25
V7 MAART
Eerste Blad
STAD EN LAND.
No65
GleJanrgang
1923—
gtymFirma F. VAN DE VELDE Ir„Walstraat 58, Vlissingen. Tel. latere. 10. Postrekening 6B287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
GEMEENTEBESTUUR^
FEUILLETON
De burcht van het geluk.
Beursbeschouwingen
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
De abonné's in 't bezit eener A f| ffc f|
Polis, zijn GRATIS verze- 1111111
kerd tegen ongelukken voor: IUU V
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
cnn- qnn
(jUU een ongeluk. UUv
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog.
gulden bij verlies^
van
een duim.
I gulden bi; verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
VERKIEZING VOOR DEN
GEMEENTERAAD.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
ter openbare kennis, dat op Dinsdag 10
■- April a.s. zal plaats hebben de candidaat-
kefling voor den Gemeenteraad, terwijl de
stemming zal geschieden op Woensdag 23
Mei d.a.v.
Op den dag der candidaatstelling kunnen,
van des voormiddags negen uur tot des
namiddags vier uur, ter Gemeente-Secreta
rie bij de Voorzitters van de hoofdstem-
bureaux der drie Kieskringen, waarin deae
gemeente is verdeeld, worden ingeleverd
LIJSTEN VAN CANDIDATEN,
als bedoeld in artikel 35 der Kieswet.
Op dezelfde lijst mogen ten hoogste elf
candidaten worden geplaatst. Iedere lijst
moet yrorden onderteekend door ten min-
ste vijf en twintig personen, die volgens de
kiezerslijst geldende op het oogenblik der
inlevering, kiezers zijn voor het lichaam
waarvoor de verkiezing moet plaats heb
ben en bevoegd zijn te stemmen binnen
den Kieskring waarin de lijst wordt inge
leverd.
Dezelfde kiezer mag niet meer dan één
Kjst onderteekenen.
De candidaten moeten, met vermelding
van hun voorletters en woonplaats, op de
lijsten geplaatst worden in de volgorde,
waarin door de onderteekenaars aan hen
de voorkeur wordt gegeven.
Indien de candidaat is een gehuwde
vrouw of weduwe, wordt zij vermeld met
den naam van haar echtgenoot of overle
den echtgenoot, onder toevoeging van haar
eigen naam, voorafgegaan door hef woord
„geboren" of een afkorting van dit woord.
Dezelfde candidaat mag niet voorkomen
ep meer dan een van de lijsten in denzelf
den kieskring.
Bij de lijst moet worden overgelegd de
schriftelijke verklaring van iederen daarop
voorkomenden candidaat, dat hij bewilligt
in de plaats, hem op de lijst aangewezen.
De inlevering der lijst moet geschieden
persoonlijk door een der onderteekenaars.
De candidaten kunnen daarbij tegenwoor
dig zijn.
Formulieren, voor de lijsten bovenver
meld, zijn ter Secretarie dezer gemeente
kosteloos verkrijgbaar gedurende drie we
ken vóór en op den dag der candidaatstel
ling.
In „herinnering wordt gebracht artikel
147 der Kieswet, luidende als volgt
„Hij, die eene lijst, als bedoeld in artikel
35 inlevert, wetende, dat zij voorzien is
van handteekeningen van personen, die niet
bevoegd zijn tot deelneming aan de ver
kiezing, waarvoor de inlevering geschiedt,
terwijl zonder die handteekeningen geen
voldoend aantal voor een geldige lijst zou
overblij-ven, wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste drie maanden of
een geldboete van ten hoogste honderd
twintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die,
wetende dat hij niet bevoegd is tot deel
neming aan de verkiezing, eene voor die
inlevering bestemde lijst als bedoeld bij
artikel 35 heeft onderteekend."
Vlissingen, 17 Maart 1923.
