Eerste Blad VOOR DE JEUGD ZATERDAG 1 DECEMBER GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON Gestolen Geluk Beursbeschouwingen 77iets liever dan een düd eb No284 61e Jaargang 1933 V l! SSI N GSCH E COURANT INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Dit nummer bestaat uit 2 bladen AFSLUITING GEDEELTE AAGJE DEKENSTRAAT TUSSCHEN DE SCHELDESTRAAT EN HET BETJE WOLFFPLEIN. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter openbare kennis, dat door hen, krach tens een aan hen door Gedeputeerde Sta ten van Zeeland verleende vergunning, in verband met het leggen door de Konink lijke Maatschappij „De Schelde", alhier, van een kabel, het gedeelte van de Aagje Dekenstraat, tusschen de Scheldestraat en bet Betje Wolffplein, voor het openbaar verkeer met rij- en voertuigen en vee is afgesloten van 3 tot en met 10 Decem ber a.s. Vlrssingen, 30 November 1923. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. in deze dagen van kindervreugde en -vermaak, ligt het voor de hand, dat ook onze gedachten meer dan anders wellicht het geval is, verwijlen bij alles wat „des kinds" is. En wanneer we dan eens onze blikken laten gaan naar al hetgeen in dezen tijd, met het oog op het aanstaande feest, door handel en nijverheid als voor het kind passend wordt aangeboden en vervaardigd, dan ontwaren we ongetwijfeld een groot veld van verscheidenheid. Men behoeft slechts in zijn courant de daarvoor be stemde kolommen en pagina's te lezen, om met één oogopslag te ervaren, hoe op veelzijdige en vaak overtreffelijke wijze in de kinderlijke behoeften voor zien wordt. Deze behoeften laten zich in twee groote categoriën onderscheiden, in materieele en in geestelijke, en hoe on derscheiden ook, zijn zij beide hierin weer volkomen gelijk in streven, dat zoowel de eene als de andere groep van onmisbare waarde is, en zoowel de eene als de andere niet buiten elkaar kunnen. Immers beide groepen beoogen een en hetzelfde doel het geluk van den kleinen mensch. En ter bereiking daarvan heeft zoowel de banketbakker, en de speelgoedwinkelier, als de boek en prentenhandelaar recht op onze on begrensde waardeering. Intusschen, wat de eerste het kind verschaft is een wel zeer groote maar ook kortstondige vreugde de tweede houdt het in den regel wat langer in de kinderlijke aanschouwelijke waardee ring uit de derde evenwel spant in veel opzichten de kroon. Een mooi prenten boek kan ongetwijfeld een vreugdevol bezit van jaren zijn, een mooi kinder-, een boeiend jongens- of meisjesboek houdt het dikwijls niet alleen de ette lijke jeugdjaren uit, maar vaak wordt op nog veel lateren leeftijd met gretig heid naar die lectuur van jonger jaren gegrepen. Natuurlijk ontwaren we er <ten, o zoovele tekortkomingen in, we merken een heele menigte fouten zelfe Roman van REINHOLD ORTMANN. 10) Uw broeder heeft mij in mijn nu- tei opgezocht, vervolgde hij, daar zij geen vraag tot hem richtte, en ik kom in zekeren zin op zijn aandrang. Maar ik moet er u op voorbereiden, dat het geen aangenaam nieuws is, dat ik overbreng. De uitvoerige inleiding zou haar in andere omstandigheden verschrikt heb ben. Maar het lijden der laatste acht- en-veertig uur had haar zoo afgestompt dat er in haar trekken geen spanning of verrassing fe lezen viel. Hoe kon het ook anders zijn zei ze toonloos. Een nieuw ongeluk dus Zeg het mij maar zonder omwegen Een ongeluk is het eigenlijk meer voor uw broeder dan voor u. Hij heeft zich tot een zeer nu, laat ik zeggen tot een zeer onoverlegde handeling la ten meesleepen en op het oogenblik is nog niet te overzien, wat de gevolgen daarvan voor hem kunnen worden. Bliksemsnel vloog een voorgevoel van de waarheid door Use's hoofd en in plaats van hare moede lusteloosheid trad angstige opgewondenheid. Wat, wat heeft hij gedaan Het betreft bankier Memlinger, nietwaar? Ik