it kek
wmwm
VL1SSIN0SCHE COURANT
IR
150
100
25
7 APRIL
Eerst© Blad
OOKTABAK.
RIES.
agt onze
COLLECTIE
inzage
korting a
ijtant
iE «JONG
•woud 80
No82
«f M4819*til4IKSlgf
GEVRAAGD.
-WOONHUIS
art biedingen
taaimagen
hvrouw.
meisje
Maatsslappij i#
tpowart
13
UitgaveFirma F. VAH DE VELDE ir Jalstraat 58, Vlissingen. Tel. Interc. 18. Postrekening 08237
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
cnir^^nfi
NATUURSCHOON
FEUILLETON
0© burcht van hst geluk.
Beursbeschouwingen
OVERVETTE
GRONDZEEP
pond 40 cent-
half ons S ct.
22 cent.
14 cent.
per ons 30 ct,,
per ons 28 ct,
cent,
:nt.
:nt.
Vederverkoopers.
evelend,
EN.
-O
heer zoekt voor
ni e.k., aan den
en weg of onmid-
ring, een beneden
LAAPKAMER
t duidelijke opgaaf
en wordt en waar,
nditiën, aan het
Courant", onder
)n".
wo rat op de voeteft
in hun jeugd,
jetgebreken baat te
Bellamypark.
r jonge menschen.
nder letters G. V.,.
3. Courant".
een net
tuin aan den Nieu-
■eg, gemeente Kou
lij Middelburg. Met
larden. Te bevragen
;s. Courant".
voor de bakkerij.
AY, Nieuwendijk.
nette
U1NÉE, Schoenhan-
t straat 10.
een net
de 16 jaar.
reau „Vliss. Courant"
iddelb. - Rotterdam
ngelegen plaatsen.
VAN PASSAGIERS
EREN EN VEE.
April
9
0
12
-ties te bekomen
B. EENHOOÏffl, M 163
7. OOSTERHOUT, Tel- 8?»
Ckb.PÜITEHHEK, Td-W1'
f. Mi
BOtl
T.R
nu. w
8
8
8
8
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers Scent.
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
W een ongeluk. O vl
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
E>e „groene Paschen", waarnaar tel
kenmale onze wensch .pleegt uit te gaan
is, althans gedeeltelijk, bewaarheid ge
worden. Toch, na de heerlijke Februari
dagen van dit jaar is de in veel opzich
ten zoo schrale maand Maart een te
genvaller gewonden. De natuur, die
zich, gelukkig maar, aan onze wen-
schen niet stoort, heeft blijkbaar den
voorsprong van welken zij. had doen
blijken, weer doen verloren gaan. En
zoo zijn iwe -thans ongeveer met het
weder, waar we eigen-lijk om dezen tijd
van het jaaar -behooren te wezen. Dat
de gure winden, die ondaniks den vaak
milden zonneschijn, voor -gevoelige ge
stellen thans zoo gevaarlijk kunnen zijn,
bij velen, die nu maar gemeend hadden,
dat we zóó van den winter in den zomer
terecht zouden komen, teleurstelling
-wakken, valt te begrijpen. Doch, mag
men vragen, zijn dezulken er dan ook
twreden mede, als -wat toch -billijk is,
en Zij in Maart liefst Meiweer hebben,
dat zij dan ook naar analogie der din
gen in Augustus alreeds October- en in
'September alvast Novemberweer krij
gen Ons dunkt van niet. De fout in de
redeneering schuilt (hierin, dat men, o
zoo gaarne, het aangename naar zich
toe schuiven wil, maar alles wat n-iet
strookt met onzen -wensch, liefst zoo ver
mogelijk van ons af. Stoorde zich Moe
der Natuu-r aan al die verschillende
wenschen, aan aj die uiteenioopende
begeerten en behoeften, zij zou onge
twijfeld gestadig en gansch in de war
zijn en blijven. En ten slotte zouden wij
daarvan de na-deeli-ge gevolgen het al
lereerst en 't allermeest moeten dragen.
