DRAGON'
DINSDAG 2 OCTOBER
r
r 61e Jaargang
1923
BINNENLAND
FEUILLETON
ZiJN PROEFJAAR.
No232»
VLISSINGSCHE COURANT
640
381
223
1911
;084
>16?
>225
36
57
'569
91
647
91
92
742
53
838
63
030
36
70
13S
257
90
16d
566
90
91
>46
09
19
61
66
30
35
50
50
26
37
>1
)4
15
'6
'ti
6
1
'5
7
8
3
8
4
1
l
i
i
1
i
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon-
i. nenten 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels: ƒ1.10; voor iedere
•regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 1—5 regels 65 cent iedere regel meer
'3 cent, bii contante betaling.
Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70,
tedere regel meer 26 cent.
De verlaging van salarissen.
De regeering schrijft aan de Centrale
commissie voor georganiseerd overleg
in ambtenaarszaken, in verband met
het door haar uitgebracht advies inzake
de intrekking van artikel 40 van het
Bezoldigingsbesluit, dat zij zoowel ju
ridisch als moreel bevoegd is over te
gaan tot intrekking van genoemd arti
kel. Wat de juridische zijde betreft, acht
de regeering het niet voor betwisiing
vatbaar, dat zij de bevoegdheid zou
hebben artikel 40 op dezelfde wijze,
Waarop het is tot stand gekomen, we
der in te trekken. Overigens kan zij de
meening van uwe commissie, dat de
ambtenaar, in dienst getreden of bevor
derd op een bepaalde wedde met vast
gestelde weddevooruitzichten, zelfs af
gezien van artikel 40, recht heeft op
deze wedde en deze vooruitzichten en
dat deze hem niet eenzijdig kunnen af
genomen worden, niet onderschrijven.
Nog daargelaten, dat deze meening het
karakter van de verhouding tusschen
overheid en ambtenaar in het algemeen
miskent, is zij in strijd met art. 63 der
Grondwet, luidende De Koning heeft
het opperbestuur van de algemeene
geldmiddelen. Hij regelt de bezoldiging
van alle collegiën en ambtenaren, die
uit 's rijks kas worden betaald.
Opgemerkt zh nog, dat het feit, dat
men bij salarisherziening ten gunste
der betrokkenen de zgn. „verkregen
rechten" van individueel personeel
pleegt te ontzien, geen rechtsregel
schept, en zeker ook geen precedent
ten aanzien van algemeene salaris-ver
lagingen. Ware het hier verkondigde
niet juist, dan zou de laatste wijziging
van artikel 40 öf zinledig öf ongeoor
loofd moeten worden geacht, aange
zien die wijziging juist bedoelde het
aantasten van verkregen rechten moge
lijk te maken.,
Het is niet juist, dat de salarissen tot
sluitpost van de begrooting worden ge
maakt noch dat een rechtstreeks ver
band is gelegd tusschen een tekort op
de staatsbegrooting in het algemeen en
het peil der salarissen. Slechts is met
cijfers aangetoond, dat de tegenwoor
dige toestand van 's lands financiën
bewijst, dat het tegenwoordig salaris
peil economisch niet te handhaven is,
hetgeen o.a. blijkt uit het feit, dat thans
ook na gebruikmaking van alie andere
middelen, het tekort op de staatsbe
grooting niet kan worden overbrugd
zonder aantasting van het peil der sa
larissen.
Ook na kennisneming van het advies
der centrale commissie blijft de regee
ring daarom de noodzakelijkheid ge
voelen van intrekking van artikel 40
van t Bezoldigingsbesluit en van verla
ging van de salarissen van het rijksper
soneel. Zij acht het noodzakelijk het
vraagstuk van de salarieering van het
personeel in zijn geheel te onderzoeken.
Een ongewone trek was ook te mer
ken op de gezichten van den geheim
raad en van graaf Klinter, toen zij Wer
ner als een gevangene naar huis brach
ten, en ook juffrouw Wolf, de huis
houdster, keek anders dan gewoonlijk.
Ten minste, zoo scheen het Werner.
Juffrouw Wolf had de speeltafel bo
ven op de balkonkamer voor de heeren
klaargezet.
