DINSDAG 13 MEI egg'ffto 113 jujjm..™. -un.-). -ii, 61e Jaargang 1923 GEMEENTEBESTUUR Nederland in 25 jaren. FEUILLETON Door Duisternis tof Licht BINNENLAND VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2.50. Weekabon nementen 17 cent. alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijk*1 nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 1regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij .abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer 1G cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70, iedere regel meer 26 cent. HINDERWET. Verdaging der beslissing op een verzoek om vergunning. Burg. en Weth. der gemeente Vlissingen, gelet op het verzoek, onder dagteekening van 28 Maart 1923, ingediend door de Ko ninklijke Maatschappij „de Schelde", scheepsbouw- en werktuigenfabriek alhier, waarbij vergunning wordt gevraagd tot het uitbreiden der Electrische Centrale, door het bijplaatsen van een reserve dieselmotor met electrischen gelijkstroom-generator, in het perceel Aagje Dekenstraat No. 57 en 59. Overwegende, dat de beslissing op dit verzoek niet kan worden genomen, binnen den termijn, bepaald in art. 8, eerste lid, der Hinderwet, op grond dat het technisch onderzoek nog niet zijn beslag heeft gekre gen. Gelet op art. 8, tweede lid, der Hinder wet, besluiten de beslissing op voormeld verzoek te verdagen. Vlissingen, 15 Mei 1923. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. 13981923. I. Op 6 September 1923 zal het 25 jaren geleden zijn, dat Koningin Wil helmina krachtens de betreffende bepa lingen der Grondwet in de Nieuwe Kerk te Amsterdam den eed op de Grondwet aflegde en daarmede de vegeering aan vaardde, die sedert den dood van haar vader in 1890, namens Haar door de Koningin-Regentes Emma was gevoerd. Het zijn voor Nederland 25 zeker niet onbelangrijke, ooik niet onbewogen ja ren geweest, die zijn voorbij gegaan. Men'zou geneigd zijn te zeggen, dat in deze kwarteeuw geheel nieuwe stroo mingen zich hebben baan gebroken, zij het gelijk de tegenwoordige taak van het koningschap medebrengt niet tengevolge van het optreden der Konin gin, maar met hare medewerking. De toestand, gelijk wij dien thans aan het einde dezer kwarteeuw zien, is econo misch ongunstiger dan ooit tevoren zeker ongunstiger dan in het begin, toen eigenlijk welvaart allerwegen heerschte. Noch het Nederlandsche volk, noch zijn Koningin zijn daaraan schuld de oorlog is in alle zijne gevolgen- ook over ons neutrale land heengegaan, en heeft daarin veel, enkele dingen zelfs onherstelbaar verwoest. Wij zijn geïso leerd in de wereld, al reeds dadelijk door den noo-dlottigen stand- -der valuta, maar ook tengevolge van politieke en economische gebeurtenissen. Aan den anderen kant kan getuigd worden, dat juist- daardoor het besef is levendig ge worden, -dat opnieuw, als in d-e jaren na 1839, alle krachten moeten -worden in- bewerkt -d-oor Mevrouw J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 10) Indien hij er niet meer was, dan moest zij naar het Gehrhofer heeremhuis verhuizen, -dat aan den anderen -kant achter de bosschen lag. Daar was van oudsher de verblijfplaats -der weduwen van het geslacht en -de Blottstedter huisregels lieten geen ruime speling, heel precies was daarin zelfs aangege ven, hoeveel men maandelijks aan de weduwe van den majoraatsheer moest 'leveren. Van den ingang van het -dorp tot aan het bordes van het slot, hadden de onderhoorigen van het landgoed- met hun familie post gevat. Vandaag was het -een feestdag, in de dorpsherberg stemden de muzikanten hun violen reeds, men kreeg vrij bier, gebraden varkensvleesch en koek. Geen wonder dat de jeugdi ongeduldig wachtte op de komst van het jonge paar. Daar klonk eindelijk de .