•Hij noemt het- -een onbillijkheid dat de onderwijzeressen ook als men ze als gemeente-ambtenaren beschouwt, voor overuren dadelijk betaald moeten wor den, waar andere ambtenaren die soms tot des avonds 10 uren werken, geen extra-vergoeding krijgen. Als er liefde voor het onderwüs was zou deze vergoeding niet gevraagd zijn. Er zijn eenige onderwijzeressen die deze agitatie op touw hebben gezet. Hij vindt het bespottelijk dat de ge meente betaalt voor iets wat zij niet schuldig is. 'De minister heeft alleen de gemeenten bevoegdheid gegeven tot be talen, doch niet de verplichting opge legd.. Dit zou voor de gemeente ƒ8000 kosten. Het geldt hier toch geen be- hoefti'gen of noodlijdenden. Het geld kunnen wij beter besteden voor de wer- keloozen. Hij noemde het zeer gevaarlijk aan den wensch der regeering te voldoen en de kosten voor de gemeente te nemen. De heer Huson zeide, dat een groep rijksambtenaren werk hebben geleverd, waarvoor zij niet betaald zijn. Dit is een onbillijkheid zoo niet een onrecht vaardigheid. De quaestie is nu maar wie het betalen moet. Onomstootelijk staat vast dat het rijk moet betalen en rust deze verplichting dus niet op ge meente. Het rijk schuift van alles en nog wat op de gemeenten. Burg. en Weth. zijn van meening dat het rijk moet 'betalen, omdat de bezol diging door het rijk aan zich gehou den is. Toen het rijk de betaling niet wila'e doen, is het bevoegdheidswetje aange nomen, doch dit sluit nog geenszins in dat de gemeente moet betalen. Hij wees er op, dat de ambtenaren voor overuren niet betaald worden en dat de onderwijzeressen dit wel zouden krijgen. Hij gelooft dan ook niet dat de gemeente zelfs de moreele verplichting heeft, te betalen. Ook met hef oog op het groote bedrag van ƒ8000 dat ge vraagd wordt, vindt hij het niet noodig dit bedrag uit de gemeentekas te putten. De heer Landsman zeide, dat het een quaestie betreft tusschen rijk en ge meenten. De bevoegdheid, aan de ge meenten gegeven, legt den plicht op aan deze bevoegdheid te voldoen. Het betreft hier geen overuren. Als over uren beschouwt hij, wanneer de onder wijzers zich voorbereiden voor hun taak en wanneer zij correctie medenemen naar huis. Nog nadér verdedigde hij zijn amen dement en wees op de groote beteeke- nis van het handwerkonderwijs, welk onderwijs op een hoog peil stond. Het is voor hem zeer de vraag of dit onder wijs thans wel op zoo'n hoog peil staat als vroeger. Het bedrag mag hier niet in aanmer king komen. Het geldt hier een recht en waar het rijk niet wil betalen, rust deze plicht op de gemeente. Van agita tie voor deze zaak heeft hij niets ge merkt. Ook met een oud-collega heeft •hij gesproken en die bekijkt de zaak precies als spreker. De heer Van Bennekom meende dat er twijfel getrokken mag worden dat door het rijk het laatste woord is ge sproken. Het kan nog wel gebeuren dat het rijk betaalt en een poging in dien zin zal hij. gaarne steunen. Hij wil ech ter thans deze zaak tot een oplossing brengen. De heer Lindeijer toonde nog nader de billijkheid aan van het betalen van den geleverden arbeid. Hij zeide dat het voor den heer Harts slechts een quaes tie is van wat meer of minder. Dit noemde hij een verkeerd standpunt. Als men over 1921 betaalt brengt de conse- sequentie mede ook over 1920 te beta len. Waar de regeering onwillig is te be talen. dient de gemeente, in wier dienst de betrokkenen zijin, de betaling voor haar rekening te nemen. Van agitatie of het onderste uit de kan te willen heb ben, is hier geen sprake. Het gaat toch niet op de onderwijzeressen te laten bloeden voor de andere uitgaven die de gemeente moet doen. De vergelijking met andere .gemeen te-ambtenaren gaat niet op. Deze amb tenaren weten dat hun werk niet vast begrensd is. Hier is het echter een ander geval. Het geldt onderwijzeressen die altijd1 voor extra-werk zijn betaald en thans deze betooning niet zouden krijgen. De heer Harts wil in deze wel het mindere maar niet het