150
100
25
EN THIEMf
"s Kauwgom
10Q0
WOENSDAG agHfea 8 AUGUSTUS
8 AUGUSTUS
61e Ja&rgang
■MÖS3-
tdienstMedio
inbiedingen
taanuraqen
agdienstbode
IPMEISJE.
i Maatschappij van
omvaart
Biljavefirma f. VAN OE VELDE lr Jatstraat 58, Vlissingen. ïel. Interc. 10. Postrekening 6B287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
Gfir iio°d 3fifi
BINNENLAND
FEUILLETON
KLATERGOUD.
Stads= en Fi'ovincienieuws
KOERSEN.
en, 7 Augustus,, des na-
t officieel)
!-koersen.
tl verkoopen.
1142.54 Londen
Berlijn 0.00.00.50—
11.50—ƒ11.57; Parijs
Weenen ƒ0.00.35—
papier.
.54 Ponden 11.55—
.00.01—ƒ0.00.02 Bel-
■5011.60 Fransche1
75.
5ER1CHT.
stand 764.7' te Rennes.
rstand 750.4 te ;Ye§f-
m-avond van 8 Augus-
atige wind uit Z
feitelijk bewolkt,
ets warmer.
- t
TE VLISSINGEN.
«-NO 185
v.nv
11.12
12.08.
n.m.
11.43'
12.38».
INT KAUWGOM
rdert de spijs*
zuivert den
rfrischt den
bewaart de
egen bederf.
at verkrijgbaar.
f Fa. B. Meindersma,
Oen Haag. -
nijg baar in
o g i s t e r i j
A 94, Middelburg
ifoon 511
de Nieuwstraat
leren worden zon-
ening van af-
afgehaald door
G, Telefoon 167.
Aanbevelend,
ENIOND, Agent.
L3REN:
;aande tot eerste
Broche, cammia
t. Tegen goede be
te bezorgen Strand
:t beneden de 16
Mej. VAN DEN
llamypark 17.
roor noodhulp net
LAMBOOY—VAN
voor terstond een
Quakkelaarstr. 137.
iddelb. - Rotterdam
;elegen plaatsen.
AN PASSAGIERS
*EN EN VEE.
T. «Ui
T.m. mr
8
tus
8
I. RStt
'.m. hm
ies te bekomen
V. Transport- en Exp
Lrven G. VOS, Tel",
EENHOORN, Tel. 153.
OSTERHOUT, Tel. 822*
UITENHEË, Tel 101.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels ƒ1.10; voor lederen regel meer 26 ct.
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België ƒ4.15. Jl Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent. a Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en-aanvragen 13 ct. per regel
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
tfUU een ongeluk. UUU
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
De minister-crisis.
De „Standaard" meldt Een bericht
in het Centrum, dat in de vacature van
minister De Geer tot minister van finan
ciën zal worden benoemd de heer H.
Colijn, moet voorbarig worden geacht.
©e „Residentiebode" voegt aan de
mededeeling dat het bericht van het
„Centrum" „niet geheel juist" is toe,
dat de heer Colijn wel is aangezocht en
krachtige aandrang op hem is geoefend
om deze portefeuille te aanvaarden,
maar dat tot nu toe de heer Colijn nog
niet bereid gevonden is het aangeboden
ambt te aanvaarden.
In verband hiermede vernam dit blad
nog, dat de oorspronkelijke staatsbe-
groóting voor 1924 een tekort aanwees
van 140 millioen. Intusschen wordt in
■deze begrooting aanzienlijk besnoeid en
zijn zeer ingrijpende 'bezuinigingmaat-
regelen in voorbereiding.
De +-correspondent van het „Hbld."
'kan daaraan toevoegen, dat de naam
van den heer Colijn reeds in de aller
eerste dagen van de crisis in politieke
kringen is genoemd. Onze inlichtingen
luiden nog steeds, dat er meer kans is
op een verschuiving van de oplossing
der crisis dan op een spoedige beslis
sing. Als de heer Colijn, indien bereid,
reeds aanstonds een benoeming zou
aannemen zou dit zeer meevallen.
De zomertijd.
