iSSES DINSDAG 13 NOVEMBER ark 46 i ^STBODE, vaart ÏOT OEKJES No268 GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND FEUILLETON ZIJN PROEFJAAR. üet gure weer |halingsorga- varen bloot- gebruik van st. heesch- Ze zijn bij en Drogisten |5 eo 80 Cts. 2 heeren, 'KAMER ïsion, Br. letters „Vliss. Cour." t tot de 1 alt, maar I No. 33. tegen half Nov. acht Br. motto ur. „Vliss. Crt". van elb. - Rotterdam egen plaatsen. PASSAGIERS EN VEE. v. Midi. v.n. uur 8 t. son t.i. nor 8 8 8 te bekomen Transport- en Eip en VOS, Tel ENHOOKN,Tel.l53. TERHODT, Tel. 282. ITENHEK, Tel. 101 n jonge dames. beige en bruin 2.-- - 2.25. met elastiek en d r uksl uiting. Extra lang 2.75,2.75,3.— Kincfer- Hand- sohoenen in wol en tricot. VUSSINOSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels f 1.10 voor iedere regel meer 26 cent.; bij abonnement spe ciale prijzen. Reclames' 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer '3 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels f 1.70, iedere regel meer 26 cent. DELVEN DïJKSHOEKSPRINK MET ZIJTAKKEN. Burg. en Wetfh. van Vlissingen brengen ter openbare "kennis, dat blijkens mededee- ling van het Dagëlijksch Bestuur van den Polder Walcheren, in de maanden October en November van het jaar 1924 de Dijks- hoéksprrnk met zijtakken, liggende in deze gemeente, vanaf den voet van het duin 'tot aan den Vlissingschen Watergang, zal worden gedolven. Vltesmgen, 12 November T923. Btrrg. en Weth. voornoemd, VAN W0ELDEREN. Be Secretaris, F. BISSCHOP. AANKONDIGING. Burg. (en Weth. der gemeente Vlissingen brerrgen ter kennis van belanghebbenden,- «dat te beginnen op 27 November 1923, vanwege de gemeente een algemeene op neming zal worden 'gehouden van de voet paden met de kunstwerken. Vlissingen, 12 November 1923. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. De kabinetscrisis. De „iN. R. Ct." verneemt, dat mr. Kooien waarschijnlijk een poging zal doen, een kabinet te formeeren, maar daarin vrij zeker geen zitting zal nemen om persoonlijke redenen. De anti-revolutionairen zouden zich bereid hebben verklaard, een rechts mi nisterie te leveren op voorwaarde, dat de bezuinigingsplannen van minister Colijn onverkort (dus m e t intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit voor rijksambtenaren) worden overge- De Postcheque- en Girodienst. Het bestuur van den „Middenstands- raad heeft aan den minister van water staat een adres gericht waarin wordt gezegd, dat het heeft vernomen van den aandrang, die op den minister is uitge oefend om in verband met de noodig geachte aanstelling van tijdelijke amb tenaren bij den postcheque- en giro dienst, de beschikking te krijgen over den vleugel van het gebouw van dien dienst, waarin thans is gevestigd het Rijksbureau tot onderzoek van Handels waren. De Middenstandsraad verzoekt den minister aan dien aandrang geen gevolg te geven, eerstens om reden van hooge verbouwkosten en ten tweede omdat de raad meent, dat voor het Rijksbureau te 's-Gravenhage nergens anders anders een gunstige gelegenheid bestaat om zich te vestigen. Bovendien zal naar de meening van adressante een verplaat sing van het Bureau, dat zulke uitne mende diensten aan handel en nijver heid bewijst, noodzakelijk tot gevolg 51) Weer verliep er een uur. Buiten reden verscheidene wagens aan. De deur van het mijnhuis werd opengerukt en een aantal mannen, met witte banden en een rood kruis om den arm; traden bin nen. Het was de vrijwillige Roode Kruis-coionne van het bergwerk, die gealarmeerd geworden was. Bedden werderf opgeslagen en in de groote zaal