issiigsche Courant BIJVOEGSEL WOENSQAO 9 MEI 1923, No. 109. GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON Door Duisternis tot Licht v Vervolg Binnenland GEMENGD NIEUWS VAN DE VAN WAARSCHUWING. Burg. en Weth. van Vlissingen dringen er bij de ouders oï verzorgers van kinderen ernstig op aan, dat zij hunne kinderen er voor WAARSCHUWEN zich aan BESCHA DIGING OF VERNIELING VAN PLANT SOEN schuldig te maken door de ge- «neente-politie zal daarop STRENG worden gelet en bij het constateeren van overtre dingen onmiddellijk proces-verbaal worden opgemaakt. Verder worden de houders van losloo- pende honden met nadruk er op gewezen zorg te dragen, dat hunne HONDEN even eens DE PLANTSOENEN NIET BESCHA DIGEN OF VERNIELEN, daar de HOU DERS aansprakelijk zijn voor de door hunne honden aan gemeente-eigendom toege brachte schade. Vlissingen, 20 April 1923. Burg. en Weth. van Vlissingen, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. DRANKWET. Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op Art. 37 der Drankwet, doen te weten, dat bij hen is ingekomen een verzoek van Hen drik Cornelis van Sabben, om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank, voor perceel Joost de Moorstraat No. 1 dat vanaf heden gedurende veertien da gen tegen het verleenen van het gevraagde verlof schriftelijke bezwaren kunnen wor den ingebracht bij Burg. en Weth. voor noemd. Vlissingen, 8 Mei 1923. Burg. en Weth. voornoemd, M. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. GEEN FRANSCHE CURSUSSEN. Onder dit opsdhrift waarschuwt in „Haarlem's Dagblad" de heer C. L. de Liefde, leeraar in 'het Fransch aan de 2e H.B.S. met 5 jarigen cursus te Haar lem, en bestuurslid van de Algem. Ver eeniging van Leeraren iM.O. tegen de Fransche cursussen die tegenwoordig z.g. „spontaan" door de ouders opge richt worden, nu het Fransch, evenals trouwens andere talen en andere vak ken, verboden is in de gewone school tijd der eerste zes klassen L. O. Dit artikel, is in zijn geheel overge nomen in „de Bode", orgaan van den Bond van Ned. Onderwijzers en men verzoekt ons het artikel ook onder de aandacht van onze lezers te brengen. De heer De Liefde herinnert er aan, 'dat in Haarlem de kwestie thans aan de orde is en zegt dan van deze cursussen: ■Sinds geruimen tijd ben ik overtuigd, dat men er zonder eenig voordeel het onderwijs op H. B. S., Gymnasium en M.U.L.O.-scholen mede in groote moei lijkheden brengt. Ik ben een tiental da gen geleden op buitengewone wijze in deze meening versterkt op een door mij bijgewoonde vergadering te Amster dam. Deze was georganiseerd door de Maatschappij tot Nut van het Algemeen en stond onder leiding van prof. dr. Kohnstamm, buitengewoon hoogleeraar in de paedagogiek aan de Universiteit aldaar. Vrijwel alle onderwijsorganisa ties in den ruim sten zin van het woord waren vertegenwoordigd. Ik noem slechts den Bond van Ned. Onderwij zers, de Vereeniging van Hoofden van Scholen, de Unie van Christelijke On derwijzers, de Vereeniging van Leeraren bij (iet M. O., 'het Genootschap van Lee- ■bewerkt door Mevrouw J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. „Hoe heeft Wussow zich gehouden vroeg de majoor. „Zooals het hoort, papa". „Weet je, ik ben maar een oude ezel, maar als je verloving "Wussow niet aan het hart gaat, dan weet ik er niets meer van." Daarop ging Grete naar haar kamer en weende bitter. De verlovlnigsaankondigingen waren de wereld in gefladderd. Bij weinigen wekten ze verbazing, men had het zien komen maar nu het eenmaal een feit was, wilde men toch graag weten hoe de zaak eigenlijk in elkaar zat. Daarom werden op mooie dagen de paarden uit den stal gehaald en reed men naar Süderlohe. Dat werd een slechte tijd voor den ouden majoor achter eiken lach, elke vraag vermoedde hij een ha telijkheid. 