„Laat ons eerst waf eten en dan gaan
spelen", stelde Werner voor maar
graaf Klinter en Kersten wilden daar
niets van weten.
„Dat gaat niet", zeide Kersten. „Met
een volle maag kan je niet goed spe
len. We zullen daarom eerst een poosje
skaat spelen en dan gaan eten."
„Maar ik heb verbazenden honger",
bracht Werner in het midden.
„Je kan het nog wel wat uithouden."
Werner had het gevoel, alsof hijzelf,
of zijn beide gasten niet wel bij het
hoofd waren. Hoe was het mogelijk,
dat overigens zulke verstandige men-
schen zulke hartstochtelijke kaartüef-
hebbers konden zijn, dat men hem zelfs
niet den tijd liet, om even te eten Of
was er wat anders aan de hand Too-
verde de onrust, waaraan hij den laat-
sten tijd ten prooi was, hem soms her
senschimmen voor oogen
doch meent op de resultaten van dat
«ndeizoek niet te kunnen wachten.
In afwachting daarvan acht zij voor
1924 een algemeene salarisverlaging
van 10 noodzakelijk. Deze algemee
ne verlaging aldus de regeering
wordt door de daling van de kosten
van levensonderhoud voldoende gemo
tiveerd.
Naar „de Tel." verder verneemt,
komt de centrale commissie Donderdag
4 October bijeen om over dit schrijven
der regeering te beraadslagen.
Uitlokken van strafbare feiten.
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingediend tot wijziging en
aanvulling van het Wetboek van Straf
recht c. wijziging der bepaling inzake
bet uitlokken van strafbare feiten.
De schadeloosstelling der Kamerleden.
Naar „de Tel." verneemt, heeft de
Chr. Hist. Kamerfractie aan de andere
politieke fracties mededeeling gedaan,
dat zij zich heeft gewend tot den mi
nister van financiën, met het verzoek
om met ingang van 1 Jaunari a.s. en
gedurende het jaar 1924, op de scha
deloosstelling van de Chr. Historische
Kamerleden bij de gebruikelijke betaal
baarstelling bij tiet einde van iedere
maand 10 te doen inhouden, zulks in
verband met den toestand van 's lands
financiën.
Om de Vlootwet.
In de „N. R. Ct." is een ingezonden
stukje over de Vlootwet opgenomen,
waarin gezegd wordt „ieder lezer wil
echter wel aannemen, dat het voor
actieve officieren heel moeilijk is tegen
de departementale plannen te schrijven
in de dagbladen. Zoo iets wordt van
hoogerhand niet getolereerd".
Naar aanleiding hiervan heeft de
minister van marine de redactie van de
,„N. R. Ct." opgebeld om haar te zeggen
dat de bewering van den schrijver van
deze zinsnede een insinuatie is zonder
eenigen grond. Er is geen sprake van,
dat de actieve officieren op eenigerlei
wijze zouden worden belemmerd in de
vrijheid van meening te uiten, hetzij
deze voor hetzij tegen departementale
plannen is. Een dergelijke beperking
geldt alleen voor de op het departe
ment werkzame officieren en de bespre
king van defensie-geheimen.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende September 1923 kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 782
schepen, metende 1.100.442 netto reg.
ton. Voor Rotterdam waren hiervan be
stemd 718 schepen, met. 1.021.563 netto
reg. tons.
In September 1922 kwamen den Nieu
wen Waterweg binnen 794 schepen,
metende 1.165.705 netto reg. ton. Voor
Rotterdam waren hiervan bestemd 741
schepen, metende 1.097.285 netto tons.
Sedert 1 Januari zijn den Nieuwen
Waterweg binnengekomen 6532 sche
pen, metende 9.312.507 netto reg. ton,
tegen 6638 schepen met. 9.816.094 netto
reg. ton in dezelfde maanden van 1922.
Er is dus een vermindering van 106
schepen en een vermindering van
503.597 netto reg. ton.
Voor postzegelverzamelaars.
