DRAGON' DINSDAG 2 OCTOBER r r 61e Jaargang 1923 BINNENLAND FEUILLETON ZiJN PROEFJAAR. No232» VLISSINGSCHE COURANT 640 381 223 1911 ;084 >16? >225 36 57 '569 91 647 91 92 742 53 838 63 030 36 70 13S 257 90 16d 566 90 91 >46 09 19 61 66 30 35 50 50 26 37 >1 )4 15 '6 'ti 6 1 '5 7 8 3 8 4 1 l i i 1 i ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon- i. nenten 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels: ƒ1.10; voor iedere •regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 1—5 regels 65 cent iedere regel meer '3 cent, bii contante betaling. Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70, tedere regel meer 26 cent. De verlaging van salarissen. De regeering schrijft aan de Centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaarszaken, in verband met het door haar uitgebracht advies inzake de intrekking van artikel 40 van het Bezoldigingsbesluit, dat zij zoowel ju ridisch als moreel bevoegd is over te gaan tot intrekking van genoemd arti kel. Wat de juridische zijde betreft, acht de regeering het niet voor betwisiing vatbaar, dat zij de bevoegdheid zou hebben artikel 40 op dezelfde wijze, Waarop het is tot stand gekomen, we der in te trekken. Overigens kan zij de meening van uwe commissie, dat de ambtenaar, in dienst getreden of bevor derd op een bepaalde wedde met vast gestelde weddevooruitzichten, zelfs af gezien van artikel 40, recht heeft op deze wedde en deze vooruitzichten en dat deze hem niet eenzijdig kunnen af genomen worden, niet onderschrijven. Nog daargelaten, dat deze meening het karakter van de verhouding tusschen overheid en ambtenaar in het algemeen miskent, is zij in strijd met art. 63 der Grondwet, luidende De Koning heeft het opperbestuur van de algemeene geldmiddelen. Hij regelt de bezoldiging van alle collegiën en ambtenaren, die uit 's rijks kas worden betaald. Opgemerkt zh nog, dat het feit, dat men bij salarisherziening ten gunste der betrokkenen de zgn. „verkregen rechten" van individueel personeel pleegt te ontzien, geen rechtsregel schept, en zeker ook geen precedent ten aanzien van algemeene salaris-ver lagingen. Ware het hier verkondigde niet juist, dan zou de laatste wijziging van artikel 40 öf zinledig öf ongeoor loofd moeten worden geacht, aange zien die wijziging juist bedoelde het aantasten van verkregen rechten moge lijk te maken., Het is niet juist, dat de salarissen tot sluitpost van de begrooting worden ge maakt noch dat een rechtstreeks ver band is gelegd tusschen een tekort op de staatsbegrooting in het algemeen en het peil der salarissen. Slechts is met cijfers aangetoond, dat de tegenwoor dige toestand van 's lands financiën bewijst, dat het tegenwoordig salaris peil economisch niet te handhaven is, hetgeen o.a. blijkt uit het feit, dat thans ook na gebruikmaking van alie andere middelen, het tekort op de staatsbe grooting niet kan worden overbrugd zonder aantasting van het peil der sa larissen. Ook na kennisneming van het advies der centrale commissie blijft de regee ring daarom de noodzakelijkheid ge voelen van intrekking van artikel 40 van t Bezoldigingsbesluit en van verla ging van de salarissen van het rijksper soneel. Zij acht het noodzakelijk het vraagstuk van de salarieering van het personeel in zijn geheel te onderzoeken. Een ongewone trek was ook te mer ken op de gezichten van den geheim raad en van graaf Klinter, toen zij Wer ner als een gevangene naar huis brach ten, en ook juffrouw Wolf, de huis houdster, keek anders dan gewoonlijk. Ten minste, zoo scheen het Werner. Juffrouw Wolf had de speeltafel bo ven op de balkonkamer voor de heeren klaargezet. „Laat