DONDERDAG 7 JUNI IVO 132 61e Jaargang1923— GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON Door Duisternis tot Licht BINNENLAND VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijk^ nummu-s 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer IC cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent DOORVOER VAN VEE. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter openbare kennis, dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is bepaald, dat bij eventueel oponthoud hier te lande van een schip, waarmede vee wordt vervoerd de gezagvoerder verplicht is hiervan onmiddellijk kennis te geven aan den betrokken inspecteur van den vee- artsenijkundigen dienst (zijnde voor deze gemeente, die voor Zuid-Holland en Zee land, gevestigd te Rijswijk) dat zonder machtiging van genoemden inspecteur niemand van buiten het schip tot het vee mag worden toegelaten en de dieren in verband hiermede tijdens het op onthoud op kosten van belanghebbende(n) onder politietoezicht worden gesteld. Vlissingen, 6 Juni 1923. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag.' Arbeidsbegrooting. Rijnvaart. Een deel van het vroegere departe ment van landbouw gaat naar arbeid. Dit deel was vandaag aan de orde. Door deze indeeling komt o. a. de kwestie van de winkelsluiting aan dit laatste departement aan de orde. Minis ter Aalberse is reeds bezig dit vraag stuk te bestudeeren en voor te berei den. De Middenstandsraad zal reeds spoedig een ontwerp te,r bespreking ontvangen. Inmiddels wacht de uitvoe ring van deze wettelijke arbeidsduur voor het winkelpersoneel op deze kwestie. De Minister achtte :het ge- wenscht dat deze twee regelingen winkelsluiting en ailbeidsduur winkel personeel tegelijk in werking treden. Dit is noodig o. a. met het oog op de concurrentie tusschen kleine winkeliers zonder personeel en groote met veel personeel. De heer Schaper vreesde nu dat invoering van de arbeidsregeling voor het personeel lang zal worden uitge steld als dit punt wordt gekoppeld aan de kwestie van de winkelsluiting, maar de Minister deelde die vrees niet hij achtte bovendien afzonderlijke regeling niet mogelijk. Een regeling is dus spoe dig tegemoet te zien. Eigenaardig was het dat verschillen de punten werden aangevoerd, die niet in de schriftelijke stukken 'zijn behan deld. Dit was o.a. ,het geval met het vraagstuk der verontreiniging van wa ter door de fabrieken. Nopens dit on" derwerp ligt een wetsontwerp bij de Kamer en dus (behoorde de bespreking meer bij dit ontwerp thuis. Waarheen de Minister ze dan ook verwees. Een debatje over het voorschot aan de Zuid-Afrikalijn leidde tot geen resul taat. Deze lijn verdient niet en de vijf maal één millioen gulden zijn natuurlijk verloren. De heer Brautigam, die op in- bewerkt door Mevrouw J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 27) Blottstedt reikte den verdienstelijken man nederbuigend' de hand. en zeide zeer uit de hoogte „Ik hoop, dat wij er ons spoedig samen in zullen wer ken." De rentmeester, een beschaafd en ook slagvaardig man. was niet 'gewioon aan zulk een behandeling. Hij .betaalde met gelijke munt. „Dat zullen wij zeker hopen. Ik ge loof echter, baron, dat hat u in den eersten tijdi wek wat moeite zal kosten u in het veelzijdig bedrijf in te werken. Nu, aan mijn hulp zal het u niet ont breken." (Gretej was- hem dankbaar voor dit antwoord. Om voorloopig den neef het woord te ontnemen, zeide zij snel „Ja, wij weten, wat wij aan u hebben, onze dankbaarheid zal niet verflauwen. En dat de ritmeester onzen