In September 1924 zal te 's-Graven-
hage in de zalen van „Pulchri Studio"
een internationale postzegeltentoon
stelling worden gehouden, uitgeschre
ven door de Nederlandsche vereeniging
van postzegelverzamelaars te 's-Gra-
venhage.
plaats aan de speeltafel en daar het
buiten reeds donker begon te worden,
werd het electrisch licht ontstoken.
Werner speelde verstrooid, maar
Klinter nog meer. Inderdaad kon men
zich geen vreemder manier van spelen
denken ieder -der spelers scheen aan
wat anders te denken dan aan het sPe'-
„-Mijne heeren, ge hebt honger, dat
merk ik aan uw spel. Een fijne skaat
speler ben ik niet, maar werkelijk, ge
speelt naar mijn bescheiden meening
ook bijzonder slecht. Ik voor mij geloof,
dat de zaak beter zal gaan, als we een
stukje hebben gegeten."
„iWees toch niet zoo materieel in je
opvattingen", zei geheimraad Kersten
ietwat geërgerd, „en praat niet zoo
voortdurend van eten Wanneer we
■onder het spelen fouten maken, dan
komt dat, omdat we nog niet met
elkander ingespeeld zijn.
iHeusch, Klinter, je kunt wei wat be
ter opletten. Door je onoplettendheid
hebben we de beide laatste spellen
verloren."
Graaf Klinter antwoordde niet, maar
lachte geheimzinnig en ver-genoegde
zich met op zijn horloge te kijken, welk
voorbeeld door Kersten werd gevolgd.
,,'lk zou willen voorstellen", merkte
Kersten op, „dat we doorspeelden tot
acht uur, dan kunnen we voor mijn part
gaan -eten. Een half uurtje kunnen we
het nog wel uithouden."
Werner speelde door zonder zijn ge
dachten bij het spel te hebben. Hij werd
voortdurend'afgeleid door een voor hem
Gelijktijdig daarmede zal dan de
vijftiende Nederlandsche Philatelisten-
dag gehouden worden.
BIBLIOTHEEK OUD-ARCHIEF.
Eenigen tijd geleden is op mijn met
redenen omkleed verzoek aan den Mi
nister van O. K. en W., door Z. E. een
voor de genoemde bibliotheek zeer be
langrijke beslissing genomen. Reeds
sinds jaren worden van Rijkswege en
wel door de Commissie voor 's Rijks
Geschiedkundige Publicat-iën archivalia
uitgegeven, zoowel die in 'het buiten
land berustende als in ons land, voor
zoover zij van belang zijn voor onze
geschiedenis.
Ik meende, en werd herhaaldelijk
door gebruik te maken van deze pubii-
catie's, in mijn meening bevestigd, dat
deze uitgaven ook zeer belangrijk wa
ren voor de Vlissingscht geschiedenis.
Ieder weet, welk een voorname rol onze
Scheldestad heeft gespeeld in de opeen
volgende eeuwen, ni-et alleen in onze
krijgsgeschiedenis, maar ook op han
dels- en visscherijgebied. De Vlissingers
namen zoowel deel aan den Ooster-
schen handel (de Oostzee) als aan dien
in de Levant (Midd. Zee) toen de
Oceanen geen beletsel meer waren,
vertoonden zij al mede de zilveren
flesch op het roode veld in tot toen niet
aangeboorde -gebieden. En daar komt
nog iets bij in 1809 heeft het bombar
dement der Engelschen ook een groot
deel van het belangrijke stadsarchief in
vlammen doen orgaan vele hiaten
vertoont dus het Oud-Archief en waar
het mij meermalen gelukt is de een of
andere lacune aan te vullen met behulp
van andere archieven, is de mogelijk
heid ook lang niet uitgesloten, wordt
het zelfs zeer waarschijnlijk, dat de
gepubliceerde archivalia zullen blijken
te zijn in vele gevallen de „missing
link". Men -kan er toch zeker van zijn,
en ik weet het uit ervaring, dat de Vlis-
singsch-e bevarenheid een weerslag
heeft achtergelaten in de „Relazioni
Veneziane", (Venetiaansche berichten
over de Vereenigde Nederlanden van
160O1795) evenzeer in de „Bronnen
tot de geschiedenis van den Levant-
schen Handel" of in die „van -den Oost
zeehandel" of in de „Bescheiden uit
vreemde archieven omtrent de-groote
Nederlandsche zeeoorlogen".