De Burgemeester voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
Roman van F. ARNEFELD
16)
Zoo Is dr. Markhof er ook
vroeg zij, haar armen langzaam van
Achim losmakend, terwijl een zachte
blos over haar gelaat trok.
Jawel, hier is hij. Naar ik hoop,
hebt u ais een goedige boschfee er niet
tegen, dat wij hier als landioopers
de rust van uwe wandeling storen,
gravin antwoordde een welluidende
mannenstem, en d<r. Markhof, die sedert
eenige weken op Dreisenstein was,
kwam van tusschen de struiken aan den
kant van den weg.
Volstrekt niet, doctor. Bovendien
zijn we immers op Dreisensteiner ge
bied en de indringster ben ik dus. Ik
heb zoo pas eerst bemerkt, hoe ver ik
afgedwaald ben in gedachten, want
eigenlijk wilde ik slechts in ons park
wandelen. Grootmama zou schrikken,
als zij, wist,, dat ik zonder hoed. en zon
der handschoenen rondloop. Zij brak
verward af, want zij voelde, hoe Mark-
kof haar met vorschende deelneming
aanzag. Waarschijnlijk had hij gemerkt
dat zij voor kort geschreid had.
Wat mooi bouquet, zei ze aflei
dend En jij kent werkelijk al de namen
van die bloemen, Achim.
Natuurlijk. Dit hier is caitha pa-
'ustris die groeit aan beken en op
Op een afstand gezien, van buiten-af
dus, vormt de bevolking van elk land
één groote groep van burgers, met als
hoofdkenmerk dat bijzondere volkska
rakter, hetwelk deze groep van andere
soortgelijke groepeeringen in vreemde
landen onderscheidt. Men spreekt dan
van het Fransche karakter, van het
Duitsche volkskenmerk, van den En-
gelsChen volksaard, het Nederlandsche
nationale volkseigen enz. Maar dichter
bij beschouwd valt binnen dat aigemee-
ne volkskarakter, een oneindig aantal
schakeeringen van aard in de verschil
lende groepen waar te nemen, waaruit
elk vollk bestaat. In hoofdzaak echter is
de scheidslijn liet duidelijkst waar
neembaar waar we het verschil in ka
raktereigenschappen opmerken tusschen
de bewoners in groote aglomeratiën, de
steden, en in verspreide nederzettin
gen, op het land. De stedeling en de
plattelander, zij mogen dan, wat
aangaat het algemeen volkskarakter,
dezelfde nationale eigenschappen heb
ben, onderling wijken zij in aanleg,
levenswijze, begrip en kennis aanzienlijk
af. Die onderlinge afwijking leidt er
toe, dat meestentijds de stedeling maar
heel weinig kent en begrijpt van den
landman, en deze, omgekeerd, van den
stadsmensch. Dit brengt vaak een be
treurenswaardige miskenning van el
kanders goede eigenschappen en een
nog betreurenswaardiger overdrijving
van elkanders minder goede eigen
schappen mede. Wanneer een aangele
genheid van algemeen landsbelang aan
de orde is, dan vindt zij daardoor bij
de eene helft der bevolking meermalen
een gansch andere beoordeeling en ont
haal dan bij de andere helft erger,
wanneer het belang of vermeend be
lang der eene groep, niet strookt met,
ja mogelijk indruischt, tegen het bellang
der andere, dan is de strijd gauw aan
gebonden en de groote oneenigheid
daar.
Ons land maakt in dezen tijd zulk
een, gelukkig onbloedigen strijd, tus
schen de groote groepen van „burgers"
en „boeren", van stedelingen, groote of
kleine stadsbewoners en de klein-dor-
pers en plattelanders, door. Waar het
om ,gaat Om den zomertijd, dat kind
uit de oorlogsjaren, het uur per dag
langer licht in den avond.