ons eerst waf eten en dan gaan spelen", stelde Werner voor maar graaf Klinter en Kersten wilden daar niets van weten. „Dat gaat niet", zeide Kersten. „Met een volle maag kan je niet goed spe len. We zullen daarom eerst een poosje skaat spelen en dan gaan eten." „Maar ik heb verbazenden honger", bracht Werner in het midden. „Je kan het nog wel wat uithouden." Werner had het gevoel, alsof hijzelf, of zijn beide gasten niet wel bij het hoofd waren. Hoe was het mogelijk, dat overigens zulke verstandige men- schen zulke hartstochtelijke kaartüef- hebbers konden zijn, dat men hem zelfs niet den tijd liet, om even te eten Of was er wat anders aan de hand Too- verde de onrust, waaraan hij den laat- sten tijd ten prooi was, hem soms her senschimmen voor oogen doch meent op de resultaten van dat «ndeizoek niet te kunnen wachten. In afwachting daarvan acht zij voor 1924 een algemeene salarisverlaging van 10 noodzakelijk. Deze algemee ne verlaging aldus de regeering wordt door de daling van de kosten van levensonderhoud voldoende gemo tiveerd. Naar „de Tel." verder verneemt, komt de centrale commissie Donderdag 4 October bijeen om over dit schrijven der regeering te beraadslagen. Uitlokken van strafbare feiten. Bij de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend tot wijziging en aanvulling van het Wetboek van Straf recht c. wijziging der bepaling inzake bet uitlokken van strafbare feiten. De schadeloosstelling der Kamerleden. Naar „de Tel." verneemt, heeft de Chr. Hist. Kamerfractie aan de andere politieke fracties mededeeling gedaan, dat zij zich heeft gewend tot den mi nister van financiën, met het verzoek om met ingang van 1 Jaunari a.s. en gedurende het jaar 1924, op de scha deloosstelling van de Chr. Historische Kamerleden bij de gebruikelijke betaal baarstelling bij tiet einde van iedere maand 10 te doen inhouden, zulks in verband met den toestand van 's lands financiën. Om de Vlootwet. In de „N. R. Ct." is een ingezonden stukje over de Vlootwet opgenomen, waarin gezegd wordt „ieder lezer wil echter wel aannemen, dat het voor actieve officieren heel moeilijk is tegen de departementale plannen te schrijven in de dagbladen. Zoo iets wordt van hoogerhand niet getolereerd". Naar aanleiding hiervan heeft de minister van marine de redactie van de ,„N. R. Ct." opgebeld om haar te zeggen dat de bewering van den schrijver van deze zinsnede een insinuatie is zonder eenigen grond. Er is geen sprake van, dat de actieve officieren op eenigerlei wijze zouden worden belemmerd in de vrijheid van meening te uiten, hetzij deze voor hetzij tegen departementale plannen is. Een dergelijke beperking geldt alleen voor de op het departe ment werkzame officieren en de bespre king van defensie-geheimen. Scheepvaartbeweging. Gedurende September 1923 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 782 schepen, metende 1.100.442 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hiervan be stemd 718 schepen, met. 1.021.563 netto reg. tons. In September 1922 kwamen den Nieu wen Waterweg binnen 794 schepen, metende 1.165.705 netto reg. ton. Voor Rotterdam waren hiervan bestemd 741 schepen, metende 1.097.285 netto tons. Sedert 1 Januari zijn den Nieuwen Waterweg binnengekomen 6532 sche pen, metende 9.312.507 netto reg. ton, tegen 6638 schepen met. 9.816.094 netto reg. ton in dezelfde maanden van 1922. Er is dus een vermindering van 106 schepen en een vermindering van 503.597 netto reg. ton. Voor postzegelverzamelaars. In September 1924 zal te 's-Graven- hage in de zalen van „Pulchri Studio" een internationale postzegeltentoon stelling worden gehouden, uitgeschre