DINSDAG 13 MEI
egg'ffto 113 jujjm..™. -un.-). -ii, 61e Jaargang 1923
GEMEENTEBESTUUR
Nederland in 25 jaren.
FEUILLETON
Door Duisternis tof Licht
BINNENLAND
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.50. Weekabon
nementen 17 cent. alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijk*1 nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 1regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij .abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
1G cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
HINDERWET.
Verdaging der beslissing op een verzoek om
vergunning.
Burg. en Weth. der gemeente Vlissingen,
gelet op het verzoek, onder dagteekening
van 28 Maart 1923, ingediend door de Ko
ninklijke Maatschappij „de Schelde",
scheepsbouw- en werktuigenfabriek alhier,
waarbij vergunning wordt gevraagd tot het
uitbreiden der Electrische Centrale, door
het bijplaatsen van een reserve dieselmotor
met electrischen gelijkstroom-generator, in
het perceel Aagje Dekenstraat No. 57 en 59.
Overwegende, dat de beslissing op dit
verzoek niet kan worden genomen, binnen
den termijn, bepaald in art. 8, eerste lid,
der Hinderwet, op grond dat het technisch
onderzoek nog niet zijn beslag heeft gekre
gen.
Gelet op art. 8, tweede lid, der Hinder
wet, besluiten de beslissing op voormeld
verzoek te verdagen.
Vlissingen, 15 Mei 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
13981923.
I.
Op 6 September 1923 zal het 25
jaren geleden zijn, dat Koningin Wil
helmina krachtens de betreffende bepa
lingen der Grondwet in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam den eed op de Grondwet
aflegde en daarmede de vegeering aan
vaardde, die sedert den dood van haar
vader in 1890, namens Haar door de
Koningin-Regentes Emma was gevoerd.
Het zijn voor Nederland 25 zeker niet
onbelangrijke, ooik niet onbewogen ja
ren geweest, die zijn voorbij gegaan.
Men'zou geneigd zijn te zeggen, dat in
deze kwarteeuw geheel nieuwe stroo
mingen zich hebben baan gebroken, zij
het gelijk de tegenwoordige taak van
het koningschap medebrengt niet
tengevolge van het optreden der Konin
gin, maar met hare medewerking. De
toestand, gelijk wij dien thans aan het
einde dezer kwarteeuw zien, is econo
misch ongunstiger dan ooit tevoren
zeker ongunstiger dan in het begin,
toen eigenlijk welvaart allerwegen
heerschte. Noch het Nederlandsche volk,
noch zijn Koningin zijn daaraan schuld
de oorlog is in alle zijne gevolgen- ook
over ons neutrale land heengegaan, en
heeft daarin veel, enkele dingen zelfs
onherstelbaar verwoest. Wij zijn geïso
leerd in de wereld, al reeds dadelijk
door den noo-dlottigen stand- -der valuta,
maar ook tengevolge van politieke en
economische gebeurtenissen. Aan den
anderen kant kan getuigd worden, dat
juist- daardoor het besef is levendig ge
worden, -dat opnieuw, als in d-e jaren na
1839, alle krachten moeten -worden in-
bewerkt -d-oor Mevrouw
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
10)
Indien hij er niet meer was, dan
moest zij naar het Gehrhofer heeremhuis
verhuizen, -dat aan den anderen -kant
achter de bosschen lag. Daar was van
oudsher de verblijfplaats -der weduwen
van het geslacht en -de Blottstedter
huisregels lieten geen ruime speling,
heel precies was daarin zelfs aangege
ven, hoeveel men maandelijks aan de
weduwe van den majoraatsheer moest
'leveren.
Van den ingang van het -dorp tot aan
het bordes van het slot, hadden de
onderhoorigen van het landgoed- met
hun familie post gevat. Vandaag was
het -een feestdag, in de dorpsherberg
stemden de muzikanten hun violen
reeds, men kreeg vrij bier, gebraden
varkensvleesch en koek. Geen wonder
dat de jeugdi ongeduldig wachtte op de
komst van het jonge paar.
Daar klonk eindelijk de .-hoorn, de
mannen rukten den hoed van het hoofd,
de vrouwen zwaaiden met de zakdoe
ken.
