MAANDAG 12 NOVEMBER No 267 61e Jaargang BINNENLAND FEUILLETON ZIJN PROEFJAAR. VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren ƒ2.20 per drie maanden. Francq door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon- nenienten 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRÏJS. Van 14 regels: ƒ1.10; voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 1—5 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. 0e crisis. De „Nederlander" ziet de eenige uit komst in een nieuw rechtsch kabinet. Edoch, om tot zijn optreden te gera ken, zou althans één der drie volgende voorwaarden vervuld moeten zijn óf een man uit een der drie partijen, in alle drie zoo geëerd, dat hij, alleen door zijn persoon, de verstoorde sa menwerking kon herstellen óf zoodanige offervaardigheid, door besef van den dreigenden nood aan alle zijden, dat elk der drie rechtsche groepen, over alle persoonlijke en poli tieke overwegingen heenstapte öf zoodanige toeneming der moeilijk heden, door mislukking van werkelijk- aangewende pogingen van anderen, dat verder aarzelen het land in gevaar zou brengen. Het vinden van zoodanigen man valt den Nederlander uit het vlakke land moeilijk. Daartoe moet meer berglucht zijn ingeademd. Qroote offervaardig heid was nimmer het kenmerk van den mensch, vooral niet waar hij tot een groep was samengevoegd. Zoo blijft de derde voorwaarde de mislukking van werkelijk-aangewende pogingen van anderen... De werkloosheidsverzekering. Aan de besturen der overeenkomstig liet Werkloosheidsbesluit 1917 aange sloten vereenigingen is door den minis ter van arbeid de volgende circulaire verzonden In de reglementen der werklozen kassen komt de bepaling voor, dat geen uitkeering «wordt verstrekt aan leden, die weigeren inlichtingen te verstrek ken welke voor een juiste beoordeeling van het recht op uitkeering noodig zijn, hetzij aan het bestuur, het afdeelings- hestuur^bf aan door rijk en gemeenten met het toezicht belaste personen of commissiën. In de practijk komt het weigeren van inlichtingen door werklooze leden wei nig of niet voor des te meer is dit het geval met het verstrekken van onjuiste inlichtingen. Daarom vestig ik er uitdrukkelijk uwe aandacht op, dat onder bet weige ren van het verstrekken van inlichtin gen wordt beprepen het verstrekken van onjuiste inlichtingen. Een ander artikel in alle reglementen van werkloozenkassen voorkomende schrijft voor, dat als een lid de on rechtmatige uitkeering tengevolge van opzettelijke onjuiste opgave heeft ver kregen, onverwijld royement zal volgen. Hiermede zal mede zijn te begrijpen het geval, waarin iemand onrechtmatig uitkeering heeft verkregen, doordat hij opzettelijk iets heeft verzwegen, wat voor een juiste beoordeeling van het recht op uitkeering van belang had kunnen zijn. 50) Het kon natuurlijk niet toegestaan worden dat al deze opgewonden men- schen op de mijnplaats kwamen, waar ze alleen maar hinderlijk zouden zijn geweest. Maar ook zij allen werden verteerd door onrust en gaven dit lucht door hun schreien en klagen. Deze uit barsting van smart van veie honderden menschen dreef Dora terug in huis. Daar bleef ze zitten en staarde naar het hooge venster, waar de witte stoomwolken, die de pompmachines uitstootten, voorbij vlogen. De deur werd opengerukt en haastig kwam Klinter binnen, terwijl hij Hart- rop toeriep „Gauw, gauw, ik moet afdalen, geef eens kleeren". Toen eerst zag hij Dora en scheen zeer verrast, haar hier te vinden. „Hoe staat het in de mijn vroeg Dora. „Niet goed", antwoordde graaf Klin ter, „heelemaal niet goed Er schijnt een tweede doorbraak te zijn de red- dings-brigade onder aanvoering van Spalding is afgesneden. We hebben geen enkele verbinding meer met hen." Hartrop kwam terug met het ge vraagde en Klinter verdween snel, Dora sprakeloos van schrik achterlatend. Ze had het wel vermoed, toen ze het bericht van de doorbraak kreeg, dat HET VERTREK VAN DEN EX-KROONPRINS. De wijze waarop de ex-kroonprins Zaterdagnacht uit ons land