EGYPTE
WOENSDAG 4 APRIL.
Iiper STOUT
No79<
aan
istborïe
nstbode
istbode
chs Maatschappij m
Stsowart
BINNENLAND
FEUILLETQN
De burcht van het geluk.
Stads- ea Provincienieuws
I bezig met
mem Weet
eu cijdoott
SUPER
rank. Hee»>
De verdere
znh"-oe.;bi
Te!. 34, Viissingen
m&a—
)p eersten stand.
event, referenties
kt 40, Oen Oosch.
evraagd te Souburg,
met opgaaf van prijs,.
grootte, onder No.
Crt.
iRESSENSTEItf
;onen verdienen thuis
lden per dag. (Fran-
:f met 20 cent.) Adres
Dortmundt, Schliez-
i een nette
bediening.
ireau „Vliss. Courant"
ARENDREGT, Nieu-
vraagt voor direkt
lijke
niet beneden 25 jaar.
ureau „Vliss. Courant"
d een
HABIG, Boulevard
62. (bovenhuis)
d flink
morgenuren of halve
es: Bureau „Vlissing-
ant".
Middelb. - Rotterdam
tengelegen plaatsen.
VAN PASSAGIERS
bEREN EN VEE.
T. SfiM
sin
T. liDtt
Tm. BIT
8
8
April]
4
5
6
9
matieB to bekomen
N.V. Tranap. en EiP»
Ervon G. VOS, Ti.
B. EENHOORN, Tel. 16'
v. OOSTERHODT, Tel. 'H.
Gab-PUITENHEK, T«U0J-
VLISSINCSCHE COURANT
ABÖNNEJWENTS-PRIJS
Voor Viissingen fin gemeenten op Wai-
ehcren 2.20 per drie maanden. Franco
i «r het geheeti rijk 2.50. Weelt-abon-
nenienten 17 cent, alles bij vooruitbetaling,
Afriwujeriijtte nummers S cent
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 25 ceai; bij abonnement spe-
eiale prijzen. Reclames 52 cent per i gel
DamstaaribtedlBgea en dlenstaanvragen
van -5 regels 65 centiedere regel mee;
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 6 regels f 1.74,
tedere regel meer 2S cent.
De zomertijd.
Gisteren is bet voorloopig verslag
wan de Eerste Kamer verschenen over
Set initiatief-voorstel van de heeren
Braat en de Boer om den zomertijd niet
weer in te voeren. Er blijkt uit, dat de
groote meerderheid van de Kamer om
«ifenloopende redenen meent, dat het
voorstel niet kan worden aanvaard.
Men kiwam tot de slotsom, dat bet op
den weg der regeering ligt, met een
modus vivendi te ikomen, door den ter
mijn te bekorten, gedurende wellken de
zomertijd zou geiden, of, gelijk eenige
leden aangaven, door invoering van
den midden-Europeeschen tijd. De ver
pachting werd daarom algemeen uit
gesproken, dat bij eventueele verwer
ping van hef voorstel.Braaf c.s. de
regeering in dien zin zou handelen.
Ons Nederiandsch volkslied.
Minister De Visser heeft een poging
gedaan, om er voor te zorgen, dat het
opgroeiend geslacht beter de Neder-
landsche volksliederen zal kennen en
zingen dan met ons igeslaoht helaas het
.geval is.
Het Kamerlid Ter Hall vestigde in
dertijd de aandacht van den minister
op dit euvel
Dezer dagen nu heeft de minister den
volgenden (brief aan de inspecteurs van
het la,ger onderwijs gericht
„Het is mij bekend en no-g onlangs
is van bevoegde zijde mijn aandacht
daarop opnieuw .gevestigd dat de
onwetendheid der schootkinderen (en
ook van de volwassenen) ten aanzien
der Nederlandsche volksliederen over
ket algemeen niet gering is.
