PERZISCHE TAPIJTEN VRIJDAG 25 MEI TENTOONSTELLING No 121 61e Jaargang S923 Nederland in 25 jaren. FEUILLETON Door Duisternis tot Licht BINNENLAND Zeldzame Exemplaren VLÏSSÏNGSCHE ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon- nementen 17 cent. alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijk'» nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.70, Iedere regel meer 26 cent 1898—1923. V. De vraag of al dan niet onder het Gouverneur-Generaalschap van Van Limburg Sfirum te royaal is getoefd te veel is voldaan aan wenschen, op zichzelf hoogst nuttig, zeer te verdedi gen, maar alleen dan, wanneer de daarvoor noodige middelen beschikbaar zijn, is nog steeds een strijdvraag. Dit dient erkend, dat deze 25-jarige periode aanleiding heeft gegeven tot een drie tal zeer merkwaardige Gouverneur- Generaalschappen die achtereenvol gens van Van Heutsz, van Idenburg en van Van Limburg Stirum, ieder op zich zelf wel geheel verschillend te karakte- riseeren. De vijfjarige periode van mr. Fock zal vermoedelijk als die der bezui niging en tegelijk van die der consoli deering bekend staan De beteekenis van de Koloniën voor Nederland is een geheel andere gewor den dan die in de zeventiende eeuw. Toen hadden wii scheepvaart op alle landen en het in de scheepvaart op In- dië geïnvesteerde kapitaal was slechts een gering gedeelte van ons aldus totaal geïnvesteerde kapitaal. Maar in de ne gentiende eeuw zijn wij begonnen met cultures en nijverheid in Indië, en in deze kwarteeuw is de uitbreiding daar van krachtig voortgezet. De suikercul tuur, die in 1884 hare algemeene crisis doormaakte, kwam, mede tengevolge van de in 1902 te Brussel gesloten Sui kerconventie (die een einde maakte aan de -bevoorrechting van de beetwortel- suiker) tot financieelen bloei 1920 was haar topjaar, waarnaar men de baten dezer industrie niet altijd mag beoordeeten. De tabakindustrie in Deli breidde zich uit thee, koffie, kina en nieuwe cultures namen toe. De petro leumindustrie kwam onder leiding van de in 1890 opgerichte Koninklijke aan deze maatschappij gelukte het onder de leiding van Deterding zich tot een con cern van wereldbeteekenis te verheffen. Om een bewijs te geven van de toene ming van de industrieel-commercieele beteekenis van Indië diene, dat de totaal-uitvoer van Ned. Indië van bijna 273 millioen in 1903 reeds in 1912 tot ruim 588 millioen was toegenomen de invoer van 174 millioen tot 400 millioen. De cijfers na den oorlog wij zen op een aanmerkelijk grootere stij ging nog van de beteekenis var. de In dische handelsbalans deze cijfers zijn echter uiteraard minder vergelijkbaar. Daartegenover staat, dat van de zijde der regeering niets onbeproefd gelaten werd om den Inlandschen landbouw te steunen door voorlichting de Inland- sche nijverheid te verheffen. In dit laat ste is men langzaam en geleidelijk reeds geslaagd en op dien ingeslagen weg wordt voortdurend voortgegaan. De bewering dan ook, dat Indië' slechts kapitaalobject voor Nederland zou zijn, bewerkt door Mevrouw J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 16) Tien minuten later draafde zijn paard de stad uit. Wussow liet de karwats dansen. Morgen hadden de twee pas denken te komen en nu lag Joacnim reeds dood en koud in het Blottstedter slot 1 Ach kom, thans niet peinzen binnen een uur zou hij alles weten 1 De rentmeester ontving hem aan het bordes. „Mijn diepste deelneming, ritmeester Laat mij de woordvoerder van al de cnderhoorigen zijn. Wij verzoeken u, als tegenwoordig majoraatsheer, deze bezitting in den geest van den overle