PERZISCHE TAPIJTEN
VRIJDAG 25 MEI
TENTOONSTELLING
No 121
61e Jaargang
S923
Nederland in 25 jaren.
FEUILLETON
Door Duisternis tot Licht
BINNENLAND
Zeldzame Exemplaren
VLÏSSÏNGSCHE
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon-
nementen 17 cent. alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijk'» nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
Iedere regel meer 26 cent
1898—1923.
V.
De vraag of al dan niet onder het
Gouverneur-Generaalschap van Van
Limburg Sfirum te royaal is getoefd
te veel is voldaan aan wenschen, op
zichzelf hoogst nuttig, zeer te verdedi
gen, maar alleen dan, wanneer de
daarvoor noodige middelen beschikbaar
zijn, is nog steeds een strijdvraag. Dit
dient erkend, dat deze 25-jarige periode
aanleiding heeft gegeven tot een drie
tal zeer merkwaardige Gouverneur-
Generaalschappen die achtereenvol
gens van Van Heutsz, van Idenburg en
van Van Limburg Stirum, ieder op zich
zelf wel geheel verschillend te karakte-
riseeren. De vijfjarige periode van mr.
Fock zal vermoedelijk als die der bezui
niging en tegelijk van die der consoli
deering bekend staan
De beteekenis van de Koloniën voor
Nederland is een geheel andere gewor
den dan die in de zeventiende eeuw.
Toen hadden wii scheepvaart op alle
landen en het in de scheepvaart op In-
dië geïnvesteerde kapitaal was slechts
een gering gedeelte van ons aldus totaal
geïnvesteerde kapitaal. Maar in de ne
gentiende eeuw zijn wij begonnen met
cultures en nijverheid in Indië, en in
deze kwarteeuw is de uitbreiding daar
van krachtig voortgezet. De suikercul
tuur, die in 1884 hare algemeene crisis
doormaakte, kwam, mede tengevolge
van de in 1902 te Brussel gesloten Sui
kerconventie (die een einde maakte aan
de -bevoorrechting van de beetwortel-
suiker) tot financieelen bloei 1920
was haar topjaar, waarnaar men de
baten dezer industrie niet altijd mag
beoordeeten. De tabakindustrie in Deli
breidde zich uit thee, koffie, kina en
nieuwe cultures namen toe. De petro
leumindustrie kwam onder leiding van
de in 1890 opgerichte Koninklijke aan
deze maatschappij gelukte het onder de
leiding van Deterding zich tot een con
cern van wereldbeteekenis te verheffen.
Om een bewijs te geven van de toene
ming van de industrieel-commercieele
beteekenis van Indië diene, dat de
totaal-uitvoer van Ned. Indië van bijna
273 millioen in 1903 reeds in 1912 tot
ruim 588 millioen was toegenomen
de invoer van 174 millioen tot 400
millioen. De cijfers na den oorlog wij
zen op een aanmerkelijk grootere stij
ging nog van de beteekenis var. de In
dische handelsbalans deze cijfers zijn
echter uiteraard minder vergelijkbaar.
Daartegenover staat, dat van de zijde
der regeering niets onbeproefd gelaten
werd om den Inlandschen landbouw te
steunen door voorlichting de Inland-
sche nijverheid te verheffen. In dit laat
ste is men langzaam en geleidelijk
reeds geslaagd en op dien ingeslagen
weg wordt voortdurend voortgegaan.
De bewering dan ook, dat Indië' slechts
kapitaalobject voor Nederland zou zijn,
bewerkt door Mevrouw
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
16)
Tien minuten later draafde zijn paard
de stad uit. Wussow liet de karwats
dansen. Morgen hadden de twee pas
denken te komen en nu lag Joacnim
reeds dood en koud in het Blottstedter
slot 1 Ach kom, thans niet peinzen
binnen een uur zou hij alles weten 1
De rentmeester ontving hem aan het
bordes.
„Mijn diepste deelneming, ritmeester
Laat mij de woordvoerder van al de
cnderhoorigen zijn. Wij verzoeken u,
als tegenwoordig majoraatsheer, deze
bezitting in den geest van den overle
dene te besturen. Onze heer was een
zegen voor ieder, die in zorg en leed
verkeerde I"
Een vaste handdruk, een ikorte knik,
daarna ging Wussow de stoep snel op.
