«g Wo 117= 61e Jaargang 1923ai
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Door Duisternis tot Licht
Edele Geestdrift
Brieven uit de Hofstad
VLISSINGSCHE COURANT
ZATERDAG IQ^MEI
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Eerste Blad
WEGENS HET PINKSTERFEEST ZAL
MAANDAG 21 MEI DE „VLISSINGSCHE
COURANT" NIET VERSCHIJNEN.
BEKENDMAKING.
De Voorzitter van het Centraal Stem
bureau ter verkiezing van de leden van den
Gemeenteraad maakt bekend, dat op Vrij
dag 25 Mei 1923, des morgens om elf uur,
een openbare zitting zal worden gehouden
ter vaststelling van den uitslag der verkie
zing.
Vlissingen, 19 Mei 1923.
De Voorzitter voornoemd,
VAN WOELDEREN.
BEKENDMAKING.
De Voorzitters van de Hoofdstembureaux
in de Kieskringen I, II en JII ter verkiezing
van de leden van den Gemeenteraad maken
bekend, dat op Vrijdag 25 Mei 1923, des
vcormiddags 10 uur, een openbare zitting
zal gehouden worden ter vaststelling ten
aanzien van iedere ingeleverde lijst van
candidaten
a. het aantal stemmen op ieder der can
didaten uitgebracht
b. de som van de aantallen stemmen be
doeld onder a (nl. het stemcijfer)
en wel
voor Kieskring I in het Hoofdstemburean
aan de Groote Markt (nl. het gymnastiek
lokaal van school D).
Vlissingen, 19 Mei 1923.
De Voorzitter van het Hoofdstem
bureau in Kieskring I,
J. G. VAN NIFTRIK Jr.
Voor Kieskring II in het Hoofdstembureau
der school aan het Groenewoud (ingang
Rioolstraat).
De Voorzitter van het Hoofdstem
bureau in Kieskring II,
M. LAERNOES.
Voor Kieskring III in het Hoofdstem
bureau ten Gemeentehuize (Trouwzaal).
De Voorzitter van het Hoofdstem-
bureau in Kieskring III,
VAN WOELDEREN.
BADBEDRIJF.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
ter openbare kennis, dat voor het badsei
zoen 1923 de volgende tarieven zullen gel
den
Tarief voor de Zeebaden
Abonnementskaart voor één per
soon (geldig voor één bad per
dag) ƒ10.—
Maandkaart voor één persoon (gel
dig voor één -bad per dag) 4.
Abonnementskaart voor meerdere
leden uit één gezin, mits eene
hoofdkaart genomen zij (ieder) 6,
Maandkaart voor idem (ieder) 3.
Voor een badkaart voor één bad 0.50
Voor een boekje van 10 kaarten,
elk voor één bad4.
Voor een badkaart voor één bad
voor kinderen beneden de 14 jaar 0.25
Voor een badkaart voor één volks-
bad voor kinderen beneden de 14
jaar - 0.10
Voor een badkaart voor één volks
bad, welke geen recht geeft op
badgoed ,0.15
Abonnementskaart voor één per
soon (geldig voor een „volksbad"
per dag) 4.50
Maandkaart voor één persoon (gel
dig voor een „volksbad" per dag) 2.
Aan ieder bader wordt verstrekt een
zwembroek of een badcostuum en een
badhanddoek en wel een zwembroek en
een badhanddoek a ƒ0.10 per stuk en een
badcostuum a 0.20 per stuk, terwijl een
badmuts wordt verstrekt tegen betaling
van ƒ0.20 per stuk.
bewerkt door Mevrouw
J. P. WESSELINKVAN ROSSUM.
13)
Te vijf uur hadden zij gegeten, het
kon nu half zeven zijn,, den schoonen
achternamiddag wilde hij -met haar op
het terras doorbrengen, er moest een
gelegenheid gezocht worden tot een
rustig gesprek.
„Reeds op, Joacihim
Zij was geschrokken toen zij onver
wacht zijn schreden hoorde.
„ik heb in het geheel niet (geslapen,
lieveling".
„Jij stoutert
Zij dreigde -hem schalks met den
vinger.
