•Hij noemt het- -een onbillijkheid dat
de onderwijzeressen ook als men ze als
gemeente-ambtenaren beschouwt, voor
overuren dadelijk betaald moeten wor
den, waar andere ambtenaren die soms
tot des avonds 10 uren werken, geen
extra-vergoeding krijgen.
Als er liefde voor het onderwüs was
zou deze vergoeding niet gevraagd zijn.
Er zijn eenige onderwijzeressen die
deze agitatie op touw hebben gezet.
Hij vindt het bespottelijk dat de ge
meente betaalt voor iets wat zij niet
schuldig is. 'De minister heeft alleen de
gemeenten bevoegdheid gegeven tot be
talen, doch niet de verplichting opge
legd.. Dit zou voor de gemeente ƒ8000
kosten. Het geldt hier toch geen be-
hoefti'gen of noodlijdenden. Het geld
kunnen wij beter besteden voor de wer-
keloozen.
Hij noemde het zeer gevaarlijk aan
den wensch der regeering te voldoen en
de kosten voor de gemeente te nemen.
De heer Huson zeide, dat een groep
rijksambtenaren werk hebben geleverd,
waarvoor zij niet betaald zijn. Dit is
een onbillijkheid zoo niet een onrecht
vaardigheid. De quaestie is nu maar
wie het betalen moet. Onomstootelijk
staat vast dat het rijk moet betalen en
rust deze verplichting dus niet op ge
meente. Het rijk schuift van alles en
nog wat op de gemeenten.
Burg. en Weth. zijn van meening dat
het rijk moet 'betalen, omdat de bezol
diging door het rijk aan zich gehou
den is.
Toen het rijk de betaling niet wila'e
doen, is het bevoegdheidswetje aange
nomen, doch dit sluit nog geenszins in
dat de gemeente moet betalen.
Hij wees er op, dat de ambtenaren
voor overuren niet betaald worden en
dat de onderwijzeressen dit wel zouden
krijgen. Hij gelooft dan ook niet dat de
gemeente zelfs de moreele verplichting
heeft, te betalen. Ook met hef oog op
het groote bedrag van ƒ8000 dat ge
vraagd wordt, vindt hij het niet noodig
dit bedrag uit de gemeentekas te putten.
De heer Landsman zeide, dat het een
quaestie betreft tusschen rijk en ge
meenten. De bevoegdheid, aan de ge
meenten gegeven, legt den plicht op
aan deze bevoegdheid te voldoen. Het
betreft hier geen overuren. Als over
uren beschouwt hij, wanneer de onder
wijzers zich voorbereiden voor hun taak
en wanneer zij correctie medenemen
naar huis.
Nog nadér verdedigde hij zijn amen
dement en wees op de groote beteeke-
nis van het handwerkonderwijs, welk
onderwijs op een hoog peil stond. Het
is voor hem zeer de vraag of dit onder
wijs thans wel op zoo'n hoog peil staat
als vroeger.
Het bedrag mag hier niet in aanmer
king komen. Het geldt hier een recht
en waar het rijk niet wil betalen, rust
deze plicht op de gemeente. Van agita
tie voor deze zaak heeft hij niets ge
merkt. Ook met een oud-collega heeft
•hij gesproken en die bekijkt de zaak
precies als spreker.
De heer Van Bennekom meende dat
er twijfel getrokken mag worden dat
door het rijk het laatste woord is ge
sproken. Het kan nog wel gebeuren dat
het rijk betaalt en een poging in dien
zin zal hij. gaarne steunen. Hij wil ech
ter thans deze zaak tot een oplossing
brengen.
De heer Lindeijer toonde nog nader
de billijkheid aan van het betalen van
den geleverden arbeid. Hij zeide dat het
voor den heer Harts slechts een quaes
tie is van wat meer of minder. Dit
noemde hij een verkeerd standpunt. Als
men over 1921 betaalt brengt de conse-
sequentie mede ook over 1920 te beta
len.
