issiigsche Courant
BIJVOEGSEL
WOENSQAO 9 MEI 1923, No. 109.
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Door Duisternis tot Licht
v
Vervolg Binnenland
GEMENGD NIEUWS
VAN DE
VAN
WAARSCHUWING.
Burg. en Weth. van Vlissingen dringen
er bij de ouders oï verzorgers van kinderen
ernstig op aan, dat zij hunne kinderen er
voor WAARSCHUWEN zich aan BESCHA
DIGING OF VERNIELING VAN PLANT
SOEN schuldig te maken door de ge-
«neente-politie zal daarop STRENG worden
gelet en bij het constateeren van overtre
dingen onmiddellijk proces-verbaal worden
opgemaakt.
Verder worden de houders van losloo-
pende honden met nadruk er op gewezen
zorg te dragen, dat hunne HONDEN even
eens DE PLANTSOENEN NIET BESCHA
DIGEN OF VERNIELEN, daar de HOU
DERS aansprakelijk zijn voor de door hunne
honden aan gemeente-eigendom toege
brachte schade.
Vlissingen, 20 April 1923.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
Art. 37 der Drankwet, doen te weten, dat
bij hen is ingekomen een verzoek van Hen
drik Cornelis van Sabben, om verlof tot
den verkoop van alcoholhoudenden drank,
anderen dan sterken drank, voor perceel
Joost de Moorstraat No. 1
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen tegen het verleenen van het gevraagde
verlof schriftelijke bezwaren kunnen wor
den ingebracht bij Burg. en Weth. voor
noemd.
Vlissingen, 8 Mei 1923.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
GEEN FRANSCHE CURSUSSEN.
Onder dit opsdhrift waarschuwt in
„Haarlem's Dagblad" de heer C. L. de
Liefde, leeraar in 'het Fransch aan de
2e H.B.S. met 5 jarigen cursus te Haar
lem, en bestuurslid van de Algem. Ver
eeniging van Leeraren iM.O. tegen de
Fransche cursussen die tegenwoordig
z.g. „spontaan" door de ouders opge
richt worden, nu het Fransch, evenals
trouwens andere talen en andere vak
ken, verboden is in de gewone school
tijd der eerste zes klassen L. O.
Dit artikel, is in zijn geheel overge
nomen in „de Bode", orgaan van den
Bond van Ned. Onderwijzers en men
verzoekt ons het artikel ook onder de
aandacht van onze lezers te brengen.
De heer De Liefde herinnert er aan,
'dat in Haarlem de kwestie thans aan de
orde is en zegt dan van deze cursussen:
■Sinds geruimen tijd ben ik overtuigd,
dat men er zonder eenig voordeel het
onderwijs op H. B. S., Gymnasium en
M.U.L.O.-scholen mede in groote moei
lijkheden brengt. Ik ben een tiental da
gen geleden op buitengewone wijze in
deze meening versterkt op een door mij
bijgewoonde vergadering te Amster
dam. Deze was georganiseerd door de
Maatschappij tot Nut van het Algemeen
en stond onder leiding van prof. dr.
Kohnstamm, buitengewoon hoogleeraar
in de paedagogiek aan de Universiteit
aldaar. Vrijwel alle onderwijsorganisa
ties in den ruim sten zin van het woord
waren vertegenwoordigd. Ik noem
slechts den Bond van Ned. Onderwij
zers, de Vereeniging van Hoofden van
Scholen, de Unie van Christelijke On
derwijzers, de Vereeniging van Leeraren
bij (iet M. O., 'het Genootschap van Lee-
■bewerkt door Mevrouw
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
„Hoe heeft Wussow zich gehouden
vroeg de majoor.
„Zooals het hoort, papa".
„Weet je, ik ben maar een oude
ezel, maar als je verloving "Wussow
niet aan het hart gaat, dan weet ik er
niets meer van."
Daarop ging Grete naar haar kamer
en weende bitter.