Toen hij de vestibule betrad, werd een
zijdeur geopend. Met vochtige oogen
kwam Dankersbach hem tegemoet.
„AMn waarde majoor
„Ja! ja, kom binnen Wij hebben
mijn dochter te bed gebracht. Vandaag
zuit u haar niet meer kunnen spreken."
In de'groote eetzaal stonden de twee
tcgenover elkander schemering
heerschte in het vertrek, mat glinster
den aan de wanden de lijsten der por-
is zeker onjuist de door Nederland in
deze kwarteeuw gevoerde koloniale
politiek is er eene, die de vergelijking
met elke andere koloniale politiek ten
volle kan doorstaan, ook in dit opzicht,
dat al het mogelijke wordt gedaan om
de Inlandsche bevolking te steunen.
Een minder voorspoedig beeld leve
ren de West-Indische bezittingen op.
Ondanks alle daarvoor in het werk ge
stelde pogingen ondanks alle credie-
ten, daartoe verleend, is Suriname nog
geenszins een troetelkind te rekenen
Curasao maakt ook veelal moeilijke tij
den door, al wijzen daar de laatste ja
ren in betere richting, Intusschen mag
wel dit geconstateerd worden, dat,
hoorde men in den aanvang der negen
tiende eeuw het denkbeeld opperen van
verkoop van onze West-Iijdische bezit
tingen aan Amerika, zoodanige stem
men thans niet meer en zeker niet met
instemming worden gehoord
Het behoeft geen betoog, dat er nauw
verband bestaat tusschen de moeder-
landsohe handel en nijverheid en de
cultures en de nijverheid van Indië. Im
mers, groot is het aantal industrieele
ondernemingen, dat omhoog is gegaan
tengevolge van bestellingen uit den In-
dischen hoek. Toch is niet deze verhou
ding van de koloniën tot het moeder
land het meest kenmerkende verschijn
sel in de ontwikkeling van onzen han
del en speciaal van onze industrie in
deze kwarteeuw. Men kan daarbij voor
op stellen, dat in 1898 Nederland zoo
wel /als geheel de overige wereld een
tijdvak van welvaart en voorspoed
doormaakte, nu en dan onderbroken
door een economische crisis, door een
tijdelijke malaise, die in het voortbren-
gingsproces niet anders is te verwach
ten, maar toch in het algemeen een tijd,
die tot economische gerustheid alle aan
leiding gaf. De bloei van den Neder-
landschen handel valt uit de cijfers van
de tot 1917 overigens vrij gebrekkige
handelsstatistiek wel eenigszins op te
maken was toch in de periode van
1897 tot 1901 het jaarlijksch gemiddel
de van den algemeenen invoer
24,847.000.000 K. G., dit blijkt in 1913
toegenomen tot 60.498.000.000 K. G.
de uitvoer op gelijke wijze van
4.488.000.000 tot 13.135.ÓOO.OOÓ K. G.
De handel in granen en hout, in gerst en
in oliezaden maakte uitnemende tijden
door, terwijl allerwegen het handels
gebied zich verruimde zoowel wat de
landen, waarmede handel gedreven
werd: ais de producten, waarin deze
handel gedreven werd, aangaat. Deze
toenemende handel gaf aanleiding tot
een steeds vermeerderende industrie
het moge waar zijn, dat Nederland in
zijn oorsprong meer een commercieel
dan een industrieel land: is, en dat de
aanwezigheid van een sterk ontwikkel
den landbouw daartoe mede leidt, niet
ontkend kan worden, dat sedert 1880
de nijverheid' in Nederland zich krachtig
heeft ontwikkeld. Dit in de allereerste
plaats op het gebied van den scheeps
bouw, zulks tengevolge van de aan
merkelijke toeneming van .het scheep
vaartverkeer. Nederland bood eenzelfde
beeld als het in de zeventiende, eeuw
reeds te zien gaf. De machine-industrie
ontwikkelde zich vervolgens op krach
tige wijze werken van waterstaatkun
digen aard maakten de oprichting van
tal van fabrieken noodig de uitbrei
ding der electrotechniek insgelijks.