Hij lachte. Daarna riep hij Wilhelm en
'iet zijn hoed en jas (brengen.
„Je commandeert alsof je een regi
ment voor je hebt Had ik die dingen
"iet kunnen brengen
„Waarom Hij richtte izicihi op. „Ik
wil je geen minuut missen. En dan,
voel ik -mij lichter, vrijer Van tijd tot
hjid1 moet men zijn krachten beproeven."
Zij stak haar arm door den zijnen,
langzaam liepen zij door den grooten
tuin.
Laurierstruiken omgaven de wegen,
£en paar geweldige «teeneiken strekten
hun takken uit naar den helderen hemel,
over slanke dadellboomen wierp de zon
haar (gouden glans,
Voor ieder stuk linnengoed meer wordt
in rekening gebracht ƒ0.10.
Voor een badmantel wordt in rekening
gebracht ƒ0.30.
Tarief voor de Zonnebaden.
Deze prijzen geheel gelijkluidend aan die
der Zeebaden.
Tarief voor de Strandstoelen.
Voor het gebruik van een strandstoel
wordt 10 cent per uur of gedeelte daarvan
geheven. Dagkaarten (behalve Zondags)
worden afgegeven voor 50 ct.
Weekkaart voor één persoon voor een
vaste stoel ƒ2.
Abonnementen en Badkaarten worden
afgegeven onder de volgende voorwaarden:
1. dat bij langer gebruik van een bad
koets dan 40 minuten voor ieder kwartier
of gedeelte daarvan 0.20 extra zal worden
betaald.
2. dat baders, die zich naar het oor
deel van het badpersoneel te ver in zee
wagen en op het sein van dat personeel
niet onmiddellijk terugkeeren, de verdere
'toegang tot het baden wordt ontzegd zon
der terugbetaling van eventueel betaalde
bad- of abonnementsgelden.
Kinderen beneden 10 jaar worden zonder
geleide niet in het Volksbad toegelaten.
De aandacht wordt gevestigd op de vol
gende artikelen der Algemeene Politieveror
dening van Vlissingen.
Art. 298. Het is verboden losloopende
honden op het badterrein en honden in de
bad- of ontkleedkoetsen of cabines of in
het zeebad mede te nemen.
Art. 299. Het is den baders verboden zich
langer in zwembroek of badcostuum op
het badterrein te bevinden dan noodig is,
om zich uit de bad- of ontkleedkoetsen of
cabines naar het water te begeven of om
gekeerd.
Deze bepaling is niet van toepassing op
hen, die een zonnebad nemen op dat ge
deelte van het strand, hetwelk uitsluitend
voor het nemen van zonnebaden is be
stemd.
Vlissingen, 23 April 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
BADBEDRIJF.
Bergplaats voor rijwielen en kinderwa
gens in de Garage naast de Strandtrap
a ƒ0.10 per stuk.
DE BADCOMMISSIE,
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien
-de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
bij dezen kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van de Stoomvaart-Maatschap
pij.Zeeland", Wm. H. Muller en Co., alhier,
om vergunning tot het uitbreiden der be
staande exportslagerij door het plaatsen
van een electro-motor van P/2 P-K. bene
vens een kleine luohtperspomp in het per
ceel kadastraal bekend gemeente Vlissin
gen, sectie C no. 1420, plaatselijk gemerkt
Buitenhaven no. 13
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Maandag den 21 en Mei 1923,
op de Gemeente-Secretarie, 3e afdeeling,
ter visie zal gelegdworden en dat den
veertienden dag na 'dien, zijnde den 4en
Juni 1923, ten Raadhuize, des namiddags
ten 3 ure, gelegenheid zal gegeven worden
om bezwaren tegen het uitbreiden dier in
richting in te brengen, zullende zij die niet
overeenkomstig Art. 7 der Hinderwet voor
het Gemeentebestuur of een of meer zijner
leden zijn verschenen, teneinde hunne be
zwaren (mondeling toe te lichten niet tot be
roep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie
dagen voor dat tijdstip, ter Gemeente-Se
cretarie, 3e afdeeling, van de terzake inge
komen schrifturen kennis kan genomen
worden.