zie, dat u niet heelemaal zoo onvoorbereid is, als ik vreesde. Ja, het betreft bankier Memlinger. Uw broeder heeft den> man vanmorgen voor zijn op, die ons, wonderlijk toch toen niet hinderden, ja zelfs niet door ons be merkt zijn, en die ons nu doen glim lachen. Maar niettemin er zijn onder die boeken uit vroeger jaren toch vele, die ons nu nog wat zeggen kunnen, inder daad, van alle genoegelijkheden die de jeugd bereid kunnen worden, geeft goede, prettige en leerzame lectuur wel de duurzaamste voldoening. Wanneer we nü den boekenstroom aanschouwen, waarmede het Neder- landsche uitgeversgilde jong en öud, maar vooral Jong, gelukkig wil maken, dan zien we, hoe ook in dit opzicht de tijden anders, en, mag er gelukkig bij gevoegd worden, veel beter geworden zijn. Vooral geldt dit ten aanzien der lectuur voor de aankomende en meer rijpere jeugd. De „kinderschrijvers", meestal échter zijn het „kinderschrijf sters" van thans hebben niet te vergeefs de groote evolutie aanschouwd en mee gemaakt, welke de opvoedkunde in de laatste kwarteeuw heeft doorleefd. In het algemeen gesproken, zijn de ver haaltrant gewoner, de gebeurtenissen afwisselender, het alles meer „mensche- lijk" geworden, in tegenstelling met de vaak stijve, onnatuurlijke, „onmogelij ke" samenstelling van vroeger. In uiter lijk, in druk en illustratie zijn we enorm vooruitgegaan en menig jon gens- en meisjesboek is een waar typo grafisch kunstwerk geworden. Een klip, waarop nu en dan ieelijk te stran den geloopen wordt, is echter een „te veel" van al dat goéde, waardoor men den indruk van opzettelijk ongewoon- doen krijgt, van „aanstellerigheid". Dit echter is slechts de keerzijde der me daille, die niettemin van zuiver maaksel en uitnemende afwerking is. Zoo onze vaderlandsche schrijvers en schrijfsters voor de jeugd, over het al gemeen, een goed en vaak zelfs mooi Nederlandsch bezigen, minder fraai ko men de uit het buitenland geïmporteer de, vertaalde werken dus, er menigmaal af. Daarin wemelt het meermalen van on-Hollandsche zinswendingen en zegs wijzen, die het geheel ontsieren, voor de gevoelige jonge taal-ooren een ge vaar kunnen zijn, terwijl het bezigen van uitheemsche woorden, waarvoor steeds even mooie en zeker altijd duide lijker goed-Nederlandsche te vinden zijn, een slordige, on-vaderlandsche uitdrukkingswijze maar ai te zeer be vordert. „Voor de jeugd", zij nimmer vrijbrief voor tekortkomingen integen deel, het beste wat we geven kunnen voor de jeugd, zij nimmer gemeden. De jeugd maar dat zijn we immers zei ven, verjongd, herboren Proloog. De obligatie dei- stad Weenen. Een verrassend koersherstel. De aangeboden schuldregeling. Het redres van de Hongaarsche leeningen. Regeling der vóór-oorlogsche schulden. Een nieuwe inter nationale leening. De weder oprichting van Oostenrijk. Moraal. Nu de dollar goeddeels op zijn schre den is teruggekeerd en ook de overige kantoor opgewacht en bloedend met een stok geslagen. Slechts door tus- schenkomst van anderen werd een grooter ongeluk voorkomen. Is dat alles En u is gekomen, mij vafi deze daad wan mijn broeder een verwijt te maken Vanwaar zou ik het recht daartoe nemen, juffrouw Forbach Neen, het was slechts natuurlijk, dat u zich tot hem wendde, om genoegdoening te er langen. Maar alleen in uw belang had ik gewenscht, dat u zich niet aan jeug dige hartstochtelijkheid, maar aan de rijpere ervaring van een ouderen vriend had toevertrouwd. Van een vriend brak het vol on beschrijfelijke bitterheid over haar lip pen. Waar had ik dien moeten zoeken Een onbemiddelde wees, die bovendien nog tooneelspeelster is, heeft geen waarachtig vriend. Ik hoop u het tegendeel te bewij zen. En het verheugt mij, dat mijn tus- schenkomst niet noodig was, om ten minste het ergste af te wenden. Want uw broeder heeft gisteren Memlinger uitgedaagd, en u weet, dat