dene te besturen. Onze heer was een zegen voor ieder, die in zorg en leed verkeerde I" Een vaste handdruk, een ikorte knik, daarna ging Wussow de stoep snel op. Toen hij de vestibule betrad, werd een zijdeur geopend. Met vochtige oogen kwam Dankersbach hem tegemoet. „AMn waarde majoor „Ja! ja, kom binnen Wij hebben mijn dochter te bed gebracht. Vandaag zuit u haar niet meer kunnen spreken." In de'groote eetzaal stonden de twee tcgenover elkander schemering heerschte in het vertrek, mat glinster den aan de wanden de lijsten der por- is zeker onjuist de door Nederland in deze kwarteeuw gevoerde koloniale politiek is er eene, die de vergelijking met elke andere koloniale politiek ten volle kan doorstaan, ook in dit opzicht, dat al het mogelijke wordt gedaan om de Inlandsche bevolking te steunen. Een minder voorspoedig beeld leve ren de West-Indische bezittingen op. Ondanks alle daarvoor in het werk ge stelde pogingen ondanks alle credie- ten, daartoe verleend, is Suriname nog geenszins een troetelkind te rekenen Curasao maakt ook veelal moeilijke tij den door, al wijzen daar de laatste ja ren in betere richting, Intusschen mag wel dit geconstateerd worden, dat, hoorde men in den aanvang der negen tiende eeuw het denkbeeld opperen van verkoop van onze West-Iijdische bezit tingen aan Amerika, zoodanige stem men thans niet meer en zeker niet met instemming worden gehoord Het behoeft geen betoog, dat er nauw verband bestaat tusschen de moeder- landsohe handel en nijverheid en de cultures en de nijverheid van Indië. Im mers, groot is het aantal industrieele ondernemingen, dat omhoog is gegaan tengevolge van bestellingen uit den In- dischen hoek. Toch is niet deze verhou ding van de koloniën tot het moeder land het meest kenmerkende verschijn sel in de ontwikkeling van onzen han del en speciaal van onze industrie in deze kwarteeuw. Men kan daarbij voor op stellen, dat in 1898 Nederland zoo wel /als geheel de overige wereld een tijdvak van welvaart en voorspoed doormaakte, nu en dan onderbroken door een economische crisis, door een tijdelijke malaise, die in het voortbren- gingsproces niet anders is te verwach ten, maar toch in het algemeen een tijd, die tot economische gerustheid alle aan leiding gaf. De bloei van den Neder- landschen handel valt uit de cijfers van de tot 1917 overigens vrij gebrekkige handelsstatistiek wel eenigszins op te maken was toch in de periode van 1897 tot 1901 het jaarlijksch gemiddel de van den algemeenen invoer 24,847.000.000 K. G., dit blijkt in 1913 toegenomen tot 60.498.000.000 K. G. de uitvoer op gelijke wijze van 4.488.000.000 tot 13.135.ÓOO.OOÓ K. G. De handel in granen en hout, in gerst en in oliezaden maakte uitnemende tijden door, terwijl allerwegen het handels gebied zich verruimde zoowel wat de landen, waarmede handel gedreven werd: ais de producten, waarin deze handel gedreven werd, aangaat. Deze toenemende handel gaf aanleiding tot een steeds vermeerderende industrie het moge waar zijn, dat Nederland in zijn oorsprong meer een commercieel dan een industrieel land: is, en dat de aanwezigheid van een sterk ontwikkel den landbouw daartoe mede leidt, niet ontkend kan worden, dat sedert 1880 de nijverheid' in Nederland zich krachtig heeft ontwikkeld. Dit in de allereerste plaats op het gebied van den scheeps bouw, zulks tengevolge van de aan merkelijke toeneming van .het scheep vaartverkeer. Nederland bood eenzelfde beeld als het in de zeventiende, eeuw reeds te zien gaf. De machine-industrie ontwikkelde zich vervolgens op krach tige wijze werken van waterstaatkun