is vertrok ken, deed wel eenigszins aan een vlucht denken. Wij hadden daarom trent echter geen zekerheid, vandaar dat wij een vraagteeken plaatsten ach ter liet opschrift De ex-kroonprins gevlucht. Uit de nadere bijzonderheden welke thans bekend worden, blijkt dat onze regeering volkomen op de hoogte was van het vertrek van'den ex-kroonprins, doch dat alles zoo stipt mogelijk ge heim is gehouden. Van een ontsnappen of ontvluchting van Wieringen is dus geen sprake. Het standpunt van de regeering is duidelijk uiteengezet in het antwoord dat de minister van buitenlandsche za ken gegeven heeft op de nota van den Gezantenraad, waarin de gezanten ver klaren overtuigd te zijn dat de Neder- landsche regeering alle buitengewone maatregelen zal nemen tot bewaking van den ex-kroonprins. Het antwoord van onzen minister van buitenlandsche zaken luidde Aan den Duitschen kroonprins is na zijn komst in ons land voor den duur van zijn verblijf een vaste verblijfplaats aangewezen. De regeering mist de be voegdheid om zijn vrijheid het land te verlaten te verkorten en zijn vertrek daadwerkelijk te beletten. De positie van den voormaligen Duitschen kroon prins wordt beheerscht door de hier te lande geldende wetgeving, terwijl overigens ten deze geen internationaal- rechfelijke verplichtingen bestaan. V Over de wijze waarop de ex-kroon prins Zaterdagnacht van Wieringen is vertrokken, weet een redacteur van „de Maasbode" de volgende bijzonderhe den te melden Te Ewijksluis troffen we een arbei der van het stoomgemaal aldaar aan, die de nachtelijke ontscheping en het vertrek per auto had bijgewoond. Uit zijn mond vernamen wij het vol gende Zijn nachtdienst in het stoomgemaal liep ongeveer ten einde, toen hij buiten zwaar motorgeronk hoorde, dat zijn aandacht trok. Bij de nieuwe sluis op een kwartier afstand ongeveer van Ewijksluis zag hij een auto in snelle vaart naderen, verblindende lichtbun dels verspreidende. Bovendien was een schijnwerper naar boven gericht en wierp een felle lichtstraal naar den hemel. Achter dezen wagen reed een andere zonder licht. Vooral de omhoog gerichte lichtstraal, welke hem onmiddellijk als een afge sproken sein voorkwam, dat hij in ver band met de berichten der laatste da gen onwillekeurig in verband bracht met den kroonprins en diens besproken vertrek, deed hem op de fiets springen en de auto's volgen, welke hij kort na hun aankomst in Ewijksluis bereikte. Zij stonden hier voor het cafétje aan de haven achter den dijk. Het was om streeks half vier. Hij was de eenige toe schouwer, want rondom lagen de hui zen in rust. De beide wagens waren zware Dürr- kopp torpedo's in den eenen herkende hij aanstonds den wagen van den kroonprins, welke steeds voor de be zoeken aan Doorn werd gebruikt en te Amsterdam in de Diirrkopp-garage wordt gestald. De andere was een splinternieuwe Werner de eerste zou zijn, die de redding zou leiden en dat hij geen ge vaar zou schuwen. Een tweede doorbraak, afgesneden door het water Graaf Klinter, die zich hals over kop verkleed had, stormde vanuit de kleedkamer dwars door de zaal en riep Dora nog even een groet toe. Zijn haast was beangstigend. Hartrop kwam uit de kleedkamer en ging op Dora af. „Érg, heel erg", zei hij. „Een ongeluk komt nooit alleen. Er zijn, geloof ik, mijngassen losgekomen en de bergraad met zijn mannen verkeert in het groot ste gevaar. Met mijngas valt niet te spotten, ik zal toch eens even gaan zien, of ik er niet wat meer van te weten kan komen." Hartrop ging weg en Dora bleef weer geheel alleen. Wat beteekenden alle emoties van de laatste weken bij hetgeen ze nu onder vond Nauwelijks was de man, dien ze lief had, aan den dood ontsnapt, of hij scheen weer te moeten ten onder gaan. Hartrop bleef heel lang weg, tenmin ste heel lang in Dora's oogen. Toen hij eindelijk terugkwam, had hij een be drukt gezicht. „God zij hun genadig", riep hij uit. „De bergraad en de vijf mannen, die hij bij zich had, zijn zonder twijfel ver loren. Zij zullen door het mijngas