„Hoera Hoera Hoera
Langzaam ging de automobiel door
de rijen van menschen, vriendelijk
dankte het jonge paar. De menigte
drong achter het voertuig aan om de
ontvangst aan het breede bordes toch
■e zien-, iwaar de drie -geestelijken, over
gespannen om niet alleen vooruit te
komen, maar te -behouden wat wij heb
ben. Ondanks soms de schijn van het
tegendeel wordt -gewekt, is in het leven
van het individu algemeen ernstig
sprake van versobering dezelfde leuze
viert -thans hoogtij in rijks- en gemeen
te-administratie, en, ai verschilt men
soms van meening omtrent de juiste
wijze om die versobering te bereiken,
in het willen staat men eendrachtig. In-
tusschen is deze economisch ongunstige
toestand wel de een-ige vergelijking, die
men tusschen de regeering van Konin
gin Wilhelmina en die van haar over
grootvader, Koning Willem I, kan ma
ten ging bij den laatste het contact
met het volk steeds meer verloren
stelde Koning Willem I zich -ook op het
staatsrechterlijk zeer betwistbare
standpunt, dat alles wat hem in de
Grondwet niet werd ontzegd, tot zijne
rechten behoorde een voorbeeld van
mieer zuivere constitutioneele plichts
betrachting dan onze Koningin zal
moeilijk te vinden zijn.
In de rede, waarmede zij het Koning
schap in 1898 aanvaard-de. zeide zij ge
lijk Willem III eens heeft getuigd
„Oranje kan nooit, ja nooit genoeg
voor Nederland doen". Dat het moei
lijker is in een tijd ais deze dan in
vroegere decennia dat een vorst of
vorstin voor een volk bepaald wat
doet, is wel, onweersprekelijk het con
stitutioneele koningschap moge naar het
oordeel van sommigen niets van zijne
kracht hebben verloren, het heeft onge
twijfeld veranderingen ondergaan in de
wijze, waarop het dient te worden uit
geoefend. Deze verandering kenmerkt
de kwarteeuw, die Koningin Wilhelmina
aan het hoofd van haar volk heeft ge
staan. In die kwarteeuw vallen de ban
ge vier oorlogsjaren, waarvan het niet
overdreven is te zeggen, dat vorstin en
volk zich nauwer aan elkander voelden
verbonden dan ooit tevoren. De Kerst
boodschap, die in een der eerste oor
logsjaren van de Koningin uitging,
moge een verrassing zijn geweest, een
ietwat vreemde plant op den Neder-
landschen bodem gesproken heeft zij
in eik geval tot velen van het Neder
landsche volk.
Koningin-Regentes Emma heeft hare
dochter tijdens 't regentschap van acht
jaren opgevoed met al de zorgen, aan
de opvoeding eener Koningin verschul
digd, maar ook in belangstelling voor
alles wat het openbare leven geldt, in
die acht jaren is er geen provincie van
het land geweest, geen zijde van het
volksleven, waarin niet de Koningin en
haar dochter door persoooniijke tegen
woordigheid belangstelling toonden.
Deze 'traditie heeft Koningin Wilhelm
mina voortgezet, slechts onderbroken
door de oorlogsjaren, toen langdurige
afwezigheid van uit Den Haag moeilijk
-was, zoo moeilijk zelfs, dat de Koningin
haar geliefd Het Loo niet kon bewonen
en zich een landhuis -bouwde onmiddel
lijk aan- zee. Geen provincie van ons
land, of de Koningin is er geweest
geen gebeurtenis van overwegende
-beteekenis of Zij heeft er aan deelge
nomen. Voor den handel de opening
van de eerste Jaarbeurs voor het zich
krachtig ontwik-kelende Rotterdam de
oprichting van het nieuwe stadhuis
voor Groningen de 250-jarige herden
king van het merkwaardige beleg voor
Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen het
met ongekende geestdrift ontvangen
bezoek tijdens de Belgische pogingen
tot losmaking van deze gebieden. Bijna
jaarlijks werd de hoofdstad bezocht en
vooral ibij historische gelegenheden ont-
wi-er parochiën von Blottstedt Let recht
van collatie had, de rentmeester, de
oppenhoutvester en -de opzichters met
hun vrouwen plaats hadden genomen.