De verlovlnigsaankondigingen waren
de wereld in gefladderd. Bij weinigen
wekten ze verbazing, men had het zien
komen maar nu het eenmaal een feit
was, wilde men toch graag weten hoe
de zaak eigenlijk in elkaar zat. Daarom
werden op mooie dagen de paarden uit
den stal gehaald en reed men naar
Süderlohe. Dat werd een slechte tijd
voor den ouden majoor achter eiken
lach, elke vraag vermoedde hij een ha
telijkheid. 'Het was maar goed, dal
Joachim de volmaakste man van de
wereld 'was met een beminnelijke»
glimlach stond hij teder te woord en
wat Grete betreft zij vond steun in
zijn takt en zijn geestelijk overwicht en
al was izij ook stiller dan vroeger, nie
mand zou met .zekerheid hebben kun
nen zeggen, hoe ihet er in haar hart
uitzag.
Op den terugweg staken de bezoe-
raren aan Ned. Gymnasia, Volksonder- i
wijs, Departementen van het Nut, Ver- I
eeniging van Leeraren in Levende Talen
enz. Na ampele bespreking verklaarden
van de pl.m. 40 aanwezigen zich slechts
vier of vijf vóór stichting van deze cur
sussen.
Dit moge verwondering wekken bij
den oningewijde, de zaak is toch bij
nader inzien zeer eenvoudig en duide
lijk. Maar men moet bedenken, dat deze
kwestie een geheel andere is dan die
van „al of niet Fransch" op de lagere
school en zich hoeden voor de misvat
ting, dat, wie vópr behoud van het
Fransch op de lagere school is, pok
vóór oprichting dezer cursussen moet
zijn 1
Over de wenschelijkheid het Fransch
als leervak op de lagere school te be
houden, zal ik hier niet uitweiden, om
dat het de zaak slechts zeer van terzijde
raakt.
Uitgangspunt moet zijn de wettelijke
toestandhet Fransch sterft op de la
gere school uitvan I September 1925
af zullen alle leerlingen op scholen van
voortgezet onderwijs met Fransch moe
ten beginnen bij het begin. Op het
oogenbliic worden reeds „Franschlooze"
leerlingen toegelaten naast leerlingen,
die er iets van weten en andere, die
„normaal" Fransch kennen. Deze toe
stand geeft zeer veel moeilijkheden. Op
alle rijks- en vele gemeentescholen zijn
deze zeer heterogene leerlingen bij el
kaar in een klasse gezet in sommige
gemeenten zijn aparte klassen gevórmd
(o.a. te Haarlem). In het eerste geval
geeft dit vele onderwijskundige, in het
laatste bovendien nog financieele be
zwaren. En zelfs deze financieele offers
voor aparte klassen Franschloozen, ver
hinderen niet, dat de andere leerlingen
Gunning de voorzitter der Fransche
toch nog een zeer heterogene groep
blijven vormen, gezien de zeer ongelijke
zorg, die op het oogenblik op de lagere
scholen aan het Fransch wordt besteed.
Ieder, die deze moeilijkheden inziet, zal
de overtuiging toegedaan zijn, dat hier
van een overgangstoestand sprake is,
die zoo gauw mogelijk moet verdwijnen.
Welnu, van 1 September 1925 af moe
ten alle leerlingen het beginonderwijs
meemaken deze cursussen zijn dus on-
noodig en, naar ik zonder in details
te treden, straks nog even zal uiteen
zetten, vaak schadelijk. Mocht echter
het 'gevolg zijn (en ik meen dat ijve-
raars voor cursussen dat hopen) dat
ook daarna met eenige Fransche kennis
rekening wordt gehouden in de le
klasse H.B.S. enz. zoo bestendigen ze
dezen afkeurenswaardigen overgangs-
toestand terwijl bij het eerbiedigen
van de wettelijke regeling over twee
jaren weer een normale toestand zal
zijn ingetreden van gelijk onderwijs aan
gelijk voorbereide leerlingen. Deze toe
stand is noodzakelijk.