gezet. Doctoren kwamen binnen, groet ten Dora stilzwijgend en begonnen hun geweldige medicijn- en verbandkisten uit te pakken. De oude Hartrop wist niet hoe gauw hij alle bevelen moest nakomen. Men verlangde emmers, om water gereed te hebben men stelde alle mogelijke vra gen aan hem, die hij onmogelijk be antwoorden kon. Daarna snelden ze weer naar buiten en sloegen een tent op de plaats op. De oude Hartrop kwam terug en zei opgewonden tot Dora „'Het is toch alles voor niets. De bergraad is dood en de vijf man en graaf Klinter ook. Die is niet terugge komen. Ze kunnen gerust al hun bullen weer inpakken de lui onder in de mijn hebben hun hulp niet noodig, want, naar men zegt, zijn ze binnen twee drie uur bereikt." hebben, dat de dienst gedurende lange- ren of korteren tijd gedesorganiseerd wordt. HET VERTREK VAN DEN EX-KROONPRINS. De gezantenraad te Parijs heeft gis teren langdurig vergaderd, om de ver schillende Duitsche nota's te bespre ken, ni. die betreffende den terugkeer van den kroonprins en de nota betref fende de geallieerde militaire controle commissie. Bovendien waren de rap porten ingekomen van de gezanten in Den Haag betreffende de démarche, die bij de Nederlandsche regeering ge daan is. Na langdurige beraadslaging heeft de gezantenraad besloten zijn be vindingen mede te deelen aan de des betreffende regeeringen, het advies van deze in te winnen en a.s. Woensdag opnieuw te vergaderen.' Betreffende de wetenschap van het vertrek deelde men aan de „Tel." mede, dat toen minister Van Karnebeek de gezanten ontving, hij in den loop van den ochtend vernomen had, dat de ex- kroonprins van plan was dien dag (Zaterdag 10 November) te vertrek ken, doch hij wist niet, dat de kroon prins al onderweg was het land te ver laten. Het feit, dat de ex-kroonprins Wie- ringen had verlaten, kwam eerst ter kennis van den minister, toen de gezan ten zijn kabinet reeds hadden verlaten. Daar de naam van den ex-kroon prins voorkomt op de lijst der „oor logsschuldigen" zal de Belgische re geering aanstonds maatregelen nemen, die de gezantenraad zal overwegen, naar aanleiding van artikel 228 para graaf 2 van het verdrag van Versailles. De Belgische gezant te Parijs heeft in structies in dien zin ontvangen. In een beschouwing van den hoef ijzer-correspondent van het „Hbld." over 'het vertrek van den ex-kroonprins lezen wij het volgende De Duitsche kroonprins is weg en daarmede is Nederland van een vreem deling af, die, uit zuiver Nederlandsch oogpunt beschouwd, toch altijd een „lastiger" Auslander voor ons was. Overigens heeft de kroonprins zich tijdens zijn verblijf in ons land zeker niet van zijn slechtste zijde doen ken nen. Hij heeft op Wieringen zich een eenvoudig mensch onder de menschen getoond, die zich weldra daardoor de sympathie der bevolking had verwor ven. Zijn hartelijke afscheidsbrief aan de eilandbewoners is ongetwijfeld op recht gemeend. En wellicht zijn deze vijf jaren van afzondering onder een voudige lieden, hoe bitter ook in menig opzicht, voor den vorstenzoon ten slotte toch nog weldadig geweest. Voor Nederland echter was de aan wezigheid van dezen gast, wiens doen en laten rusteloos bewaakt moest wor den, echter natuurlijk een last. En men behoeft waarlijk geen germanophe te wezen om eenige verlichting te gevoe len nu hij weg is. Gelijk de kroonprins dat van zijn kant óók wel zal doen. Het „Volk" schrijft o.a. het volgende: De houding van de Nederlandsche regeering is in deze geheele zaak van den beginne aan veel te klein geweest, een houding van slimmigheden. Zij heeft die houding tot op het