'Het was maar goed, dal Joachim de volmaakste man van de wereld 'was met een beminnelijke» glimlach stond hij teder te woord en wat Grete betreft zij vond steun in zijn takt en zijn geestelijk overwicht en al was izij ook stiller dan vroeger, nie mand zou met .zekerheid hebben kun nen zeggen, hoe ihet er in haar hart uitzag. Op den terugweg staken de bezoe- raren aan Ned. Gymnasia, Volksonder- i wijs, Departementen van het Nut, Ver- I eeniging van Leeraren in Levende Talen enz. Na ampele bespreking verklaarden van de pl.m. 40 aanwezigen zich slechts vier of vijf vóór stichting van deze cur sussen. Dit moge verwondering wekken bij den oningewijde, de zaak is toch bij nader inzien zeer eenvoudig en duide lijk. Maar men moet bedenken, dat deze kwestie een geheel andere is dan die van „al of niet Fransch" op de lagere school en zich hoeden voor de misvat ting, dat, wie vópr behoud van het Fransch op de lagere school is, pok vóór oprichting dezer cursussen moet zijn 1 Over de wenschelijkheid het Fransch als leervak op de lagere school te be houden, zal ik hier niet uitweiden, om dat het de zaak slechts zeer van terzijde raakt. Uitgangspunt moet zijn de wettelijke toestandhet Fransch sterft op de la gere school uitvan I September 1925 af zullen alle leerlingen op scholen van voortgezet onderwijs met Fransch moe ten beginnen bij het begin. Op het oogenbliic worden reeds „Franschlooze" leerlingen toegelaten naast leerlingen, die er iets van weten en andere, die „normaal" Fransch kennen. Deze toe stand geeft zeer veel moeilijkheden. Op alle rijks- en vele gemeentescholen zijn deze zeer heterogene leerlingen bij el kaar in een klasse gezet in sommige gemeenten zijn aparte klassen gevórmd (o.a. te Haarlem). In het eerste geval geeft dit vele onderwijskundige, in het laatste bovendien nog financieele be zwaren. En zelfs deze financieele offers voor aparte klassen Franschloozen, ver hinderen niet, dat de andere leerlingen Gunning de voorzitter der Fransche toch nog een zeer heterogene groep blijven vormen, gezien de zeer ongelijke zorg, die op het oogenblik op de lagere scholen aan het Fransch wordt besteed. Ieder, die deze moeilijkheden inziet, zal de overtuiging toegedaan zijn, dat hier van een overgangstoestand sprake is, die zoo gauw mogelijk moet verdwijnen. Welnu, van 1 September 1925 af moe ten alle leerlingen het beginonderwijs meemaken deze cursussen zijn dus on- noodig en, naar ik zonder in details te treden, straks nog even zal uiteen zetten, vaak schadelijk. Mocht echter het 'gevolg zijn (en ik meen dat ijve- raars voor cursussen dat hopen) dat ook daarna met eenige Fransche kennis rekening wordt gehouden in de le klasse H.B.S. enz. zoo bestendigen ze dezen afkeurenswaardigen overgangs- toestand terwijl bij het eerbiedigen van de wettelijke regeling over twee jaren weer een normale toestand zal zijn ingetreden van gelijk onderwijs aan gelijk voorbereide leerlingen. Deze toe stand is noodzakelijk. •Dit moet de eenige overweging zijn bij de beoordeeling van de wenschelijk heid der cursussen. Zij leidt slechts tot één conclusie zij zijn uit den booze 1 Ik weet dat er hoog wordt opgegeven van de „spontane beweging", ontstaan onder de ouders, die geëerbiedigd zou moeten worden. De vraag is, of deze spontane beweging door juiste krach ten wordt opgewekt. Er werken hier m.i. allerlei invloeden verkeerde onder wijskundige denkbeelden, ongemoti veerde ongerustheid, werkend als een besmettelijke ziekte standsgevoel en vele andere. Nuchterheid en kalme be- oordeeting zijn 'hier geboden men zij voorzichtig en neme hier geen al te ge wichtige woorden in den mond 1 Men spreke b.v. niet van gevaar voor be houd van de Fransche cultuur, alsof die met een Fransehen cursus voor 10- a 12- jarigen staan of vallen zou Werkelijk, velen die de zegeningen dier cultuur naar waarde weten te schatten (ik noem slechts de lector aan de Amsterdamsche Universiteit, de heer Gallas de rector van het Amsterdams Lyceum, dr. C. P. sectie van de Vereeniging van Leeraren .kers natuurlijk 'de hoofden ibij elkaar. „Arm meisje maar wie kan het haar kwalijk nemen zoo'n korte tijd en dan verzorgd te zijn voor haar geheele leven." „Nu, zij ziet er niet bepaald als een