•Dit moet de eenige overweging zijn
bij de beoordeeling van de wenschelijk
heid der cursussen. Zij leidt slechts tot
één conclusie zij zijn uit den booze 1
Ik weet dat er hoog wordt opgegeven
van de „spontane beweging", ontstaan
onder de ouders, die geëerbiedigd zou
moeten worden. De vraag is, of deze
spontane beweging door juiste krach
ten wordt opgewekt. Er werken hier m.i.
allerlei invloeden verkeerde onder
wijskundige denkbeelden, ongemoti
veerde ongerustheid, werkend als een
besmettelijke ziekte standsgevoel en
vele andere. Nuchterheid en kalme be-
oordeeting zijn 'hier geboden men zij
voorzichtig en neme hier geen al te ge
wichtige woorden in den mond 1 Men
spreke b.v. niet van gevaar voor be
houd van de Fransche cultuur, alsof die
met een Fransehen cursus voor 10- a 12-
jarigen staan of vallen zou Werkelijk,
velen die de zegeningen dier cultuur
naar waarde weten te schatten (ik noem
slechts de lector aan de Amsterdamsche
Universiteit, de heer Gallas de rector
van het Amsterdams Lyceum, dr. C. P.
sectie van de Vereeniging van Leeraren
.kers natuurlijk 'de hoofden ibij elkaar.
„Arm meisje maar wie kan het haar
kwalijk nemen zoo'n korte tijd en dan
verzorgd te zijn voor haar geheele
leven."
„Nu, zij ziet er niet bepaald als een
gelukkige verloofde uit. Dat is ook te
'begrijpen. Haar oogen met de donkere
kringen, de scherpe trek om haar mond.
Zij lijdt, het arme ding
Zoo werd verder geredeneerd en het
eind-resultaat luidde bijna overal het
zelfde „Dat is de schuld, van 'den wil
den Wussow Hij. heeft haar een paar
jaar voor den gek .gehouden en zijn
rechtschapen neef maakt de geschiede
nis zooveel het in zijn vermogen is
weer goed 1"
Het hielp den ritmeester niets, dat hij
met nadruk in het Kasino verzekerde
„Wij, Blottstedts moeten juffrouw von
Dankersbaeh op de knieën danken. Bo
vendien kan ik de heeren verzekeren,
hoe vreemd het uit mjjn mond moge
klinken, dat het een oude liefde is. Ik
moet het weten en verpand mijn eere
woord, dat zijn bewering waar is 1"
Dat was niet gelogen, hij verzweeg
alleen, dat de oude liefde slechts van
één kant aanwezig was ftri.j Joachim.
Men knikte nadenkend met het hoofd
en gaf aan het gesprek spoedig een
wending. Maar binnen hun eigen muren
maakten de hieeren geen moordkuil van
hun hart en het werd Wussow duidelijk
.dat men grondig van meening omtrent
hem was veranderd, tenminste in de
huizen, waar geen huwbare dochters
waren. De terughouding, die men tegen
in de Levende Talen) vinden oprichting
dezer cursussen zeer ongewenscht.
Voor een andere misvatting zou ik
ook willen waarschuwen de daling
van het peil der leerlingen op de scho
len voor voortgezet onderwijs wordt
vaak toegeschreven aan de afschaffing
van het Fransch. En ten onrechte Hier
is slechts voor oppervlakkig oordeelen
den causaal verband. Ten eerste is het
Fransch nog niet afgeschaft en de da
ling van het peil is er oojc bij de leer
lingen, die wei in deze taal onderwezen
worden Ten tweede is ze slechts een
toevallig ongeveer samenvallend ver
schijnsel en zal niemand kunnen tegen
spreken, dat de op de lagere school
voor andere vakken vrijkomende tijd 'het
peil juist weer op kan voeren 'De
beste remedie zal hier we! zijn, de meer
en meer doordringende gedachte, dat
er voor toelating op de H.B.S. en Gym
nasium niet zoozeer gelet moet worden
op de dosis parate kennis, wat tot nog
toe maar al te veel gebeurde, maar op
de intelligentie en werklust. Dan komt
het onderwijs in het Fransch, evengoed
als dat in andere vakken op de middel
bare school ook wel geheel tot zijn
recht 1
Er is een ander motief velen zien of
voelen meer of minder bewust in deze
cursussen een middel tot wederinvoe
ring van Fransch op de lagere scholen.
