DONDERDAG 7 JUNI
IVO 132 61e Jaargang1923—
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Door Duisternis tot Licht
BINNENLAND
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijk^ nummu-s 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
IC cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent
DOORVOER VAN VEE.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
ter openbare kennis, dat door den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is
bepaald, dat bij eventueel oponthoud hier te
lande van een schip, waarmede vee wordt
vervoerd de gezagvoerder verplicht is
hiervan onmiddellijk kennis te geven aan
den betrokken inspecteur van den vee-
artsenijkundigen dienst (zijnde voor deze
gemeente, die voor Zuid-Holland en Zee
land, gevestigd te Rijswijk)
dat zonder machtiging van genoemden
inspecteur niemand van buiten het schip
tot het vee mag worden toegelaten en de
dieren in verband hiermede tijdens het op
onthoud op kosten van belanghebbende(n)
onder politietoezicht worden gesteld.
Vlissingen, 6 Juni 1923.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Zitting van Woensdag.'
Arbeidsbegrooting. Rijnvaart.
Een deel van het vroegere departe
ment van landbouw gaat naar arbeid.
Dit deel was vandaag aan de orde.
Door deze indeeling komt o. a. de
kwestie van de winkelsluiting aan dit
laatste departement aan de orde. Minis
ter Aalberse is reeds bezig dit vraag
stuk te bestudeeren en voor te berei
den. De Middenstandsraad zal reeds
spoedig een ontwerp te,r bespreking
ontvangen. Inmiddels wacht de uitvoe
ring van deze wettelijke arbeidsduur
voor het winkelpersoneel op deze
kwestie. De Minister achtte :het ge-
wenscht dat deze twee regelingen
winkelsluiting en ailbeidsduur winkel
personeel tegelijk in werking treden.
Dit is noodig o. a. met het oog op de
concurrentie tusschen kleine winkeliers
zonder personeel en groote met veel
personeel.
De heer Schaper vreesde nu dat
invoering van de arbeidsregeling voor
het personeel lang zal worden uitge
steld als dit punt wordt gekoppeld aan
de kwestie van de winkelsluiting, maar
de Minister deelde die vrees niet hij
achtte bovendien afzonderlijke regeling
niet mogelijk. Een regeling is dus spoe
dig tegemoet te zien.
Eigenaardig was het dat verschillen
de punten werden aangevoerd, die niet
in de schriftelijke stukken 'zijn behan
deld. Dit was o.a. ,het geval met het
vraagstuk der verontreiniging van wa
ter door de fabrieken. Nopens dit on"
derwerp ligt een wetsontwerp bij de
Kamer en dus (behoorde de bespreking
meer bij dit ontwerp thuis. Waarheen
de Minister ze dan ook verwees.
Een debatje over het voorschot aan
de Zuid-Afrikalijn leidde tot geen resul
taat. Deze lijn verdient niet en de vijf
maal één millioen gulden zijn natuurlijk
verloren. De heer Brautigam, die op in-
bewerkt door Mevrouw
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
27)
Blottstedt reikte den verdienstelijken
man nederbuigend' de hand. en zeide
zeer uit de hoogte „Ik hoop, dat wij
er ons spoedig samen in zullen wer
ken."
De rentmeester, een beschaafd en
ook slagvaardig man. was niet 'gewioon
aan zulk een behandeling. Hij .betaalde
met gelijke munt.
„Dat zullen wij zeker hopen. Ik ge
loof echter, baron, dat hat u in den
eersten tijdi wek wat moeite zal kosten
u in het veelzijdig bedrijf in te werken.
Nu, aan mijn hulp zal het u niet ont
breken."
(Gretej was- hem dankbaar voor dit
antwoord. Om voorloopig den neef het
woord te ontnemen, zeide zij snel „Ja,
wij weten, wat wij aan u hebben, onze
dankbaarheid zal niet verflauwen. En
dat de ritmeester onzen neef niet per
soonlijk heeft ingeleid, moet u veront
schuldigen, de tijd, drong." Zij stond
op. „De heeren zullen nu zeker een
sigaar rooken... Maar ga toch zitten,
waarde rentmeester."
Blottstedt veranderde onmiddellijk
van taktiek tegeDiver den rentmeester.
