DONDERDAG 23 AUGUSTUS No 19861e Jaargang 1923 BINNENLAND FEUILLETON KLATERGOUD. Stads= en P/o vincienieuws VLISSIINGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- rhrren f2.20 per drie maanden. Franco doorhêt geheele rijk ƒ2.50. Week-abon- tementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent advertentie-prijs. Van 1—4 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en diensteanvragen van 1—5 regels 65 centiedere regel meer 15 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70, Iedere regel meer 26 cent De toestand op scheepvaartgebied. In esen overzicht van de vrachten- markt, voortkomende in de „Dagelijk- sche Beurscourant^ lezen wij o.a. het volgende De algemeene toestand van het vrachtbedrijf is somberder dan ooit. De onzekere politieke vooruitzichten dwin gen afladers tot groote voorzichtigheid, terwijl zij bovendien toch reeds langen groote moeite hebben markten voor hun goederen te vinden. De toestand aan do La Plata-markt is zoo slecht, dat sommige reeders hun schepen vandaar naar de salpeterhavens lieten vertrek ken. Maar ook aldaar gaat het vracht- bedrijf gebukt onder de tijdsomstandig heden. Want hoe groot de behoefte aan salpeter voor den landbouw in verschei dene landen van Europa ook zijn mag. de stand der wisselkoersen maakt het voor deze onmogelijk de noodige voor raden te doen aanvoeren. Voor de tranipvaart is de toestand wel het ergst. Immers, behalve de zeer onvoldoende kans om lading voor hun schepen te vinden, ontmoeten zij tevens de toenemende concurrentie der lijn- booten. In 't bijzonder is dit het geval aan de Oostersche markten, waar se dert verscheidene weken zoo goed als geen bevrachtingen van trampschepen hebben plaats gehad. Ook in de vaart van Noord Amerika is de concurrentie van het lijnbedrijf voor de trampvaart scherper geworden. Deze conccurrentie Ls trouwens een be wijs te meer van zeer onvoldoende la ding voor algemeene scheepvaart. Alles te zamen -genomen ziet het er voor het reederijbedrijf zeer donker uit. Onder den invloed van aanbod v?3 ruimte tegenover de vraag voor den handel aan alle markten is het niet te verwonderen, dat vrachtkoersen nog een gestadigen teruggang aanwijzen, niettegenstaande deze reeds verscheide ne weken gezonken waren tot een ver lies aanbrengend of onloonend peil. Het verloop der koersbeweging verklaart zich door de cijfers, welke dienaan gaande door de Engelsche Kamer van Scheepvaart werden gepubliceerd. Het indexcijfer voor vrachten in de internationale scheepvaart voor Juli is (tegenover de basis van 100 in 1920) 27.61, tegen 28.68 voor Juli en 27.80 voor Juli 1922, zijnde een daling van resp. 3.74 en 0.68 Sedert Januari 1920 valt alleen voor Sept. een lager cijfer aan te wijzen dan voor Juli j.l. De Leidsche ziekenhuis-kwestie. Daarover schrijft de „Prov. Geld. en Nijm. Couranf' o.m. het volgende Men herinnert zich misschien, dat nog niet zoo heel lang geleden de minister van onderwijs, kunsten en wetenschap pen aan de Tweede Kamer heeft mede gedeeld, dat de bouw van het zieken- 53) Is .dat waar vroeg de voorzitter steeds weer. En doodkalm antwoordde de beklaagde weer ja en verzuimde niet, er herhaaldelijk aan toe te voegen Hij wjas mijn vriend. De voorzitter glimlachte ongeduldig. Zeker, u hebt hem altoos als vriend beschouwd en behandeld, al gaf hij aan die vriendschap ook een heel zelfzuchtige uitlegging. Maar bij ver standige menschen heeft de vriend schap toch een deel en een grens 'in eigen recht op bestaan. U had