meerdere. Hij zeide dat het 4 maanden geduurd heeft eer de lessen in de gewone schooluren werden gegeven en daarom wil toij deze 4 maanden betalen. Als wij betalen zal het rijk zeker niets doen. Betalen wij niet dan bestaat er toch nog een gering kansje dat het rijk wel betaalt. De heer M. Laernoes zeide, dat de onderwijzeressen voor de vaste uren een vaste bezoldiging hadden. Hij wees er op dat voor de akte een extra-beloo ning wordt gegeven van 100. Wie deze extra-uren dus niet geeft, heeft dus eigenlijk een buitenkansje. De 'heer Huson zeide, dat wij het er allen roerend over eens zijn dat de be trokkenen betaald moeten wondert. Hij wilde eerst uitmaken wie betalen moet. Wij gaan een uitgaaf doen1, waartoe wij niet verplicht zijn, en zou het onverant woordelijk zijn, waar wij zooveel an dere uitgaven hebben, een uitgaaf te doen waartoe wij niet verplicht zijn. Met onze gemeente-financiën moeten wij ook rekening houden. De heer Van de Putte wilde nu be slissen deze- 4 maanden te betalen en dan aan 'het rijk nogmaals te vragen ook over 1920 te betalen, dan kan later altijd wanneer het rijk niet betaalt nog een beslissing worden genomen. De heer De Meij zeide dat minister -De- Visser heeft gezegd dat er een mo reele verplichting op de gemeenten rust en ook Ged. Staten van Noord-Brabant nemen deze houding aan. Het voorstel—Landsman kwam eerst in stemming, om die dames klasse- onderwijzeressen, die tevens vak-onder wijzeressen zijn het handwerkonderwijs over 1920 uit te betalen. Over .dit voorstel staakten de stem men 9 tegen 9. Voor stemden de heeren De Meij, Lindeijer, Sorel, P. G. Laernoes, Van de Putte, Van Hal, Post, Van Oorschot en Landsman. in een volgende vergadering moet dus opnieuw gestemd worden. Vervolgens was aan de orde het voorstel van Burg. en Weth. tot wijzi ging van het raadsbesluit van 3 Augus tus, betreffende het instellen van zeven- ldassige scholen. Alzoo werd besloten. Door Burg. en Weth. werd voorge steld tot het instellen van cursussen voor openbaar vervolgonderwijs. Werd goedgekeurd. Voorgesteld werd tot wijziging dei- verordening op de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs en de instructie voor den directeur, de leeraren en den concierge van die school. Conform dit 'voorstel werd besloten. Daarna kwamen ter tafel voorstellen tot verkooD van gemeentegrond lo. aan G. de Muijnck 156 MA aan de Scheldestraat voor 15 per MA of voo'r ƒ2340 2o. aan P. Sinke 196 ML, ge legen aan de Van der Manderestraat, voor ƒ7 per MA of voor 1372 3o. aan M. Maas 820 MA, gelegen aan ide Scheldestraat, voor 15 per ML of voor 12300 4o. aan S. van der Bijl te Mid delburg 76 MA bouwgrond en 31 AL. tuingrond aan de Kerkhoflaan, voor resp. 15 en 10 per MA of voor 1450; 5o. aan de Vlissingsche Bouwassociatie „Willen is Kunnen" 98 MA, gelegen aan de Van der Manderestraat a 7 per MA of voor 686. De 'heer Van Hal wees er op dat een stuk grond verkocht wordt waardoor eenige wandelweg vervalt. Het gedeelte van de Kerkhoflaani bij de gaaischieting wilde hij niet verkoopen. De heer Van Niftrik zeide, dat de heer Van Hal dwaalt. Het huis dat voorgesteld wordt ligt tegen een ander huis aan. Van onttrekking van grond anders dan in het uitbreidingsplan ligt opgesloten, is voorloopig nog geen sprake. Er wordt niet meer grond ver kocht dan in het plan ligt. De heer Van Hal wilde het eenige stukje natuur in onze onmiddellijke omgeving niet volzetten met villa's. Hij wilde, wanneer het eenigszins mogelijk is, dat gedeelte uit het uitbreidingsplan voor verbouwing nemen. De heer Hensel wilde ook deze wan delplaats behouden. De heer Van Niftrik zeide, dat de commissie voor 'het grondbedrijf nauw keurig heeft vastgesteld welke grond verkocht zal worden. Het ligt in de bedoeling van Burg. en Weth. mede te werken om open plekken in dat stads gedeelte te bebouwen. Het ligt bijv. nu in de bedoeling het terrein van de gaai schieting vol te bouwen. De noodige ruimte zal voor plantsoen worden ge reserveerd. De voorstellen werden daarna goed gekeurd. Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. werd aan A. Casteieijn verpacht een perceel bouwland aan den Vrijdomweg voor f75 per jaar. Burg. en Weth. stellen voor tot ver koop van het voormalig tolhuis c.a. aan den Koudekerkschen straatweg te Kou- dekerke aan J. Wielemaker voor 2550. De heer Hillinga wilde dit huis niet onderhands verkoopen, doch tot open baren verkoop overgaan. Dit zou in het belang van de gemeente-financiën zijn. De heer Van Oorschot vroeg of het inderdaad waar is dat aan Burg. en Weth. een vraag is gedaan tot den aankoop van dit huis, en de motieven waarom Burg. en Weth. op dit adres niet hebban geantwoord. De heer De Ridder wilde in het ver- Vol" ieder im de gelegenheid' stellen een bod te doen wanneer gemeente-eigen dommen te koop worden aangeboden. De heer Van Niftrik zeide dat dit huls jaren bewoond wordt door Wiele maker, wiens bedrijf aan dit huis vast zit. Hij is over het algemeen geen voor stander van het verkoopen van ge meente-eigendommen.. De commissie voor het woningbedrijf is gezwicht voor den zeer begrijpelijken wensch van den bewoner. Ten slotte heeft hij zich neer gelegd bij ,het voorstel. Dat het huis bij openbaren verkoop meer zou opbren gen, is zoo moeilijk te zeggen. De uit komsten van een publieke verkooping zijn zeer wisselvallig. Men weet niet al tijd of bij publieken verkoop een hooger bedrag zal worden verkregen. Een hoo ger bod is niet gedaan. Hij zou het in dit geval bijzonder onzedelijk achten als thans het 'voorstel niet werd' aangeno men, omdat eem ander gebruikt maakt persoon een woning wenscht. Er is een ruime betaling voor de woning gegeven. Het voorstel van Burg. en Weth. werd daarna zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Behandeld werden daarna de beroep schriften van mevr. M. C. van Boven Loois en mevr. U. S. PepersBarbé tegen het besluit van Burg. en Weth. tot plaatsing van haar in eigendom toe- behoorende perceelen op de lijst van gebouwen, vastgesteld overeenkomstig de verordening op de monumenten in deze gemeente. Overeenkomstig de voorstellen van Burg. en Weth. werd besloten. Aan mej. C. M. L. Hack, vroeger on^ derwijzeres in de nuttige handwerken aan school A, werd wederom wacht geld toegekend van 1 Augustus 1923 tot 1 Juli 1924. Daarna kwam ter tafel het voorstel van Burg. en Weth. tot inwilliging van, het verzoek der Kon. Ned. vereeniging „Onze Vloot" om het grafmonument op de oude begraafplaats van jhr. Van Evert Lewe van Aduard, schout-bij- nacht, in beheer en onderhoud voor re kening der gemeente over te nemen. De heer Van Oorschot zeide dat, ais de vereeniglng „Onze Vloot" het graf in onderhoud bij de gemeente wil zien, dan moet deze vereeniging dit zetf be talen en dit niet geschieden door de ge meente. De heer Lindeijer zeilde, dat de direc teur van gemeentewerken gerapporteerd heeft de restauratie niet voor rekening der gemeente te nemen. De naaste be langhebbenden hebben zich geen opof fering willen getroosten. Het ligt op den weg van de familie of anders op die van de vereeniging „Onze Vloot", aldus het rapport van den directeur der gemeentewerken. Hii is 'het volkomen met den direc teur eens dat, als de belanghebbenden er niets 'voor voelen, liet zeker niet op' den weg der gemeente 'ligt dit te doen. De heer Hensel heeft eens geïnfor-^ meerd wat deze schout-bij-nacht heeft gepresteerd. De heer Harts sloot zich bij de vo rige sprekers aan. De heer Van Niftrik zeide dat deze schout-bij-nacht in 1831 in ''S lands dienst is gesneuveld. Het monument is destijds opgericht door de officieren die dienden onder dezen schout-bij-nacht. AH deze officieren zijn thans overleden. Daarom heeft de vereeniging „Onze Vloot" aan de gemeente gevraagd het onderhoud voor haar rekening te ne men. Burg. en Weth. hebben geïnfor meerd wat de kosten zijn. Deze zijn ongeveer 30. "Buitendien .is het voor stel dat de