neef niet per soonlijk heeft ingeleid, moet u veront schuldigen, de tijd, drong." Zij stond op. „De heeren zullen nu zeker een sigaar rooken... Maar ga toch zitten, waarde rentmeester." Blottstedt veranderde onmiddellijk van taktiek tegeDiver den rentmeester. Hij wilde beproeven om door groote vriendelijkheid den man eerst om den vinger te winden. trekking aandrong 'kan daarvoor geen voorstel doen omdat het een wet is die dit voorschot verleent. Nu dit zaakje een fiasco wordt zal de Regeering wel op haar hoede zijn en te «eniger tijd met een voorstel komen. Aan de orde was voorts het wets ontwerp tot toetreding tot -de artikelen 65, 354—356 en 358—362'van het Vre desverdrag van Versailles. Dit betee- kent alleen dat Nederland de nieuwe Rijnvaart-regeling gelijk die te Versail les is bekokstoofd, heeft te aanvaarden. Voor den vorm is nadat deze bekok- stoving was geschied zonder Neder land, een accoord gesloten dat Neder land: drie leden geeff in de Centrale Commissie, waarvan de voorzitter een Franschman zal zijn, de secretaris-ge neraal een Belg en waarin de drie niet- overstaten Italië, Engeland en België elk twee leden zullen aanwijzen. Overigens heeft Nederland te... slik ken. Alleen is dan bepaald dat geen staat zich behoeft te houden aan be sluiten van de commissie die hij niet mede heeft goedgekeurd. Maar verder... geen nieuws. Heel zacht drukte de heer Rutgers het uit, toen hij vandaag zeide dat de wijze waarop verandering is gebracht in de Rijnvaart-acte niet overeenkom stig de courteoisie was die men toch tegenover een klein land in acht moet nemen. Overigens was hij nog blij, dat de Minister Nederland's aantal leden van twee op drie wist te brengen. Wel is dit aantal nog niet overeenkomstig ihet belang dat Nederland heeft bij de Rijnvaart, maar als men weet dat Duitschland ook maar twee afgevaar digden mag zenden, dan moeten we nog tevreden zijn met de winst van twee op drie. Het standpunt van dezen afgevaardigde was dus berusten in het onvermijdelijke. Volgens den heer Dresselhuijs ging Nederland zeer ach teruit .bij deze regeling het krijgt nu drie leden in de commissie van 20. Tot nu toe kan alleen gewijzigd worden bij eenparigheid van stemmen en had Ne derland een absoluut veto-recht nu heeft hej drie-twintigste deel macht. Wel behoeft men zich bij veranderin gen niet neer te leggen, maar men weet nu' niet .meer wat er wellicht straks weer gebeuren zal. Alles wat muurvast stond, is thans los gemaakt. Nederland en België. De Brusselsche berichtgever van het „Hbld." seint d-d. 6 Juni In de „Revue Générale" is een bij drage over de oplossing van de kwes tie der Wielingen van de hand van Hewy Cousin verschenen. Die oplos sing zou hierin bestaan, dat de admi nistratie over de Schelde van Antwer pen tot de zee zou worden toever trouwd aan een gecharterde maat schappij, aan wie Nederland' en België hunne souvereine rechten zouden over dragen. Tot Zwitserland, dat de Ant- werpsche haven veel gebruikt, zou het verzoek worden gericht aan de combi natie deel te nemen. België zou op zes twaalfden, Nederland op vier en Zwit serland op twee twaalfden van het ka pitaal der maatschappij inschrijven, zoodat de Belgen, die de Schelde het meest gebruiken, wel de meerderheid, maar toch niet de controle over de maatschappij zouden hebben. De Schelde zou dus geïnternationali seerd worden onder het gezag van een macht, die over het gansche Schelde-, Maar ideze (bleef zeer koel en sloeg alleen een warmer toon aan, als hij op een vraag der barones antwoord gaf. Grete wilde graag