Hij wilde beproeven om door groote
vriendelijkheid den man eerst om den
vinger te winden.
trekking aandrong 'kan daarvoor geen
voorstel doen omdat het een wet is die
dit voorschot verleent.
Nu dit zaakje een fiasco wordt zal de
Regeering wel op haar hoede zijn en te
«eniger tijd met een voorstel komen.
Aan de orde was voorts het wets
ontwerp tot toetreding tot -de artikelen
65, 354—356 en 358—362'van het Vre
desverdrag van Versailles. Dit betee-
kent alleen dat Nederland de nieuwe
Rijnvaart-regeling gelijk die te Versail
les is bekokstoofd, heeft te aanvaarden.
Voor den vorm is nadat deze bekok-
stoving was geschied zonder Neder
land, een accoord gesloten dat Neder
land: drie leden geeff in de Centrale
Commissie, waarvan de voorzitter een
Franschman zal zijn, de secretaris-ge
neraal een Belg en waarin de drie niet-
overstaten Italië, Engeland en België
elk twee leden zullen aanwijzen.
Overigens heeft Nederland te... slik
ken. Alleen is dan bepaald dat geen
staat zich behoeft te houden aan be
sluiten van de commissie die hij niet
mede heeft goedgekeurd.
Maar verder... geen nieuws.
Heel zacht drukte de heer Rutgers
het uit, toen hij vandaag zeide dat de
wijze waarop verandering is gebracht
in de Rijnvaart-acte niet overeenkom
stig de courteoisie was die men toch
tegenover een klein land in acht moet
nemen. Overigens was hij nog blij, dat
de Minister Nederland's aantal leden
van twee op drie wist te brengen. Wel
is dit aantal nog niet overeenkomstig
ihet belang dat Nederland heeft bij de
Rijnvaart, maar als men weet dat
Duitschland ook maar twee afgevaar
digden mag zenden, dan moeten we
nog tevreden zijn met de winst van
twee op drie. Het standpunt van dezen
afgevaardigde was dus berusten in
het onvermijdelijke. Volgens den heer
Dresselhuijs ging Nederland zeer ach
teruit .bij deze regeling het krijgt nu
drie leden in de commissie van 20. Tot
nu toe kan alleen gewijzigd worden bij
eenparigheid van stemmen en had Ne
derland een absoluut veto-recht nu
heeft hej drie-twintigste deel macht.
Wel behoeft men zich bij veranderin
gen niet neer te leggen, maar men weet
nu' niet .meer wat er wellicht straks
weer gebeuren zal. Alles wat muurvast
stond, is thans los gemaakt.
Nederland en België.
De Brusselsche berichtgever van het
„Hbld." seint d-d. 6 Juni
In de „Revue Générale" is een bij
drage over de oplossing van de kwes
tie der Wielingen van de hand van
Hewy Cousin verschenen. Die oplos
sing zou hierin bestaan, dat de admi
nistratie over de Schelde van Antwer
pen tot de zee zou worden toever
trouwd aan een gecharterde maat
schappij, aan wie Nederland' en België
hunne souvereine rechten zouden over
dragen. Tot Zwitserland, dat de Ant-
werpsche haven veel gebruikt, zou het
verzoek worden gericht aan de combi
natie deel te nemen. België zou op zes
twaalfden, Nederland op vier en Zwit
serland op twee twaalfden van het ka
pitaal der maatschappij inschrijven,
zoodat de Belgen, die de Schelde het
meest gebruiken, wel de meerderheid,
maar toch niet de controle over de
maatschappij zouden hebben.
De Schelde zou dus geïnternationali
seerd worden onder het gezag van een
macht, die over het gansche Schelde-,
Maar ideze (bleef zeer koel en sloeg
alleen een warmer toon aan, als hij op
een vraag der barones antwoord gaf.
Grete wilde graag haar neef een
poos kwijt zijn, en zeide „Wees zoo
goedl den baron een algemeen over
zicht te geven en kom dan met uw
lieve vrouw het avondeten gebruiken.
