DONDERDAG 21 JUNI No 144 -■ öle Jaargang -«^1923 GEMEENTEBESTUUR FEUIILETON KLATERGOUD. BINNENLAND VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2.50. Weekabon nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijk^ nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer IS cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. Zij die zich met 1 Juli op de „VLIS SINGSCHE COURANT" abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende num mers GRATIS. PLAATSEN BESTEMD TOT UITKLOP PEN VAN TAPIJTEN OF VLOERKLEEDEN. Burg. en Weth. van Vlissingen doen te weten, dat door hun college is genomen liet volgende besluit Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op artikel 30 der Algemeene Politieverordening voor Vlissingen, besluiten I. aan te wijzen tot plaatsen, zooals be doeld in artikel 30 van genoemde verorde ning a. het terrein der „Zeehondenwerf" b. het terrein van den Gemeente-Reini gingsdienst, gelegen nabij de voormalige Marinehaven II. in te trekken alle eventueel vroeger genomen besluiten tot aanwijzing van plaatsen, als bij dit besluit bedoeld. Vlissingen, 30 April 1923. Burg. en Weth. van Vlissingen, (get.). M. LAERNOES, L B. De Secretaris, (get.) F. BISSCHOP. Vlissingen, 20 Juni 1923. Burg. en Weth. voornoemd, M. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. KAMEROVERZICHT. Eerste Kamer. Zitting van Woensdag. Na een onbeduidende debatie over zuinigheid en nut heeft deze Kamer de opheffing der rechtbanken te Heeren veen en Zierikzee goedgekeurd. De meerderheid' en ditmaal een groote meerderheid stelde de bezuiniging boven het groote nut van het behoud van dergelijke kleine rechtbanken. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag. Ziekteverzekering. K. L. M. Nonactiviteit. Alweer een interpellatie zonder re sultaat de motie-Duijs is verworpen met 60 tegen 20 stemmen. Vóór stem den alleen de sociaal-democraten, de vrijzinnig-democraten en de heer 'Ter Hall. Voor de antirevolutionnaire frac tie verklaarde de heer H. Colijn dat zij vasthield aan haar verkiezingsprogram en dus haar vrijheid ten aanzien van de Ziekte-wet voorbehield. De motie aan vaardde zij niet, omdat die zich niet uit spreekt over de Ziektewet zelf en omdat de minister er een verdere strekking aan gaf. Voor de Koninklijke Luchtvaartmaat schappij vroeg de regeering een garan- Plotseling kwam als een bliksem straal uit helderen hemel, de erkentenis van het tegendeel. De zaak werd na tuurlijk heimelijk behandeld, zooals al toos in zulke gevallen en misschien te genover kinderen als wij noodzakelijk was. Maar daarbij rekent men niet met de nieuwsgierigheid en het verlangen van jonge harten naar waarheid, met hartstochtelijke verdediging die los breekt, als men een paar dozijn jonge harten het beste wil ontnemen, dat zij meenden te bezitten. Zoodra wij meukten, dat er met on zen leeraar iets niet in orde was, dat zijne glimlachende kalmte, zijn zeker optreden verdween, dat zijne stem midden in de verzen, die hij las begon te weifelen, dat zijn oogen, zijn gedach ten bij heel iets anders dan bij de dich terlijke schoonheden, dat zij bij de on bekende hatelijkheden van het ons vreemde leven waren zoodra wij dat merkten, begon onze heete, en verbit terde strijd om hem, om ons ideaal. Wij trachtten op alle mogelijke wijzen te weten te komen, waarom het ging. Langs rechtmatigen weg konden wij niet tot de wetenschap komen. De leeraar werd ons ontnomen. Hij werd ziek gemeld. Maar wij zagen hem op straat, soms in het gebouw. Wij en u zal verbaasd zijn, als u tiebedrag tot