laatste moment volgehouden, toen haar speci ale gemachtigde in dezen, de secreta ris-generaal in algemeenen dienst, mr. Kan, onzen parlementsredacteur, even want niemand kwam in deze uren be dachtzaam of bedaard aanstappen, maar alles stormde, holde of struikelde. Eenige lieden van de Roode Kruis- colonne kwamen binnen, pakten de verbandkisten weer in, sloegen ze dicht en sleepten ze mee anderen kwamen de draagbaren halen alles in haast, alles in groote opwinding. Eerst na een lange, lange poos kwam Hartrop en meldde „De artsen en de hulpcolonne zijn naar beneden in de mijn. Wat ze daar moeten doen, weet niemand. De geheimraad heeft ze tele fonisch geroepen." Nogeenmaai kwam een arts, gevolgd door een helper en riep opgewonden tot Hartrop „'Het zuurstofapparaat Er moet hier een zuurstofapparaat zijn Waar is het Hartrop schrok zoo, dat hij zich eerst eens bezinnen moest. Doch dan liep hij naar de voorraadkamer en de dokter met zijn assistent volgden hem en sleepten het zuurstofapparaat weg. Hartrop hielp hen er mee tot aan de schacht. Lang bleef hij weg, doch kwam dan met het bericTit „Er zal nog een po ging gedaan worden. Maar het heeft toch geen doel. Te bereiken is er niets. Alles schreeuwt en praat door elkaar het is alsof de menschen hun verstand verloren hebben." Een geweldig gejubel van buiten weerklonk hoera-geroep en daartus- schen de hooge stemmen van vrouwen. als trouwens den vertegenwoordiger van „de Telegraaf", voorloog, dat zij van niets wist, terwijl even later moest blijken, dat de regeering zelve het ver trek van den kroonprins in alle bijzon derheden had helpen voorbereiden. Het geval herinnert aan de wijze waarop keizer en kroonprins in ons land kwamen, na een nimmer opgehel derd bezoek van generaal Van Heutsz, kamerheer der Koningin, aan het Duit sche hoofdkwartier. Ook bedenkt men zich nu weer eens, hoe de regeeririg steeds geweigerd heeft, op interpellaties uit de Kamer, preciese inlichtingen over den rechtstoestand der beide geïnter neerden te geven, totdat zij die inlich tingen nu aan de geallieerde gezanten verstrekte, nu de vogel gevlogen is. Laat ons hopen, dat moeilijkheden, wegens de schuld der regeering aan het verloop der zaak, ons land zullen bespaard blijven. Maar als dit het geval is, zal het zeker niet te danken zijn aan het beleid der Nederlandsche regeering. De Deutschvölkische „Deutsche Zei- tung" schrijft Wij willen niet nalaten aanstonds zonder voorbehoud te ver klaren dat de terugkeer van den kroon prins, hoe verheugend deze voor het overige ook is, ook eenige bezorgdheid kan wekken. De kroonprins heeft des tijds zijn oorlogsherinneringen aan een Joodschen letterkundige ter bewerking gegeven. Deze heeft den kroonprins in het boek op verscheidene plaatsen met bewuste opzettelijkheid laten spreken. Hij zou geen onderscheid tusschen Christenen en Joden kennen, hem lig gen alle staatsburgers even nauw aan het hart Den Joodschen heer moge dit aangenaam zijn, doch de völkischvoe- lende Duitscher wil geen keizerschap van Judassen. Het blad begroet daarom den kroon prins slechts ais particulier persoon en verheugt zich er over dat ook deze zoon des vaderlands als een van de laatste bannelingen is teruggekeerd. Het „Journal des Débats" schrijft Juist op het oogenbiik waarop de heer Van Karnebeek de vertegenwoor digers van de geallieerde mogendheden ontving, ging de kroonprins ongehin derd de Duitsche grens over, dank zij het paspoort dat de heer Stresemann hem had doen toekomen. Den -heer Van Karnebeek was 'dit stellig niet onbe kend. Hij zette trouwens den geallieer