DONDERDAG 21 JUNI
No 144 -■ öle Jaargang -«^1923
GEMEENTEBESTUUR
FEUIILETON
KLATERGOUD.
BINNENLAND
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.50. Weekabon
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijk^ nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
IS cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
Zij die zich met 1
Juli op de „VLIS
SINGSCHE COURANT" abon-
neeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende num
mers GRATIS.
PLAATSEN BESTEMD TOT UITKLOP
PEN VAN TAPIJTEN OF
VLOERKLEEDEN.
Burg. en Weth. van Vlissingen doen te
weten, dat door hun college is genomen liet
volgende besluit
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
artikel 30 der Algemeene Politieverordening
voor Vlissingen, besluiten
I. aan te wijzen tot plaatsen, zooals be
doeld in artikel 30 van genoemde verorde
ning
a. het terrein der „Zeehondenwerf"
b. het terrein van den Gemeente-Reini
gingsdienst, gelegen nabij de voormalige
Marinehaven
II. in te trekken alle eventueel vroeger
genomen besluiten tot aanwijzing van
plaatsen, als bij dit besluit bedoeld.
Vlissingen, 30 April 1923.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
(get.). M. LAERNOES, L B.
De Secretaris,
(get.) F. BISSCHOP.
Vlissingen, 20 Juni 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
KAMEROVERZICHT.
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag.
Na een onbeduidende debatie over
zuinigheid en nut heeft deze Kamer de
opheffing der rechtbanken te Heeren
veen en Zierikzee goedgekeurd. De
meerderheid' en ditmaal een groote
meerderheid stelde de bezuiniging
boven het groote nut van het behoud
van dergelijke kleine rechtbanken.
Tweede Kamer.
Zitting van Woensdag.
Ziekteverzekering. K. L. M.
Nonactiviteit.
Alweer een interpellatie zonder re
sultaat de motie-Duijs is verworpen
met 60 tegen 20 stemmen. Vóór stem
den alleen de sociaal-democraten, de
vrijzinnig-democraten en de heer 'Ter
Hall. Voor de antirevolutionnaire frac
tie verklaarde de heer H. Colijn dat zij
vasthield aan haar verkiezingsprogram
en dus haar vrijheid ten aanzien van de
Ziekte-wet voorbehield. De motie aan
vaardde zij niet, omdat die zich niet uit
spreekt over de Ziektewet zelf en omdat
de minister er een verdere strekking
aan gaf.
Voor de Koninklijke Luchtvaartmaat
schappij vroeg de regeering een garan-
Plotseling kwam als een bliksem
straal uit helderen hemel, de erkentenis
van het tegendeel. De zaak werd na
tuurlijk heimelijk behandeld, zooals al
toos in zulke gevallen en misschien te
genover kinderen als wij noodzakelijk
was. Maar daarbij rekent men niet met
de nieuwsgierigheid en het verlangen
van jonge harten naar waarheid, met
hartstochtelijke verdediging die los
breekt, als men een paar dozijn jonge
harten het beste wil ontnemen, dat zij
meenden te bezitten.
Zoodra wij meukten, dat er met on
zen leeraar iets niet in orde was, dat
zijne glimlachende kalmte, zijn zeker
optreden verdween, dat zijne stem
midden in de verzen, die hij las begon
te weifelen, dat zijn oogen, zijn gedach
ten bij heel iets anders dan bij de dich
terlijke schoonheden, dat zij bij de on
bekende hatelijkheden van het ons
vreemde leven waren zoodra wij dat
merkten, begon onze heete, en verbit
terde strijd om hem, om ons ideaal. Wij
trachtten op alle mogelijke wijzen te
weten te komen, waarom het ging.
Langs rechtmatigen weg konden wij
niet tot de wetenschap komen. De
leeraar werd ons ontnomen. Hij werd
ziek gemeld. Maar wij zagen hem op
straat, soms in het gebouw.
Wij en u zal verbaasd zijn, als u
tiebedrag tot ten hoogste 1.4 millioen
gulden aan, te verdeelen over drie jaar.
Het bedrag zal dienen om het eventueele
tekort op den dienst te dekken, 't Heet
een renteloos voorschot, maar de Staat
zal er wel nooit iets van terugzien.