Waar de regeering onwillig is te be
talen. dient de gemeente, in wier dienst
de betrokkenen zijin, de betaling voor
haar rekening te nemen. Van agitatie of
het onderste uit de kan te willen heb
ben, is hier geen sprake. Het gaat toch
niet op de onderwijzeressen te laten
bloeden voor de andere uitgaven die de
gemeente moet doen.
De vergelijking met andere .gemeen
te-ambtenaren gaat niet op. Deze amb
tenaren weten dat hun werk niet vast
begrensd is. Hier is het echter een ander
geval. Het geldt onderwijzeressen die
altijd1 voor extra-werk zijn betaald en
thans deze betooning niet zouden
krijgen.
De heer Harts wil in deze wel het
mindere maar niet het meerdere. Hij
zeide dat het 4 maanden geduurd heeft
eer de lessen in de gewone schooluren
werden gegeven en daarom wil toij deze
4 maanden betalen. Als wij betalen zal
het rijk zeker niets doen. Betalen wij
niet dan bestaat er toch nog een gering
kansje dat het rijk wel betaalt.
De heer M. Laernoes zeide, dat de
onderwijzeressen voor de vaste uren
een vaste bezoldiging hadden. Hij wees
er op dat voor de akte een extra-beloo
ning wordt gegeven van 100. Wie
deze extra-uren dus niet geeft, heeft
dus eigenlijk een buitenkansje.
De 'heer Huson zeide, dat wij het er
allen roerend over eens zijn dat de be
trokkenen betaald moeten wondert. Hij
wilde eerst uitmaken wie betalen moet.
Wij gaan een uitgaaf doen1, waartoe wij
niet verplicht zijn, en zou het onverant
woordelijk zijn, waar wij zooveel an
dere uitgaven hebben, een uitgaaf te
doen waartoe wij niet verplicht zijn.
Met onze gemeente-financiën moeten
wij ook rekening houden.
De heer Van de Putte wilde nu be
slissen deze- 4 maanden te betalen en
dan aan 'het rijk nogmaals te vragen
ook over 1920 te betalen, dan kan later
altijd wanneer het rijk niet betaalt nog
een beslissing worden genomen.
De heer De Meij zeide dat minister
-De- Visser heeft gezegd dat er een mo
reele verplichting op de gemeenten rust
en ook Ged. Staten van Noord-Brabant
nemen deze houding aan.
Het voorstel—Landsman kwam eerst
in stemming, om die dames klasse-
onderwijzeressen, die tevens vak-onder
wijzeressen zijn het handwerkonderwijs
over 1920 uit te betalen.
Over .dit voorstel staakten de stem
men 9 tegen 9.
Voor stemden de heeren De Meij,
Lindeijer, Sorel, P. G. Laernoes, Van
de Putte, Van Hal, Post, Van Oorschot
en Landsman.
in een volgende vergadering moet
dus opnieuw gestemd worden.
Vervolgens was aan de orde het
voorstel van Burg. en Weth. tot wijzi
ging van het raadsbesluit van 3 Augus
tus, betreffende het instellen van zeven-
ldassige scholen.
Alzoo werd besloten.
Door Burg. en Weth. werd voorge
steld tot het instellen van cursussen
voor openbaar vervolgonderwijs.
Werd goedgekeurd.
Voorgesteld werd tot wijziging dei-
verordening op de Avondschool voor
Nijverheidsonderwijs en de instructie
voor den directeur, de leeraren en den
concierge van die school.
Conform dit 'voorstel werd besloten.
Daarna kwamen ter tafel voorstellen
tot verkooD van gemeentegrond lo.
aan G. de Muijnck 156 MA aan de
Scheldestraat voor 15 per MA of voo'r
ƒ2340 2o. aan P. Sinke 196 ML, ge
legen aan de Van der Manderestraat,
voor ƒ7 per MA of voor 1372 3o. aan
M. Maas 820 MA, gelegen aan ide
Scheldestraat, voor 15 per ML of voor
12300 4o. aan S. van der Bijl te Mid
delburg 76 MA bouwgrond en 31 AL.
tuingrond aan de Kerkhoflaan, voor
resp. 15 en 10 per MA of voor 1450;
5o. aan de Vlissingsche Bouwassociatie
„Willen is Kunnen" 98 MA, gelegen aan
de Van der Manderestraat a 7 per MA
of voor 686.
