150 100 25 EN THIEMf "s Kauwgom 10Q0 WOENSDAG agHfea 8 AUGUSTUS 8 AUGUSTUS 61e Ja&rgang ■MÖS3- tdienstMedio inbiedingen taanuraqen agdienstbode IPMEISJE. i Maatschappij van omvaart Biljavefirma f. VAN OE VELDE lr Jatstraat 58, Vlissingen. ïel. Interc. 10. Postrekening 6B287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Gfir iio°d 3fifi BINNENLAND FEUILLETON KLATERGOUD. Stads= en Fi'ovincienieuws KOERSEN. en, 7 Augustus,, des na- t officieel) !-koersen. tl verkoopen. 1142.54 Londen Berlijn 0.00.00.50— 11.50—ƒ11.57; Parijs Weenen ƒ0.00.35— papier. .54 Ponden 11.55— .00.01—ƒ0.00.02 Bel- ■5011.60 Fransche1 75. 5ER1CHT. stand 764.7' te Rennes. rstand 750.4 te ;Ye§f- m-avond van 8 Augus- atige wind uit Z feitelijk bewolkt, ets warmer. - t TE VLISSINGEN. «-NO 185 v.nv 11.12 12.08. n.m. 11.43' 12.38». INT KAUWGOM rdert de spijs* zuivert den rfrischt den bewaart de egen bederf. at verkrijgbaar. f Fa. B. Meindersma, Oen Haag. - nijg baar in o g i s t e r i j A 94, Middelburg ifoon 511 de Nieuwstraat leren worden zon- ening van af- afgehaald door G, Telefoon 167. Aanbevelend, ENIOND, Agent. L3REN: ;aande tot eerste Broche, cammia t. Tegen goede be te bezorgen Strand :t beneden de 16 Mej. VAN DEN llamypark 17. roor noodhulp net LAMBOOY—VAN voor terstond een Quakkelaarstr. 137. iddelb. - Rotterdam ;elegen plaatsen. AN PASSAGIERS *EN EN VEE. T. «Ui T.m. mr 8 tus 8 I. RStt '.m. hm ies te bekomen V. Transport- en Exp Lrven G. VOS, Tel", EENHOORN, Tel. 153. OSTERHOUT, Tel. 822* UITENHEË, Tel 101. VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels ƒ1.10; voor lederen regel meer 26 ct. per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België ƒ4.15. Jl Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs. Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent. a Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en-aanvragen 13 ct. per regel ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. tfUU een ongeluk. UUU gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. De minister-crisis. De „Standaard" meldt Een bericht in het Centrum, dat in de vacature van minister De Geer tot minister van finan ciën zal worden benoemd de heer H. Colijn, moet voorbarig worden geacht. ©e „Residentiebode" voegt aan de mededeeling dat het bericht van het „Centrum" „niet geheel juist" is toe, dat de heer Colijn wel is aangezocht en krachtige aandrang op hem is geoefend om deze portefeuille te aanvaarden, maar dat tot nu toe de heer Colijn nog niet bereid gevonden is het aangeboden ambt te aanvaarden. In verband hiermede vernam dit blad nog, dat de oorspronkelijke staatsbe- groóting voor 1924 een tekort aanwees van 140 millioen. Intusschen wordt in ■deze begrooting aanzienlijk besnoeid en zijn zeer ingrijpende 'bezuinigingmaat- regelen in voorbereiding. De +-correspondent van het „Hbld." 'kan daaraan toevoegen, dat de naam van den heer Colijn reeds in de aller eerste dagen van de crisis in politieke kringen is genoemd. Onze inlichtingen luiden nog steeds, dat er meer kans is op een verschuiving van de oplossing der crisis dan op een spoedige beslis sing. Als de heer Colijn, indien bereid, reeds aanstonds een benoeming zou aannemen zou dit zeer meevallen. De zomertijd. Doop den heer Braat is aan den mi nister van binnenlandsche zaken en landbouw het volgende gevraagd Is de minister bereid, mede te deelen of de gegevens, bedoeld aan het slot van het antwoord op de vragen betref fende den einddatum van den zomertijd zijn ontvangen en de vaststelling van dien datum spoedig is