Als verwoed-bezuiniger was de heer
Van Gijn er weer tegen- De nationale
zuinigheid won het bij hem van den na-
tionalen trots. Minister Van Swaaij,
zich aansluitende bij de verdedigers
Van Rappard en Van Swaaij, zette uit
een, dat wij een Hollandsche vliegmaat
schappij moeten houden, willen wij niet
uit het vliegverkeer uitgeschakeld wor
den. De route EngelandRusland, die
nu over ons land gaat, zou wellicht over
BrusselKeulen gaan. Voor het post
verkeer zou dit zeer nadeelig zijn.
De Kamer keurde het ontwerp goed
met 61 tegen 9 stemmen.
Tot nog toe konden ambtenaren, die
Kamerlid werden, aanspraak houden op
hun halve salaris. Een raar systeem en
onbillijk tevens. Geen particulier ha alt
zooiets in het hoofd. Terecht heeft de
regeering daarin althans eenige wijzi-
ginu gebracht in dien zin, dat dergelijke
ambtenaren alleen dat bedrag zullen
houden dat zij vroeger meer inkomen
hadden dan de 5000 gld. die het Kamer
lidmaatschap geeft. De noodzakelijk
heid voor deze toegevendheid is niet
bewezen, maar het is ten minste minder
mal dan de bestaande toestand.
Het was ons niet duidelijk wat den
heer Troelstra eigenlijk zoo'n lang be
toog tegen dit ontwerp deed houden.
Met de kwestie van de onvereenigbare
ambten had het niet te maken. De re
geering, die haar ambtenaren aanstelt
en ontslaat, kan ook nu reeds in ieder
geval beslissen of zij een ambtenaar die
Kamerlid wordt, al dan niet wil handha
ven. De positie van den half-gesaia-
lieerden ambtenaar en Kamerlid is al
tijd tweeslachtig geweest en voor zijn
positie ware het veel beter geweest als
zijn relatie met den Staat als ambte
naar geheel ware doorgesneden. Hoe
kleiner dat verlofstractement is, des te
minder is het nadeel. Het betoog, dat
de positie nu juist zwakker wordt, gelijk
de heer Troelstra dat hield, ontging
ons. Dat hij uitstel van behandeling
wilde in verband met het ontwerp in
zake de rechtspositie der ambtenaren,
was. eenigszins begrijpelijk. De minis
ter ontried deze motie er is z.i. een
regeling noodig, nu het aantal min of
meer onvereenigbare functies zeer is
toegenomen- Over het al of niet wen-
schelijke van uitstel ontstond een de
batie. Over het algemeen zag men het
nut daarvan niet in, omdat het hier om
een principieele kwestie gaat, nl. om
de bevoegdheid van den minister om de
onvereenigbaarheid te beoordeelen. Uit
stel brengt daarin geen verandering.
Morgen voortzetting.
De reis van de Koningin naar Engeland.
H. M. de Koningin zal Dinsdag 26
Juni met het stoomschip „Batavier V"
naar Engeland vertrekken voor haar
vacantiereis. De boot is voor deze reis
niet extra gecharterd, doch. alleen zul
len geen eerste klasse passagiers wor
den meegenomen. De eerste klasse blijft
voor de Koningin gereserveerd.
De Eerste Kamerverkiezingen
De candidatenlijst der Chr. Hist. Unie
voor de verkiezing van leden der Eer-
het hoort, dat ik zelf bij, de drie was,
die er voor werden uitverkoren wij
gingen eindelijk naar zijn huis en vroe
gen hem in het volle vertrouwen van
onze vertwijfelde gemoederen om op
heldering wij boden :hem onze mach-
telooze hulp, ons onverbreekbaar ge
loof in hem aan. Wij bezwoeren hem,
naar ons terug te keeren.
Maar terwijl wij stamelden, en op-
gewondene en schuchter, in strijd met
onze schuwe meisjesnaturen, voor den
vereerden man stonden, drongen uit de
naaste kamer woorden van eene tot het
uiterste opgewonden vrouwenstem
woorden van zoo zware aanklacht, van
zoo heftige en hatelijke beschimping tot
ons door, dat ,wij ten diepste geschrok
ken al onzen moed verloren. In doods
angst, smeekend om opheldering, om
geruststelling, om ontkenning van de
hatelijke, verbitterde aanklachten, hin
gen onze blikken aan zijn gelaat.