haar neef een poos kwijt zijn, en zeide „Wees zoo goedl den baron een algemeen over zicht te geven en kom dan met uw lieve vrouw het avondeten gebruiken. Laat u het ook den opperhoutvester weten. Neef, zoo leert u gelijktijdig mijn ministers kennen", voegde zij er schalksch aan toe, en ik hoop, dat u ze spoedig naar waarde zult schatten, evenals ik het 'd°e De heeren namen afscheid. Grete wreef haar voorhoofd met eau de co logne. Haar wachtten ongetwüfeld schodhe dagen met dezen neef zou zij spoedig 'in strijd komen. Haar vader was de eenige, die haar dezen ver waanden man van dén hals kon hou den. Die maakte geen moordkuil van zijn hart. Overmorgen zou zij dadelijk naar Suderlohe rijden. De drie heeren met de vrouw van den rentmeester waren precies op tijd. Blottstedt Was nog zeer opgetogen. „Ongelooflijk, welk een prachtige bezitting het is. Zijne Majesteit moest eigenlijk den majoraatsheer tot erfelijk lid, van het Heerenhuis benoemen Wilhelm opende de groote vleugel deuren naar de eetzaal. „Mag ik om uw arm verzoeken, neef Zijn mond stond; niet stil. Hij wees van het eene portret der voorouders naar het andere, in de fam'iliegeschie- gébied de beslissing zou hebben. in oorlogstijd zou voor de Schelde een soortgelijk regime gelden als waar aan thans het Suezkanaal is onder worpen. De „Nation Beige", die op dit artikel wijst, meent, dat, daar de beslissing van den Oppersten Raad van den Vol kenbond) van 4 Juni 1919 elke over dracht van souvereiniteit verbiedt, de oplossing van Hewy Cousin reeds een groote verbetering in den toestand' zou meebrengen. De „Nation" is evenwel van oordeel, dat de bevoegdheid van de gecharterde compagnie zoo uitge breid zou zijn op het gebied van water- wterken en zeepolitiek, dat dit wel ge vaar zou kunnen opleveren voor de veiligheid van het grondgebied en de diplomatische positie der oeverbewo ners. Daarom meent het nationalistisch blad dat de compagnie uit de betrok ken staten gevormd zou moeten wor den en de raad van bestuur samenge steld uit diplomaten en niet uit verte genwoordigers van bankinstellingen en Kamers van Koophandel, die allicht particuliere belangen boven landbelan- gen zouden stellen. De „Nation" geeft de regeering den raad, de oplossing van Cousin te overwegen, al twijfelt het blad er aan of Nederland genoegen zou nemen met een oplossing, waar door dit land het recl,I zou verliezen, België te pesten en Antwerpen schade te berokkenen. Men moet het toch; be proeven, besluit evenwel de „Nation", want alleen de Schelde-kwestie belet beide rijken, broederlijk elkaar de hand te reiken. Bevordering van de Nederlandsche nijverheid. In een rondschrijven aan de burge meesters zegt de minister van binnen landsche zaken Ik heb de eer u mede te deelen, dat het de rijkscommissie-werkverruiming gebleken is, dat het meer dan eens is voorgekomen, dat overheidsinstellingen, met de bedoeling de nationale nijver heid te bevorderen, opdrachten ver strekten aan Nederlandsche firma's, die zelf echter niet den aan de opdrachten verbonden arbeid hier te lande deden uitvoeren, maar de goederen uit andere landen met lagere valuta (met name uit Duitschland) betrokken, hoewel die Nederlandsche firma's, aan wie de op drachten gegund waren, soms zelf fa brieken hier te lande hadden. Teneinde nu, in verband met het be oogde doel, de gewenschte zekerheid te verkrijgen, dat inderdaad de Neder landsche nijverheid door de gunning wordt bevorderd, verdient het naar het oordeel van genoemde commissie, waar mede ik mii kan vereenigen, alleszins aanbeveling