iSSES
DINSDAG 13 NOVEMBER
ark 46 i
^STBODE,
vaart
ÏOT
OEKJES
No268
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
FEUILLETON
ZIJN PROEFJAAR.
üet gure weer
|halingsorga-
varen bloot-
gebruik van
st. heesch-
Ze zijn bij
en Drogisten
|5 eo 80 Cts.
2 heeren,
'KAMER
ïsion, Br. letters
„Vliss. Cour."
t tot de 1
alt, maar I
No. 33.
tegen half Nov.
acht Br. motto
ur. „Vliss. Crt".
van
elb. - Rotterdam
egen plaatsen.
PASSAGIERS
EN VEE.
v. Midi.
v.n. uur
8
t. son
t.i. nor
8
8
8
te bekomen
Transport- en Eip
en VOS, Tel
ENHOOKN,Tel.l53.
TERHODT, Tel. 282.
ITENHEK, Tel. 101
n jonge dames.
beige en bruin
2.-- - 2.25.
met elastiek
en
d r uksl uiting.
Extra lang
2.75,2.75,3.—
Kincfer-
Hand-
sohoenen
in
wol en tricot.
VUSSINOSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels f 1.10 voor iedere
regel meer 26 cent.; bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames' 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
'3 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels f 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
DELVEN DïJKSHOEKSPRINK MET
ZIJTAKKEN.
Burg. en Wetfh. van Vlissingen brengen
ter openbare "kennis, dat blijkens mededee-
ling van het Dagëlijksch Bestuur van den
Polder Walcheren, in de maanden October
en November van het jaar 1924 de Dijks-
hoéksprrnk met zijtakken, liggende in deze
gemeente, vanaf den voet van het duin
'tot aan den Vlissingschen Watergang, zal
worden gedolven.
Vltesmgen, 12 November T923.
Btrrg. en Weth. voornoemd,
VAN W0ELDEREN.
Be Secretaris,
F. BISSCHOP.
AANKONDIGING.
Burg. (en Weth. der gemeente Vlissingen
brerrgen ter kennis van belanghebbenden,-
«dat te beginnen op 27 November 1923,
vanwege de gemeente een algemeene op
neming zal worden 'gehouden van de voet
paden met de kunstwerken.
Vlissingen, 12 November 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
De kabinetscrisis.
De „iN. R. Ct." verneemt, dat mr.
Kooien waarschijnlijk een poging zal
doen, een kabinet te formeeren, maar
daarin vrij zeker geen zitting zal nemen
om persoonlijke redenen.
De anti-revolutionairen zouden zich
bereid hebben verklaard, een rechts mi
nisterie te leveren op voorwaarde, dat
de bezuinigingsplannen van minister
Colijn onverkort (dus m e t intrekking
van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit
voor rijksambtenaren) worden overge-
De Postcheque- en Girodienst.
Het bestuur van den „Middenstands-
raad heeft aan den minister van water
staat een adres gericht waarin wordt
gezegd, dat het heeft vernomen van den
aandrang, die op den minister is uitge
oefend om in verband met de noodig
geachte aanstelling van tijdelijke amb
tenaren bij den postcheque- en giro
dienst, de beschikking te krijgen over
den vleugel van het gebouw van dien
dienst, waarin thans is gevestigd het
Rijksbureau tot onderzoek van Handels
waren.
De Middenstandsraad verzoekt den
minister aan dien aandrang geen gevolg
te geven, eerstens om reden van hooge
verbouwkosten en ten tweede omdat de
raad meent, dat voor het Rijksbureau
te 's-Gravenhage nergens anders anders
een gunstige gelegenheid bestaat om
zich te vestigen. Bovendien zal naar de
meening van adressante een verplaat
sing van het Bureau, dat zulke uitne
mende diensten aan handel en nijver
heid bewijst, noodzakelijk tot gevolg
51)
Weer verliep er een uur. Buiten reden
verscheidene wagens aan. De deur van
het mijnhuis werd opengerukt en een
aantal mannen, met witte banden en
een rood kruis om den arm; traden bin
nen. Het was de vrijwillige Roode
Kruis-coionne van het bergwerk, die
gealarmeerd geworden was. Bedden
werderf opgeslagen en in de groote zaal
gezet. Doctoren kwamen binnen, groet
ten Dora stilzwijgend en begonnen hun
geweldige medicijn- en verbandkisten
uit te pakken.