hem toch uw standpunt eens duidelijk moeten maken... of u had anders niet om eene naar verhouding toch geringe zaak plotseling zoo boven alle verwachting geprikkeld mogen wezen. De eerste keer, dat de beklaagde zich oprichtte en met nadruk antwoordde Mijne eer is toch geen geringe zaak. U hebt gelijk. De eer is stellig geen geringe zaak. Zij is het hoogste goed van een fatsoenlijk mensch. Maar net valt op, dat gij, uw eigen persoon zoo door hem liet overheerschen... en caar, waar hij slechts een kleine verte ringsschuld op uw naam maakte sloeg u er op in. 'k ben nog nooit iemand iets scnuldig gebleven, zei de aangeklaagde. Ik begrijp hem volkomen, merkte huis te Leiden, waaraan al eenige jaren gewerkt is, waarschijnlijk zoo ongeveer het dubbele aantal millioenen zou kos ten, dan was aangevraagd en toege staan. Men herinnert zich wellicht ook, dat onlangs in de bladen sprake is geweest van een rijksbouwmeester, wien velerlei „onregelmatigheden" werden ten laste gelegd. En wie nu het relaas van die „onre gelmatigheden" leest, zooals de „Tele graaf" dat gaf, die walgt van zooveel oneerlijkheid die huivert bij de epide mie van diefstal en verduistering, die daar geheerseht heeft en die begint te 'vermoeden, hoe het komt. dat dat Leid sche ziekenhuis zooveel millioenen ver slindt, die de belastingbetalers noode- loos moeten opbrengen. Die rijksbouwmeester liet op het ter rein van Leiden door werklieden, die daar werkzaam heetten te zijn, een serre voor zijn Haagsche woning maken die serre werd naar Den Haag vervoerd, van glas voorzien en door ziekenhuis arbeiders aan 's mans particuliere wo ning opgesteld de ioonen werden voor het rijk genoteerd en de materialen be hoorden aan het rijk. ■En zoo luidt het verhaal t(*?n eenmaal de hoogste chef deze „onregel matigheid" had begaan, toen maakte hij school. De kleinere chefs volgden het voor beeld en de arbeiders werden tot mede plichtigen gemaakt of werden vrijwel gedwongen tP zwijgen. Er werden op het terrein heele ameublementen ge maakt. die aan een bekend adres in de stad werden afgeleverd. In de dagen vóór Sinterklaas werden er schilderij lijsten en bouwdoozen en andere Sin- terklaas-cadeau's gefabriceerd. Zeifs in dp stad werd er op rekening van den ziekenhuisbouw gewit en ge schilderd en gerepareerd. On het terrein moet in den schralen disfributietijd een brikettenmachine en een varkensmesterii in werking geweest zijn en steigerhout werd tot brandhout gezaagd en gekloofd. Voor de expeditie van deze smokkelwaar had men afzon derlijk personeel, dat geen kwaad ver moeden wekte. Steenen. cement, grint en ander ma teriaal. dat aangevoerd werd, ging soms rechtstreeks de stad in met andere bestemming dan het ziekenhuis, dat buiten de stad ligt. En omdat er dan geen materiaal was. hingen de arbei ders wat om. Wij bekorten het verhaal van alle ongerechtigheden, die er hebben plaats gehad. Hef is, naar onze meening. een leerschool geweest van de slechtste soort en een wedstrijd in het kapen en verduisteren. Wat de werkeloosheid te Rotterdam kost. De gemeentebegrooting van Rotter dam voor 1924 zal de sporen dragen van de tijdsomstandigheden. Nu de goede jaren hun invloed niet meer doen 'relden °P de inkomstenbe lasting is de opbrengst daarvan aan zienlijk verminderd, terwül ook de overige inkomsten geen expansie too- nen. Daartegenover staat, dat de uitgaven geen merkbare teekenen geven van da ling integendeel zeifs. Als men na gaat. dat uithoofde van de werkeloos heid de uitkeeringen