in de leverings- of aanbe stedingsvoorwaarden Pen bepaling op te nemen, dat zij, die de bovenbedoelde opdrachten ontvangen, een certificaat van oorsprong betreffende de te leve ren of fe maken goederen van de Ka mer van Koophandel, in, welker Han delsregister hun onderneming is inge schreven. moeten overleggen. Hierbij zij nog medegedeeld, dat krachtens art. 14 der Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken, die Ka mers bevoegd zijn tot het afgeven van bedoelde certificaten. Christ. Hist. Unie. Van 11 tot 14 Juli houdt de Christe lijk Historische Unie een conferentie te Lunteren. Het programma luidt Woensdag 11 Juli, 's avonds De uit slag der Staten- en gemeenteraadsver- denis was hij buitengewoon thuis. „Melchior Jacobus, gesneuveld bij Malplaquet, een flink soldaat, 'die onge twijfeld veldmaarschalk zou zijn ge worden. Ja, destijds Blottstedt te hee- ten was wat waard En ginds Joachim Alubiader U weet, nicht, die 'was in 1743 generaal-stadhouder in Silezië, onder den ouden Fritz. Hij maakte toen reeds afdammingen', waarover men nu nog kibbelt in het huis van afgevaar digden Ja, de oude Fritz en zijn lieden Nu, gezondheid, opperhoutves ter Lang leve onze democratische eeuw Deze gaf slechts norsch antwoord. „Nu, u is toch conservatief De houtvester ontweek de vraag. „Ik heb een andere opvatting van de con servatieven dan u schijnt te hebben, 'baron Grete hief beide handen op en dwong zich tot een lachje. „Neef, politiek wordt in mijn huis niet behandeld, dat mogen de mannen onder elkaar doen Blottstedt boog beleefd „Zooals u beveelt, nicht Ik) bedoel slechts als patriot, hetgeen voor mii hetzelfde be- teekent als monarchist, is men verplicht de propaganda van mond tot mond te voeren. Ik zal d,ezen winter in de dor pen, die tot het majoraat behooren, vergaderingen houden." Dat werd zelfs den kalmen rentmees ter te veel. „■Laat dat liever, waarde baron Als men wil dat politiek ongeschoolde lie den het eens met ons zijn, dan .moet men hen daarnaar behandelen, begrip kiezingen, spreker de heer J. R. Snoeck Henkemans, leider der conferentie Donderdagf 12 Juli, 's morgens Het werkloosheidsvraagstuk, spr. de heer A. Folmer, directeur van den dienst der werkloosheidsverzekering en arbeids bemiddeling 's avonds Het kerkelijk vraagstuk, spreker dr. J. Ch. Kromsigt, Ned. Herv. predikant te Oostwold (Gr.) Vrijdag 13 Juli 's morgens Bezuiniging in overheidsdienst, spreker mr.A. Spanjer, rijksbezuinigingsinspec- teur 's avonds De Volkenbond, spr. jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, bui tengewoon .gezant en gevolmachtigd minister. Nederlandsch-Duitsche Vereeniging. Onder voorzitterschap van prof, dr. A. van Gijn heeft te 's-Gravenhage de jaarlijksche algemeene vergadering der Nederlandsch-Duitsche Vereeniging plaats gehad. In het jaarverslag werd o.:a. herinnerd aan de belangrijke ten toonstelling van Duitsche beeldende kunst, welke in den vorigen winter in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam plaats had, benevens aan de tournée van Gerhard Hauptmann. Er werden in verschillende plaatsen des lands 41 voordrachten gehouden onder de auspi ciën der Vereeniging. Het aantal afdeelingen werd met één vermeerderd (Utrecht) en bedraagt nu tien. Over de oprichting van nieuwe afdeelingen wordt onderhandeld. Het ledental is tot ruim 1100 gestegen. Stu denten zullen voortaan tegen de halve contributie lid der Vereeniging kunnen worden. Besprekingen hadden plaats over voordrachten en tentoonstellings plannen voor het volgend seizoen. Be sloten