Bc acht het nuttig u hierop te wijzen,
opdat gij bij de behandeling der leer
plans hieraan de noodige aandacht
wijdt door te bevorderen dat in de
leerprogramma's eenige der meest in
zwang zijnde volksliederen worden op
genomen. Het verdient voorts aanbeve
ling de medewerking der hoofden van
openbare en bijzondere lagere scholen
in ite roepen, opdat de kinderen meer
dan tot dusver naast de melodie ook de
woorden die; liederen leeren kennen en
onderhouden.
Ook komt het mij geiwenscht voor,
dat aan de leerlingen der lagere scholen
bij het verlaten der school een boekje
met liederen, waarin ook volksliederen
voorkomen, wordt uitgereikt en dat gij
bij de gemeente- en schoolbesturen uw
invloed aaniwendt om dit te bevorderen.
In verband met het verschil in karak
ter der onderscheidene scholen verdient
het m.i. evenwel geen aanbeveling hier
voor een bepaalde verzameling te noe
men gemeente- en sohoolbesturen die
nen ten deze zelf een keuze te doen."
De nieuwe postzegel.
De dezer dagen gehouden algemeene
vergadering van de Internationale ver-
Roman van F. ARNEFELD.
27)
HOOFDSTUK XVI.
Het iwerd een gezellige avond. Tinti
had wel, een teleurgesteld gezicht ge
zet, toen zij hooide, dat Prosper naar
Hochweid was vertrokken, en zij maak
te eerst twel bezwaar, den avond te
blijven.
Maar toen Edeltrud beloofde, ter
stond een rijknecht met de boodschap
naar Hagernbach te zenden en haar des
avonds zelf thuis te brengen, liet zij
zich iheel gaarne overreden.
Men moet de feesten vieren, zoo
als ze vallen, dacht zij. Thuis is het
immers toch ontzaglijk vervelend en de
goede Kurt mat zijn dwaze verliefdheid
is toch een vermakelijk plaatsvervanger
voor den altijd even pedanten Prosper.
Zoo bleef zij dan en genoot glim
lachend zijn blinde vereering.
Men 'gebruikte onder de boomen met
den hertog, de .kinderen, Markhof en
juffrouw Muller gezellig de thee. Tegen
zonsondergang speelde men met de
kinderen blindemannetje op het gras
veld achter het slot en de hertog ver
wonderde zich, in stil/te over de uitgela
ten vroolijkheid, die Edeltrud' daarbij
toonde.
Zij, lijkt weer net een jong meisje,
dacht hij. Ik deed haar werkelijk on
recht, zooiang toe te stemmen in haar
eeniging wan postzegelverzamelaars
„Philatelcia", te 's-Gravenhage, Is de
volgende motie aangenomen
De intern. Vereeniging, enz.
Gezien de plaatjes, die door het
Staatsbedrijf der posterijen en telegrafie
zijn uitgegeven als postzegels van het
Koninkrijk der Nederlanden, acht deze
producten smakeloos en het land van
Rembrandt onwaardig; veraoekt den
overigen Nederlandschen Vereenigingen
van postzegelverzamelaars adhaesie te
willen betuigen, brengt een en ander
ter kennis van de pers en gaat over tot
de orde van den dag.
Bewijzen van Nederlanderschap voor
België.
De Commissaris der Koningin in de
provincie Noord-Holland heeft aan den
minister van buitenlandsche zaken om
inlichtingen verzocht of het de bedoe
ling is, dat bewijzen van Nederlander
schap, dienende voor toelating in Bel
gië, uitsluitend door den Commissaris
der Koningin worden afgegeven, dan
wei of ook de burgemeesters tot afgifte
bevoegd zijn.
De minisiter van buitenlandsche zaken
heeft hierop geantwoord, dat, ofschoon
de met de Belgische regeering getroffen
regeling inzake de toelating van Ne
derlanders in België op vertoon van een
bewijs van Nederlanderschap te hunner
name niet uitsluit de bewijzen van Ne
derlanderschap, afgegeven idoor de
burgemeesters, zij foch in de eerste
plaats op het oo.g heeft de nationaliteits
bewijzen, afgegeven door de Commissa
rissen der Koningin, zoodat het de
vooikeur verdient dat belanghebbenden
zich voorzien van zoodanig national i-
teitsbewijs.