Doop den heer Braat is aan den mi
nister van binnenlandsche zaken en
landbouw het volgende gevraagd
Is de minister bereid, mede te deelen
of de gegevens, bedoeld aan het slot
van het antwoord op de vragen betref
fende den einddatum van den zomertijd
zijn ontvangen en de vaststelling van
dien datum spoedig is te semiet te
zien
De ex-keizer.
De „Kreuzzeitung" deelt mede, aldus
wordt uit Berlijn aan „de Tel." gemeld,
dat de ex-keizer een aanzienlijk bedrag
aan generaal Ludendorff heeft doen
toekomen ten behoeve van het te Baden
op te richten standbeeld voor Schlag-
eter, den terechtgestelden Duitschen
saboteur. Ook het personeel van den
huize Doorn heeft hiervoor een belang
rijke som beschikbaar gesteld.
Straf en afschrikking.
In het „Maandblad voor reclassee-
ring" schrijft een rijksveldwachter over
straf en afschrikking en betoogt aan de
hand van voorbeelden, dat ons straf
stelsel ,geen afschrikking veroorzaakt
en dus geen pogingen tot levensverbe
tering tot gevolg heeft (wat al voor
vele jaren is opgemerkt.) In de eerste
plaats blijkt dat. naar de schrijver zegt,
uit het zeer groote aantal recidivisten.
Hij ontmoette tal van menschen, die
hem onder het transporteeren vertelden
dat ze tien veroordeelingen achter den
40)
In .elk geval, zei ze, laten wij alles,
wat wij hebben aan dingen van waaide
bijeen zoeken om ze, als het noodig is,
te kunnen verkoopen.
Je hebt gelijk, antwoordde hare
moeder met blijde vastberadenheid.
Wat geeft dat alles, als het gaat om de
eer van de zaak
Zij ging naar hare kast en haalde alle
sieraden en kostbaarheden voor den
dag.
Ook Greta haalde wat zij bezat aan
kleinoodiën.
Neen, neen, riep de moeder vol
vuur. Jij behoudt in elk geval het jouwe
Maar het meisje weerde dit met be
slistheid af.
Het zou erg zijn, als ik niet naast
u stond Wat ligt mij, bij alle vreugde,
die u mij met die geschenken bereid
«jebt, aan deze dingen, als ik er aan
denk, waarom het thans gaat 1
Toen zij met hare toebereidselen ge
reed was, verliet Greta de kamer om
paar Alfred te zien. Hij mocht niet weer
m zijne oude gebreken terugvallen en
klein blijven naast de groote zorgen des
huizes. Zij moest zijne wankelmoedig
heid, die nog niet verdwenen was, door
eenige opwekkende woorden doen ver
dwijnen en ook hem uit den nood
helpen.
rug hadden en zegt, dat men meerma
len menschen ontmoet, die er 20 of
meer hebben gehad. Zoo weinig af
schrikwekkend werkt de straf op som
migen, dat een man, die naar Leeuwar
den werd getransporteerd, voor het on
dergaan van veertien jaren gevangenis
straf, en er reeds verschillende had on
dergaan, waaronder van vijf jaren, on
derweg zei „Als ik er uitkom, zal ik
oppassen, dat ze me niet zoo gauw
weer te pakken krijgen." Inderdaad,
zette hij na die veertien jaren zijn
vroeger beroep met" dezelfde han
digheid voort.
Als oorzaak geeft schrijver aan, dat
het leven in de cel een te gemakkelijk
leventje is. Heel anders wordt evenwel
geoordeeld over Veenhuizen, waar veel
meer vrijheid is en waar de veroordeel
den tabak krijgen... maar in de veen-
ploeg, in dP boschploeg of waar dan ook
is geregeld doorwerken de boodschap
En daarvoor onderga je toch geen ge
vangenisstraf. Neen dan liever in de cel.
daar is het gemakkelijker, zegt de
schrijver, en vervolgt dan
En zoo ziet men het meermalen ge
beuren, dat gevraagd wordt om niet
naar Veenhuizen in de buitenlucht en
met zijn tabak te gaan, maar naar de
cel. Dat dit makkelijke leven in de
strafgevangenis invloed en waarschijn
lijk zeer grooten invloed heeft op het
werk der reclasseering, zal niemand
ontkennen.
Iemand, die geruimen tijd in de ge
vangenis heeft doorgebracht, is het
werken ontwend en zal, wanneer hij
niet spoedig een werkkring geheel naar
zijn zin krijgt, er niet voor terugschrik
ken om zich aan de tucht der reclas
seering te onttrekken en terug te gaan
naar de cel.