te semiet te zien De ex-keizer. De „Kreuzzeitung" deelt mede, aldus wordt uit Berlijn aan „de Tel." gemeld, dat de ex-keizer een aanzienlijk bedrag aan generaal Ludendorff heeft doen toekomen ten behoeve van het te Baden op te richten standbeeld voor Schlag- eter, den terechtgestelden Duitschen saboteur. Ook het personeel van den huize Doorn heeft hiervoor een belang rijke som beschikbaar gesteld. Straf en afschrikking. In het „Maandblad voor reclassee- ring" schrijft een rijksveldwachter over straf en afschrikking en betoogt aan de hand van voorbeelden, dat ons straf stelsel ,geen afschrikking veroorzaakt en dus geen pogingen tot levensverbe tering tot gevolg heeft (wat al voor vele jaren is opgemerkt.) In de eerste plaats blijkt dat. naar de schrijver zegt, uit het zeer groote aantal recidivisten. Hij ontmoette tal van menschen, die hem onder het transporteeren vertelden dat ze tien veroordeelingen achter den 40) In .elk geval, zei ze, laten wij alles, wat wij hebben aan dingen van waaide bijeen zoeken om ze, als het noodig is, te kunnen verkoopen. Je hebt gelijk, antwoordde hare moeder met blijde vastberadenheid. Wat geeft dat alles, als het gaat om de eer van de zaak Zij ging naar hare kast en haalde alle sieraden en kostbaarheden voor den dag. Ook Greta haalde wat zij bezat aan kleinoodiën. Neen, neen, riep de moeder vol vuur. Jij behoudt in elk geval het jouwe Maar het meisje weerde dit met be slistheid af. Het zou erg zijn, als ik niet naast u stond Wat ligt mij, bij alle vreugde, die u mij met die geschenken bereid «jebt, aan deze dingen, als ik er aan denk, waarom het thans gaat 1 Toen zij met hare toebereidselen ge reed was, verliet Greta de kamer om paar Alfred te zien. Hij mocht niet weer m zijne oude gebreken terugvallen en klein blijven naast de groote zorgen des huizes. Zij moest zijne wankelmoedig heid, die nog niet verdwenen was, door eenige opwekkende woorden doen ver dwijnen en ook hem uit den nood helpen. rug hadden en zegt, dat men meerma len menschen ontmoet, die er 20 of meer hebben gehad. Zoo weinig af schrikwekkend werkt de straf op som migen, dat een man, die naar Leeuwar den werd getransporteerd, voor het on dergaan van veertien jaren gevangenis straf, en er reeds verschillende had on dergaan, waaronder van vijf jaren, on derweg zei „Als ik er uitkom, zal ik oppassen, dat ze me niet zoo gauw weer te pakken krijgen." Inderdaad, zette hij na die veertien jaren zijn vroeger beroep met" dezelfde han digheid voort. Als oorzaak geeft schrijver aan, dat het leven in de cel een te gemakkelijk leventje is. Heel anders wordt evenwel geoordeeld over Veenhuizen, waar veel meer vrijheid is en waar de veroordeel den tabak krijgen... maar in de veen- ploeg, in dP boschploeg of waar dan ook is geregeld doorwerken de boodschap En daarvoor onderga je toch geen ge vangenisstraf. Neen dan liever in de cel. daar is het gemakkelijker, zegt de schrijver, en vervolgt dan En zoo ziet men het meermalen ge beuren, dat gevraagd wordt om niet naar Veenhuizen in de buitenlucht en met zijn tabak te gaan, maar naar de cel. Dat dit makkelijke leven in de strafgevangenis invloed en waarschijn lijk zeer grooten invloed heeft op het werk der reclasseering, zal niemand ontkennen. Iemand, die geruimen tijd in de ge vangenis heeft doorgebracht, is het werken ontwend en zal, wanneer hij niet spoedig een werkkring geheel naar zijn zin krijgt, er niet voor terugschrik ken om zich aan de tucht der reclas seering te onttrekken en terug te gaan naar de cel. Hetzelfde geldt, hoewel