We zullen ons niet begeven, op het
pad der narekenaars onder de voor
standers-economen, die het financieel
voordeel van dit uur langer dag dus
korter kunstlicht, tot in getallen met
zes of meer cijfers uitmeten, noch ook
anderzijds ons te veel verdiepen in de
bedrijfsbezwaren der tegenstanders, die
vochtige plaatsen. Die teederlila bloe
men zijn scabiosa columbaria. Die ko
men eigenlijk meer voor op de weiden.
Die blauwe, die je waarschijnlijk slechts
vergeet-mij-niet noemt, heeten myosotis
Sylvatica.
Amaranth lachte.
Je bent immers al een kleine ge
leerde, Achim. Alle respect.
Ik wil ook een groot geleerde
worden, zooals dr. Markhof, zei de
knaap frotsch. Hij, zegt, dat is het
mooiste, wat men op de wereld kan
wezen.
De jonge gravin keek den man aan
hare zijde met belangstelling aan.
U houdt wel veel van uw beroep
Met heel mijn hart. AI ben ik niet
zoo ingebeeld, mij voor een geleerde
te houden, zooals Achim hoogdravend
zegt. Maar het volgen van de sporen
der natuur, het doordringen van hare
geheimen en de erkentenis, die ons dat
brengt, is een hoog geluk. Het verheft
ons boven veel leed der wereld, doet
het kleiner schijnen en maakt ons inner
lijk vrij. Ik zou willen zeggen, dat juist
dit afdalen in kleine en .kleinste levens
wetten der wereld in waarheid een op
stijgen tot booger waarnemingspost
beduidt, waar de blik verder en wijder,
dan ons vroeger mogelijk scheen, het
heelal doordringt.
U is plantkundige
Dat is mijn lievelingsvak. Maar in
vroeger jaren deed ik ook veel aan phi-
lologie, een vak, waarin ik nog werk.
Maar de wetenschap is slechts kunst
zich door te stenken dauw in de vroeg-
morgentijd hun arbeid belemmerd zien.
Voor beide opvattingen worden, ook
naar het oordeel der leeken, deugde
lijke argumenten aangevoerd, die. wel
iswaar over en weer .bestreden en fel
bestreden zijn, maar nochtans geen af
doende weerlegging hebben gevonden.
Hoe ook het vóór van de eene partij
vaak weerlegd wordt .door het tégen
der andere, in elk geval blijkt dat beide
standpunten redenen van bestaan heb
ben. Het komt dus neer op een kwestie
van sympathie, en dan vindt men hierin
aanstonds de scheidingslijn terug, die
wij zooeven aanduidden stad. en land.
De stedelingen dan gevoelen uit
zonderlijke groepen daargelaten
unaniem vóór den zomertijd, die hun
eiken dag een vol uur avondlicht en
dus een vol" uur langer het igenot van
den zomeravondstond schenkt. Zij den
ken daarbij aan de verkwikkingen om in
die uren, wandelend of fietsend de be
nauwende atmosfeer hunner eindelooze
huizenrijen te kunnen verlaten zij
denken aan de frisschere ochtendlucht
die zij er door inademen als zij, feite
lijk, een uur vroeger hun woning ver
laten naar werkplaats, kantoor of win
kel. Zij zijn dankbaar voor de groote
voordeelen welke dit alles voor de ge
zondheid voor hen en de hunnen mede
brengt. En óók ,ht nut de>r uitgewonnen,
bespaarde uitgaven aan het 'kunstlicht
legt een loodje in de schaal. Zij begrij
pen maar niet wat „die boeren" toch
tegen dien heerlijken „zomertijd" heb
ben kunnen.