Laat u het ook den opperhoutvester
weten. Neef, zoo leert u gelijktijdig
mijn ministers kennen", voegde zij er
schalksch aan toe, en ik hoop, dat u ze
spoedig naar waarde zult schatten,
evenals ik het 'd°e
De heeren namen afscheid. Grete
wreef haar voorhoofd met eau de co
logne. Haar wachtten ongetwüfeld
schodhe dagen met dezen neef zou zij
spoedig 'in strijd komen. Haar vader
was de eenige, die haar dezen ver
waanden man van dén hals kon hou
den. Die maakte geen moordkuil van
zijn hart.
Overmorgen zou zij dadelijk naar
Suderlohe rijden.
De drie heeren met de vrouw van
den rentmeester waren precies op tijd.
Blottstedt Was nog zeer opgetogen.
„Ongelooflijk, welk een prachtige
bezitting het is. Zijne Majesteit moest
eigenlijk den majoraatsheer tot erfelijk
lid, van het Heerenhuis benoemen
Wilhelm opende de groote vleugel
deuren naar de eetzaal.
„Mag ik om uw arm verzoeken,
neef
Zijn mond stond; niet stil. Hij wees
van het eene portret der voorouders
naar het andere, in de fam'iliegeschie-
gébied de beslissing zou hebben.
in oorlogstijd zou voor de Schelde
een soortgelijk regime gelden als waar
aan thans het Suezkanaal is onder
worpen.
De „Nation Beige", die op dit artikel
wijst, meent, dat, daar de beslissing
van den Oppersten Raad van den Vol
kenbond) van 4 Juni 1919 elke over
dracht van souvereiniteit verbiedt, de
oplossing van Hewy Cousin reeds een
groote verbetering in den toestand' zou
meebrengen. De „Nation" is evenwel
van oordeel, dat de bevoegdheid van
de gecharterde compagnie zoo uitge
breid zou zijn op het gebied van water-
wterken en zeepolitiek, dat dit wel ge
vaar zou kunnen opleveren voor de
veiligheid van het grondgebied en de
diplomatische positie der oeverbewo
ners. Daarom meent het nationalistisch
blad dat de compagnie uit de betrok
ken staten gevormd zou moeten wor
den en de raad van bestuur samenge
steld uit diplomaten en niet uit verte
genwoordigers van bankinstellingen en
Kamers van Koophandel, die allicht
particuliere belangen boven landbelan-
gen zouden stellen. De „Nation" geeft
de regeering den raad, de oplossing
van Cousin te overwegen, al twijfelt
het blad er aan of Nederland genoegen
zou nemen met een oplossing, waar
door dit land het recl,I zou verliezen,
België te pesten en Antwerpen schade
te berokkenen. Men moet het toch; be
proeven, besluit evenwel de „Nation",
want alleen de Schelde-kwestie belet
beide rijken, broederlijk elkaar de hand
te reiken.
Bevordering van de Nederlandsche
nijverheid.
In een rondschrijven aan de burge
meesters zegt de minister van binnen
landsche zaken
Ik heb de eer u mede te deelen, dat
het de rijkscommissie-werkverruiming
gebleken is, dat het meer dan eens is
voorgekomen, dat overheidsinstellingen,
met de bedoeling de nationale nijver
heid te bevorderen, opdrachten ver
strekten aan Nederlandsche firma's, die
zelf echter niet den aan de opdrachten
verbonden arbeid hier te lande deden
uitvoeren, maar de goederen uit andere
landen met lagere valuta (met name
uit Duitschland) betrokken, hoewel die
Nederlandsche firma's, aan wie de op
drachten gegund waren, soms zelf fa
brieken hier te lande hadden.
Teneinde nu, in verband met het be
oogde doel, de gewenschte zekerheid te
verkrijgen, dat inderdaad de Neder
landsche nijverheid door de gunning
wordt bevorderd, verdient het naar het
oordeel van genoemde commissie, waar
mede ik mii kan vereenigen, alleszins
aanbeveling in de leverings- of aanbe
stedingsvoorwaarden Pen bepaling op te
nemen, dat zij, die de bovenbedoelde
opdrachten ontvangen, een certificaat
van oorsprong betreffende de te leve
ren of fe maken goederen van de Ka
mer van Koophandel, in, welker Han
delsregister hun onderneming is inge
schreven. moeten overleggen.
