1000
150
100
25
4 AUGUSTUS
Eerste BiacS
gemeentebestuur
feuilleton
No 182
-61e Jaargang
iigaveFirma F. ïi DE VELDE jr Jatstraat 58, Vlissingeo, Tel. laters, t Postrekening 66281
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
MINISTERIEELE LEVENS.
KLATERGOUD,
Gemeenteraad.
VUSSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België ƒ4.15.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels 1.10voor iederen regel meer 26 ct.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Oit nummer bestaat uit 2 bladen
GEMEENTEREKENING 1922.
Burg. en Weth. van Vlissingen maken
bekend, dat, ter voldoening aan de voor
schriften van artikel 219 der Gemeentewet,
de rekening van de inkomsten en uitgaven
der gemeente, alsmede die van het Haven
bedrijf, het Grondbedrijf, het bedrijf der
Groente- en Fruitveiling, het bedrijf der
Badexploitatie, het Woningbedrijf en het
bedrijf van den Vee- en Vleeschkeurings-
dienst voor den kring Vlissingen over het
dienstjaar 1922, ter secretarie voor een
ieder ter lezing zijn nedergelegd en tegen
betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar
worden gesteld.
Vlissingen, 3 Augustus 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
Art. 37 der Drankwet, doen te weten, dat
bij hen is ingekomen een verzoek van
Adriaan Nicolaas But, om verlof tot den
verkoop van alcoholhoudenden drank an
deren dan sterken drank, voor perceel
Boulevard Bankert 26
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen tegen het verleenen van het gevraagde
verlof schriftelijke bezwaren kunnen wor
den ingebracht bij Burgemeester en Wet
houders voornoemd.
Vlissingen, 3 Augustus 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
De ministerieele crisis welke sedert
kort ontstaan is als gevolg van het
eigenwillig' henengaan van het hoofd
van het departement van financiën,
heeft reeds tallooze pennen in beweging
.gebracht en tot allerlei beschouwingen
aanleiding gegeven, Wij' zullen dezen
stroom van inzichten, uiteenzettingen
en verklaringen, welke onderling juist
zooveel verschillen als het standpunt
afwijkt, waarop de beschouwers zich
plaatsen, om ten slotte de menschen
no,g niet veel wijzef te maken, niet on
zerzijds nog met een diepgaande poli
tieke verhandeling vermeerderen. De
„groote pers" heeft voor de liefhebbers
er inderdaad bespiegelingen tot in het
oneindige aan gewijd. Wel willen we
in het voorbijgaan op dit wei zeer
eigenaardige in deze ministerieele cri
sis wijzen, dat de onderhavige be
windsman is gevallen, omdat hij in een
ministerie, dat voor alles op bezuini
ging beloofd heeft aan te sturen, als
En langzaam werkten zijn tonen ook
op het hart van het stadskind, dat tus-
schen de muren was opgegroeid in
blijde onverstoorde jeugd in vroolijke
hoop, op een rijk, aan de kunst gewijd
leven. Het was haar, alsof hij, die daar
in de tonen tot haar sprak, haar ge
heimste leed kende en de taal verstond
die kon doordringen in haar door bit
tere ervaring der laatste uren en dagen
gewond kart.
Stiller en kalmer klonken de tonen.
Eindelijk zweeg de viool.
Lore glimlachte. Zij, stond op en
drukte hem zwijgend de hand.
Toen trad nog iemand in den kring,
wien de zorg hierheen had gedreven,
omdat zij zoo lang was uitgebleven.
Johan had den weg naar 'deze eenzaam
heid gezocht en gevonden. Hij had, luis
terend naar het merkwaardige spel,
lang onopgemerkt aan de heg gestaan,
tot de muziek langzamerhand weg
stierf.
Nu trad hij' binnen en voegde zich' 'bij
de overigen.
Toen Greta hem zag, stond zij, op en
nam afscheid van de vriendin. Ik kom
terug, zoodra ik kan. Mijn vader ver
wacht mij.
Zij veriiet den tuin en ging den weg
langs het schot verder in tegenge
stelde richting. Zij, voelde behoefte,
voordat zij naar huis ging, nog met
pur sang bezuinigingsminister gevoelt
te moeten heengaan, en wel uit een ka
binet, dat volgens de meening van den
officieelen bezuiniger in groote meer
derheid eigenlijk niet bezuinigen wil.