Vlissingen, 19 Mei 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
„'Het is een paradijs
f „Waaruit wij in het voorjaar toch
worden verdreven door verlangen naar
ons geboorteland, tenminste mij (grijpt
het steeds weer aan. Dat zal zeker wel
komen omdat ik niet in sneeuw en ijs
mag vertoeven. Wat wij menschenkin-
deren niet mogen hebben, daarnaar
verlangen wij nu eenmaal dubbel."
Stil sloeg hij haar gade om te zien
welken indruk zijn laatste woorden op
ihaar hadden gemaakt. Met lichte trilling
in haar stem bracht zij snel het gesprek
in een andere richting.
„Als het niet te koel voor je is,
Joachim, laten wij dan wat op gindsche
'bank tegen den muur gaan zitten, het
uitzicht is daar zoo wonderschoon
„Zooals je wilt, lieveling Als ik het
koud krijg, zal ik het je zeggen."
Maar Grete gipg niet naast hem zit
ten. Zij bleef terzijde met de handen op
den muur staan en tuurde over de zee.
Er was in het geheel geen wind, het
water trilde bijna onmerkbaar. Een
paar stoombooten lagen aan de reede,
'de zwarte rook steeg boven de schepen
omhoog. Funchal lag als speelgoed aan
hun voeten. Aan den linkerkant groefde
zich een diepe klove in den steil om
hoog gaanden berg men hoorde het
geratel van een rijtuig. Haar blik gleed
weer over de zee, in het verre, verre
verschiet, in de richting waarheen in het
voorjaar de „Erma Woermann" haar
weer zou brengen. Een zachte stem
ming overviel haar, zij dacht aan haar
vader, -die nu alleen te Suderlohe zat.
Zij moest zich geweld aandoen. De
ONTHEFFING WINKELSLUITING.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
ter openbare kennis, dat zij ter gelegenheid
van de alhier te houden Provinciale Bonds
wedstrijden van Harmonie- en Fanfarever-
eenigingen in Zeeland, ontheffing verieenen
van de verbodsbepalingen der Algemeene
Politieverordening voor Vlissingen, inzake
ae winkelsluiting voor Maandag 21 Mei a.s.
(2e Pinksterdag) tot des avonds 10 uur.
Vlissingen, 19 Mei 1923
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
AFSLUITING
gedeelte Scheldestraat tusschen Verkuijl
Quakkelaarstraat en Paul Krugerstraat.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
ter openbare kennis, dat door hen het ge
deelte van de Scheldestraat tusschen de
Verkuijl Quakkelaarstraat en de Paul Kru
gerstraat vanaf 23 Mei 1923 tijdelijk voor
het verkeer met rij- en voertuigen is afge
sloten.
Vlissingen, 19 Mei 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Halfhonderd dagen na het voor-
jaarsch Paaschfeest viert de Christen
heid het vroegzomersch Pinksterfeest.
Dan heeft gemeenlijk de lente voorgoed
haar plaats aan het op haar volgend
jaargetijde afgestaan, hetwelk het sei
zoen bij uitstek is voor een jubelend
festijn van schoone dagen. Hoe past
deze omlijsting der natuur aan dit laat
ste der drie groote Christelijke hooge
feesten, het Kerst-, het Paasch-, het
Pinksterfeest. Inderdaad, van deze drie
is het laatste, ook voor het hart, de
kleurrijkste, de als het ware uitbundig
ste, de geestdriftigste feesttijd. Immers
met welk een geestdrift was her, dat
zeven weken na den grootsten lijdens
dag, waarvan ons het Boek der boeken
verhaalt, de eerste gemeente der Chris
tenheid tot stand kwam, om van toen af
haren moeilijken, zwaren tocht door de
wereld aan te vangen, en te blijven vol
harden tot op dezen dag toe. En telkens
als we van die geestdrift, die vaardige
bezieling, die schoone vervoering lezen,
waarmede de eerste verkondigers der
nieuwe wereldleer hun taak opnamen,
dan beseffen we, hoe onontbeerlijk, hoe
noodzakelijk en gebiedend voor elke
grootsche taak de edele geestdrift is
waarmede zij begonnen moet worden,
wil zij tot het doel voeren, of althans
dit nabij komen, zooveel als mogelijk is.
