it kek wmwm VL1SSIN0SCHE COURANT IR 150 100 25 7 APRIL Eerst© Blad OOKTABAK. RIES. agt onze COLLECTIE inzage korting a ijtant iE «JONG •woud 80 No82 «f M4819*til4IKSlgf GEVRAAGD. -WOONHUIS art biedingen taaimagen hvrouw. meisje Maatsslappij i# tpowart 13 UitgaveFirma F. VAH DE VELDE ir Jalstraat 58, Vlissingen. Tel. Interc. 18. Postrekening 08237 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen cnir^^nfi NATUURSCHOON FEUILLETON 0© burcht van hst geluk. Beursbeschouwingen OVERVETTE GRONDZEEP pond 40 cent- half ons S ct. 22 cent. 14 cent. per ons 30 ct,, per ons 28 ct, cent, :nt. :nt. Vederverkoopers. evelend, EN. -O heer zoekt voor ni e.k., aan den en weg of onmid- ring, een beneden LAAPKAMER t duidelijke opgaaf en wordt en waar, nditiën, aan het Courant", onder )n". wo rat op de voeteft in hun jeugd, jetgebreken baat te Bellamypark. r jonge menschen. nder letters G. V.,. 3. Courant". een net tuin aan den Nieu- ■eg, gemeente Kou lij Middelburg. Met larden. Te bevragen ;s. Courant". voor de bakkerij. AY, Nieuwendijk. nette U1NÉE, Schoenhan- t straat 10. een net de 16 jaar. reau „Vliss. Courant" iddelb. - Rotterdam ngelegen plaatsen. VAN PASSAGIERS EREN EN VEE. April 9 0 12 -ties te bekomen B. EENHOOÏffl, M 163 7. OOSTERHOUT, Tel- 8?» Ckb.PÜITEHHEK, Td-W1' f. Mi BOtl T.R nu. w 8 8 8 8 ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15. Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers Scent. ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. W een ongeluk. O vl gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Dit nummer bestaat uit 2 bladen E>e „groene Paschen", waarnaar tel kenmale onze wensch .pleegt uit te gaan is, althans gedeeltelijk, bewaarheid ge worden. Toch, na de heerlijke Februari dagen van dit jaar is de in veel opzich ten zoo schrale maand Maart een te genvaller gewonden. De natuur, die zich, gelukkig maar, aan onze wen- schen niet stoort, heeft blijkbaar den voorsprong van welken zij. had doen blijken, weer doen verloren gaan. En zoo zijn iwe -thans ongeveer met het weder, waar we eigen-lijk om dezen tijd van het jaaar -behooren te wezen. Dat de gure winden, die ondaniks den vaak milden zonneschijn, voor -gevoelige ge stellen thans zoo gevaarlijk kunnen zijn, bij velen, die nu maar gemeend hadden, dat we zóó van den winter in den zomer terecht zouden komen, teleurstelling -wakken, valt te begrijpen. Doch, mag men vragen, zijn dezulken er dan ook twreden mede, als -wat toch -billijk is, en Zij in Maart liefst Meiweer hebben, dat zij dan ook naar analogie der din gen in Augustus alreeds October- en in 'September alvast Novemberweer krij gen Ons dunkt van niet. De fout in de redeneering schuilt (hierin, dat men, o zoo gaarne, het aangename naar zich toe schuiven wil, maar alles wat n-iet strookt met onzen -wensch, liefst zoo ver mogelijk van ons af. Stoorde zich Moe der Natuu-r aan al die verschillende wenschen, aan aj die uiteenioopende begeerten en behoeften, zij zou onge twijfeld gestadig en gansch in de war zijn en blijven. En ten slotte zouden wij daarvan de na-deeli-ge gevolgen het al lereerst en 't allermeest moeten dragen. Zoo als het nu is, is het inderdaad het beste, en -wie naar jets anders ver langt, doet èn de natuur èn zich zelf -grootelijks onrecht. Want zij voorzeker is altijd goed en schoon en we hebben het slechts aan ons zeiven fe wijten, zoo we dat niet inzien en ons niet ont vankelijk maJken te genieten wat zij in elk seizoen, in elke maand, en