-hoorn, de mannen rukten den hoed van het hoofd, de vrouwen zwaaiden met de zakdoe ken. „Hoera Hoera Hoera Langzaam ging de automobiel door de rijen van menschen, vriendelijk dankte het jonge paar. De menigte drong achter het voertuig aan om de ontvangst aan het breede bordes toch ■e zien-, iwaar de drie -geestelijken, over gespannen om niet alleen vooruit te komen, maar te -behouden wat wij heb ben. Ondanks soms de schijn van het tegendeel wordt -gewekt, is in het leven van het individu algemeen ernstig sprake van versobering dezelfde leuze viert -thans hoogtij in rijks- en gemeen te-administratie, en, ai verschilt men soms van meening omtrent de juiste wijze om die versobering te bereiken, in het willen staat men eendrachtig. In- tusschen is deze economisch ongunstige toestand wel de een-ige vergelijking, die men tusschen de regeering van Konin gin Wilhelmina en die van haar over grootvader, Koning Willem I, kan ma ten ging bij den laatste het contact met het volk steeds meer verloren stelde Koning Willem I zich -ook op het staatsrechterlijk zeer betwistbare standpunt, dat alles wat hem in de Grondwet niet werd ontzegd, tot zijne rechten behoorde een voorbeeld van mieer zuivere constitutioneele plichts betrachting dan onze Koningin zal moeilijk te vinden zijn. In de rede, waarmede zij het Koning schap in 1898 aanvaard-de. zeide zij ge lijk Willem III eens heeft getuigd „Oranje kan nooit, ja nooit genoeg voor Nederland doen". Dat het moei lijker is in een tijd ais deze dan in vroegere decennia dat een vorst of vorstin voor een volk bepaald wat doet, is wel, onweersprekelijk het con stitutioneele koningschap moge naar het oordeel van sommigen niets van zijne kracht hebben verloren, het heeft onge twijfeld veranderingen ondergaan in de wijze, waarop het dient te worden uit geoefend. Deze verandering kenmerkt de kwarteeuw, die Koningin Wilhelmina aan het hoofd van haar volk heeft ge staan. In die kwarteeuw vallen de ban ge vier oorlogsjaren, waarvan het niet overdreven is te zeggen, dat vorstin en volk zich nauwer aan elkander voelden verbonden dan ooit tevoren. De Kerst boodschap, die in een der eerste oor logsjaren van de Koningin uitging, moge een verrassing zijn geweest, een ietwat vreemde plant op den Neder- landschen bodem gesproken heeft zij in eik geval tot velen van het Neder landsche volk. Koningin-Regentes Emma heeft hare dochter tijdens 't regentschap van acht jaren opgevoed met al de zorgen, aan de opvoeding eener Koningin verschul digd, maar ook in belangstelling voor alles wat het openbare leven geldt, in die acht jaren is er geen provincie van het land geweest, geen zijde van het volksleven, waarin niet de Koningin en haar dochter door persoooniijke tegen woordigheid belangstelling toonden. Deze 'traditie heeft Koningin Wilhelm mina voortgezet, slechts onderbroken door de oorlogsjaren, toen langdurige afwezigheid van uit Den Haag moeilijk -was, zoo moeilijk zelfs, dat de Koningin haar geliefd Het Loo niet kon bewonen en zich een landhuis -bouwde onmiddel lijk aan- zee. Geen provincie van ons land, of de Koningin is er geweest geen gebeurtenis van overwegende -beteekenis of Zij heeft er aan deelge nomen. Voor den handel de opening van de eerste Jaarbeurs voor het zich krachtig ontwik-kelende Rotterdam de oprichting van het nieuwe stadhuis voor Groningen de 250-jarige herden king van het merkwaardige beleg