ten hoogste 1.4 millioen gulden aan, te verdeelen over drie jaar. Het bedrag zal dienen om het eventueele tekort op den dienst te dekken, 't Heet een renteloos voorschot, maar de Staat zal er wel nooit iets van terugzien. Als verwoed-bezuiniger was de heer Van Gijn er weer tegen- De nationale zuinigheid won het bij hem van den na- tionalen trots. Minister Van Swaaij, zich aansluitende bij de verdedigers Van Rappard en Van Swaaij, zette uit een, dat wij een Hollandsche vliegmaat schappij moeten houden, willen wij niet uit het vliegverkeer uitgeschakeld wor den. De route EngelandRusland, die nu over ons land gaat, zou wellicht over BrusselKeulen gaan. Voor het post verkeer zou dit zeer nadeelig zijn. De Kamer keurde het ontwerp goed met 61 tegen 9 stemmen. Tot nog toe konden ambtenaren, die Kamerlid werden, aanspraak houden op hun halve salaris. Een raar systeem en onbillijk tevens. Geen particulier ha alt zooiets in het hoofd. Terecht heeft de regeering daarin althans eenige wijzi- ginu gebracht in dien zin, dat dergelijke ambtenaren alleen dat bedrag zullen houden dat zij vroeger meer inkomen hadden dan de 5000 gld. die het Kamer lidmaatschap geeft. De noodzakelijk heid voor deze toegevendheid is niet bewezen, maar het is ten minste minder mal dan de bestaande toestand. Het was ons niet duidelijk wat den heer Troelstra eigenlijk zoo'n lang be toog tegen dit ontwerp deed houden. Met de kwestie van de onvereenigbare ambten had het niet te maken. De re geering, die haar ambtenaren aanstelt en ontslaat, kan ook nu reeds in ieder geval beslissen of zij een ambtenaar die Kamerlid wordt, al dan niet wil handha ven. De positie van den half-gesaia- lieerden ambtenaar en Kamerlid is al tijd tweeslachtig geweest en voor zijn positie ware het veel beter geweest als zijn relatie met den Staat als ambte naar geheel ware doorgesneden. Hoe kleiner dat verlofstractement is, des te minder is het nadeel. Het betoog, dat de positie nu juist zwakker wordt, gelijk de heer Troelstra dat hield, ontging ons. Dat hij uitstel van behandeling wilde in verband met het ontwerp in zake de rechtspositie der ambtenaren, was. eenigszins begrijpelijk. De minis ter ontried deze motie er is z.i. een regeling noodig, nu het aantal min of meer onvereenigbare functies zeer is toegenomen- Over het al of niet wen- schelijke van uitstel ontstond een de batie. Over het algemeen zag men het nut daarvan niet in, omdat het hier om een principieele kwestie gaat, nl. om de bevoegdheid van den minister om de onvereenigbaarheid te beoordeelen. Uit stel brengt daarin geen verandering. Morgen voortzetting. De reis van de Koningin naar Engeland. H. M. de Koningin zal Dinsdag 26 Juni met het stoomschip „Batavier V" naar Engeland vertrekken voor haar vacantiereis. De boot is voor deze reis niet extra gecharterd, doch. alleen zul len geen eerste klasse passagiers wor den meegenomen. De eerste klasse blijft voor de Koningin gereserveerd. De Eerste Kamerverkiezingen De candidatenlijst der Chr. Hist. Unie voor de verkiezing van leden der Eer- het hoort, dat ik zelf bij, de drie was, die er voor werden uitverkoren wij gingen eindelijk naar zijn huis en vroe gen hem in het volle vertrouwen van onze vertwijfelde gemoederen om op heldering wij boden :hem onze mach- telooze hulp, ons onverbreekbaar ge loof in hem aan. Wij bezwoeren hem, naar ons terug te keeren. Maar terwijl wij stamelden, en op- gewondene en schuchter, in strijd met onze schuwe meisjesnaturen, voor den vereerden man stonden, drongen uit de naaste kamer woorden van eene