DONDERDAG 23 AUGUSTUS
No 19861e Jaargang 1923
BINNENLAND
FEUILLETON
KLATERGOUD.
Stads= en P/o vincienieuws
VLISSIINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
rhrren f2.20 per drie maanden. Franco
doorhêt geheele rijk ƒ2.50. Week-abon-
tementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent
advertentie-prijs.
Van 1—4 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en diensteanvragen
van 1—5 regels 65 centiedere regel meer
15 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70,
Iedere regel meer 26 cent
De toestand op scheepvaartgebied.
In esen overzicht van de vrachten-
markt, voortkomende in de „Dagelijk-
sche Beurscourant^ lezen wij o.a. het
volgende
De algemeene toestand van het
vrachtbedrijf is somberder dan ooit. De
onzekere politieke vooruitzichten dwin
gen afladers tot groote voorzichtigheid,
terwijl zij bovendien toch reeds langen
groote moeite hebben markten voor
hun goederen te vinden. De toestand
aan do La Plata-markt is zoo slecht, dat
sommige reeders hun schepen vandaar
naar de salpeterhavens lieten vertrek
ken. Maar ook aldaar gaat het vracht-
bedrijf gebukt onder de tijdsomstandig
heden. Want hoe groot de behoefte aan
salpeter voor den landbouw in verschei
dene landen van Europa ook zijn mag.
de stand der wisselkoersen maakt het
voor deze onmogelijk de noodige voor
raden te doen aanvoeren.
Voor de tranipvaart is de toestand
wel het ergst. Immers, behalve de zeer
onvoldoende kans om lading voor hun
schepen te vinden, ontmoeten zij tevens
de toenemende concurrentie der lijn-
booten. In 't bijzonder is dit het geval
aan de Oostersche markten, waar se
dert verscheidene weken zoo goed als
geen bevrachtingen van trampschepen
hebben plaats gehad.
Ook in de vaart van Noord Amerika
is de concurrentie van het lijnbedrijf
voor de trampvaart scherper geworden.
Deze conccurrentie Ls trouwens een be
wijs te meer van zeer onvoldoende la
ding voor algemeene scheepvaart.
Alles te zamen -genomen ziet het er
voor het reederijbedrijf zeer donker uit.
Onder den invloed van aanbod v?3
ruimte tegenover de vraag voor den
handel aan alle markten is het niet te
verwonderen, dat vrachtkoersen nog
een gestadigen teruggang aanwijzen,
niettegenstaande deze reeds verscheide
ne weken gezonken waren tot een ver
lies aanbrengend of onloonend peil. Het
verloop der koersbeweging verklaart
zich door de cijfers, welke dienaan
gaande door de Engelsche Kamer van
Scheepvaart werden gepubliceerd.
Het indexcijfer voor vrachten in de
internationale scheepvaart voor Juli is
(tegenover de basis van 100 in 1920)
27.61, tegen 28.68 voor Juli en 27.80
voor Juli 1922, zijnde een daling van
resp. 3.74 en 0.68 Sedert Januari
1920 valt alleen voor Sept. een lager
cijfer aan te wijzen dan voor Juli j.l.
De Leidsche ziekenhuis-kwestie.
Daarover schrijft de „Prov. Geld. en
Nijm. Couranf' o.m. het volgende
Men herinnert zich misschien, dat nog
niet zoo heel lang geleden de minister
van onderwijs, kunsten en wetenschap
pen aan de Tweede Kamer heeft mede
gedeeld, dat de bouw van het zieken-
53)
Is .dat waar vroeg de voorzitter
steeds weer. En doodkalm antwoordde
de beklaagde weer ja en verzuimde
niet, er herhaaldelijk aan toe te voegen
Hij wjas mijn vriend.
De voorzitter glimlachte ongeduldig.
Zeker, u hebt hem altoos als
vriend beschouwd en behandeld, al gaf
hij aan die vriendschap ook een heel
zelfzuchtige uitlegging. Maar bij ver
standige menschen heeft de vriend
schap toch een deel en een grens 'in
eigen recht op bestaan. U had hem toch
uw standpunt eens duidelijk moeten
maken... of u had anders niet om eene
naar verhouding toch geringe zaak
plotseling zoo boven alle verwachting
geprikkeld mogen wezen.