voor Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen het met ongekende geestdrift ontvangen bezoek tijdens de Belgische pogingen tot losmaking van deze gebieden. Bijna jaarlijks werd de hoofdstad bezocht en vooral ibij historische gelegenheden ont- wi-er parochiën von Blottstedt Let recht van collatie had, de rentmeester, de oppenhoutvester en -de opzichters met hun vrouwen plaats hadden genomen. De automobiel hield stil, het dochter tje van -den rentmeester ibood de jonge vrouw een ruiker aan, zei een kort versje op en daarna hield de oudste der drie geestelijken een toespraak. Hij wees de jonge vrouw op haar talrijke plichten, zei eenige vriendelijke woor den tot haar en haar echtgenoot en toen brak er uit honderden kelen een „lang zullen zij leven" los. Daarna volgde de officieele voorstelling der hoogere be ambten, waarna het jonge paar zich terugtrok. Joachim leidde zijn jonge vrouw door haar vertrekken. Steeds w-eer moest zij de handen in elkaar slaan. Neen, wat prachtig is al les. Nu begrijp ik, waarom ik nooit op Blottstedt mocht komen Jij, goede man, wat dank ik je, wat dank ik je -Een gelukkige lach speelde om zijn mond. „Nu zou ik graag eerst m'in roic uittrekken, mag ik dan in je boudoir komen theedrinken Je behoeft slechts tweemaal te ibellen, de bedienden zijn ingelicht." „Laat mij niet te lang wachten, Joachim Maar hij liet haar toch twintig minu ten alleen, opdat zij eerst al dë nieuwe indrukken zou kunnen verwerken en toen hij de kamer binnenkwam de dikke smyrnatapijfen dempten elk ge luid- stond zij voor het venster en keek het pank in. Het laatste zonnegoud brak de Koningin zelden of nimmer, getuige de onthulling van het stand beeld vam De Ru-yter, dat van Coen te Hoorn, de herdenking van de inneming van Brielle. Verschillende vorstelijke bezoeken, het allereerst van den Duit- schen keizer, later van den Belgischen koning en den Franschen president, laatstelijk van souvereinen uit het Noorden, heeft de Koningin ontvangen en beantwoord met belangstelling is Zij- op alle deze reizen gevolgd. In oorlogstijd leefde zij met de verrichtin gen van leger en vioot mede Zij on dernam een reis op een onderzeeboot, zij inspecteerde tallooze malen de troe pen en de grenzen, zij toonde ook be langstelling inde sociale voorzieningen. ■Het particuliere leven van de Konin gin is in dezé' kwarteeuw aan groote veranderingen onderhevig geweest. In 1900 kwam hare verloving' met Hertog Hendrik van Mecklenburg, in het begin van 1901 gevolgd door haar -huwelijk in 1909 wordt eindelijk de lang ver wachte blijde gebeurtenis een feit en Prinses Juiiana geboren. Daaraan is, zoowel in 1902 als later, een ernstige ziekte van de Koningin voorafgegaan zoodanig, dat ernstige zorg alom heerschte. De herdenking van Brieile's inneming en het bezoek aan Groningen zijn de eerste gelegenheden geweest, waarbij Prinses Juliana, die eigenlijk Prinses van Oranje is krachtens de Grondwet, zich mede in hel openbaar heeft vertoond De positie van Nederland tegenover het buitenland is in deze kwarteeuw ongetwijfeld zeer belangrijk geweest. Onze verhoudingen tot de landen in Europa en de overige werel-d-deelen, waarmede wij in venbinding staan, zijn over het algemeen vriendschappelijk geweest. In 1898 brak de Zuid-Afri- kaansche oorlog uit de Nederlandsche sympathieën stonden ongetwijfeld kon het ook anders aan -de zijde van deze republieken en wij deden dit duidelijk merken. Een anti-Engelsche stemming heerschte hier te lande, kwam zelfs in de Kamers meermalen tot uiting- Stappen echter tot interventie tusschen Engeland en Transvaal konden