Hetzelfde geldt, hoewel in mindere
mate, voor hen, die nog geen gevange
nisstraf hebben ondergaan.
Uit een en ander blijkt, dat, wil het
Nodcriandociic siratstélsel een steun
worden voor de reclasseering, het een
groote verandering zal moeten onder
gaan, aldus de rijksveldwachter.
ONZE HAVEN.
Het is bekend dat de hoefijzercorres
pondent van het „Hbld." het steeds voor
Zeeuwsche belangen opneemt. Zoowel
het loodswezen als onze haven mogen
zich in zijn groote belangstelling
verheugen. Thans heeft hij weer een
artikel geschreven over onze haven en
waar met de 'havenuitbreiding zoo ko
lossaal getraineerd wordt, nemen -wij
het artikel met onverdeelde instemming
over.
De lieer Elout schrijft het volgende
Op 30 Novenfber van het vorige jaar
heeft de Tweede Kamer, met op 3 na
aigemeene stemmen, de motie-Van der
Voort van Zijp aangenomen, waarin
werd uitgesproken dat de (wettelijk
voorgeschreven uitbreiding van de
VlissingsChe 'haven moest geschieden
„op den qorspronkelijken voet". Dat wil
zeggen aanstonds beginnen met den
kaaimuur. En minister Van Swaay had
Toen Greta over den corridor ging,
wenkte haar de oude Margareta in haar
bescheiden, maar net kamertje, dat aan
het einde van de gang lag.
Ik heb het gehoord, zei ze met
schuwe verlegenheid en stak het meisje
haar spaarbankboekje toe Greta had
niet terstond kracht voor een kalm ant
woord.
Toen nam zij met zachte hand het
boek, legde het op het bed en greep de
'beide rimpelige handen der oude.
ILieve, goede Margareet zei ze.
Ik weet dat jij de laatste penning voor
ons zou iwiHen geven. Maar dat mag
niet, en behoeft gelukkig ook niet
Toen wendde de oude het hoofd af,
en van verdriet, dat haar goedhartig
aanbod afgeslagen werd, begon zij te
schreien.
Neen, neen, Margareet Zoo mag
je het niet opnemen. Je weet heel goed,
dat het geen geringschatting is, als ik
jouw aanbod' niet aanneem. Maar jou
bespaard geld moet ons heilig zijn, ten
minste zoo lang als het gaat
De oude zette nog steeds een droef
gezicht en keek zwijgend voor zich.
Ik beloof je, zei Grefa daarom, als
wij het werkelijk noodig hebben, met
papa te spreken, dat hij het aanneemt.
Is je dat goed' En tot zoolang mijn
besten dank. Ik reken het je aan', alsof
je het werkelijk gegeven hebt. Ik weet
immers, dat je alles voor ons zoudt
willen doen. Wij izullen ook altoos sa
men blijven, er moge gebeuren wat er
wil... nietwaar, Margareet
zich bij voorbaat bij die uitspraak neer
gelegd.
Nu zijn wij dezer dagen in de gele
genheid geweest om zelven ter plaatse
eens te zien, wat er, sinds 30 November,
ter uitvoering van de motie is gedaan.
En wij hebben moeten constateeren dat
dit, in al die 8 maanden nihil is. Er
is wel aan de uitbreiding der haven ge
werkt maar niet in den geest van de
motie. Want aan "den kaaimuur is nog
niets uitgericht.
De dijk is thans goeddeels vol
tooid, aan den kaaimuur ec'hter is nog
niets gedaan. Overigens was verleden
jaar reeds de zoogenaamde Bergweg
verlegd die om de haven heenloopt. Dat
heeft trouwens slechts 60.000 gekost
en de aaiden 'havendam, die op
300.000 was geraamd, is een ton mee
gevallen en kost slechts 200.000.
Een en ander wil zeggen dat er ge
werkt is in het vertraagde tempo dat
minister Van Swaay in 'de discussie van
30 November bleek voor te staan en dat
'de motie-Van der Voort niet is uitge
voerd.