gelukkige verloofde uit. Dat is ook te 'begrijpen. Haar oogen met de donkere kringen, de scherpe trek om haar mond. Zij lijdt, het arme ding Zoo werd verder geredeneerd en het eind-resultaat luidde bijna overal het zelfde „Dat is de schuld, van 'den wil den Wussow Hij. heeft haar een paar jaar voor den gek .gehouden en zijn rechtschapen neef maakt de geschiede nis zooveel het in zijn vermogen is weer goed 1" Het hielp den ritmeester niets, dat hij met nadruk in het Kasino verzekerde „Wij, Blottstedts moeten juffrouw von Dankersbaeh op de knieën danken. Bo vendien kan ik de heeren verzekeren, hoe vreemd het uit mjjn mond moge klinken, dat het een oude liefde is. Ik moet het weten en verpand mijn eere woord, dat zijn bewering waar is 1" Dat was niet gelogen, hij verzweeg alleen, dat de oude liefde slechts van één kant aanwezig was ftri.j Joachim. Men knikte nadenkend met het hoofd en gaf aan het gesprek spoedig een wending. Maar binnen hun eigen muren maakten de hieeren geen moordkuil van hun hart en het werd Wussow duidelijk .dat men grondig van meening omtrent hem was veranderd, tenminste in de huizen, waar geen huwbare dochters waren. De terughouding, die men tegen in de Levende Talen) vinden oprichting dezer cursussen zeer ongewenscht. Voor een andere misvatting zou ik ook willen waarschuwen de daling van het peil der leerlingen op de scho len voor voortgezet onderwijs wordt vaak toegeschreven aan de afschaffing van het Fransch. En ten onrechte Hier is slechts voor oppervlakkig oordeelen den causaal verband. Ten eerste is het Fransch nog niet afgeschaft en de da ling van het peil is er oojc bij de leer lingen, die wei in deze taal onderwezen worden Ten tweede is ze slechts een toevallig ongeveer samenvallend ver schijnsel en zal niemand kunnen tegen spreken, dat de op de lagere school voor andere vakken vrijkomende tijd 'het peil juist weer op kan voeren 'De beste remedie zal hier we! zijn, de meer en meer doordringende gedachte, dat er voor toelating op de H.B.S. en Gym nasium niet zoozeer gelet moet worden op de dosis parate kennis, wat tot nog toe maar al te veel gebeurde, maar op de intelligentie en werklust. Dan komt het onderwijs in het Fransch, evengoed als dat in andere vakken op de middel bare school ook wel geheel tot zijn recht 1 Er is een ander motief velen zien of voelen meer of minder bewust in deze cursussen een middel tot wederinvoe ring van Fransch op de lagere scholen. Ik ben daartegen, maar zal er hier niet verder op ingaan. Alleen wil ik opmer ken. dat het m.i. eenigszins bedenkelijk is, een wettelijk vastgelegd principe geen royale kans te geven en het op naar mijn meening ongeoorloofde wijze en met al te groote voorbarigheid reeds te saboteeren, nog voor het begint door te werken. Bovendien, juist voor degenen, die het Fransch zonder voorbereiding op de lagere school, verloren wanen, zou een tijd van Franschloos lager onderwijs koren op hun molen moeten zijn deze periode zou de beste demonstratie kun nen geven van de noodzakelijkheid van wederinvoering Iedere haast en ongemotiveerde on gerustheid- moet vermeden worden. Het onderwijs moet zich kalm aan den nieu wen toestand aanpassen en, wat ik hier niet verder uiteen zal zetten, de metho de inrichten naar de nieuwe omstandig heden en de oudere leerlingen. Ik ben overtuigd' (en velen met mij) dat het Fransch, noch de Fransche cultuur dan gevaar ioopen. De onderwijsresultaten zijn toch niet zuiver recht evenredig aan den besteden tijd. Oudere leerlingen hebben reeds bewezen vlugger vorde ringen te maken. In dit verband is het eigenaardjg, dat onder degenen, die reeds ervaring in deze hebben, de ge rustheid over de toekomst van het Fransch veel grooter is, dan onder hen, die nog'"zuiver theoretisch redeneeren! Er zijn mij H.B.S.'en bekend, waar de leerlingen, die zonder Fransch kwa men, na 1)4 a 2 jaar even ver zijn als de andere, die normaal doorgingen ik weet van een groote M.U.L.O.