dezer zijds niet worden ondernomen, nadat Amerika een weigerend antwoord van uit Londen had ontvangen. Wei echter handelden de minister van buiteniand- sehe zaken en de Koningin naar het hart van alle Nederlanders, toen aan president Kruger, naar Portugeesch grondgebied uitgeweken, de „Gelder land" werd ter beschikking gesteld om de reis naar Europa te maken met groote geestdrift werd hij evenals later de Boeren-Genef-aals hier te lande ont vangen en menige uiting van sympathie viel hem ten deel. Onze verhouding tot Engeland, in die jaren moeilijk, herstel de zich geleidelijk de resultaten daar van zijn tijdens den grooten oorlog wel het duidelijkst gebleken. Tot conflicten- met Engeland kwam het n'et i even min met Japan in 1904, toen in het bij zon-der naar het Japansche oordeel in onze koloniën ni-et alle maatregelen van neutraliteit waren genomen, die Japan blijkbaar had verwacht. Met Portugal hadden iwij een incident betreffende den consul te Lorenzo Marquez met Ser vië werden de betrekkingen een oogen- blik verbroken na het eindigen van den oorlog met Venezuela waren deze be trekkingen tot twee malen toe, van ernstigen aard. Allereerst in 1902. toen wij. ons stelden aan de zijde van de overige mogendheden, die pretenties op Venezuela had-den later in 1909, toen lag juist op de toppen der boomen. Bij de deur bleef hij staan -en sloeg haar oplettend gade. Haar gelaat was ernstig, maar niet treurig en juist voor deze eerste oogenbl-i-kken had 'nij vrees gekoesterd. „Grete Snel -keerde zij zich om en liep vlug naar hem toe. „Welkom in mijn konink rijk, mijn-heer en gebieder De thee dampt reeds He,t moest heel vroolijk klinken, miaar de zenuwachtigheid trilde toch in haar woorden. Hij sloeg zijn armen om haar hals heen. „Waar zal ik gaan zitten, mij-n koningin Zij rolde een stoel naar de theetafel en maakte een diepe hofneiging. „Indien het Uwe Majesteit behaagt hier 1" Zijn beide handen legde hij tegen haar slapen:, „zoet kinderkopje Met veel tact wist hij het gesprek gaande te houden. „Dus lieveling, overmorgen breken wij op Eerst -gaan wij afscheid nemen van papa en daarna per automobiel naar Stettin. Den volgenden dag mid dagmalen te Schwerin, het groot hertogelijk slot zal je bevallen dan verder naar Hamburg Daar blijven wij twee dagen, waarna wii ons in schepen." Zij knikte levendig. „Ik ken de wereld in het -geheelnog niet. En dan nu aan de zijde van mijn verstandigen man, ik verheug mij onbeschrijfelijk -Het -was bijna geheel duister in de kamer geworden, van den kant der zee naderde storm, de boomen in het park het bewind van den avontuurlijken pre sident Castro zich in het bijzonder tegen ons richtte en de uitzending van een oorlogseskader noodzakelijk maakte. Zoowel in Venezuela als later in Mexico, toen industri-eele belangen be schermd dienden te worden, heeft dit optreden kunnen plaats hebben zonder dat Amerika zich genoodzaakt zag de Monroeleer in herinnering te brengen het optreden was trouwens van zuiver defensi-even aard. In zijn internationale politiek heeft Nederland, al kwam het meer actief op den voorgrond, het zuiver neutraliteits- s-tandpunt ingenomen. De neutraliteits politiek is altijd di-e geweest, welke door het Nederlands-che volk werd on dersteund, al heeft het verkrijgen eener permanente onzijdigheid in de beteeke- nis van Zwitserland nimmer de sympa thie van eenigen minister klaarblijkelijk gehad. Minister Van Karnebeek heeft de v-oortz-etting dezer politiek na den oorlog gequalificeer-d als zelfstandig- heidspolitiek, maar duidelijk doen -ge voelen, dat principieel