Het weer in Maart.
Het Meteorologisch Instituut te De
Bilt publiceert het volgende voorloopig
overzicht van het weer in Maart.
Gemiddeld over de geheele maand
was de temperatuur ongeveer 2 graden
'Celsius boven normaalin de iderde
ddkade iwas hef dagelijiksche maximum
zelfs ruim 6 en het' minimum 3 graden
er boven. Te Maastricht werd den 26en
een maximum van 23.2 graden en te de
Bilt den 27sten een van 21.3 graden
bereikt, derhalve slechts weinig beneden
de hoogste vroeger toereikte, die van 30
Maart 1911, resp. 23.4 en 21.8 graden.
Vorstdagen kwamen nagenoeg niet
voor, echter was er op ongeveer tien
dagen nachtvorst.
De regenval, 'gemiddeld over het ge
heele land, bedroeg slechts 31 mM. te-
■gen 46 de normale maandsom.
De Bilt telde 117 uren met zonne
schijn tegen 105 uren normaalde
eerste helft der maand was meest be
trokken.
NOG EENS DE OVERGANG VAN HET
LAGER- NAAR HET MIDDELBAAR
ONDERWIJS.
II.
Middelbaar onderwijs is dius niet al
leen een onderwijs, dat de verstandelij
ke vermogens wat meer ontwikkelt,
het gemoed verdere vorming, den geest,
de zintuigen en de lichamelijke krachten
meerdere oefening geeft dan bij het la
ger onderwijs het geval is het ver
schaft heel wat meer en heel [wat toeter,
het verschaft de zgn. algemeene ont
wikkeling. Een juiste omschrijving van
het begrip algemeene ontwikkeling is
uiterst moeilijk, maar bei schijnt'mij toe
te zijn die kennis van mensch en samen
leving en die geestelijke houding, welke
vereischt worden voor degenen, die in de
afgetrokken leven, dat haar boven haar
leeftijd ernstig en peinzend maakte. Nu
leeft zij weer op onder de jeugd:
Toen dë hofmeester aan .tafel noodde,
trok juffrouw Muiier met den kleinen
Mundy zich terug. Ook Achim zou
meegaan, want hij mocht slechts dan
met de volwassenen eten, als er geene
gasten waren.
Maar Knude, die zich snel en hartelijk
met den knaap had bevriend, vroeg,
dat men een uitzondering zou maken.
Men wilde immers bovendien na tafel
de foto's uit Afrika bekijken.
Edeltrud ondersteunde levendig dit
verzoek. Zij iwas zoo dankbaar, als
iemand haar lieveling prees en steeds
gelukkig, als hij bij haar kon zijn.
Eigenlijk zijn wij oak immers ge
moedelijk onder ons, toesloot zij.
De hertog keek haar wat venwonderd
aan. Hem was vrijheer Von Knude, die
voor de tweede maal op Dreisenstein
kwam, nog heelemaal een vreemde.
Maar hij opperde geen bezwaren en
Achim mocht mee aan tafel. Het ge
sprek was zeer opgewekt. Knude ver
telde Edeltrudi van zijn reizen en Tinti
oefende zich in flirten met Dolling.
Slechts de hertog voelde zich onbe
hagelijk te moede. Hij ergerde zich over
Tinti's gedrag, dat hem voor de eerste
maal grondig mishaagde, en hij ergerde
zich nog meer over Edeltrud: die voor
het luisteren naar Knude alles om zich
heen scheen te hebben vergeten.