tot het uiterste opgewonden vrouwenstem woorden van zoo zware aanklacht, van zoo heftige en hatelijke beschimping tot ons door, dat ,wij ten diepste geschrok ken al onzen moed verloren. In doods angst, smeekend om opheldering, om geruststelling, om ontkenning van de hatelijke, verbitterde aanklachten, hin gen onze blikken aan zijn gelaat. Maar ons smeeken bleef onverhoord. Zonder ons in het (gelaat te durven zien, met een paar verlegen woorden, drong hij ons uit zijn huis en leverde ons in onze bittere ontgoocheling over aan al de geruchten die in de stad over hem rondliepen en door dienstboden, bij en kelen, zelfs in de families aan ons wer den medegedeeld Greta zweeg een. oogenblik en be gon toen opnieuw Het zal met de overdrijving der meisjesjaren samen hangen, dat destijds het vertrouwen in de menschen in mij verloren ging. Slechts enkelen der anderen namen het a's ik blijvend ernstig op maar dat ste Kamer van de Staten-Generaal, in de groep Utrecht, Zeeland, Noord-Bra bant, Limburg, is door de Chr. Histo rische Statenleden der vier genoemde provinciën samengesteld als volgt 1. Prof. dr. J. Slotemaker de Bruine, Utrecht 2. prof. jhr. mr. B. C. de Sa- vornin Lohman, Utrecht 3. Kr. Tim- mers, Klundert 4. mr. dr. F. J. Fro- wein, Wittem 5. mr. H. F Lantsheer, Middelburg. Absurditeiten. Onder dit opschrift schrijft „de Standaard" ■Reeds eerder werd er door ons en ook door den voorzitter onzer Kamer- club op gewezen, dat er in ide trakte menten- en pensioenregelingen voor le ger en vloot allerlei bepalingen voor kwamen, die eigenlijk somtijds niet anders dan als dolzinnig gekwalificeerd kunnen worden. Thans vestigt men op nieuw onze aandacht op een geval. Een onderofficier 50 jaar oud wordt gepensionneerd. Pensioengrond slag 3255. Toegekend pensioen 1997, Stel, deze man 'heeft een vrouw en 5 kinderen. En stel voorts dat de man en vader kort na zijn pensioneering overlijdt. Dan krijgt de weduwe van dezen ge pensioneerden onderofficier 1400 pensioen. Elk kind zou krijgen 300, saam derhalve 2900. Aangezien in- tusschen 80 van den pensioengrond slag niet mag worden overschreden, wordt het pensioenbedrag voor wedu we en kinderen saam niet hooger dan 2400, wat echter altijd nog 400 gul den meer is dan het gezin genoot toen ook de vader nog in ieven was. Wordt het nu toch niet hoog tijd. dat men dergelijke absurditeiten eens wat ernstiger onder het 'oog gaat zien Ned. vice-consulaat te Folkestone. Bij Kon. besluit is te Folkestone (Groot-Brittannië en Ierland) een vice- consulaat opgericht en is de heer J. Noest benoemdi tot vice-consul der Ne derlanden aldaar, buiten bezwaar van 's lands schatkist. Het ressort van het vice-consulaat omvat het gedeelte van het graafschap Kent begrensd door den spoorweg van Dover via/Canterbury en Ashford (met inbegrip van laatstgenoemde plaatsen) tot de grens kan .het graafschap Sussex. Congres voor Inwendige Zending te Amsterdam. Dinsdag werd te Amsterdam in de Nieuwe Zijdskapel het Congres voor in wendige Zending geopend door den eere-voorzitter van het congres, dr. J. Th. de Visser, minister van onderwijs, die een gedeelte uit Johannes 15 las en voorging in gebed. Spreker dankte dr. Lammerts van Bueren voor zijn bereid willigheid de leiding van dit congres op zich te willen nemen. Deze, hef presidium overnemende, acht het zich een voorrecht, allereerst een groet te mogen overbrengen van de Beschermvrouwe van het congres, H. M. .de Koningin, welke groet aldus luidt „Als beschermvrouwe van het Eerste Nederlandsche Congres voor inwendige Zending