-schooi (nu U.L.O.) waar na één jaar het ge middelde cijfer van de Franschlooze categorie hooger was, dan dat van de op cursussen voorbereiden en slechts iets lager dan dat van de leerlingen der „scholen met Fransch-" ik hoorde de uitspraak, dat op een geheele categorie van scholen in liet Zuiden het geheele •gemiddelde der Franschlooze leerlingen beter was dan dat der andere. Heusch, in het Fransch leeren zit het hem niet, in het niet-Fransch leeren ook niet 1 De vraag, die een antwoord eischt in de komende jaren, is belangrijker ze is welke leerlingen moeten naar de H.B.S. of Gymnasium Kan men daar alleen „leerlingen-met-Fransch" ge bruiken, of moet men er leerlingen met verstand en aanleg eischen Ouders moeten zich niet zenuwachtig maken met de vraag hoe zal mijn jongen het maken op de H.B.S. of Gymnasium, als hij geen Fransch leert maar zich in het belang van hun kind afvragen heeft over hem in acht nam, trof hem, den verwenden lieveling van de uitgaande wereld dubbel zwaar. Het was maar goed, dat de manoeuvres voor de 'deur stonden. Zelden liet hij zich in het casino zien, maar reed bijna eiken dag naar de bosschen van het Blottstedter majoraat om diaar op herten te jagen en daar de reebokken op 'klaarlichten dag in het hout bleven en pas tegen dén avond te voorschijn kwamen, liet hf zijn merrie dikwijls een eind draven- naar Süder lohe. De majoor kwam toch slechts enkele oogenblikken te voorschijn en hij stoorde het verloofde paar niet inte gendeel scheen bet hem toe, dat zij blij 'waren als hij kwam. En dan ja hij bekende het zichzelf, hij wend nu op eens naar Grete toegetrokken, nu hij door eigen- schuld het spel had verloren. Nooit had ihlj kunnen denken -dat het leven hem ooit er toe zou gebracht heb ben om als een jaloersch medeminnaar, zonder het te laten merken de verloofde te zitten bestudeeren. Toch toegreep de wilde Wussow haar niet haar zich steeds igelijk blijvende beminnelijkheid stiet hem af, en t.ro;k hem toch steeds weer aan. Dat was het raadselachtige wel merkte hij, dat zijn neef Joachim zich altijd verheugde over zijn komst. In het stille kamertje schudde oo>k Grete het hoofd over zichzelf. Tegen spraak aan allé kanten. En. het dwaaste was wel, d-at zij vaak in verzoeking was, als zij .alleen met Joaclüm was, zijn- hand te igrijpen en die te kussen. Zijn volkomen kalmte, het medelijden hij genoeg intelligentie en werklust is hij gezond genoeg om er 'heen te gaan Of kunnen wij zijn levensgeluk vergroo- ten door hem een anderen weg te wij- zen 'Een laatste motief voor ouders kan zijn als ik mijn kind wat Fransche les laat geven, al moet het dan ook volgens de wet in die Franschlooze klassen ko men, zal het toch daarvan profijt trek ken. Hier zou ik met dr. Gunning wil len waarschuwen, dat de ondervinding ieert, dat leerlingen die hun klas in een of ander vak vóór zijn, daar op den duur vaker nadeelige gevolgen dan •voordeel van ondervinden, daar dit zeer dikwijls achteloosheid en te groot zelfvertrouwen in de hand werkt. Met volle gerustheid zou ik dus, sterk gesteund door de meening van de overgroote meerdenheid der vergade ring, uitgeschreven door het nut (waar- bii welbekenden -uit de onderwijswereld waren als Gunning, Gerhard, Zelvel- der, Bigot, Thijssen, dr. Bonebakker) willen adviseeren aan gemeentebestuur en andere instellingen Steunt de Fran sche cursussen nieten aan de ouders Stuurt uw kinderen er niet heen Het dienstweigeringsvraagstuk. „Het Volk" drukt een verklaring der S. D. A. P., N. V. V. en der A. J. C. af in zake de persoonlijke dienstweigering, waaraan het volgende ontleend is De vakbeweging besloot ide laatste j,aren naast de socialistische partijen actief aan den strijd deel te nemen en onder de arbeiders te propageeren, te genover het geweld van het militairisme het economisch verweer der arbeiders klasse te stellen. Slechts in verband met deze internationale actie tegen oorlog en militairisme kunnen S. D. A. P. en N. V. V. de dienstweigering erkennen als liggende in de sfeer harer 'bemoei ingen. Deze kan echter niet anders zijn 'bedoeld dan