10Q0 cnn J - ^nn 25 2 JUNI Eerste Blad No 128 61e Jaargang 1923= Üitg8veFirma f. HN DE VELDE Jr Jatstraat 58, Vlissingen. Tel. Interc. 10. Postrekening 6B287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Een belangrijk vraagstuk FEUILLETON Door Duisternis tot Licht Brieven uit de Hofstad Beursbeschouwingen S1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15. Voor overige landen der Post-Unie ƒ4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. tlUU een ongeluk. UI?*! gulden bij verlies^ van een hand, voet of oog. I gulden bij verlies a van een duim. I gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Dit nummer bestaat uit 2 bladen Het brandt nog steeds in tal van hoeiken in het oude Europa in tal van landen woelt en .gist het 1 iginds sloeg de vlam reeds uit en verlicht den avondhemel met een rossen gloed daar smeult het vuur nog onder de sintels van een nauwelijks geëindigd tijdperk van vernieling en van wereld brand ginds weder vieren rebellie en verzet tegen de bestaande machten hoogtij, en schier overal heerscht een anarchie der geesten, een onzekerheid- en onrust, gelijk naar de bladen der wereldhistorie ons. meidien, aan .groote tijden van beroering en kentering vooraf plegen te gaan. Het gaat niet aan, die vele teekenen te misduiden, al kan het nochtans immer mogelijk blij ven, dat in den droevigqn staat van zaken nog op het onverwachtst een keer ten goede komt. Ook tot het koes teren van zulk een hoop zijn er geluk kig nqg onmiskenbare aanwijzingen, waaronder deze wel in de eerste plaats behoort, dat het grootste deel der men- schen, al is het helaas geenszins het machtigste deel, van zulk een afkeer van verdere 'beroeringen vervuld is, en dat zij alles iwat in hun macht is, zullen aanwenden, om tot een eindelijken staat van rust en herstel te geraken. Doch daarnevens zorgen helaas de anderen er voor, dat de onrust .besten digd, het herstel verschoven en de on zekerheid en diepe zorg voor den dag van morgen, maar al te levendig blijft. Wenden we de oogen oostwaarts over de grenzen, dan ontwaren we den brand al van zeer nabij. Hoe gevoelen we schier in elk opzicht van ons eco nomisch leven, de felle ontreddering, waaraan het thans iwel zeer zwaar be proefd wordende Duitschland ten prooi is. Maar sinds kort is ook, al zij het in eenigszins anderen vorm, een brand bij onze zuidelijke buren aan het ontvlam men gegaan. Wel is het ginds nog ge lukkig niet zoo ver gekomen, dat com munistische honderdschappen schrik en ontsteltenis komen verspreiden, ook staat daar niet op vaderlandsehen .bo dem de grimmige bedreiging van vuur monden en wapentuig, gehanteerd door een voormalig vijand, die, overwinnaar geworden, wel den vrede gedicteerd heeft, maar zonder het vreedzaam ge laat eens vriends hoe zou het ook kunnen, waar het hart nog bloedt wan doorgestane smart te toonen. Neen. iets gansch- anders, en toch niet veel minder ernstigs, vooral ten opzichte bewerkt door Mevrouw J! P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 23) „O, ik heb er niets tegen, als het maar niet te dikwijls gebeurt 'aat ons zeggen elke veertien dagen." „Hartelijk dank, nicht. Den eerstvol- genden keer breng ik hem mede Toen Wusow vertrokken was erger de zij zich. Maar spoedig wierp zij het hoofd in den nek. „,1k zal mijnheer mijn neef plagen hij heeft eens met mij ge speeld, nu zal ik met hem spelen 1" Zij toonde groote beminnelijkheid, toen Praetorius kwam. Deze wist op zijn kalme manier het gesprek van het eene op het andere onderwerp te bren gen, zoadat Grete in :het geheel niet bemerkte hoe laat het was geworden. En toen de beide heeren in den don keren herfstnacht naar huis reden, zeide de eerste luitenant „Van zenuwen heb ik nu juist niet veel gemeitkt." „Zij had vandaag een goeden dag", antwoordde Wussow droogjes. Maar tusschen zijn vier muren dacht hij, er ernstig over na of hij geen dom heid had begaan. 