De oude Hartrop wist niet hoe gauw
hij alle bevelen moest nakomen. Men
verlangde emmers, om water gereed te
hebben men stelde alle mogelijke vra
gen aan hem, die hij onmogelijk be
antwoorden kon. Daarna snelden ze
weer naar buiten en sloegen een tent
op de plaats op. De oude Hartrop
kwam terug en zei opgewonden tot
Dora
„'Het is toch alles voor niets. De
bergraad is dood en de vijf man en
graaf Klinter ook. Die is niet terugge
komen. Ze kunnen gerust al hun bullen
weer inpakken de lui onder in de mijn
hebben hun hulp niet noodig, want,
naar men zegt, zijn ze binnen twee
drie uur bereikt."
hebben, dat de dienst gedurende lange-
ren of korteren tijd gedesorganiseerd
wordt.
HET VERTREK VAN DEN
EX-KROONPRINS.
De gezantenraad te Parijs heeft gis
teren langdurig vergaderd, om de ver
schillende Duitsche nota's te bespre
ken, ni. die betreffende den terugkeer
van den kroonprins en de nota betref
fende de geallieerde militaire controle
commissie. Bovendien waren de rap
porten ingekomen van de gezanten in
Den Haag betreffende de démarche,
die bij de Nederlandsche regeering ge
daan is. Na langdurige beraadslaging
heeft de gezantenraad besloten zijn be
vindingen mede te deelen aan de des
betreffende regeeringen, het advies van
deze in te winnen en a.s. Woensdag
opnieuw te vergaderen.'
Betreffende de wetenschap van het
vertrek deelde men aan de „Tel." mede,
dat toen minister Van Karnebeek de
gezanten ontving, hij in den loop van
den ochtend vernomen had, dat de ex-
kroonprins van plan was dien dag
(Zaterdag 10 November) te vertrek
ken, doch hij wist niet, dat de kroon
prins al onderweg was het land te ver
laten.
Het feit, dat de ex-kroonprins Wie-
ringen had verlaten, kwam eerst ter
kennis van den minister, toen de gezan
ten zijn kabinet reeds hadden verlaten.
Daar de naam van den ex-kroon
prins voorkomt op de lijst der „oor
logsschuldigen" zal de Belgische re
geering aanstonds maatregelen nemen,
die de gezantenraad zal overwegen,
naar aanleiding van artikel 228 para
graaf 2 van het verdrag van Versailles.
De Belgische gezant te Parijs heeft in
structies in dien zin ontvangen.
In een beschouwing van den hoef
ijzer-correspondent van het „Hbld."
over 'het vertrek van den ex-kroonprins
lezen wij het volgende
De Duitsche kroonprins is weg en
daarmede is Nederland van een vreem
deling af, die, uit zuiver Nederlandsch
oogpunt beschouwd, toch altijd een
„lastiger" Auslander voor ons was.
Overigens heeft de kroonprins zich
tijdens zijn verblijf in ons land zeker
niet van zijn slechtste zijde doen ken
nen. Hij heeft op Wieringen zich een
eenvoudig mensch onder de menschen
getoond, die zich weldra daardoor de
sympathie der bevolking had verwor
ven. Zijn hartelijke afscheidsbrief aan
de eilandbewoners is ongetwijfeld op
recht gemeend. En wellicht zijn deze
vijf jaren van afzondering onder een
voudige lieden, hoe bitter ook in menig
opzicht, voor den vorstenzoon ten slotte
toch nog weldadig geweest.
Voor Nederland echter was de aan
wezigheid van dezen gast, wiens doen
en laten rusteloos bewaakt moest wor
den, echter natuurlijk een last. En men
behoeft waarlijk geen germanophe te
wezen om eenige verlichting te gevoe
len nu hij weg is.
Gelijk de kroonprins dat van zijn
kant óók wel zal doen.
Het „Volk" schrijft o.a. het volgende:
De houding van de Nederlandsche
regeering is in deze geheele zaak van
den beginne aan veel te klein geweest,
een houding van slimmigheden. Zij
heeft die houding tot op het laatste
moment volgehouden, toen haar speci
ale gemachtigde in dezen, de secreta
ris-generaal in algemeenen dienst, mr.