op eiken dag te genieten geeft. Juist dat telkens afwisselende, dat spe! van allerschoon ste veranderingen en variaties, maakt voor den -natuurminnaar een groot be hagen -en geluk uit. Het komt er daarbij maar op aan het natuurschoon te kun nen zien, niet alleen met lichamelijke, maar niet minder met onze -geestelijke oogen. Men moet als het ware zich aan haar overgeven met hart en ziel, om dan -ook haar grooten rijkdom en weel de te kunnen medeleven. En nu pleegt -daarbij de stedeling zich in een veel Roman van F. ARNEFELD. 30) Morgen ga ik weer weg, daar kunnen zij, doen -wat zij willen Het waren altoos mijn beste dagen, die ik da-ar al-leen doorbracht, peinsde hij. Maar het was hem niet vergund, zijn plan ten uitvoer te brengen. De dans was weer begonnen ditmaal een ouderwetsche wals toen de deur van het zijkabinet open ging en twee per sonen binnentraden. Hier kunnen wij ongestoord- spre ken, beste Diana, klonk Marlkhof's stem, tenminste zoo lang di:e dans duurt. Zeg mij nu in 's hemels naam, wat je de laatste -weken zoo heeft veranderd, al lereerst, wat je itegen prins Prosper hc-lbt. Ik was stom van ontzetting over jou-w gedrag .vandaag Je hebt niet eens zijn groet beantwoord Omdat hij een ellendeling is ant woordde Diana met onderdrukte hef tigheid. Omdat hij, z'n positie misbruikt, mij den diepsten smaad aan te doen, die een man een vrouw kan aandoen Neen, Ernst, ik ben bij mijn volle ver stand' Je behoeft mij. niet zoo ver schrikt aan te zien. Ik zou hem dat in zijn gezicht zoggen, als hij er mij -gele genheid toe gaf. Maar hij weet, dat weerloos ben tegenover hem, dat nie mand mij getooven zou, dat ieder mij ongunstiger conditie te -gevoelen dan de buitenman. Dat is nu een groote vergis sing. Ja, we zouden geneigd zijn, te meenen dat eerder het tegendeel het geval is. Het -is nu eenmaal een men- schelijke eigenschap, dat van wat we alle dagen aanschouwen, het interes sante gauw pleegt af te gaan. De goe den, die er gelukkig nog velen zijn, niet te na gesproken, vindt men (bij den bui tenman in het algemeen, niet die groo te -geestdrift en vervoering bij het aan schouwen der natuur, als -bij anderen, wanneer deze voor korten of langeren tijd hun bedompten stedenbouw verla ten hebben, om zich naar hartelust in het -leven der natuur te vermeiden. Het is dan alsof de stedeling zich opeens voor een langdurige ontbering wil scha deloos stellen en inhalen, -wat hij voelt dat hem maar al te lang ontbroken heeft. En dan is het opmerkelijk te er varen, hoe het menschelijk gemoed toch- met stenker banden van diepe ver knochtheid vastzit aan wat de natuur in haar eenvoudige, maar majesteitelijke pracht fe schenken heeft, dan de mees ten onzer ooit van zich zelf hadden ge dacht. Zeker, er zullen altijd menschen zijn, die door welke oorzaken, of d-oor welke omstandigheden ook, ten eenen- male onontvankelijk zijn voor haar schoonheid, doch dezulken, daar kan men gerust van op aan, zijn dan ook onontvankelijk voor elke andere uiting van schoonheidsinzicht. Ze zijn inder daad te beklagen. Maar tusschen den vurigen natuurminnaar en de gansche- lijk onontvankelijken, staat nog een -breede categorie van hen, die als het ware tot de natuur gebracht moeten worden. Die niet zelf het wonderlijk mooie boek der natuur weten op te slaan, die het -ongelezen, ja ongeopend zelfs ter zijde leggen, ofschoon zij foch niet ontbloot zijn van de begeerte er in te willen lezen. Alleen, ze kunnen het niet zonder hul-p. En