Ik ben daartegen, maar zal er hier niet
verder op ingaan. Alleen wil ik opmer
ken. dat het m.i. eenigszins bedenkelijk
is, een wettelijk vastgelegd principe
geen royale kans te geven en het op
naar mijn meening ongeoorloofde wijze
en met al te groote voorbarigheid reeds
te saboteeren, nog voor het begint door
te werken.
Bovendien, juist voor degenen, die het
Fransch zonder voorbereiding op de
lagere school, verloren wanen, zou een
tijd van Franschloos lager onderwijs
koren op hun molen moeten zijn deze
periode zou de beste demonstratie kun
nen geven van de noodzakelijkheid van
wederinvoering
Iedere haast en ongemotiveerde on
gerustheid- moet vermeden worden. Het
onderwijs moet zich kalm aan den nieu
wen toestand aanpassen en, wat ik hier
niet verder uiteen zal zetten, de metho
de inrichten naar de nieuwe omstandig
heden en de oudere leerlingen. Ik ben
overtuigd' (en velen met mij) dat het
Fransch, noch de Fransche cultuur dan
gevaar ioopen. De onderwijsresultaten
zijn toch niet zuiver recht evenredig aan
den besteden tijd. Oudere leerlingen
hebben reeds bewezen vlugger vorde
ringen te maken. In dit verband is het
eigenaardjg, dat onder degenen, die
reeds ervaring in deze hebben, de ge
rustheid over de toekomst van het
Fransch veel grooter is, dan onder hen,
die nog'"zuiver theoretisch redeneeren!
Er zijn mij H.B.S.'en bekend, waar de
leerlingen, die zonder Fransch kwa
men, na 1)4 a 2 jaar even ver zijn als
de andere, die normaal doorgingen ik
weet van een groote M.U.L.O.-schooi
(nu U.L.O.) waar na één jaar het ge
middelde cijfer van de Franschlooze
categorie hooger was, dan dat van de
op cursussen voorbereiden en slechts
iets lager dan dat van de leerlingen der
„scholen met Fransch-" ik hoorde de
uitspraak, dat op een geheele categorie
van scholen in liet Zuiden het geheele
•gemiddelde der Franschlooze leerlingen
beter was dan dat der andere. Heusch,
in het Fransch leeren zit het hem niet,
in het niet-Fransch leeren ook niet 1
De vraag, die een antwoord eischt in
de komende jaren, is belangrijker ze
is welke leerlingen moeten naar de
H.B.S. of Gymnasium Kan men daar
alleen „leerlingen-met-Fransch" ge
bruiken, of moet men er leerlingen met
verstand en aanleg eischen Ouders
moeten zich niet zenuwachtig maken
met de vraag hoe zal mijn jongen het
maken op de H.B.S. of Gymnasium, als
hij geen Fransch leert maar zich in het
belang van hun kind afvragen heeft
over hem in acht nam, trof hem, den
verwenden lieveling van de uitgaande
wereld dubbel zwaar. Het was maar
goed, dat de manoeuvres voor de 'deur
stonden.
Zelden liet hij zich in het casino zien,
maar reed bijna eiken dag naar de
bosschen van het Blottstedter majoraat
om diaar op herten te jagen en daar de
reebokken op 'klaarlichten dag in het
hout bleven en pas tegen dén avond te
voorschijn kwamen, liet hf zijn merrie
dikwijls een eind draven- naar Süder
lohe. De majoor kwam toch slechts
enkele oogenblikken te voorschijn en hij
stoorde het verloofde paar niet inte
gendeel scheen bet hem toe, dat zij
blij 'waren als hij kwam. En dan ja
hij bekende het zichzelf, hij wend nu op
eens naar Grete toegetrokken, nu hij
door eigen- schuld het spel had verloren.
