Vlissingsche Count Tweede Blad Zaterdag 1 December 1323, Ho. 234 BINNENLAND VAN DE VAN DE ONDERZEEDIENST TE VLISS1NGENI. De burgemeester, de heer C. A. van Woelderen heeft, onder bovenstaand opschrift in de „Haagsche Post" een artikel doen opnemen, welk -artikel wij met toestemming van het Haagsche blad in zijn geheel overnemen. „Driemaal is scheepsrecht", zegt het spreekwoord en zoo kom ik na mijn artikelen in de „Haagsche Post" van 14 Mei 1921 „de Haven van Vlissingen" en van 29 Juli 1922 „De Zeeland te Vlissingen, een veilige route", thans uw aandacht vragen voor den onder zeedienst te Vlissingen, eveneens een vraagstuk, waarvan het algemeen landsbelang de plaatselijke belangen verre overtreft. Voordat ik het eigenlijke onderwerp behandel, laat ik eenige algemeene be schouwingen voorafgaan, omdat de kern van mijn betoog wederom het zelfde grondbeginsel bevat dat het onverantwoordelijk is voor persoonlijke opvattingen of speciale belangengroe pen erkende groote Nederlandsche be langen aan onzen Scheldemond op te offeren of te veronachtzamen. De demissionaire minister van mari ne schreef d.d. 8 November j.l. aan de vereeniging „Vlissingen Vooruit", die zich naar aanleiding van ernstige ge ruchten over beoogde verdere inkrim ping der marine te Vlissingen tot dien minister wendde „dat het, uit overwegingen in ver- „band met de geboden bezuiniging op ,,'s lands uitgaven, inderdaad in het „voornemen ligt, tot vermindering van „de scheepsmacht te Vlissingen over te „gaan". Welnu, wanneer men het kleine beetje marine, dat in Vlissingen is overgebleven, nog meer wil gaan in krimpen, dan moet men de marine daar maar liever geheel liquideeren 1 Onder het valsche mom van bezuini ging zooals ik in dit artikel zal aan- toonen dreigt hier het van ouds be ruchte kruideniersbeleid. De vice-admiraal G. P. van Hecking Colenbrander schreef 4 Februari 1915 aan het Vlissingsche gemeentebestuur „dat gedurende den tegenwoordigen „Europeeschen oorlog duidelijk het „groote belang van de Wester-Scheide „en Vlissingen uit een politiek en mili- „tair oogpunt is gebleken. Ook in de „toekomst zal in tijden van Oorlog of „oorlogsgevaar de Schelde met hare „mondingen een zóó belangrijke poli tieke en strategische beteekenis heb- „ben, dat het noodig zal zijn te Vlissin- „gen een blijvend maritiem station te „vestigen". Zeer juist in dien tijd was men wakker en voelde men de harde werke- lukheid. Maar ook toen was er niets nieuws onder de zon". Omtrent het bekende „politieke tes tament" dat keizer Karei V over zijn wereldrijk voor zijn zoon Philpis 11 schreef, vermeldt M. Smallegange „Cro- nyk van Zeeland" (1696) op blz. 564 „Vlissingen mag over sulks met „groote reden pronkken op het oordeel „van die groote Keiser Karei de vijfde, „die haar noemde de Koninginne en „Sleutel van Nederland en belaste, on- „der andere geheimenissen, den Staet „van de landen en herwaerts overe aen- „gaende, synen soone Philippus, dat hij „insonderheit daer voor zorge zoude „dragen." Wij weten het uit de geschiedenis, dat die goede raad in latere tijden me nigmaal in den wind geslagen is, „als de perikelen geweken waren" verwaar loosde men dikwijls ten nadeele voor 's lands belang weer alles maar zijn vooral de huidige tijdsomstandigheden er naar, om jan Salie weer vrij spel te geven ik meen, dat daartoe aller minst aanleiding bestaat 1 Ik heb er mij in deze jaren van strijd voor Vlissingsche landsbelangen steeds over verwonderd, dat er van enkele zij den zóó hardnekkig wordt stelling ge nomen tegen Vlissingen. Men heeft vroeger het mooie eiland Walcheren wel de Schoone Slaapster aan den Scheldemond genoemd en vond dat de „ville morte" Vlissingen daar zoo lief en kalm aan het water lag. Dat moge alles heel idyllisch klinken, maar de publiciteit de Prins uit het sprookje heeft inmiddels Walcheren tot nieuw leven gewekt. De benarde tegenwoor dige tijd is er en geen van sprookjes, daarom is het onze plicht nieuwe bron nen van welvaart aan te boren en dat dit in Vlissingen mogelijk is, bewijst de bloeitijd der 17e eeuw. Daarna