Zoo is er meer, dat den eenvoudigen
burger verre van duidelijk zal zijn,
doch waarover we het ditmaal niet wil
len hebben. Wat den nuchter beoor
deelenden toeschouwer inmiddels wel
duidelijk moet zijn, is, dat het waarlijk
niet geringe aantal gepensioneerde mi
nisters intusschen weder met een ver
meerderd is. Wat niet direct aan de
bezuiniging ten goede zal komen.Doch
dat daargelaten wie op het veen is,
ziet nu eenmaal niet op een enkel turfje.
Hoe rijk echter dit kabinet aan reeds
gepensioneerde bewindslieden is, blijke
uit het niet geringe aantal van zes, wel
geteld en zoo wij de ex-ministers Kö-
nig en Van IJsselsteijn mede tellen, die
wat men, noemt een natuurlijk politiek
sterfbed hadden, zelfs acht.
Een en ander doet de vraag niet on
belangrijk schijnen, waarom het minis
terieele leven van zoo menig bewinds
man zoo kort toch duurt. Inderdaad
toch neemt het aantal gepensioneerde
functionarissen met den dag toe, en al
valt het gezamenlijk bedrag dezer pen
sioen-gelden in betrekkelijk zeer korten
tijd verworven, wel grootendeels weg
bij de andere staatsuitgaven, het ware
voor 's lands schatkist ongetwijfeld
beter, wanneer ook hierin wat meer
zuinigheid kon worden betracht. Inder
daad heeft ons land, vooral ook als
men ten dien opzichte naar het buiten
land kijkt, weinig reden op ministeries
van bepaald Iangdurigen aard te mo
gen bogen. Van de 27 kabinetten welke
wij, het huidige dan medegèrekend, se
dert de Grondwet van r848 hebben
„versleten", bleek die slijtage reeds na
gemiddeld 2/2 jaar volkomen te zijn.
En waarlijk een gemiddelde duur van
zulk een kort tijdsbestek is nu niet
bepaald iets, waarop we ons verhoo-
vaardigen kunnen, en we zullen goed
doen maar niet teveel op een land als
bijvoorbeeld Frankrijk, dat bijzonder
veel ministeries en ministers verslindt,
te smalen. Naar verhouding toch, ma
ken we het nu niet zooveel beter.
Indien we thans eens nagaan hoe Je
onderlinge verhouding dier groom er.
k'c-'ne kabinetscrises in der. loop der
jaren geweest ;s dan blij'!:' 'lat vi r,
d" J'.r-a'iementcn van mar otig
en financiën dikwijls van bewindshoofd
gewisseld hebben, en dat menig hoofd
van deze afdeelingen zich ontijdig het
ministerieele leven zag ontnomen wor
den. Waarom het juist deze departe
menten van algemeen bestuur waren,
die zoo talrijke keeren in een critieken
staat van zaken te staan kwamen, zou
zichzelf alleen te zijn en de velerlei
opwindende indrukken van dezen mor
gen te verwerken, voor zii tehuis nieu
we en onbekende eischen aan hare ze
nuwen, haar kalmte en vastberadenheid
kon laten stellen.
Hofman's moeder onderhield zich op
hare stille, bedachtzame wijze in weinig
woorden met Lore. Zij liet haar hare
kleine, nette huishouding zien en leidde
haar door den tuin, haar al de genoe
gens en geheimpjes wijzend, die daar
verborgen waren. Zij wees haar de
bloembedden, de groentekweekerij, het
gevogelte en het huis, de eenvoudige,
vriendelijke kamers met het meesten
deels door haar overleden man en haar
zoon zelf gemaakte huisraad, de keu
ken, de kelder, de werkplaatsen... kort
om, heel haar kleine rijk, waarin de drie
menschen samen huisden.
Alles ademde tevreden welbehagen
en het .geluk van menschen, wie de we
reld niets te geven, en niets te nemen
had, wijl ze niet verlangden naar dat
gene, waf daar buiten was en duizen
den lokte en duizenden te gronde
richtte.
Johan en Heiner hadden elkander ge
troffen en wisselden op hunne wijze
hunne levensbeschouwing uit de een
meer brommend en ruw, de ander kal
mer en vriendelijker maar beide in
denzelfden grondtoon van geen behoef
te te hebben aan het leven der wereld.
Heiner knipoogde tegen den ander en
reikte hem zijn snuiftabak voor den-
gene, die hem nader kende, een teeken
van bijzonder vertrouwen. De oude be
diende, die zich geduldig luisterend liet
tot een omvangrijke gedocumenteerde
'historische beschouwing leiden, die
ons te ver zou voeren. Volstaan we der
halve met het feit te constateeren. Dan
zien we, hoe in de jongst verloopen vijf
jaren er zoowel aan marine en oorlog
als aan financiën, twee bewindslieden
per departement den ministerieelen
dood ingingen, te weten bij financiën
mr. S. de Vries en nu jhr. mt. D. J. de
Geer, bij oorlog jhr. G. A. A. Alting von
Geusau en W. F. Pop, bij marine W.