nu zien we, hoe in de laatste jaren en in steeds toenemende mate, getracht wordt, die ter wille te zijn. Een reeks voortreffelijke leerboeken wijst den jon gen mensch hef begin van den weg, die naar het verstaan en liefhebben der na tuur leidtin bladen en tijdschriften worden den volwassenen de verdere pa den gewezen de overheid- van land en -gemeente gaat -in veel gevallen daarbij vóór, particuliere veneenigingen volgen, en alom doet zich de drang gevoelen, de menschen wat nader tot -die -groote schoonheid om ons henen te voeren. Het gevolg hienvan is dan ook, dat dui zenden en duizenden thans er toe geko men zijn, zich meer dan vroeger te laven aan een bron, die onuitputtelijk, gesta dig en ïn vollen rijkdom vloeit ten bate van allen, die tot haar naderen willen. Ondanks dat alles echter, zijn we er nog verre vanaf een vol-k te mogen ongestraft beleedigen magDaarom is hij tevreden met zijn daad en ontwijkt mij- lafhartig Prosper had zich terstond bij Mark- hofs eerste woorden -willen verwijderen. Toen zij-n naam genoemd werd, bleef hij als versteend zitten. Hef was laag, ie luisteren, dat wist hij. Maar hij was nie-t in staat, een lid te verroeren, zoo ontsteld was hij over Diana's verbitter de woorden, die hem ais donderslagen in de ooren klonken. iWie luistert aan den wand, die hoont zijn eigen schand 1 -murmelde hij. Nu, goed Hij wilde die „schande" hooren hij moest het hier was eindelijk lichtDat vloog hem door het hoofd. HOOFDSTUK XVIII. Je (bent buiten je zelf, Diana, zei Markhof's -kalme stem weer. Hier moet bepaald een misverstand zij-n. Prins Prosper is misschien soms wat kortaf en hoogmoedig, maar tot een lage han delwijze is hij. niet in staaf. Wil je mij niet (bedaard vertellen, wat je hem tot verwijt maakt Hij heeft dien brief, die mij in aller oogen destijds een lichtzinnig meisje deed schijnen, geschreven en ondermijn schoteltje -gelegd Diana, dat is onmogelijk Hij alleen -kan het gaweest zijn. Of het een drieste poging was, mij wer kelijk tot een samenkomst u-it te noodi- gen, of wraak, omdat ik een soortge lijke vroegere poging op -besliste -wijze -heeten, dat in al zijn geledingen, -liefde ■gevoelt en behoefte heeft aan de vrije natuur en hare schoonheid. Het Ameri- kaansche volk bijvoorbeeld, is daarin ons en ons niet alleen, verre de baas. Hetgeen inmiddels niemand weerhouden mag, om die liefde bij zich en anderen zooveel mogelijk aan te kweeken. Dit geldt voor cfk onzer afzonderlijk, zoo goed als voor de overheid. Zij inzonder heid heeft ten deze ernstige plichten te vervullen, waar het geldt het natuur schoon, waar -het zich bedreigt ziet, te gen -vermin-king of ontluistering te be waren. En elk natuurliefhebber zal met ingenomenheid de woorden tot de zijne malken, dat „natuurschoon het -geeste lijk eigendom -is van de gemeenschap, waarvan de zorg en de -bewaking is ge legd in hoogste instantie in handen -der overheid." De Duitsche financiën en onze industrie. Een bevredigend verslag van Philips Gloeilam penfabriek. Het preferente di vidend van Jurgens. De prijs stijging van Suiker. Rubber en Petroleum weinig veranderd. Nog geen geld voor Mexi- caansche coupons. De uitgifte van 4j4 4-jarige Nederland- sche schatkistbiljetten een suc ces. Er moeten gewoonlijk eenige dagen verfoopen alvorens de beurzen zich weer ontworsteld hebben aan een va- canfiestemmïng, vooral wanneer die er bij de beursbezoekers zoo goed heeft ingezeten als in de Paaschweek en zoo is hef dus alleszins