De 'heer Van Hal wees er op dat een
stuk grond verkocht wordt waardoor
eenige wandelweg vervalt. Het gedeelte
van de Kerkhoflaani bij de gaaischieting
wilde hij niet verkoopen.
De heer Van Niftrik zeide, dat de
heer Van Hal dwaalt. Het huis dat
voorgesteld wordt ligt tegen een ander
huis aan. Van onttrekking van grond
anders dan in het uitbreidingsplan ligt
opgesloten, is voorloopig nog geen
sprake. Er wordt niet meer grond ver
kocht dan in het plan ligt.
De heer Van Hal wilde het eenige
stukje natuur in onze onmiddellijke
omgeving niet volzetten met villa's. Hij
wilde, wanneer het eenigszins mogelijk
is, dat gedeelte uit het uitbreidingsplan
voor verbouwing nemen.
De heer Hensel wilde ook deze wan
delplaats behouden.
De heer Van Niftrik zeide, dat de
commissie voor 'het grondbedrijf nauw
keurig heeft vastgesteld welke grond
verkocht zal worden. Het ligt in de
bedoeling van Burg. en Weth. mede te
werken om open plekken in dat stads
gedeelte te bebouwen. Het ligt bijv. nu
in de bedoeling het terrein van de gaai
schieting vol te bouwen. De noodige
ruimte zal voor plantsoen worden ge
reserveerd.
De voorstellen werden daarna goed
gekeurd.
Overeenkomstig het voorstel van
Burg. en Weth. werd aan A. Casteieijn
verpacht een perceel bouwland aan den
Vrijdomweg voor f75 per jaar.
Burg. en Weth. stellen voor tot ver
koop van het voormalig tolhuis c.a. aan
den Koudekerkschen straatweg te Kou-
dekerke aan J. Wielemaker voor 2550.
De heer Hillinga wilde dit huis niet
onderhands verkoopen, doch tot open
baren verkoop overgaan. Dit zou in het
belang van de gemeente-financiën zijn.
De heer Van Oorschot vroeg of het
inderdaad waar is dat aan Burg. en
Weth. een vraag is gedaan tot den
aankoop van dit huis, en de motieven
waarom Burg. en Weth. op dit adres
niet hebban geantwoord.
De heer De Ridder wilde in het ver-
Vol" ieder im de gelegenheid' stellen een
bod te doen wanneer gemeente-eigen
dommen te koop worden aangeboden.
De heer Van Niftrik zeide dat dit
huls jaren bewoond wordt door Wiele
maker, wiens bedrijf aan dit huis vast
zit. Hij is over het algemeen geen voor
stander van het verkoopen van ge
meente-eigendommen.. De commissie
voor het woningbedrijf is gezwicht voor
den zeer begrijpelijken wensch van den
bewoner. Ten slotte heeft hij zich neer
gelegd bij ,het voorstel. Dat het huis bij
openbaren verkoop meer zou opbren
gen, is zoo moeilijk te zeggen. De uit
komsten van een publieke verkooping
zijn zeer wisselvallig. Men weet niet al
tijd of bij publieken verkoop een hooger
bedrag zal worden verkregen. Een hoo
ger bod is niet gedaan. Hij zou het in
dit geval bijzonder onzedelijk achten als
thans het 'voorstel niet werd' aangeno
men, omdat eem ander gebruikt maakt
persoon een woning wenscht. Er is een
ruime betaling voor de woning gegeven.
Het voorstel van Burg. en Weth.
werd daarna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Behandeld werden daarna de beroep
schriften van mevr. M. C. van Boven
Loois en mevr. U. S. PepersBarbé
tegen het besluit van Burg. en Weth.
tot plaatsing van haar in eigendom toe-
behoorende perceelen op de lijst van
gebouwen, vastgesteld overeenkomstig
de verordening op de monumenten in
deze gemeente.
Overeenkomstig de voorstellen van
Burg. en Weth. werd besloten.