De eerste keer, dat de beklaagde zich
oprichtte en met nadruk antwoordde
Mijne eer is toch geen geringe
zaak.
U hebt gelijk. De eer is stellig
geen geringe zaak. Zij is het hoogste
goed van een fatsoenlijk mensch. Maar
net valt op, dat gij, uw eigen persoon
zoo door hem liet overheerschen... en
caar, waar hij slechts een kleine verte
ringsschuld op uw naam maakte sloeg
u er op in.
'k ben nog nooit iemand iets
scnuldig gebleven, zei de aangeklaagde.
Ik begrijp hem volkomen, merkte
huis te Leiden, waaraan al eenige jaren
gewerkt is, waarschijnlijk zoo ongeveer
het dubbele aantal millioenen zou kos
ten, dan was aangevraagd en toege
staan.
Men herinnert zich wellicht ook, dat
onlangs in de bladen sprake is geweest
van een rijksbouwmeester, wien velerlei
„onregelmatigheden" werden ten laste
gelegd.
En wie nu het relaas van die „onre
gelmatigheden" leest, zooals de „Tele
graaf" dat gaf, die walgt van zooveel
oneerlijkheid die huivert bij de epide
mie van diefstal en verduistering, die
daar geheerseht heeft en die begint te
'vermoeden, hoe het komt. dat dat Leid
sche ziekenhuis zooveel millioenen ver
slindt, die de belastingbetalers noode-
loos moeten opbrengen.
Die rijksbouwmeester liet op het ter
rein van Leiden door werklieden, die
daar werkzaam heetten te zijn, een serre
voor zijn Haagsche woning maken die
serre werd naar Den Haag vervoerd,
van glas voorzien en door ziekenhuis
arbeiders aan 's mans particuliere wo
ning opgesteld de ioonen werden voor
het rijk genoteerd en de materialen be
hoorden aan het rijk.
■En zoo luidt het verhaal t(*?n
eenmaal de hoogste chef deze „onregel
matigheid" had begaan, toen maakte hij
school.
De kleinere chefs volgden het voor
beeld en de arbeiders werden tot mede
plichtigen gemaakt of werden vrijwel
gedwongen tP zwijgen. Er werden op
het terrein heele ameublementen ge
maakt. die aan een bekend adres in de
stad werden afgeleverd. In de dagen
vóór Sinterklaas werden er schilderij
lijsten en bouwdoozen en andere Sin-
terklaas-cadeau's gefabriceerd.
Zeifs in dp stad werd er op rekening
van den ziekenhuisbouw gewit en ge
schilderd en gerepareerd.
On het terrein moet in den schralen
disfributietijd een brikettenmachine en
een varkensmesterii in werking geweest
zijn en steigerhout werd tot brandhout
gezaagd en gekloofd. Voor de expeditie
van deze smokkelwaar had men afzon
derlijk personeel, dat geen kwaad ver
moeden wekte.
Steenen. cement, grint en ander ma
teriaal. dat aangevoerd werd, ging
soms rechtstreeks de stad in met andere
bestemming dan het ziekenhuis, dat
buiten de stad ligt. En omdat er dan
geen materiaal was. hingen de arbei
ders wat om.
Wij bekorten het verhaal van alle
ongerechtigheden, die er hebben plaats
gehad. Hef is, naar onze meening. een
leerschool geweest van de slechtste
soort en een wedstrijd in het kapen en
verduisteren.
Wat de werkeloosheid te Rotterdam
kost.
De gemeentebegrooting van Rotter
dam voor 1924 zal de sporen dragen
van de tijdsomstandigheden.
Nu de goede jaren hun invloed niet
meer doen 'relden °P de inkomstenbe
lasting is de opbrengst daarvan aan
zienlijk verminderd, terwül ook de
overige inkomsten geen expansie too-
nen.
Daartegenover staat, dat de uitgaven
geen merkbare teekenen geven van da
ling integendeel zeifs. Als men na
gaat. dat uithoofde van de werkeloos
heid de uitkeeringen thans een hoogte
hebben bereikt naar rato van 6 millioen
per jaar. welke uit gewone inkomsten
gevonden moeten worden, zal het dui-
Bofntan halfluid op tot zijn buurman
Selstermann, die geen blik van den aan
geklaagde afgewend had en slechts ver
strooid knikte.