Zoo als het nu is, is het inderdaad
het beste, en -wie naar jets anders ver
langt, doet èn de natuur èn zich zelf
-grootelijks onrecht. Want zij voorzeker
is altijd goed en schoon en we hebben
het slechts aan ons zeiven fe wijten,
zoo we dat niet inzien en ons niet ont
vankelijk maJken te genieten wat zij in
elk seizoen, in elke maand, en op eiken
dag te genieten geeft. Juist dat telkens
afwisselende, dat spe! van allerschoon
ste veranderingen en variaties, maakt
voor den -natuurminnaar een groot be
hagen -en geluk uit. Het komt er daarbij
maar op aan het natuurschoon te kun
nen zien, niet alleen met lichamelijke,
maar niet minder met onze -geestelijke
oogen. Men moet als het ware zich aan
haar overgeven met hart en ziel, om
dan -ook haar grooten rijkdom en weel
de te kunnen medeleven. En nu pleegt
-daarbij de stedeling zich in een veel
Roman van F. ARNEFELD.
30)
Morgen ga ik weer weg, daar
kunnen zij, doen -wat zij willen Het
waren altoos mijn beste dagen, die ik
da-ar al-leen doorbracht, peinsde hij.
Maar het was hem niet vergund, zijn
plan ten uitvoer te brengen. De dans
was weer begonnen ditmaal een
ouderwetsche wals toen de deur van
het zijkabinet open ging en twee per
sonen binnentraden.
Hier kunnen wij ongestoord- spre
ken, beste Diana, klonk Marlkhof's stem,
tenminste zoo lang di:e dans duurt. Zeg
mij nu in 's hemels naam, wat je de
laatste -weken zoo heeft veranderd, al
lereerst, wat je itegen prins Prosper
hc-lbt. Ik was stom van ontzetting over
jou-w gedrag .vandaag Je hebt niet
eens zijn groet beantwoord
Omdat hij een ellendeling is ant
woordde Diana met onderdrukte hef
tigheid. Omdat hij, z'n positie misbruikt,
mij den diepsten smaad aan te doen,
die een man een vrouw kan aandoen
Neen, Ernst, ik ben bij mijn volle ver
stand' Je behoeft mij. niet zoo ver
schrikt aan te zien. Ik zou hem dat in
zijn gezicht zoggen, als hij er mij -gele
genheid toe gaf. Maar hij weet, dat
weerloos ben tegenover hem, dat nie
mand mij getooven zou, dat ieder mij
ongunstiger conditie te -gevoelen dan de
buitenman. Dat is nu een groote vergis
sing. Ja, we zouden geneigd zijn, te
meenen dat eerder het tegendeel het
geval is. Het -is nu eenmaal een men-
schelijke eigenschap, dat van wat we
alle dagen aanschouwen, het interes
sante gauw pleegt af te gaan. De goe
den, die er gelukkig nog velen zijn, niet
te na gesproken, vindt men (bij den bui
tenman in het algemeen, niet die groo
te -geestdrift en vervoering bij het aan
schouwen der natuur, als -bij anderen,
wanneer deze voor korten of langeren
tijd hun bedompten stedenbouw verla
ten hebben, om zich naar hartelust in
het -leven der natuur te vermeiden. Het
is dan alsof de stedeling zich opeens
voor een langdurige ontbering wil scha
deloos stellen en inhalen, -wat hij voelt
dat hem maar al te lang ontbroken
heeft. En dan is het opmerkelijk te er
varen, hoe het menschelijk gemoed toch-
met stenker banden van diepe ver
knochtheid vastzit aan wat de natuur in
haar eenvoudige, maar majesteitelijke
pracht fe schenken heeft, dan de mees
ten onzer ooit van zich zelf hadden ge
dacht. Zeker, er zullen altijd menschen
zijn, die door welke oorzaken, of d-oor
welke omstandigheden ook, ten eenen-
male onontvankelijk zijn voor haar
schoonheid, doch dezulken, daar kan
men gerust van op aan, zijn dan ook
onontvankelijk voor elke andere uiting
van schoonheidsinzicht. Ze zijn inder
daad te beklagen. Maar tusschen den
vurigen natuurminnaar en de gansche-
lijk onontvankelijken, staat nog een
-breede categorie van hen, die als het
ware tot de natuur gebracht moeten
worden. Die niet zelf het wonderlijk
mooie boek der natuur weten op te
slaan, die het -ongelezen, ja ongeopend
zelfs ter zijde leggen, ofschoon zij foch
niet ontbloot zijn van de begeerte er in
te willen lezen. Alleen, ze kunnen het
niet zonder hul-p.