'Hij bleef niet lang in het onzekere. Voor een vrouw is Ihet moeilijk zich op den duu.r anders voor te doen dan zij gevoelt. Hij bemerkte, hoe zijn nicht hem vaak tersluiks een blik toewierp, van de rust der gemoederen om tot een duurzaam herstel te geraken, zien we in den laatsten tijd in België voorval len. Wij' bedoelen de stakingsbeweging, welke het spoor- en postverkeer in grooten staat van verwarring heeft ge bracht. Nu heeft dit door de omstan digheden niet die uitwerking op het economisch leven gehad, als de aan stichters er zich allicht van hadden voorgesteld, toch zal niet ontkend kunnen worden, dat de nadeelige ge volgen uitermate ernstig zijn en ver strekkend tevens. We zullen niet oorzaak en beloop van .het gebeurde behoeven na te gaan, om te mogen constateeren, dat deze aangelegenheid daarom oök voor ons land van belang genoeg is, haar wat nader te beschouwen, wijl gebeurlijk heden van gelijken aard, hier geenszins tot 'de onmogelijkheden behooren. En dat is het juist, wat 'wel het geval moest zijn. Het geheel of gedeeltelijk stilleggen van zulke, de belangen van alle burgers ten nauwste rakende be drijven, als de onderhavige, terwille van een, zij hef ook groote, maar in verhouding tot de overige bevolking nochtans zeer geringe groep, moest in een welgeordende maatschappij inder daad onmogelijk zijn. Wij stellen hier bij op den voorgrond, dat in den strijd om economische doeleinden tusschen werkgevers en -nemers, uitsluiting eenerzijds, staking anderzijds gewich tige wapenen zijn, die men niet kan verbieden, zonder de eene of andere partij te verzwakken. Echter in staats bedrijven kan van het hanteeren van het wapen der staking, als eigenlijk wapen niet gesproken worden, wijl het niet-werken daarin niet ten nadeele van den werkgever strekt, doch louter van de overgroote meerderheid der bur gers, en veelal ontaardt in een afper singspoging eener kleine minderheid' ten koste van de ontzaggelijke belan gen van alle overige burgers, van fei telijk het geheele land. De regeeringen, dit inziende, decre- teeren kortweg, een staking niet te dulden. Echter, zien we als het er toch toekomt, in verreweg de meeste geval len, de overheid ten slotte toegeven. En daar elke lankmoedigheid ten dezen uiteraard voor de toekomst stimulee- rend werkt, zal die toekomst geenszins van het te bestrijden euvel vrij blijven. Daarom, zou het zoo goed en nuttig zijn, wanneer we in een tijd als dezen, nu er te onzent van zoodanigen strijd niet de minste sprake is„ eens goed onder de oogen te zien, welke middelen er toe kunnen leiden, dat er van sta kingen aan openbare diensten ook nimmer sprake zal kunnen zijn. De zaak, waar het om gaat, is uiterst moeilijk, maar ook uiterst belangrijk. "Daarom is het ook van groot belang, als zij bijzonder beminnelijk tegenover Praetorius was geweest. En op dezen terugrit lachte Wussow. „Praetorius., neem het mij niet kwa lijk, maar ik zal jaloersch moeten worden." „Vooruit dan maar. Dat ik een proef konijntje moest zijn, heb ik dadelijk begrepen." „Gij zij.t toch niet boos op mij „ik denk er niet aan Voorloopig amuseert mij de geheele geschiedenis kostelijk. Als gij echter uw doel bereikt hebt, dan verzoek ik vriendelijk tot huisvriend te worden bevorderd. De barones is werkelijk een charmante vrouw Nu liep den goeden Wussow de mond over. „Dat is natuurlijk. Maar ik geloof dat het nog een tijd zal duren en ik heel wat keeren heen en weer zal moeten rijden." /Hetgeen volkomen verdiend is," ant woordde Praetorius ernstig. Blottstedt beet op zijn bovenlip en zweeg. Deze speldeprik had hij rijkelijk verdiend. Op Grete had de komst van Praeto rius een goeden invloed. Als Wussow alleen kwam, ontbrak haar iets. Zij. liet het haar neef ook gevoelen en dit griefde hem. Er kwamen oogenblikken, ■waarin hij