GEN 1000 150 ts: ïoo 25 andel. DINSDAG MAART chap" biedingen lanvragen rTEUR ristbode nstbode Maatschappij m wart No SS 61e ssfflinieiLsaif i Orkest. UitgaveFirma F. VAN OE VELDE Irjalstraai 58, Vlissingen. Tel. interc. 10. Postrekening 66287 cnnj"5^nn BINNENLAND FEUILLETON De burcht van het geluk. Stads= en Frovincienieuws A. J. P.'s EIERPUDDING E R S E N. 5 Maart, des na- fficieeï) rsen. koopen. 2.53 /2 Londen erlijn f 0.01.10— 513.55 Parijs nen 0.00.30— 2.53}/? Ponden Roode Marken elgische Francs che Francs 15.35 fgest.) ƒ0.00.35— ICHT. id 769.3 te Karl- d 743.0 te Seydis- rond van 6 Maart: wellicht toene- Zuid-Westelijke ot betrokken met jenbuien. Zachter. A. kheden, Openbare derlngea enz. deren avond bios- ïnvang 8 uur. g- en Zondagmid- geiijks bioscoop- vonds 8 uur. g- en Zondagmid- y asten bal-masqué, iap'\ Soi rée-amusanter „Madalon", Cdn- G. Uitvoering zang- ining door Inspan- oth", 8 uur. a.s. JE) ij n. IN DIT BLAD. de Vlissing- fare. en inlichtingen ur bij den Voor- erkstraat 15. te terstond een Kanaalsfr. 46. nette F. DE CROO, ielb. - Rotterdam legen plaatsen. 7" PASSAGIERS N EN VEE. ur 8 T, Mu n. MI 8 8 8 te bekomen Transp. en E*P- en Q. VOS. Tel. ENHOORN, Tel. 163 JTEP.HOUT, Tel. [Ot UITEN HEK, Tel.8JZ' 1923! de cadeau- n contante op vertoon E BEDRAG ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15. Voor overige landen der Post-Unie 4.70.Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct. Familieberichten van 16 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. UUlf een ongeluk. {JUU gulden bij verlies van een hand, yoet of oog. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Het bezoek van den Koning van Zweden. De Koning van Zweden heelt aan de Koningin het volgende telegram doen toekomen „Alvorens Nederland te verlaten, stel ik er prijs op, nogmaals Uwe Majesteit mijn diepe erkentelijkheid te betuigen voor de zoo hartelijke ontvangst, welke ik gevonden heb bij Uwe Majesteit en haar verheven familie, alsmede voor de uitingen van sympathie, welke mij zijn ten deel gevallen van de zijde van het Nederlandsche volk. Uwe Majesteit kan er verzekerd van zijn, dat ik steeds een onuitwischbare herinnering zal bewaren aan de dagen in Uw land doorgebracht." De Koningin heeft hierop geantwoord met het volgende telegram „Ik dank Uwe Majesteit voor het vriendelijk telegram, dat zij mij gezon den heeft bij het verlaten van Mijn fand. Ik ben zeer verheugd geweest, U te rug te zien en de familiebanden, welke ons. verbinden, nauwer aan te halen. De sympathie, welke mijn volk Uwe Majesteit heeft betuigd tijdens haar be zoek waarvoor ik Uwe Majesteit nogmaals zeer hartelijk dank zeg heeft mij een levendige voldoening geschonken." De bezetting van het Roergebied. De heer Van Dijk, lid van de Tweede Kamer, heeft aan den minister van bui- tenlandsche zaken gevraagd is het den minister bekend, dat in geheel het bezette Rijngebied voortdu rend een zeer hinderlijke belemmering wordt ondervonden bij de verscheping van naar ons land en onze havens be stemde goederen, voor Nederlandsche rekening afgeladen Zou de minister bereid zijn bij de be trokken overheid of het betrokken mi litair gezag zijn invloed aan te wenden, opdat aan deze hinderlijke belemmering spoedig een einde worde gemaakt Het Wielingen-vraagstuk. ■Het Belgische Kamerlid Forthomme, rapporteur voor de begrooting voor buitenlandsche zaken, heeft'den minis ter gevraagd hoe het staat met de quaestie van de Wielingen en of men niet kan trachten, haar op te lossen door arbitrage en of men de Neder- landsch-Belgische studie-commissie, welke vóór den oorlog bestond, niet weer kon instellen. Hij constateert in zijn rapport, dat de minister hem heeft geantwoord, dat in den loop van het vorige jaar de Nederlandsche en de Belgische ministers van buitenlandsche