Nu zal men allicht vragen Maar
wat 'doet het er eigenlijk toe, waarmee
men begint, met den dam of met den
kaaimuur Wel, men 'had met beide te
gelijk kunnen, en moeten, beginnen en
vooral niet moeten dralen met den muur
omdat het werken daaraan den meesten
tijd zal vorderen. En vóór die muur
klaar is, kan men niet aan 't uitdiepen
gaan.
Wij hebben al vaal; 'betoogd dat men
oi alles moet 'bezuinigen, maar dat het
averechtsche bezuiniging ware om pro
ductieve werken achterwege te laten of
daarmee te dralen. Want dat zijn de
bronnen van onze nationale inkomsten.
Hoe lang de tegenwoordige malaise
zal duren, kan niemand zeggen ze
heeft trouwens al bergen en dalen ver
toond. En wanneer er een herleving
komt in handel en scheepvaart, moeten
we met een wenk als de Vlissingsche
havenuitbreiding klaar zijn. En de kaai
muur is een zaak idie een paar jaren zal
vorderen.
Hoezeer Vlissingen, zelfs thans, met
een betere haven zou zijn gebaat, in
weerwil van de slechte tijdsomstandig
heden. blijkt uit eenige. feiten die zich
in de laatste jaren hebben voorgedaan.
Ze zijn vermeld in een rapport van het
Vlissingsche gemeentebestuur aan den
minister van waterstaat bereffende de
wijze waarop de haven zou moeen wor
den geoutilleerd in verband met den
aard en de grootte der te verwachten
schepen.
In April 1920 moest, met groote
moeite, het Ameri'kaansche stoomschip
„Cacique" zijn lading kunstmest op de
reede overladen en de kapitein ver
klaarde dat hij, daar de haven onge
schikt was voor groote schepen, zijn
reederii moest adviseeren om in 't ver
volg een andere havenplaats te kiezen.
In den nacht van 10 op 11 November
1920 moest de „Kelbergen" zijn in
Oost-Afrika gekomen passagiers voor
Duitschland op de reede in een ander
Blij en met helderder oogen vatte de
oude het meisje bij den arm en mom
pelde Maar steevast zeggen, als u het
noodig hebt 1
Heb ik ooit iets niet gehouden, dat
ik beloofde, goeie, lieve oude Marga
reet
De oude schudde levendig het hoofd
en keek haar met warmen blik na, toen
Greta over den corridor naar Alfred's
kamer ging. Toen borg zij haar spaar
bankboekje weer weg en ging met ver
dubbelden ijver aan 'het werk, alsof zij
door haar vlijt moest vergoeden, wat
het lot haar meesters had aangedaan.
Zij dacht er niet verder over na, van
waar het onheil kwam en hoe het wor
den zou, zij was zonder vragen de
trouwe dienares van degenen aan wie
het leven haar nu eenmaal verbonden
had. Een ander doel voor haar bestaan
kende zij niet.
Toen Greta in de kamer van haar
broeder kwam, lag deze op de sofa uit
gestrekt in een wolk van blauwen damp
en wierp juist het vergulde stompje van
een sigaret over zijn 'hoofd naar buiten,
om terstond een nieuwe in den mond
te steken, die hij nog bij de oude had
aangestoken.
Hij. had de oogen gesloten en hief
slechts het hoofd even op toen zijne
zuster binnentrad. Daarna sloot hij de
oogen weer en bleef roerloos als een
trotsch verwend kind, dat iets onaange
naams overkwam en nu daarvoor den
eerste den beste, die daaraan volkomen
onschuldig is, tegengromt.
vaartuig doen overgaan dat hen naar
de kade bij 't station kon brengen.
In 1921 moest hetzelfde, met passa
giers en goederen, geschieden door de
„New-York", van de Polish avigation
Cy., de „Nagayo", van de P. and O. Cy.
en de „Jagersfontein" van de Holland-
Zui'd-Afrika-lijn.
In November 1922 kwam 'de „Athel-
more" melasse innemen van de te Vlis
singen gevestigde Ned. Petroleum- en
Asphaltmaatschappij en moest daar
voor twee reizen maken ('het eerste
deel der lading moest tijdelijk in V'laar-
dingen worden ondergebracht, waarna
het schip naar Vlissingen moest terug-
keeren om het tweede deel in te nemen
en daarna weer naar Vlaardingen om
het eerste deel weer op te halen) daar
het, met de heele lading, te veel diep-
ging zou hebben, voor de haven. De
Ned. P.A.M. ondervindt trouwens her
haaldelijk dergel ijken last.