in mindere mate, voor hen, die nog geen gevange nisstraf hebben ondergaan. Uit een en ander blijkt, dat, wil het Nodcriandociic siratstélsel een steun worden voor de reclasseering, het een groote verandering zal moeten onder gaan, aldus de rijksveldwachter. ONZE HAVEN. Het is bekend dat de hoefijzercorres pondent van het „Hbld." het steeds voor Zeeuwsche belangen opneemt. Zoowel het loodswezen als onze haven mogen zich in zijn groote belangstelling verheugen. Thans heeft hij weer een artikel geschreven over onze haven en waar met de 'havenuitbreiding zoo ko lossaal getraineerd wordt, nemen -wij het artikel met onverdeelde instemming over. De lieer Elout schrijft het volgende Op 30 Novenfber van het vorige jaar heeft de Tweede Kamer, met op 3 na aigemeene stemmen, de motie-Van der Voort van Zijp aangenomen, waarin werd uitgesproken dat de (wettelijk voorgeschreven uitbreiding van de VlissingsChe 'haven moest geschieden „op den qorspronkelijken voet". Dat wil zeggen aanstonds beginnen met den kaaimuur. En minister Van Swaay had Toen Greta over den corridor ging, wenkte haar de oude Margareta in haar bescheiden, maar net kamertje, dat aan het einde van de gang lag. Ik heb het gehoord, zei ze met schuwe verlegenheid en stak het meisje haar spaarbankboekje toe Greta had niet terstond kracht voor een kalm ant woord. Toen nam zij met zachte hand het boek, legde het op het bed en greep de 'beide rimpelige handen der oude. ILieve, goede Margareet zei ze. Ik weet dat jij de laatste penning voor ons zou iwiHen geven. Maar dat mag niet, en behoeft gelukkig ook niet Toen wendde de oude het hoofd af, en van verdriet, dat haar goedhartig aanbod afgeslagen werd, begon zij te schreien. Neen, neen, Margareet Zoo mag je het niet opnemen. Je weet heel goed, dat het geen geringschatting is, als ik jouw aanbod' niet aanneem. Maar jou bespaard geld moet ons heilig zijn, ten minste zoo lang als het gaat De oude zette nog steeds een droef gezicht en keek zwijgend voor zich. Ik beloof je, zei Grefa daarom, als wij het werkelijk noodig hebben, met papa te spreken, dat hij het aanneemt. Is je dat goed' En tot zoolang mijn besten dank. Ik reken het je aan', alsof je het werkelijk gegeven hebt. Ik weet immers, dat je alles voor ons zoudt willen doen. Wij izullen ook altoos sa men blijven, er moge gebeuren wat er wil... nietwaar, Margareet zich bij voorbaat bij die uitspraak neer gelegd. Nu zijn wij dezer dagen in de gele genheid geweest om zelven ter plaatse eens te zien, wat er, sinds 30 November, ter uitvoering van de motie is gedaan. En wij hebben moeten constateeren dat dit, in al die 8 maanden nihil is. Er is wel aan de uitbreiding der haven ge werkt maar niet in den geest van de motie. Want aan "den kaaimuur is nog niets uitgericht. De dijk is thans goeddeels vol tooid, aan den kaaimuur ec'hter is nog niets gedaan. Overigens was verleden jaar reeds de zoogenaamde Bergweg verlegd die om de haven heenloopt. Dat heeft trouwens slechts 60.000 gekost en de aaiden 'havendam, die op 300.000 was geraamd, is een ton mee gevallen en kost slechts 200.000. Een en ander wil zeggen dat er ge werkt is in het vertraagde tempo dat minister Van Swaay in 'de discussie van 30 November bleek voor te staan en dat 'de motie-Van der Voort niet is uitge voerd. Nu zal men allicht vragen Maar wat 'doet het er eigenlijk toe, waarmee men begint, met den dam of met den kaaimuur Wel, men 'had met beide te gelijk kunnen, en moeten, beginnen en vooral niet moeten dralen met den muur omdat het werken daaraan den