Maar ons smeeken bleef onverhoord.
Zonder ons in het (gelaat te durven zien,
met een paar verlegen woorden, drong
hij ons uit zijn huis en leverde ons in
onze bittere ontgoocheling over aan al
de geruchten die in de stad over hem
rondliepen en door dienstboden, bij en
kelen, zelfs in de families aan ons wer
den medegedeeld
Greta zweeg een. oogenblik en be
gon toen opnieuw Het zal met de
overdrijving der meisjesjaren samen
hangen, dat destijds het vertrouwen in
de menschen in mij verloren ging.
Slechts enkelen der anderen namen
het a's ik blijvend ernstig op maar dat
ste Kamer van de Staten-Generaal, in
de groep Utrecht, Zeeland, Noord-Bra
bant, Limburg, is door de Chr. Histo
rische Statenleden der vier genoemde
provinciën samengesteld als volgt 1.
Prof. dr. J. Slotemaker de Bruine,
Utrecht 2. prof. jhr. mr. B. C. de Sa-
vornin Lohman, Utrecht 3. Kr. Tim-
mers, Klundert 4. mr. dr. F. J. Fro-
wein, Wittem 5. mr. H. F Lantsheer,
Middelburg.
Absurditeiten.
Onder dit opschrift schrijft „de
Standaard"
■Reeds eerder werd er door ons en
ook door den voorzitter onzer Kamer-
club op gewezen, dat er in ide trakte
menten- en pensioenregelingen voor le
ger en vloot allerlei bepalingen voor
kwamen, die eigenlijk somtijds niet
anders dan als dolzinnig gekwalificeerd
kunnen worden. Thans vestigt men op
nieuw onze aandacht op een geval.
Een onderofficier 50 jaar oud
wordt gepensionneerd. Pensioengrond
slag 3255. Toegekend pensioen
1997,
Stel, deze man 'heeft een vrouw en
5 kinderen. En stel voorts dat de man
en vader kort na zijn pensioneering
overlijdt.
Dan krijgt de weduwe van dezen ge
pensioneerden onderofficier 1400
pensioen. Elk kind zou krijgen 300,
saam derhalve 2900. Aangezien in-
tusschen 80 van den pensioengrond
slag niet mag worden overschreden,
wordt het pensioenbedrag voor wedu
we en kinderen saam niet hooger dan
2400, wat echter altijd nog 400 gul
den meer is dan het gezin genoot toen
ook de vader nog in ieven was.
Wordt het nu toch niet hoog tijd. dat
men dergelijke absurditeiten eens wat
ernstiger onder het 'oog gaat zien
Ned. vice-consulaat te Folkestone.
Bij Kon. besluit is te Folkestone
(Groot-Brittannië en Ierland) een vice-
consulaat opgericht en is de heer J.
Noest benoemdi tot vice-consul der Ne
derlanden aldaar, buiten bezwaar van
's lands schatkist.
Het ressort van het vice-consulaat
omvat het gedeelte van het graafschap
Kent begrensd door den spoorweg van
Dover via/Canterbury en Ashford (met
inbegrip van laatstgenoemde plaatsen)
tot de grens kan .het graafschap Sussex.
Congres voor Inwendige Zending te
Amsterdam.
Dinsdag werd te Amsterdam in de
Nieuwe Zijdskapel het Congres voor in
wendige Zending geopend door den
eere-voorzitter van het congres, dr. J.
Th. de Visser, minister van onderwijs,
die een gedeelte uit Johannes 15 las en
voorging in gebed. Spreker dankte dr.
Lammerts van Bueren voor zijn bereid
willigheid de leiding van dit congres
op zich te willen nemen.
Deze, hef presidium overnemende,
acht het zich een voorrecht, allereerst
een groet te mogen overbrengen van
de Beschermvrouwe van het congres,
H. M. .de Koningin, welke groet aldus
luidt
„Als beschermvrouwe van het Eerste
Nederlandsche Congres voor inwendige
Zending acht ik mij gelukkig U een
woord van welkom te zenden, waar
heden uwe werkzaamheden aanvangen.