Aan mej. C. M. L. Hack, vroeger on^
derwijzeres in de nuttige handwerken
aan school A, werd wederom wacht
geld toegekend van 1 Augustus 1923 tot
1 Juli 1924.
Daarna kwam ter tafel het voorstel
van Burg. en Weth. tot inwilliging van,
het verzoek der Kon. Ned. vereeniging
„Onze Vloot" om het grafmonument op
de oude begraafplaats van jhr. Van
Evert Lewe van Aduard, schout-bij-
nacht, in beheer en onderhoud voor re
kening der gemeente over te nemen.
De heer Van Oorschot zeide dat, ais
de vereeniglng „Onze Vloot" het graf
in onderhoud bij de gemeente wil zien,
dan moet deze vereeniging dit zetf be
talen en dit niet geschieden door de ge
meente.
De heer Lindeijer zeilde, dat de direc
teur van gemeentewerken gerapporteerd
heeft de restauratie niet voor rekening
der gemeente te nemen. De naaste be
langhebbenden hebben zich geen opof
fering willen getroosten. Het ligt op
den weg van de familie of anders op
die van de vereeniging „Onze Vloot",
aldus het rapport van den directeur der
gemeentewerken.
Hii is 'het volkomen met den direc
teur eens dat, als de belanghebbenden
er niets 'voor voelen, liet zeker niet op'
den weg der gemeente 'ligt dit te doen.
De heer Hensel heeft eens geïnfor-^
meerd wat deze schout-bij-nacht heeft
gepresteerd.
De heer Harts sloot zich bij de vo
rige sprekers aan.
De heer Van Niftrik zeide dat deze
schout-bij-nacht in 1831 in ''S lands
dienst is gesneuveld. Het monument is
destijds opgericht door de officieren die
dienden onder dezen schout-bij-nacht.
AH deze officieren zijn thans overleden.
Daarom heeft de vereeniging „Onze
Vloot" aan de gemeente gevraagd het
onderhoud voor haar rekening te ne
men. Burg. en Weth. hebben geïnfor
meerd wat de kosten zijn. Deze zijn
ongeveer 30. "Buitendien .is het voor
stel dat de gemeente het graf alleen
in onderhoud neemt. De gemeente on
derhoudt tal van graven en het zal niet
veel kosten als de gemeente dit graf
ook onderhoudt.
De heer Lindeijer zeide dat hij niet
van standpunt is veranderd door het
betoog van den heer Van Niftrik. Als
de kosten maar 30 zijn dan kunnen
zelfs de meest behoeftige afstammelin
gen van dezen zeeheld' de kosten wel
betalen. Hij wilde geen uitzonderings
toestand maken en dus de belangheb
benden laten betalen.
De heer Van Bennekom noemde de
zaak niet van zoo groot belang er een
gemeente-zaak van te maken.
Het voorstel van Burg. en Weth.
werd verworpen met 15 tegen 3 stem
men.
Alleen' de wethouders stemden voor.
Door Burg. en Weth. wordt voorge
steld in de verordening op de heffing
van schoolgeld niet aan te brengen de
door den minister van binneniandsche
zaken wenschelijk geachte verlaging
van het grenscijfer voor de vrijstelling
van schoolgeld voor het lager onderwijs
van f950 tot ƒ800.
De heer Landsman wil, waar 'het
hier geldt ieen partieele herziening in de
verordening, daarvan geen principieels
herziening te maken.
'Het voorstel werd daarna aangeno
men.
Vastgesteld werd een staat van ont
heffingen wegens zakelijke belasting oP
het bedrijf over het^dienstjaar 1923.
In verband' met de gedane buitenge
wone uitgaven voor steunverlening
aan werkloozen, werd door Burg. en
Weth. voorgesteld tot het verleenen
van een verhooging van het subsidie
aan het Burgerlijk Armbestuur van
ƒ15000.
Alzoo werd besloten.
Rondvraag.
De voorzitter antwoordde aan den
heer De Ridder dat het niet mogelijk is
dit jaar tot bestrating van ,de Van Dis-
hoeckstraat over te. gaan.