Naudin ten Cate en mr. H. Bijleveld.
Behalve deze beide, laatsten zijn er se
dert bovengenoemd jaartal aan dit de
partement niet minder dan 11 ministers
heengegaan, vóór het ontslag van het
ministerie, waarvan zij deel uitmaak
ten aan oorlog is dit aantal zelfs tot
12 geklommen, terwijl aan financiën
buiten het bovengenoemd tweetal,
„maar" zes ontijdig sneuvelden. Van
deze zes herinnert men zich nog zeer
zeker levendig uit den oorlogstijd de
namen van Bertling, Treub en Van Gijn,
Wat den duur van het kortste minis
terieele leven aangaat, zij dat van een
minister van marine, Smit van den
Broecke vermeld, die precies een maand
bewindsman was zoo bont heeft het
intusschen geen enkel meer gemaakt.
Het kortstiondigst kabinet is het mini
sterieFransen van de Putte geweest,
dat nauwelijks 3t/2 maand politiek ge
leefd heeft. Zij nog volledigheidshalve
vermeld, dat van de bovenbedoelde 27
kabinetten er 15 in een gewelddadigen
politieken strijd zijn omgekomen.
Dat ministerieele levens vaak even
broos zijn als die van gewone sterve
lingen, blijkt uit het bovenstaande
waarlijk duidelijk genoeg. Moge inmid
dels de crisis aan financiën spoedig
een gunstige oplossing vinden, zoowel
ten bate van het belangrijke vraagstuk
waarover het geschil loopt, ais, wat
haar bestendigheid aangaat, niet min
der ten bate van 's lands schatkist.
Zitting van Vrijdag 3 Augustus.
(Vervolg en Slot.)
De volgende voorstellen betreffen
het verkoopen van gemeentegrond en
wel lo. aan V/. Anker Zoon een per
ceel groot 192 ML aan de Schelaestraat,
voor ƒ15 per ML, alzoo voor ƒ2820;
2o. aan W. Anker 2 ML bouwgrond en
29 ML tuingrond aan de Parklaan, resp.
voor 15 en 10 per ML, aldus voor
320 3o. aan J. Lampers, een perceel
groot 230 ML aan de Van der Mandere-
straat a ƒ7 per ML, 'dus voor ƒ1610
4o. aan wed. C. C. de Ruijterde Vey
Mestdagh een perceel groot 88 ML in
het Villapark nabij den Koudekerkschen
straatweg a 15 per ML. of 1320.
voorpraten over de wereld en menschen
en bij de een of andere geestigheid of
spreuk instemmend lachte of knikte,
beviel den brommenden philosoof in 't
schrijn werkerspak.
iHet .kwam vanzelt, dat die twee, toen
juist een voer hout werd afgeleverd,
samen aanpakten en het samen gingen
afladen, alsof dat reeds altoos zoo ge
weest was. Toen haalde Heiner uit de
buurt brood en worst, en de twee ouden
gebruikten 'hun ontbijt, op een paar
houtblokken zittend, in kalme rust en
wisselden daarbij korte opmerkingen
over Lore, die met moeder Hofman on
der de 'boomen liep en rijpe vruchten
in een mand plukte.
Maar nu moeten wii gaan, zei ze
glimlachend. U zou ons anders heele-
maal niet weer kwijtraken.
Daar had; ik niets tegen, lachte de
oude en keek haar vriendelijk aan. Al
leen onder mannen, hoe goed ze ook
zijn, is toch voor iemand van ons een
■beetje te streng eentonig. Kom maar
heel gauw eens weer terug
Ja, spoedig en dikwijls terugko
men zei ook Hofman, die deze woor
den had gehoord. De kalmte hier en de
herfstzon geneest het beste, wat u ver
driet doet. En nergens over denken...
de stem komt ook wel weer terug
Lore keek in de verte naar de ber
gen. Het is alles anders geworden in
deze paar dagen. Misschien is het goed
dat ook dat anders wordt. Ik weet zelfs
niet meer, of ik nu nog moed en lust
zou hebben, voor al die menschen te
staan en ze mijn beste mijn innerlijkste
te geven, sedert ik weet, hoe hard, hoe
Al deze voorstellen werden zonder
discussie of hoofdelijke stemming aan
genomen.