Moge Gods zegen rusten op uwe be
raadslagingen en besluiten, op uw
streven naar verstaan en waardeering
van allen, waarmede uw arbeid U in
lag stellig in mijne natuur. Een
nieuwe leeraar kwam en deed den
ouden juist door zijn hardere, maar
natuurlijker wijze vergeten, waar hij
de kunst verstond, alles humoristisch te
bezien en een vroolijke stemming in het
schoollokaal te brengen, die daar im
mers' altoos werkt ais een betoovering
en dat heb ik eerst later erkend
juist na de overdreven ideale stemming
dubbel gaarne werd aangenomen. Men
hoorde, dat ons ideaal een speler was
geweest, een doorbrenger hij ver
dween uit de stad en werd vergeten,
een voorwerp van even diepe algemee
ne verachting mijner medeleerlingen, als
hij' vroeger hare hoogste dweepzucht
gewekt had. Dat was zeker wel de ge
zonde reactie in hare frissche, voor het
vroolijke léven gelukkig ontvankelijke
gemoederen.
Voor mij kwam het anders, ik was
wantrouwend geworden. Ik geloofde
niet meer aan het geluk.
En ik begon waar te nemen. Ik begon
waar te nemen in eigen omgeving en
huis. Ik zag onrustige, loerende blikken
bij mijn vader, waarmee hij oogen-
schijnlijk onbemerkt moeder uithoorde,
ais zij'het minst er aan dacht. Ik zag
na lange nachten uitblijven in zijn ver
gaderingen, in zijn bijeenkomsten, tee
kenen van verdriet, van kunstig voor
gewende onbevangenheid aan hem, die
mij vroeger niet waren opgevallen. Ik
merkte bij zulke gelegenheden zorg
volle, verwijtende blikken onzer oude
bedienden, waarmee zij, ais ze zich on
bespied waanden, zijne gebaren volg-
aanraking brengt en uw samenzijn voe
ren tot die hoogere eenheid, wélke gij
allen zoekt in Christus.
Die eenheid make U sterk, zoowel
voor uwe gemeenschappelijke krachts
ontwikkeling, als voor uw arbeid op
eigen gebied.
Moge de zoekende liefde van onzen
Heiland U den weg wijzen fot tege
moetkoming aan de diepste behoeften
van onzen tijd en schenke Gods Geest
U bii vernieuwing de gaven en krachten,
die deze verheven taak vorderen."
Onder instemming der vergadering
stelde de voorzitter voor, aan H. M. de
Koningin ,het volgende telegram te
zenden
„Het Congres voor Inwendige Zen
ding, vergaderd te Amsterdam, biedt
Uwe Majesteit eerbiedig hulde, en be
tuigt diepgevoelden dank voor de sym
pathie, die zich betoond heeft in het
zenden van Uwe Koninklijke bood
schap:, die bij den aanvang van de sa
menkomst den aanwezigen is medege
deeld. De dank zet zich om in de bede,
dat God den troon onzer Koningin be-
vestige, en dat Hij aan Uwe Majesteit
en geheel Haar Huis Zijn genade ver-
heerlijke."
Na de begroeting van de afgevaar
digden uit het buitenland werd het
welkom toegeroepen aan de afgevaar
digden der Herv. gemeente te Amster
dam. Er zijn igeen kerkeraden uitge-
noodigd, maar een uitzondering moest
met genoemden kerkeraad gemaakt
worden, omdat de conferentie de gast
vrijheid van de Herv. gemeente geniet
voor hare bijeenkomsten in N. Z. Kapél
en de Nieuwe Kerk.
Hierna volgde, de openingsrede in
gezet in den toon der dankbaarheid.
Wat een verschil voor ons die hier sa
menkomen met onze Oostelijke naburen
met wie wij door het werk der Inwen
dige Zending zoo vaak op zoo vele
wijzen in contact zijn gekomen.
Dankbaar zijn wij, dat wij gedenken
mogen 'dat wij leven onder de regee
ring eener Koningin, die menigmaal en
ook nu hare belangstelling in het werk
der Inwendige Zending heeft getoond.
Dankbaar wordt ook herdacht de
naam van zoo menigeen, die van groo
te beteekenis voor het werk is geweest.