De boeren gevoelen voor dien ..heer
lijken" zomertijd geen zier. Met de kip
pen naar bed de arbeid roept hen
immers zoo vroeg uit de veerenlevert
die veranderde klok hun geer; enkel fi
nancieel voordeelook geen frissche
lucht méér 's morgens, geen langer
avondluchtgenot, niets van dat al. En
zij begrijpen maar niet wat „die stads-
menschen" toch in dien raren „zomer
tijd" kunnen zien. Stad en Land
Aldus staan de zaken, nu ons La
gerhuis de afschaffing van den zomer
tijd heeft aangenomen, maar ons Hoo-
gerhuis de betreffende wet nog aan te
nemen heeft. Zai het aanvankelijk suc
ces der boeren zich bestendigen im
mers alom verschijnen in den lande op
groote schaal bij duizenden en duizen
den op lijsten de namen van voorstan
ders, die onze senatoren komen verma
nen, komen dringen behoudt den zo
mertijd
Wat dient er dan nu gedaan Ons
dunkt dit, dat de vóór- en tegenstan
ders niet beier kunnen doen, dan na el
kanders instemming of bezwaar te heb
ben leeren .kennen, na elks standpunt te
hebben onderzocht, gemeenschappelijk
matig in enkele vakken verdeeld.
Eigenlijk gelijkt zij. een bron, die zich
eerst later in beekjes verdeelt en we
zenlijk een geheel vormt. Elk beekje,
dat men volgt, leidt ten slotte weer
naar het geheel. Zoo kwam ik van de
philologie op de natuurwetenschappen
en daarvan op de botanie, die nu om
zoo te zeggen, mijn privaat genot is.
Amaranth keek peinzend' voor zich.
Ja, zoo'n leven moet wel hoog
geluk befeekenen, zei ze droomerig.
klaar het is moeilijk, zoo'n hoogen
wachtpost te beklimmen.
Niets ter wereld, wat men van
harte en met liefde doet, is moeilijk.
En zoo aangepakt, beteekent elke
werkzaamheid ook geluk. Or. Markhof's
stem had een warmen geestdriftvoilen
klank. Men gevoelde dat dit een soort
geloofsbelijdenis was.
En wij.wij. doen heelemaal
niets... antwoordde Amaranth zacht en
bitter. Daarom is ons leven zoo leeg.
Hij keek haar verrast en deelnemend
aam
Wie bedoelt u met „wij;", gravin
Zij bloosde plotseling. Zij, had ge
dacht aan allen, die zij, tot nu toe had
leeren kennen en die slechts leefden, om
op een of andere wijze te genieten.
Maar zij antwoordde
Aan ons vrouwen.
Hij glimlachte.
Dan doet u de vrouwen groot
onrecht. Ten eerste is haar tegenwoor
dig geen enkel streven meer ontzegd.
Ten tweede hebben juist zij een groote,
een uitweg gaan vinden, een gemeen
schappelijke basis van vergelijk, waarop
dan verder kan worden gearbeid. Met
goeden wille is dat mogelijk, ja móét
kunnen. Maar zoo, gelijk wij hierboven
zagen, de scheidingslijn van Stad en
Land, betreurenswaardigerwijze, een
vergelijk ondoenlijk maakt, waarom dan
niet bij volksreferendum uitgemaakt,
wat ons gansche volk in al zijn gele
dingen en schakeeringen, in al zijn ver
schillende wenschen en uiteenioopende
behoeften, in een uitgesproken meer
derheid, voor zich als het nuttigst en
heilzaamst erkent Dat ware dan een
uitspraak, waarbij èn Stad, èn Land
zich nederleggen zouden.
De beurs zonder zaken. De
miUioenen-procedure der Ko
ninklijke. Een bevredigende
uitspraak. Het proces tegen
de Pretoria Hypotheek Maat
schappij. Een uitspraak ten
voordeele van den pandbriefhou-
der. Deze kan betaling in
goud vorderen.
Sinds de laatste weken heerscht er op
de Amsferdamsche effectenbeurs weer
'n uiterst gereserveerde stemming, wel
ke uit den aard' der zaak met afnemen
de zaken gepaard gaat, zoodat men al
len tijd heeft om te discussieerén over
quaesties, welke voor de beurs niet van
direct belang zijn, maar die met haar
een meer verwijderd verband houden.