het niet 'al toos de schuldige is, die in een duel verliest. Hij heeft zijn leven voor mij willen wagen en door geen enkel woord heeft hij mij dat plan verraden O, dat was edel en ridderlijk gehandeld Ja stellig Tenminste van ze ker romantisch standpunt uit bezien. Nu heeft echter Memlinger de uitdaging niet alleen rondweg afgeslagen, maar hij heeft ook de getuigen, toen zij voor de tweede maal bij hem verschenen, wisselkoersen vrijwel weer tot rust ge komen zijn, heeft men op de effecten beurzen zijn aandacht weer op andere dingen gericht, waarvan er 'altijd ge noeg zijn om de belangstelling gaande te houden. Wanneer men het beeld van een fijn geslepen diamant met tallooze facetten minder juist acht, omdat het er op de beurs soms allesbehalve schitte rend uitziet, dan zou men haar kunnen vergelijken met een kaleicjoscoop, die bij elke wending weer nieuwe figuren laat zien. Want zelden zal het op de beurzen zoo zijn dat er van geen enkele afdeeling iets te zeggen valt, hetgeen niet het minst voor den verslaggever een zeer gelukkige omstandigheid is. Zoo hebben we de laatste weken een vrij plotseling redres kunnen constatee- ren in enkele obligaties, waarin jaren en maanden zoo goed als niets omging en die door sommigen misschien reeds tegen den wand waren geplakt als her innering aan wat eens waardevolle pa pieren waren. Het is echter den laatsten tijd meer gebleken dat het oordeel der waardeloosheid dikwijls al te lichtvaar dig en al te vroeg over fondsen wordf uitgesproken. Schijndood komt niet al leen in de medische practijk, maar ook in de effectenwereld voor. We willen ditmaal iets zeggen van de obligaties der stad Weenen, waar van de leening in 1902 uitgegeven, in 1922 een noteering had die schommelde tusschen en y2 1, zoodat het de pro visie en het zegel niet loonde om de stukken te verkoopen. En de verkoopers hadden op grond van officieele gege vens gelijk. Want het bestuur der stad had de leening, welke volgens de over eenkomst in goud, dus b.v. in dollars, betaalbaar is, aflosbaar gesteld in Oostenrijksche Kronen, waarvan men nagenoeg 10.000 voor een ouderwet sere schelling koopen kan. Tot Ja nuari 1921 waren de coupons nog in echte Hollandsche guldens betaald, toen was het uit, de stad raakte in fi- nancieele moeilijkheden en maakte daarvan naar het illuster voorbeeld van vroegere bankroetiers gebruik om ook de verplichting tot betalen te ontken nen. Maar nu staan diezelfde obliga ties weer °P en worden ze tot dien koers weer door de speculatie ge kocht. Door de speculatie, let ook daarop, lezer, want bij elk koersredres van beleggingsfondsen is het verschijn sel te constateeren dat hij die er vroe ger het volle pond voor betaalde, de stukken ten leste in arren moede ver kocht heeft en dat ze nu voor een deel naar den trommel der financieele waaghalzen verhuisd zijn Wat er nu met Weenen gebeurd is Nog niet veel, want ook nu zijn de financieele moei lijkheden groot, alleen maar, er is weer uitzicht dat de stad zich langzamer hand zal herstellen, wat dan gewoon lijk bevorderd wordt door een geld- leening uit te schrijven liefst in het bui tenland en om nu deif weg tot het hart, beter de beurs van de candidaat-geld- schieters te openen, verklaart men zich bereid de regeling der oude schuld nog eens onder de oogen te zien. Zoo is ook de indertijd ter bescherming van Oos tenrijksche en Hongaarsche fondsen op gerichte vereerriging er in geslaagd met de stad Weenen een accoord aan te gaan met betrekking tot de hier boven genoemde obligaties. De aflossing zal niet doorgaan de coupons zullen wor den betaald, wel niet in guldens of doi- zonder veel complimenten de deur ge wezen. Uw broeder, die hem daarna trachtte te spreken, werd heelemaal niet toegelaten. En nu achtte de jonge man zich heiaas gerechtigd door een daad van brutaal geweld, zijn