werd in den aanstaanden winter een proef te nemen met de verspreiding van een vereenigingsor.gaan. Er zal propaganda worden gemaakt voor de steunbeweging aan Duitsche universi teiten. In het hoofdbestuur werden herkozen resp. prof, G. Sleeswijk en prof. mr. S. R. Steinmetz. PROVINCIALE STATEN. Van de voorsteilen door Ged. Staten aan de Prov. Staten gedaan noemen wij nog de volgende Geen subsidie politievakonderwijs. Waar in de najaarsvergadering af wijzend is beschikt op het verzoek van het schoolbestuur van de R. K. Politie school te Den Bosch, stellen Ged. Sta ten voor, thans ook af te wijzen het verzoek van de Commissie van Vakon derwijs, ingesteld door den Atg. Ned. Politiebond, om subsidie voor de school tP Hilversum en de bestaande politie- cursussen. Ged. Staten herhalen, dat een specifiek provinciaal belang niet bij deze zaak is betrokken, doch dat het in de allereerste plaats een gemeente-, c.q. Rijksbelang is. Trouwens in een gedrukte circulaire aan de burgemeesters, die bij het adres is gevoegd en ter Griffie ter inzage ligt, wordt dit ook door adressante als zoodanig opgevat. Subsidie voor kerk- en torenrestauratie. Bij Ged. Staten zijn ontvangen adres sen van kerkvoogden der Ned. Herv. gem. te Nisse, van Burg. en Weth. te Vrouwepolder en van kerkvoogden der Ned. Herv. gem. te Hontenisse. wat be treft de beide eerste inhoudende verzoe ken om aanvulling subsidie voor het herstel van de kerk te Nisse en den to ren te Gapinge en het derde om subsi die voor het herstel van de kerk te Hon tenisse. van hun nood hebben zonder neven bedoeling daarop zou ik voorai den nadruk willen leggen. Heeft men eerst het vertrouwen,' dan volgt alles van zelf. Maar onrust willen wij liever niet in het dorp brengen Morgen, me vrouw, wordt er met het herstel van het dak begonnen." Erich von Blottstedt vond niet veel gelegenheid zijn wijsheid te luchten. Dat hinderde hem hij nam daarom cjadelijk na het eten afscheid. „Ik zit helaas in een strafzaak en moet nog akten doorworstelen dat is een twijfelachtig genoegen voor een gentleman Allen herademden, toen hij vertrok ken was. Een pijnlijke stilte volgde. De opperhoutvester zeide droog „de baron is een vermoeiend heer Alle vier lachten luid'. Grete zeide „Wij zullen in elk geval zijn goede diensten niet te veel in beslag nemen De rentmeester trad nader en zeide zacht „De baron heeft mij den wensch te kennen gegeven, dat voor hem een logeerkamer in het slot in gereedheid zou worden gehouden voor het geval het gewenscht mocht zijn, dat hij bleef overnachten." Nu richtte Grete zich op. Een toornig rood kleurde haar gelaat. Luid: zeide zij, opdat allen het zouden hooren „Daar kan geen sprake van zijn Zeg dat den ibaron zeer duidelijk uit mijn naam. En verder, heeren, beveel ik zeer dringend, dat uw rechten in geen enkel opzicht zullen worden beknot." Toen haar gasten waren vertrokken, Voorts is aanhangig een aanvrage om subsidie voor restauratie van het kerk gebouw te Kapelle, welke in de najaars vergadering werd aangehouden en ook nu nog niet rijp is voor behandeling. Voor de restauraties te Vrouwepol der en te Nisse heeft de provincie reeds naar haar krachten bijgedragen en nu de ondernomen werken hunne voltooi ing na'deren, wordt onnieuw een. provin ciaal subsidie gevraagd, hetzij omdat men als. te Nisse, te weinig heeft ge vraagd en de raming niet onaanzienlijk is overschreden, hetzij omdat, als in Vrouwepolder, van andere zijde min der subsidie werd ontvangen, dan waarop was gerekend. In geen geval meenen Ged. Staten, dat er voor