Wij willen daarom ditmaal bij een paar
van die aangelegenheden wat langer
stilstaan, daar zij, al is de fondsenhou
der er niet rechtstreeks bij geïnteres
seerd, toch wel van zooveel belang zijn
dat daaraan bi breederen kring be
kendheid mag wowrden gegeven.
De eerste quaestie, die onze aandacht
vraagt is van fiscalen en juridischen
aard, en wij begeven ons met een tril
lend beentje op dit glibberig terrein,
waar zelfs geschoolde rechtskundigen
niet dan met groote bedachtzaamheid
den voet zetten. Belastingzaken zijn
echter den laatsten tijd in zooverre po
pulair geworden, dat bijna ieder op de
een of andere wijze het met den fiscus
aan den stok heeft gehad en op grond
daarvan eenige rechtskundige kennis
meent te hebben opgedaan, welke hem
bij de bespreking van fiscale quaesties
wat meer vrijmoedigheid hebben ge
schonken. En wij twijfelen dan ook
niet of de lezer zal, na kennisneming
van hetgeen volgt, niet schromen er een
eigen opinie over tp vormen en de juist
heid van de rechterlijke uitspraak,
waarover het hier gaat, durven beoor-
deelen.
Het eerste geval betreft de groote
Koninklijke Petroleum Maatschappij,
die, zooais men allicht dezer dagen ge
lezen heeft, een belastingpnoces Verlo
ren heeft, dat haar eenige millioenen
onmetelijk groote zending op het gebied
der liefde, door te deelen im het werk
van den man en het door hare toewij
ding te vermoeien. Ten derde is elk
leven een leeg vat, als de mensch het
niet verstaat, het een kosteiijken inhoud
te geven.
Amaranth, antwoordde niet. Zij Ireek
droomend naar de bloemen in hare
hand.
Hoe heet deze vroeg zij na een
pauze, op een klein plantje wijzend,
dat han een vleezigen stengel kleine
witte klokjes droeg en wat geleek op
een Meiklokje.
Dit is een Pirola rotundifolia, de
gewone naam is wintergroen. Volgens
Linnaeus zijn er vijftien soorten piroia-
ceeën. U kan dit plantje, dat beseheiden
en nederig tusschen het mos te voor
schijn komt, hier overai in de bosschen
vinden. Houdt u van bloemen
t— Heel veel. Maar ik begrijp weinig
van haar leven. Zelfs de namen zijn mij
grootendeels onbekend.
Maar ga dan toch met ons, Amy,
mengde zich Achim in het gesprek.
Mijn lieve doctor zal je de namen noe
men: Er is niets, dat hij niet weet.