den vertegenwoordigers uiteen, dat noch de Hollandsche wetten, noch ver plichtingen voortvloeiende uit het in ternationale recht veroorloofden, het vertrek van den prins te verhinderen. Deze uitlegging is moeilijk overeen te brengen met de verzekeringen van het Haagsche kabinet in 1920 omtrent het verblijf in Nederland van den ex-keizer en van de leden der keizerlijke familie. Maar de Nederlandsche regeering schijnt er meer prijs op te stellen zich van hinderlijke gasten te ontdoen dan den geallieerden aangenaam te zijn of de gevaren van een Europeesche ver warring te verminderen. De „Matin" geeft een venijnig en fendenfius verhaal van de ontvangst van de gezanten door jhr. van Karne beek Hij ontving, schrijft het blad, de ge zanten met waardigheid en zonder eenige ontroering en antwoordde, dat de kroonprins hem juist een brief ge schreven had, meldende, dat hij de be doeling had naar Silezië te vertrekken. Vergetende dat Holland twee dagen te voren verklaard had voorzorgsmaat regelen te zullen nemen, voegde de mi dee! der mijn hadden zichzelf uitgegra ven en kwamen juist boven met de lift. En nu was er geen houden meer aan de menigte achter de poort. Toen de zware ijzeren traliedeuren van de poort open gingen, stormden allen naar bin nen, renden langs de arbeiders, die erbij op wacht stonden en verspreidden zich roepend en schreeuwend over de plaats, alsof ze daardoor de anderen die nog ingesloten waren, konden-helpen. Auto's toeterden daarbuiten, wagens ratelden. Verscheidene bewusteloos ge worden mijnwerkers werden naar het hospitaal gebracht. Opnieuw klinkt er buiten geschreeuw; hoerageroep en haastige schreden, weer vliegt de deur open vier mannen van de hulpcolonne stormen binnen, terwijl een arts volgt. „Maak voorloopig hier alles maar klaar. Er zullen verscheidene zieken wagens komen om de geredden daarna naar het hospitaal te brengen Dan eerst zag. de dokter Dora en wendde zich tot haar. Hij rukte zich den hoed van het hoofd, wischte zich het zweet van het voorhoofd en van het vuil geworden gelaat. „'Graaf Klinter, de bergraad en de vijf arbeiders zijn uit de mijn gehaald eenigen van hen zuilen we zeker weer in het leven kunnen terugroepen. Graaf Klinter is weer heelemaal bij alleen met den bergraad schijnt het heel slecht te staan..." De arts ging snel weer de zaal uit. nister erbij, dat hij geen middelen zag om den kroonprins te verhinderen zijn plan uit te voeren. De gezanten waren nauwelijks weer thuis, toen zij om 12 u. 50 het bericht ontvingen, dat in den vroegen ochtend de kroonprins vertrokken was. Aange zien moeilijk ondersteld kan worden, dat jhr. van Karnebeek dit niet heeft geweten, is men gerechtigd te conclu- deeren dat hij zijn bezoekers voor den gek gehouden heeft. De te Brussel verschijnende „Nation Beige" houdt een echte scheldpartij te gen ons land. De kroonprins, zoo luidt het o.m. in bedoeld hetzblad, heeft Nederland ver laten met de medeplichtigheid van Den Haag en Berlijn. Vervolgd door de vervloeking van de geheele wereld vond hij, juist vijf jaren geleden, in Holland een gastvrijheid, welke geen enkel beschaafd volk hem zou hebben willen geven. Holland weigerde de twee oorlogs schuldigen, den ex-keizer en zijn zoon uit te leveren en de geallieerden onder gingen dit affront zonder veel protest. Hun zwakheid ten opzichte der Ne derlandsche regeering komt hun heden duur té staan. Wat meer energie van onze zijde ware voldoende geweest om Nederland, dat zich den medeplichtige maakte van twee misdadigers, het hoofd te doen buigen... Het was sedert weken een