Nooit had ihlj kunnen denken -dat het
leven hem ooit er toe zou gebracht heb
ben om als een jaloersch medeminnaar,
zonder het te laten merken de verloofde
te zitten bestudeeren. Toch toegreep de
wilde Wussow haar niet haar zich
steeds igelijk blijvende beminnelijkheid
stiet hem af, en t.ro;k hem toch steeds
weer aan. Dat was het raadselachtige
wel merkte hij, dat zijn neef Joachim
zich altijd verheugde over zijn komst.
In het stille kamertje schudde oo>k
Grete het hoofd over zichzelf. Tegen
spraak aan allé kanten. En. het dwaaste
was wel, d-at zij vaak in verzoeking
was, als zij .alleen met Joaclüm was,
zijn- hand te igrijpen en die te kussen.
Zijn volkomen kalmte, het medelijden
hij genoeg intelligentie en werklust is
hij gezond genoeg om er 'heen te gaan
Of kunnen wij zijn levensgeluk vergroo-
ten door hem een anderen weg te wij-
zen
'Een laatste motief voor ouders kan
zijn als ik mijn kind wat Fransche les
laat geven, al moet het dan ook volgens
de wet in die Franschlooze klassen ko
men, zal het toch daarvan profijt trek
ken. Hier zou ik met dr. Gunning wil
len waarschuwen, dat de ondervinding
ieert, dat leerlingen die hun klas in een
of ander vak vóór zijn, daar op den
duur vaker nadeelige gevolgen dan
•voordeel van ondervinden, daar dit
zeer dikwijls achteloosheid en te groot
zelfvertrouwen in de hand werkt.
Met volle gerustheid zou ik dus,
sterk gesteund door de meening van de
overgroote meerdenheid der vergade
ring, uitgeschreven door het nut (waar-
bii welbekenden -uit de onderwijswereld
waren als Gunning, Gerhard, Zelvel-
der, Bigot, Thijssen, dr. Bonebakker)
willen adviseeren aan gemeentebestuur
en andere instellingen Steunt de Fran
sche cursussen nieten aan de ouders
Stuurt uw kinderen er niet heen
Het dienstweigeringsvraagstuk.
„Het Volk" drukt een verklaring der
S. D. A. P., N. V. V. en der A. J. C. af
in zake de persoonlijke dienstweigering,
waaraan het volgende ontleend is
De vakbeweging besloot ide laatste
j,aren naast de socialistische partijen
actief aan den strijd deel te nemen en
onder de arbeiders te propageeren, te
genover het geweld van het militairisme
het economisch verweer der arbeiders
klasse te stellen. Slechts in verband met
deze internationale actie tegen oorlog
en militairisme kunnen S. D. A. P. en
N. V. V. de dienstweigering erkennen
als liggende in de sfeer harer 'bemoei
ingen. Deze kan echter niet anders zijn
'bedoeld dan al's massale dienstweige
ring tegen acuut oorlogsgevaar, als na
tuurlijk deel van internationale directe
actie tegen den oorlog. Zij heeft niets
gemeen en moet niet worden verward
met de individueeie dienstweigering.
De besturen van S. D. A. P. en N.V.V.
erkennen, dat individueeie dienstweige
ring hoewel in politieleen zin verwerpe
lijk, in bepaalde gevallen als persoon
lijke uiting van het menscbelijk gewe
ten een daad van zedelijken moed kan
zijn. Zij zullen dan ook hun politieleen
invloed steeds 'blijven aanwenden, om
zoowel in de Grondwet als in de ge
wone wetgeving met gewetensbezwaren
tegen het voeren van wapenen rekening
te doen houden.
De S. D. A. P. en het N. V. V. streven
met de partijen ien de vakbeweging der
andere landen naar internationale ont
wapening. Daarnaast plaatsten zij, ook
op gronden, aan de eigen politieke en
economische gesteldheid van ons land
"en volk ontleend, de nationale ontwape
ning op haar program.
Zij voeren hun actie voor de ontwa
pening als onderdeel van hun algemeene
politieke actie en van hunne propagan
da tegen het kapitalisme. Zij verwerpen
daarom elke deelneming aan op zich
zelf staande anti-militairistische acties,
die door anti-politieke of anarchistische
overwegingen worden geleid en des
wege de arbeidersklasse in haar strijd
tegen de machten van het kapitalisme,
slechts kunnen verzwakken.