Die edele geestdrift voor het goede,
schoone en ware, hoe ontbreekt het der
rampzalige samenleving juist daar aan,
in deze tijden van zoo groote behoefte
aan onbaatzuchtige toewijding, aan
vervoerende geestkracht, aan bezielen
de liefde. Als de maatschappij aan _dui-
zende wonden bloedt en dreigt ten on
der të gaan, als we zien hoe aan alle
hemelstreken de zwarte onheilspellende
wolkgevaarten zich samenpakken, als
we de stormwinden door de lucht hoo-
ren bulderen, als we aanschouwen hoe
groot de angstige onzekerheid voor de
naaste toekomst der volkeren is, en hoe
in weerwil van alle verwachtingen en
vurige hoop, de groote samenleving der
hemel mocht weten, waarom de tranen
haar tegenwoordig zoo dikwijls in de
oogen kwamen
Zij voelde niet, dat haar man haar
scherp opnam, vermoedde niet, hoe hef
tig zijn hart klopte. Zoo ziet het verlan
gen er uit, dat was zijn eenige gedachte.
Een vurig paar oogen gleed langs de
schoone gestalte, bleef aan het dichte
voile blonde haar hangen.
„Wil je niet naast mij komen zitten,
Grete
Langzaaam, moeilijk waren de woor
den gekomen. Kalm wendde zij zich om,
glimlachte en wilde aan zijn linkerhand
gaan zitten.
„Neen, liever hier."
„Jij, eigenzinnige waarom
„Omdat ik mijn arm om je heen wil
slaan."
Het was reeds gedaan. Nu leunde zij
met een vermoeid lachje haar hoofd te
gen zjjn schouder.
Vaster sloeg hij zijn arm om haar
heen.
„Je leven is moeilijk, arm kind 1"
Het werd diep treurig gezegd.
Nu heft zij haar hoofd hoog op, bran
dende oogen keken hem aan. „Wat zijn
dat voor woorden, Joachim Voel je je
ongelukkig
Hij schudde het hoofd.
„Neen, neen, ik denk niet aan mijzelf,
maar aan jou, lieveling
„Geloof je dan werkelijk niet, dat ik
gelukkig bij je ben
Niet gewoon te liegen, viel het ant
woord hem moeilijk. Zij la6 in zijn
ooigjen zijn smart
menschen van kwaad tot erger vervalt
en steeds verder vervalt, dan zeker ge
voelen we en weten we, dat nooit zoo
zeer als in deze droevige tijden, met
eindeloos verlangen door allen die het
goede willen, en die niet verblind sta
ren op hun eigen enghartige belangen,
uitgezien wordt, naar het vaardig wor
den van edele, heilige geestdrift, die
het al ten goede keeren kan. Het slui
mert in de harten van duizenden en dui
zenden, dat gevoel van eindeloos ver
langen naar een betere toekomst, het
ligt als het ware te wachten op de hand
die het tot een naarbuiten treden en tot
een tastbaar bestaan zal wekken, het
verbeidt vurig 'het oogenblik waarop het
uit de banden der vruchtelooze kwelling
bevrijd, daad worden mag en het ver
dere onheil van de wereld' af mag kee
ren. Van zulk een geestdrift ten goede
spreekt ons het Pinksterfeest.
Doch ook aan andere geestdrift mo
gen we denken in dezen moeilijken tijd.