De automobiel hield stil, het dochter
tje van -den rentmeester ibood de jonge
vrouw een ruiker aan, zei een kort
versje op en daarna hield de oudste der
drie geestelijken een toespraak. Hij
wees de jonge vrouw op haar talrijke
plichten, zei eenige vriendelijke woor
den tot haar en haar echtgenoot en toen
brak er uit honderden kelen een „lang
zullen zij leven" los. Daarna volgde de
officieele voorstelling der hoogere be
ambten, waarna het jonge paar zich
terugtrok.
Joachim leidde zijn jonge vrouw door
haar vertrekken.
Steeds w-eer moest zij de handen in
elkaar slaan. Neen, wat prachtig is al
les. Nu begrijp ik, waarom ik nooit op
Blottstedt mocht komen
Jij, goede man, wat dank ik je, wat
dank ik je
-Een gelukkige lach speelde om zijn
mond. „Nu zou ik graag eerst m'in roic
uittrekken, mag ik dan in je boudoir
komen theedrinken Je behoeft slechts
tweemaal te ibellen, de bedienden zijn
ingelicht."
„Laat mij niet te lang wachten,
Joachim
Maar hij liet haar toch twintig minu
ten alleen, opdat zij eerst al dë nieuwe
indrukken zou kunnen verwerken en
toen hij de kamer binnenkwam de
dikke smyrnatapijfen dempten elk ge
luid- stond zij voor het venster en
keek het pank in. Het laatste zonnegoud
brak de Koningin zelden of nimmer,
getuige de onthulling van het stand
beeld vam De Ru-yter, dat van Coen te
Hoorn, de herdenking van de inneming
van Brielle. Verschillende vorstelijke
bezoeken, het allereerst van den Duit-
schen keizer, later van den Belgischen
koning en den Franschen president,
laatstelijk van souvereinen uit het
Noorden, heeft de Koningin ontvangen
en beantwoord met belangstelling is
Zij- op alle deze reizen gevolgd. In
oorlogstijd leefde zij met de verrichtin
gen van leger en vioot mede Zij on
dernam een reis op een onderzeeboot,
zij inspecteerde tallooze malen de troe
pen en de grenzen, zij toonde ook be
langstelling inde sociale voorzieningen.
■Het particuliere leven van de Konin
gin is in dezé' kwarteeuw aan groote
veranderingen onderhevig geweest. In
1900 kwam hare verloving' met Hertog
Hendrik van Mecklenburg, in het begin
van 1901 gevolgd door haar -huwelijk
in 1909 wordt eindelijk de lang ver
wachte blijde gebeurtenis een feit en
Prinses Juiiana geboren. Daaraan is,
zoowel in 1902 als later, een ernstige
ziekte van de Koningin voorafgegaan
zoodanig, dat ernstige zorg alom
heerschte. De herdenking van Brieile's
inneming en het bezoek aan Groningen
zijn de eerste gelegenheden geweest,
waarbij Prinses Juliana, die eigenlijk
Prinses van Oranje is krachtens de
Grondwet, zich mede in hel openbaar
heeft vertoond
De positie van Nederland tegenover
het buitenland is in deze kwarteeuw
ongetwijfeld zeer belangrijk geweest.