Twente, het land der katoennijver
heid, aanvankelijk door Koninklijk voor
beeld op een zwak schijnenden bodem
geplant, ontwikkelde zich tot een zeer
bloeiende en zeer krachtige industrie
de wolnijverheid bleef hare beteekenis
fretten van de mannen en vrouwen uit
het geslacht Blottstedt, die hier eens
hadden gewoond.
De majoor veegde de tranen uit zijn
oogen.
,;U weet, Blottstedt, dat ik geen re
denaar ben, en wat heden plotseling op
mij is aangestormd was te veel voor
mij, oude man Enkele uren geleden
zit Joachim nog aan mijn tafel opge
ruimd en wel, nauwelijks te herkennen.
En nu dit droeve einde
Ja a en nu komt er nog
meer Voorloopig zult u slechts de
voogdijschap van het majoraat op u
kunnen nemen, want mijn dochter voelt,
dat zij moeder wordt 1"
Goed, daf de schemering heerschte.
Toch zag Dankersbach, dat Wussow
ineenkromp.
„Over zes maanden zal het beslist
zijn. Een zeer krachtige spruit zal wel
niet het levenslicht aanschouwen
maar er moet volgens de wet worden
gehandeld
Het duurde lang, voordat Wussow de
spraak herkreeg. Zijn hart deed hem
pijn. Hij dacht geen enkel oogenbiik
aan het majoraat, alleen aan de vrouw.
Dat dat had hij niet mogelijk geacht.
Joachim en Grete Dankersbach die
twee zouden een kind krijgen
Eindelijk bracht hij met moeite uit
„Nu dat is een troost. Mijn nicht zal
de smart nu gemakkelijker te boven ko
men, dat hoop ik van ganscher harte 1"
De majoor stak hem de hand toe.
„Blottstedt, ik weet waarom het u
voor het grootste gedeelte behouden
de mijnindustrie in het Zuiden van Lim
burg kwam op. De stroocartonnage in
Groningen leidde tot oprichting vari tal
van fabrieken margarine werd in ons
eigen land geproduceerd de cacao-
nijverheid ontwikkelde zich de beet
wortelsuikerindustrie werd ook hier te
lande aangevangen. De chemische in
dustrie is nog in een beginpunt van
hare ontwikkeling. Nevens alle indu
strieën bloeide het oude'bedrijf der vis-
scherij, gedurende den oorlog zelfs met
ongekende kracht. Te Eindhoven richt
ten de heeren Philips hunne gloeilam-
pnfabriek, thans door heel de wereld
vermaard op. Namen als die van Stork,
Van Kempen, Jurgens, Van den Bergh,
Scholten, Van Heek, behooren tot de
leidende namen in ons land, Een con
cern als dat van Kröiler in Rotterdam
is wellicht eenig voor een klein land als
het onze op allerlei nieuw gebied ont
wikkelden zich de groote en kleine
inrichtingen, die al spoedig vermaard
heid verkregen tot ver buiten de gren
zen.
Hoe heeft de oorlog niet geheel het
beeld van onzen handel en nijverheid
veranderd Onze handel werd, tenge
volge van de maatregelen, door de
oorlogvoerenden voorgeschreven, on
derworpen aan tal van dwangbepalin-
gen en kon, wat den aanvoer van pro
ducten van overzee en grondstoffen
betreft, slechts worden gevoerd dank
ziji de instelling der N. O. T., die als
crisis-lichaam zeker hare buitengewoon
groote verdiensten heeft en buitenge
woon nuttig, niet genoeg te waardee-
ren werk heeft verricht.
Voor de industrie leidde de oorlog
tot de oprichting van tal van nieuwe
bedrijven sommige, die practisch ge
bleken zijn ook na den oorlog levens
vatbaarheid te bezitten, andere daaren
tegen, die spoedig verdwenen. In 1917
werd de Jaarbeurs te Utrecht opgericht.