stik ken en het is onmogelijk, hun hulp te brengen, al wilde men ook nog zoo graag. De arme bergraad Hij was zoo'n goed en nobel mensch, voor ons wagen, waarin de eigenaar der garage, dien hij van vorige bezoeken aan Wie ringen kende, achter het stuurrad zat, terwijl een tweetal chauffeurs, die blijkbaar den laatsten wagen hadden gereden, bezig waren olie en benzine bij te vullen. Het duurde niet lang of in de haven hoorde hij het bekende knallend geluid van den motor der postboot, welke spoedig tegen het steenen hoofd schuurde. Onmiddellijk daarop verscheen de kroonprins met zijn adjudant von Müldner en zijn bediende Hermann, alsmede de burgemeester van Wierin gen, de heer Kolff, op den dijk en allen begaven zich naar de auto's waar de eigenaar der Dürrkopp-garage, de heer Stur, hen verwelkomde. De kroonprins droeg een geelleeren motorjas en had het hoofd bedekt met een vliegkap. Zijn hond sprong rondom hem en de kroonprins streelde het dier herhaaldelijk. Eenige Wieringers, die met de post boot waren meegekomen, droegen ver schillende koffers aan, waarmede een der auto's geheel werd volgeladen, terwijl ook de bagage-rekken van beide hoog waren volgepakt. Alles ging heel snel in zijn werk en in groote stilte. Met een handdruk namen de kroon prins en zijn metgezellen afscheid van den schipper van de postboot en de dragers, wahrna de kroonprins enkele oogenblikken den kop van zijn hond tusschen zijn handen nam om het dier in de oogen te blikken. Slechts met moeite bleek hij van dien trouwen mak ker in de eenzaamheid te kunnen schei den en met zichtbare ontroering leidde hij het dier ten slotte naar een der Wie ringers, die het aan halsband en riem deed. Dan nam de kroonprins met zijn met gezellen in den door den heer Stur ge reden wagen plaats en wuifde met de hand ten afscheid. De beide chauffeurs hadden op den bagagewagen plaats genomen. Met groote snelheid verdwenen de auto's daarop. De volgende proclamatie werd Za terdag op Wieringen aangeplakt.. Lieve Wieringer Vrienden Het doet mij leed, dat ik slechts schriftelijk afscheid van U kan nemen. Om geen onnoodige onrust te verwek ken, moest mijn terugreis naar Duitschland in alle stilte plaats vinden. 'Wanhopig, belasterd, dakloos be trok ik in November 1918 uw eiland. Hier vond ik rust en menschelijke deel neming en kwam ik tot mijzelf. De weken werden maanden, de maanden jaren. Reeds 5 jaar lang Ieef- ik in Uw midden. Gij boodt mij gast vrijheid in Uw woningen en liet mij deelen in Uw vreugd en leed. Wij leer den elkander kennen, begrijpen en waardeeren. Nu het oogenblik gekomen is, dat ik van Wieringen afscheid neem, zou ik U allen gaarne nogmaals de hand wil len drukken en U voor alles danken wat gij mij gegeven hebt. Oneindig moeilijke uren zijn het voor mij geweest, ver van Vaderland en ge zin, maar zij zijn mij veraangenaamd en dragelijk gemaakt door de vriend schap van de Wieringsche bevolking. Zoo neem ik dan afscheid van U en wensch mijn eiland van ganscher harte het beste toe voor de toekomst. Hebt dank en tot ziens WILHELM. allen had hij altijd een vriendelijk woord." Hartrop veegde met de leege linker mouw van zijn jas langs zijn oogen. Dora zag het en merkte er zelfs het komische van op. Ze schreeuwde het niet uit, ze huilde of kreunde niét, ofschoon, deze man, die blijkbaar goed ingelicht was, reeds den doode betreurde. Het was alles koud en stil in haar geworden, slechts in haar hoofd brandde het, aisof daar een vonk gloeide, die steeds verder in haar hersens vrat. Weer werd de deur opengerukt en opzichter Oswald stortte naar binnen, gevolgd door twee man. „Het rookmasker riep hij Hartrop toe. „Waar is het „Daarboven in de voorraadkamer riep Hartrop. Opzichter Oswald ging naar Dora en meldde haar officieel „Graaf Klinter wil met het rookmas ker aan in het mijnveld gaan, waar de mijngassen zijn, hoewel mijnheer Ker sten het niet wil toestaan. Het is een voudig een zelfmoord van graaf Klinter, want de bergraad en degenen die bij hem waren, zijn