ven door de Nederlandsche vereeniging van postzegelverzamelaars te 's-Gra- venhage. plaats aan de speeltafel en daar het buiten reeds donker begon te worden, werd het electrisch licht ontstoken. Werner speelde verstrooid, maar Klinter nog meer. Inderdaad kon men zich geen vreemder manier van spelen denken ieder -der spelers scheen aan wat anders te denken dan aan het sPe'- „-Mijne heeren, ge hebt honger, dat merk ik aan uw spel. Een fijne skaat speler ben ik niet, maar werkelijk, ge speelt naar mijn bescheiden meening ook bijzonder slecht. Ik voor mij geloof, dat de zaak beter zal gaan, als we een stukje hebben gegeten." „iWees toch niet zoo materieel in je opvattingen", zei geheimraad Kersten ietwat geërgerd, „en praat niet zoo voortdurend van eten Wanneer we ■onder het spelen fouten maken, dan komt dat, omdat we nog niet met elkander ingespeeld zijn. iHeusch, Klinter, je kunt wei wat be ter opletten. Door je onoplettendheid hebben we de beide laatste spellen verloren." Graaf Klinter antwoordde niet, maar lachte geheimzinnig en ver-genoegde zich met op zijn horloge te kijken, welk voorbeeld door Kersten werd gevolgd. ,,'lk zou willen voorstellen", merkte Kersten op, „dat we doorspeelden tot acht uur, dan kunnen we voor mijn part gaan -eten. Een half uurtje kunnen we het nog wel uithouden." Werner speelde door zonder zijn ge dachten bij het spel te hebben. Hij werd voortdurend'afgeleid door een voor hem Gelijktijdig daarmede zal dan de vijftiende Nederlandsche Philatelisten- dag gehouden worden. BIBLIOTHEEK OUD-ARCHIEF. Eenigen tijd geleden is op mijn met redenen omkleed verzoek aan den Mi nister van O. K. en W., door Z. E. een voor de genoemde bibliotheek zeer be langrijke beslissing genomen. Reeds sinds jaren worden van Rijkswege en wel door de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicat-iën archivalia uitgegeven, zoowel die in 'het buiten land berustende als in ons land, voor zoover zij van belang zijn voor onze geschiedenis. Ik meende, en werd herhaaldelijk door gebruik te maken van deze pubii- catie's, in mijn meening bevestigd, dat deze uitgaven ook zeer belangrijk wa ren voor de Vlissingscht geschiedenis. Ieder weet, welk een voorname rol onze Scheldestad heeft gespeeld in de opeen volgende eeuwen, ni-et alleen in onze krijgsgeschiedenis, maar ook op han dels- en visscherijgebied. De Vlissingers namen zoowel deel aan den Ooster- schen handel (de Oostzee) als aan dien in de Levant (Midd. Zee) toen de Oceanen geen beletsel meer waren, vertoonden zij al mede de zilveren flesch op het roode veld in tot toen niet aangeboorde -gebieden. En daar komt nog iets bij in 1809 heeft het bombar dement der Engelschen ook een groot deel van het belangrijke stadsarchief in vlammen doen orgaan vele hiaten vertoont dus het Oud-Archief en waar het mij meermalen gelukt is de een of andere lacune aan te vullen met behulp van andere archieven, is de mogelijk heid ook lang niet uitgesloten, wordt het zelfs zeer waarschijnlijk, dat de gepubliceerde archivalia zullen blijken te zijn in vele gevallen de „missing link". Men -kan er toch zeker van zijn, en ik weet het uit ervaring, dat de Vlis- singsch-e bevarenheid een weerslag heeft achtergelaten in de „Relazioni Veneziane", (Venetiaansche berichten over de Vereenigde Nederlanden van 160O1795) evenzeer in de „Bronnen tot de geschiedenis van den Levant- schen Handel" of in die „van -den Oost zeehandel" of in de „Bescheiden uit vreemde archieven omtrent de-groote Nederlandsche zeeoorlogen". Zouden de „Gedenkstukken der Alge meene Geschiedenis van Nederland van 17951840" in tien volumineuze