Hierbij zij nog medegedeeld, dat
krachtens art. 14 der Wet op de Kamers
van Koophandel en Fabrieken, die Ka
mers bevoegd zijn tot het afgeven van
bedoelde certificaten.
Christ. Hist. Unie.
Van 11 tot 14 Juli houdt de Christe
lijk Historische Unie een conferentie te
Lunteren. Het programma luidt
Woensdag 11 Juli, 's avonds De uit
slag der Staten- en gemeenteraadsver-
denis was hij buitengewoon thuis.
„Melchior Jacobus, gesneuveld bij
Malplaquet, een flink soldaat, 'die onge
twijfeld veldmaarschalk zou zijn ge
worden. Ja, destijds Blottstedt te hee-
ten was wat waard En ginds Joachim
Alubiader U weet, nicht, die 'was in
1743 generaal-stadhouder in Silezië,
onder den ouden Fritz. Hij maakte toen
reeds afdammingen', waarover men nu
nog kibbelt in het huis van afgevaar
digden Ja, de oude Fritz en zijn
lieden Nu, gezondheid, opperhoutves
ter Lang leve onze democratische
eeuw
Deze gaf slechts norsch antwoord.
„Nu, u is toch conservatief
De houtvester ontweek de vraag. „Ik
heb een andere opvatting van de con
servatieven dan u schijnt te hebben,
'baron
Grete hief beide handen op en dwong
zich tot een lachje. „Neef, politiek
wordt in mijn huis niet behandeld, dat
mogen de mannen onder elkaar doen
Blottstedt boog beleefd „Zooals u
beveelt, nicht Ik) bedoel slechts als
patriot, hetgeen voor mii hetzelfde be-
teekent als monarchist, is men verplicht
de propaganda van mond tot mond te
voeren. Ik zal d,ezen winter in de dor
pen, die tot het majoraat behooren,
vergaderingen houden."
Dat werd zelfs den kalmen rentmees
ter te veel.
„■Laat dat liever, waarde baron Als
men wil dat politiek ongeschoolde lie
den het eens met ons zijn, dan .moet
men hen daarnaar behandelen, begrip
kiezingen, spreker de heer J. R. Snoeck
Henkemans, leider der conferentie
Donderdagf 12 Juli, 's morgens Het
werkloosheidsvraagstuk, spr. de heer
A. Folmer, directeur van den dienst der
werkloosheidsverzekering en arbeids
bemiddeling 's avonds Het kerkelijk
vraagstuk, spreker dr. J. Ch. Kromsigt,
Ned. Herv. predikant te Oostwold
(Gr.) Vrijdag 13 Juli 's morgens
Bezuiniging in overheidsdienst, spreker
mr.A. Spanjer, rijksbezuinigingsinspec-
teur 's avonds De Volkenbond, spr.
jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, bui
tengewoon .gezant en gevolmachtigd
minister.
Nederlandsch-Duitsche Vereeniging.
Onder voorzitterschap van prof, dr.
A. van Gijn heeft te 's-Gravenhage de
jaarlijksche algemeene vergadering der
Nederlandsch-Duitsche Vereeniging
plaats gehad. In het jaarverslag werd
o.:a. herinnerd aan de belangrijke ten
toonstelling van Duitsche beeldende
kunst, welke in den vorigen winter in
Den Haag, Amsterdam en Rotterdam
plaats had, benevens aan de tournée
van Gerhard Hauptmann. Er werden in
verschillende plaatsen des lands 41
voordrachten gehouden onder de auspi
ciën der Vereeniging.
Het aantal afdeelingen werd met één
vermeerderd (Utrecht) en bedraagt nu
tien. Over de oprichting van nieuwe
afdeelingen wordt onderhandeld. Het
ledental is tot ruim 1100 gestegen. Stu
denten zullen voortaan tegen de halve
contributie lid der Vereeniging kunnen
worden. Besprekingen hadden plaats
over voordrachten en tentoonstellings
plannen voor het volgend seizoen. Be
sloten werd in den aanstaanden winter
een proef te nemen met de verspreiding
van een vereenigingsor.gaan. Er zal
propaganda worden gemaakt voor de
steunbeweging aan Duitsche universi
teiten.