meesten tijd zal vorderen. En vóór die muur klaar is, kan men niet aan 't uitdiepen gaan. Wij hebben al vaal; 'betoogd dat men oi alles moet 'bezuinigen, maar dat het averechtsche bezuiniging ware om pro ductieve werken achterwege te laten of daarmee te dralen. Want dat zijn de bronnen van onze nationale inkomsten. Hoe lang de tegenwoordige malaise zal duren, kan niemand zeggen ze heeft trouwens al bergen en dalen ver toond. En wanneer er een herleving komt in handel en scheepvaart, moeten we met een wenk als de Vlissingsche havenuitbreiding klaar zijn. En de kaai muur is een zaak idie een paar jaren zal vorderen. Hoezeer Vlissingen, zelfs thans, met een betere haven zou zijn gebaat, in weerwil van de slechte tijdsomstandig heden. blijkt uit eenige. feiten die zich in de laatste jaren hebben voorgedaan. Ze zijn vermeld in een rapport van het Vlissingsche gemeentebestuur aan den minister van waterstaat bereffende de wijze waarop de haven zou moeen wor den geoutilleerd in verband met den aard en de grootte der te verwachten schepen. In April 1920 moest, met groote moeite, het Ameri'kaansche stoomschip „Cacique" zijn lading kunstmest op de reede overladen en de kapitein ver klaarde dat hij, daar de haven onge schikt was voor groote schepen, zijn reederii moest adviseeren om in 't ver volg een andere havenplaats te kiezen. In den nacht van 10 op 11 November 1920 moest de „Kelbergen" zijn in Oost-Afrika gekomen passagiers voor Duitschland op de reede in een ander Blij en met helderder oogen vatte de oude het meisje bij den arm en mom pelde Maar steevast zeggen, als u het noodig hebt 1 Heb ik ooit iets niet gehouden, dat ik beloofde, goeie, lieve oude Marga reet De oude schudde levendig het hoofd en keek haar met warmen blik na, toen Greta over den corridor naar Alfred's kamer ging. Toen borg zij haar spaar bankboekje weer weg en ging met ver dubbelden ijver aan 'het werk, alsof zij door haar vlijt moest vergoeden, wat het lot haar meesters had aangedaan. Zij dacht er niet verder over na, van waar het onheil kwam en hoe het wor den zou, zij was zonder vragen de trouwe dienares van degenen aan wie het leven haar nu eenmaal verbonden had. Een ander doel voor haar bestaan kende zij niet. Toen Greta in de kamer van haar broeder kwam, lag deze op de sofa uit gestrekt in een wolk van blauwen damp en wierp juist het vergulde stompje van een sigaret over zijn 'hoofd naar buiten, om terstond een nieuwe in den mond te steken, die hij nog bij de oude had aangestoken. Hij. had de oogen gesloten en hief slechts het hoofd even op toen zijne zuster binnentrad. Daarna sloot hij de oogen weer en bleef roerloos als een trotsch verwend kind, dat iets onaange naams overkwam en nu daarvoor den eerste den beste, die daaraan volkomen onschuldig is, tegengromt. vaartuig doen overgaan dat hen naar de kade bij 't station kon brengen. In 1921 moest hetzelfde, met passa giers en goederen, geschieden door de „New-York", van de Polish avigation Cy., de „Nagayo", van de P. and O. Cy. en de „Jagersfontein" van de Holland- Zui'd-Afrika-lijn. In November 1922 kwam 'de „Athel- more" melasse innemen van de te Vlis singen gevestigde Ned. Petroleum- en Asphaltmaatschappij en moest daar voor twee reizen maken ('het eerste deel der lading moest tijdelijk in V'laar- dingen worden ondergebracht, waarna het schip naar Vlissingen moest terug- keeren om het tweede deel in te nemen en daarna weer naar Vlaardingen om het eerste deel weer op te halen) daar het, met de heele lading, te veel diep- ging zou hebben, voor