Kan, onzen parlementsredacteur, even
want niemand kwam in deze uren be
dachtzaam of bedaard aanstappen,
maar alles stormde, holde of struikelde.
Eenige lieden van de Roode Kruis-
colonne kwamen binnen, pakten de
verbandkisten weer in, sloegen ze dicht
en sleepten ze mee anderen kwamen
de draagbaren halen alles in haast,
alles in groote opwinding.
Eerst na een lange, lange poos kwam
Hartrop en meldde „De artsen en de
hulpcolonne zijn naar beneden in de
mijn. Wat ze daar moeten doen, weet
niemand. De geheimraad heeft ze tele
fonisch geroepen."
Nogeenmaai kwam een arts, gevolgd
door een helper en riep opgewonden
tot Hartrop „'Het zuurstofapparaat
Er moet hier een zuurstofapparaat zijn
Waar is het
Hartrop schrok zoo, dat hij zich eerst
eens bezinnen moest. Doch dan liep hij
naar de voorraadkamer en de dokter
met zijn assistent volgden hem en
sleepten het zuurstofapparaat weg.
Hartrop hielp hen er mee tot aan de
schacht.
Lang bleef hij weg, doch kwam dan
met het bericTit „Er zal nog een po
ging gedaan worden. Maar het heeft
toch geen doel. Te bereiken is er niets.
Alles schreeuwt en praat door elkaar
het is alsof de menschen hun verstand
verloren hebben."
Een geweldig gejubel van buiten
weerklonk hoera-geroep en daartus-
schen de hooge stemmen van vrouwen.
als trouwens den vertegenwoordiger
van „de Telegraaf", voorloog, dat zij
van niets wist, terwijl even later moest
blijken, dat de regeering zelve het ver
trek van den kroonprins in alle bijzon
derheden had helpen voorbereiden.
Het geval herinnert aan de wijze
waarop keizer en kroonprins in ons
land kwamen, na een nimmer opgehel
derd bezoek van generaal Van Heutsz,
kamerheer der Koningin, aan het Duit
sche hoofdkwartier. Ook bedenkt men
zich nu weer eens, hoe de regeeririg
steeds geweigerd heeft, op interpellaties
uit de Kamer, preciese inlichtingen over
den rechtstoestand der beide geïnter
neerden te geven, totdat zij die inlich
tingen nu aan de geallieerde gezanten
verstrekte, nu de vogel gevlogen is.
Laat ons hopen, dat moeilijkheden,
wegens de schuld der regeering aan
het verloop der zaak, ons land zullen
bespaard blijven. Maar als dit het geval
is, zal het zeker niet te danken zijn aan
het beleid der Nederlandsche regeering.
De Deutschvölkische „Deutsche Zei-
tung" schrijft Wij willen niet nalaten
aanstonds zonder voorbehoud te ver
klaren dat de terugkeer van den kroon
prins, hoe verheugend deze voor het
overige ook is, ook eenige bezorgdheid
kan wekken. De kroonprins heeft des
tijds zijn oorlogsherinneringen aan een
Joodschen letterkundige ter bewerking
gegeven. Deze heeft den kroonprins in
het boek op verscheidene plaatsen met
bewuste opzettelijkheid laten spreken.
Hij zou geen onderscheid tusschen
Christenen en Joden kennen, hem lig
gen alle staatsburgers even nauw aan
het hart Den Joodschen heer moge dit
aangenaam zijn, doch de völkischvoe-
lende Duitscher wil geen keizerschap
van Judassen.
Het blad begroet daarom den kroon
prins slechts ais particulier persoon en
verheugt zich er over dat ook deze
zoon des vaderlands als een van de
laatste bannelingen is teruggekeerd.
Het „Journal des Débats" schrijft
Juist op het oogenbiik waarop de
heer Van Karnebeek de vertegenwoor
digers van de geallieerde mogendheden
ontving, ging de kroonprins ongehin
derd de Duitsche grens over, dank zij
het paspoort dat de heer Stresemann
hem had doen toekomen. Den -heer Van
Karnebeek was 'dit stellig niet onbe
kend. Hij zette trouwens den geallieer
den vertegenwoordigers uiteen, dat
noch de Hollandsche wetten, noch ver
plichtingen voortvloeiende uit het in
ternationale recht veroorloofden, het
vertrek van den prins te verhinderen.