Zouden de „Gedenkstukken der Alge
meene Geschiedenis van Nederland van
17951840" in tien volumineuze deelen
niets opleveren ook voor de Viissing-
sche geschiedenis in dienzelfden tijd
van belang
Aldus ongeveer was mijn argumen
tatie bij den Minister en tot mijn groot
genoegen is Z. E. acc-oord er mee ge
gaan en heeft de heele verzameling,
voor zoover tot nu toe verschenen, aan
de Bibliotheek gezonden, terwijl de
mettertijd- uitkomende deelen ook in
ons bezit zullen komen.
Waar de heele collectie tot nu toe
een kleine 70 deelen omvat ter geza
menlijke waarde van een 500, acht ik
het wel de moeite waard er afzonder
lijk melding van te maken.
Uit de gedetailleerde opgave zal blij
ken cat ik niet te veel heb gezegd, en
bovenstaande wel een der belangrijkste
aanwinsten is, die de bibliotheek ooit
heeft gekregen.
H. G. VAN GROL.
Archivaris.
Lijst van 's Rijks geschiedkundige
publicatiën.
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840, uit
gegeven door dr. H. T. Colen'brander. Eer
straat in de nabijheid van de villa
scheen te heerschen. Hij kende alle ge
luiden, die overdag of des nachts in de
omgeving van zijn woning pleegden te
weerklinken. Heden echter waren de
geluiden anders -dan gewoonlijk. Auto's
reden heen en weer, in snelle vaart,
hetgeen men bespeuren kon aan het
dringend getoeter, dat weerklonk. Het
kwam Werner voor, als hoorde hij den
marschtred van g.r-oote legers in de
verte. Ook meende hij muziek te hoo-
ren. Echter twijfelde hij aan zijn zin
nen, hij wist in het geheel niet meer, of
hij. zijn zinnen meester was.
■De regulateur-'kl-ok in de kamer sloeg
acht uur. Werner en graaf Klinter haal
den hunne horloges uit den zak om ze
te vergelijken.
Kersten legde de kaarten op tafel,
stond op en opende de balkondeur. Hij
ging het balkon op, terwijl Werner hem
wilde volgen. Met een allervriendelijkst
lachje versperde graaf Klinter hem den
weg en zeide
„Waarde vriend, bederf nu ons plei-
zier niet
Eer Werner in de gelegenheid was,
opheldering te vragen, wat toch- dit
alles te beteekenen had', zette buiten
een muziekkorps schetterend de York-
marsch in. De geweldige paukenslagen,
die in de onmiddellijke nabijheid van
het huis weerklonken, deden Werner
bijna schrikken.
Kersten stiet de deur van het balkon
open en riep beiden toe
„Nu is het zoo ver Kom nu raar
ste (Inleidend) deel. Nederland en de Revo
lutie, 1789—1795 (1905) (LXVIII en 722
bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Tweede deel. Vestiging van den Eenheids
staat. 1795—1798 (1906) (CI1IXX en 1037
bladzijden).
Relasioni Veneziane. Venetiaansche Be
richten over de Vereenigde Nederlanden
van 16001795, verzameld en uitgegeven
door dr. P. J. Blok (1909) (XXIX en 422
bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis van de Leid-
sohe Textielnijverheid, verzameld door mr.
N. W. Posthumus. Eerste deei. 13331480
(1910) (XXIV en 719 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis van den
Levantschen Handel, verzameld door dr. K.
Heeringa. Eerste deel. 15901660 (1910)
(Twee stukken van te zamen XXXII en
1175 bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 17951840, uit
gegeven door dr. H. T. Colenbrander. Vijfde
deel. Koning Lodevcijk, 18061810 (1910)
(Twee stukken van te zamen LXIV en 848
bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Zesde deel, eerste stuk. Inlijving en Op
stand, 18101813 (hoofdstukken IIII)
(1911) (XI en 755 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis van de Leid-
scbe Textielnijverheid, verzameld door mr.
N. \V. Posthumus. Tweede deel. 1481
1573 (1911) (XVI en 784 bladzijden).