thans een hoogte hebben bereikt naar rato van 6 millioen per jaar. welke uit gewone inkomsten gevonden moeten worden, zal het dui- Bofntan halfluid op tot zijn buurman Selstermann, die geen blik van den aan geklaagde afgewend had en slechts ver strooid knikte. Mii dunkt, richtte de voorzitter zich nu tot den officier van justitie, den verdediger en de jury, de gedachten- gang van den beschuldigde is duidelijk genoeg geworden, zoodat ik bii dit eerste verhoor niet vender wensch door te gaan, maar overga tot de daad zelf. IU is dus, nadat u in uwe vaste herberg gehoord had van de schuld op uw naam gemaakt, na die betaald en iets verteerd te hebben, naar huis ge gaan. Was u beschonken Neen. Wat hebt u dan onderweg ge dacht Het hinderde mij. Het hinderde u. Hebt u in die bit terheid u voorgenomen, hem te straffen, u op hem te wreken Ik wilde 't hem zeggen. Men zou kunnen aannemen, dat u misschien in begrijpelijke ergernis on derweg had: besloten, hu eindelijk eens met hem af tP rekenen, u hem van den hals te schuiven. Hebf u zulke gedach ten gehad onderweg Neen, zei de aangeklaagde weer en voegde er vol overtuiging weer ais straks aan toe Hij was immers mijn vriend. iHij was uw vriend, maar u wilde het hem zeggen. Hoe wilde u het hem dan zeggen Ik wilde hem zeggen, dat hij dat niet meer doen mocht, omdpt ik het deiiik zijn, dat het evenwicht ernstig is verstoord. Er zal dus niet anders op zitten dan een belangrijke belasting- verliooging, tenzij Burg. en Weth. op drastische wijze het mes weten te zetten in de .gewone uitgaven. Anti-vlootwet-comité Onder voorzitterschap van mevrouw Pestman Koning te Rotterdam, is gis teravond in „Tivoli" aldaar een bijeen komst gehouden, belegd door het voor- loopig anti-vlootwet-comité, waarin een definitief comité is benoemd, het welk als volgt werd samengesteld mevr. d.r. A. Mankes-Zernike, mevr. Callenbach en de heer J. N. de Jong, allen te Rotterdam, mevr. Mulder van der Graaft, den Haag en dT. vafi de Laar, Gervdringen. Dit comité kan wor den uitgebreid. Het zal in hoofdzaak werkzaam zijn voor de vorming van plaatselijke comité's en het beleggen van meetings. Toelating als Raadslid. De raad der gemeente Wisch besloot met algemeene stemmen bij de Kroon in beroep te gaan van de beslissing van Ged. Staten van Gelderland waarbij dr. K. A. Ten Bosch niet is toegelaten als lid van. den raad dier gemeente. De heer Ten Bosch was vóór het in zenden van zijn geloofsbrief od zijn ver zoek op non-activiteit gesteld als ge meente-geneesheer. De raad besloot toen tot toelating, maar Ged. Staten achtten den uitslui- tingsgrond van ar. 23, 4 sub j der Ge meentewet nog aanwezig. Het weer in Juli. Aan het overzicht van het weer in de maand Juli, opgemaakt door het Kon. Ned. Met. instituut te De Bildt, is het volgende ontleend Gedurende nagenoeg de geheele maand werden ten Z.W. van Europa in de omgeving der Azoren hooge druk kingen aangetroffen een ander gebied strekte zich van den 4 tot 12 over de Oostzee uit Van den 7 tot 15 trokken eenige meest ondiepe depressies langs het Engelsche Kanaal daarna werden vooral over de Noordzee en Scandina vië depressies aangetroffen. H. t. 1. wa ren in de eerste helft der ntaand O.-lijke en Z.O.-lijke, in de tweede helft Z.W.- ■lij'ke en W.