al lang dood. Maar graaf Klinter wii het niet opgeven." Daar buiten werd het nacht. De elec- trische booglampen flitsten aan. De wolken rook, die nu langs het venster vlogen, waren zwart. Maar met de re gelmatigheid van een uurwerk en niet tegen te houden, evenals het vreeselijk noodlot daar beneden, kwamen ze steeds weer voorbij. De ,,'N. R. Ct." wijdt een artikel aan het vertrek van den ex-kroonprins, waarin wordt betoogd dat ons iand geen verwijt kan treffen, indien het den ex-kroonprins liet vertrekken, aange zien het dit vertrek niet verhinderen kon. <Het blad besluit „Naar alle waarschijnlijkheid is dus de prins er van door, om zich in Duitschland te vestigen. Willen de entente-regeeringen dit iaatste verhin deren, dan is de eenige weg om dit te beletten, dat zij zich wenden tot Berlijn. Daar moet in deze zaak de beslissing vallen. Meent men in Duitschland den ex- kroonprins het verblijf in zijn vaderland te kunnen ontzeggen, dan is de zaak uit, is althans de moeilijkheid, die zij voor de entente-fnogendheden thans biedt, er aan ontnomen. Al zal het voor den prins dan moeielijk zijn, te weten te komen, waar hij dan wél zal kunnen verblijven. Hier te lande zal hij wel niet als een welkome gast worden beschouwd. Want, nog eens, de ex-kroonprins was hier wel geen gevangene, wiens bewa king wij in het belang van andere mo gendheden op ons genomen hadden, doch een vreemdeling, die gevaarlijk geacht was, en wien wij daarom in ons belang een bepaalde verblijfplaats had den aangewezen. En op zulke vreemde lingen zijn wij ni,et bijster gesteld. Zijn zij eenmaal weg, dan wordt hun niet spoedig ten tweeden male toegang verleend." Het „Vad." zegt in de Aanteekenin- gen o.a. het volgende De zaak is heel eenvoudig gegaan. De Kroonprins wou naar zijn land goed in Silezië terug. De Duitsche re geering had geen bezwaar, ook onder de gegeven politieke omstandigheden niet, blijkbaar overtuigd, dat ze van dezen Hohenzollern geen politieke ge varen te duchten heeft de Wittels- bachen baren haar voorloopig meer zorg en ze machtigde het Duitsche consulaat te Amsterdam den ex-prins een pas uit te reiken. En onze regee ring nam de mededeeling, dat de ex- prins ging vertrekken voor kennisge ving aan. Natuurlijk, ze kon hem in rechte niet tegenhouden, ai had ze het gewild. Dat de ex-kroonprins behoefte ge voelde, zij 't schriftelijk, van de Wie ringers afscheid te nemen en dat in zoo warme bewoordingen doet, is te begrijpen. Zij hebben hem het eenza me verblijf op het barre eiland, in de bekrompen en slecht ingerichte pasto rie, door hun hartelijke houding zoo veel mogelijk dragelijk gemaakt. Tot weerziens 1 roept hij hun toe. Hij zal er zeker nog wel eens terugkeeren, zij 't dan allicht niet meer om er te wonen. En nu wachten we met een gelaten gemoed af, wat de buitenlandsche bla den van het geval zullen zeggen. Het zal waaien 1 Den Duitschen zaakgelastigde te Pa rijs is opgedragen op de nota van den gezantenraad van 9 November waarin werd gevraagd of de Duitsche regee ring den gewezen kroonprins inder daad veroorloofd heeft naar Duitsch land terug te keeren, als volgt te ant woorden De gewezen kroonprins deed reeds de vorige week aan de Duitsche regee ring het verzoek hem den terugkeer naar Duitschland toe te staan. De Duitsche regeering kon bij onderzoek van het verzoek geen grond voor een Waarom bleef Dora hier Waarom zette ze zich niet in haar auto en reed heen Ze wist het ze was niet in staat, van haar plaats op te staan. Haar voeten waren als verlamd, en in haar hersens brandde het steeds heviger... Een geschreeuw uit honderden kelen klonk plotseling van buiten enkele hoera-kreten klonken er tusschen. De oude Hartrop zette zijn muts op, die naast hem op de bank lag en ging weer naar buiten. Na korten tijd kwam hij terug. „Er is een telefonische verbinding met de afgesneden colonne. Ze konden eerst niet bij het toestel komen. Ze melden nu, dat er honderdtwintig man zijn en zich in goeden welstand bevin den. Ze hebben