verklaarbaar dat de Amsterdamsehe effectenbeurs in de af- geloopen periode geen belangrijke ge beurtenissen heeft te zien gegeven. Het publiek hield zich vooral- de eerste da gen op ee-n afstand, allicht mede onder den indruk van het bloedige incident te Essen, dat de verhouding tusschen Duitschland en Frankrijk nog meer heeft verscherpt. Ook overigens is er In de politiek dier beide landen geenerfei toenadering te ontdekken en dat de positie der Duitsche regeering klaarblij kelijk verzwakt, tengevolge van het ge ringe succes van haar beleid, maakt het gevaar voor nieuwe ernstige gebeurte nissen nog grooter. De uiterste partije-n exploifeeren gewoonlijk de ellende der bevolking ten eigen bate en wanneer het niet gelukt deze extremistische elemen ten in toom fe houden, kan men binnen korten tijd in Duitschland- voor geheel nieuwe toestanden komen te staan, welke ook op het economisch leven en 00 de financieete gesteldheid van in vloed' zullen zijn, omdat, gelijk wij meer malen hebben opgemerkt, de stabilï- seering van den Markenkoers het werk der regeering is. Zou deze voor een an dere plaats moeten maken, dan is ook een nieuwe richting in het financieel be- afwees ik weet hef niet. Maar dat is oolk om het even. De bedoeling blijft toch in beide -gevallen even laag. En dat dubbel, omdat de slag arglistig werd toegebracht en ik mij op geener lei wijze er tegen verweren kon. Waar om zie je mij zoo ongeloovig aan 1Omdat daar bepaald een misver stand moet bestaan De prins is tot zoo'n handelwijze evenmin in staat als ik zelf of ieder ander fatsoenlijk mensch. Wat geeft jou aanleiding juist hem voor den schrijver -te houden Al-les Elk woord van den brief Diana vertelde nu al-les, wat er tusschen haar en Prosper was voorgevallen, van de eerste ontmoeting in het bosch af tot de verbloemde uitnoodigin-g in de broeikas, spoedig weer een morgenrit te gaan maken. Begrijp je nu besloot zij. Slechts hij -kon met de woord-en „op de be wuste plaats" op een herhaling van die eerste ontmoeting zinspelen. Slechts hij heeft mij met de jachtgodin Diana ver geleken. Slechts hij wist, dat ik uitslui tend over de -morgenuren beschikken kan, daar mij-n dienst mij over dag vol op in beslag neemt. Dat is nog lang niet uitgemaakt Wat jij eèn zinspeling noemt, kan ook bloot toeval zijn. En -de uitdrukkingJachtgodin Diana Ligt voor de hand. Diana is geen gewone naam. Overigens beschouw je de heele zaak veel te gewichtig. I-k zelf heb er eerst later door anderen van leid niet uitgesloten. Zooais bekend, is de dollarleening van 50 millioen vrij wel misluktslechts voor een vierde deel is er op deze leening ingeschreven en de regeering zal dus over een veel minder bedrag buitenlandsch 'betaal middel de beschikking krijgen dan ze gehoopt had dit wijst er op, dat óf de voorraad- buitenlandsche devisen bij fa brikanten en particulieren kleiner is dan men vermoedde, óf het vertrouwen in de garantie der regeeringsobligaties nog te wenschen overlaat. De laatste overweging zal vermoedelijk de juiste zijn en is trouwens aanstonds na de aankondiging der dollarleening door ons en anderen naar voren gebracht men is in Duitschland nog niet zoover dat men een goudobtigat-ie van eigen land met waardevolle buitenlandsche devisen gelijk stelt. Tegen het einde der vorige week was er in verband met d'it échec der dollarleening een lichte reac tie in den Markenkoers, maar sedert kon het verlies weer worden ingehaald en schijnt hij weer krachtig te