Mii dunkt, richtte de voorzitter
zich nu tot den officier van justitie, den
verdediger en de jury, de gedachten-
gang van den beschuldigde is duidelijk
genoeg geworden, zoodat ik bii dit
eerste verhoor niet vender wensch door
te gaan, maar overga tot de daad zelf.
IU is dus, nadat u in uwe vaste
herberg gehoord had van de schuld op
uw naam gemaakt, na die betaald en
iets verteerd te hebben, naar huis ge
gaan. Was u beschonken
Neen.
Wat hebt u dan onderweg ge
dacht
Het hinderde mij.
Het hinderde u. Hebt u in die bit
terheid u voorgenomen, hem te straffen,
u op hem te wreken
Ik wilde 't hem zeggen.
Men zou kunnen aannemen, dat u
misschien in begrijpelijke ergernis on
derweg had: besloten, hu eindelijk eens
met hem af tP rekenen, u hem van den
hals te schuiven. Hebf u zulke gedach
ten gehad onderweg
Neen, zei de aangeklaagde weer
en voegde er vol overtuiging weer ais
straks aan toe Hij was immers mijn
vriend.
iHij was uw vriend, maar u wilde
het hem zeggen. Hoe wilde u het hem
dan zeggen
Ik wilde hem zeggen, dat hij dat
niet meer doen mocht, omdpt ik het
deiiik zijn, dat het evenwicht ernstig is
verstoord. Er zal dus niet anders op
zitten dan een belangrijke belasting-
verliooging, tenzij Burg. en Weth. op
drastische wijze het mes weten te zetten
in de .gewone uitgaven.
Anti-vlootwet-comité
Onder voorzitterschap van mevrouw
Pestman Koning te Rotterdam, is gis
teravond in „Tivoli" aldaar een bijeen
komst gehouden, belegd door het voor-
loopig anti-vlootwet-comité, waarin
een definitief comité is benoemd, het
welk als volgt werd samengesteld
mevr. d.r. A. Mankes-Zernike, mevr.
Callenbach en de heer J. N. de Jong,
allen te Rotterdam, mevr. Mulder van
der Graaft, den Haag en dT. vafi de
Laar, Gervdringen. Dit comité kan wor
den uitgebreid. Het zal in hoofdzaak
werkzaam zijn voor de vorming van
plaatselijke comité's en het beleggen
van meetings.
Toelating als Raadslid.
De raad der gemeente Wisch besloot
met algemeene stemmen bij de Kroon
in beroep te gaan van de beslissing van
Ged. Staten van Gelderland waarbij dr.
K. A. Ten Bosch niet is toegelaten als
lid van. den raad dier gemeente.
De heer Ten Bosch was vóór het in
zenden van zijn geloofsbrief od zijn ver
zoek op non-activiteit gesteld als ge
meente-geneesheer.
De raad besloot toen tot toelating,
maar Ged. Staten achtten den uitslui-
tingsgrond van ar. 23, 4 sub j der Ge
meentewet nog aanwezig.
Het weer in Juli.
Aan het overzicht van het weer in de
maand Juli, opgemaakt door het Kon.
Ned. Met. instituut te De Bildt, is het
volgende ontleend
Gedurende nagenoeg de geheele
maand werden ten Z.W. van Europa in
de omgeving der Azoren hooge druk
kingen aangetroffen een ander gebied
strekte zich van den 4 tot 12 over de
Oostzee uit Van den 7 tot 15 trokken
eenige meest ondiepe depressies langs
het Engelsche Kanaal daarna werden
vooral over de Noordzee en Scandina
vië depressies aangetroffen. H. t. 1. wa
ren in de eerste helft der ntaand O.-lijke
en Z.O.-lijke, in de tweede helft Z.W.-
■lij'ke en W.-lijJ^e winden talrijker dan
gewoonlijk in Tie derde dekade was de
gemiddelde windkracht boven normaal.