digen aard maakten de oprichting van tal van fabrieken noodig de uitbrei ding der electrotechniek insgelijks. Twente, het land der katoennijver heid, aanvankelijk door Koninklijk voor beeld op een zwak schijnenden bodem geplant, ontwikkelde zich tot een zeer bloeiende en zeer krachtige industrie de wolnijverheid bleef hare beteekenis fretten van de mannen en vrouwen uit het geslacht Blottstedt, die hier eens hadden gewoond. De majoor veegde de tranen uit zijn oogen. ,;U weet, Blottstedt, dat ik geen re denaar ben, en wat heden plotseling op mij is aangestormd was te veel voor mij, oude man Enkele uren geleden zit Joachim nog aan mijn tafel opge ruimd en wel, nauwelijks te herkennen. En nu dit droeve einde Ja a en nu komt er nog meer Voorloopig zult u slechts de voogdijschap van het majoraat op u kunnen nemen, want mijn dochter voelt, dat zij moeder wordt 1" Goed, daf de schemering heerschte. Toch zag Dankersbach, dat Wussow ineenkromp. „Over zes maanden zal het beslist zijn. Een zeer krachtige spruit zal wel niet het levenslicht aanschouwen maar er moet volgens de wet worden gehandeld Het duurde lang, voordat Wussow de spraak herkreeg. Zijn hart deed hem pijn. Hij dacht geen enkel oogenbiik aan het majoraat, alleen aan de vrouw. Dat dat had hij niet mogelijk geacht. Joachim en Grete Dankersbach die twee zouden een kind krijgen Eindelijk bracht hij met moeite uit „Nu dat is een troost. Mijn nicht zal de smart nu gemakkelijker te boven ko men, dat hoop ik van ganscher harte 1" De majoor stak hem de hand toe. „Blottstedt, ik weet waarom het u voor het grootste gedeelte behouden de mijnindustrie in het Zuiden van Lim burg kwam op. De stroocartonnage in Groningen leidde tot oprichting vari tal van fabrieken margarine werd in ons eigen land geproduceerd de cacao- nijverheid ontwikkelde zich de beet wortelsuikerindustrie werd ook hier te lande aangevangen. De chemische in dustrie is nog in een beginpunt van hare ontwikkeling. Nevens alle indu strieën bloeide het oude'bedrijf der vis- scherij, gedurende den oorlog zelfs met ongekende kracht. Te Eindhoven richt ten de heeren Philips hunne gloeilam- pnfabriek, thans door heel de wereld vermaard op. Namen als die van Stork, Van Kempen, Jurgens, Van den Bergh, Scholten, Van Heek, behooren tot de leidende namen in ons land, Een con cern als dat van Kröiler in Rotterdam is wellicht eenig voor een klein land als het onze op allerlei nieuw gebied ont wikkelden zich de groote en kleine inrichtingen, die al spoedig vermaard heid verkregen tot ver buiten de gren zen. Hoe heeft de oorlog niet geheel het beeld van onzen handel en nijverheid veranderd Onze handel werd, tenge volge van de maatregelen, door de oorlogvoerenden voorgeschreven, on derworpen aan tal van dwangbepalin- gen en kon, wat den aanvoer van pro ducten van overzee en grondstoffen betreft, slechts worden gevoerd dank ziji de instelling der N. O. T., die als crisis-lichaam zeker hare buitengewoon groote verdiensten heeft en buitenge woon nuttig, niet genoeg te waardee- ren werk heeft verricht. Voor de industrie leidde de oorlog tot de oprichting van tal van nieuwe bedrijven sommige, die practisch ge bleken zijn ook na den oorlog levens vatbaarheid te bezitten, andere daaren tegen, die spoedig verdwenen. In 1917 werd de Jaarbeurs te Utrecht opgericht. Men gevoelde de behoefte om in eigen land te ikoopen wat men tevoren in het buitenland 'kocht, maar men was van .het eigen land opleverde te weinig op de hoogte. De Jaarbeurs is gebleken geen crisislichaam te zijn. Dank zij de medewerking van stad