Markhof en Amaranth lachten en de
laatste zei
U hebt wonderen volbracht, doc
tor. Ik weet, dat Achim, voor dat u
kwam, woedend' was, dat hij een gou
verneur kreeg en niet langer den baas
kon spelen over de goedmoedige juf
frouw Muller. En nu houdt hij van tl met
ware geestdrift,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
TUPKSCHE .S
ROZENZEEP
HETSCHOONHEIDSMIDDEL r-
zal kosten. De Koninklijke is namelijk
een „holding-company", houdster van
aandeelen in verschillende petroleum-
maatschappijen, waarvan zij de dividen
den incasseert en met enkele andere ba
ten onder aftrek van eenige onkosten
en betasting aan eigen aandeelhouders
distribueert. De Indische petroleumbe-
iangen van de Koninklijke Shell
groep zijn ondergebracht in de Bataaf-
sche Petroleum-maatschappij, die een
kapitaal heeft van ƒ300 millioen,
waarvan de Koninklijke 60 of 180
millioen en de Engelsche Shell Cy. 40
of 120 millioen bezit. De Koninklijke
heeft dus recht op 60 van de verdeel-
bare winsten der Bafaafsche en ontving
vroeger dan ook een zoodanig percen
tage, welk bedrag voor de vaststelling
van de dividend- en tantièmebelasting
van de in totaal door de Koninklijke uit
gekeerde winst mocht worden afgetrok
ken op grond van 'n desbetreffende be
paling in de Wet op de .Dividend- en
Tantièmebelasting de van binnen het
Rijk gevestigde vennootschappen ont
vangen dividenden over op naam staan
de aandeelen kunnen van de uitdeelingen
worden afgetrokken. Maar wat deed nu
de directie der Koninklijke-Shell-
groep Einde 1917 wijzigde zij de sta
tuten der Bataafsche in dien zin dat
van de voor aandeelhouders beschik
bare winst niet 60 maar 95 aan
de Koninklijke zou worden uitgekeerd
en 5 aan de Shell, terwijl klaarblijke
lijk bij de Anglo-Saxon, de voornaam
ste onderhoorige maatschappij in En
geland eenzelfde statutenwijziging werd
aangebracht en voorts overeengekomen
werd het eventueel door de Koninklijke
of Shell te veel ontvangene te verreke
nen. De Bataafsche keerde in 1918 aan
dividend uit ƒ90 millioen en de Ko
ninklijke had derhalve recht op 60 of
ƒ54 millioen, doch krachtens de nieuwe
statuten keerde de Bataafsche aan de
Koninklijke 95 g, of ƒ85.500.000 uit,
welk bedrag vervolgens door _de Ko
ninklijke in aftrek werd gebracht van
het bedrag der uitdeelingen, waarover
zij zelve belasting verschuldigd was.
Waar de Koninklijke echter slecihts 72
millioen uitkeerde, bleef zij dus op deze
wijze geheel buiten den greep van den
fiscus had nog de oude bepaling ge
golden en de Koninklijke inplaats van
85)4 millioen, alleen het haar toeko
mende deel ad 54 millioen ontvangen,
dan zou zij belasting hebben moeten
betalen over 72 54 is 18 millioen,
uitmakende meer dan 1 millioen. voor
het Rijk en bijna !4 millioen voor de
gemeente. Voor volgende jaren kan
niet worden becijferd, welke nadeelen
de fiscus door deze statutenwijziging
heeft geleden, omdat de Koninklijke na
Ja, wij zijn goede vrienden, ant
woordde de jonge gouverneur, zijn arm
vroolijk om den knaap slaande. Hij
merkt, dat ook ik van hem houd. Hoe
zou ik ook niet Die van bloemen
houdt, moet nog veel meer van kinde
ren houden, die ook een soort bloemen
zijn.
Hij trok den knaap naar zich toe.
Niet waar. jij bengel? En het was
een prachtig idee van, je, gravin
Obronsky een beetje belang in te boe
zemen voor onze studie. Als zij het toe
staat, geleiden wij haar naar huis en
botaniseeren onderweg verder.
Hij keek Amaranth vragend' aan.
Zij knikte vol blijdschap.
Ik ben u dankbaar voor elk onder
wijs, doctor. Maar zal het niet te veei
moeite voor u zijn, twee leerlingen te
hebben
Integendeel. Hoe meer, des te be-
teT, Als u eens wist, hoe hartstochtelijk
gaarne ik mijn beetje kennis op deze
wijze gebruik.
In dienzelfden tijd liet de gravin
Diana bij zich roepen. Zij lag op de
dhaise-longue en voelde zich volstrekt
niet goed. De ergernis over Tinti werk
te nog op al haar zenuwen, daarbij
kwamen de voorboden van schouder-
rheumatiek, waaratan zij bij tijden
leed.
Diana werd in een zeer slechte luim
ontvangen.
Daar ontvang ik zoo pas een uit—
uoodiging van gravin Ebereichen voor
morgen, begon zij. Er zal een uitstapje