publiek geheim, dat de ex-kroonprins weldra Wieringen, het hoofdkwartier der Duit sche monarchisten, zou verlaten. De re geering van Den Haag sloot de oogen en liet maar begaan. Zullen de geallieerden, zoo luidt het slot van dezen uitval, andermaal door Nederland en Duitschland bespot, zich ditmaal tevreden stellen met het zen den naar Den Haag en naar Berlijn van platonische protesten De „Daily Chronicle" vindt het feit, dat de Nederlandsche regeering de ge allieerden niet in kennis stelde van het. voorgenomen vertrek in strijd met de afspraak, welke tot nog toe tusschen Nederland en de geallieerden bestond 'en waarbij Nederland zijn verantwoor delijkheid erkende ter verhoeding, dat Nederlandsch gebied als basis voor de Hohenzollern-actie' in Duitschland werd gebruikt. Volgens het blad is het moeilijk, de Nederlandsche regeering van kwade trouw vrij te pleiten, en het acht het noodig, waarborgen te verkrijgen te gen een zelfde dubbelzinnig optreden jn verband met den ex-keizer. De „Westminster Gazette" daaren tegen verdedigt Nederland's houding. Nederland, zegt het blad, was geduren de den oorlog onzijdig en het werd ge vraagd, terug te komen op die onzij digheid. Tweemaal is aan Nederland verzocht, dat te doen, doch beide kee- ren heeft het dit verzoek van de hand gewezen. Het blad verwijt de Britsche regee ring gebrek aan onafhankelijkheid, door zich, wat betreft de nota aan Nederland, bij de andere geallieerden aan te sluiten. Brittannië is in den loop der tijden een toevluchtsoord geweest voor menig belangrijke vluchteling en van de Britsche regeering kon worden verwacht, dat zij correct zou handelen in zulk een aangelegenheid, wat haar bondgenooten daar ook van mochten zeggen. De correspondent van de „Matin" te Amsterdam zegt, dat de ex-kroonprins stilzwijgen. Daarna hoorde men regel matige schreden. Ook de tweede helft der vleugeldeur werd geopend en de helpers van de geneeskundige colonne droegen zes baren binnen. Daarop la gen de lichamen van Spalding en zijn vijf moedige helpers. Aan den arm van een dokter verscheen wankelend en moeilijk loopend, graaf Klinter. Hij werd op een der bedden gelegd, die in derhaast klaar gemaakt werden en met het zuurstofapparaat behandeld. Daar na werd ook bij de andere half bewus- telooze mannen geprobeerd, zuurstof naar binnen te werken. Dora zag alles als in een nevel. Een angstaanjagende onverschilligheid had zich van haar meester gemaakt. Er was niet eens meer iets van hoop in haar. De ziekenwagens reden voor en de zes bewusteloozen werden wegge bracht. Graaf Klinter echter weigerde naar het hospitaal te gaan. Hij zette zich op den rand van zijn bed en ver klaarde „Het wordt al beter, de fris- sche 'lucht doet me goed. Ik heb mijn eigen auto hier en rijd daarmee naar huis." Hij stond op en beproefde te loopen, wat hem met veel moeite gelukte. Hij reikte Dora de hand. Dora kuste die en deed den goedmoedigen Klinter daar door zóó schrikken, dat hij eigenlijk pas goed lot bewustzijn kwam en af weerde „Dat niet, dat niet „Jij hebt ze gered", zei Dora en nu eindelijk vond ze tranen en brak uit in INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. ZIJN UW HANDEN EN LIPPEN pijnlijk, Schraal of gesprongen door de koude, gebruik dan de heerlijk ver zachtende en snel genezende PUROL. Als gij last krijgt van hoofdpijn, ge druktheid en een onaangenamen smaak in den mond, is uw lever van streek. Enkele doses Foster's Maagpillen heb ben een verrassende uitwerking. Zij be teren leverstoornissen en genezen gal zucht, verstopping en slechte spijsver tering. Prijs per flacon van vijftig ver- suikerde pillen 0.65 in apotheken en drogistzaken. 