en land heeft zij zich ontwikkeld tot een instelling, waarvan het blijvend karakter niet meer bestreden wordt. De eerste Jaar- veurs gaf van den eigenaardigen toe stand, waarin handel en nijverheid hier te lande waren komen te verkeeren, een duidelijk beeld. Naast groote en beken de ondernemingen zag men er tal van minderwaardige, a.h.w. tevoren be stemd om te verdwijnen. De regeerings- maatregelen beheerschten geheel den handel moesten dezen beheerschen de distributie van steeds meer artikelen werd ingevoerd. Na den oorlog koes terde men aanvankelijk -groote verwach tingen, die ook uit de cijfers spreken, immers, de invoer in ons land, die in 1917 'n waarde had van 1082 en in 1918 eene van 637 millioen, nam in 191.9 toe tot 3296 millioen de uitvoer be droeg achtereenvolgens in die drie ia- ren 837, 417 en 1731 millioen. Uit deze cijfers blijkt wel, dat de invoer aanmerkelijk grooter is geweest dan de uitvoer Nederland heeft dit vertrou wen, dat in de toekomst werd gesteld, duur moeten -betalen. Tal van factoren, te veel om hier op te noemen en zeker om te demonstreeren, leidden tot een ontreddering der economische toestan den als tevoren niet was te verwach ten. Sedert in 1920 de malaise, vrij he vig en vrij plotseling, is ingetreden, zijn een ieder de oogen open gegaan, maar helaas bij velen te laat de debacles, vooral bij de lichamen tijdens den oor- moeil-ijik is te spreken. Gij zijt een edele k-erel kom laten wij zwijgen, leder heeft in zijn leven -boven zekere episode met hartebloed- neer te schrijven Te laat 1 En een oprecht man komt -dat te -boven en tobt niet langer. Nu wilt u den goeden Joachim zeker graag zien. Ik zal u naar de kamer brengen Wussow Blottstedt trad op het sterf bed toe en klemde de tanden op elkaar. Die daar neerlag kon hem geen goed woord, dat wellicht een lichtstraal in de toekomst had geworpen, meer ge ven. Een edel mensch, zijn beste vriend, was van de wereld heengegaan en had hem een -groot zieleleed nagelaten Maar lang hield de weeke stemming niet aan. Een verheven plicht had hij, thans misschien spoedig een jongen Blottstedt met vaste -hand het leven in te voeren, opdat hij voor het majoraat eens een goed, voorzichtig bestuurder zou worden Maar over een ding was Wussow met zich zelf in het reine gekomen, toen hij -een halt uur later de sterfkamer verlief. Het vrool-ijke leven was nu voorgoed voorbij. Joachim Blottstedt was naar zijn laatste rustplaats gedragen naar het eikenbosch, 'aan het oostelijke eind van het park. Daar sliepen allen, die hem waren voorgegaan. Het laatste rijtuig verhef het slot. Wussow stond in groot tenue op het -bordes boven hem, van den toren, wapperde de tamiliestandaard halfstok log opgericht of tijdens den oorlog op kunstmatige wijze uitgezet, zijn vele geweest de groote beproefde instellin gen hebben echter stand -weten te hou den. In de cijfers van de emissies spie gelt zich deze gang van zaken mede af werd toch in industrieele onderne mingen in 1920 aan aandeelen en obli gaties uitgegeven 125 millioen, in 1921 was dit 63'/2, in 1922 zelfs f 27/, millioen. De cijfers voor bank- en cre- d'iet-instellingen wijzen op 170 voor 1919, op 87'/2 voor 1920, op 3 voor 1921 en op 9 millioen voor 1922. Het aantal faillissementen, dat in 1919 1092 bedroeg, is in 1920 tot 1491, in 1921 tot 2364 en in 1922 tot 3403 gestegen de werkloosheid is op schrikbarende wijze toegenomen het indexcijfer, dat in 1912 5 bedroeg, was voor 1919 7.7, voor 1920 5.8 en voor 1921 9, terwijl het voor 1922 wel- niet beter zal zijn. KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Vergadering