gemeente het graf alleen in onderhoud neemt. De gemeente on derhoudt tal van graven en het zal niet veel kosten als de gemeente dit graf ook onderhoudt. De heer Lindeijer zeide dat hij niet van standpunt is veranderd door het betoog van den heer Van Niftrik. Als de kosten maar 30 zijn dan kunnen zelfs de meest behoeftige afstammelin gen van dezen zeeheld' de kosten wel betalen. Hij wilde geen uitzonderings toestand maken en dus de belangheb benden laten betalen. De heer Van Bennekom noemde de zaak niet van zoo groot belang er een gemeente-zaak van te maken. Het voorstel van Burg. en Weth. werd verworpen met 15 tegen 3 stem men. Alleen' de wethouders stemden voor. Door Burg. en Weth. wordt voorge steld in de verordening op de heffing van schoolgeld niet aan te brengen de door den minister van binneniandsche zaken wenschelijk geachte verlaging van het grenscijfer voor de vrijstelling van schoolgeld voor het lager onderwijs van f950 tot ƒ800. De heer Landsman wil, waar 'het hier geldt ieen partieele herziening in de verordening, daarvan geen principieels herziening te maken. 'Het voorstel werd daarna aangeno men. Vastgesteld werd een staat van ont heffingen wegens zakelijke belasting oP het bedrijf over het^dienstjaar 1923. In verband' met de gedane buitenge wone uitgaven voor steunverlening aan werkloozen, werd door Burg. en Weth. voorgesteld tot het verleenen van een verhooging van het subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur van ƒ15000. Alzoo werd besloten. Rondvraag. De voorzitter antwoordde aan den heer De Ridder dat het niet mogelijk is dit jaar tot bestrating van ,de Van Dis- hoeckstraat over te. gaan. De kosten van deze verbetering zou den bedragen 12.620, buiten de trot toirs die 2400 zouden kosten. De heer De Ridder wees erop dat men had toegezegd dat er daar een be hoorlijk toegangspunt zou gemaakt worden. De heer Van Niftrik zeide, dat hij inderdaad die toezegging heeft ge daan, doch er is geen geld voor. Als de raad het geld wil (oestaan dan kan met het werk worden begonnen. De heer Hensel vroeg of het dus in de bedoeling ligt, den weg daar zoo spoedig mogelijk in orde te maken. Een half trottoir is reeds voldoende. De heer Van Niftrik zeide dat het halve trottoir 1250 kost. De heer Huson zeide dat een half trottoir half werk is. Hij wilde een paar voer koolasch ter plaatse brengen, op dat de menschen daar droogvoets kun nen passeeren. De heer Sorel zeide dat ter plaatse reeds een berg koolasch is gestort. Niettegenstaande dat is er nog een groote rommel. Hij dacht dat een voor stel zou gedaan worden om daar een trottoir te leggen. De heer Van de Putte zeide dat wan neer het weggeworpen geld is een half trottoir te maken, dit niet .is aan te be velen. Er moet toch wat gedaan wor den. De heer Van Niftrik zeide dat kool asch niets helpt. De wenschen van de verschillende leden gaan in zijn rich ting, doch wij moeten rekening houden met de financiën. Een heel trottoir kost 1800 ,en dat geld is niet wegge worpen. De heer Hensel deed daartoe het voorstel, welk voorstel zonder hoofde lijke stemming werd aangenomen. Door den heer Van Oorschot zijn aan Burg. en Weth. enkele vragen gedaan, welke wij reeds hebben gepubliceerd. Wij zullen deze vragen met het daarop door Burg. en Wieth. gegeven antwoord nogmaals opnemen. De eerste vraag luidt Zijn Burg. en Wtëthvbereid om een commissie te benoemen die tot taak zal hebben te onderzoeken of bet van ge meentewege mogelijk kan zijn, een ge bouw te stichten en te exploiteeren om het geven van concerten, uitvoeringen, tooneelvoorstellingen, het houden van vergaderingen enz., aan iedere vereeni ging van welke gezindte of richting dan ook, die dat overigens op wettige wijze wil doen, mogelijk te maken Hierop werd door Burg. en Weth. het volgende geantwoord Indien het mocht blijken, dat aan ver- eenigingen, niet strijdig met de open bare oude, bij die uitoefening van hun grondwettelijk recht van vergaderen, door