Aan de geestdrift waarmede we ons
moeten pantseren tegen de zich ophoo-
pende zwarigheden, welke het leven
van eiken dag, nu meer dan ooit, met
zich brengt. Dat zijn de moeilijkheden
niet alleen om zich het voor velen zoo
moeizaam te verkrijgen dagelijksch
brood te winnen, het zijn niet minder
de moeilijkheden, waarvoor we elk
oogenblik in ons zeiven te staan komen,
moeilijkheden van zoo onderscheidenen
aard en kracht, en die toch overwonnen
moeten worden, willen we zoowel voor
ons zelf als voor onze omgeving, des
levens lief en leed met opgewekten zin
tegemoet treden. Er zijn er niet velen,
die de bezieling, de geestdrift, waar
voor eik mensch diep in zijn binnenste
in meer of mindere mate vatbaar is,
weten vast te houden en ten goede te
doen werken. Veelal komt de alle ver
voering sloopende teleurstelling tus-
schenbeide, nog voor iets waarlijks
schoons en goeds tot stand gebracht is,
veelal rest van de aanvankelijke drift
des geestes niet veel meer dan een flau
we schijn, een heele kleine sprankel van
het eenmaal zoo hoog opgevlamde vuur.
Want het komt niet in de eerste plaats
aan, om geestdrift te kunnen deelachtig
worden, en haar dynamische kracht
voor een schoone zaak aan te wenden,
neen, het meest van belang bij dat alles
is de duurzaamheid, het vasthouden
aan het ideaal, het volharden in de
aanvankelijk geestdriftige stuwing, die
ons bezielde. Alle werkelijk groote za
ken toch, die in den loop der wereld
ontstaan zijn en der menschheid tot ze
gen gestrekt hebben en nog strekken,
zij hebben, o zeker hun ontstaan aan die
vruchtbare, onoverwinnelijke eerste im
pulsen eener geestdriftige overgave
aan de zaak, waar het om ging, te dan
ken gehad. Maar daarnevens is het
immer het overbrengen van die zelfde
geestdriftige gezindheid op de volge
lingen en de na hen komende generaties
geweest, die het aanvangswerk deden
beklijven en steen na steen hebben bij
gedragen en opgestapeld tot een
grootsch en monumentaal, schoon en
gezegend bouwwerk .tot heil der
menschheid.
Het is een weinig van die gezegende
„Jij Ach jij
Haar vurige kus brandde op zijn
lippen.
„Je moet mij niet op mijn mond
kussen", stotterde hij.
„Ik heb je immers zoo lief
Rondom de lippen van Joachim
Blottstedt speelde het stille, weemoe
dige lachje niet meer, bij zijn mond
hoeken groefde zich een energieke trek.
De kapitein van de „Erma Woermann"
had gelijk, het geloof maakte gelukkig.
De zieke wilde hier opleven, gelooven
aan zijn leven En hij wilde leven voor
zijn schoone vrouw, voor haar die hij
zoo hartstochtelijk liefhad, voor haar,
die ook hem liefhad. Nu wist hij het
heel goed en 'hij voelde zich gezond
„Grete
Hij breidde de armen uit, drukte haar
tegen zich aan en gaf haar duizend
lieve naampjes. Zij sloot de oogen en
was gelukkig.
Hij. leefde slechts voor haar, haar
vreugde te geven was zijn gansche le
vensdoel, hij deed het op zijn tactvolle
manier en dan denkt een jonge, krach
tige vrouw niet aan den dag van mor
gen. Haar eenige zorg was immers
maar haar echtgenoot te verplegen
Zij zag hoe 'hij. onder haar verpleging
opfleurde Zijn houding werd stram
mer, veerkrachtiger zijn gang, en als de
steeds minder voorkomende droge
hoestaanval kwam, dan week zji niet
van zijn zijde, daar kwam de barmhar
tigheid der liefde tot haar recht. En als
de boo>ze aanval voorbij was, dan
schertste felj en wierp zijn stok in een
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
geestdrift, welke wij moeten trachten
in al het werk onzer handen te leggen,
opdat ook dit voor ons en die ons dier
baar zijn, beklijven moge. Vieren wij al
dus, met dat grootsche voorbeeld dier
eerste verspreiders van het Woord voor
oogen, te midden eener waarlijk ont
redderde samenleving, blijmoedig het
huidig Pinksterfeest.
Persoonlijke vrijheid.