Deze uitlegging is moeilijk overeen te
brengen met de verzekeringen van het
Haagsche kabinet in 1920 omtrent het
verblijf in Nederland van den ex-keizer
en van de leden der keizerlijke familie.
Maar de Nederlandsche regeering
schijnt er meer prijs op te stellen zich
van hinderlijke gasten te ontdoen dan
den geallieerden aangenaam te zijn of
de gevaren van een Europeesche ver
warring te verminderen.
De „Matin" geeft een venijnig
en fendenfius verhaal van de ontvangst
van de gezanten door jhr. van Karne
beek
Hij ontving, schrijft het blad, de ge
zanten met waardigheid en zonder
eenige ontroering en antwoordde, dat
de kroonprins hem juist een brief ge
schreven had, meldende, dat hij de be
doeling had naar Silezië te vertrekken.
Vergetende dat Holland twee dagen te
voren verklaard had voorzorgsmaat
regelen te zullen nemen, voegde de mi
dee! der mijn hadden zichzelf uitgegra
ven en kwamen juist boven met de lift.
En nu was er geen houden meer aan
de menigte achter de poort. Toen de
zware ijzeren traliedeuren van de poort
open gingen, stormden allen naar bin
nen, renden langs de arbeiders, die erbij
op wacht stonden en verspreidden zich
roepend en schreeuwend over de plaats,
alsof ze daardoor de anderen die nog
ingesloten waren, konden-helpen.
Auto's toeterden daarbuiten, wagens
ratelden. Verscheidene bewusteloos ge
worden mijnwerkers werden naar het
hospitaal gebracht.
Opnieuw klinkt er buiten geschreeuw;
hoerageroep en haastige schreden, weer
vliegt de deur open vier mannen van
de hulpcolonne stormen binnen, terwijl
een arts volgt.
„Maak voorloopig hier alles maar
klaar. Er zullen verscheidene zieken
wagens komen om de geredden daarna
naar het hospitaal te brengen
Dan eerst zag. de dokter Dora en
wendde zich tot haar. Hij rukte zich
den hoed van het hoofd, wischte zich
het zweet van het voorhoofd en van het
vuil geworden gelaat.
„'Graaf Klinter, de bergraad en de
vijf arbeiders zijn uit de mijn gehaald
eenigen van hen zuilen we zeker weer
in het leven kunnen terugroepen. Graaf
Klinter is weer heelemaal bij alleen
met den bergraad schijnt het heel slecht
te staan..."
De arts ging snel weer de zaal uit.
nister erbij, dat hij geen middelen zag
om den kroonprins te verhinderen zijn
plan uit te voeren.
De gezanten waren nauwelijks weer
thuis, toen zij om 12 u. 50 het bericht
ontvingen, dat in den vroegen ochtend
de kroonprins vertrokken was. Aange
zien moeilijk ondersteld kan worden,
dat jhr. van Karnebeek dit niet heeft
geweten, is men gerechtigd te conclu-
deeren dat hij zijn bezoekers voor den
gek gehouden heeft.
De te Brussel verschijnende „Nation
Beige" houdt een echte scheldpartij te
gen ons land.
De kroonprins, zoo luidt het o.m. in
bedoeld hetzblad, heeft Nederland ver
laten met de medeplichtigheid van Den
Haag en Berlijn.
Vervolgd door de vervloeking van de
geheele wereld vond hij, juist vijf jaren
geleden, in Holland een gastvrijheid,
welke geen enkel beschaafd volk
hem zou hebben willen geven.
Holland weigerde de twee oorlogs
schuldigen, den ex-keizer en zijn zoon
uit te leveren en de geallieerden onder
gingen dit affront zonder veel protest.
Hun zwakheid ten opzichte der Ne
derlandsche regeering komt hun heden
duur té staan. Wat meer energie van
onze zijde ware voldoende geweest om
Nederland, dat zich den medeplichtige
maakte van twee misdadigers, het
hoofd te doen buigen...