derden moeilijkheden in den weg worden gelegd, zullen Burg. en Weth., des verzocht, ni,et nalaten den raad voor te stellen, beschikbare gemeentelijke Io- caliteit tegen een billijke vergoeding in gebruik te geven voor het houden van bijeenkomsten e.d. Voorshands bestaat er nog bij ons college geen aanleiding om tot het in stellen van een in de vraag bedoelde commissie te adviseeren. De heer Van Oorschot zeide dat in derdaad het geval is wat Burg. en Weth. meenen. Wij hebben te voorko men dat in Vlissingen niet gebeurt in deze tijden wat eenige eeuwen geleden heeft plaats gehad. Hij zette uiteen wel ke moeilijkheden de vereeniging „de Dageraad" heeft gehad om een zaal te verkrijgen voor het houden van een vergadering. Eerst werd getracht een zaal te huren van den heer Hairsveld. Later werd verzocht een andere zaal te zoeken, .daar hij zijn zaal voor een soi- rée noodig had. Daarna werd het Con certgebouw gehuurd. Op 16 October kreeg het bestuur van den heer Ots bericht dat hij zijn zaal niet kon verhu ren, omdat van katholieke zijde pressie iop hem was uitgeoefend. Later bleek dat op -den heer Harsveld eveneens een dergelijke -pressie was uitgeoefend. Toen de heer Ots dus eerlijk had' me degedeeld, hoe de zaak stond, heeft „de Dageraad" den heer Ots van zijn ver plichting ontslagen. Voor een uitvoering in Februari heeft de heer Ots geant woord dat hij eerst toestemming moest hebben van den pastoor, dus staan wij onder censuur van den pastoor. Hij brengt een woord van oprechte erkentelijkheid aan den kerkeraad der Doopsgezinde gemeente voor het be schikbaar stellen van de kerk. Ook het Grand 'Hotel werd gewei gerd. Niet alleen „de Dageraad" werd ge weigerd, doch ook de tooneelvereeni- ging „Uit het VolkVoor het Volk" en de zangvereeniging „Excelsior" zijn geweigerd'. Ook voor de communistische partij is geen onderdak te vinden. Hij wenschte e.r de aandacht op te vestigen diat het tooneelleven in de maatschappij van niet geringe beteeke- nis is. De heer Ots heeft ihem medege deeld, dat de heer Harsveld: zelfs heeft getracht het contract te. verbreken voor het laten opvoeren van „Allerzielen" in zijn zaai. Wat hier heeft plaats gehad is een ernstige aanslag op de gewetensvrij heid. Vandaag wij, morgen een ander. Rome streeft naar de wereldheerschap pij en deze wereldheerschappij betee- kent die knechting en onderdrukking van iedere vrije gedachte. De heer De Meij deed het voorstel de discussie over deze kwestie te openen. Over dit vqorstel staakten de stem men. Voor stemden de socialisten en de heeren Van Niftrik, 'Harts, Huson en Andriessen. sjs De tweede vraag van den heer Van Oorschot luidt Is het mogelijk eèn bepaling in 'het le ven te roepen, waardoor het voortaan niet geoorloofd zal zijn dat leerlingen van openbare zoowel als bijzondere scholen, niet anders dan. aan het einde van een leerjaar (van de openbare maar de bijzondere schooi of omge.- keerd) kunnen verlaten Burg. en Weth. hebben daarop het volgende geantwoord Het is o.i. niet mogelijk een bepaling in het 'leven te roepen, dat leerlingen van openbare en bijzondere lagere «scholen uitsluitend aan het einde van een leer-jaar de school kunnen verlaten. Een dergelijk voorschrift zou de vrij heid der ouders van leerlingen te zeer aan banden leggen. Bovendien zou-liet in strijd zijn met de wet, waar de Leer plichtwet den ouders de keus 'laat tus schen het doen bezoeken van een leer plichtig kind van eene lagere school en het doen verstrekken van voldoend huisonderwijs. Ten aanzien van 'de tusschentijdsch'e toelating van leerlingen op de openbare lagere scholen de regeling der toe lating tot de bijzondere scholen ligt buitan 's raads bevoegdheid bevat de verordening op het openbaar lager on derwijs de bepaling, dat leerlingen, die van elders komen, tusschenb'ds door Burg. en Weth. kunnen worden toege laten, indien zulks geen stoornis ver oorzaakt in den gang van het onder wijs. De heer Van Oorschot kwam