worden gesteund. Dit wil wat zeggen, wanneer men bedenkt, dat in de week van 15 tot 23 Maart 683 milliard nieuwe -Marken zijn aangemaakt en het totaal uitstaan de bedrag nu reeds tot 5000 milliard g- stegen is. De invloed der wisselkoersen op den fondsenhandel is in verband mef de op merkelijke standvastigheid uiteraard van geen beteekenis meer, alleen brengt het achterwege blijven van de vroegere fluctuaties voor handel- en industrie een aanmerkelijke vergemakkelijking der in ternationale concurrentie en in sommige gevallen een min of meer beduidend voordeel, wanneer men zoo gelukkig is uit het onbezette gebied van Duitsch land op oude contracten en dus tot lage prijzen goederen te bekomen. Voor zoo ver deze factoren de willige stemming voor fndusfrieele aandeelen op onze beurs hebben veroorzaakt, heeft men er mede te rekenen, dat uit -den stand der Duitsche valuta vroeg of Iaat licht on aangename verrassingen kunnen voort vloeien en dat er ook voor de naaste toekomst tusschen den welstand onzer bedrijven en de gebeurtenissen in Duitschland een nauw verband blijft bestaan. Het is daarom een zeer gelukkig ver schijnsel, dat tal van industrieën hier te lande, ondanks de in 1922 bestaande valuta-moeilijkheden, in staat zijn ge weest een voor aandeelhouders bevre digend resultaat te behalen, dank zij de perfectioneering van het bedrijf en de krachtige bezuiniging, welke men heeft weten door te voeren. Zoo schijnt bij voorbeeld Jurgens een zoodanige winst te hebben behaald, dat op de preferente aandeelen het cumulatieve dividend kan worden uitgekeerd en een ander groot concern, Philips Gloeilampenfabrieken, keert op hare preferentie aandeelen een zelfde dividend als verleden jaar (7 en op hare gewone aandeelen insgelijks eenzelfde dividend (11 hoewel in het verslag opgemerkt wordt, dat de schom- gehoord, ze echter voor een grove, on behoorlijke grap gehouden, die een of andere domme jongen zich veroorloof de. Misschien hinderde het de hoog- aristocratische gevoelens van sommige deelnemers, dat menschen als wij tus schen hen zaten en wilde men jou een weinig blameeren. Thans denkt nie mand meer daaraan. Vergis je maar niet En indien ook De prinses heeft mij onlangs verteld, dat de hertog, van -wien i-k, onder ons -gezegd, dat niet eens had verwacht, op zeer hooghar tige -wijze voor ons is opgekomen, toen -gravin Wi-lderich op het praatje zin speelde. I— Dat verandert niets aan het feit, dat het voor mij meer dan een praatje is en dat ik ihet brandteeken van deze smaadvolle herinnering steeds voelen zal. Maar, wat meende jij daar met dat „ons" Jou gaat de zaak toch heele- maal niet aan. Toch. De een of ander heeft het vermoeden geuit, dat iik de schrijver van den brief zou zijn, omdat er tus schen ons heimelijk teedere banden zouden bestaan. Tegen dien laster is de herto-g met kracht opgetreden. Dus ook dat nog 1 riep Diana bit ter. Niet eens onze vriendschap van ui- de kinderjaren laat men onbezoedeld O, Ernst, als je wist, welk een afschuw ik soms gevoel, als ik zie, hoe erbar melijk deze menschen zijn Over het geheel zijn de menschen dat wet overal, mijn arme Diana. Er INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. metingen in den koers der vreemde va luta en de bescherming der inheemsche industrie in het buitenland telkens nieu we verrassingen teweegbrengen. Toch zijn de winsten van Philips in 1922 aart- zienlijk bij die van vorige jaren ten achter gebleven het voordeelig saldo der