Briefwisseling van Constantyn Huygens,
uitgegeven door dr. J. A. Worp. Eerste deel
1608—1634 (1911) (LV1 en 510 bladzij
den).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Zesde deel. tweede stuk. Inlijving en Op
stand. 1810—1813 (Hoofdstukken IV—VI)
(1912) (LV1 en 830 bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Zesde deel, derde stuk. Inlijving en Op
stand. 1810-1813 (hoofdstukken VIIVIII)
(1912) (CCXXVII en 430 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis van de Leid-
sche Textielnijverheid, verzameld door mr.
N. W. Posthumus. Derde deel. 15741610
(1912) (XV en 788 bladzijden).
Briefwisseling van Constantyn Huygens,
uitgegeven door dr. J. A. Worp. Tweede
deel. 1634—1639 (1913) (XVI en 554 blad
zijden).
Bronnen tot de Geschiedenis der Leici-
sche Universiteit, uitgegeven door dr. P. C.
Mollmysen. Eerste deel. 15743610 (1913)
(XVIII en 692.bladzijden).
Briefwisseling van Constantyn Huygens,
uitgegeven door dr. J. A. Worp. Derde
deel. 1640—1644 (1914) (XVI en 546 blad
zijden).
Bronnen tot de geschiedenis van de Leid-
sche Textielnijverheid, verzameld door mr.
N. W. Posthumus. Vierde deel. 16111650
(1914) (XVIII en 624 bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
18131815 (met een kaart) (1914)
(LXVII en 936 bladzijden).
Briefwisseling van Constantyn Huygens,
uitgegeven door dr. J. A. Worp. Vierde
deel. 1644—1649 (1915) (XVI en 548 blad
zijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Achtste deel. Regeering van Willem I,
18151825. Eerste stuk (1915) (XXXV en
711 bladzijden).
Resolution der Staten-Generaal van 1576
1609, bewerkt door dr. N. Japikse. Eerste
deel. 1576—1577 (1015) (LXXI en 678'
bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van -Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Achtste deel. Regeering van Willem I,
Een hel, groenachtig schijnsel deed
Werner verschrikt terugdeinzen. Hon
derden magnesium-fakkels waren -be
neden op de straat te zien, voortgedra
gen door een aantal mannen achter
het scherp -groene licht van de fakkels
bewogen zich vele honderden mijnWér-
kerslampen, waarvan de dragers in ge
lederen van twaalf over de volle breedte
van den weg voort marcheerden.
Een fakkeloptocht ter eere van Wer
ners benoeming tot bergraad
Nu begreep Werner het zonderlinge
gedrag van den geheimraad en den
graaf. Zij hadden hem letterlijk over
rompeld, in zijn bureau gevangen ge
bonden en naar zijn woning overge
bracht, opdat hij zich niet zou kunnen
onttrekken aan de ovatie.
De muziek zwenkte den voortuin in
en een oorverdoovend gejuicht ter be
groeting van Werner, die thans alleen
op het balkon stond, daar .de graai en
de geheimraad naar binnen waren ge
gaan, steeg nit de menigte omhoog.
Toen de fakkeldragers de villa ge
passeerd waren en het begin van den
stoet zich op eenigen afstand van de
villa bevond, werd er „halt 1" gecom
mandeerd. De fakkeldragers maakten
front en lieten de noodige ruimte vrij
voor de mijnwerkers, die in rijen kwa
men aanmarcheeren, om zich vóór de
fakkeldragers op te stellen. De twee
duizend fakkels en de achttienhonderd
mijnlampen, die thans in een kleine
ruimte waren vereenigd, vormden een
schilderachtig eeheel. De miinwerkers
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Het beste geneesmiddel voor een
trage lever, schele hoofdpijn, verstop
ping en slechte spijsvertering is een
dosis Foster's Afaagpillen. Deze pillen
regelen de vloeiing der gal van de lever
naar de ingewanden. Nu en dan een
dosis Foster's Maagpillen verzekert
-goede werking van lever en ingewan
den, en is he.t beste voorbehoedmiddel
tegen een slechte gezondheid. Prijs per
flacon van vijftig versui'kerde pillen
0.65 in apotheken en drogistzaken.