Sedert wanneer stelde zij toch zoo
veel belang in Oost Afrika Het was
inderdaad! niet noodig, dien Knude zoo
maatschappij in een of ander opzicht
een leidende functie van hooger orde
uitoefenen, of een verantwoordelijkheid
van .meer dan gewonen omvang dra-
gen. Het is duidelijk, dat deze algemee
ne ontwikkeling niet dezelfde is als het
maken van moeilijke sommen, van lasti
ger taaloefeningen, als het kennen van
meer jaartallen, van meer zijrivieren
van den Mississippi, van meer vreemde
woordjes, etc. etc., dan op de lagere
school het geval is, maar dat daarbij
veeleer te denken is aan inzicht in ge
beurtenissen en toestanden, het volgen
en het zelf ontwikkelen van logische ge-
daöhtengangen, het zich schriftelijk en
mondeling juist en vaardig uitdruikken
in zijn moedertaal, het goed kunnen le
zen en verstaan van een stuk niet te
moeilijk Nederiandsch proza of poëzie,
het vertalen van eenvoudige stof uit het
Fransch, Duitsch en Engelsch in het
Nederiandsch en het zich eenigszins
redelijk in die vreemde falen kunnen
uitdruikken.
Het zal nu aan vele ouders en onder
wijzers duidelijk zijn, dat een kind, dat
op de lagere school behoort tot de
goed-middelmatigen, ja soms tot de
goeden, niet sleeds de geschiktheid be
zit het middelbaar onderwijs te volgen.
Niettemin stroomen er telken jare dui
zendtallen de poorten van de H. B. S.
binnen. In 1921 en 1922 was de aan
drang gewoonweg schrikbarend.
X heeft er reeds op gewezen, welke
factoren tezamen wenken, ook welke
ongezonde onderwijstoestanden daar
van de gevolgen zijn. Geheel en al vol
ledig *was hij niet, en daar volledigheid
noodzakelijk is voor goed begrijpen,
zullen wij in de volgende regelen het
kwaad, in vollen omvang bloot leggen.
De afschaffing van het Fransch voor
de toelating heeft alle lagere scholen
met één slag fot opleiding voor de H. B.
S. gepromoveerd. Het valt niet te be
twijfelen, of daarmee is aan veie hoof
den van schoten een verantwoordelijk
heid op de schouders gelegd, die zij niet
kunnen torsen, en waardoor dan ook
een aantal ikinderen al in de eerste
klasse van de middelbare school mis
lukken, vele ouders worden teleurge
steld, nog afgescheiden van ander na
deel, dat direct en indirect wordt te
weeggebracht.
Het zeer lage schoolgeld voor de ge
ringe inkomens en de vrijgevige ver
schaffing van boaken cn andere leer
middelen heeft een sterke toestrooming
tengevolge gehad uit die kringen, waar
er tien jaren geleden weinig of niet aan
werd gedacht de kinderen naar de H. B.
S. te zenden. Het zijn nu niet alleen de
werkelijk begaafden uit de kringen van
de adoeiders en de kleine burgerij, die
'komen, talrijke broedertjes en zustertjes
melden zich eveneens aan. Het zal ech
ter ook daar weldra worden ondervon
den, dat er velen zich geroepen achten,
maar dat er weinigen zijn uitverkoren.
Took is dat nog lang het ergste niet.
Het zeer betreurenswaardige is, dat
deze jeugdige mislukkelingen met twee
of drie jaren onverteerbare H. B. S-
ikennis gehandl-capt in een omgeving
terugvallen, waarboven zij zich meen
den te zullen verheffen, en ook hadden
■kunnen verheffen, als zij aan de gestel
de verwachtingen hadden beantwoord.
De royeering van het zevende leer
jaar door den wetgever, waardoor de
groofe moeilijkheid' van de beroeps
keuze 'gewelddadig een jaar vroeger is
geplaatst, welk jaar door ouders, !ee-
raar en onderwijzers juist als regel te
vens zoo hoogst noodzakelijk werd
geacht voor een rustige voorbereiding
tot het middelbaar onderwijs, is een
ijdel te maken. Oalc Achim zat daar als
Ibetooverd en luisterde naar Knude's
woorden, en zelfs de altoos bedaarde
Markhof llcwam heelemaal uit zijn huisje
toen de vrijheer zijn oorlogsherinnerin
gen met hem besprak.