deelen niets opleveren ook voor de Viissing- sche geschiedenis in dienzelfden tijd van belang Aldus ongeveer was mijn argumen tatie bij den Minister en tot mijn groot genoegen is Z. E. acc-oord er mee ge gaan en heeft de heele verzameling, voor zoover tot nu toe verschenen, aan de Bibliotheek gezonden, terwijl de mettertijd- uitkomende deelen ook in ons bezit zullen komen. Waar de heele collectie tot nu toe een kleine 70 deelen omvat ter geza menlijke waarde van een 500, acht ik het wel de moeite waard er afzonder lijk melding van te maken. Uit de gedetailleerde opgave zal blij ken cat ik niet te veel heb gezegd, en bovenstaande wel een der belangrijkste aanwinsten is, die de bibliotheek ooit heeft gekregen. H. G. VAN GROL. Archivaris. Lijst van 's Rijks geschiedkundige publicatiën. Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uit gegeven door dr. H. T. Colen'brander. Eer straat in de nabijheid van de villa scheen te heerschen. Hij kende alle ge luiden, die overdag of des nachts in de omgeving van zijn woning pleegden te weerklinken. Heden echter waren de geluiden anders -dan gewoonlijk. Auto's reden heen en weer, in snelle vaart, hetgeen men bespeuren kon aan het dringend getoeter, dat weerklonk. Het kwam Werner voor, als hoorde hij den marschtred van g.r-oote legers in de verte. Ook meende hij muziek te hoo- ren. Echter twijfelde hij aan zijn zin nen, hij wist in het geheel niet meer, of hij. zijn zinnen meester was. ■De regulateur-'kl-ok in de kamer sloeg acht uur. Werner en graaf Klinter haal den hunne horloges uit den zak om ze te vergelijken. Kersten legde de kaarten op tafel, stond op en opende de balkondeur. Hij ging het balkon op, terwijl Werner hem wilde volgen. Met een allervriendelijkst lachje versperde graaf Klinter hem den weg en zeide „Waarde vriend, bederf nu ons plei- zier niet Eer Werner in de gelegenheid was, opheldering te vragen, wat toch- dit alles te beteekenen had', zette buiten een muziekkorps schetterend de York- marsch in. De geweldige paukenslagen, die in de onmiddellijke nabijheid van het huis weerklonken, deden Werner bijna schrikken. Kersten stiet de deur van het balkon open en riep beiden toe „Nu is het zoo ver Kom nu raar ste (Inleidend) deel. Nederland en de Revo lutie, 1789—1795 (1905) (LXVIII en 722 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Tweede deel. Vestiging van den Eenheids staat. 1795—1798 (1906) (CI1IXX en 1037 bladzijden). Relasioni Veneziane. Venetiaansche Be richten over de Vereenigde Nederlanden van 16001795, verzameld en uitgegeven door dr. P. J. Blok (1909) (XXIX en 422 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis van de Leid- sohe Textielnijverheid, verzameld door mr. N. W. Posthumus. Eerste deei. 13331480 (1910) (XXIV en 719 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis van den Levantschen Handel, verzameld door dr. K. Heeringa. Eerste deel. 15901660 (1910) (Twee stukken van te zamen XXXII en 1175 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 17951840, uit gegeven door dr. H. T. Colenbrander. Vijfde deel. Koning Lodevcijk, 18061810 (1910) (Twee stukken van te zamen LXIV en 848 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Zesde deel, eerste stuk. Inlijving en Op stand, 18101813 (hoofdstukken IIII) (1911) (XI en 755 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis van de Leid- scbe Textielnijverheid, verzameld door mr. N. \V. Posthumus. Tweede deel. 1481 1573 (1911) (XVI en 784 bladzijden). Briefwisseling van Constantyn Huygens, uitgegeven door dr. J. A. Worp. Eerste deel 1608—1634 (1911) (LV1 en 510 bladzij den). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Zesde deel. tweede stuk. Inlijving en Op stand. 1810—1813 (Hoofdstukken IV—VI) (1912) (LV1 en 830 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Zesde deel, derde stuk. Inlijving en Op stand. 1810-1813 (hoofdstukken VIIVIII) (1912) (CCXXVII en 430 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis van de Leid- sche Textielnijverheid, verzameld door mr. N. W. Posthumus. Derde deel. 15741610 (1912) (XV en 788 bladzijden). Briefwisseling van Constantyn Huygens, uitgegeven door dr. J. A. Worp. Tweede deel. 1634—1639 (1913) (XVI en 554 blad zijden). Bronnen tot de Geschiedenis der Leici- sche Universiteit, uitgegeven door dr. P. C. Mollmysen. Eerste deel. 15743610 (1913) (XVIII en 692.bladzijden). Briefwisseling van Constantyn Huygens, uitgegeven door dr. J. A. Worp. Derde deel. 1640—1644 (1914) (XVI en 546 blad zijden). Bronnen tot de geschiedenis van de Leid- sche Textielnijverheid, verzameld door mr. N. W. Posthumus. Vierde deel. 16111650 (1914) (XVIII en 624 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. 18131815 (met een kaart) (1914) (LXVII en 936 bladzijden). Briefwisseling van Constantyn Huygens, uitgegeven door dr. J. A. Worp. Vierde deel. 1644—1649 (1915) (XVI en 548 blad zijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Achtste deel. Regeering van Willem I, 18151825. Eerste stuk (1915) (XXXV en 711 bladzijden). Resolution der Staten-Generaal van 1576 1609, bewerkt door dr. N. Japikse. Eerste deel. 1576—1577 (1015) (LXXI en 678' bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van -Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Achtste deel. Regeering van Willem I, Een hel, groenachtig schijnsel deed Werner verschrikt terugdeinzen. Hon derden magnesium-fakkels waren -be neden op de straat te zien, voortgedra gen door een aantal mannen achter het scherp -groene licht van de fakkels bewogen zich vele honderden mijnWér- kerslampen, waarvan de dragers in ge lederen van twaalf over de volle breedte van den weg voort marcheerden. Een fakkeloptocht ter eere van Wer ners benoeming tot bergraad Nu begreep Werner het zonderlinge gedrag van den geheimraad en den graaf. Zij hadden hem letterlijk over rompeld, in zijn bureau gevangen ge bonden en naar zijn woning overge bracht, opdat hij zich niet zou kunnen onttrekken aan de ovatie. De muziek zwenkte den voortuin in en een oorverdoovend gejuicht ter be groeting van Werner, die thans alleen op het balkon stond, daar .de graai en de geheimraad naar binnen waren ge gaan, steeg nit de menigte omhoog. Toen de fakkeldragers de villa ge passeerd waren en het begin van den stoet zich op eenigen afstand van de villa bevond, werd er „halt 1" gecom mandeerd. De fakkeldragers maakten front en lieten de noodige ruimte vrij voor de mijnwerkers, die in rijen kwa men aanmarcheeren, om zich vóór de fakkeldragers op te stellen. De twee duizend fakkels en de achttienhonderd mijnlampen, die thans in een kleine ruimte waren vereenigd, vormden een schilderachtig eeheel. De miinwerkers INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Het beste geneesmiddel voor een trage lever, schele hoofdpijn, verstop ping en slechte spijsvertering is een dosis Foster's Afaagpillen. Deze pillen regelen de vloeiing der gal van de lever naar de ingewanden. Nu en dan een dosis Foster's Maagpillen verzekert -goede werking van lever en ingewan den, en is he.t beste voorbehoedmiddel tegen een slechte gezondheid. Prijs per flacon van vijftig versui'kerde pillen 0.65 in apotheken en drogistzaken. 