In het hoofdbestuur werden herkozen
resp. prof, G. Sleeswijk en prof. mr. S.
R. Steinmetz.
PROVINCIALE STATEN.
Van de voorsteilen door Ged. Staten
aan de Prov. Staten gedaan noemen wij
nog de volgende
Geen subsidie politievakonderwijs.
Waar in de najaarsvergadering af
wijzend is beschikt op het verzoek van
het schoolbestuur van de R. K. Politie
school te Den Bosch, stellen Ged. Sta
ten voor, thans ook af te wijzen het
verzoek van de Commissie van Vakon
derwijs, ingesteld door den Atg. Ned.
Politiebond, om subsidie voor de school
tP Hilversum en de bestaande politie-
cursussen. Ged. Staten herhalen, dat
een specifiek provinciaal belang niet bij
deze zaak is betrokken, doch dat het
in de allereerste plaats een gemeente-,
c.q. Rijksbelang is.
Trouwens in een gedrukte circulaire
aan de burgemeesters, die bij het adres
is gevoegd en ter Griffie ter inzage
ligt, wordt dit ook door adressante als
zoodanig opgevat.
Subsidie voor kerk- en torenrestauratie.
Bij Ged. Staten zijn ontvangen adres
sen van kerkvoogden der Ned. Herv.
gem. te Nisse, van Burg. en Weth. te
Vrouwepolder en van kerkvoogden der
Ned. Herv. gem. te Hontenisse. wat be
treft de beide eerste inhoudende verzoe
ken om aanvulling subsidie voor het
herstel van de kerk te Nisse en den to
ren te Gapinge en het derde om subsi
die voor het herstel van de kerk te Hon
tenisse.
van hun nood hebben zonder neven
bedoeling daarop zou ik voorai den
nadruk willen leggen. Heeft men eerst
het vertrouwen,' dan volgt alles van
zelf. Maar onrust willen wij liever niet
in het dorp brengen Morgen, me
vrouw, wordt er met het herstel van
het dak begonnen."
Erich von Blottstedt vond niet veel
gelegenheid zijn wijsheid te luchten.
Dat hinderde hem hij nam daarom
cjadelijk na het eten afscheid.
„Ik zit helaas in een strafzaak en
moet nog akten doorworstelen dat is
een twijfelachtig genoegen voor een
gentleman
Allen herademden, toen hij vertrok
ken was. Een pijnlijke stilte volgde.
De opperhoutvester zeide droog
„de baron is een vermoeiend heer
Alle vier lachten luid'. Grete zeide
„Wij zullen in elk geval zijn goede
diensten niet te veel in beslag nemen
De rentmeester trad nader en zeide
zacht „De baron heeft mij den wensch
te kennen gegeven, dat voor hem een
logeerkamer in het slot in gereedheid
zou worden gehouden voor het geval
het gewenscht mocht zijn, dat hij bleef
overnachten."
Nu richtte Grete zich op. Een toornig
rood kleurde haar gelaat. Luid: zeide zij,
opdat allen het zouden hooren „Daar
kan geen sprake van zijn Zeg dat den
ibaron zeer duidelijk uit mijn naam. En
verder, heeren, beveel ik zeer dringend,
dat uw rechten in geen enkel opzicht
zullen worden beknot."
Toen haar gasten waren vertrokken,
Voorts is aanhangig een aanvrage om
subsidie voor restauratie van het kerk
gebouw te Kapelle, welke in de najaars
vergadering werd aangehouden en ook
nu nog niet rijp is voor behandeling.
Voor de restauraties te Vrouwepol
der en te Nisse heeft de provincie reeds
naar haar krachten bijgedragen en nu
de ondernomen werken hunne voltooi
ing na'deren, wordt onnieuw een. provin
ciaal subsidie gevraagd, hetzij omdat
men als. te Nisse, te weinig heeft ge
vraagd en de raming niet onaanzienlijk
is overschreden, hetzij omdat, als in
Vrouwepolder, van andere zijde min
der subsidie werd ontvangen, dan
waarop was gerekend. In geen geval
meenen Ged. Staten, dat er voor de
Provincie, die, als gezegd, het hare
reeds heeft gedaan, aanleiding bestaat
het tekort geheel of gedeeltelijk te dek
ken. Bovendien, doch dit is een zuiver
zakelijke overweging, zijn met deze
aanvrage zoodanige bedragen gemoeid,
dat inwilliging niet zou kunnen ge
schieden dan na verhooging van den
op de Provinciale begrooting voor dit
doel uitgetrokken post, hetgeen Ged.