al's massale dienstweige ring tegen acuut oorlogsgevaar, als na tuurlijk deel van internationale directe actie tegen den oorlog. Zij heeft niets gemeen en moet niet worden verward met de individueeie dienstweigering. De besturen van S. D. A. P. en N.V.V. erkennen, dat individueeie dienstweige ring hoewel in politieleen zin verwerpe lijk, in bepaalde gevallen als persoon lijke uiting van het menscbelijk gewe ten een daad van zedelijken moed kan zijn. Zij zullen dan ook hun politieleen invloed steeds 'blijven aanwenden, om zoowel in de Grondwet als in de ge wone wetgeving met gewetensbezwaren tegen het voeren van wapenen rekening te doen houden. De S. D. A. P. en het N. V. V. streven met de partijen ien de vakbeweging der andere landen naar internationale ont wapening. Daarnaast plaatsten zij, ook op gronden, aan de eigen politieke en economische gesteldheid van ons land "en volk ontleend, de nationale ontwape ning op haar program. Zij voeren hun actie voor de ontwa pening als onderdeel van hun algemeene politieke actie en van hunne propagan da tegen het kapitalisme. Zij verwerpen daarom elke deelneming aan op zich zelf staande anti-militairistische acties, die door anti-politieke of anarchistische overwegingen worden geleid en des wege de arbeidersklasse in haar strijd tegen de machten van het kapitalisme, slechts kunnen verzwakken. Amsterdam in bloementooi. Evenals vorige jaren schrijft de ver eeniging ,,'t 'Koggeschip" te Amsterdam ook dit jaar weer een wedstrijd uit in het versieren van balcons, ramen en gevels met bloemen en groen. Teneinde den lust oin hieraan mede te doen, ibij de Koggeschipgroep aan te wakkeren', zal de ibeoordeelin,g dezer versieringen, dit jaar niet zooals vorige jaren reeds in Juli, maar in de feestweek ter eere van het 25-jarig regeeringsjubileum van met hem, zijn gebleken hulpvaardigheid, zijn zoolang teruggedrongen en voor iedereen verborgen gehouden liefde voor haar, die hij dag aan dag door kleine attenties deed blijken, dat alles trof haar gevoelig hart en deed haar van uur tot uur vaster gelooven, -dat de band tusschen hen sterker en sterker werd, zoo sterk, dat een oprecht treu rende weduwe meer op de wereld zou zijn, als het afscheid op aarde voor al tijd genomen zou zijn Ais Wussow dan kwam in elegant jachtcostuum, in korte foroek, den groe nen hoed met het veertje scheef op het hoofd en met zijn bruin gebrand gezicht het beeld van volmaakte kracht, en zich met over elkaar geslagen beenen in den rieten stoel op de veranda schommelde, terwijl hij grappen vertelde, dan drong het bloed haar eerst naar het hart, dan 'bonsde het in haar slapen, en een drukkend gevoel lag op .haar hoofd, totdat hartelijk lachen over zijn grap pige, nooit gezochte invallen den last van haar hoofd wegnam. Wat baatte het, zich te verbazen, zichzelf voor te houden, je ibent slecht, die daar in den stoel zit, alsof hij hier heer des huizes was, die heeft u tot in het diepst uwer ziel gekrenkt, belogen en bedrogen Het hielp in het geheel niets Hoe vaker hij 'kwam des te •vrijer ■werd haar 'bli.k en weldra werd hem haar hand even hartelijk toegestoken als die van Joachim, die Wussow „zijn lieven verfrisschenden wervelwind" noemde. Alleen de majoor bromde, voerde In de Kóningin, dus in September, plaats hebben. Door de Koggeschipgroep worden verschillende gouden, verguld zilveren, zilveren: en bronzen medailles uitge loofd. De Ned. Maatschappij voor Tuin bouw en Plantkunde, welke dit jaar haar gouden" feest viert, stelt hiervoor ook eenige medailles beschikbaar, ter wijl de vereeniging Rembrandt even eens verschillende prijzen uitlooft. De mode. Nog steeds is de iage taille in de mode, ofschoon zij -nu eenigszins 'hooger is dan een paar maanden geleden. Een lang leven kan haar echter niet meer toegekend wor den. Spoedig zal zij tot de natuurlijke 'hoogte gestegen zijn en wij kunnen deze verandering niet dan met vreugde be groeten, daar hiermee een geheele wij ziging van het vrouwelijk silhouet zal zijn bereikt. De