exploitatie-rekening bedroeg dit maal slechts ƒ3.944.241 tegen ƒ6.041.330 in 1921 en ƒ10.150.817 in 1920. Deze cijfers zeggen den buiten staander echter niet veelt omdat zij blij kens het verslag reeds verminderd zijn met „belangrijke afschrijvingen" en het bedrag hiervan niet wordt genoemd. Philips heeft nimmer een verslag gepu bliceerd, waaruit men de werkelijke po sitie en de werkelijke winstcijfers kon nagaan en bij dë beoordeeling kan men alleen afgaan op de zichtbaar sterke positie, op de groote winsten, welke be haald zijn en op de verklaring der di rectie, dat onzichtbaar voortdurend op de eigendommen wordt afgeschreven. Wanneer ondernemingen ais Philips en Jurgens in een zoo precairen tijd ajs 1921 en 1922 nog met een redelijk winstcijfer voor den dag kunnen komen, is er geen reden om aan hun toekomst te twijfelen. Dergelijke uitkomsten over 1922 vor men voor de beurs een alleszins begrij pelijke stimulans en met name Industri- eele waarden toonen nog steeds een neiging tot stijgen Jurgens gewone aandeelen bereikten weer een koers van 70 f, en het eigenaardige verschijnsel doet zich voor, dat alle aandeelsoorfen van deze onderneming gewone, prer- ferente A's, B's en C's thans onge veer even hoog noteeren. Een goede stemming bestond ook voor Suikeraandeelen, waarin nieuwe koersverbeteringen tot stand kwamen, hoewel het moeilijk is om op deze af- deeling nieuwe gezichtspunten te ont dekken en eenige voorzichtigheid schijnt niet overbodig te zijn, wanneer men leest dat in de Semarangsch-Ch'f- neesche suikerwereld zich enkele moei lijkheden voordoen in verband met niet nagekomen leveringscontracten, tenge volge waarvan op de bezittingen van een handelmaatschappij reeds beslag gelegd is. Bij de verkoopen der Java- suiker speelt de speculatie altijd een groote roi en in het verleden bleek een buitensporige prijsstijging doorgaans met speculatieve fransacties verband te houden, welke dan later tot een plotse linge prijsval leidden. Men kan hieruit niet 'nagaan, in hoeverre thans in Indlë de prijsstijging van suiker op gezonde basis berust, maar uit berichten over het bestaan van blanco-posities mag op zijn minst de gevolgtrekking worden ge maakt, dat ook op de suikermarkt de zijn echter -ook overal uitzonderingen. En ik herhaal je Prins Prosper is be slist zeker geen van die enbarmelïjken. Dat tenminste moet op te helderen zijn. Wil je, dat ik, als familie van je, open mef hem spreek? Neen. Het zou schijnen, alsof ik mij rechtvzardigen wilde. En dat wil ik niet, juist tegenover hem niet I Markhof -keek medelijdend naar haar blee-k gelaat. Hoor eens. Diana, ben je hef onder deze omstandigheden niet moede, je nog langer door die lieden te laten deemoedigen Je hebt ze altoos ver dedigd Ja, ik heb er -genoeg van, hen fe dienen 1 riep Diana hartstochtelijk. Ik verdedig ze niet meer. Maar ik kan thans nief gaan. Ten eerste is de gravin mij nu nood-i;g, omdat ze ziek is, 'en ten tweede deel ik haar meerling, dat mijn heengaan thans als vlucht en daarmee ais schuldbekentenis zou worden aan gezien I Maar je staat alleen tusschen hen, als in een woestijn 1 Niemand gevoelt met je, niemand bekommert zich om jou gedachten 1 Niet hee-lmaal zoo, Ernst. Agnes Obronsky is mij vriendschappelijk ge negen en om mijn hart uit te storten heb ik immers jou Geloof mij -nu. waar ik er eens ovct gesproken heb, voel ik mij al veel lichter te moede. Er volgde een kleine pauze. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1