Het was sedert weken een publiek
geheim, dat de ex-kroonprins weldra
Wieringen, het hoofdkwartier der Duit
sche monarchisten, zou verlaten. De re
geering van Den Haag sloot de oogen
en liet maar begaan.
Zullen de geallieerden, zoo luidt het
slot van dezen uitval, andermaal door
Nederland en Duitschland bespot, zich
ditmaal tevreden stellen met het zen
den naar Den Haag en naar Berlijn van
platonische protesten
De „Daily Chronicle" vindt het feit,
dat de Nederlandsche regeering de ge
allieerden niet in kennis stelde van het.
voorgenomen vertrek in strijd met de
afspraak, welke tot nog toe tusschen
Nederland en de geallieerden bestond
'en waarbij Nederland zijn verantwoor
delijkheid erkende ter verhoeding, dat
Nederlandsch gebied als basis voor de
Hohenzollern-actie' in Duitschland
werd gebruikt.
Volgens het blad is het moeilijk, de
Nederlandsche regeering van kwade
trouw vrij te pleiten, en het acht het
noodig, waarborgen te verkrijgen te
gen een zelfde dubbelzinnig optreden
jn verband met den ex-keizer.
De „Westminster Gazette" daaren
tegen verdedigt Nederland's houding.
Nederland, zegt het blad, was geduren
de den oorlog onzijdig en het werd ge
vraagd, terug te komen op die onzij
digheid. Tweemaal is aan Nederland
verzocht, dat te doen, doch beide kee-
ren heeft het dit verzoek van de hand
gewezen.
Het blad verwijt de Britsche regee
ring gebrek aan onafhankelijkheid,
door zich, wat betreft de nota aan
Nederland, bij de andere geallieerden
aan te sluiten. Brittannië is in den loop
der tijden een toevluchtsoord geweest
voor menig belangrijke vluchteling en
van de Britsche regeering kon worden
verwacht, dat zij correct zou handelen
in zulk een aangelegenheid, wat haar
bondgenooten daar ook van mochten
zeggen.
De correspondent van de „Matin" te
Amsterdam zegt, dat de ex-kroonprins
stilzwijgen. Daarna hoorde men regel
matige schreden. Ook de tweede helft
der vleugeldeur werd geopend en de
helpers van de geneeskundige colonne
droegen zes baren binnen. Daarop la
gen de lichamen van Spalding en zijn
vijf moedige helpers. Aan den arm van
een dokter verscheen wankelend en
moeilijk loopend, graaf Klinter. Hij
werd op een der bedden gelegd, die in
derhaast klaar gemaakt werden en met
het zuurstofapparaat behandeld. Daar
na werd ook bij de andere half bewus-
telooze mannen geprobeerd, zuurstof
naar binnen te werken.
Dora zag alles als in een nevel. Een
angstaanjagende onverschilligheid had
zich van haar meester gemaakt. Er was
niet eens meer iets van hoop in haar.
De ziekenwagens reden voor en de
zes bewusteloozen werden wegge
bracht. Graaf Klinter echter weigerde
naar het hospitaal te gaan. Hij zette
zich op den rand van zijn bed en ver
klaarde „Het wordt al beter, de fris-
sche 'lucht doet me goed. Ik heb mijn
eigen auto hier en rijd daarmee naar
huis."
Hij stond op en beproefde te loopen,
wat hem met veel moeite gelukte. Hij
reikte Dora de hand. Dora kuste die en
deed den goedmoedigen Klinter daar
door zóó schrikken, dat hij eigenlijk
pas goed lot bewustzijn kwam en af
weerde „Dat niet, dat niet
„Jij hebt ze gered", zei Dora en nu
eindelijk vond ze tranen en brak uit in
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
ZIJN UW HANDEN EN LIPPEN
pijnlijk, Schraal of gesprongen door de
koude, gebruik dan de heerlijk ver
zachtende en snel genezende PUROL.
Als gij last krijgt van hoofdpijn, ge
druktheid en een onaangenamen smaak
in den mond, is uw lever van streek.