Bovendien ontstemde het den hertog,
dat hij zich door Tinti de belofte had
laten afsmeeken, den stotavond van het
dansonderrieht tot een groot bal te ma
ken, waartoe alle buren zouden wor
den uifgenoodigd
Een bal in Juli. Het is pure onzin,
had hij gezegd. Maar Tinti verstond het
met blikken en woorden te bedelen. Zij
wist zooveel redenen op te geven, dat
de hertog ten slotte alles beloofde, wat
zij vroeg.
Tot dank daarvoor flirtte zij nu met
dien Dolling en benoemde hem voor dat
bal plechtig tot haar cavalier, daar
Prosper helaas zoo weinig lust tot dan
sen had en bij de lessen meest ais toe
schouwer was opgetreden.
Wat hij daar hoorde, deed des her-
togs ergernis-groeien. Hij zelf, wten de
heele danserij slechts middel fot zijn
doel was geweest, had zich slechts den
eersten avond laten zien. Van de vol
gende avonden had hij zich vrij ge
maakt. Maar hij had toch aangenomen,
dat Prosper er belang in stelde.
Toen hij nu uit Tinti's woorden
hoonde, dat dit volstrekt niet het geval
was geweest, ergerde hij zich dubbel
over zijn gegeven belofte, die zoo wei
nig zijn doel bevorderde. Tinti zelf iwas
er des te vroolijker over. Zij gaf er niets
om, of Prosper met haar danste. Des te
ander punt van buitengewoon veel be
lang. Na zes jaren immers zijn er vele
ouders, die met hun kinderen, die zon
der struikelen de lagere school afliepen,
min of meer verlegen zitten. Wel in
zulke gevallen is een jaartje naar de
H. B. S. geen slechte oplossingze
leeren er allicht wat, hef schoolgeld en
de kosten der leermiddelen zijn geen of
een gering bezwaar. Er komt bij, en de
geachte schrijver wijst daar zeer terecht
op, dat er ih de zesde klasse van de
lagere school van jaar tot jaar lucht
moet worden gemaakt voor de leerlin
gen, die van onder op komen anders
toch wordt het in de hoogste klasse, ja
ook nog verder benedenwaarts, een
janboel. De deur voor een verkeerde
samenwerking van school en huis staat
dus wagenwijd open.
In enkele plaatsen, o.a. te Viissingen,
is wel een vergaarschooi, een zgn. cen
trale klas, maar daar heeft men ook te
•worstelen met leerlingen van zeer uit-
eenloopende kennis, die zonder selectie
afkomstig zijn van verschillende inrich
tingen van onderwijs, om niet te spre
ken van de onderscheiden bestemming,
die daar sterk aan de orde komt en een
passende Idassen-indeeling moeilijk
maakt.
Werkelijk het is niet te kras, wat het
Weekblad voor het middelbaar en
gymnasiaal onderwijs van 14 Maart
1923 schreef: We zitten in het moeras
iwaarin de minister van onderwijs
ons heeft gebracht.
Hoe uit het moeras te komen, daar
over gaat het in het derde artikel.
J. B.
VLISSINGEN, 4 APRIL.
De Statenverkiezingen.
Gisterenavond had de Christ. Histo
rische kiesvereeniging alhier in het Mi
litair Tehuis een openbare vergadering
belegd, waar de heer Krijger, lid der
Tweede Kamer, een rede hield in hef
belang der Staten-venkiezingen.
De bijeenkomst, die slechts matig
bezocht was, werd geopend' door den
heer F. L. Hensel, met gebed en vervol
gens las hij een gedeelte van Rom. 13.
Hierna sprak de voorzitter een inleidend
woord en wees spreker op de groote
beteekenis die de a.s. Statenverkiezin
gen hebben daar de Statenleden de le
den der Eerste Kamer kiezen en in
September alle 50 leden der Eerste
Kamer moeten aftreden en dan de
nieuwe Kamer moei gekozen worden
volgens het stelsel der Evenredige Ver-
fegenwoorclignig. Spreker richtte een
woord van welkom tot den heer Krijger
en uitte zijn dankbaarheid voor hetgeen
deze in de Kamer heeft gedaan ter ver
dediging van de belangen der Vlissing-
sche havenwerken.