Onze verhoudingen tot de landen in
Europa en de overige werel-d-deelen,
waarmede wij in venbinding staan, zijn
over het algemeen vriendschappelijk
geweest. In 1898 brak de Zuid-Afri-
kaansche oorlog uit de Nederlandsche
sympathieën stonden ongetwijfeld
kon het ook anders aan -de zijde
van deze republieken en wij deden dit
duidelijk merken. Een anti-Engelsche
stemming heerschte hier te lande, kwam
zelfs in de Kamers meermalen tot uiting-
Stappen echter tot interventie tusschen
Engeland en Transvaal konden dezer
zijds niet worden ondernomen, nadat
Amerika een weigerend antwoord van
uit Londen had ontvangen. Wei echter
handelden de minister van buiteniand-
sehe zaken en de Koningin naar het
hart van alle Nederlanders, toen aan
president Kruger, naar Portugeesch
grondgebied uitgeweken, de „Gelder
land" werd ter beschikking gesteld om
de reis naar Europa te maken met
groote geestdrift werd hij evenals later
de Boeren-Genef-aals hier te lande ont
vangen en menige uiting van sympathie
viel hem ten deel. Onze verhouding tot
Engeland, in die jaren moeilijk, herstel
de zich geleidelijk de resultaten daar
van zijn tijdens den grooten oorlog wel
het duidelijkst gebleken. Tot conflicten-
met Engeland kwam het n'et i even
min met Japan in 1904, toen in het bij
zon-der naar het Japansche oordeel in
onze koloniën ni-et alle maatregelen van
neutraliteit waren genomen, die Japan
blijkbaar had verwacht. Met Portugal
hadden iwij een incident betreffende den
consul te Lorenzo Marquez met Ser
vië werden de betrekkingen een oogen-
blik verbroken na het eindigen van den
oorlog met Venezuela waren deze be
trekkingen tot twee malen toe, van
ernstigen aard. Allereerst in 1902. toen
wij. ons stelden aan de zijde van de
overige mogendheden, die pretenties op
Venezuela had-den later in 1909, toen
lag juist op de toppen der boomen.
Bij de deur bleef hij staan -en sloeg
haar oplettend gade. Haar gelaat was
ernstig, maar niet treurig en juist voor
deze eerste oogenbl-i-kken had 'nij vrees
gekoesterd.
„Grete
Snel -keerde zij zich om en liep vlug
naar hem toe. „Welkom in mijn konink
rijk, mijn-heer en gebieder De thee
dampt reeds He,t moest heel vroolijk
klinken, miaar de zenuwachtigheid trilde
toch in haar woorden.
Hij sloeg zijn armen om haar hals
heen. „Waar zal ik gaan zitten, mij-n
koningin
Zij rolde een stoel naar de theetafel
en maakte een diepe hofneiging.
„Indien het Uwe Majesteit behaagt
hier 1"
Zijn beide handen legde hij tegen
haar slapen:, „zoet kinderkopje
Met veel tact wist hij het gesprek
gaande te houden.
„Dus lieveling, overmorgen breken
wij op Eerst -gaan wij afscheid nemen
van papa en daarna per automobiel
naar Stettin. Den volgenden dag mid
dagmalen te Schwerin, het groot
hertogelijk slot zal je bevallen dan
verder naar Hamburg Daar blijven
wij twee dagen, waarna wii ons in
schepen."
Zij knikte levendig. „Ik ken de wereld
in het -geheelnog niet. En dan nu aan
de zijde van mijn verstandigen man, ik
verheug mij onbeschrijfelijk
-Het -was bijna geheel duister in de
kamer geworden, van den kant der zee
naderde storm, de boomen in het park
het bewind van den avontuurlijken pre
sident Castro zich in het bijzonder tegen
ons richtte en de uitzending van een
oorlogseskader noodzakelijk maakte.
Zoowel in Venezuela als later in
Mexico, toen industri-eele belangen be
schermd dienden te worden, heeft dit
optreden kunnen plaats hebben zonder
dat Amerika zich genoodzaakt zag de
Monroeleer in herinnering te brengen
het optreden was trouwens van zuiver
defensi-even aard.
In zijn internationale politiek heeft
Nederland, al kwam het meer actief op
den voorgrond, het zuiver neutraliteits-
s-tandpunt ingenomen. De neutraliteits
politiek is altijd di-e geweest, welke
door het Nederlands-che volk werd on
dersteund, al heeft het verkrijgen eener
permanente onzijdigheid in de beteeke-
nis van Zwitserland nimmer de sympa
thie van eenigen minister klaarblijkelijk
gehad. Minister Van Karnebeek heeft
de v-oortz-etting dezer politiek na den
oorlog gequalificeer-d als zelfstandig-
heidspolitiek, maar duidelijk doen -ge
voelen, dat principieel geene onder
scheiding valt te maken. Zelfstandig is
onze politiek in zooverre geweest, dat
noch aan lakkende stemmen uit
Duitschland, noch aan die uit België en
Frankrijk is gehoor gegeven. In 1910
propageerde men een economische aan
sluiting bij Duitschland slechts in het
Utrechtsche centrum bleek daarvoor
sympathie te bestaan. Later kwam
Eugene 6aie met zijne aansluiting bij
België, waaruit de officieuse Neder-
landsch-Beigische -commissie, sedert op
geheven, voortvloeide de Fransche
generaal Langlois ontwikkelde be
schouwingen over een militaire conven
tie met Frankrijk en België, die hier te
lande -weinig of geen ingang vonden.