jaloersch op zijn langen eer sten luitenant was. Neen, beter was het, dat hij zelf de sporen gaf en er dp los rende. Dadelijk I „Nicht, Ihet schijnt mij toe, dat ge mijn regimentskameraad mist dat er naar zoodanige middelen wordt omgezien. En bij goeden wil zullen en kunnen die ongetwijfeld gevonden worden. Wanneer de staat de dusge naamde monopolies tot zich trekt, dan dient hij er ook voor te zor.gen, dat aan de richtige exploitatie geen belemme ring in den weg wordt gelegd. Maar tegenover desbetreffende strafwetsbe palingen dienen voor de andere partij waarborgen geschapen te worden, dat in het uiterste geval een beroep op de openbare meening ofwel een scheids rechterlijke uitspraak toelaatbaar is. Bovendien moet op de een of andere wijze blijk gegeven kunnen worden, dat de behandeling der beambten over eenkomstig den wil der natie plaats vindt. Nog eens, de kwestie is omvang rijk en moeilijk, maar zij is bestudeering en regeling ten volle waard. Gymnasium. Stilte. Wanneer iemand verplicht is zuinig te zijn en hij komt voor een z.i. nood zakelijke uitgave te staan, dan zal hij heusch niet naar het duurste adres gaan voor zijn aankoop. Wat in dit op zicht een doodgewone zaak is voor een eenvoudig burger, is heel iets anders voor een gemeentebestuur. Het Haag- sche heeft althans besloten een tweede gymnasium te bouwen en dat zal om te beginnen acht ton. gouds kosten. Na tuurlijk zal het veel duurder zijn, want straks blijken allerlei dingen niet mee gerekend te zijn en dus durven we dit nieuwe gebouw gerust op 12 ton te schatten. - Aanvankelijk, heeft men den architect Limburg opdracht gegeven, zonder eeni- ge beperking in den prijs, om een tee- kening te ontwerpen. Dit plannetje kostte drie millioen gulden. Dat was te veel en zoo heeft deze architect een plan gemaakt, dat ongeveer acht ton kost. Het is weer iets geheel nieuws. De stijl is imitatie-Egyptisch met Moorsche namaaksels het zal niet één gebouw zijn, maar verschillende kleine, la.ge gebouwen met platte daken en meer Oostersche uiterlijkheden. De één zal het alles mooi vinden, de ander •leeliik en Den Haag zal hef wel slikken, of het mooi of leelijk is. We hebben op het gebiedi van de bouwkunst nu een maal het nadeel, dat iets leelijks niet gemakkelijk is te verdonkeremanen. Zoo'n gebouw hs er en blijft er vele tientallen jaren, al is het nog zoo lee lijk. Het heeft nu eenmaal een schat geld gekost en het moet aan zijn nuttig doel beantwoorden. Over dat nuttige doel praat bij de stichting niemand het schijnt dan alleen om de uiterlijk heden te gaan, maar pas later bespeurt men de gebreken, wanneer het nuttig effect moet worden gezocht. Afgezien' echter van al deze overwe gingen rijst de vraag of het wel pas „Ja." En bij 'dit enkele woord lachte zij zoo vreemd', dat Wussow niet wist, wat er van te denken, „Moet ik hem altijd meebrengen „Ten minste, heel dikwijls." „Dus u stelt ernstiig belang in hem „Zeer zeker." „lik zal het hem zeggen." „Wat dan ,/Nu, hetgeen ik gemerkt heb. Ik zal hem een zachten wenk geven." „Hoe bedoelt u dat, neef „Dat is toch duidelijk." „Vergeef mij, maar ik ben niet zoo wereldwijs. Wat is 'duidelijk „Dat u kat en muis speelt, nicht." „En wie moet in dit .geval de kat zijn Nu werd het Ihem te diwaas. Hij stond op. „Dat te beoordeelen moet ik aan u overlaten." Zij lachte zacht. „Spreek toch niet zoo in raadselen I" Nu klemde hij de tanden op elkaar. „Nicht, ik heb het goed met u voor gehad. Toen gij niet te bewegen waart, u weer aan de wereld te geven) heb ik .gemeend', dat Praetorius den overgang zou kunnen bewerkstelligen. Eenige schreden zijt ,ge gegaan, maar nu blijft ge weer staan." Het waren gesprekken, die van het pijnlijk thema moesten afleiden, maar Grete Het nog steeds niet los. Haar bereidde de verlegenheid van den an ders zoo verstandigen neef een groot genoegen. geeft