Men gevoelde de behoefte om in eigen
land te ikoopen wat men tevoren in het
buitenland 'kocht, maar men was van
.het eigen land opleverde te weinig op
de hoogte. De Jaarbeurs is gebleken
geen crisislichaam te zijn. Dank zij de
medewerking van stad en land heeft zij
zich ontwikkeld tot een instelling,
waarvan het blijvend karakter niet
meer bestreden wordt. De eerste Jaar-
veurs gaf van den eigenaardigen toe
stand, waarin handel en nijverheid hier
te lande waren komen te verkeeren, een
duidelijk beeld. Naast groote en beken
de ondernemingen zag men er tal van
minderwaardige, a.h.w. tevoren be
stemd om te verdwijnen. De regeerings-
maatregelen beheerschten geheel den
handel moesten dezen beheerschen
de distributie van steeds meer artikelen
werd ingevoerd. Na den oorlog koes
terde men aanvankelijk -groote verwach
tingen, die ook uit de cijfers spreken,
immers, de invoer in ons land, die in
1917 'n waarde had van 1082 en in 1918
eene van 637 millioen, nam in 191.9
toe tot 3296 millioen de uitvoer be
droeg achtereenvolgens in die drie ia-
ren 837, 417 en 1731 millioen. Uit
deze cijfers blijkt wel, dat de invoer
aanmerkelijk grooter is geweest dan de
uitvoer Nederland heeft dit vertrou
wen, dat in de toekomst werd gesteld,
duur moeten -betalen. Tal van factoren,
te veel om hier op te noemen en zeker
om te demonstreeren, leidden tot een
ontreddering der economische toestan
den als tevoren niet was te verwach
ten. Sedert in 1920 de malaise, vrij he
vig en vrij plotseling, is ingetreden, zijn
een ieder de oogen open gegaan, maar
helaas bij velen te laat de debacles,
vooral bij de lichamen tijdens den oor-
moeil-ijik is te spreken. Gij zijt een edele
k-erel kom laten wij zwijgen, leder
heeft in zijn leven -boven zekere episode
met hartebloed- neer te schrijven Te
laat 1 En een oprecht man komt -dat te
-boven en tobt niet langer.
Nu wilt u den goeden Joachim zeker
graag zien. Ik zal u naar de kamer
brengen
Wussow Blottstedt trad op het sterf
bed toe en klemde de tanden op elkaar.
Die daar neerlag kon hem geen goed
woord, dat wellicht een lichtstraal in
de toekomst had geworpen, meer ge
ven. Een edel mensch, zijn beste vriend,
was van de wereld heengegaan en
had hem een -groot zieleleed nagelaten
Maar lang hield de weeke stemming
niet aan. Een verheven plicht had hij,
thans misschien spoedig een jongen
Blottstedt met vaste -hand het leven in
te voeren, opdat hij voor het majoraat
eens een goed, voorzichtig bestuurder
zou worden
Maar over een ding was Wussow met
zich zelf in het reine gekomen, toen hij
-een halt uur later de sterfkamer verlief.
Het vrool-ijke leven was nu voorgoed
voorbij.
Joachim Blottstedt was naar zijn
laatste rustplaats gedragen naar het
eikenbosch, 'aan het oostelijke eind van
het park. Daar sliepen allen, die hem
waren voorgegaan.
Het laatste rijtuig verhef het slot.
Wussow stond in groot tenue op het
-bordes boven hem, van den toren,
wapperde de tamiliestandaard halfstok
log opgericht of tijdens den oorlog op
kunstmatige wijze uitgezet, zijn vele
geweest de groote beproefde instellin
gen hebben echter stand -weten te hou
den. In de cijfers van de emissies spie
gelt zich deze gang van zaken mede
af werd toch in industrieele onderne
mingen in 1920 aan aandeelen en obli
gaties uitgegeven 125 millioen, in
1921 was dit 63'/2, in 1922 zelfs f 27/,
millioen. De cijfers voor bank- en cre-
d'iet-instellingen wijzen op 170 voor
1919, op 87'/2 voor 1920, op 3 voor
1921 en op 9 millioen voor 1922. Het
aantal faillissementen, dat in 1919 1092
bedroeg, is in 1920 tot 1491, in 1921 tot
2364 en in 1922 tot 3403 gestegen de
werkloosheid is op schrikbarende wijze
toegenomen het indexcijfer, dat in
1912 5 bedroeg, was voor 1919 7.7,
voor 1920 5.8 en voor 1921 9, terwijl
het voor 1922 wel- niet beter zal zijn.
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Vergadering van Donderdag.
Naarden. Oostenrijk.