van Donderdag. Naarden. Oostenrijk. Nu de toetreding tot de protocollen uit de eredietverieening aan Oostenrijk was geschrapt waarvoor veertien dagen geleden de discussie werd ge schorst werd thans het wetsontwerp om- voor 3% millioen gulden deei te nemen in deze credieten, zonder dis cussie goedgekeurd. Alleen de heer Van Ravesteijn kan er zijn fiat nog niet aan geven. Stemming had er echter niet meer plaats. De minister zal nog eerst erns-tig overwegen eer hij een Nederlan d-er zitting doet nemen in de garantie commissie. Een nog meer uitvoerig en steeds meer gedetailleerd debat over de Naar- den-schadeloosstelling leidde ten slotte tot een finale afwijzing der abitrage door den minister. De kweekers hebben z. i. het volle pond gehad- en meer geeft d-e minister niet. De conclusie der com missie werd aangevuld,zoodat arbitrage subsidiair onderzoek wordt gevraagd. Die conclusie werd aangenomen met 55 tegen 15 stemmen. De minister zal waarschijnlijk deze beslissing in zijn groote prullemand deponeeren. Vervolgens werd de Kamer bezig ge houden met een reeks technische herzie ningen der Pensioenwet. Hef eenige belangrijke punt -d-at daarin vo-orkomt is de kwestie van de premiestorting voor weduwenpensioen door vrouwe lijke ambtenaren. Mej. Westerman .heeft dit trachten op te lossen door de moge lijkheid van weduwnaarspensioen te openen, wanneer de weduwnaar niet of niet geheel in staat is in zijn onderhoud te voorzien. Mevrouw BakkerNort wenschte ook de ongehuwde zuster, die de huishouding heeft waargenomen bij den ambtenaar, die overlijdt zonder eeri weduwe of weezen achter te laten, in het genot van het pensioen doen deelen. Dinsdag voortzetting. Staatscommissie verkeer. Bij Kon. besluit is ingesteld een Staatscommissie aan w-elke wordt op gedragen een onderzoek in te stellen aangaande d-e vraag, of en in hoever maatregelen nood-iig zijn om te -bevor deren; dat de- land- en waterwegen en de spoor- en intercommunale tramwe gen op de meest economische wijze •dienstbaar worden gemaakt aan het iop een witten grond een blauw ge deeld schild, in het bovenste veld een zilveren zwaan, in het onderste een eikentak. Lang keek de ritmeester nadenkend voor zich, daarna keerde hij in het slot terug. In -de vestibule ontmoette hij Wilhelm, „Wiaar is de majoor von Dankers bach In hef park, mef zijn zoon, den eer sten luitenant." „Dus is de barones alleen „Ja, mijnheer." „Dien mij, dan aan." De jonge vrouw zat in haar boudoir. Wussow trad op de teenen binnen. „Nicht, ik ben gekomen om te hooren of u ook bijzondere wenschen hebt. Misschien wenscht u eene wijziging in de woonvertrekken Het slot is groot genoeg." Kalm stond Grete von Blottstedt m haar zwart ikleed tegenover Wussow. Zij, noodigde hem niet eens uit plbats te nemen. Geen spier vertrok op haar bleek gelaat, de groote, blauwe oogen keken hem strak aan, zoodat hij het raadzaam vond, voorloopig niet verder te spreken. „Neef, ik dank u zeer, maar ik ver laat no',g heden Blottstedt en verhuis naar Suderlohe. De kamenier pakt reeds de koffer." De woorden waren van haar lippen gekomen op een wijze, dat elk verder voorstel doelloos zou zijn geweest. „Dat begrijp ik valkomen, nicht, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. slechts le klas goederen waaronder zeer worden aangeboden in het salon van GRAND HOTEL te Mid delburg, dagelijks van 26 tot uiterlijk 31 Mei Aanbevelend, JOSEF FEKETE, Boedapest. vervoer van reizigers en van goederen en om deswege aan den minister van waterstaat rapport uit te brengen. In die