geene onder scheiding valt te maken. Zelfstandig is onze politiek in zooverre geweest, dat noch aan lakkende stemmen uit Duitschland, noch aan die uit België en Frankrijk is gehoor gegeven. In 1910 propageerde men een economische aan sluiting bij Duitschland slechts in het Utrechtsche centrum bleek daarvoor sympathie te bestaan. Later kwam Eugene 6aie met zijne aansluiting bij België, waaruit de officieuse Neder- landsch-Beigische -commissie, sedert op geheven, voortvloeide de Fransche generaal Langlois ontwikkelde be schouwingen over een militaire conven tie met Frankrijk en België, die hier te lande -weinig of geen ingang vonden. De voorgenomen bouw van een fort te Vlissingen, onderdeel van geheel het fonds voor de kustverdediging, verwek te in 1910 en 1911 eenige internationale opschudding men zag daarin een drang van Duitschland, waaraan zou zijn toegegeven. De Nederlandsche re geering heeft in haar standpunt van souverein oordeelen over eigen verdedi- gingsnoodzakelijkheid vol gehouden eerst later is -het bekende incident ge komen, veroorzaakt door het optreden van den heer Van Heeckeren, voormalig gezant aan de Noordelijke hoven, die te verstaan gaf, dat drang van den Duit- schen -keizer tot den forteijbou-w had geleid. Minister De Marees van Swinde- ren, die zich ook tegen Duitschlands voornemen om tollen op den Rijn te heffen, een 'krachtige persoonlijkheid toonde, heeft noodlottige gevolgen van dezen indruk geheel weten te voorko men Het regeeringsjubileum van H. M. de Koningin. Het comité voor het Nationaal Hulde blijk aan de Koningin, dat, behalve de restauratie van het koor om de Nieuwe Kerk te Delft, ook een persoonlijk ge schenk aan H. M. zal aanbieden, dat, volgens -den wensch van H. M., met het oog op de tijdsomstandigheden, niet kostbaar zal mogen zijn, heeft verschil lende denkbeelden overwogen en ten slotte besloten een verzameling afbeel dingen aan te bieden van onze zoo ty pische landschappen, steden, dorpen en gebouwen, welke in eenige albums zul len worden bijeengebonden. Een 150- tai onzer schilders zal worden uitge- nood-igd een opdracht te aanvaarden ruischten en aan het uitspansel trokken wolken snel voorbij. Joachim stond op „Zal ik het licht aansteken „Ach, laat het nog. Het is zoo gezellig En dan, Joachim..." Haar stem begon te beven... „de dag was heden inspannend, ik geloof, dat wij beiden echt moe zijn." Zij kon niet zien, hoe hij de oogen sloot, hoe zijn mon-d smartelijk trilde. „Je hebt -gel-ijk, Grete. Laten wij elkaar goeden nacht zeggen 1" Hij kuste haar op het voorhoofd, streek liefkozend over haar gelaat en verliet daarna de -kamer. De kamenier kwam binnen, een jong, frisch ding. Nieuwsgierig keek zij haar meesteres aan. „Niet hier opruimen Ik ontkleed mij alleen. Goeden nacht, Marie De knieën van Grete Blottstedt knik ten, toen zij naar -de deur ging. Zij zat lang in de kleedkamer. Haar hoofd was zwaar, zij kon niet goed meer denken. Toen zij. uit haar verdooving ont waakte en op de klok keek, schrok zij. Het was bijna middernacht. Snel kleedde zij zich uit en ging haar slaapvertrek binnen. De portière van brocaat was dicht getrokken. Joachim Blottstedt lag reeds lang te bed. Af en toe streek hij met zijn zak doek over het gloeiend -gelaat. Was het toch geen misdaad een vrouw aan zich te binden -Hij had zijn schoonvader ook niet zonder dit „offer" kunnen bij springen en aan -Grete zijp toch altijd aanzienlijk vermogen bij testament kun- 1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Het zekerste en eenvoudigste ge neesmiddel tegen galzucht, slechte spijsvertering en verstopping vindt gij in Forster's Maagpillen. Zij zijn het zacht werkende laxeermiddel, waaraan iedereen nu en dan behoefte heeft. Zij staan de natuur bij, en het gebruik er van wordt geen gewoonte. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen 0.65; in apotheken en drogistzaken. 10 nbA rAiy[(ZWARÉ,SHA6: lllv AUUn Vz ONS 15CÉN1 om mede te 'werken aan de uitvoering van dit plan, waardoor met recht kan worden gezegd, -dat aan H, M. daar mede een nationaal huldeblijk wordt aangeboden, dat een blijvende beteeke- nis zal hebben en een beeld zal geven van ons geheele land, op het moment, dat H. M. haar zilveren regeerings- jubileum herdenkt. Het Kamerlid Duymaer van Twist. Naar wii vernemen is aan het lid der Tweede Kamer, luitenant-kolonel-titu lair Duymaer van Twist op zijn aan vrage met ingang van 16 Mei eervol ontslag uit den militairen dienst ver leend met behoud van zijn recht op pensioen. Een nieuwe Staatspartij. Geleid- door overwegingen van ethi— schen aard, heeft een aantal vrij—reli gieuzen te Amsterdam besloten tot de oprichting van een staatspartij, die zij vertrouwen, onder den naam de Vrij- religie-uze Staatspartij, al-gemeene -be kendheid te zullen -doen verwerven. Tapverbod en regeeringsjubileum. De minister van arbeid heeft naar aanleiding van een verzoek van het Nationaal Comité tegen het Alcoholisme onder de aandacht van de gemeente besturen gebracht -de vraag, of het geen aanbeveling verdient op de dagen van -de viering van het 25-jarig regee- rinijsjubileum van de Koningin een tap verbod van sterken drank uit te vaar- dipen. De minister noodigt de gemeen tebesturen uit de wenschetijkheid van een zoodanig tapverbod te overwegen. De gemeenteraadsverkiezingen te Zaandam. Te Zaandam zijn tot leden van den gemeenteraad gekozen 11 burgerlijke en 10 socialistische leden. De raad bestaat in het geheel uit 14 linksche en 7 rechtsche le-den. De oude raad, die 19 leden telde, be stond uit 10 socialistische-en 9 burger lijke leden. De Sociale Partij verloor 1 zetel en -deze werd behaald -door de Communis ten. Sedert de jongste Statenverkiezingen zijn -de soc.-democra-ten in stemmental met 900 vooruitgegaan en hebben de R. Kath. 300 stemmen verloren. OUD-ARCHIEF. Aan het jaarverslag betreffende het Oud-Archief dezer gemeente over het jaar 1922, is het volgende ontleend In den loop van het jaar bleek mij uit een ten archieve berustend stuk, dat °P het stadhuis nog eenige kerkelijke regis ters moesten berusten, die daar niet, en logisch, onder mij-n beheer wél thuis hoorden. Echter volgens de wet moesten n-en vermaken Di,e gedachte -was reeds vroeger nu en dan bij ihem opgekomen, maar steeds had hij ze weer terugge drongen, zich wijsgemaakt, dat zij als weduwe van den majoraatsheer veel en veel beter verzorgd zou zijn-. Daar .kromp -hij ineen. Een slanke, blanke hand trok zacht de portière ter zijde. „Grete „Ja, Joa-chim, slaap je altijd met licht „Neen „Of voel je je niet goed „Ja, zeker, lieveling „Draai het licht dan uit Hij deed- het dadelijk en wachtte. Hij hoorde, hoe zij: zich in haar kamer te bed begaf. „Grete 1" Hij moest wel tien seconden op ant woord wachten. „Ja „Waarom heb je de portière openge trokken Weer duurde het geruimen tijd, voor dat zij antwoordde. „O-m bij de hand te zijn, ais je het een of ander noodig hebt". „Vlak hiernaast slaapt mijn kanier- dienaar. Hij- is een bekwaam verpleger en ik behoef slechts te bellen." „Natuurlijk zal je dat altijd doen. Maar ilc wil Ihet weten en dan bij je zijn-." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1