Nu de toetreding tot de protocollen
uit de eredietverieening aan Oostenrijk
was geschrapt waarvoor veertien
dagen geleden de discussie werd ge
schorst werd thans het wetsontwerp
om- voor 3% millioen gulden deei te
nemen in deze credieten, zonder dis
cussie goedgekeurd. Alleen de heer Van
Ravesteijn kan er zijn fiat nog niet aan
geven. Stemming had er echter niet
meer plaats. De minister zal nog eerst
erns-tig overwegen eer hij een Nederlan
d-er zitting doet nemen in de garantie
commissie.
Een nog meer uitvoerig en steeds
meer gedetailleerd debat over de Naar-
den-schadeloosstelling leidde ten slotte
tot een finale afwijzing der abitrage
door den minister. De kweekers hebben
z. i. het volle pond gehad- en meer geeft
d-e minister niet. De conclusie der com
missie werd aangevuld,zoodat arbitrage
subsidiair onderzoek wordt gevraagd.
Die conclusie werd aangenomen met 55
tegen 15 stemmen. De minister zal
waarschijnlijk deze beslissing in zijn
groote prullemand deponeeren.
Vervolgens werd de Kamer bezig ge
houden met een reeks technische herzie
ningen der Pensioenwet. Hef eenige
belangrijke punt -d-at daarin vo-orkomt
is de kwestie van de premiestorting
voor weduwenpensioen door vrouwe
lijke ambtenaren. Mej. Westerman .heeft
dit trachten op te lossen door de moge
lijkheid van weduwnaarspensioen te
openen, wanneer de weduwnaar niet of
niet geheel in staat is in zijn onderhoud
te voorzien. Mevrouw BakkerNort
wenschte ook de ongehuwde zuster, die
de huishouding heeft waargenomen bij
den ambtenaar, die overlijdt zonder eeri
weduwe of weezen achter te laten, in
het genot van het pensioen doen
deelen.
Dinsdag voortzetting.
Staatscommissie verkeer.
Bij Kon. besluit is ingesteld een
Staatscommissie aan w-elke wordt op
gedragen een onderzoek in te stellen
aangaande d-e vraag, of en in hoever
maatregelen nood-iig zijn om te -bevor
deren; dat de- land- en waterwegen en
de spoor- en intercommunale tramwe
gen op de meest economische wijze
•dienstbaar worden gemaakt aan het
iop een witten grond een blauw ge
deeld schild, in het bovenste veld een
zilveren zwaan, in het onderste een
eikentak.
Lang keek de ritmeester nadenkend
voor zich, daarna keerde hij in het slot
terug. In -de vestibule ontmoette hij
Wilhelm,
„Wiaar is de majoor von Dankers
bach
In hef park, mef zijn zoon, den eer
sten luitenant."
„Dus is de barones alleen
„Ja, mijnheer."
„Dien mij, dan aan."
De jonge vrouw zat in haar boudoir.
Wussow trad op de teenen binnen.
„Nicht, ik ben gekomen om te hooren
of u ook bijzondere wenschen hebt.
Misschien wenscht u eene wijziging in
de woonvertrekken Het slot is groot
genoeg."
Kalm stond Grete von Blottstedt m
haar zwart ikleed tegenover Wussow.
Zij, noodigde hem niet eens uit plbats
te nemen. Geen spier vertrok op haar
bleek gelaat, de groote, blauwe oogen
keken hem strak aan, zoodat hij het
raadzaam vond, voorloopig niet verder
te spreken.
„Neef, ik dank u zeer, maar ik ver
laat no',g heden Blottstedt en verhuis
naar Suderlohe. De kamenier pakt reeds
de koffer."
De woorden waren van haar lippen
gekomen op een wijze, dat elk verder
voorstel doelloos zou zijn geweest.
„Dat begrijp ik valkomen, nicht,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
slechts le klas goederen
waaronder zeer
worden aangeboden in het salon
van GRAND HOTEL te Mid
delburg, dagelijks van 26 tot
uiterlijk 31 Mei
Aanbevelend,
JOSEF FEKETE, Boedapest.
vervoer van reizigers en van goederen
en om deswege aan den minister van
waterstaat rapport uit te brengen.