de Provincie, die, als gezegd, het hare reeds heeft gedaan, aanleiding bestaat het tekort geheel of gedeeltelijk te dek ken. Bovendien, doch dit is een zuiver zakelijke overweging, zijn met deze aanvrage zoodanige bedragen gemoeid, dat inwilliging niet zou kunnen ge schieden dan na verhooging van den op de Provinciale begrooting voor dit doel uitgetrokken post, hetgeen Ged. Staten in overeenstemming met het dienaangaande reeds opgemerkte in hun voorstel inzake het Beursgebouw te Vlissingen, met nadruk moeten ontra den. Tegen een subsidie voor de kerk te Hontenisse hebben Ged. Staten echter totaal geen bezwaar, daar zij het be houd van het gebouw de subsidie waard achten en zij stellen dan ook voor over 1924 en 1925 telkens 1000 en over 1916 500 toe te kennen. Tram HoofdplaatBreskens. Door de Zeeuwsch-Vlaamsche tram- wegmaatschappij is een wijziging ver zocht in> het Statenbesluit van December 1919, waarbij een renteloos voorschot is verleend voor den aanleg en de ex ploitatie van een stoomtramweg van Hoofdplaat naar Breskens. In de eerste plaats vraagt de maatschappij of aan de voorwaarde dat het benoodigde aan deelenkapitaal geheel moet zijn ge plaatst op een bepaalde datum, is vol daan. indien de noodige gelden voor den aanleg van de lijn verkregen wor den op andere wijze dan door Het plaat sen van aandeelen. Ged. Staten meenen die vraag ontkennend te moeten beant woorden, doch achten tevens de bezwa ren tegen het uitgeven van aandeelert niet ongegrond. Het is hun gebleken, dat de maatschappij den aanleg van de 'lijn wil doorzetten, en nu de mogelijk heid bestaat dat de bedoelde voorwaar de dif .zou beletten, achten zij het ge wenscht, dat zij vrijheid verkrijgt, de gelden desnoods door een leening bij^ een te brengen. Wel is waar zou daar door de kans van de provincie om het lenteloos voorschot terug te krijgen geringer worden, doch dat zou deze zich kunnen getroosten, indien de aan leg van de lijn daardoor verzekerd werd. Dit deel van het verzoek ondersteu nen Ged. Staten daarom. In de tweede .plaats vraagt de maatschappij verlen ging met liefst 3 jaar van de termijnen, gesteld voor het leveren van hef be wijs, dat de gelden beschikbaar zijn en voor het in exploitatie brengen der lijn. Deze termijnen zijn reeds herhaaldelijk verlengd en nu bepaald op 1 Augustus 1923 en 1 Augustus 1925. Ged. Staten achten verlenging met 3 jaar te lang, doch stellen voor verlenging met een jaar. wrong zij de handen. „Wussow, waarom heb je mij dit aangedaan Deze stoomde op dit oogenblik Cux- haven voorbij. Toornig fronste hij het voorhoofd. Zijn oogen fonkelden in het duister. Daar draaide hij zich snel om. Zoo, nu had hij den geboortegrond achter zich Grete stond in de met jachttrofeeën versierde vestibule van het slot en gaf Wilhelm eenige bevelen. Een automo biel stond voor de deur. Daar klonk geratel van wielen. De vrouwi des huizes kromp ineen. De nieuwe neef zou toch niet reeds weer terugkeeren „Wilhelm, ik heb haast. Ga nu en dan naar het kind, gij weet, dat het graag heeft dat gij' er zijt De bediende opende de breede eiken houten deur. Grete wilde snel in de automobiel stappen, die echter juist ter zijde reed om voor een aankomend rijtuig plaats te maken. Het was haar vader. Hij schreeuwde reeds zoo hard hij, 'kon „Waar ga je heen „Naar u, papa Het gelaat van Dankersbach was één lach. „Ik kan het mij. voorstellen, ik had' ook haast De majoor was uit het rijtuig gestapt en schudde nog altijd lachend zijn dochter de hand. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1