Staten in overeenstemming met het
dienaangaande reeds opgemerkte in hun
voorstel inzake het Beursgebouw te
Vlissingen, met nadruk moeten ontra
den.
Tegen een subsidie voor de kerk te
Hontenisse hebben Ged. Staten echter
totaal geen bezwaar, daar zij het be
houd van het gebouw de subsidie waard
achten en zij stellen dan ook voor over
1924 en 1925 telkens 1000 en over
1916 500 toe te kennen.
Tram HoofdplaatBreskens.
Door de Zeeuwsch-Vlaamsche tram-
wegmaatschappij is een wijziging ver
zocht in> het Statenbesluit van December
1919, waarbij een renteloos voorschot
is verleend voor den aanleg en de ex
ploitatie van een stoomtramweg van
Hoofdplaat naar Breskens. In de eerste
plaats vraagt de maatschappij of aan
de voorwaarde dat het benoodigde aan
deelenkapitaal geheel moet zijn ge
plaatst op een bepaalde datum, is vol
daan. indien de noodige gelden voor
den aanleg van de lijn verkregen wor
den op andere wijze dan door Het plaat
sen van aandeelen. Ged. Staten meenen
die vraag ontkennend te moeten beant
woorden, doch achten tevens de bezwa
ren tegen het uitgeven van aandeelert
niet ongegrond. Het is hun gebleken,
dat de maatschappij den aanleg van de
'lijn wil doorzetten, en nu de mogelijk
heid bestaat dat de bedoelde voorwaar
de dif .zou beletten, achten zij het ge
wenscht, dat zij vrijheid verkrijgt, de
gelden desnoods door een leening bij^
een te brengen. Wel is waar zou daar
door de kans van de provincie om het
lenteloos voorschot terug te krijgen
geringer worden, doch dat zou deze
zich kunnen getroosten, indien de aan
leg van de lijn daardoor verzekerd
werd.
Dit deel van het verzoek ondersteu
nen Ged. Staten daarom. In de tweede
.plaats vraagt de maatschappij verlen
ging met liefst 3 jaar van de termijnen,
gesteld voor het leveren van hef be
wijs, dat de gelden beschikbaar zijn en
voor het in exploitatie brengen der lijn.
Deze termijnen zijn reeds herhaaldelijk
verlengd en nu bepaald op 1 Augustus
1923 en 1 Augustus 1925. Ged. Staten
achten verlenging met 3 jaar te lang,
doch stellen voor verlenging met een
jaar.
wrong zij de handen.
„Wussow, waarom heb je mij dit
aangedaan
Deze stoomde op dit oogenblik Cux-
haven voorbij. Toornig fronste hij het
voorhoofd. Zijn oogen fonkelden in het
duister. Daar draaide hij zich snel om.
Zoo, nu had hij den geboortegrond
achter zich
Grete stond in de met jachttrofeeën
versierde vestibule van het slot en gaf
Wilhelm eenige bevelen. Een automo
biel stond voor de deur.
Daar klonk geratel van wielen. De
vrouwi des huizes kromp ineen. De
nieuwe neef zou toch niet reeds weer
terugkeeren
„Wilhelm, ik heb haast. Ga nu en
dan naar het kind, gij weet, dat het
graag heeft dat gij' er zijt
De bediende opende de breede eiken
houten deur. Grete wilde snel in de
automobiel stappen, die echter juist
ter zijde reed om voor een aankomend
rijtuig plaats te maken.
Het was haar vader. Hij schreeuwde
reeds zoo hard hij, 'kon „Waar ga je
heen
„Naar u, papa
Het gelaat van Dankersbach was
één lach. „Ik kan het mij. voorstellen,
ik had' ook haast
De majoor was uit het rijtuig gestapt
en schudde nog altijd lachend zijn
dochter de hand.
(Wordt vervolgd.)