In Juni van dit jaar waren onder
handelingen gaande met een Amster-
damsche firma met'het doel om te Vlis
singen kunstmest aan te voeren de te
geringe diepte van 'de haven bleek een
groot bezwaar en er zou dan ook ver
moedelijk niets van kunnen komen.
Nu bedenke men dat deze gevallen
voor 't meerendeel nog slechts gevallen
van uiterste noodzakelijkheid waren.
De diepte van de Vlissingsche haven is
algemeen bekend in de scheepvaart er,
een te diepgaand schip gaat dus niet
naar Vlissingen als het dit eenigszins
kan vermijden. Er zouden dus, zelfs in
deze jaren van slapte, véél meer sche
pen in Vlissingen zijn binnengeloopen
als de haven het toeliet. Een verdere
aanwijzing daarvoor vindt men in liet
(eveneens in genoemd rapport vermel
de) feit, dat de superintendent van de
Red Star Line in Januari van dit iaar
te Vlissingen kwam om te onderzoeken
of het niet mogelijk zou ziin. elke veer
tien dagen met een der uit Hamburg
komende schepen van zijn maatschappij
Vlissingen aan te d:oen, ten einde het
lange en kostbare opvaren naar en te
rugvaren van Antwerpen te vermijden.
Deze laatste overweging moet trouwens
duidelijk zijn voor elk kind dat op de
kaart kan zien. Elk schip dat niet be
paald, voor Antwerpen bestemd is, wint
zéér veel tijd en kolen als het niet 'den
langen kronkelweg van de Schelde diep
land-in tot aan Antwerperf behoeft heen
en weer te varen, doch even in Vlissin
gen, aan den mond van de rivier, kan
aanloopen. Men 'hoeft geen zeevaart
kundige te zijn om dat te 'begrijpen.
Wij moeten dus zorgen, klaar te zijn
met de nieuwe iiaven. minstens vóór de
periode van diepste inzinking voorbij
is. Zeer juist schreef de Kielsche pro
fessor Harms in November van het vo
rige iaar aan het Vlissingsche gemeen
tebestuur „Wil Holland zich opgewas
sen toonen tegen zijn groote taak, dan
moet het spoed maken. Het is een oude
ervaring, dat nieuwe productiebronnen
in tijden van crisis moeten worden aan
geboord, opdat ze 'bij het herstel van 'de
conjunctuur, er zijn."
Fred zei Grefa vriendelijk maar
ernstig. Waar zijn je goede voornemens
van gisteren Wie gooit dan terstond
de wapens weer neer. Denk je, dat er
niet nog meer onaangenaams zal ko
men Wij staan pas aan het begin,
je bent toch een man
Waf helpen al die mooie woor
den, jammerde hij, zonder het hoofd op
te heffen, als wij zoo voor de menschen
staan, als men zich nergens meer kan
laten zien, als wij heelemaal te gronde
gaan
Heeiemaal te gronde, Alfred-, gaat
alleen hij, die zich niet weert. Wie
strijdt, kan niet ondergaan
Strijden, strijden, hoe zullen wij
dan strijden, als wij geen geld meer
hebben
Geld is het niet alleen, Alfred, de
hoofdzaak is moed en vertrouwen. En
dan, wij hebben overigens toch ook
voorloopig het noodigste. Mama wil
al haar sieraden verkoopen. ik geef het
mijne ook gaarne... en denk eens, zelfs
de oude Margareet heeft mij straks haar
spaarbankboekje aangeboden 1
Wat jij, natuurlijk in geen geval
hebt aangenomen 1 riep de jonge man
vol vuur en sprong op. Wat, mama
haar gouden horloge en die van jou
Hij- ging met vlugge schreden naar
zijn schrijftafel. Mijn gouden horlo
ge, de ringen, het zilveren sigaretten-
étui... dat is alles Wil je het aanne
men
Nooit, jongen, zoo lang het niet
moet, dacht Greta vol medelijden en
Maar het schijnt wel waar, wat dezer
dagen iemand (geen Vlissinger) tot
ons zeide „Overal schijnen ze een
kaaimuur te kunnen maken alleen in
Vlissingen lijkt Waterstaat het nog
maar niet te kunnen. Wonderlijk 1"
Wij 'hopen, dat er nu eindelijk genoeg
gewikt en gewogen, geDeinsd en ge
praat en getreuzeld is. En dat de kaai
muur nu eéns zal worden aangepakt.