De kosten van deze verbetering zou
den bedragen 12.620, buiten de trot
toirs die 2400 zouden kosten.
De heer De Ridder wees erop dat
men had toegezegd dat er daar een be
hoorlijk toegangspunt zou gemaakt
worden.
De heer Van Niftrik zeide, dat hij
inderdaad die toezegging heeft ge
daan, doch er is geen geld voor. Als de
raad het geld wil (oestaan dan kan met
het werk worden begonnen.
De heer Hensel vroeg of het dus in
de bedoeling ligt, den weg daar zoo
spoedig mogelijk in orde te maken. Een
half trottoir is reeds voldoende.
De heer Van Niftrik zeide dat het
halve trottoir 1250 kost.
De heer Huson zeide dat een half
trottoir half werk is. Hij wilde een paar
voer koolasch ter plaatse brengen, op
dat de menschen daar droogvoets kun
nen passeeren.
De heer Sorel zeide dat ter plaatse
reeds een berg koolasch is gestort.
Niettegenstaande dat is er nog een
groote rommel. Hij dacht dat een voor
stel zou gedaan worden om daar een
trottoir te leggen.
De heer Van de Putte zeide dat wan
neer het weggeworpen geld is een half
trottoir te maken, dit niet .is aan te be
velen. Er moet toch wat gedaan wor
den.
De heer Van Niftrik zeide dat kool
asch niets helpt. De wenschen van de
verschillende leden gaan in zijn rich
ting, doch wij moeten rekening houden
met de financiën. Een heel trottoir
kost 1800 ,en dat geld is niet wegge
worpen.
De heer Hensel deed daartoe het
voorstel, welk voorstel zonder hoofde
lijke stemming werd aangenomen.
Door den heer Van Oorschot zijn aan
Burg. en Weth. enkele vragen gedaan,
welke wij reeds hebben gepubliceerd.
Wij zullen deze vragen met het
daarop door Burg. en Wieth. gegeven
antwoord nogmaals opnemen.
De eerste vraag luidt
Zijn Burg. en Wtëthvbereid om een
commissie te benoemen die tot taak zal
hebben te onderzoeken of bet van ge
meentewege mogelijk kan zijn, een ge
bouw te stichten en te exploiteeren om
het geven van concerten, uitvoeringen,
tooneelvoorstellingen, het houden van
vergaderingen enz., aan iedere vereeni
ging van welke gezindte of richting dan
ook, die dat overigens op wettige wijze
wil doen, mogelijk te maken
Hierop werd door Burg. en Weth.
het volgende geantwoord
Indien het mocht blijken, dat aan ver-
eenigingen, niet strijdig met de open
bare oude, bij die uitoefening van hun
grondwettelijk recht van vergaderen,
door derden moeilijkheden in den weg
worden gelegd, zullen Burg. en Weth.,
des verzocht, ni,et nalaten den raad voor
te stellen, beschikbare gemeentelijke Io-
caliteit tegen een billijke vergoeding in
gebruik te geven voor het houden van
bijeenkomsten e.d.
Voorshands bestaat er nog bij ons
college geen aanleiding om tot het in
stellen van een in de vraag bedoelde
commissie te adviseeren.
De heer Van Oorschot zeide dat in
derdaad het geval is wat Burg. en
Weth. meenen. Wij hebben te voorko
men dat in Vlissingen niet gebeurt in
deze tijden wat eenige eeuwen geleden
heeft plaats gehad. Hij zette uiteen wel
ke moeilijkheden de vereeniging „de
Dageraad" heeft gehad om een zaal te
verkrijgen voor het houden van een
vergadering. Eerst werd getracht een
zaal te huren van den heer Hairsveld.
Later werd verzocht een andere zaal te
zoeken, .daar hij zijn zaal voor een soi-
rée noodig had. Daarna werd het Con
certgebouw gehuurd. Op 16 October
kreeg het bestuur van den heer Ots
bericht dat hij zijn zaal niet kon verhu
ren, omdat van katholieke zijde pressie
iop hem was uitgeoefend. Later bleek
dat op -den heer Harsveld eveneens een
dergelijke -pressie was uitgeoefend.