vrouw zal niet meer lij ken op een verkleede kwajongen noch op een zoutzak of een lantaarnpaal, neen, zij zal doodgewoon lijken op... een vrouw Een merkwaardige mode, is 't niet Wij vreezen jechter, 't is misschien wel wat pessimistisch, dat die natuur- taille-hoogte ons voeren zal tot iets, erger dan strijkplank-figuren en 'hobbe zak-japonnen, nl. tot de wespentaille. Vervalt niet steeds de vrouw van het eene uiterste in het andere Kan zij wel ooit langen tijd bevrediging vinden ia den gulden middenweg? Voor het oogen'blik behoeven wij ons nog niet te veel zorgen daaromtrent te maken, want geruimen tijd zal er nog wel over moeten verloopen voor we aan die veranderingen gekomen zijn. Thans houden we ons nog aan de lage taille- lijn, met een stijging tot de natuurlijke hoogte „in ziohf'. De robe-manteau wordt zeer veel gedragen, terwijl men tevens het korte manteltje ziet, beide over het algemeen met gespsluiting links. In de komende dagen beloven ook zijden en wollen jer sey's in twee kleuren, waarvan één in overeenstemming met de daaronder ge dragen blouse of japon, veel te worden gezien. Trouwens, alle kleeding van tricotstof blijft nog zéér modern, voorat een geheel van jumper, rok en jersey of japon en jersey. Iets nieuws voor het tennisveld is een witte rok met een vuurroode, mouwlooze jumper. Of deze kleedij echter veel opgeld zal doen, blijft de vraag. Van kragen wordt een druk gebruik gemaakt. Je kunt er ook zoo leuk een oud japonnetje mee opfleuren een kleine wijziging in het model, een nieuw ceintuurtje, chique kanten of andere kraag en het oude kleedje is blijkbaar omgetooverd in een spiksplinternieuw. Men ziet de kragen in verschillenden vorm, 'het zakdoek-model met een ■knoop in de uiteinden, de Berthe-kra- gen en nog vele andere. Soms worden er bijpassende manchetten bij gedra gen. Ook jabots zijn modern voor slanke figuren blijven zij ongetwijfeld steeds een flatteuse dracht. Draperies worden bij de meeste ja ponnen en ook bij mantels op allerlei wijzen aangebracht. De modekleur blijft voorloopig nog groen in alle mogelijke schakeeringen, terwijl daarnaast ook bruin wordt ge dragen. Weet u, wat de nieuwste garneering thans is, zoowel voor blouses als voor japonnen? Het zijn kleine struisveer tjes. verwerkt tot de meest uiteenloo- oende ideeën. In alle tinten worden zij geverfd en daarna op de dame^kleeding aangebracht bij. wijze van franje, langs kraag, mouwen, ceintuur of afhangen de panden, samengevoegd tot fraaie kwasten, gerangschikt tot bloemmotie ven of andere figuren. Als garneering voor een blouse lijkt ons dit materiaal zijn koffie, wierp nu en dan .zijn dochter een vragenden blik toe en ging spoedig weer heen. ■De drie waren blij als zij hem niet meer hoorden. De manoeuvres begonnen, de trouw dag was bepaald hij zou slechts in den kleinsten familiekring worden gevierd. Wiussow had vast beloofd .te komen en die kreeg als neef zeker verlof. Hoe meer de dag naderde, des te kal mer werd Grete. Dan zou onherroepelijk zijn igeschied, wat toch gebeuren moest. Slechts nu en dan overviel haar nog een beven en aarzelen, maar dat :was alleen als Joachim niet 'bij haar was, en de vragende blik van haar vader op haar rustte. De oude heer was heel stil ge worden als hij niet op zijn landerijen was, dan verliet hij ternauwernood zijn werkkamer. Wanneer haar vader een oogenblik bij haar had gezeten, herademde zij als hij weer weg was en geloofde dat het een verlossing voor haar zou zijn als zij Süderlohe maar eerst verlaten had. Toch schudde zij het hoofd over zich zelf Of alle vrouwen zulke wonderlijke wezens 'waren Dankersbach stond aan het geopende venster van zijn werkkamer. Zonne schijn lag over het landgoed, de zwa luwen streken er overheen, maar hij zag dit alles niet. Met somber gelaat staarde hij naar de koetspoort. Morgen was de trouwdag, en elk oogenblik kon Adal bert komen. Hij had een flinke preek voor hem klaar. Van den straatweg klonk hoefgetrap-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 5