de haven. De Ned. P.A.M. ondervindt trouwens her haaldelijk dergel ijken last. In Juni van dit jaar waren onder handelingen gaande met een Amster- damsche firma met'het doel om te Vlis singen kunstmest aan te voeren de te geringe diepte van 'de haven bleek een groot bezwaar en er zou dan ook ver moedelijk niets van kunnen komen. Nu bedenke men dat deze gevallen voor 't meerendeel nog slechts gevallen van uiterste noodzakelijkheid waren. De diepte van de Vlissingsche haven is algemeen bekend in de scheepvaart er, een te diepgaand schip gaat dus niet naar Vlissingen als het dit eenigszins kan vermijden. Er zouden dus, zelfs in deze jaren van slapte, véél meer sche pen in Vlissingen zijn binnengeloopen als de haven het toeliet. Een verdere aanwijzing daarvoor vindt men in liet (eveneens in genoemd rapport vermel de) feit, dat de superintendent van de Red Star Line in Januari van dit iaar te Vlissingen kwam om te onderzoeken of het niet mogelijk zou ziin. elke veer tien dagen met een der uit Hamburg komende schepen van zijn maatschappij Vlissingen aan te d:oen, ten einde het lange en kostbare opvaren naar en te rugvaren van Antwerpen te vermijden. Deze laatste overweging moet trouwens duidelijk zijn voor elk kind dat op de kaart kan zien. Elk schip dat niet be paald, voor Antwerpen bestemd is, wint zéér veel tijd en kolen als het niet 'den langen kronkelweg van de Schelde diep land-in tot aan Antwerperf behoeft heen en weer te varen, doch even in Vlissin gen, aan den mond van de rivier, kan aanloopen. Men 'hoeft geen zeevaart kundige te zijn om dat te 'begrijpen. Wij moeten dus zorgen, klaar te zijn met de nieuwe iiaven. minstens vóór de periode van diepste inzinking voorbij is. Zeer juist schreef de Kielsche pro fessor Harms in November van het vo rige iaar aan het Vlissingsche gemeen tebestuur „Wil Holland zich opgewas sen toonen tegen zijn groote taak, dan moet het spoed maken. Het is een oude ervaring, dat nieuwe productiebronnen in tijden van crisis moeten worden aan geboord, opdat ze 'bij het herstel van 'de conjunctuur, er zijn." Fred zei Grefa vriendelijk maar ernstig. Waar zijn je goede voornemens van gisteren Wie gooit dan terstond de wapens weer neer. Denk je, dat er niet nog meer onaangenaams zal ko men Wij staan pas aan het begin, je bent toch een man Waf helpen al die mooie woor den, jammerde hij, zonder het hoofd op te heffen, als wij zoo voor de menschen staan, als men zich nergens meer kan laten zien, als wij heelemaal te gronde gaan Heeiemaal te gronde, Alfred-, gaat alleen hij, die zich niet weert. Wie strijdt, kan niet ondergaan Strijden, strijden, hoe zullen wij dan strijden, als wij geen geld meer hebben Geld is het niet alleen, Alfred, de hoofdzaak is moed en vertrouwen. En dan, wij hebben overigens toch ook voorloopig het noodigste. Mama wil al haar sieraden verkoopen. ik geef het mijne ook gaarne... en denk eens, zelfs de oude Margareet heeft mij straks haar spaarbankboekje aangeboden 1 Wat jij, natuurlijk in geen geval hebt aangenomen 1 riep de jonge man vol vuur en sprong op. Wat, mama haar gouden horloge en die van jou Hij- ging met vlugge schreden naar zijn schrijftafel. Mijn gouden horlo ge, de ringen, het zilveren sigaretten- étui... dat is alles Wil je het aanne men Nooit, jongen, zoo lang het niet moet, dacht Greta vol medelijden en Maar het schijnt wel waar, wat dezer dagen iemand (geen Vlissinger) tot ons zeide „Overal schijnen ze een kaaimuur te kunnen maken alleen in Vlissingen lijkt Waterstaat het nog maar niet te