De voorgenomen bouw van een fort
te Vlissingen, onderdeel van geheel het
fonds voor de kustverdediging, verwek
te in 1910 en 1911 eenige internationale
opschudding men zag daarin een
drang van Duitschland, waaraan zou
zijn toegegeven. De Nederlandsche re
geering heeft in haar standpunt van
souverein oordeelen over eigen verdedi-
gingsnoodzakelijkheid vol gehouden
eerst later is -het bekende incident ge
komen, veroorzaakt door het optreden
van den heer Van Heeckeren, voormalig
gezant aan de Noordelijke hoven, die te
verstaan gaf, dat drang van den Duit-
schen -keizer tot den forteijbou-w had
geleid. Minister De Marees van Swinde-
ren, die zich ook tegen Duitschlands
voornemen om tollen op den Rijn te
heffen, een 'krachtige persoonlijkheid
toonde, heeft noodlottige gevolgen van
dezen indruk geheel weten te voorko
men
Het regeeringsjubileum van H. M. de
Koningin.
Het comité voor het Nationaal Hulde
blijk aan de Koningin, dat, behalve de
restauratie van het koor om de Nieuwe
Kerk te Delft, ook een persoonlijk ge
schenk aan H. M. zal aanbieden, dat,
volgens -den wensch van H. M., met het
oog op de tijdsomstandigheden, niet
kostbaar zal mogen zijn, heeft verschil
lende denkbeelden overwogen en ten
slotte besloten een verzameling afbeel
dingen aan te bieden van onze zoo ty
pische landschappen, steden, dorpen en
gebouwen, welke in eenige albums zul
len worden bijeengebonden. Een 150-
tai onzer schilders zal worden uitge-
nood-igd een opdracht te aanvaarden
ruischten en aan het uitspansel trokken
wolken snel voorbij.
Joachim stond op „Zal ik het licht
aansteken
„Ach, laat het nog. Het is zoo
gezellig En dan, Joachim..." Haar
stem begon te beven... „de dag was
heden inspannend, ik geloof, dat wij
beiden echt moe zijn."
Zij kon niet zien, hoe hij de oogen
sloot, hoe zijn mon-d smartelijk trilde.
„Je hebt -gel-ijk, Grete. Laten wij
elkaar goeden nacht zeggen 1"
Hij kuste haar op het voorhoofd,
streek liefkozend over haar gelaat en
verliet daarna de -kamer. De kamenier
kwam binnen, een jong, frisch ding.
Nieuwsgierig keek zij haar meesteres
aan.
„Niet hier opruimen Ik ontkleed mij
alleen. Goeden nacht, Marie
De knieën van Grete Blottstedt knik
ten, toen zij naar -de deur ging.
Zij zat lang in de kleedkamer. Haar
hoofd was zwaar, zij kon niet goed
meer denken.
Toen zij. uit haar verdooving ont
waakte en op de klok keek, schrok zij.
Het was bijna middernacht.
Snel kleedde zij zich uit en ging haar
slaapvertrek binnen. De portière van
brocaat was dicht getrokken.
Joachim Blottstedt lag reeds lang te
bed. Af en toe streek hij met zijn zak
doek over het gloeiend -gelaat. Was het
toch geen misdaad een vrouw aan zich
te binden -Hij had zijn schoonvader
ook niet zonder dit „offer" kunnen bij
springen en aan -Grete zijp toch altijd
aanzienlijk vermogen bij testament kun-
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Het zekerste en eenvoudigste ge
neesmiddel tegen galzucht, slechte
spijsvertering en verstopping vindt gij
in Forster's Maagpillen. Zij zijn het
zacht werkende laxeermiddel, waaraan
iedereen nu en dan behoefte heeft. Zij
staan de natuur bij, en het gebruik er
van wordt geen gewoonte. Prijs per
flacon van vijftig versuikerde pillen
0.65; in apotheken en drogistzaken.