Er is hier ter stede een vereeniging
gesticht, die zich ten doel zal stellen
halt en front te maken voor de indivi-
dueele vrijheid. In den gang van zaken
der overheidsbemoeiing zien zeer velen
en met den dag stijgt hun aantal
en steeds grootere belemmering van 'de
persoonlijke vrijheid. Niet ontkend kan
worden, dat daarvan veel juist is en dat
het aantal wetten en verordeningen zóó
onrustbarend toeneemt, dat men haast
geen stap meer kan zetten zonder tegen
één van deze op te botsen. In de groote
steden wordt het op zulke punten inder
daad haast ondragelijk. Het ergste is,
dat een menigte van deze bepalingen
slechts onder zekere omstandigheden
nut hebben en dat altijd weer een bree-
de groep goed-willenden moet lijden
voor een kleine groep onwilligen. Ér is
een tijd geweest, dat de overheid zich
tot taak stelde, daar regelend op te tre
den waar de burgers met elkaar in bot
sing dreigden te komen, omdat hun op
vattingen niet geheel strookten. De re
geling berustte dan hier op, dat derge
lijke botsingen werden opgeheven en
voorkomen. Meer niet. Men is echter
hoe langer hoe verder gegaan en steeds
meer de ééne groep gaan dwingen zich
neer te leggen bij hetgeen een andere
graag wil. De begrippen omtrent aller
lei levensaangelegenheden loopen hoe
langer hoe meer uiteen en het is juist
met het oog daarop, dat de vrijheid van
handelen hoe langer hoe meer in het
gedrang komt wanneer de overheid zich
niet volmaakt neutraal tegenover alle
begrippen zet
Het eigenaardige is, dat daarnaast de
overheid telkens weer nalaat de goed-
willenden te beschermen tegen onwilli
gen, die de eerste het leven noodeloos
onaangenaam maken. We herinneren
hierbij aan de actie „voor de stilte", die
eyen sympathiek is als die „voor de
vrijheid", al lijken deze acties misschien
op sommige punten met elkaar in strijd.
Men zou kunnen betoogen, dat iemand
de vrijheid moet hebben om zijn auto
hoorn midden in den nacht zóó lustig
te laten toeten als hij zelf wil, of in
zijn tuin zooveel hanen te laten kraaien
als hem belieft, maar hier komen de be
langen der burgers met elkaar in strijd.
Maar waarom mag de heer A. Zondags
morgens niet in het Mauritshuis gaan
kijken, waarmee geen enkel belang van
den heer B. wordt geschaad, die er al
leen principe op na houdt, dat hem zelf
verbiedt zulks te doen waarom mag C.
niet op zijn manier in zee baden, terwijl
D. een mijl ver daarvandaan thuis zijn
pijp zit te rooken, maar D. meent, dat
hoek.
„O, dat is lang zoo erg niet meer, ik
voel ternauwernood meer pijn. Tegen
het voorjaar zal .ik er boven op zijn.
Om instorting te voorkomen, zullen wij
het volgend najaar weer naar hier
gaan. Is het niet, lieveling
Wel overviel haar dan dikwijls een
bang gevoel, maar zij drong het terug
en knikte krachtig. „Natuurlijk, Joa
chim Wat zuilen de menschèn thuis
zeggen, als ik je zoo gezond terug
breng
Het eenige juiste en ware „haar
liefde heeft hem gezond gemaakt
Zij geloofde hef en wilde de wereld
tenminste toonen hoe zij heldhaftig met
het noodlot, met haar man worstelde.
Zij vlijde zich tegen hem aan, en
droomeriig in stil geluk dachten beiden
aan niets dan aan het zaligmakende
heden.
Het was April geworden. De koffers
werden gepakt, en toen de stoomsloep
hen weer naar de „Erma Woermann,"
bracht, ontving de kapitein hen met een
luid hoera.
„Wat heb ik gezegd Madeira doet
wonderen Men moet slechts gelooven,
dan is de mensch precies zoo taai als
een kat
En u, barones, ziet er uit als een
echte Duitsche voorjaarsdag
Weer betrokken zij de „galakajuiten".
Maar zij vermeden het 'kennissen te ma
ken. De kapitein liet op het dek, ai naar
de windrichting, schermen opstellen en
liet de Blottstedts boven komen.
(Wordt vervolgd.)