De heer Krijger begon zijn rede met
te wijzen op de geweldige veranderin
gen die in een 10-tal jaren Europa heeft
ondergaan. Tengevolge van den we-
reldlkrijg is het economisch en finan-
cieele leven uit zijn voegen gerukt en
vooral in onze dagen kraakt alles in zijn
voegen. Ook ons land bleef van dit al
les niet gespaard al zijn wij in vergelij
king me,t andere landen nog bijzonder
bevoorrecht. Spreker gelooft dat wij
■misschien een vreeselijke catastrophe
tegemoet gaan en de rampen nog ,groo-
ter zullen iworden dan tijdens den oor
log. Spreker bezag in verband hiermede
hoe het voor ons land in de toekomst
van zoo groot gewicht zal zijn in welke
beter kon hij haar zelf, hare verschij
ning, hare kunst en haar nieuw toilet
als toeschouwer bewonderen.
Zij, wist, dat zij de koningin van den
avond zou worden. Geen der dames zou
een costuum hebben als zij, niemand
zoo onberispelijk dansen. Zij toonde
juist voor den dans bijzonderen aanleg,
naar de dansmeester eiken avond be
wonderend had verklaard.
Na tafel werden de foto's bekeken,
die Kunde had meegebracht. De vrij
heer wist bij haast alle iets belangwek
kends te vertellen.
Het duurde lang, vóór men met het
bekijken klaar was. Toen werd Achim
naar bed gezonden, terwijl de volwas
senen naar den muzieksalon gingen.
Knude had de prinses 'gevraagd, iets
te spelen. Hij herinnerde zich nog,welke
uren van genot haar meesterlijk spel
den gasten in haar ouderlijk huis zoo
dikwijls bereid had.
Edeltrud speelde Chopin. Maar hoe
vroolijk zij tot nu toe was geweest, nu
was haar spel zwaarmoedig en wekte
een ernstige stemming bij, de toehoor
ders.
Zij stond eindelijk op.
Ik ben vandaag niet recht op
streek. Zing jij liever iets, Horst. Of heb
je in den vreemde het zingen verleerd
Neen, al deed ik het zelden.
De vrijheer nam plaats aan het kla
vier en begon te zingen. Hij had een
warme, niet omvangrijke tenor en zong
met veel uitdrukking.
Nog iets, vroeg Edeltrud, toen hij
een eenvoudig volkslied gezongen had.
richting het zal geregeerd worden, en
naar zijn meening kan dit hef best ge
schieden door het echt nationaal Christ.
Historisch levensbeginsel, voor de uit
eenzetting waarvan spreker de aan
dacht zijner hoorders vroeg. Dat begin
sel bevestigt den band tussehen God,
Nederland en Oranje en het wortelt in
de historie van ons land, ai is het in
den loop der jaren niet onaanvechtbaar
gebleven. De Christen-staatsman Groen
van Prinsterer heeft tot zijn dood toe
onder het opheffen der leuze „Tegen de
revolutie het Evangelie" gestreden te
gen den tijdgeest, het pleit voerend voor
de Christ.-hist. anti-rev. beginselen.
Niet minder dan in de dagen waarin
Groen heeft geleefd, is het in dezen
donkeren, felbewogen tijd meer dan
ooit noodig, dat wSi doelbewust in den
politieleen strijd partij kiezen.
Er zijn nog vele Christenen, die de
politiek als iets minderwaardigs be
schouwen, doch dit is onjuist. Het is
een zaak, waarbij de hoogste geestelijke
en ideëele goederen op het spel staan.
Politiek is naar de ordinantie Gods,
welke stelling door spreker nader werd
iuteengezet. Naar de Schrift is het onze
plicht, dat wij in de politiek opkomen
voor het gezag der overheid en dat een
land geregeerd wordt in Christelijken
geest.