op te- pen de immoreele middelen welke ge bruikt worden om de bijzondere school te bevolken,. Hiji zette uitvoerig uiteen welke quaestie het hier betrof. Uit de ant woorden die de betrokken vrouw hem heeft gegeven blijkt het, dat hier sprake van immoreelen dwang is en hij wilde hiertegen een openlijk woord van pro test doen hooren. Waar dergelijke middelen worden gebruikt wilde hij de gelegenheid ope nen voor het vervolg een oplossing te zoeken dat niet tusschentijds kinderen van de eene school voor een andere worden afgetroggeld. sk De heer Lindeijer vroeg of alsnog aan den heer Fibbe recht zou worden ge daan ten opzichte van el eet ri ci te ts-1 e- vering, Ook bracht de heer Lindeijer de kwes tie van de onbewoonbaar-verklaring van woningen ter sprake. Er zijm ver- schillende woningen die daarvoor in aamerking komen. Hij vroeg of deze zaak nu .definitief in de~ volgende ver gadering aan de orde zal komen. De heer M. Laernoes zeide dat de zaak-Fibbe nop eens nader is onder zocht. Er zit veel meer achter dan wij weten er zit een moeilijke kwestie tusschen. Bestaande beoalinpen zouden moeten gewijzigd worden. De zaak zal in de Iichtcommissie aan de orde wor den gesteld. De heer Van Niftrik antwoordde dat Bur" en Weth. de zaak betreffende de onbefoonbaarverklaring allerminst sleepende houden. De wethouder en di recteur van openbare werken ziin naar Amsterdam geweest om een onderzoek in te stellen. Daar worden woningen ge bouwd van korrelbeton. De huur van deze woningen zou komen op 3.70 per week. Burg. en Weth. hebben gemeend dat deze prijs voor deze woningen te hoog is. Thans is aan den directeur van gmeentewerken opgedragen woningen van andere constructie te maken, welke goedkooper zijin. Burg. en Weth. kon den niet de vriiheid vinden voorstellen te doen tot het bouwen van woningen van f 3.70. De zaak heeft dus nog de volle aandacht van Burg. en Weth. De heer iLimdeijer zeide dat het be toog van den heer Van Niftrik langs ziin vraag heengaat. Het betreft het on bewoonbaar verklaren van woningen, teneinde te voorkomen dat een hoogere huur zou worden gevraagd. 'Daarvoor is noodig dat van de zijde van Burg. en Weth. kwam een voorstel tot onbewoon- baarverkiaring. Wat Burg. en Weth. doen is 'het tweede bedrijf van deze zaak. De heer Van Niftrik meende dat Burg. en Weth. niet de minste nalatig heid kan worden verweten. Zij ziin de eenige practische weg opgegaan, om te voorkomen' dat tal van gezinnen op straat worden gezet. Burg. en Weth. trachten inderdaad een oplossing te vinden en hii hoopte dat de raad' hen daarin zal steunen. De heer Lindeijer wilde het eerste be drijf in de zaak oplossen en dus eerst de woningen onbewoonbaar verklaren. 'De heer Van Niftrik kon geen vaste belofte afleggen. In de eerstvolgende zitting van Burg. en Weth. zal deze zaak ter sprake worden gebracht. De heer Van de Putte klaagde er over dat in den laatsten tijd reeds tweemaal circussen zijn toegestaan en namens de rechfsche fractie kwam 'hij, er tegen op dat twee voorstellingen op Zondag heb ben plaats gehad. De Voorzitter zeide dat reeds meer malen circussen buiten den kermistijd werden toegelaten. De heer Hensel vroeg wat de oor zaak is dat gisteren van half twee tot half zes in 'het Tuindorp geen duinwa ter was te ikriiigen. Ook vroeg de heer Hensel of het be kend' is dat op de Dokkade een nieuw schut wordt gezet door „de Schelde", waardoor dus no" minder losgelegen- heid aan de Dokkade overblijft. 'De voorzitter antwoordde dat bij de waterleiding zal worden onderzocht wat die oorzaak is dat er'te weinig druk voor de waterleiding is. Het plaatsen van een schut op de Dokkade zal in de volgende zitting een punt van beraadslaging uitmaken. De voorzitter drong nogmaals aan vragen zooveel mogelijk te voren schrif telijk in te dienen. Dan kunnen Burg. en Weth. daarop ook behoorlijk ant woord geven. Hierna werd' de vergadering gesloten.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 2