Door Burg. en Weth. werd voorge
steld aan het bestuur der Vereeniging
tot bevordering van Christelijk lager
onderwijs toe te staan 280 voor het
aanschaffen van nieuwe schoolbanken
en schoolborden ten behoeve van de
school in déSgalingstraat.
Alzoo besraten.
Voorgesteld werd tot liet vormen van
7e klasse scholen aan eenige openbare
lagere scholen.
De heer Van Oorschot juicht de uit
breiding van den leerplicht toe, doch het
thans ingediende voorstel kan hij niet
goedkeuren. Hij zeide dat de onderwij
zers voor een veel te zware taak wor
den gesteld. Het lijkt hem toe dat de
zaak niet goed onder de oogen is ge
zien. Verschillende hoofden van scho
len zijn bij de bespreking niet tegen
woordig geweest. Ook had hij .gaarne
de onderwijs-corporaties eens eventjes
willen laten medespreken.
Tegen, het voorstel had hij ook prac-
tisclie bezwaren, welke hij nader uit
eenzette. Het taalleervak komt ook in
het gedrang. Het lijkt hem toe dat het
onderwijs in de 7e klasse een paskwil
zal worden en hij meende dat het voor
stel van Burg. en Weth. dan ook niet
mag worden aangenomen. Aan het on
derwijs in de 7e klasse zal veel schade
worden toegebracht. Het onderwijs kan
niet gelijkwaardig worden aan dat der
centrale school. Hij kan niet anders ad-
viseeren dan voor rekening der ge
meente enkele onderwijskrachten aan te
stelln. Als de bijzondere school dit noo-
dig heeft, dan moeten wij dit ook beta
len. Wij moeten ons stellen op het
Itandpunt dat wij wanneer wij tekort
doen aan de volksontwikkeling wij ook
te kort doen aan de volkskracht.
'Hij wil het voorstel van Burg. en
Weth. dus zoodanig w.ijzigen dat aan
zijn bezwaren wordt voldaan. Hij hoopt
dat Burg. en Weth. zullen voorstellen
twee nieuwe leerkrachten aan te stellen.
De heer Van Hal kan zich voor een
groot gedeelte bij het betoog van den
heer Van Oorschot aansluiten Uit het
prea-advies van Burg. en Weth. blijkt
dat zij getracht hebben een oplossing
te vinden en hebben zij daarin ver
schillende dingen dooreen gehaald. De
combinatie van het 6e en 7e leerjaar
doet schade aan het onderwijs. Het 7e
leerjaar wordt*daardoor niet alleen uit
een gehaald, doch ook 'het 6e leerjaar
zal hierdoor schade ondervinden. Elke
schade die wij aan het Iager onderwijs
toebrengen is nadeelig voor de betrok
ken leerlingen, wier eenig onderwijs dit
veelal is. Hij kan niet begrijpen dat een
hoofd van een school de tegenwoordige
regeling voor zijn rekening wil nemen.
Hij gelooft dan ook dat de deelname
van de hoofden aan de conferentie met
Burg. en Weth. wel zeer gering zal zijn
geweest. Zijn bezwaren tegen het voor
meedoogenioos hard zij kunnen wezen.
Geduld, geduld, juffrouw Muller,
zei de schrijnwerker met zijn heldere
kalme stem. Ook deze indrukken zullen
langzamerhand verdwijnen en plaats
maken voor vriendelijkere. Over dat al
les spreken wij als God wil en u hier
wilt komen, nog vaker. Het hoofd om
hoog u kan het niet slecht gaan.
Samen brachten :zij 'het meisje met
den ouden bediende naar de tuindeur.
Hofman's moeder ging nog mee naar
buiten en wees haar enkele punten in
de omgeving en in de verte.
Toen zij terugkeerde, stond de baas
voor het huis met over elkaar geslagen
armen.
Nu, moeder, hoe vindt ge, is dat
geen heerlijk meisje
Wel, heerlijk Hans, knikte zij en
keek hem aan en glimlachte.
Hij maakte een afwerende beweging
met de hand. en zei Ik kon haast
haar vader zijn
Als je vroeg getrouwd was, ja.
Maar inplaats daarvan ben je nog al
toos vrijgezel en sluipen de grijze haren
al door je baard. Wie weet, waarvoor
je bestemd bent.
Kom, praat niet zoo, moeder. Het
is immers toch niets. Een schrijnwer
kersvrouw en zoo'n meisje.
De vrouw van een baas, asjeblieft,
en niemand kan te fijn zijn voor een
eerlijk 'handwerkershuis.