De temperatuur was gemiddeld over
de geheele maand ongeveer 2°, het mi
nimum 1 a 2° boven normaal in de
tweede dekade was de temperatuur
overdag 4°, het dagelijksche maximum
bijna 6° en het minimum 3° er boven
in de derde dekade daarentegen was
de temperatuur vrij laag. Van den 6 tot
14 kwamen, over het geheele land bij
zonder hooge temperaturen voor op
eenige plaatsen werden vroeger bereik
te maxima met ongeveer 1° overschre
den. Gemiddeld bedroeg toen hef dage
lijksche maximum 29 tot 33° tegen 21°
normaal, den 13en zelfs gemiddeld bijna
34° Maastricht had toen 36.1° als
maximum. In den nacht van den 13 op
14 bleef op de meeste stations het mini
mum boven 19 a 22° te Hoorn was het
zelfs 23.5°. De hoeveelheid neerslag ge
middeld over het geheele land bedroeg
slechts 51 m.M. tegen 71 m.M. normaal
in het Z. waren de afwijkingen het
grootst, in Groningen daarentegen was
de regenval iets boven normaal. In de
eerste helft der maand was het nage
noeg overal droog weer. Den 15 maak-
niet duldde.
Kon u 'dan na al üw vroegere on
dervinding gelooven, dat hij om zulke
woorden iets zou geven
Hij: wist, dat ik niets op mijn eer
laat zitten.
De aangeklaagde staarde dof voor
zich. Plotseling wierp hij zich op de
bank neer en schreide als een kind.
Het moet toch een erbarmelijke
kerel geweest zijn, die ander, zei Hof
man, wien het heele voorval, buitenge
woon trof, tegen Selstermann, een eer
lijk mensch zoo te gronde te richten,
uit pure baatzucht.
Selstermann, wendde geen blik van
den aangeklaagde af.
De voorzitter wachtte geruimen rijd,
tot de aangeklaagde weer bedaarder
scheen. Diens kreunen had slechts kort
geduurd. Langzamerhand had hij zich
weer opgericht.
Toen vertelde hij verder wat er ge
beurd was.
Er was nu een half uur pauze.
Selstermann stond alleen voor een
raam en keek op den leegen hof van
het gebouw, waar de herfstwind de
kastanjebladeren door de lucht deed
dwarrelen. Ook hij was in zijn hart
door een wervelstorm aangegrepen, die
hem alle kalmte benam. Herhaaldelijk
was het hem onder het verhoor geweest
alsof hij moest uitroepen Halt Laai
mij, naar beneden gaan. Niet hij, ik ben
de eerste aangeklaagde, over wien ge
heden vonnis moet vellen. Niet dit
slachtoffer van eigenbaat moet gestraft
worden, de eigenbaat zeif moet aan de
te een onweer, dat zich over geheel
Nederland uitlokte, een einde aan bo
vengenoemd hittetijdperk den 26
kwam in de N/t.-lijke provincies ook
onweer voor. Het aantal uren met zon
neschijn gemiddeld over de vijf hoofd
stations bedroeg ruim 217 tegen 182
uren ngrmaal de drie dekaden lelden
resp. 96, 72 en 49 uren.
VLISSINGEN, 23 AUGUSTUS.
Het Raadslidmaatschap van
Dr. Staverman.
Door den heer Staverman is het na
volgende op 17 Augustus 1923 geda
teerde schrijven van Burg. en Weth.
ontvangen
Door het aanvaarden van uwe benoe
ming tot chirurg van het gasthuis inge
volge raadsbesluit van 3 Augustus
1923, No. 25, welke betrekking volgens
artikel 23 f van de Gemeentewet on-
vereenigbaar is met het lidmaatschap
van den Raad, houdt U op lid te zijn
van den Gemeenteraad van Vlissin
gen.
Waar door U niet is voldaan aan de
bepaling van art. 25 ie al. Gemeentewet
„waarschuwen" wij, U ingevolge art. 25
2e al. dier wet daarvan kennis te geven
aan den Raad.
Waar het ons bekend is, dat door U
veel waarde wordt gehecht aan het be
houd van het lidmaatschap van den
Raad en ook in de 'laatste raadszitting
nog door verschillende raadsleden bij
ons werd aangedrongen te trachten U
zoo mogelijk voor onzen raad te behou
den, hebben wij' zeer ernstig overwo
gen, of deze wensch uitvoerbaar was.