12 ZWARE.SHAG) 2 ONS 15 CENT 1815—1825. Tweede stuk (1915) (XXXIV en 680 bladzijden). Briefwisseling van Constantyn Huygens, uitgegeven door dr. j. A. Worp'. Vijfde deel. 1649—1663 (1916) (XXXII en 604 bladzij den). Bronnen tot de Geschiedenis der Leid- sche Universiteit, uitgegeven door dr. P. C. Molhuysen. Tweede deel. 16101647 (1916) (XI en 684 bladzijden). Gedej-jkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Achtste deel. Regeering van Willem I. 18151825. Derde stuk (1916) (XII en 479 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Negende deel. Regeering van Willem I, 19251830. Eerste stuk (1916) (XXXII en 453 bladzijden). Briefwisseling van Constantyn Huygens, uitgegeven door dr. j. A. Worp. Zesde deel. 1663—1687 (1917) (XXIV en 575 blad zijden). Resolutiën der Staten-Generaal van 1576 tot 1609. bewerkt door dr. N. lapikse. Tweede deel. 1578--1579 (1917) (XXIV en 889 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis van den Levantschen handel, verzameld door dr. K. Heeringa. Tweede deel. 16611726 (1917) (XIX en 612 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis van den Oostzeehandel, verzameld door dr. H. A. Poelman. Eerste deel. 11221499 (1917) (twee stukken van te zamen XX en 1194 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Negende deel. Regeering van Willem I, 1825—1830. Tweede stuk (1917) (CII en 968 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis der Leid- sche Universiteit, uitgegeven door dr. P. C. Molhuysen. Derde deel. 16471682 (1918) (X en 736 bladzijden). Bronnen tot de geschiedenis der Leid- sche Textielnijverheid, verzameld door mr. N. W. Posthumus. Vijfde deel. 16511702 (1918) (XIV en 840 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgegeven door dr. H. T. Colenbrander. Tiende deel. Regeering van Willem I. 1830'1840. Eerste stuk (1918) (XV en- 565 bladzijden). Resolutiën der Staten-Generaal van 1576 tot 1609, bewerkt door dr. H. Japikse. Derde deel. 1580—1582 (1018) (XXXIV en 564 bladzijden). Gedenkstukken der Algemeene Geschie denis van Nederland van 1795 tot 1840, uitgep-even door dr. H. T. Colenbrander. Tiende deel. Regeering van Willem I. 1830—1840. Tweede stuk (1919) (XXIX en 592 bladzijden). Resolutiën der Staten Generaal van 1576 tot 1609, bewerkt door dr. N. lapikse. Vierde deel. 1583—1584 (1919) (XXV en 794 bladzijden. Gedenkstukken der Algemeene Geschie- fabrieksarbeiders waren gekleed in hun eigenaardige dracht, de groote hoeden op en de schootsvellen voor. Het geel achtige licht van de mijnlampen en de groene schijn van de magnesiumfakkels maakten tezamen schitterende licht effecten. Met een luid en eindeloos herhaald „Glück-Auf" begroetten de mijnwerkers van de Jtistinus-mijn hun chef op het balkon. Een deputatie van hoogere beambten van de Theresia-werken en van de Justinus-mijn begaf zich door den tuin naar de villa. „We moeten naar beneden", ver klaarde Kersten, „om beneden de depu tatie te ontvangen." Werner was verrast, ja, getroffen door de ovatie, die hij in het geheel niet had' verwacht. In de benedenkamers wachtten hem nog meer verrassingen. Daar werd hij niet alleen ontvangen door juffrouw Wolf, die geheimzinnig glimlachte, maar ook de beide dienaars van Saar- kirchen in livrei trof hij aan, terwijl een gedeelte van de vertrekken tot een prachtig koud buffet was ingericht, het welk als door tooverslag was gereed gemaakt. Inspecteur Lenske en de hoofd-op- zichter van de mijnen Mandlick waren de woordvoerders van de deputatie. In korte en krachtige bewoordingen brachten zij de gelukwenschen van de beambten en van de arbeiders over, zich aanhcvclpnH ïn -riln mi

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1