Staatscommissie zijn benoemd tot lid- en voorzitter mevr. R. J. H. Pa- tijfi, buitengewoon .gezant en gevol machtigd minister te 's-Gravenhage tot leden M. C. H. Bongaerts, lid van de Tweede Kamer te 's-Gravenhage H. J. van Braambeek, lid van de Twee de Kamer te Utrecht F. H. Fentener van Vlissingen, directeur van de Steen- koien-Handelsvereèniging te Utrecht J. A. Kalft, directeur der Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen en der H. IJ. S. M. te Utrecht G. A. Pos, 2e voorzitter van den Alg. Ned. Wielrijdersbond, Toeristenbond voor Nederland, te Blaricum mr. H. van der Vegte, lid van Ged. Staten van Over- ijsel, te Zwolle tot lid en secretaris G. J. van den Broek, hoofdingenieur van den rijkswaterstaat met verlof, te Bussum. Het Nationaal Comité tegen de zakelijke bedrijfsbelasting. -Het Nationaal Comité tegen de Zake lijke Bedrijfsbelasting deelt ons het vol gende mede Het Comité heeft zich in de eerste plaats ten doel gesteld -den tegenstand tegen deze belasting zoo algemeen mo gelijk te maken. Daartoe bevordert het in iedere gemeente, waar deze belasting wordt geheven de oprichting van een Comité, dat plaatselijk de actie voert. Er bestaan thans dergelijke comité's in de volgende plaatsen Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Edam, 's-Graven- hage, Haarlem, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht. In meerdere plaatsen is de sa menstelling van een comité in voorbe reiding. Hier zijn te noemen Delft, Deventer, Dordrecht, Leiden, Vlissin gen en Zwolle. Meerdere Kamers van Koophandel zegden hun medewerking toe. Volgens de gegevens waarover het comité thans kan beschikken komt de belasting niet of niet meer voor in de gebieden van de volgende Kamers van Koophandel Friesland (behalve Sloten), Veenko loniën, Drenthe, Noordelijk Limburg, Maastricht, Tilburg, Langstraat, Wes telijk Noord-Brabant, Zeeuwsch-Vlaan- deren, Zeeu-wsche eiland-en (behaive Vlissingen en Rilland-Bafh), Beneden Maas, Gouda, Gooiland (behaive Weesp), West-Friesland (behalve Edam). De belasting werd o.a. reeds afge schaft in Apeldoorn, Groningen, Goor, Hengelo, Hilvarenbeek, Hilversum, Tiel en- Purmerend. Belangrijke plaatsen waar de belas ting nimmer werd ingevoerd zijn indien u nog den een of anderen wensch mocht koesteren, dan hoop ik, dat u ze mij dadelijk kenbaar zult maken, en ik verzeker u, dat er -onmiddellijk gevolg aan gegeven zal worden." Zij tradi langzaam op hem toe en reikte hem de hand. „Ik dank u Er bleef hem niets anders over dan de kamer te verlaten. Zoo was het voorloopig ook -het beste, als het kind er maar eenmaal was, veranderde de geheele zaak van zelf, maar zoo koel had zij hem, ondanks allen rouw, toch niet behoeven weg te zenden Er bleef nog iets pijnlijks over, wat zou de we reld1 babbelen Hoe n-u, Wussow aan vaardde het majoraat niet Wie zou dat hebben gedachtEn daarbij zou het niet blijven, men zou de weduwe ook -onder handen nemen, en... Neen, niet verder denken Dat zou iemand eens moeten wagen Dien ke rel zou hij voor zijn pistool nemen en zijn zondigen mond' stuk schieten Maar natuurlijk zou het gebabbel op een afstand van hem worden gehouden, want de wereld wist, wie het met Wussow Blottstedt aan den stok kreeg, die had geen reden tot lachen Grete had haar jongemeisjeskamer weer .betrokken. Na eenige dagen be stierde zij daar weer de huishouding, alsof zij Suderlohe nooit had verlaten. Haar vader verzette zich niet bezig heid- verdrijft droeve gedachten. Zij had alleen de kamenier medegebracht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1