Niet allen zijn te noemen. Hier in Am
sterdam gedenken wij in het bijzonder
prof. Bavinck, de trias van Noort,
Voorhoeve en Heldring.
Van een toegewijd voorgeslacht heb
ben wij een kostbare erfenis aanvaard.
Iets van een rijkdom dier erfenis toont
ons 't programma, dat véél bevat, bij
kans te veel. Maar wii wilden, dat
waar dit jaar een generale revue zal
gehouden worden van hetgeen gedu
rende de regeering van onze Koningin
is geschied, ook van den groei van het
werk der inwendige Zending zou wor
den getuigd.
Twee vragen brengt spreker onder
de aandacht van zijn hoorders Ver
staan wij de 'beteekenis van hetgeen
ons is overgedragen En hoe zijn wij
tot het beheer dier erfenis bekwaam
De beteekenis wordt gezien als wij
letten op den oorsprong de oorsprong
ligt in de doorvoelde verplichting voor
wat wij in ons geloof vonden, den rijk
dom van Christus en Zijne genade uit
te dragen tot waar de nood dezer we
reld in allerlei vorm zich vertoont.
De beteekenis wordt gehandhaafd
tegenover de bezwaren van hen, die 't
werk der Inwendige Zending willen
afschuiven óf naar de Kerk óf naar den
staat en de eigen plaats tegenover deze
grootheden wordt bepaald terwijl een
overzicht van de terreinen, waarop de
den, naar zijn woorden luisterden. ik
nam waar, dat hij loog. Och, het be
trof meestal slechts kleinigheden, onbe
duidende dingen in het dagelijksch le
ven. Maar de kleine, achteloos hier en
daar gestrooide onwaarheden, die mis
schien niemand buiten mij opvielen, in
elk geval mijn moeder niet, verdichtten
zich langzamerhand tot een sluier, die
zich voor mij over.de zon legde, die zijn
karakter verduisterde en donker kleur
de. Toen kwam ik er eens over toe,
hoe een boosaardig en gemeen mensch,
dien hij met recht uit de zaak had weg
gezonden, na het vertrek van al bet
personeel, toen ik papa wilde roepen
voor het avondeten, tot hem in zijn
kantoor doordrong en zich daar een
taal veroorloofde, die voor mij onge
hoord was in haar dreigenden, boos-
aardigen, brutalen vorm en brutalen in
houd tevens.
Het deed mij in mijn hart goed, toen
mijn vader hem beslist kalm, en ijskoud
behandelde.
Ik wilde niet luisteren en ging na de
enkele onbegrepen zinnen, die ik had
gehoord, weer heen. Daar stiet de ont
slagen bediende, in de hoogste woede,
een paar woorden uit, die ik niet kon
verstaan. Maar ilk gevoelde dat zij het
toppunt van zijn drieste, brutale uitin
gen waren, en dat zij een onteerende
afpersing bedoelden zooals slechts de
hartstocht ze kan ingeven. Ik drukte mij
in een nis in de gang, daar ik ver
wachtte, dat in het volgende oogenblik
de deur van het kantoor zou opengaan
en mijn driftige vader den man met ge-
inwendige Zending zich beweegt, ge
geven wordt.
Het bezwaar dat er iichtvaardiglijk
door allerlei nieuwen arbeid te veel van
de belangstellenden zou worden ge
vergd, wordt ondervangen door de
werkzaamheid van den centraal bond,
waarvan de inspecteur reeds 15 jaar
met groote takt zijn taak vervuld.
Bij de tweede vraaig Hoe zijn wij
tot het beheer van onze erfenis be
kwaam wordt gewezen op de waarde
der persoonlijkheid, die de zelfopoffe
rende kracht bezit om zich te laten
vormen tot de geschiktheid, die men
noodig heeft. Zoo vindt men dat stalen
uithoudingsvermogen, dat door geen
teleurstelling of hinderpaal wordt ge
broken. Met individualisme dat afwis
seling zoekt heeft zulk een persoonlijk
heid geen overeenkomst dan alleen in
schijn. Gemeenschap is voedsel voor de
persoonlijkheid. Daarom is er in een
samenkomst als deze oorzaak tot
vreugd en is in de oprichting van het
centraal bureau een mogelijkheid van
noodige en heilzame samenbinding
nader gebracht.