-lijJ^e winden talrijker dan gewoonlijk in Tie derde dekade was de gemiddelde windkracht boven normaal. De temperatuur was gemiddeld over de geheele maand ongeveer 2°, het mi nimum 1 a 2° boven normaal in de tweede dekade was de temperatuur overdag 4°, het dagelijksche maximum bijna 6° en het minimum 3° er boven in de derde dekade daarentegen was de temperatuur vrij laag. Van den 6 tot 14 kwamen, over het geheele land bij zonder hooge temperaturen voor op eenige plaatsen werden vroeger bereik te maxima met ongeveer 1° overschre den. Gemiddeld bedroeg toen hef dage lijksche maximum 29 tot 33° tegen 21° normaal, den 13en zelfs gemiddeld bijna 34° Maastricht had toen 36.1° als maximum. In den nacht van den 13 op 14 bleef op de meeste stations het mini mum boven 19 a 22° te Hoorn was het zelfs 23.5°. De hoeveelheid neerslag ge middeld over het geheele land bedroeg slechts 51 m.M. tegen 71 m.M. normaal in het Z. waren de afwijkingen het grootst, in Groningen daarentegen was de regenval iets boven normaal. In de eerste helft der maand was het nage noeg overal droog weer. Den 15 maak- niet duldde. Kon u 'dan na al üw vroegere on dervinding gelooven, dat hij om zulke woorden iets zou geven Hij: wist, dat ik niets op mijn eer laat zitten. De aangeklaagde staarde dof voor zich. Plotseling wierp hij zich op de bank neer en schreide als een kind. Het moet toch een erbarmelijke kerel geweest zijn, die ander, zei Hof man, wien het heele voorval, buitenge woon trof, tegen Selstermann, een eer lijk mensch zoo te gronde te richten, uit pure baatzucht. Selstermann, wendde geen blik van den aangeklaagde af. De voorzitter wachtte geruimen rijd, tot de aangeklaagde weer bedaarder scheen. Diens kreunen had slechts kort geduurd. Langzamerhand had hij zich weer opgericht. Toen vertelde hij verder wat er ge beurd was. Er was nu een half uur pauze. Selstermann stond alleen voor een raam en keek op den leegen hof van het gebouw, waar de herfstwind de kastanjebladeren door de lucht deed dwarrelen. Ook hij was in zijn hart door een wervelstorm aangegrepen, die hem alle kalmte benam. Herhaaldelijk was het hem onder het verhoor geweest alsof hij moest uitroepen Halt Laai mij, naar beneden gaan. Niet hij, ik ben de eerste aangeklaagde, over wien ge heden vonnis moet vellen. Niet dit slachtoffer van eigenbaat moet gestraft worden, de eigenbaat zeif moet aan de te een onweer, dat zich over geheel Nederland uitlokte, een einde aan bo vengenoemd hittetijdperk den 26 kwam in de N/t.-lijke provincies ook onweer voor. Het aantal uren met zon neschijn gemiddeld over de vijf hoofd stations bedroeg ruim 217 tegen 182 uren ngrmaal de drie dekaden lelden resp. 96, 72 en 49 uren. VLISSINGEN, 23 AUGUSTUS. Het Raadslidmaatschap van Dr. Staverman. Door den heer Staverman is het na volgende op 17 Augustus 1923 geda teerde schrijven van Burg. en Weth. ontvangen Door het aanvaarden van uwe benoe ming tot chirurg van het gasthuis inge volge raadsbesluit van 3 Augustus 1923, No. 25, welke betrekking volgens artikel 23 f van de Gemeentewet on- vereenigbaar is met het lidmaatschap van den Raad, houdt U op lid te zijn van den Gemeenteraad van Vlissin gen. Waar door U niet is voldaan aan de bepaling van art. 25 ie al. Gemeentewet „waarschuwen" wij, U ingevolge art. 25 2e al. dier wet daarvan kennis te geven aan den Raad. Waar het ons bekend is, dat door U veel waarde wordt gehecht aan het be houd van het lidmaatschap van den Raad en ook in de 'laatste raadszitting nog door verschillende raadsleden bij ons werd aangedrongen te trachten U zoo mogelijk voor onzen raad te behou den, hebben wij' zeer ernstig overwo gen, of deze wensch uitvoerbaar was. Tevens hebben wij advies ingewonnen van hef bekende „Bureau voor Staat- en administratiefrechtelijke adviezen", welk advies wij in afschrift aan dit schrijven toevoegen. Waar U ons zeker dadelijk zult toe stemmen, dat noch door het Gemeen tebestuur noch door Regenten onware verklaringen kunnen en mogen worden afgelegd, is het o.i. echter volkomen duidelijk gebleken, dat ingevolge de Gemeentewet de geuite wensch niet kan worden vervuld. Door dr. Staverman is heden het on derstaande antwoord op dit schrijven aan Burg. en Weth. verzonder, Naar aanleiding van uw schrijven no. 1634 van 17 Augustus 1923 heb ik de eer U te berichten, dat ik geheel in overeenstemming met mijn juridischen adviseur, mr. J. Adriaanse te Middel burg. van oordeel ben, dat, waar art. 25 der Gemeentewet spreekt van Een lid van den raad een der in art. 23 uit gesloten betrekkingen aannemende, houdt op lid te zijn", dit art. niet op mij van toepassing kan zijn, omdat ik thans geen lid van den Raad ben en als zoodanig pas kan fungeeren na mijn beëediging op 4 September a.s. Eerst na dat tijdstip kan door U de procedure "evoigd worden als bedoeld in al. 2 van art. 25. Uit bovenstaande uiteenzetting volgt, dat ik uwe „waarschuwing" op dit oogenbük als ten onrechte tot mij ge richt beschouw. Wat betreft uwe meening omtrent de onvereenigbaarheiri van mijn raadslid maatschap met mijn functie van chirurg Dr. Staverman is thans geen lid van den Raad. Red.) kaak gesteld worden en bovenal ik, die ook zoo'n hulpeloos mensch geofferd en in het ongeluk gestort heb Toen daarna de voorzitter de tref fende woorden van waarheid en recht en geluk sprak, was den koopman de last bijna ondragelijk geworden. Hij schoof onrustig heen en weer, wreef de handen, wischfe zich het zweet van het voorhoofd en trok zoo de aandacht van zijn buurman, dat deze hem aankeek en met het hoofd1 knikte. Nu stond 'de schrijnwerker, die zich tot hem aange trokken gevoelde, naast hem en zei Nietwaar Het heeft u ook geweldig aangegrepen Ik zag het. U was hee- lemaal bleek. Ja, als men zoo iets nog nooit heeft beleefd Wat een geluk is een rein geweten Al had men niets dan een stuk brood met water, dan was men toch rijk tegenover zoo'n mensch Ik heb medelijden met hem. Het is een arme drommel. Maar doodslaan mag men toch niemand, al, was het nog zoo'n schurk. En dat was het 1 Selstermann kromp ineen bij die woorden. Het was hem, alsof hij den arm van den buurman moest vatten, hem terzijde moest leiden en hem moest zeggen Luister naar mij 1 Ik ben ook zoo slecht Hoor mijn biecht van den eer sten dag van mijn dwaalleven af aan. U zal het begrijpen, u zal mij kunnen zeggen, wat >k thans moet doen, u is een geheel vreemde, door niets voor of tegen mij ingenomen uit uw mond, man tegen man, wil ik mijn vonnis en mijne toekomst hooren van het Gasthuis, mede op gezag van mr. Adriaanse, betwist ik daarvan de gegrondheid en ten deze reserveer ik mij al mijne rechten, welke ik zal doen gel den zoodra eene waarschuwing uwer zijds mij, zai bereiken. Wanneer ik in functie ben getreden als raadslid. Art. 23 van de Gemeentewet luidt als volgt Het lidmaatschap van den Raad is onvereenigbaar met de betrekking van a. b c d e f. ambtenaar, vanwege het gemeente bestuur aangesteld, of daaraan onder geschikt, behoudens de bevoegdheid van den Burgemeester, die Secretaris der gemeente is, om tevens lid van den Raad te zijn g h i k De bepaling der zinsnede f is niet vaq toepassing op de ambtenaren van den burgerlijken stand, noch op de leden van armbesturen, noch op de