heb ben gedurende tal van generaties vele van Zeeland's beste zonen hun geluk elders gezocht, goede ambtenaren, door geboorte niet speciaal gehecht aan dit gewest, maakten spoediger carrière door overplaatsing buiten de provincie Zeeland, die zoodoende veel van haar ondernemingslust en goede kansen ver loor. Maar wie nu daarom zegt, het gaat in Zeeland toch niet, stelt de din gen volkomen op hun kop, want het is juist de zegen van de gunstige ligging aan den Scheldemond, dat wie de zaken daar goed aanpakt, succes moet hebben 1 lk wil in dit verband niet nalaten aan te halen, wat het j.l. Novembernummer van „Neerlandia" op blz. 156 schrijft „Wij hebben heusch geen reden ons te verduiken, wij mogen gerust uitko men voor onzen trots, uien wij bijna zonder uitzondering voelen en in ge meenschap voelen, als wij lezen, dat in de jongste herfststormen de zuiver Ne derlandsche dienst van de „Zeeland" de eenige was, die varen bleef, toen alle andere hunne booten binnenshavens hielden. Wij zijn dergelijke dingen wat heel erg vanzelfsprekend gaan vinden. Wij missen de gave om er ophef van te maken, en wij doen daardoor ongetwij feld onszelf, ons volk, ons aanzien in de wereld eenigermate te kort, maar ten slotte is dat niet de hoofdzaak, veel meer komt het er op aan, dat wij het recht hebben, dergelijke dingen als iets vanzelfsprekends te beschouwen. Niet de hoofdzaak, maar daar om toch wel van belang. Van meer belang dan wij met onze opvatting van „goede wijn behoeft geen krans" daaraan hechten. Door wat meer nadruk op deze din gen te leggen, kunnen wij ons zelfbe wustzijn versterken, en dat kunnen wij helaas maar al te goed velen. Onze bladen melden zooiets in een verloren hoekje, met twee-, drie regels. Men stelle zich eens voor, dat het voor een Fransche stoomvaartlijn vanzelf sprekend was geworden, dat zij voer, als andere thuis bleven, en men poge zich een voorstelling te maken van de vlammende opschriften, waarmee de pers der Parijsche boulevards dat tot sterking der nationale fierheid zou uit bazuinen. Er is een element van valsche schaamte in deze dingen. In ons hart bewonderen wij den gezagvoerder en de schepelingen, die de reis aandurven, als anderen bij honk blijven, maar wij vinden het min of meer kinderachtig daarvoor uit te komen. Die valsche schaamte mogen wij gerust afleggen, men behoeft niemand te kwetsen, als men er de aandacht op vestigt, dat ons ras, onze stam kerels kweekt van de soort als de gezagvoerders en de be manningen der „Zeeland", al zou het on^Nederlandsch zijn, om dat te gaan opblazen." Bravo „Neerlandia", ge slaat den spijker op z'n kop, ik voeg daar alleen nog aan toe en dat die kranige zeelui dat kunnen, danken zij aan de bijzonder gunstige ligging van de haven van Vlissingen 1 Dit alles is in het bijzonder ook voor onze marine van belang, die zulk een oude traditie van onze vlag op onze Schelde heeft te handhaven ik on derstreep onze tegenover „onze" Wielingen, hetgeen men tegenwoordig herhaaldelijk in Belgische persberichten leest. Ontruiming van Vlissingen door onze marine heeft veel van een laffe vlucht naar den Helder, een uiting van een bedenkelijken Jan Saliegeest. Elk rechtgeaard Nederlander zal wel hopen en veronderstellen, dat wij onze weermacht uitsluitend noodig zullen hebben voor de handhaving van onze neutraliteit. Waar zullen wij dan de wereldoorlog heeft het geleerd onze vloot productiever kunnen gebruiken dan aan den Scheldemond. Voor het haast ondenkbare geval dat Nederland zelfstandig oorlog zou moeten voeren, ligt onze vloot te den Helder geheel on productief. Er blijft dus nog te beschou- den de derde mogelijkheid, n.l. dat Ne derland in een nieuwen grooten Euro peeschen oorlog zou worden betrok ken, waarbij, wederom blijkens den wereldoorlog, de Schelde een der brandpunten van den strijd zal zijn. De demissionaire minister van marine schijnt een overplaatsing der marine van Vlissingen naar den Helder te mo- tiveeren op den wensch, om het geheele varende deel der vloot te concentreeren op één punt. Afgezien van het feit, dat