Anders moge. in September, minister
Van Swaay een der eersten zijn die
wordt aangepakt.
Door de Tweede Kamer, die de mo
tie-Van der Voort aannam.
Het is trouwens opmerkelijk dat men
in 't buitenland veel meer belang stelt in
het Vlissingsche havenplan dan in ons
eigen land. Een Kielsch student zal er bin
nenkort een dissertatie over doen verschij
nen. Kom daar eens om bij een Hollander
VLISSINGEN, 8 AUGUSTUS.
Onze badplaats.
Wij zitten thans in het hartje van het
seizoen en daarom is het een heuglijk
teeken dat alle hotels te dezer stede
thans vol zijn. Er blijkt uit dat onze
badplaats zich in toenemende belang
stelling mag verheugen, want dat in
dezen malaise-tijd en niet te verge
ten met de concurrentie, -welke wij
ondervinden van landen met goedkoopè
valuta, onze badplaats toch nog zoo
■druk bezocht wordt, geeft moed voor
de toekomst.
Vooral de Engelschen maken een
belangrijk deel uit van onze badgasten
en, daar zij zoo goed als allen hoogst
tevreden zijn over hun verblijf te dezer
stede, maken zij dus prachtige reclame
niet alleen voor de badplaats, doch
evenpons voor de maatschappij „Zee
land." Het vervoer met de mailbooten
is dit seizoen dan ook bijzonder groot.
Moge dit het begin zijn van een pe
riode van grooteren bloei voor deze
maatschappij, een der kurken waarop
onze gemeente drijft.
De reclame welke door de vereeni-
ging ter bevordering van het Vreemde
lingenverkeer voor de badplaats en
daarmede indirect voor de „Zeeland"
wordt gemaakt, heeft dus wel het ge-
wenschte succes.
De waarheid wordt er alleen door
bevestigd van het bekende spreekwoord:
„Zeeland kennen is Zeeland liefhebben"
Gemeentelijke bijdrage voor het
gymnasium
Naar aanleiding van een opmerking
van een der raadsleden in -de jl. gehou
den raadsvergadering, als zoude deze
gemeente 4000 moeten, betalen ten be
hoeve van het gymnasium te Middel
burg, kunnen wij mededeelen, dat
thans een verbeterde opgaaf is ontvan
gen. waaruit blijkt, dat de kosten voor
deze gemeente over het tijdvak van 1
keek den knappen jongen liefdevol aan.
Maar zij zei Gaarne, Fred, ik dank je.
Het zat papa en mama zeer verheugen,
dat j'j 'zoo eenig met ons bent. Als het
niet moet zijn, zal je niets worden ont
nomen 1
Och wat, deed- 'hij geringschattend
en zekerder, dan het hem werkelijk "te
moede was. Wat geef ik om dat goed
Waar men tegenwoordig -immers toch
den heelen dag arbeiden moet,
voegde hij er terstond wat mismoediger
aan toe. Daar kan het immers nog zoo
ver komen, Greta, nietwaar, dat ik, zoo
mogelijk, het huis uit moet en ergens
voor zestig mark als jongste klerk moet
spelen
Zij keek hem ernstig in de half on
willige, half angstige iongensoogen.
Geloof je, Fred, dat jij met wat ie
thans kunt, zestig mark zoudt kunnen
verdienen
Hij, trok de schouders op en keek
naar den grond.
Maar wat moet ik dan doen
vroeg 'hij wanhopig.
Je moet nu bedaard aan je werk
gaan beneden en elke minuut gebruiken
om wat te leeren, Fred 1 En je moet
zooveel moed en zelfvertrouwen heb
ben, als het noodlot van ons vraagt.
Daardoor zul je het de ouders gemak
kelijker maken en meehelpen, dat wij
het gevaar te boven komen. En je zult
alleri, mogen het vrienden of vijanden
zijn, achting voor je afdwingen, als jij
in het ongeluk pal staat en daardoor
toont, dat je een man bent en een zui
ver geweten hebt 1
(Wordt vervolgt).