dat een millioen gulden voor een gymnastium wordt besteed. Natuurlijk is het best mogelijk voor de helft of misschien wel een derde van deze kos ten een gebouw te stichten, dat even goed. zoo niet beter voor het doel ge schikt is. Wanneer de gemeente nu een veel te duur gebouw gaat stichten, maakt ze het onderwijs duur in haar lust om de kunst te bevorderen. Als het gebouw een millioen kost, beteekent dit 'sjaars reeds een tachtig mille aan rente en aflossing. Niet eens tellen wij de kosten van den grond' mede. Vervol gens komen de leeraren en het jaar- lijksch budget van. allerlei uitgaven. Laat men dit totaal bedrag nu eens deelen. deor het aantal leerlingen dat het gymnasium bezoekt, verminder dit met het schoolgeld en ge zult een bedrag overhouden om van te rillen.Toch is dit de eenige eerlijke wijze om eens te ver tellen wat het onderwijs,'s jaars kost. Dit is zoo'n ongelooflijk hoog bedrag, veel hooger dan wel iemand' durft te schatten. En daarom ware toch de uiterste zuinigheid gewenscht. Waarom wordt niet eens eerlijk een commercieele boekhouding ingesteld van iedere school. Waarom doet men dit wel bij de gasfabriek, de waterlei ding, het electrisch licht en waarom leeft men voor den dienst van het on derwijs uit de groote kas Het is thans bij het lager onderwijs een overgangstoestand door de uitvoe ring der wijzigingen in de L.O.-wet. Onbegrijpelijk is het, dat ondanks deze beperkingen toch nieuwe scholen ver rijzen en liefst op dure punten, in het allerduurste gedeelte van Den Haag, waar alleen de allerrijksten een villa kunnen hebben, ml. in het park Zorg vliet, zullen straks weer twee school gebouwen geopend worden. Houdt men van deze scholen commercieel boek Het overzicht der kosten zal dan wel fraai zijn. De actie voo meer stilte in Den Haag wordt steeds krachtiger. Nu eenmaal deze actie, die dringend noodig is, is aangepakt, blijkt het, hoevele duizenden menschen voortdurend geprikkeld wor den door de noodelooze lawaaimake- rijen van anderen. Het gaat in de eerste plaats tegen het hanen-gekraai. Waar lijk, dit is niet gering als plaag. Men moet zich eens even de situatie voor stellen. Tal van straten worden ge vormd door huizen-blokken, dicht- aaneengesloten. Beziet men zoo'n blok van de achterzijde, dan ligt tusschen die volkomen gesloten ring een smalle tuinenrij, een soort groote kooi. Alle geluiden, die in dezen kom worden ge maakt, resoneeren tegen vier zijden en het is verbazend hoe heftig geluiden klinken. Wanneer in die kom één man aan het timmeren is, bijv. spijkers slaat in zijn heining, dan dreunen de ruiten van alle huizen langs deze kom. Wanneer er een hond. blaft, echoot het naar alle kanten wanneer twee hanen een duo kraaien, is het een bijna oor- verdoovend lawaai. Dit is heusch niet overdreven, want het hinderlijke is „Zoudt u werkelijk willen, dat ik een paar schreden verder ging „Ik zeide het reeds." „Zouden u die schreden bevallen „Dat 'komt pas in de tweede plaats. Voor alles moet ik zorgen, dat gij alles weer vroolijker inziet, opdat gij kalmer wordt en uw zenuwen weer in even wicht komen." „Welik een edelmoedigheid. Overi gens schijnt het, dat uw zenuwen ook niet geheel in orde zijn. Laat ons voor vandaag afscheid nemen. Goeden nacht, neef." Zulk een krachtig afscheid had zij hem in lang niet gegeven. Zijn gelaat was donkerood. Hij maakte een vorme lijke buiging en vertrok. Dien nacht kon Wussow von Blott stedt den slaap niet vatten. De toestand spitste zich op onaangename wijze toe. Het was een domlheid geweest, Praeto rius mee te nemen. Maar daaraan was niets meer te veranderen. ■Hij ging voor zijn schrijftafel zitten kort en bondig verklaarde hij zijn nicht, dat hij overmorgen zou komen en in allen vorm om haar hand zou vragen. Hij meende, dat Joachim als hij kon, met vreugde zijn zegen zou geven en hij beloofde voor het kind