Tevens hebben wij advies ingewonnen
van hef bekende „Bureau voor Staat-
en administratiefrechtelijke adviezen",
welk advies wij in afschrift aan dit
schrijven toevoegen.
Waar U ons zeker dadelijk zult toe
stemmen, dat noch door het Gemeen
tebestuur noch door Regenten onware
verklaringen kunnen en mogen worden
afgelegd, is het o.i. echter volkomen
duidelijk gebleken, dat ingevolge de
Gemeentewet de geuite wensch niet kan
worden vervuld.
Door dr. Staverman is heden het on
derstaande antwoord op dit schrijven
aan Burg. en Weth. verzonder,
Naar aanleiding van uw schrijven no.
1634 van 17 Augustus 1923 heb ik de
eer U te berichten, dat ik geheel in
overeenstemming met mijn juridischen
adviseur, mr. J. Adriaanse te Middel
burg. van oordeel ben, dat, waar art. 25
der Gemeentewet spreekt van Een
lid van den raad een der in art. 23 uit
gesloten betrekkingen aannemende,
houdt op lid te zijn", dit art. niet op mij
van toepassing kan zijn, omdat ik
thans geen lid van den Raad ben en als
zoodanig pas kan fungeeren na mijn
beëediging op 4 September a.s. Eerst
na dat tijdstip kan door U de procedure
"evoigd worden als bedoeld in al. 2 van
art. 25.
Uit bovenstaande uiteenzetting volgt,
dat ik uwe „waarschuwing" op dit
oogenbük als ten onrechte tot mij ge
richt beschouw.
Wat betreft uwe meening omtrent de
onvereenigbaarheiri van mijn raadslid
maatschap met mijn functie van chirurg
Dr. Staverman is thans geen lid
van den Raad. Red.)
kaak gesteld worden en bovenal ik, die
ook zoo'n hulpeloos mensch geofferd
en in het ongeluk gestort heb
Toen daarna de voorzitter de tref
fende woorden van waarheid en recht
en geluk sprak, was den koopman de
last bijna ondragelijk geworden. Hij
schoof onrustig heen en weer, wreef de
handen, wischfe zich het zweet van het
voorhoofd en trok zoo de aandacht van
zijn buurman, dat deze hem aankeek en
met het hoofd1 knikte. Nu stond 'de
schrijnwerker, die zich tot hem aange
trokken gevoelde, naast hem en zei
Nietwaar Het heeft u ook geweldig
aangegrepen Ik zag het. U was hee-
lemaal bleek. Ja, als men zoo iets nog
nooit heeft beleefd Wat een geluk is
een rein geweten Al had men niets
dan een stuk brood met water, dan was
men toch rijk tegenover zoo'n mensch
Ik heb medelijden met hem. Het is een
arme drommel. Maar doodslaan mag
men toch niemand, al, was het nog zoo'n
schurk. En dat was het 1
Selstermann kromp ineen bij die
woorden.
Het was hem, alsof hij den arm van
den buurman moest vatten, hem terzijde
moest leiden en hem moest zeggen
Luister naar mij 1 Ik ben ook zoo
slecht Hoor mijn biecht van den eer
sten dag van mijn dwaalleven af aan.
U zal het begrijpen, u zal mij kunnen
zeggen, wat >k thans moet doen, u is
een geheel vreemde, door niets voor of
tegen mij ingenomen uit uw mond,
man tegen man, wil ik mijn vonnis en
mijne toekomst hooren
van het Gasthuis, mede op gezag van
mr. Adriaanse, betwist ik daarvan de
gegrondheid en ten deze reserveer ik mij
al mijne rechten, welke ik zal doen gel
den zoodra eene waarschuwing uwer
zijds mij, zai bereiken. Wanneer ik in
functie ben getreden als raadslid.
Art. 23 van de Gemeentewet luidt als
volgt
Het lidmaatschap van den Raad is
onvereenigbaar met de betrekking van
a.
b
c
d
e
f. ambtenaar, vanwege het gemeente
bestuur aangesteld, of daaraan onder
geschikt, behoudens de bevoegdheid
van den Burgemeester, die Secretaris
der gemeente is, om tevens lid van den
Raad te zijn
g
h
i
k
De bepaling der zinsnede f is niet vaq
toepassing op de ambtenaren van den
burgerlijken stand, noch op de leden
van armbesturen, noch op de leden van
het bestuur van godshuizen, en andere
instellingen van liefdadigheid noch
eindelijk op genees-, heel- of verlos
kundigen. die met de armenpraktijk be
last zijn.