12
ZWARE.SHAG)
2 ONS 15 CENT
1815—1825. Tweede stuk (1915) (XXXIV
en 680 bladzijden).
Briefwisseling van Constantyn Huygens,
uitgegeven door dr. j. A. Worp'. Vijfde deel.
1649—1663 (1916) (XXXII en 604 bladzij
den).
Bronnen tot de Geschiedenis der Leid-
sche Universiteit, uitgegeven door dr. P. C.
Molhuysen. Tweede deel. 16101647
(1916) (XI en 684 bladzijden).
Gedej-jkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Achtste deel. Regeering van Willem I.
18151825. Derde stuk (1916) (XII en 479
bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Negende deel. Regeering van Willem I,
19251830. Eerste stuk (1916) (XXXII en
453 bladzijden).
Briefwisseling van Constantyn Huygens,
uitgegeven door dr. j. A. Worp. Zesde deel.
1663—1687 (1917) (XXIV en 575 blad
zijden). Resolutiën der Staten-Generaal van
1576 tot 1609. bewerkt door dr. N. lapikse.
Tweede deel. 1578--1579 (1917) (XXIV en
889 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis van den
Levantschen handel, verzameld door dr. K.
Heeringa. Tweede deel. 16611726 (1917)
(XIX en 612 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis van den
Oostzeehandel, verzameld door dr. H. A.
Poelman. Eerste deel. 11221499 (1917)
(twee stukken van te zamen XX en 1194
bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Negende deel. Regeering van Willem I,
1825—1830. Tweede stuk (1917) (CII en
968 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis der Leid-
sche Universiteit, uitgegeven door dr. P. C.
Molhuysen. Derde deel. 16471682 (1918)
(X en 736 bladzijden).
Bronnen tot de geschiedenis der Leid-
sche Textielnijverheid, verzameld door mr.
N. W. Posthumus. Vijfde deel. 16511702
(1918) (XIV en 840 bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander.
Tiende deel. Regeering van Willem I.
1830'1840. Eerste stuk (1918) (XV en-
565 bladzijden).
Resolutiën der Staten-Generaal van 1576
tot 1609, bewerkt door dr. H. Japikse. Derde
deel. 1580—1582 (1018) (XXXIV en 564
bladzijden).
Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795 tot 1840,
uitgep-even door dr. H. T. Colenbrander.
Tiende deel. Regeering van Willem I.
1830—1840. Tweede stuk (1919) (XXIX
en 592 bladzijden).
Resolutiën der Staten Generaal van 1576
tot 1609, bewerkt door dr. N. lapikse.
Vierde deel. 1583—1584 (1919) (XXV en
794 bladzijden.
Gedenkstukken der Algemeene Geschie-
fabrieksarbeiders waren gekleed in hun
eigenaardige dracht, de groote hoeden
op en de schootsvellen voor. Het geel
achtige licht van de mijnlampen en de
groene schijn van de magnesiumfakkels
maakten tezamen schitterende licht
effecten.
Met een luid en eindeloos herhaald
„Glück-Auf" begroetten de mijnwerkers
van de Jtistinus-mijn hun chef op het
balkon.
Een deputatie van hoogere beambten
van de Theresia-werken en van de
Justinus-mijn begaf zich door den tuin
naar de villa.
„We moeten naar beneden", ver
klaarde Kersten, „om beneden de depu
tatie te ontvangen."
Werner was verrast, ja, getroffen
door de ovatie, die hij in het geheel niet
had' verwacht.
In de benedenkamers wachtten hem
nog meer verrassingen. Daar werd hij
niet alleen ontvangen door juffrouw
Wolf, die geheimzinnig glimlachte,
maar ook de beide dienaars van Saar-
kirchen in livrei trof hij aan, terwijl een
gedeelte van de vertrekken tot een
prachtig koud buffet was ingericht, het
welk als door tooverslag was gereed
gemaakt.
Inspecteur Lenske en de hoofd-op-
zichter van de mijnen Mandlick waren
de woordvoerders van de deputatie. In
korte en krachtige bewoordingen
brachten zij de gelukwenschen van de
beambten en van de arbeiders over,
zich aanhcvclpnH ïn -riln mi