En nu zien we, hoe in de laatste jaren
en in steeds toenemende mate, getracht
wordt, die ter wille te zijn. Een reeks
voortreffelijke leerboeken wijst den jon
gen mensch hef begin van den weg, die
naar het verstaan en liefhebben der na
tuur leidtin bladen en tijdschriften
worden den volwassenen de verdere pa
den gewezen de overheid- van land en
-gemeente gaat -in veel gevallen daarbij
vóór, particuliere veneenigingen volgen,
en alom doet zich de drang gevoelen,
de menschen wat nader tot -die -groote
schoonheid om ons henen te voeren.
Het gevolg hienvan is dan ook, dat dui
zenden en duizenden thans er toe geko
men zijn, zich meer dan vroeger te laven
aan een bron, die onuitputtelijk, gesta
dig en ïn vollen rijkdom vloeit ten bate
van allen, die tot haar naderen willen.
Ondanks dat alles echter, zijn we er
nog verre vanaf een vol-k te mogen
ongestraft beleedigen magDaarom is
hij tevreden met zijn daad en ontwijkt
mij- lafhartig
Prosper had zich terstond bij Mark-
hofs eerste woorden -willen verwijderen.
Toen zij-n naam genoemd werd, bleef
hij als versteend zitten. Hef was laag,
ie luisteren, dat wist hij. Maar hij was
nie-t in staat, een lid te verroeren, zoo
ontsteld was hij over Diana's verbitter
de woorden, die hem ais donderslagen
in de ooren klonken.
iWie luistert aan den wand, die
hoont zijn eigen schand 1 -murmelde hij.
Nu, goed Hij wilde die „schande"
hooren hij moest het hier was
eindelijk lichtDat vloog hem door het
hoofd.
HOOFDSTUK XVIII.
Je (bent buiten je zelf, Diana, zei
Markhof's -kalme stem weer. Hier moet
bepaald een misverstand zij-n. Prins
Prosper is misschien soms wat kortaf
en hoogmoedig, maar tot een lage han
delwijze is hij. niet in staaf. Wil je mij
niet (bedaard vertellen, wat je hem tot
verwijt maakt
Hij heeft dien brief, die mij in aller
oogen destijds een lichtzinnig meisje
deed schijnen, geschreven en ondermijn
schoteltje -gelegd
Diana, dat is onmogelijk
Hij alleen -kan het gaweest zijn.
Of het een drieste poging was, mij wer
kelijk tot een samenkomst u-it te noodi-
gen, of wraak, omdat ik een soortge
lijke vroegere poging op -besliste -wijze
-heeten, dat in al zijn geledingen, -liefde
■gevoelt en behoefte heeft aan de vrije
natuur en hare schoonheid. Het Ameri-
kaansche volk bijvoorbeeld, is daarin
ons en ons niet alleen, verre de baas.
Hetgeen inmiddels niemand weerhouden
mag, om die liefde bij zich en anderen
zooveel mogelijk aan te kweeken. Dit
geldt voor cfk onzer afzonderlijk, zoo
goed als voor de overheid. Zij inzonder
heid heeft ten deze ernstige plichten te
vervullen, waar het geldt het natuur
schoon, waar -het zich bedreigt ziet, te
gen -vermin-king of ontluistering te be
waren. En elk natuurliefhebber zal met
ingenomenheid de woorden tot de zijne
malken, dat „natuurschoon het -geeste
lijk eigendom -is van de gemeenschap,
waarvan de zorg en de -bewaking is ge
legd in hoogste instantie in handen -der
overheid."
De Duitsche financiën en onze
industrie. Een bevredigend
verslag van Philips Gloeilam
penfabriek. Het preferente di
vidend van Jurgens. De prijs
stijging van Suiker. Rubber
en Petroleum weinig veranderd.
Nog geen geld voor Mexi-
caansche coupons. De uitgifte
van 4j4 4-jarige Nederland-
sche schatkistbiljetten een suc
ces.