Art. 25 van de Gemeentewet luidt
Een lid van den raad, een der in ar
tikel 19 vermelde vereischten verliezen
de. of eene der in artikel 23 uitgesloten
betrekkingen aannemende, houdt op lid
te ziin. Hij geeft hiervan kennis aan den
raad. met ve-melding der reden.
indien, de in de eerste zinsnede be
doelde kennisgeving niet is gedaan, en
Burg. en Weth. evenwel van oordeel
ziin dat een der aldaar omschreven ge
vallen zich voordoet, waarschuwen zij
den belanghebbende.
Het staat dezen vrij, de zaak binnen
acht dagen aan den raad te onderwer
pen. Od 's raads beslissing zijn dan de
a tt. 3337 van toepassing.
De voorziening, overeenkomstig arti
kel 18a. in de opengevallen plaats ge
schiedt binnpn veertien dagen nadat de
termiin gesteld in het vorig lid is ver
streken, of. is de zaak aan den raad
onderworpen, binnen eene maand na
dat de einduitsDraak ter kennis is ge
komen van den voorzitter van het
hoofdstembureau, aangewezen in arti
kel 34. tweede lid der Kieswet.
Na informatie ter bevoegder plaatse
is ons gebleken, <jat Burg. en Weth. de
kwestie betreffende het tijdstip, waarop
iemand lid van den Raad wordt, vóór
het toezenden van hun schrijven aan
dr. Staverman, wel degelijk hebben
overwogen. Het College heeft zich ge
schaard aan de zijde van gezaghebben
de schrijvers, die van oordeel zijn, dat
ais tijdstip, waarop iemand' lid van den
Raad wordt, moet worden beschouwd
het oogenblik, waarop de geloofsbrie
ven van het nieuwe lid zijn goedge
keurd en tot toelating door den Raad
is besloten. Zij deden dit te meer, om
dat dan nog vóór het optreden van den
nieuwen Raad op 4 September a.s., om
trent de vraag betreffende het al of
niet vereenigbaar zijn van de functie
van gemeentechirurg met het raadslid
maatschap door den Raad een beslis
sing zou kunnen worden genomen. Nu
dr. Staverman blijkt daartoe niét te
willen medewerken, zal dus die beslis
sing door den nieuwen Raad moeten
worden genomen,
Hoe meer hij den ander aanzag, die
in gedachten verzonken daar stond; hoe
sterker werd zijn vertrouwen in hem.
Juist die kalmte, die zekerheid; dat
warme aandeel in het lot van den aan
geklaagde was het, wat .hij zelf be
hoefde, waarnaar hij smachtte... wie
weet, of niet zijn opgewondenheid zich
iucht verschaft had in een of andere
meer duidelijke toespeling ais niet de
rechters weer waren binnengetreden.
Allerlei getuigen kwamen voor, die
de beste getuigenissen gaven omtrent
den beschuldigde, die steeds alle lasten
had gedragen, steeds had de ander een
gemakkelijk leven geleid op zijn kosten.
Toen de moeder van den beschuldig
de voor kwam, ontstond er druktke in
de ruimte voor de toehoorders. Hij zelf
had slechts eenmaal even naar haar
omgezien en keek bii haar verhoor in
de lucht, alsof hii iets hoorde, dat hem
totaal onwaarschijnlijk of vreemd: voor
kwam. Soms glimlachte hij ook als
iemand, die het beter wist en schudde
het hoofd. Zij schilderde haar zoon als
een braaf, goedaardig, voor zijn moeder
bezorgd mensch. Eerst toen de vriend
schap voor den ander steeds sterker
was geworden, veronachtzaamde hij de
oude vrouw geheel en leefde ten slotte
met haar in onmin omdat zij hem ver
wijten maakte. Niemand hoorde zonder
innig medelijden de weeklacht van de
grijze oude vrouw.
Alleen de aangeklaagde bleef er
kalm onder.
(Wordt vervolgd.)