het begrip „geheele vloot" thans weinig imponeert en de oorlogsschepen elkaar toch ook ergens bij de kust tusschen Vlissingen en den Helder zouden kun nen ontmoeten om samen te oefenen, doet zich dan dus de vraag voor den Helder of Vlissingen Vooropgesteld, dat Vlissingen elkeen gaarne het zijne gunt, moet ik toch hier uit „lijfsbehoud" verklaren, dat na het hierboven mede gedeelde, de keuze niet twijfelachtig schijnt. De tijden van den Helder als voorhaven van Amsterdam zijn sinds het graven van het Noordzeekanaal voorbij en nadat de Zuiderzee voor de tegenwoordige diepgaande schepen niet meer bevaarbaar is, kan den Helder voor onze verdediging vrijwel als een verlaten post worden beschouwd. Bo vendien kan een vijandelijk eskader on ze in den Helder geconcentreerde vloot gemakkelijk blokkeeren en opsluiten. Ten slotte zullen de kleine schepen, die wij voor onze verdediging gebruiken, in geval van nood door de kanalen en rivieren vanuit Vlissingen kunnen ont komen. M. i. pleit voor het behoud van den onderzeedienst te Vlissingen o. a. a. De internationale toestanden en verhoudingen laten het niet toe, dat Ne derland zijn varende vloot van den Scheldemond terugtrekt b. Overbrenging van den onderzee dienst van Vlissingen naar den Helder is ten nadeele van de belangen van de marine zelve en wordt door de Zeeuw- sche marine-autoriteiten dan pok sterk afgekeurd. Voor lanceeroefeningen het schieten met torpedo's leent zich de meer beveiligde reede van Vlissingen en de Wielingen veel beter dan de open Noordzee te den Helder, werkelijke lan ceeroefeningen blijken zelfs meer dan 300 dagen per jaar te Vlissingen moge lijk, de statistiek bewijst dan ook, dat er te Vlissingen drie maal meer geoetend wordt dan te den Helder. Voor schijn- lanceeringen leent zich Vlissingen na tuurlijk door de steeds zeer drukke scheepvaart op de Schelde veel beter dan het stille den Helder. Ook stelt de belangrijke uitbreiding van den onder zeedienst in Nederlandsch Oost-Indië, waar het personeel bij dien dienst na 2 jaar repatrieert, hoogere eischen aan de opleiding gin het moederland, waar voor Vlissingen (vgl. de uitstekende re sultaten der Zeevaartschool „de Ruyter- school" te Vlissingen) de meest ge schikte plaats is. De Koninklijke Maat schappij „de Schelde" bouwt te Vlissin gen onze onderzeebooten, zoodat de re paraties ter plaatse op de meest econo mische wijze kunnen geschieden. Ook heeft Vlissingen het voordeel der accu- mulatorenfabriek „Tudor". Moge het een goed voorteeken voor de marine te Vlissingen blijven, dat de te Vlissingen gebouwde K III, de eerste onderzeeboot die naar Nederlandsch Oost-Indië is vertrokken, zijn kranigen tocht zonder moederschip 4 September 1020 vanuit Vlissingen is begonnen Voorts is de straffrequentie te Vlis singen veel gunstiger dan te den Hel der, waardoor dus blijkt, dat de kansen voor goed gedrag en goeden geest bij het personeel te Vlissingen beter zijn. En eindelijk is het van het grootste gewicht, dat het personeel steeds ter plaatse geoefend en gestationeerd wor de, waar het in tijd van oorlog of oor logsgevaar dienen moet.. c. In vierkante tegenstelling met het antwoord van den demissionairen mi nister aan de vereeniging „Vlissingen Vooruit", dat de beoogde verplaatsing van den onderzeedienst naar den Hel der verband houdt met de bezuiniging immers daarop had het advies dier vereeniging betrekking beweer ik, dat die verplaatsing belangrijke kosten tengevolge zou hebben, zoodat zij daarom juist in strijd zou zijn met de tegenwoordig zoo klemmende eischen van bezuiniging. Voor de aan alle eischen des tijds voldoende inrichting van den onderzeeienst te Vlissingen is in de laatste jaren meer dan ƒ300.000 uitgegeven, daarvoor zijn gebouwd bu reau's, gymnastiek- en theorie-lokalen, waschinrichtingen, accumulatoren werkplaats, bergplaatsen voor den in ventaris der onderzeebooten enz. enz. zelfs is er vóór korten tijd nog een nieuw waterdistilleerapparaat ge plaatst 1 moet dat nu maar weer opeens alles braak blijven liggen, om dat de minister meer gevoelt voor