genoegdoening te nemen. U mag dit brutaal noemen ik echter vind, dat hij goed gehandeld heeft, door den man te tuchtigen als een hond. Geen man van eer kan hem dat kwalijk nemen. Hare oogen flikkerden en de opge wondenheid maakte haar bleek ge zichtje mooier. De bouwmeester boog ais toestem mend het hoofd maar het klonk toch heelemaal niet als instemming, toen hij zei Als het er alleen maar op aan kwam, hoe u en ik over de gebeurtenis denken, dan had uw broeder stellig geen bijzondere reden, zijn handeling te berouwen. Maar we hebben hier helaas te doen met het oordeel van andere menschen, die waarschijnlijk minder toegefelijk denken. En hij zelf maakt zich met betrekking daarop volstrekt geen illusies meer. En is dit werkelijk van zoo groote beteekenis Kan hem dan iets ergs overkomen Als Memlinger een klacht indient wegens mishandeling en ik twijfel niet of hij zal het doen, dan heeft uw broeder bij gevangenisstraf ook be paald te verwachten, dat hij van de academie verwijderd wordt. De om standigheden, die bij het beoordeelen van de zaak in aanmerking komen, lig gen voor hem ook dan nog ongunstig, Iars tot het volle bedrag, maar voor een deel en in Fransche francs, waar van het aantal stijgt naarmate de koers van de Kroon tegenover de Franc voor uitgaat. Zoo zal van een stukje dat Kr. 2000 of 1000 groot is en waarvan vroeger Kr. 80, dat is f40 rente werd betaald, voortaan Frs. 30 worden uit gekeerd, zijnde tegen den huldigen koers circa f4. De achterstallige cou pons zullen later worden voldaan, ter wij! na 1936 de obiigatiehouders in al hun oorspronkelijke rechten zullen worden hersteld. Dit laatste is een prachtig vooruitzicht, met als eenig bezwaar dat het wat ver weg ligt en nog slechts in cijfers kan worden uit gedrukt. Maar die couponbetaling in Francs is toch al iets, waarop niet meer gerekend was en die de obligaties in eenige weken van 1 tot iy2 heeft doen stijgen. Wanneer men ons vroeg of men het aangeboden accoord der stad Weenen moet aannemen, dan wei aan zijn oorspronkelijke rechten vast houden, zouden wij tot het eerste ad- viseeren, want tegen een in financieele moeilijkheden verkeerende gemeente begint men als obligatiehouder niet veel. En we leven tegenwoordig in een tijd dat men met het halve ei dubbel en dwars moet tevreden zijn. Een analoog geval heeft zich voor gedaan met betrekking tot de obligaties van Hongarije. Ook deze waren reeds geruimen tijd bij de nonvaleurs inge deeld, zoodat de 4y2 leening van 1913 en 1914 tot circa gedaald waren ook de leening van 1892/1-910 en de pondenleening van 1910 hadden nog slechts 1 a 2 van hun waarde over gehouden. AI deze ieeningen zijn de vorige week tot 5, 6 en 7 gestegen in verband met de onderhandelingen, welke er gaande zijn over een regeling der vóór-oorlogsche schulden van Oos- tenrijk-Hongarije en over de verstrek king van een internationale leening aan Hongarije, naar hét voorbeeld van Oostenrijk, dat immers ook door den Volkenbond op de been is geholpen. Wat de vóór-oorlogsche schulden be treft, is het de bedoeling dat de succes- siestaten voor de 4 Oostenrijksche en Hongaarsche Goudrente van 1914 een totaalbedrag van 32 der jaarlijksehe vordering in goud aan een te Parijs in te stellen kas moeten afdragen, \yaar- als hij zelfs mocht besluiten, uw naam aan de openbaarheid prijs te geven. Ilse begreep hem niet terstond. Mijn naam prijs te geven Wat móet ik-daaronder verstaan Versta u mij niet verkeerd, juf frouw Forbach. Het is een mogelijkheid, die hij zelf voor geheel uitgesloten re kent. Hij zal noch de uitdaging, noch den aanval daarmee trachten te recht vaardigen, dat hij de pijnlijke gebeurte nissen op Memlingers kantoor vertelt een besluit, dat ik natuurlijk onvoor waardelijk moet goedkeuren. Want hoe onberispelijk ook zonder twijfel uwe houding op dien voormiddag