Er moeten gewoonlijk eenige dagen
verfoopen alvorens de beurzen zich
weer ontworsteld hebben aan een va-
canfiestemmïng, vooral wanneer die er
bij de beursbezoekers zoo goed heeft
ingezeten als in de Paaschweek en zoo
is hef dus alleszins verklaarbaar dat de
Amsterdamsehe effectenbeurs in de af-
geloopen periode geen belangrijke ge
beurtenissen heeft te zien gegeven. Het
publiek hield zich vooral- de eerste da
gen op ee-n afstand, allicht mede onder
den indruk van het bloedige incident te
Essen, dat de verhouding tusschen
Duitschland en Frankrijk nog meer
heeft verscherpt. Ook overigens is er In
de politiek dier beide landen geenerfei
toenadering te ontdekken en dat de
positie der Duitsche regeering klaarblij
kelijk verzwakt, tengevolge van het ge
ringe succes van haar beleid, maakt het
gevaar voor nieuwe ernstige gebeurte
nissen nog grooter. De uiterste partije-n
exploifeeren gewoonlijk de ellende der
bevolking ten eigen bate en wanneer het
niet gelukt deze extremistische elemen
ten in toom fe houden, kan men binnen
korten tijd in Duitschland- voor geheel
nieuwe toestanden komen te staan,
welke ook op het economisch leven en
00 de financieete gesteldheid van in
vloed' zullen zijn, omdat, gelijk wij meer
malen hebben opgemerkt, de stabilï-
seering van den Markenkoers het werk
der regeering is. Zou deze voor een an
dere plaats moeten maken, dan is ook
een nieuwe richting in het financieel be-
afwees ik weet hef niet. Maar dat is
oolk om het even. De bedoeling blijft
toch in beide -gevallen even laag. En
dat dubbel, omdat de slag arglistig
werd toegebracht en ik mij op geener
lei wijze er tegen verweren kon. Waar
om zie je mij zoo ongeloovig aan
1Omdat daar bepaald een misver
stand moet bestaan De prins is tot
zoo'n handelwijze evenmin in staat als
ik zelf of ieder ander fatsoenlijk mensch.
Wat geeft jou aanleiding juist hem
voor den schrijver -te houden
Al-les Elk woord van den brief
Diana vertelde nu al-les, wat er tusschen
haar en Prosper was voorgevallen, van
de eerste ontmoeting in het bosch af
tot de verbloemde uitnoodigin-g in de
broeikas, spoedig weer een morgenrit
te gaan maken.
Begrijp je nu besloot zij. Slechts
hij -kon met de woord-en „op de be
wuste plaats" op een herhaling van die
eerste ontmoeting zinspelen. Slechts hij
heeft mij met de jachtgodin Diana ver
geleken. Slechts hij wist, dat ik uitslui
tend over de -morgenuren beschikken
kan, daar mij-n dienst mij over dag vol
op in beslag neemt.
Dat is nog lang niet uitgemaakt
Wat jij eèn zinspeling noemt, kan ook
bloot toeval zijn.
En -de uitdrukkingJachtgodin
Diana
Ligt voor de hand. Diana is geen
gewone naam. Overigens beschouw je
de heele zaak veel te gewichtig. I-k zelf
heb er eerst later door anderen van
leid niet uitgesloten. Zooais bekend, is
de dollarleening van 50 millioen vrij
wel misluktslechts voor een vierde
deel is er op deze leening ingeschreven
en de regeering zal dus over een veel
minder bedrag buitenlandsch 'betaal
middel de beschikking krijgen dan ze
gehoopt had dit wijst er op, dat óf de
voorraad- buitenlandsche devisen bij fa
brikanten en particulieren kleiner is
dan men vermoedde, óf het vertrouwen
in de garantie der regeeringsobligaties
nog te wenschen overlaat. De laatste
overweging zal vermoedelijk de juiste
zijn en is trouwens aanstonds na de
aankondiging der dollarleening door
ons en anderen naar voren gebracht
men is in Duitschland nog niet zoover
dat men een goudobtigat-ie van eigen
land met waardevolle buitenlandsche
devisen gelijk stelt. Tegen het einde der
vorige week was er in verband met d'it
échec der dollarleening een lichte reac
tie in den Markenkoers, maar sedert
kon het verlies weer worden ingehaald
en schijnt hij weer krachtig te worden
gesteund. Dit wil wat zeggen, wanneer
men bedenkt, dat in de week van 15 tot
23 Maart 683 milliard nieuwe -Marken
zijn aangemaakt en het totaal uitstaan
de bedrag nu reeds tot 5000 milliard g-
stegen is.