Amsterdam in bloementooi.
Evenals vorige jaren schrijft de ver
eeniging ,,'t 'Koggeschip" te Amsterdam
ook dit jaar weer een wedstrijd uit in
het versieren van balcons, ramen en
gevels met bloemen en groen. Teneinde
den lust oin hieraan mede te doen, ibij
de Koggeschipgroep aan te wakkeren',
zal de ibeoordeelin,g dezer versieringen,
dit jaar niet zooals vorige jaren reeds
in Juli, maar in de feestweek ter eere
van het 25-jarig regeeringsjubileum van
met hem, zijn gebleken hulpvaardigheid,
zijn zoolang teruggedrongen en voor
iedereen verborgen gehouden liefde
voor haar, die hij dag aan dag door
kleine attenties deed blijken, dat alles
trof haar gevoelig hart en deed haar
van uur tot uur vaster gelooven, -dat de
band tusschen hen sterker en sterker
werd, zoo sterk, dat een oprecht treu
rende weduwe meer op de wereld zou
zijn, als het afscheid op aarde voor al
tijd genomen zou zijn
Ais Wussow dan kwam in elegant
jachtcostuum, in korte foroek, den groe
nen hoed met het veertje scheef op het
hoofd en met zijn bruin gebrand gezicht
het beeld van volmaakte kracht, en zich
met over elkaar geslagen beenen in den
rieten stoel op de veranda schommelde,
terwijl hij grappen vertelde, dan drong
het bloed haar eerst naar het hart, dan
'bonsde het in haar slapen, en een
drukkend gevoel lag op .haar hoofd,
totdat hartelijk lachen over zijn grap
pige, nooit gezochte invallen den last
van haar hoofd wegnam.
Wat baatte het, zich te verbazen,
zichzelf voor te houden, je ibent slecht,
die daar in den stoel zit, alsof hij hier
heer des huizes was, die heeft u tot in
het diepst uwer ziel gekrenkt, belogen
en bedrogen Het hielp in het geheel
niets Hoe vaker hij 'kwam des te •vrijer
■werd haar 'bli.k en weldra werd hem
haar hand even hartelijk toegestoken
als die van Joachim, die Wussow „zijn
lieven verfrisschenden wervelwind"
noemde.
Alleen de majoor bromde, voerde In
de Kóningin, dus in September, plaats
hebben.
Door de Koggeschipgroep worden
verschillende gouden, verguld zilveren,
zilveren: en bronzen medailles uitge
loofd.
De Ned. Maatschappij voor Tuin
bouw en Plantkunde, welke dit jaar
haar gouden" feest viert, stelt hiervoor
ook eenige medailles beschikbaar, ter
wijl de vereeniging Rembrandt even
eens verschillende prijzen uitlooft.
De mode. Nog steeds is de
iage taille in de mode, ofschoon zij -nu
eenigszins 'hooger is dan een paar
maanden geleden. Een lang leven kan
haar echter niet meer toegekend wor
den. Spoedig zal zij tot de natuurlijke
'hoogte gestegen zijn en wij kunnen deze
verandering niet dan met vreugde be
groeten, daar hiermee een geheele wij
ziging van het vrouwelijk silhouet zal
zijn bereikt. De vrouw zal niet meer lij
ken op een verkleede kwajongen noch
op een zoutzak of een lantaarnpaal,
neen, zij zal doodgewoon lijken op... een
vrouw Een merkwaardige mode, is 't
niet
Wij vreezen jechter, 't is misschien
wel wat pessimistisch, dat die natuur-
taille-hoogte ons voeren zal tot iets,
erger dan strijkplank-figuren en 'hobbe
zak-japonnen, nl. tot de wespentaille.
Vervalt niet steeds de vrouw van het
eene uiterste in het andere Kan zij wel
ooit langen tijd bevrediging vinden ia
den gulden middenweg?