De Hanzëbank te s'-Hertogenbosch.
Door de directie van de Hanzëbank
te 's-Hertogenbosch werd de volgende
mededeeling gedaan Dinsdagmiddag
hadden wij een bespreking met de
hoofddirectie van de Algemeene Cen
trale Bankvereeniging voor den Mid
denstand te Amsterdam over de maat
regelen, die genomen zouden kunnen
worden om onze clientele zooveel mo
gelijk te helpen ais de omstandigheden
toelaten. De vooruitzichten, bij deze
bespreking geopend, achten wij bemoe
digend. De hulp, die verleend zal wor
den, is er op gericht,'de Hanzëbank in
staat te stellen haar relaties ook onder
deze omstandigheden den noodigen fi-
nancieelen steun te verleenen en de
relaties te behouden over haar gehee-
Ien werkkring, welke zich uitstrekt over
het geheele diocees den Bosch, Breda
en een belangrijk deel van het diocees
Roermond. Spoedig zullen hieromtrent
nadere mededeelingen worden gedaan.
De koude Juni-maand.
De bekende weerkundige medewer
ker van „het Vad." schrijft
Uit de volgende opgaven kan blij
ken hoe buitengewoon koel het weer
ook! gedurende de ioopende maand is
geweest. Gedurende de eerste 15 dagen
was de gemiddelde temperatuur slechts
11 gr. 7 C„ de gemiddelde maximum
temperatuur 13 gr. 6 C„ en de gemid
delde minimum-temperatuur 9 gr. 2 C.
De eerste, de gemiddelde temperatuur,
bleef daarmede bijna drie graden bene
den de normale, de gemiddelde maxi
mum-temperatuur bijna vijf graden.
Ook kwam geen enkele warme dag
voor. Slechts eenmaal, den lOden,
steeg de thermometer over dag tot 18
gr. C„ maar er kwamen drie dagen
voor, waarop de temperatuur niet boven
11 gr. C. steeg. Begin en einde van
deze halve maand waren ongeveer
even koud, zoodat er van een warmer
worden van het weer geen sprake was.
De regenval bedroeg in die eerste
helft 23 m.M., verdeeld over 10 regen
dagen.
De tweede helft der maand zette met
nog koeler weer in, gepaard met veel
regen.1618 Juni gaven nog 27 m.M.,
zoodat de tot heden gevallen neerslag
bijna de normale maandsom heeft 'be
reikt. Eindelijk dient nog vermeld te
worden, dat de temperatuur in den
nacht van 18 op 19 Juni daalde tot 0 gr.
weid naar buiten zou gooien. Een paar
oogenblikken was het heelemaal stil.
Toen hoorde ik papa's stem weer.
Zij was merkwaardig zacht en ge
dempt, ja, ik zou haast zeggen, bijna
goedig en smeekend.
Hij sprak met den mensch hij on
derhandelde met hem.
Mijn verstand en mijn hart stonden
stil. Was zoo iets mogelijk Mogelijk,
bii ;het trotsche, ongenaakbare wezen,
dat mijn vader anders tegenover zijn
personeel toonde Mogelijk, tegenover
zoo'n onwaardig, misdadig indringer,
die met smaad en schande was ontsla
gen Ik vluchtte voor mijn eigen
nieuwsgierigheid naar mijn kamer. Ik
schaamde mij over mijn vader en zijn
onmacht, die in niets anders dan in
een mij onverklaarbare schuld haar
oorzaak kon hebben.
Van uit mijn venster, dat, zooais u
weet, in de zijstraat uitziet, zag ik een
poos later den 'bandiet, hoe hij met
slenterenden tred, de handen in de
broekzakken, zich verwijderde, hoe hij
toen bleef staan met een loerenden blik
naar ons huis, eenige banknoten uit zijn
zak haalde, ze tevreden telde en toen
langzaam verder ging.
Ik wist niet wat er gebeurd was.
Maar ik wist, dat mijn vader hem zijn
stilzwijgen in de een of andere afkeu
renswaardige zaak had afgekocht, dat
hij zich voor het oogenblik dingen van
den hals had geschoven, waarvan noch
wij, noch moeder en waarschijnlijk nie
mand weten mocht.
(Wordt vervolgd.)