Toen de heer Ots dus eerlijk had' me
degedeeld, hoe de zaak stond, heeft „de
Dageraad" den heer Ots van zijn ver
plichting ontslagen. Voor een uitvoering
in Februari heeft de heer Ots geant
woord dat hij eerst toestemming moest
hebben van den pastoor, dus staan wij
onder censuur van den pastoor.
Hij brengt een woord van oprechte
erkentelijkheid aan den kerkeraad der
Doopsgezinde gemeente voor het be
schikbaar stellen van de kerk.
Ook het Grand 'Hotel werd gewei
gerd.
Niet alleen „de Dageraad" werd ge
weigerd, doch ook de tooneelvereeni-
ging „Uit het VolkVoor het Volk" en
de zangvereeniging „Excelsior" zijn
geweigerd'.
Ook voor de communistische partij is
geen onderdak te vinden.
Hij wenschte e.r de aandacht op te
vestigen diat het tooneelleven in de
maatschappij van niet geringe beteeke-
nis is. De heer Ots heeft ihem medege
deeld, dat de heer Harsveld: zelfs heeft
getracht het contract te. verbreken voor
het laten opvoeren van „Allerzielen" in
zijn zaai.
Wat hier heeft plaats gehad is een
ernstige aanslag op de gewetensvrij
heid. Vandaag wij, morgen een ander.
Rome streeft naar de wereldheerschap
pij en deze wereldheerschappij betee-
kent die knechting en onderdrukking
van iedere vrije gedachte.
De heer De Meij deed het voorstel de
discussie over deze kwestie te openen.
Over dit vqorstel staakten de stem
men.
Voor stemden de socialisten en de
heeren Van Niftrik, 'Harts, Huson en
Andriessen.
sjs
De tweede vraag van den heer Van
Oorschot luidt
Is het mogelijk eèn bepaling in 'het le
ven te roepen, waardoor het voortaan
niet geoorloofd zal zijn dat leerlingen
van openbare zoowel als bijzondere
scholen, niet anders dan. aan het einde
van een leerjaar (van de openbare
maar de bijzondere schooi of omge.-
keerd) kunnen verlaten
Burg. en Weth. hebben daarop het
volgende geantwoord
Het is o.i. niet mogelijk een bepaling
in het 'leven te roepen, dat leerlingen
van openbare en bijzondere lagere
«scholen uitsluitend aan het einde van
een leer-jaar de school kunnen verlaten.
Een dergelijk voorschrift zou de vrij
heid der ouders van leerlingen te zeer
aan banden leggen. Bovendien zou-liet
in strijd zijn met de wet, waar de Leer
plichtwet den ouders de keus 'laat tus
schen het doen bezoeken van een leer
plichtig kind van eene lagere school en
het doen verstrekken van voldoend
huisonderwijs.
Ten aanzien van 'de tusschentijdsch'e
toelating van leerlingen op de openbare
lagere scholen de regeling der toe
lating tot de bijzondere scholen ligt
buitan 's raads bevoegdheid bevat de
verordening op het openbaar lager on
derwijs de bepaling, dat leerlingen, die
van elders komen, tusschenb'ds door
Burg. en Weth. kunnen worden toege
laten, indien zulks geen stoornis ver
oorzaakt in den gang van het onder
wijs.
De heer Van Oorschot kwam op te-
pen de immoreele middelen welke ge
bruikt worden om de bijzondere school
te bevolken,.
Hiji zette uitvoerig uiteen welke
quaestie het hier betrof. Uit de ant
woorden die de betrokken vrouw hem
heeft gegeven blijkt het, dat hier sprake
van immoreelen dwang is en hij wilde
hiertegen een openlijk woord van pro
test doen hooren.