acht ik mij gelukkig U een woord van welkom te zenden, waar heden uwe werkzaamheden aanvangen. Moge Gods zegen rusten op uwe be raadslagingen en besluiten, op uw streven naar verstaan en waardeering van allen, waarmede uw arbeid U in lag stellig in mijne natuur. Een nieuwe leeraar kwam en deed den ouden juist door zijn hardere, maar natuurlijker wijze vergeten, waar hij de kunst verstond, alles humoristisch te bezien en een vroolijke stemming in het schoollokaal te brengen, die daar im mers' altoos werkt ais een betoovering en dat heb ik eerst later erkend juist na de overdreven ideale stemming dubbel gaarne werd aangenomen. Men hoorde, dat ons ideaal een speler was geweest, een doorbrenger hij ver dween uit de stad en werd vergeten, een voorwerp van even diepe algemee ne verachting mijner medeleerlingen, als hij' vroeger hare hoogste dweepzucht gewekt had. Dat was zeker wel de ge zonde reactie in hare frissche, voor het vroolijke léven gelukkig ontvankelijke gemoederen. Voor mij kwam het anders, ik was wantrouwend geworden. Ik geloofde niet meer aan het geluk. En ik begon waar te nemen. Ik begon waar te nemen in eigen omgeving en huis. Ik zag onrustige, loerende blikken bij mijn vader, waarmee hij oogen- schijnlijk onbemerkt moeder uithoorde, ais zij'het minst er aan dacht. Ik zag na lange nachten uitblijven in zijn ver gaderingen, in zijn bijeenkomsten, tee kenen van verdriet, van kunstig voor gewende onbevangenheid aan hem, die mij vroeger niet waren opgevallen. Ik merkte bij zulke gelegenheden zorg volle, verwijtende blikken onzer oude bedienden, waarmee zij, ais ze zich on bespied waanden, zijne gebaren volg- aanraking brengt en uw samenzijn voe ren tot die hoogere eenheid, wélke gij allen zoekt in Christus. Die eenheid make U sterk, zoowel voor uwe gemeenschappelijke krachts ontwikkeling, als voor uw arbeid op eigen gebied. Moge de zoekende liefde van onzen Heiland U den weg wijzen fot tege moetkoming aan de diepste behoeften van onzen tijd en schenke Gods Geest U bii vernieuwing de gaven en krachten, die deze verheven taak vorderen." Onder instemming der vergadering stelde de voorzitter voor, aan H. M. de Koningin ,het volgende telegram te zenden „Het Congres voor Inwendige Zen ding, vergaderd te Amsterdam, biedt Uwe Majesteit eerbiedig hulde, en be tuigt diepgevoelden dank voor de sym pathie, die zich betoond heeft in het zenden van Uwe Koninklijke bood schap:, die bij den aanvang van de sa menkomst den aanwezigen is medege deeld. De dank zet zich om in de bede, dat God den troon onzer Koningin be- vestige, en dat Hij aan Uwe Majesteit en geheel Haar Huis Zijn genade ver- heerlijke." Na de begroeting van de afgevaar digden uit het buitenland werd het welkom toegeroepen aan de afgevaar digden der Herv. gemeente te Amster dam. Er zijn igeen kerkeraden uitge- noodigd, maar een uitzondering moest met genoemden kerkeraad gemaakt worden, omdat de conferentie de gast vrijheid van de Herv. gemeente geniet voor hare bijeenkomsten in N. Z. Kapél en de Nieuwe Kerk. Hierna volgde, de openingsrede in gezet in den toon der dankbaarheid. Wat een verschil voor ons die hier sa menkomen met onze Oostelijke naburen met wie wij door het werk der Inwen dige Zending zoo vaak op zoo vele wijzen in contact zijn gekomen. Dankbaar zijn wij, dat wij gedenken mogen 'dat wij leven onder de regee ring eener Koningin, die menigmaal en ook nu hare belangstelling in het werk der Inwendige Zending heeft getoond. Dankbaar wordt ook herdacht de naam van zoo menigeen, die van groo te beteekenis voor het