De invloed der wisselkoersen op den
fondsenhandel is in verband mef de op
merkelijke standvastigheid uiteraard
van geen beteekenis meer, alleen brengt
het achterwege blijven van de vroegere
fluctuaties voor handel- en industrie een
aanmerkelijke vergemakkelijking der in
ternationale concurrentie en in sommige
gevallen een min of meer beduidend
voordeel, wanneer men zoo gelukkig is
uit het onbezette gebied van Duitsch
land op oude contracten en dus tot lage
prijzen goederen te bekomen. Voor zoo
ver deze factoren de willige stemming
voor fndusfrieele aandeelen op onze
beurs hebben veroorzaakt, heeft men er
mede te rekenen, dat uit -den stand der
Duitsche valuta vroeg of Iaat licht on
aangename verrassingen kunnen voort
vloeien en dat er ook voor de naaste
toekomst tusschen den welstand onzer
bedrijven en de gebeurtenissen in
Duitschland een nauw verband blijft
bestaan.
Het is daarom een zeer gelukkig ver
schijnsel, dat tal van industrieën hier te
lande, ondanks de in 1922 bestaande
valuta-moeilijkheden, in staat zijn ge
weest een voor aandeelhouders bevre
digend resultaat te behalen, dank zij de
perfectioneering van het bedrijf en de
krachtige bezuiniging, welke men heeft
weten door te voeren. Zoo schijnt bij
voorbeeld Jurgens een zoodanige winst
te hebben behaald, dat op de preferente
aandeelen het cumulatieve dividend kan
worden uitgekeerd en een ander groot
concern, Philips Gloeilampenfabrieken,
keert op hare preferentie aandeelen een
zelfde dividend als verleden jaar (7
en op hare gewone aandeelen insgelijks
eenzelfde dividend (11 hoewel in het
verslag opgemerkt wordt, dat de schom-
gehoord, ze echter voor een grove, on
behoorlijke grap gehouden, die een of
andere domme jongen zich veroorloof
de. Misschien hinderde het de hoog-
aristocratische gevoelens van sommige
deelnemers, dat menschen als wij tus
schen hen zaten en wilde men jou een
weinig blameeren. Thans denkt nie
mand meer daaraan.
Vergis je maar niet
En indien ook De prinses heeft
mij onlangs verteld, dat de hertog, van
-wien i-k, onder ons -gezegd, dat niet
eens had verwacht, op zeer hooghar
tige -wijze voor ons is opgekomen, toen
-gravin Wi-lderich op het praatje zin
speelde.
I— Dat verandert niets aan het feit,
dat het voor mij meer dan een praatje
is en dat ik ihet brandteeken van deze
smaadvolle herinnering steeds voelen
zal. Maar, wat meende jij daar met dat
„ons" Jou gaat de zaak toch heele-
maal niet aan.
Toch. De een of ander heeft het
vermoeden geuit, dat iik de schrijver
van den brief zou zijn, omdat er tus
schen ons heimelijk teedere banden
zouden bestaan. Tegen dien laster is de
herto-g met kracht opgetreden.
Dus ook dat nog 1 riep Diana bit
ter. Niet eens onze vriendschap van ui-
de kinderjaren laat men onbezoedeld
O, Ernst, als je wist, welk een afschuw
ik soms gevoel, als ik zie, hoe erbar
melijk deze menschen zijn
Over het geheel zijn de menschen
dat wet overal, mijn arme Diana. Er
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
metingen in den koers der vreemde va
luta en de bescherming der inheemsche
industrie in het buitenland telkens nieu
we verrassingen teweegbrengen. Toch
zijn de winsten van Philips in 1922 aart-
zienlijk bij die van vorige jaren ten
achter gebleven het voordeelig saldo
der exploitatie-rekening bedroeg dit
maal slechts ƒ3.944.241 tegen
ƒ6.041.330 in 1921 en ƒ10.150.817 in
1920. Deze cijfers zeggen den buiten
staander echter niet veelt omdat zij blij
kens het verslag reeds verminderd zijn
met „belangrijke afschrijvingen" en het
bedrag hiervan niet wordt genoemd.