In die Staatscommissie zijn benoemd
tot lid- en voorzitter mevr. R. J. H. Pa-
tijfi, buitengewoon .gezant en gevol
machtigd minister te 's-Gravenhage
tot leden M. C. H. Bongaerts, lid van
de Tweede Kamer te 's-Gravenhage
H. J. van Braambeek, lid van de Twee
de Kamer te Utrecht F. H. Fentener
van Vlissingen, directeur van de Steen-
koien-Handelsvereèniging te Utrecht
J. A. Kalft, directeur der Maatschappij
tot exploitatie van Staatsspoorwegen
en der H. IJ. S. M. te Utrecht G. A.
Pos, 2e voorzitter van den Alg. Ned.
Wielrijdersbond, Toeristenbond voor
Nederland, te Blaricum mr. H. van der
Vegte, lid van Ged. Staten van Over-
ijsel, te Zwolle tot lid en secretaris
G. J. van den Broek, hoofdingenieur
van den rijkswaterstaat met verlof, te
Bussum.
Het Nationaal Comité tegen de
zakelijke bedrijfsbelasting.
-Het Nationaal Comité tegen de Zake
lijke Bedrijfsbelasting deelt ons het vol
gende mede
Het Comité heeft zich in de eerste
plaats ten doel gesteld -den tegenstand
tegen deze belasting zoo algemeen mo
gelijk te maken. Daartoe bevordert het
in iedere gemeente, waar deze belasting
wordt geheven de oprichting van een
Comité, dat plaatselijk de actie voert.
Er bestaan thans dergelijke comité's
in de volgende plaatsen Amersfoort,
Amsterdam, Arnhem, Edam, 's-Graven-
hage, Haarlem, Nijmegen, Rotterdam en
Utrecht. In meerdere plaatsen is de sa
menstelling van een comité in voorbe
reiding. Hier zijn te noemen Delft,
Deventer, Dordrecht, Leiden, Vlissin
gen en Zwolle. Meerdere Kamers van
Koophandel zegden hun medewerking
toe. Volgens de gegevens waarover het
comité thans kan beschikken komt de
belasting niet of niet meer voor in de
gebieden van de volgende Kamers van
Koophandel
Friesland (behalve Sloten), Veenko
loniën, Drenthe, Noordelijk Limburg,
Maastricht, Tilburg, Langstraat, Wes
telijk Noord-Brabant, Zeeuwsch-Vlaan-
deren, Zeeu-wsche eiland-en (behaive
Vlissingen en Rilland-Bafh), Beneden
Maas, Gouda, Gooiland (behaive
Weesp), West-Friesland (behalve
Edam).
De belasting werd o.a. reeds afge
schaft in Apeldoorn, Groningen, Goor,
Hengelo, Hilvarenbeek, Hilversum, Tiel
en- Purmerend.
Belangrijke plaatsen waar de belas
ting nimmer werd ingevoerd zijn
indien u nog den een of anderen wensch
mocht koesteren, dan hoop ik, dat u ze
mij dadelijk kenbaar zult maken, en ik
verzeker u, dat er -onmiddellijk gevolg
aan gegeven zal worden."
Zij tradi langzaam op hem toe en
reikte hem de hand. „Ik dank u
Er bleef hem niets anders over dan
de kamer te verlaten. Zoo was het
voorloopig ook -het beste, als het kind
er maar eenmaal was, veranderde de
geheele zaak van zelf, maar zoo koel
had zij hem, ondanks allen rouw, toch
niet behoeven weg te zenden Er bleef
nog iets pijnlijks over, wat zou de we
reld1 babbelen Hoe n-u, Wussow aan
vaardde het majoraat niet Wie zou
dat hebben gedachtEn daarbij zou
het niet blijven, men zou de weduwe
ook -onder handen nemen, en...
Neen, niet verder denken Dat zou
iemand eens moeten wagen Dien ke
rel zou hij voor zijn pistool nemen en
zijn zondigen mond' stuk schieten
Maar natuurlijk zou het gebabbel op
een afstand van hem worden gehouden,
want de wereld wist, wie het met
Wussow Blottstedt aan den stok kreeg,
die had geen reden tot lachen
Grete had haar jongemeisjeskamer
weer .betrokken. Na eenige dagen be
stierde zij daar weer de huishouding,
alsof zij Suderlohe nooit had verlaten.
Haar vader verzette zich niet bezig
heid- verdrijft droeve gedachten. Zij had
alleen de kamenier medegebracht.
(Wordt vervolgd.)