werk is geweest. Niet allen zijn te noemen. Hier in Am sterdam gedenken wij in het bijzonder prof. Bavinck, de trias van Noort, Voorhoeve en Heldring. Van een toegewijd voorgeslacht heb ben wij een kostbare erfenis aanvaard. Iets van een rijkdom dier erfenis toont ons 't programma, dat véél bevat, bij kans te veel. Maar wii wilden, dat waar dit jaar een generale revue zal gehouden worden van hetgeen gedu rende de regeering van onze Koningin is geschied, ook van den groei van het werk der inwendige Zending zou wor den getuigd. Twee vragen brengt spreker onder de aandacht van zijn hoorders Ver staan wij de 'beteekenis van hetgeen ons is overgedragen En hoe zijn wij tot het beheer dier erfenis bekwaam De beteekenis wordt gezien als wij letten op den oorsprong de oorsprong ligt in de doorvoelde verplichting voor wat wij in ons geloof vonden, den rijk dom van Christus en Zijne genade uit te dragen tot waar de nood dezer we reld in allerlei vorm zich vertoont. De beteekenis wordt gehandhaafd tegenover de bezwaren van hen, die 't werk der Inwendige Zending willen afschuiven óf naar de Kerk óf naar den staat en de eigen plaats tegenover deze grootheden wordt bepaald terwijl een overzicht van de terreinen, waarop de den, naar zijn woorden luisterden. ik nam waar, dat hij loog. Och, het be trof meestal slechts kleinigheden, onbe duidende dingen in het dagelijksch le ven. Maar de kleine, achteloos hier en daar gestrooide onwaarheden, die mis schien niemand buiten mij opvielen, in elk geval mijn moeder niet, verdichtten zich langzamerhand tot een sluier, die zich voor mij over.de zon legde, die zijn karakter verduisterde en donker kleur de. Toen kwam ik er eens over toe, hoe een boosaardig en gemeen mensch, dien hij met recht uit de zaak had weg gezonden, na het vertrek van al bet personeel, toen ik papa wilde roepen voor het avondeten, tot hem in zijn kantoor doordrong en zich daar een taal veroorloofde, die voor mij onge hoord was in haar dreigenden, boos- aardigen, brutalen vorm en brutalen in houd tevens. Het deed mij in mijn hart goed, toen mijn vader hem beslist kalm, en ijskoud behandelde. Ik wilde niet luisteren en ging na de enkele onbegrepen zinnen, die ik had gehoord, weer heen. Daar stiet de ont slagen bediende, in de hoogste woede, een paar woorden uit, die ik niet kon verstaan. Maar ilk gevoelde dat zij het toppunt van zijn drieste, brutale uitin gen waren, en dat zij een onteerende afpersing bedoelden zooals slechts de hartstocht ze kan ingeven. Ik drukte mij in een nis in de gang, daar ik ver wachtte, dat in het volgende oogenblik de deur van het kantoor zou opengaan en mijn driftige vader den man met ge- inwendige Zending zich beweegt, ge geven wordt. Het bezwaar dat er iichtvaardiglijk door allerlei nieuwen arbeid te veel van de belangstellenden zou worden ge vergd, wordt ondervangen door de werkzaamheid van den centraal bond, waarvan de inspecteur reeds 15 jaar met groote takt zijn taak vervuld. Bij de tweede vraaig Hoe zijn wij tot het beheer van onze erfenis be kwaam wordt gewezen op de waarde der persoonlijkheid, die de zelfopoffe rende kracht bezit om zich te laten vormen tot de geschiktheid, die men noodig heeft. Zoo vindt men dat stalen uithoudingsvermogen, dat door geen teleurstelling of hinderpaal wordt ge broken. Met individualisme dat afwis seling zoekt heeft zulk een persoonlijk heid geen overeenkomst dan alleen in schijn. Gemeenschap is voedsel voor de persoonlijkheid. Daarom is er in een samenkomst als deze oorzaak tot vreugd en is in de oprichting van