Waar dergelijke middelen worden
gebruikt wilde hij de gelegenheid ope
nen voor het vervolg een oplossing te
zoeken dat niet tusschentijds kinderen
van de eene school voor een andere
worden afgetroggeld.
sk
De heer Lindeijer vroeg of alsnog aan
den heer Fibbe recht zou worden ge
daan ten opzichte van el eet ri ci te ts-1 e-
vering,
Ook bracht de heer Lindeijer de kwes
tie van de onbewoonbaar-verklaring
van woningen ter sprake. Er zijm ver-
schillende woningen die daarvoor in
aamerking komen. Hij vroeg of deze
zaak nu .definitief in de~ volgende ver
gadering aan de orde zal komen.
De heer M. Laernoes zeide dat de
zaak-Fibbe nop eens nader is onder
zocht. Er zit veel meer achter dan wij
weten er zit een moeilijke kwestie
tusschen. Bestaande beoalinpen zouden
moeten gewijzigd worden. De zaak zal
in de Iichtcommissie aan de orde wor
den gesteld.
De heer Van Niftrik antwoordde dat
Bur" en Weth. de zaak betreffende de
onbefoonbaarverklaring allerminst
sleepende houden. De wethouder en di
recteur van openbare werken ziin naar
Amsterdam geweest om een onderzoek
in te stellen. Daar worden woningen ge
bouwd van korrelbeton. De huur van
deze woningen zou komen op 3.70 per
week. Burg. en Weth. hebben gemeend
dat deze prijs voor deze woningen te
hoog is. Thans is aan den directeur van
gmeentewerken opgedragen woningen
van andere constructie te maken, welke
goedkooper zijin. Burg. en Weth. kon
den niet de vriiheid vinden voorstellen
te doen tot het bouwen van woningen
van f 3.70. De zaak heeft dus nog de
volle aandacht van Burg. en Weth.
De heer iLimdeijer zeide dat het be
toog van den heer Van Niftrik langs
ziin vraag heengaat. Het betreft het on
bewoonbaar verklaren van woningen,
teneinde te voorkomen dat een hoogere
huur zou worden gevraagd. 'Daarvoor
is noodig dat van de zijde van Burg. en
Weth. kwam een voorstel tot onbewoon-
baarverkiaring. Wat Burg. en Weth.
doen is 'het tweede bedrijf van deze
zaak.
De heer Van Niftrik meende dat
Burg. en Weth. niet de minste nalatig
heid kan worden verweten. Zij ziin de
eenige practische weg opgegaan, om te
voorkomen' dat tal van gezinnen op
straat worden gezet. Burg. en Weth.
trachten inderdaad een oplossing te
vinden en hii hoopte dat de raad' hen
daarin zal steunen.
De heer Lindeijer wilde het eerste be
drijf in de zaak oplossen en dus eerst
de woningen onbewoonbaar verklaren.
'De heer Van Niftrik kon geen vaste
belofte afleggen. In de eerstvolgende
zitting van Burg. en Weth. zal deze
zaak ter sprake worden gebracht.
De heer Van de Putte klaagde er over
dat in den laatsten tijd reeds tweemaal
circussen zijn toegestaan en namens de
rechfsche fractie kwam 'hij, er tegen op
dat twee voorstellingen op Zondag heb
ben plaats gehad.
De Voorzitter zeide dat reeds meer
malen circussen buiten den kermistijd
werden toegelaten.
De heer Hensel vroeg wat de oor
zaak is dat gisteren van half twee tot
half zes in 'het Tuindorp geen duinwa
ter was te ikriiigen.
Ook vroeg de heer Hensel of het be
kend' is dat op de Dokkade een nieuw
schut wordt gezet door „de Schelde",
waardoor dus no" minder losgelegen-
heid aan de Dokkade overblijft.
'De voorzitter antwoordde dat bij de
waterleiding zal worden onderzocht
wat die oorzaak is dat er'te weinig druk
voor de waterleiding is.
Het plaatsen van een schut op de
Dokkade zal in de volgende zitting een
punt van beraadslaging uitmaken.
De voorzitter drong nogmaals aan
vragen zooveel mogelijk te voren schrif
telijk in te dienen. Dan kunnen Burg.
en Weth. daarop ook behoorlijk ant
woord geven.
Hierna werd' de vergadering gesloten.