een goed vader te zullen zijn. Grete glimlachte peinzend, toen zij den brief las. Eindelijk had zij een die pen blik iri Wuss'ow's hart kunnen slaan Dat had zij afgedwongen. Hij, leed blijkbaar door sterken naijver. Maar zoo was het goed I De wilde INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. niet in de eerste plaats het gevolg van het geluid zelf als wel van de besloten ruimte waarin dit geluid' klinkt. Het is daarom niet juist, een vergelijking te maken met het platteland. Daai" is ruimte, daar gaat het grootste gedeelte van het geluid vrij weg maar hier weerkaatst het eenige malen en dreunt het heen en weer. Daarom is het ook ontoelaatbaar, dat in die huizen-kom men kippen worden gehouden, althans hanen. Als men nu weet dat dikwijls vier of zes hanen in zoo'n kom lcwak- keeren en deze elkaar 's morgens om vier uur ettelijke malen een hartelijk welkom toekraaien, is het wel begrijpe lijk dat dit voor velen een ondragelijk lawaai is. Het is onmogelijk voor stads bewoners, om vroeger dan elf uur 's avonds naar bed te gaan. Wordt men nu omstreeks vier uur wakker ge kraaid, dan is de slaap niet zoo sterk meer, dat men ondanks dit lawaai in slaap valt en zeer vele liggen dan nog eenige uren, onrustig te bed, in de hoop dat zij nog weer eens onder zeili kun nen gaan. Gelukt dit niet en staan zij om zeven of acht uur op, dan zullen zij geen gevoel hebben van verkwikt te zijn door de nachtrust. Men moet deze gevallen zien gelijk zij zijn en dan zal ieder moeten erken nen dat het dringend noodig is dat er rust en stilte heerscht, vooral aan de achterzijde d:er woningen, waar de meeste slaapvertrekken zijn. Het dicht- op-elkaar wonen in de steden eischt zeer strenge bepalingen omtrent over last en het is een zeer ernstige fout van het gemeentebestuur, dat het bij al zijn ijver voor woningbouw niet beter heeft Kjezorgd voor de opheffing van die be zwaren, welke dikwijls een goede volks huisvesting meer benadeelen dan aller lei pietluttigheden die in de woning wet worden verboden. EIBER. Politiek en beurzen. Prof. Bruins over het economisch her stel. De loonen in ons land en elders. De staatsuitgaven hier en elders. Een nieuw tekort voor 1923. De Productenbe lasting. Rubberwaarden iets beter. Onze tabak in Amerika. Dr. C. J. K. van Aalst over de aandeelen Kon. Holl. Lloyd. De beleggingsmarkt. Wanneer men de politieke berichten eenigermate volgt en zich rekenschap geeft van wat er de laatste weken over den economischen toestand zoowel in ■het buitenland als ten onzent gezegd en geschreven wordt, kan het niet verwon- Wussow 1 Zij lachte nu luid. ja, gelukkig, zij had het lachen weer geleerd. Hoe vaak had de goede Joachim niet tot haar gezegd „Lieveling, als ik er niet meer zal zijn, leg dan je lot in handen van Wussow.,, d;aar zal het goed bewaard zijn En hij had haar tot zich getrok ken en ernstig gezegd „Tehuis zal ik dadelijk met Wussow spreken Zij had hem dit niet willen toegeven en op de schijnbare verbetering gewezen, maar zeer goed herinnerde zij zich zijn antwoord nog „Ja, ja, dat geloof ik zelf. Maar mijn huis moet geregeld zijn, als ik toch plotseling van de wereld zou moeten scheiden Om hem niet op te win den, had zij met een vrooliike opmer king over zijn ernstig voornemen heen gepraat hij had de draden ook niet verder gesponnen, maar het was op zijn geiaat te lezen geweest, dat hij zijn voornemen zou volvoeren. Zijn plotse linge dood' had er hém echter in ver hinderd. En nu was na de diepe smart de toorn in haar opgelaaid. Wat had Joachim niet al gedaan om haar het leven aangenaam te maken Wus sow had haar echter prijsgegeven met een koel schouderophalen. Het had lang ^geduurd, voordat de verandering was ingetreden. En toen hij zich aanmeldde, had zij Wussow gekweld: en daarin genoegen gehad 1 (Wondt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1