was, uw naam zou door zoo'n onthulling aan den giftigen laster van alle booze ton gen zijn prijsgegeven. Mocht het dus werkelijk tot een behandeling voor den strafrechter of voor den universiteits- rechter komen, dan moet alles worden gedaan, om het noemen van die gebeur tenis te verhinderen. Use kreeg een hevige kleur. Zij was boos op haar broeder, dat hij juist den regeeringsbouwmeester tot zijn ver trouwde had gemaakt, want zij had het gevoel, dat zij eerder met ieder ander daarover kon spreken, dan juist met dezen man. Ik begrijp die noodzakelijkheid nog niet, zei ze aarzelend met neer geslagen oogen maar ik begrijp bo venal niet, waarom mijn broeder u ge drongen heeft, mij dit alles te vertellen in plaats van zetf voor mij te komen staan en ronduit met mij te spreken. Hij had toch waarlijk geen reden, bang voor mij te zijn. uit dan ook een uitdeeiing zr.l worden gedaan aan de houders van 4'/2 Oostenrijksche Schatkistbewijzen van 1914, de 41/2 f Hongaarsche Staats- rente van 1913, de 4/2 Hongaarsche Sfaatsleening van 1914 en de vóór-oor logsche leeningen van de Oosten- rijksch-Hongaarsche Staatsspoorweg maatschappijen. De desbetreffende overeenkomst zou den 15den dezer moeten zijn geratificeerd, hetgeen ech ter niet is geschied daar alleen Honga rije tot ratificatie besloten heeft en het voor een wettelijke regeling noodig is dat minstens vier van de zeven succes- siestaten haar goedkeuren. Ook schijnt men van Engelsche zijde niet geheel voktaan te zijn, in ieder geval mag nu toch op een spoedige regeling dier oude schulden worden gehoopt, vooral ook omdat totstandkoming der nieuwe lee rling dringt. De daarvoor benoemde commissie heeft een gunstig rapport over de financiën van Hongarije uitge bracht, er loopen nu alleen nog ver schillen over de grootte der leening en den duur er van, waarover men het wel eens zal worden. Wellicht dat reeds in de December-zitting van den Volken bond tot de uitgifte der internationale leening aan Hongarije besloten wordt, welke niet, zooals de Oostenrijksche door verschillende mogendheden voor een bepaald percentage zal worden ge garandeerd, maar ten behoeve waarvan overvloedige .bronnen van inkomsten zuilen worden verpand. Zoo daagt er in dezen donkeren tijd toch ook voor de houders van Oostenrijksch-Hongaar- sche fondsen weer eenig licht, al zal ook het grootste deel der oorspronke lijke vordering allicht als verloren moeten worden beschouwd. Misschien waagde hij het niet te hopen, dat u heelemaal zijn optreden zou goedkeuren. Maar bovendien is hij van meening, dat u de raad van een vriend van meer nut zal zijn dan al zijn broederlijke liefde. Want hij zelf heeft bijstand noodig als het allerergste van hem zal worden afgewend. Het ergste U verstaat daaronder zijn wegzending van de universiteit Ja. Want onder deze omstandig heden is die gelijk met vernietiging van zijn heele toekomst. Hij zou niet het minste vooruitzicht hebben aan een andere academie te worden toegelaten hij moest dus een ander beroep zoeken en nog eens van voren af aan beginnen. Use's verschrikte oogen sperden zich wijd open. Daarop was zij niet voorbe reid geweest. Is dat waar Zoo vreeseiijk zou men hem kunnen straffen, alleen omdat hij de eer zijner zuster verdedigd heeft Ik had geen ander beschermer dan hem. Steinacker maakte een kleine bewe ging van medelijden met de schouders. Als Memlinger een aanklacht in dient, is er geen ander gevolg te wach ten om nog te zwijgen een klacht over mishandeling. De genoegdoening van de jonge ac trice over het ridderlijk optreden van haar broeder was geheel vervlogen. Nu eerst begreep zij, waarom de bouw meester haar dit alles op zoo'n plech- tigen toon had medegedeeld, en zij twij felde geen oogenblik er aan, dat alles precies zoo was als hij vertelde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1