leden van het bestuur van godshuizen, en andere instellingen van liefdadigheid noch eindelijk op genees-, heel- of verlos kundigen. die met de armenpraktijk be last zijn. Art. 25 van de Gemeentewet luidt Een lid van den raad, een der in ar tikel 19 vermelde vereischten verliezen de. of eene der in artikel 23 uitgesloten betrekkingen aannemende, houdt op lid te ziin. Hij geeft hiervan kennis aan den raad. met ve-melding der reden. indien, de in de eerste zinsnede be doelde kennisgeving niet is gedaan, en Burg. en Weth. evenwel van oordeel ziin dat een der aldaar omschreven ge vallen zich voordoet, waarschuwen zij den belanghebbende. Het staat dezen vrij, de zaak binnen acht dagen aan den raad te onderwer pen. Od 's raads beslissing zijn dan de a tt. 3337 van toepassing. De voorziening, overeenkomstig arti kel 18a. in de opengevallen plaats ge schiedt binnpn veertien dagen nadat de termiin gesteld in het vorig lid is ver streken, of. is de zaak aan den raad onderworpen, binnen eene maand na dat de einduitsDraak ter kennis is ge komen van den voorzitter van het hoofdstembureau, aangewezen in arti kel 34. tweede lid der Kieswet. Na informatie ter bevoegder plaatse is ons gebleken, <jat Burg. en Weth. de kwestie betreffende het tijdstip, waarop iemand lid van den Raad wordt, vóór het toezenden van hun schrijven aan dr. Staverman, wel degelijk hebben overwogen. Het College heeft zich ge schaard aan de zijde van gezaghebben de schrijvers, die van oordeel zijn, dat ais tijdstip, waarop iemand' lid van den Raad wordt, moet worden beschouwd het oogenblik, waarop de geloofsbrie ven van het nieuwe lid zijn goedge keurd en tot toelating door den Raad is besloten. Zij deden dit te meer, om dat dan nog vóór het optreden van den nieuwen Raad op 4 September a.s., om trent de vraag betreffende het al of niet vereenigbaar zijn van de functie van gemeentechirurg met het raadslid maatschap door den Raad een beslis sing zou kunnen worden genomen. Nu dr. Staverman blijkt daartoe niét te willen medewerken, zal dus die beslis sing door den nieuwen Raad moeten worden genomen, Hoe meer hij den ander aanzag, die in gedachten verzonken daar stond; hoe sterker werd zijn vertrouwen in hem. Juist die kalmte, die zekerheid; dat warme aandeel in het lot van den aan geklaagde was het, wat .hij zelf be hoefde, waarnaar hij smachtte... wie weet, of niet zijn opgewondenheid zich iucht verschaft had in een of andere meer duidelijke toespeling ais niet de rechters weer waren binnengetreden. Allerlei getuigen kwamen voor, die de beste getuigenissen gaven omtrent den beschuldigde, die steeds alle lasten had gedragen, steeds had de ander een gemakkelijk leven geleid op zijn kosten. Toen de moeder van den beschuldig de voor kwam, ontstond er druktke in de ruimte voor de toehoorders. Hij zelf had slechts eenmaal even naar haar omgezien en keek bii haar verhoor in de lucht, alsof hii iets hoorde, dat hem totaal onwaarschijnlijk of vreemd: voor kwam. Soms glimlachte hij ook als iemand, die het beter wist en schudde het hoofd. Zij schilderde haar zoon als een braaf, goedaardig, voor zijn moeder bezorgd mensch. Eerst toen de vriend schap voor den ander steeds sterker was geworden, veronachtzaamde hij de oude vrouw geheel en leefde ten slotte met haar in onmin omdat zij hem ver wijten maakte. Niemand hoorde zonder innig medelijden de weeklacht van de grijze oude vrouw. Alleen de aangeklaagde bleef er kalm onder. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1