het centraal bureau een mogelijkheid van noodige en heilzame samenbinding nader gebracht. De Hanzëbank te s'-Hertogenbosch. Door de directie van de Hanzëbank te 's-Hertogenbosch werd de volgende mededeeling gedaan Dinsdagmiddag hadden wij een bespreking met de hoofddirectie van de Algemeene Cen trale Bankvereeniging voor den Mid denstand te Amsterdam over de maat regelen, die genomen zouden kunnen worden om onze clientele zooveel mo gelijk te helpen ais de omstandigheden toelaten. De vooruitzichten, bij deze bespreking geopend, achten wij bemoe digend. De hulp, die verleend zal wor den, is er op gericht,'de Hanzëbank in staat te stellen haar relaties ook onder deze omstandigheden den noodigen fi- nancieelen steun te verleenen en de relaties te behouden over haar gehee- Ien werkkring, welke zich uitstrekt over het geheele diocees den Bosch, Breda en een belangrijk deel van het diocees Roermond. Spoedig zullen hieromtrent nadere mededeelingen worden gedaan. De koude Juni-maand. De bekende weerkundige medewer ker van „het Vad." schrijft Uit de volgende opgaven kan blij ken hoe buitengewoon koel het weer ook! gedurende de ioopende maand is geweest. Gedurende de eerste 15 dagen was de gemiddelde temperatuur slechts 11 gr. 7 C„ de gemiddelde maximum temperatuur 13 gr. 6 C„ en de gemid delde minimum-temperatuur 9 gr. 2 C. De eerste, de gemiddelde temperatuur, bleef daarmede bijna drie graden bene den de normale, de gemiddelde maxi mum-temperatuur bijna vijf graden. Ook kwam geen enkele warme dag voor. Slechts eenmaal, den lOden, steeg de thermometer over dag tot 18 gr. C„ maar er kwamen drie dagen voor, waarop de temperatuur niet boven 11 gr. C. steeg. Begin en einde van deze halve maand waren ongeveer even koud, zoodat er van een warmer worden van het weer geen sprake was. De regenval bedroeg in die eerste helft 23 m.M., verdeeld over 10 regen dagen. De tweede helft der maand zette met nog koeler weer in, gepaard met veel regen.1618 Juni gaven nog 27 m.M., zoodat de tot heden gevallen neerslag bijna de normale maandsom heeft 'be reikt. Eindelijk dient nog vermeld te worden, dat de temperatuur in den nacht van 18 op 19 Juni daalde tot 0 gr. weid naar buiten zou gooien. Een paar oogenblikken was het heelemaal stil. Toen hoorde ik papa's stem weer. Zij was merkwaardig zacht en ge dempt, ja, ik zou haast zeggen, bijna goedig en smeekend. Hij sprak met den mensch hij on derhandelde met hem. Mijn verstand en mijn hart stonden stil. Was zoo iets mogelijk Mogelijk, bii ;het trotsche, ongenaakbare wezen, dat mijn vader anders tegenover zijn personeel toonde Mogelijk, tegenover zoo'n onwaardig, misdadig indringer, die met smaad en schande was ontsla gen Ik vluchtte voor mijn eigen nieuwsgierigheid naar mijn kamer. Ik schaamde mij over mijn vader en zijn onmacht, die in niets anders dan in een mij onverklaarbare schuld haar oorzaak kon hebben. Van uit mijn venster, dat, zooais u weet, in de zijstraat uitziet, zag ik een poos later den 'bandiet, hoe hij met slenterenden tred, de handen in de broekzakken, zich verwijderde, hoe hij toen bleef staan met een loerenden blik naar ons huis, eenige banknoten uit zijn zak haalde, ze tevreden telde en toen langzaam verder ging. Ik wist niet wat er gebeurd was. Maar ik wist, dat mijn vader hem zijn stilzwijgen in de een of andere afkeu renswaardige zaak had afgekocht, dat hij zich voor het oogenblik dingen van den hals had geschoven, waarvan noch wij, noch moeder en waarschijnlijk nie mand weten mocht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1