De antithese is niet dood, maar
springlevend. Daar zorgen wij niet
voor, maar onze tegenstanders. Spreker
zai zijn tegenstanders zelf aan het
woord laten om dit te bewi jzen. De libe
rale leidsmannen zooals Cor.t van der
Linden, Treub e.a. geven onomwonden
toe dat het allesbeheerschende onder
scheid in de politiek ligt in het al of niet
aanvaarden van den geopenbaarden
wil van God en hef rekening houden op
het sfeatkundig terrein met 's Heeren
ordinantiën. De heer Troeistra zegt
Tegenover het Bijtoelsch standpunt stel
ten ,wij het historisch materialisme. De
politiek, zegt de soe.democraat, wortelt
in de economie en niet in het Woord
Gods. Hier heeft men de antithese.
Vervolgens; zette spreker hef Christ.-
historisch standpunt uiteen. Zij, belijden
det God het huis van Oranje met sou-
vereiniteit over ons fand heeft bekleed,
dat de Koningin regeert bij de grafie
Gods. Zelfs in den bloeitijd van het
liberalisme heeft men het niet aange
durfd deze woorden uif onze wetten fe
schrappen. Doch ais Christen-democra
ten erkennen wij diat de.ovgrheid regeert
onder controle van-het vollk. Overheid
en volk ontmoeten elkaar in de volks
vertegenwoordiging. Spreker is er van
overtuigd, dat de politiek gebracht moet
worden in de heilige sfeer, omdat het is
een strijd der beginselen. Het gaat ook
bij de a.s. Statenverkiezingen om de
vraag in welken geest ons land in de
eerstvolgende jaren zal geregeerd wor
den. Bij elke verkiezing wordt de
vraag aan de orde gesteld naar welken
regel het gezag door den Staat zal uif-
geoefenditworden. Me,f ernst drong spre
ker er op aan, nooit zijn stem uit te
brengen op een belangengroep. Dit
schaadt in hooge mate de eenheid van
het Nederlandsche volk. Het voikt wordt
dan verteerd door belangenstrijd en het
ondermijnt de 'kracht der natie. Als de
heer Braat recht heeft om in de Kamer
fe komen, waarom dan oolk niet andere
groepen of standen evenveel recht
heeft dan bijv. de eerbare dienstboden
stand. Feitelijk valt het onderscheid op
de vraag naar welken regel de staat
moei worden geregeerd!, uiteen in twee
groepen, de rechter- en de linkerzijde.
De rechterzijde belijdt in velerlei nuan
ceering dat de overheid is dienaresse
Ik heb geen muziek...
Daar is genoeg. Zij wees naar de
■muziektkast. Toe, zing wait van Schu
bert. Dr. Mankhof 'kan je stellig bege
leiden.
Knude bladerde een poos in de mu
ziek en begon toen, door Markhof be
geleid, nog eens te zingen. De hertog
was in een der vensfernissen gegaan.
Edeltrud' lag in een armstoel bij den
haard, juist tegenover de piano Zij had
de oogen gesloten, een zoet droomeriig
lachje zweefde om haar mond, terwijl
de „Miilierlieder" in weeke tonen door
hef vertrek klonken.
Toe, nog een, zei ze steeds weer,
als Knude zweeg.
En toen gebeurde er iets, dat den
hertop- diep trof.
Horst von Knude iwas een nieuw lied
'begonnen. Maar ditmaal zong hij min
der vast dan straks, zijn stem beefde en
zijn blik rustte onafgebroken op Edel
trud, wie,r oogen zich onder de magi
sche kracht van diezen blik, wijd en
groot openden.
„Ich grolle nicht und wenn das Herz
auch bricht..."
Was dat een visioen Of spon zich
daar werkelijk blik in blik een diaad,
die al vaster cn sterker werd Stonden
er tranen in Edeltrudfs oogen en zoog
de heete vlam, die plotseling uit de an
dere oogen sloeg, ze nu weer langzaam
op, er een schitterenden weerschijn in
achter latend
(Wordt vervolgd.)