Enkele doses Foster's Maagpillen heb
ben een verrassende uitwerking. Zij be
teren leverstoornissen en genezen gal
zucht, verstopping en slechte spijsver
tering. Prijs per flacon van vijftig ver-
suikerde pillen 0.65 in apotheken en
drogistzaken. 11
vertrokken is met volledige medewer
king van de Nederlandsche regeering,
terwijl die van de „Petit Parisien" oor
deelt, dat men de zaak in Holland be
kijkt met volstrekt gebrek aan begrip
en van zuiver egoïstisch standpunt en
zich verontwaardigd toont over de uit
lating van het „Alg. Handelsblad", dat
de Franschen, als de eerste woede
voorbij is, de heele zaak wel als een
goede grap zullen beschouwen.
De „République Frangaise" beweert,
dat Nederland zich steeds platter toont
tegenover Duitschland, maar daartoe
bepalen zich commentaren voor zoover
ons land betreft.
De „New-York Tribune" noemt het
vertrek van den kroonprins naar
Duitschland een daad van „Hohenzol-
lern-bravour".'
De „Liberté" herinnert eraan, dat de
Duitsche grondwet geen uitsluiting be
vat ten opzichte van leden van huizen,
die in Duitschland geregeerd hebben.
Zij kunnen zich vestigen waar ze wil
len, zelfs kunnen ze president van de
republiek worden. Men zou opzettelijk
Ebert's voorloopige magistratuur, die
niet door een plebisciet bekrachtigd is,
hebben laten voortduren om den post
voor Hohenzollern open te houden. Als
dit gebeurde zonden de geallieerden
een kaakslag krijgen. De vrede $ou
daardoor bedreigd worden. Een derge
lijk herstel zou waarschijnlijk volgen op
een stelsel van militaire dictatuur. Nu
al is Duitschland in 7 districten, elk
onder een generaal, verdeeld. Dit komt
met de dictatuur gelijk. 'De terugkeer
van den gewezen kroonprins spreekt
vooral tot de Engeische verbeelding.
De geallieerden kunnen niet in het on
eindige belachelijke en vergeefsche
stappen herhalen, gelijk dien van den
Haag, waar de regeering hen voor den
gek hield. Ze verkleinen zich door
waarschuwingen zonder sanctie. Even
min lust hun een militaire expeditie om
herstel van de Hohenzollern of Wittels-
bach er te voorkomen.
De geallieerden zijn het blijkbaar
niet eens om iets van beteekenis te
doen. Engeland zou het Duitsche verzet
stijven, als het blijft aandringen op sa
menroeping van een commissie van
deskundigen zonder en tegen Frank
rijk.
In een hoofdartikel zegt de„Times"
naar aanleiding van den terugkeer van
den ex-kroonprins naar Duitschland het
volgende
„Deze geschiedenis verwekte 'n zeer
overdreven opschudding. Voor zijn te-
De graaf ging bij haar zitten en pro
beerde haar te kalmeeren. Hij sprak
enkele onsamenhangende woorden, zoo
goed en zoo kwaad als hij in zijn suffi-
gen toestand bedenken kon.
Dora zat aan de tafel, het gezicht in
de handen verborgen.
Het roepen en schreeuwen buiten
werd harder, duidelijk hoorde men vele
menschen heen en weer loopen. Een
luid hoega-geroep. Daarna trad Har
trop binnen en zeide
„De colonne uit het diepste deel der
mijn komt. Nu zijn ze allen gered
Toen verdween hij weer. De oude
mijnwerker kon onmogelijk binnen blij
ven hij moest naar buiten, om zijn
kameraden te begroeten.
Het tumult daarbuiten hield wel een
half uur aan. Daarna kwam, met lang
zame slepende schreden, geheimraad
Kersten binnen. Zijn verschijnen had
een uitbundig gejubel daarbuiten ver
oorzaakt. 'Dit gejuich hield nog aan,
toen hij reeds binnen was en zich uit
geput op een der bedden neerzette.
Buiten voor de vensters verdrongen
zich honderden menschen, meest vrou
wen en kinderen. Ze ontdekten graaf
Klinter en begonnen opnieuw te jui
chen „Graaf Klinter, hoera, gliickauf
glückauf
Er hielp niets aan graaf Klinter
moest opstaan en tot voor de deur
gaan, om een paar woorden tot de
menschen te spreken.
Wordt vervolgd.)