Voor het oogen'blik behoeven wij ons
nog niet te veel zorgen daaromtrent te
maken, want geruimen tijd zal er nog
wel over moeten verloopen voor we aan
die veranderingen gekomen zijn. Thans
houden we ons nog aan de lage taille-
lijn, met een stijging tot de natuurlijke
hoogte „in ziohf'.
De robe-manteau wordt zeer veel
gedragen, terwijl men tevens het korte
manteltje ziet, beide over het algemeen
met gespsluiting links. In de komende
dagen beloven ook zijden en wollen jer
sey's in twee kleuren, waarvan één in
overeenstemming met de daaronder ge
dragen blouse of japon, veel te worden
gezien. Trouwens, alle kleeding van
tricotstof blijft nog zéér modern, voorat
een geheel van jumper, rok en jersey of
japon en jersey. Iets nieuws voor het
tennisveld is een witte rok met een
vuurroode, mouwlooze jumper. Of deze
kleedij echter veel opgeld zal doen,
blijft de vraag.
Van kragen wordt een druk gebruik
gemaakt. Je kunt er ook zoo leuk een
oud japonnetje mee opfleuren een
kleine wijziging in het model, een nieuw
ceintuurtje, chique kanten of andere
kraag en het oude kleedje is blijkbaar
omgetooverd in een spiksplinternieuw.
Men ziet de kragen in verschillenden
vorm, 'het zakdoek-model met een
■knoop in de uiteinden, de Berthe-kra-
gen en nog vele andere. Soms worden
er bijpassende manchetten bij gedra
gen. Ook jabots zijn modern voor
slanke figuren blijven zij ongetwijfeld
steeds een flatteuse dracht.
Draperies worden bij de meeste ja
ponnen en ook bij mantels op allerlei
wijzen aangebracht.
De modekleur blijft voorloopig nog
groen in alle mogelijke schakeeringen,
terwijl daarnaast ook bruin wordt ge
dragen.
Weet u, wat de nieuwste garneering
thans is, zoowel voor blouses als voor
japonnen? Het zijn kleine struisveer
tjes. verwerkt tot de meest uiteenloo-
oende ideeën. In alle tinten worden zij
geverfd en daarna op de dame^kleeding
aangebracht bij. wijze van franje, langs
kraag, mouwen, ceintuur of afhangen
de panden, samengevoegd tot fraaie
kwasten, gerangschikt tot bloemmotie
ven of andere figuren. Als garneering
voor een blouse lijkt ons dit materiaal
zijn koffie, wierp nu en dan .zijn dochter
een vragenden blik toe en ging spoedig
weer heen.
■De drie waren blij als zij hem niet
meer hoorden.
De manoeuvres begonnen, de trouw
dag was bepaald hij zou slechts in den
kleinsten familiekring worden gevierd.
Wiussow had vast beloofd .te komen en
die kreeg als neef zeker verlof.
Hoe meer de dag naderde, des te kal
mer werd Grete. Dan zou onherroepelijk
zijn igeschied, wat toch gebeuren moest.
Slechts nu en dan overviel haar nog een
beven en aarzelen, maar dat :was alleen
als Joachim niet 'bij haar was, en de
vragende blik van haar vader op haar
rustte. De oude heer was heel stil ge
worden als hij niet op zijn landerijen
was, dan verliet hij ternauwernood zijn
werkkamer.
Wanneer haar vader een oogenblik
bij haar had gezeten, herademde zij als
hij weer weg was en geloofde dat het
een verlossing voor haar zou zijn als zij
Süderlohe maar eerst verlaten had.
Toch schudde zij het hoofd over zich
zelf Of alle vrouwen zulke wonderlijke
wezens 'waren
Dankersbach stond aan het geopende
venster van zijn werkkamer. Zonne
schijn lag over het landgoed, de zwa
luwen streken er overheen, maar hij zag
dit alles niet. Met somber gelaat staarde
hij naar de koetspoort. Morgen was de
trouwdag, en elk oogenblik kon Adal
bert komen. Hij had een flinke preek
voor hem klaar.
Van den straatweg klonk hoefgetrap-