kunnen. Wonderlijk 1" Wij 'hopen, dat er nu eindelijk genoeg gewikt en gewogen, geDeinsd en ge praat en getreuzeld is. En dat de kaai muur nu eéns zal worden aangepakt. Anders moge. in September, minister Van Swaay een der eersten zijn die wordt aangepakt. Door de Tweede Kamer, die de mo tie-Van der Voort aannam. Het is trouwens opmerkelijk dat men in 't buitenland veel meer belang stelt in het Vlissingsche havenplan dan in ons eigen land. Een Kielsch student zal er bin nenkort een dissertatie over doen verschij nen. Kom daar eens om bij een Hollander VLISSINGEN, 8 AUGUSTUS. Onze badplaats. Wij zitten thans in het hartje van het seizoen en daarom is het een heuglijk teeken dat alle hotels te dezer stede thans vol zijn. Er blijkt uit dat onze badplaats zich in toenemende belang stelling mag verheugen, want dat in dezen malaise-tijd en niet te verge ten met de concurrentie, -welke wij ondervinden van landen met goedkoopè valuta, onze badplaats toch nog zoo ■druk bezocht wordt, geeft moed voor de toekomst. Vooral de Engelschen maken een belangrijk deel uit van onze badgasten en, daar zij zoo goed als allen hoogst tevreden zijn over hun verblijf te dezer stede, maken zij dus prachtige reclame niet alleen voor de badplaats, doch evenpons voor de maatschappij „Zee land." Het vervoer met de mailbooten is dit seizoen dan ook bijzonder groot. Moge dit het begin zijn van een pe riode van grooteren bloei voor deze maatschappij, een der kurken waarop onze gemeente drijft. De reclame welke door de vereeni- ging ter bevordering van het Vreemde lingenverkeer voor de badplaats en daarmede indirect voor de „Zeeland" wordt gemaakt, heeft dus wel het ge- wenschte succes. De waarheid wordt er alleen door bevestigd van het bekende spreekwoord: „Zeeland kennen is Zeeland liefhebben" Gemeentelijke bijdrage voor het gymnasium Naar aanleiding van een opmerking van een der raadsleden in -de jl. gehou den raadsvergadering, als zoude deze gemeente 4000 moeten, betalen ten be hoeve van het gymnasium te Middel burg, kunnen wij mededeelen, dat thans een verbeterde opgaaf is ontvan gen. waaruit blijkt, dat de kosten voor deze gemeente over het tijdvak van 1 keek den knappen jongen liefdevol aan. Maar zij zei Gaarne, Fred, ik dank je. Het zat papa en mama zeer verheugen, dat j'j 'zoo eenig met ons bent. Als het niet moet zijn, zal je niets worden ont nomen 1 Och wat, deed- 'hij geringschattend en zekerder, dan het hem werkelijk "te moede was. Wat geef ik om dat goed Waar men tegenwoordig -immers toch den heelen dag arbeiden moet, voegde hij er terstond wat mismoediger aan toe. Daar kan het immers nog zoo ver komen, Greta, nietwaar, dat ik, zoo mogelijk, het huis uit moet en ergens voor zestig mark als jongste klerk moet spelen Zij keek hem ernstig in de half on willige, half angstige iongensoogen. Geloof je, Fred, dat jij met wat ie thans kunt, zestig mark zoudt kunnen verdienen Hij, trok de schouders op en keek naar den grond. Maar wat moet ik dan doen vroeg 'hij wanhopig. Je moet nu bedaard aan je werk gaan beneden en elke minuut gebruiken om wat te leeren, Fred 1 En je moet zooveel moed en zelfvertrouwen heb ben, als het noodlot van ons vraagt. Daardoor zul je het de ouders gemak kelijker maken en meehelpen, dat wij het gevaar te boven komen. En je zult alleri, mogen het vrienden of vijanden zijn, achting voor je afdwingen, als jij in het ongeluk pal staat en daardoor toont, dat je een man bent en een zui ver geweten hebt 1 (Wordt vervolgt).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1