11 vertrokken is met volledige medewer king van de Nederlandsche regeering, terwijl die van de „Petit Parisien" oor deelt, dat men de zaak in Holland be kijkt met volstrekt gebrek aan begrip en van zuiver egoïstisch standpunt en zich verontwaardigd toont over de uit lating van het „Alg. Handelsblad", dat de Franschen, als de eerste woede voorbij is, de heele zaak wel als een goede grap zullen beschouwen. De „République Frangaise" beweert, dat Nederland zich steeds platter toont tegenover Duitschland, maar daartoe bepalen zich commentaren voor zoover ons land betreft. De „New-York Tribune" noemt het vertrek van den kroonprins naar Duitschland een daad van „Hohenzol- lern-bravour".' De „Liberté" herinnert eraan, dat de Duitsche grondwet geen uitsluiting be vat ten opzichte van leden van huizen, die in Duitschland geregeerd hebben. Zij kunnen zich vestigen waar ze wil len, zelfs kunnen ze president van de republiek worden. Men zou opzettelijk Ebert's voorloopige magistratuur, die niet door een plebisciet bekrachtigd is, hebben laten voortduren om den post voor Hohenzollern open te houden. Als dit gebeurde zonden de geallieerden een kaakslag krijgen. De vrede $ou daardoor bedreigd worden. Een derge lijk herstel zou waarschijnlijk volgen op een stelsel van militaire dictatuur. Nu al is Duitschland in 7 districten, elk onder een generaal, verdeeld. Dit komt met de dictatuur gelijk. 'De terugkeer van den gewezen kroonprins spreekt vooral tot de Engeische verbeelding. De geallieerden kunnen niet in het on eindige belachelijke en vergeefsche stappen herhalen, gelijk dien van den Haag, waar de regeering hen voor den gek hield. Ze verkleinen zich door waarschuwingen zonder sanctie. Even min lust hun een militaire expeditie om herstel van de Hohenzollern of Wittels- bach er te voorkomen. De geallieerden zijn het blijkbaar niet eens om iets van beteekenis te doen. Engeland zou het Duitsche verzet stijven, als het blijft aandringen op sa menroeping van een commissie van deskundigen zonder en tegen Frank rijk. In een hoofdartikel zegt de„Times" naar aanleiding van den terugkeer van den ex-kroonprins naar Duitschland het volgende „Deze geschiedenis verwekte 'n zeer overdreven opschudding. Voor zijn te- De graaf ging bij haar zitten en pro beerde haar te kalmeeren. Hij sprak enkele onsamenhangende woorden, zoo goed en zoo kwaad als hij in zijn suffi- gen toestand bedenken kon. Dora zat aan de tafel, het gezicht in de handen verborgen. Het roepen en schreeuwen buiten werd harder, duidelijk hoorde men vele menschen heen en weer loopen. Een luid hoega-geroep. Daarna trad Har trop binnen en zeide „De colonne uit het diepste deel der mijn komt. Nu zijn ze allen gered Toen verdween hij weer. De oude mijnwerker kon onmogelijk binnen blij ven hij moest naar buiten, om zijn kameraden te begroeten. Het tumult daarbuiten hield wel een half uur aan. Daarna kwam, met lang zame slepende schreden, geheimraad Kersten binnen. Zijn verschijnen had een uitbundig gejubel daarbuiten ver oorzaakt. 'Dit gejuich hield nog aan, toen hij reeds binnen was en zich uit geput op een der bedden neerzette. Buiten voor de vensters verdrongen zich honderden menschen, meest vrou wen en kinderen. Ze ontdekten graaf Klinter en begonnen opnieuw te jui chen „Graaf Klinter, hoera, gliickauf glückauf Er hielp niets aan graaf Klinter moest opstaan en tot voor de deur gaan, om een paar woorden tot de menschen te spreken. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1