10
nbA rAiy[(ZWARÉ,SHA6:
lllv AUUn Vz ONS 15CÉN1
om mede te 'werken aan de uitvoering
van dit plan, waardoor met recht kan
worden gezegd, -dat aan H, M. daar
mede een nationaal huldeblijk wordt
aangeboden, dat een blijvende beteeke-
nis zal hebben en een beeld zal geven
van ons geheele land, op het moment,
dat H. M. haar zilveren regeerings-
jubileum herdenkt.
Het Kamerlid Duymaer van Twist.
Naar wii vernemen is aan het lid der
Tweede Kamer, luitenant-kolonel-titu
lair Duymaer van Twist op zijn aan
vrage met ingang van 16 Mei eervol
ontslag uit den militairen dienst ver
leend met behoud van zijn recht op
pensioen.
Een nieuwe Staatspartij.
Geleid- door overwegingen van ethi—
schen aard, heeft een aantal vrij—reli
gieuzen te Amsterdam besloten tot de
oprichting van een staatspartij, die zij
vertrouwen, onder den naam de Vrij-
religie-uze Staatspartij, al-gemeene -be
kendheid te zullen -doen verwerven.
Tapverbod en regeeringsjubileum.
De minister van arbeid heeft naar
aanleiding van een verzoek van het
Nationaal Comité tegen het Alcoholisme
onder de aandacht van de gemeente
besturen gebracht -de vraag, of het
geen aanbeveling verdient op de dagen
van -de viering van het 25-jarig regee-
rinijsjubileum van de Koningin een tap
verbod van sterken drank uit te vaar-
dipen. De minister noodigt de gemeen
tebesturen uit de wenschetijkheid van
een zoodanig tapverbod te overwegen.
De gemeenteraadsverkiezingen te
Zaandam.
Te Zaandam zijn tot leden van den
gemeenteraad gekozen 11 burgerlijke
en 10 socialistische leden.
De raad bestaat in het geheel uit 14
linksche en 7 rechtsche le-den.
De oude raad, die 19 leden telde, be
stond uit 10 socialistische-en 9 burger
lijke leden.
De Sociale Partij verloor 1 zetel en
-deze werd behaald -door de Communis
ten.
Sedert de jongste Statenverkiezingen
zijn -de soc.-democra-ten in stemmental
met 900 vooruitgegaan en hebben de
R. Kath. 300 stemmen verloren.
OUD-ARCHIEF.
Aan het jaarverslag betreffende het
Oud-Archief dezer gemeente over het
jaar 1922, is het volgende ontleend
In den loop van het jaar bleek mij uit
een ten archieve berustend stuk, dat °P
het stadhuis nog eenige kerkelijke regis
ters moesten berusten, die daar niet, en
logisch, onder mij-n beheer wél thuis
hoorden. Echter volgens de wet moesten
n-en vermaken Di,e gedachte -was reeds
vroeger nu en dan bij ihem opgekomen,
maar steeds had hij ze weer terugge
drongen, zich wijsgemaakt, dat zij als
weduwe van den majoraatsheer veel en
veel beter verzorgd zou zijn-.
Daar .kromp -hij ineen. Een slanke,
blanke hand trok zacht de portière ter
zijde.
„Grete
„Ja, Joa-chim, slaap je altijd met
licht
„Neen
„Of voel je je niet goed
„Ja, zeker, lieveling
„Draai het licht dan uit
Hij deed- het dadelijk en wachtte.
Hij hoorde, hoe zij: zich in haar kamer
te bed begaf.
„Grete 1"
Hij moest wel tien seconden op ant
woord wachten.
„Ja
„Waarom heb je de portière openge
trokken
Weer duurde het geruimen tijd, voor
dat zij antwoordde.
„O-m bij de hand te zijn, ais je het
een of ander noodig hebt".
„Vlak hiernaast slaapt mijn kanier-
dienaar. Hij- is een bekwaam verpleger
en ik behoef slechts te bellen."
„Natuurlijk zal je dat altijd doen.
Maar ilc wil Ihet weten en dan bij je
zijn-."
(Wordt vervolgd.)