den Helder moet dat alles nu weer nieuw in den Helder worden gesticht en is dat de bezuiniging, bedoeld in het schrijven van den minister aan de vereeniging „Vlissingen Vooruit" Bovendien zouden de verhuiskosten van het personeel van Vlissingen naar den Helder ook nog ongeveer ƒ25.000 bedragen. d. De belangen van het gehuwde marinepersoneel worden geschaad door massale overplaatsing naar den Hel der, waardoor de woningnood daar hoogst bedenkelijk zou worden en waardoor dus het gezinsleven van dit personeel zou worden bedreigd. Te Vlissingen zijn indertijd woningen ge bouwd met subsidie van het ministerie can marine, durft iemand in dezen tijd de verantwoording dragen, dit onder de huidige omstandigheden te den Hel der te herhalen Het is mijn overtuiging, dat, als er een volksstemming werd gehouden, of de geboortestad van Bestevaer Michiel recht heeft op een evenredig deel van onze marine, Vlissingen het met een overweldigende meerderheid zou win nen. De plannen van den demissionai ren minister ten opzichte van Vlissin gen worden ook door een overgroot deel der marine afgekeurd, zoodat het m.i. waarschijnlijk is te achten, dat de nieuwe minister een ander standpunt zal innemen. Eigenlijk zouden wij ons over alle deze aanvallen op Vlissingen moeten verheugen, omdat wij daarvoor beter de gelegenheid hebben gekregen voor iedereen ons goed recht te bepleiten mits dan maar geldt eind goed al goed! In elk geval zal echter deze belang rijke aangelegenheid door de Tweede Kamer bij de a.s. Marinebegrooting ernstig worden behandeld, waarbij men wel weer een krachtig „afblijven" hands off zal hooren Dit geeft ons dan ook moed en vertrouwen, want Vlissingen gedenkt met groote dank baarheid, dat onze Tweede Kamer steeds zoo krachtig en nagenoeg een stemmig in de bres staat voor onze Vlissingsche landsbelangen De kabinetscrisis. De „Avondpost" verneemt, dat ook de heer Beeiaerts van Blokland niet zal slagen in de samenstelling van een nieuw kabinet. Tegen opname van liberalen in het kabinet bestaan bij enkele rechtsche partijen om begrijpelijke redenen, ern stige bezwaren. Bovendien schijnt de grootste der rechtsche partijen niet geneigd zich aan de leiding van den heer Beeiaerts te onderwerpen. En men vraagt zich af, wat dan zal geschieden. Niet onwaarschijnlijk wordt het in INGEZONDEN MEDEDEELS^GEN. Bij aankoop van een doosje zonder verzekeringsbiljet, za! Uw winkelier U dit binnen enkele dagen verstrekken. parlementaire kringen geacht, dat als nog in bovenbedoeld geval, aan den heer Colijn de opdracht tot kabinets formatie zal worden verstrekt. Naar „de Tijd" uit parlementaire kringen verneemt schijnen de tegen woordige politieke moeilijkheden geenszins te zullen worden opgelost met het optreden van een extra-parle mentair kabinet. De mogelijkheid is geenszins uitgesloten, dat een zoodanig kabinet niet op den steun van de Eerste Kamer zal kunnen rekenen. De Vlootwet de oorzaak der moei lijkheden zou door de rechterzijde in de Eerste Kamer zoo niet met algemee ne stemmen dan toch met een groote meerderheid zijn aangenomen, omdat de aanneming daarvan als urgent werd beschouwd. Van meer gewicht is echter, aldus „de Tijd", dat ter rechterzijde van de Eerste Kamer het voortbestaan der coalitie van primordiaal belang voor het land wordt geacht en dat bij een verhouding van 3/5 rechts en 2/5 links in beide Kamers der Staten-Generaal er niet aan gedacht mag worden om den plicht tot regeeren uit handen te geven. Het spionnage-geval. De sergeant-majoor-administrateur S. van het 13e regiment infanterie te Maastricht, die op vrije voeten gesteld was en weder gerehabiliteerd was, heeft zich thans plotseling bij den garni- zoens-commandant gemeld, met de me- dedeeling, dat hij wel degelijk stukken van geheimen aard aan den sergeant majoor T., op wachtgeld gesfeld, heeft veFkocht. Hij kon dit niet langer onder zich honden. Hij is daarop in het huis van bewaring in arrest gesteld. Het Ned. Roode Kruis in Dnitschland. Gisteren vertrokken zes wagons le vensmiddelen onder begeleiding van transportcolonneleden