Philips heeft nimmer een verslag gepu
bliceerd, waaruit men de werkelijke po
sitie en de werkelijke winstcijfers kon
nagaan en bij dë beoordeeling kan men
alleen afgaan op de zichtbaar sterke
positie, op de groote winsten, welke be
haald zijn en op de verklaring der di
rectie, dat onzichtbaar voortdurend op
de eigendommen wordt afgeschreven.
Wanneer ondernemingen ais Philips en
Jurgens in een zoo precairen tijd ajs
1921 en 1922 nog met een redelijk
winstcijfer voor den dag kunnen komen,
is er geen reden om aan hun toekomst
te twijfelen.
Dergelijke uitkomsten over 1922 vor
men voor de beurs een alleszins begrij
pelijke stimulans en met name Industri-
eele waarden toonen nog steeds een
neiging tot stijgen Jurgens gewone
aandeelen bereikten weer een koers van
70 f, en het eigenaardige verschijnsel
doet zich voor, dat alle aandeelsoorfen
van deze onderneming gewone, prer-
ferente A's, B's en C's thans onge
veer even hoog noteeren.
Een goede stemming bestond ook
voor Suikeraandeelen, waarin nieuwe
koersverbeteringen tot stand kwamen,
hoewel het moeilijk is om op deze af-
deeling nieuwe gezichtspunten te ont
dekken en eenige voorzichtigheid
schijnt niet overbodig te zijn, wanneer
men leest dat in de Semarangsch-Ch'f-
neesche suikerwereld zich enkele moei
lijkheden voordoen in verband met niet
nagekomen leveringscontracten, tenge
volge waarvan op de bezittingen van
een handelmaatschappij reeds beslag
gelegd is. Bij de verkoopen der Java-
suiker speelt de speculatie altijd een
groote roi en in het verleden bleek een
buitensporige prijsstijging doorgaans
met speculatieve fransacties verband te
houden, welke dan later tot een plotse
linge prijsval leidden. Men kan hieruit
niet 'nagaan, in hoeverre thans in Indlë
de prijsstijging van suiker op gezonde
basis berust, maar uit berichten over
het bestaan van blanco-posities mag op
zijn minst de gevolgtrekking worden ge
maakt, dat ook op de suikermarkt de
zijn echter -ook overal uitzonderingen.
En ik herhaal je Prins Prosper is be
slist zeker geen van die enbarmelïjken.
Dat tenminste moet op te helderen zijn.
Wil je, dat ik, als familie van je, open
mef hem spreek?
Neen. Het zou schijnen, alsof ik
mij rechtvzardigen wilde. En dat wil ik
niet, juist tegenover hem niet I
Markhof -keek medelijdend naar haar
blee-k gelaat.
Hoor eens. Diana, ben je hef onder
deze omstandigheden niet moede, je
nog langer door die lieden te laten
deemoedigen Je hebt ze altoos ver
dedigd
Ja, ik heb er -genoeg van, hen fe
dienen 1 riep Diana hartstochtelijk. Ik
verdedig ze niet meer. Maar ik kan
thans nief gaan. Ten eerste is de gravin
mij nu nood-i;g, omdat ze ziek is, 'en ten
tweede deel ik haar meerling, dat mijn
heengaan thans als vlucht en daarmee
ais schuldbekentenis zou worden aan
gezien I
Maar je staat alleen tusschen hen,
als in een woestijn 1 Niemand gevoelt
met je, niemand bekommert zich om
jou gedachten 1
Niet hee-lmaal zoo, Ernst. Agnes
Obronsky is mij vriendschappelijk ge
negen en om mijn hart uit te storten heb
ik immers jou Geloof mij -nu. waar ik
er eens ovct gesproken heb, voel ik mij
al veel lichter te moede.
Er volgde een kleine pauze.
(Wordt vervolgd.)