genoeg voor den aard
van den humor die in het stuk is te
wachten. Het kleinsteedsch gedoe is al
tijd een dankbaar onderwerp geweest
voor blijspelletjes. Wagenvoort heeft
het thema nog eens gebruikt en waar
lijk op verdienstelijke wijze. Hier en
daar is het wel eens ondeugend, maar
over de schreef gaat het niet Een aan
winst voor het tooneel-repertoire is het
niet direct, maar het is al iets bizonders
dat een Hollander een blijspel maakt.
De Nederlandsche litteratoren zijn al
tijd geneigd om zwaar op de hand te
worden en het publiek op diepzinnige
beschouwingen te vergasten. Over het
algemeen houdt het publiek daar niet
van en dergelijke stukken verdwijnen
gewoonlijk spoedig van het repertoire.-
Het stuk van Wagenvoort is dus om
zoeker bracht.
Walter riep 'Ilse in blijde ver
rassing, zoodra zij een blik op de kaart
had geslagen. Hij komt eerder, dan hij
geschreven had. O, wat ben ik geluk
kig, hem weer te zien 1
Zij snelde haar binnenkomenden
broeder tegemoet maar met een als
met bloed overgoten gelaat bleef zij
staan, toen zij door de open deur The-
odoor Rudek in de voorkamer ont
dekte.
Wat befeekent dat, Walter vroeg
zij, zacht en ontsteld. Je bent niet
alleen 1
De student kuste haar hartelijk en
trad op de oude dame toe, om haar
eerbiedig te groeten.
Ik vraag verschooning, mevrouw,
als ik het op eigen verantwoording
waagde, een vriend bij u binnen te lei
den, dien ik op weg hierheen aantrof.
Hij vraagt u en Ilse gehoor in een zaak,
die hem boven alles ter harte gaat, en
ik heb beloofd, zijn voorspraak te zijn,
opdat u hem dit verzoek niet zult
weigeren.
Wellicht was zoo'n voorspraak
niet eens noodïg, antwoordde de oude
dame met bewonderenswaardige kalm
te. Het is mijnheer Theodoor Rudek,
nietwaar Zeg uw vriend, beste Wal
ter, dat hij ons welkom is.
En toen Rudek terstond daarna aar
zelend den drempel overtrad, ondanks
de vastberadenheid van zijn hart in
verwarring gebracht door de verschij
ning van de gebogene, in het zwarte
fabak"!
die reden al lofwaardig. De Neder
landsche tooneelschrijvers zijn tegen
woordig druk in de weer met vergade
ren en met profesten tegen het buiten-
landsche, dat het inheemsche verdringt.
Dat is op zichzelf een lofwaardig stre
ven, maar het is de vraag nog of die
Holiandsche schrijvers de concurrentie
om dit onartistieke woord eens te
gebruiken wel aan kunnen. Tot nu
toe hebben wij daarvan nog niet vee!
bespeurd.
Het ligt voor de hand, dat de keuze
uit buitenlandsche stukken nu eenmaal
grooter is dan uit de Nederlandsche en
het is ook begrijpelijk dat men^hier
grijpt naar stukken die .in het buiten
land een succes zijn geweest. Er zit al
tijd een element van risico in om een
oorspronkelijk stuk te aanvaarden,
omdat men nooit van te voren weet hoe
het zal gaan. Brusse's Boefje is waar
lijk een uitzondering en toch gelooven
wij niet, dat dit vele jaren op het re
pertoire zal blijven. Het is tot op ze
kere hoogte een kijkspel en zoodra
iedereen er op uitgekeken is, is de at
tractie weg. Een stuk dat blijvend
boeit en dat men op gezette tijden weer
eens wil zien, is nog zéér zeldzaam,
evenals de boeken die waard zijn tel
kens herlezen te worden.
Nederland mag rijk heeten aan kunst
en beschaving, juist in dit opzicht heeft
het nog geen grooten rijkdom. Waarin
dat zijn fout heeft, vermogen wij niet te
zeggen, maar het feit is er en dus zijn
wij al tevreden met een pretentieloos'
Hoilandsch blijspel, dat een paar uur
vermaak geeft. EIBER.
kleed der rouwe gehulde moeder, nanv
zij, nog voordat hij iets kon zeggen, de
hand van hét meisje en strekte haar
verwelkte, bevende hand naar den be
zoeker uit.
Ja, wees ons welkom, mijnheer 1
Ik weet alles en ik ben te dicht bij het
graf, dan dat ik nog de verantwoorde
lijkheid op mij zou durven nemen, het
geluk van twee menschen in den weg
te staan. Mijn zoon heeft dit kind tot
mijn dochter gemaakt, en ik bedien mij
van mijn moederrecht, waar ik ze aan
u over geef. Geve God, dat het u ver
gund zij, haar gelukkig te maken en de
rozen der vreugde weer op haar wan
gen te tooveren. Ik zal spoedig genoeg
bij mijn zoon zijn, om hem rekenschap
af te leggen en hem te verzoenen.
Haar stem brak. Maar Theodoor Ru
dek boog zich over de verwelkte hand,
om ze vol innige dankbaarheid te kus
sen. Hij wilde spreken, doch de ontvan
gersweduwe voorkwam dat, door zich
tot Ilse's broeder te wenden.
Kom, Walter, wij zullen die twee
daar binnen verwachten. Wat zij elkan
der thans te zeggen hebben, doen zij
het best onder vier oogen. Ik denk, zij
hebben lang genoeg in smart en„wer-
langen op dit uur gewacht.
Zij liet zich door den student cie ka
mer uit leiden de twee achterblijven-
den echter gevoelden in eerbiedvolle
ontroering de stille grootheid van dit
moederhart, dat in den zwaarsten strijd
zichzelf had weten te overwinnen.
EINDE.