van het Neder landsche Roode Kruis naar Essen, Dort mund en Bochum. Twee dezer wagons zijn voor noodlijdende Nederlanders bestemd. Binnenkort zal bekend gemaakt wor den, wanneer de Roode Kruistreinen naar Berlijn en naar hef Roergebied zullen vertrekken. Loodswezen. Bij Kon. besluit is aan den gezag voerder aan boord van het stoomloods- transportvaartuig van den algemeenen dienst van het loodswezen enz. in het 4e en 5e district, J. Goos, op zijn ver zoek, wegens meer dan 55-jarigen leef tijd, eervol ontslag verleend en is be noemd tot gezagvoerder van het stoom- loods-transportvaartuig voor den alge meenen dienst van het loodswezen enz. in het 4e en 5e district, de zeeloods in gemelde districten E. Goos. De Tijdgeestloten. In verband met 't inbeslagnemen van Utilé-obligaties bij sommige hoofd agenten en agenten der N.V. Utilé te Rotterdam en Utrecht, welke obligaties trekken volgens aanwijzingen der N.V. „De Tijdgeest" en bij het publiek als Tijdgeestloten bekend zijn, heeft het „R. Nbld." zich tot de Utrechtsche di rectie gewend om informatie. De direc tie deelde mede dat de inbeslagneming der obligaties enkel te Rotterdam heeft plaats gehad en zij beschouwt het daarom als een zaak, speciaal van de Rotterdamsche justitie. Zij kan zich overigens niet verklaren waarom juist haar maatschappij dus gehinderd wordt en nu al voor de derde maal in zes ja ren tijds wordt lastig gevallen, terwijl andere soortgelijke vennootschappen ongehinderd konden arbeiden. Zestien jaren heeft de N. V. gewerkt en hon derdduizenden rentegevende, volge storte obligaties in omloop gebracht. De basis van haar bedrijf is dan ook van dien aard, dat het naar haar mee ning tot de soliedste kan worden ge kend. Indien de regeering zulks mocht wenschen, is Utilé te allen tijde bereid voile zekerheid te stellen voor het na komen harer verplichtingen. Op zichzelf geeft het inbeslag nemen van obligaties het publiek geen nadeel, het zijn uiter aard onverkochte en als zoodoende waardeiooze stukken. Een ander geval zou het wezen met het verhinderen der trekkingen wijl daardoor force majeure kan ontstaan, welke de N. V. in staat zou stellen om zich ten koste der obligatiehouders te bevoordeelen, door op grond van het justitioneel optreden tegen de maat schappij de amortisatie tevens premie trekking achterwege te laten. Daar het hier obligaties geldt en geen loten is er voor de koopers geen mogelijkheid om teruggaaf van het gestorte geld te vor deren. De N.V. is echter overtuigd van de volkomen wettigheid van haar be drijf, volgens de loterijwef en niet van zin misbruik te maken van deze door de justitie geschapen mogelijkheid. Zij zal haar verplichtingen geheel blijven nakomen. Wat haar agenten en hoofdagenten betreft, is de directie van overtuiging dat het verkoopen en ten verkoop in voorraad hebben van de Utilé-obliga ties in geen geval een strafbaar feit is, wijl het niet valt onder art. 2 sub 2 der Laterijwet, waar" sprake is van andere aandeelen dan voor liefdadige doelein den waarvoor wel toestemming wordt vereischt. Zij meent dus, dat haar ver tegenwoordigers vrij uit behooren te gaan. Gevolg der autobus-concurrentie De Arnhemsche tram, zooals bekend, een gemeentebedrijf, zoekt uitbreiding op ieder gebied. Het nieuwste wat wel vertoond is, is de verhuisbranche. Een geheele familie met hutje en mudje werd verhuisd voor de somma van ƒ8.50. Voor dit gevalletje werd een bagagewagen achter een motor dito gekoppeld, die de familie van den Ba- kenbergschen weg naar het Geitenkamp vervoerde. Of er nog winst op gemaakt werd, vermeldt de historie niet Scheepvaartbeweging. Gedurende de maand November werd de haven van Rotterdam bezocht door 738 schepen, metende 1.037.098 netto reg. ton. In November 1922 kwamen te Rotterdam binnen 715 schepen, metende 1.108.284 netto reg. ton. Sedert 1 Januari zijn te Rotterdam aangekomen 7543 schepen, metende 10.841.548 netto reg. ton, tegen 7755 schepen metende 11.579.800 netto reg. ton in hetzelfde tijdperk van 1922.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 5