voldoende lucht, en "net is alleen erg koud. Ze kunnen allen gered worden." Het schreeuwen daarbuiten hield aan. Zoo gaf de menigte aan haar opwin ding en vreugde lucht. Onder in de mijn, niet ver van de lift, zat geheimraad Kersten op een blok steenkool en gaf zijn bevelen. De krachten van den ouden man waren niet evenredig aan zijn wil zijn bee- nen weigerden hun dienst door schrik, opwinding en lichamelijke inspanning. Graaf Klinter was sedert een half uur weg en sindsdien had hij geen teeken van leven meer van hem vernomen. Het was krankzinnig van hem, om het oude veld, waar het mijngas zich bevond, binnen te dringen maar een braaf, dapper mensch was hij. „Ik ken het oude veld als mijn zak", INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Een weinig VIM op een vochtigen doek maakt in een oogwenk Uw vaatwerk prachtig helder. De Lever's Zeep Maatschappij. Vlaardingen Fabrikanten van LUX en TWINK. Vraagt ons Geschenken-album. juridische of feitelijke omstandigheid vinden, welke zou hebben gerechtvaar digd dat dezen Duitschen staatsburger de terugkeer naar zijn familie werd ge weigerd. Ze machtigde daarom de be voegde Duitsche buitenlandsche verte genwoordiging den gewezen kroon prins op diens verzoek een pas voor de inreis in Duitschland te verstrekken. De Belgische minister van buiten landsche zaken heeft in zake de quaes- tie van het vertrek van den kroonprins te doen weten Men weet dat de Belgische regeering heeft besloten zich aan te sluiten bij den vriendschappelijken stap van de geallieerde regeeringen bij de Neder- landsche regeering om de aandacht van deze laatste te vestigen op de verant woordelijkheid die haar zou treffen in het geval van een vertrek van den Duit schen ex-kroonprins. De kwestie van het verblijf van leden der Duitsche kei zerlijke familie heeft indertijd het on derwerp uitgemaakt van een gedach- tenwisseling tusschen de geallieerden en de regeering in Den Haag. Terwijl de regeering in Den Haag weigerde den ex-keizer uit te leveren, ten einde door de geallieerden te worden berecht, erkende zij echter in een brief, den 2en Maart 1920 aan den voorzitter van den Oppersten Raad der geallieerden ge richt, de plichten die haar werden op gelegd door de tegenwoordigheid van den ex-keizer in het gebied van Het Koninklijk (Nederland), zoowel wat betreft het belang van het land zplf als wat aangaat de internationale veilig heid. De Nederlandsche regeering voegde daar nog aan toe Indachtig aan haar plichten te dien opzichte heeft de regeering van H. M. de Koningin, van den beginne af aan, de verplichtingen nageleefd, die op haar rusten zij zal dat blijven doen. had hij gezegd. „Ik weet, waaraan het ligt, dat de gassen niet weg kunnen. De luchttoevoer is door een zware deur afgesloten en die moet geopend wor den. Als mij dat gelukt, dringt de ver- sche lucht van boven af in het veld en verdringt de gassen." De werklieden hadden kleine, draag bare telefoonleidingen gelegd tot waar Kersten zat. Er was een verbinding tot aan de plaats, waar de dam gelegd was, die nu geheel gereed was en de pompmachines volkomen beschermde. De tweede geleiding ging tot de plek, waar gewerkt werd om de opgeslote- nen te bevrijden en de derde verbinding liep tot in het oude mijnveld, voor zoo ver men zich daar zonder gevaar kon ophouden. Daar was opzichter Oswald met twee voormannen en een aantal mijnwerkers opgesteld en bewaakte de deur, die het verder dringen der gassen verhinderde en waarachter graaf Klin ter verdwenen was, toen hij zijn verme tele reddingspoging begon. Hoe dikwijls reeds had Oswald in de laatste tien minuten met ingehouden adem aan die deur geluisterd. Doch men vernam niets dan het regelmatig getik van de druppels, die van de zol dering omlaag vielen. „Het is hem niet gelukt", zeide hij tot de beide werklui, die naast hem ston den, „de graaf is ook verloren. Jammer van hem Maar het was toch ook roe keloos van hem, om daar in te gaan..." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1