Toen vatte hij haar bij den arm en
keek naar Heiner, voor wien hij anders
nooit eenig geheim had. Weet ge, moe
der, ik ben toch eigenlijk een slechte
kerel.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
stel van Burg. en Weth. zette de heer
Van Hal no.g nader zeer uitvoerig uit
een. Het onderwijs wordt slechter en
het groote aantal leerlingen zal ook
belemmerend werken. Uit enkele passa
ges van het rapport van den inspecteur
van het lager onderwijs blijkt ook dat
hij enkele bezwaren heeft, speciaal wat
betreft Jiet groote aantal leerlingen.
Wat Burg. en Weth. voor het Ulo-on
derwijs te veel vinden, vindt hij ook te
veei voor het lager onderwijs.
Het 7e leerjaar moet evenver gaan als
het le leerjaar in de Ulo-school. De
houding van Burg. en Weth. van Mid
delburg ten opzichte van deze kwestie
vindt hij heel wat symapthieker.
Nog nader zette de heer Van Hal zijn
bezwaren uiteen en meende te weten
dat bij den minister wel een gunstig
oor zal gevonden worden voor hetgeen
nader in het adres van den Bond van
■onderwijeers is uiteengezet.
Hij zou niet wenschen dat de kinde
ren nu de dupe zouden worden van de
toevallige omstandigheid dat geen
ruimte is in de school in de Bouwen
Ewoudstraat, maar het volgend jaar zal
de beschikking verkregen worden over
de tegenwoordige Hoogere Burger
school. Wij beschikken toch nog over
andere gemeentegebouwen dan de
scholen. Hij noemde het Burger Wees
huis, waar de lokaliteiten wel geschikt
zullen zijn om daar onderwijs in te ge
ven.
Wat het lager onderwijs betreft staan
wij eveneens voor moeilijkheden. De
voorkeur blijft voor het openbaar on
derwijs voor enkele scholen bestaan.
Wanneer wij op de tegenwoordige wij
ze doorgaan, zal dit leiden tot een over
bevolking op enkele scholen en een
ontvolking van andere scholen. Er is
thans reeds een overbevolking op een
der scholen. Het zou het beste zijn als
de raad van den Bond van Nea. Onder
wijzers werd opgevolgd, door niet meer
dan 37 leerlingen tot een klasse in ,een
bepaalde schoot toe te laten. Hij gaf
Burg. en Weth. in overweging maatre
gelen te nemen dat het aantal leerlingen
op een bepaalde schooi niet te groot
mag zijn. Door een schikking zou het
mogelijk zijn minstens 7 klassen van de
9 scholen met een bepaald aantal leer
lingen te kunnen bevolken.
Bij alle schikkingen zullen wij toch
op 2 scholen niet het voldoend aantal
leerlingen krijgen om alle leerkrachten
door het rijk betaald te krijgen. Hij gaf
in overweging niet den verkeerden weg
in te slaan en dus voor dit overgangs
tijdperk 2 leerkrachten voor onze reke
ning te nemen. Wanneer dan voor het
bijzonder onderwijs dit ook noodig is,
zullen wij dit met evenveel liefde dra-
Jij Wat heb je toch vandaag
voor grillen in je hoofd
Ja, ik. Stel je voor, straks, toen
dat ongeluk kwam, dat zij op eens niet
meer kon zingen en dacht, hare stem
verloren te hebben, weet ge, wat er
toen in mij omging
Nu, wat dan, Hans Medelijden
zeker
O, medelijden ook, moeder. Maar
toch geen medelijden alleen. Heel diep
daarbinnen, hoewel ik !het niet liet op
komen, voelde ik toch zoo iets als blijd
schap er over...
Och, jongen.
iJa, het is ellendig. Maar weet ge,
moeder, als zij geen beroemde zangeres
■meer zou worden...
Dan kon zij gemakkelijker eene
kleine, onbekende schrijnwerkersvrouw
worden.
O, moeder, spot er niet mee. Het
is immers te slecht en te dom. Heiner
heeft gelijk als hij- izegt, dat iemand des
te dommer wordt naarmate hij ouder
wordt.
Hij zuchtte nog eens diep, ging toen
met langzamen tred weer naar zijn
werk en begroef daarin zijn droomen
•om in de volgende minuut weer de
schaaf weg te leggen en te luisteren
naar de vink, die op den pereboom zat
en een vrooliik deuntje floot, dat hij
poogde na te fluiten.
Heiner, die nog aan de wieg lijmde,
hield nu en dan op, nam wat tabak,
■keek bedenkelijk naar zijn baas en
bromde wat. Het klonk niet zoo heel
eerbiedig voor zijn 'heer en meester.
(Wordt vervolgd.)