zaken te Luzern en te Genua bespre kingen hebben gevoerd, die zeer harte lijk waren en die de politieke atmosfeer tusschen de beide landen hebben ver helderd dat tengevolge van die be sprekingen de bestudeering der ver schillende oplossingen van het vraag stuk, door de twee ministers overwo- 8) Roman van F. ARNEFELD. VIJFDE HOOFDSTUK. De hertog was aangenaam verrast. De kleine Titz-Obronsky's waren wer kelijk heel aardig. Naar Edeltrud's be schrijving had hij ze zich lang niet zoo bekoorlijk gedacht. Agnes leek welis waar niet- veel, maar Amaranth was niet slecht en Tinti, die aan tafel had plaats genomen naast Prosper, was zelfs bepaald bekoorlijk. Zij iheeft geest en temperament, fluisterde hij zijn schoondochter in de beste luim toe. Zie maar, hoe zij Pros per plaagt, hoe slagvaardig zij zijne schertsende aanvallen pareert. Prosper vergeet daarbij zijn onveranderlijken ernst en zie.t er vergenoegd uit. Ja, ja, die jeugd Zij brengt leven en zonne schijn De prinses glimlachte iets gedwon gen. Ja, Tinti had geest en temperament, zij had spoedig begrepen, waar het terrein van de vrouw lag. Maar Edel trud vond het volkomen overbodig, dat zij zich in de kunsten van koketterie juist op Prosper oefende. Prosper's on verschilligheid voor het vrouwelijke geslacht en zijn steeds verkondigde be doeling, niet te willen trouwen, hadden in Edeltrud de overtuiging doen vesti gen, dat een van haar zoons eens den gen, is hervat en nog steeds wordt voortgezet dat de vertrouwelijke aard van die besprekingen een verklaring in het openbaar weinig geschikt maakt. De minister houdt zich echter ter be schikking van de commissie van buiten landsche zaken om haar in te lichten. De Nederlandsch-Belgische studie commissie was een particuliere instel ling die in 1904 is opgericht en jaren lang heeft gewerkt met volkomen in stemming van de regeering. Deze zou zich erin verheugen, als zij weer werd ingesteld, maar zij meent de zorg daar voor te moeten overlaten aan het par ticuliere initiatief. Actie tot behoud van den Zomertijd. De groote teleurstelling, die bij dui zenden en duizenden landgenooten is opgewekt door het besluit der Tweede Kamer, om den zomertijd af te schaf fen, is aanleiding geweest tot een bij eenkomst van verschillende belangheb benden, die besloten een voorioopig comité te vormen, met het doel een nationale beweging in het leven te roepen om alsnog te trachten de aan neming van het voorstelBraat in de Eerste Kamer te voorkomen. Dit voorioopig comité, bestaande uit de navolgende heeren A. Th. G. Co- blyn, Amsterdam jhr. mr. E. C. U. van Doorn, Den Haag mr. Ph. S. Frenkel, Amsterdam J. F. Hendriks Jr., Amster dam C. A. W. Hirschman, Amster dam L. M. A. Hoffman, Rotterdam P. L. Lucassen, Bussum dr. R. J. Th. Meurer, Amsterdam H. J. F. Miran- dolle, Laren generaal A. R. Ophorst, Amsterdam Henri Polak, Laren G. A. Pos, Blaricum Abr. Staalman, Amster dam mr. P. G. van Tienhoven, Haar lem baron F. W. van Tuyll van Se- rooskerken, Vogelenzang, verzoekt dringend vóór Vrijdag 9 Maart a.s. schriftelijk betuigingen van adhaesie te mogen ontvangen, van particulieren zoowel als van organisaties, aan het adres Comité tot behoud van den Zomer tijd, Hotel Krasnapolsky, Amsterdam. De heer Van der Waerden, lid van de Tweede Kamer, heeft aan den minis ter van binneniandsche zaken en land bouw gevraagd Is de minister bereid een rapport te doen samenstellen van de gegevens, verzameld inzake den zomertijd, en dit rapport publiek te maken Ex-keizer Wilhelm. Een bijzondere medewerker van de „Daily Chronicle" verneemt, dat er over enkele maanden een blijde gebeurtenis wordt verwacht op den huize Doorn. De ex-keizer stelt er bijzonder prijs op, dat de eerstgeborene uit zijn tweede huwelijk niet /in ballingschap" het le venslicht zal aanschouwen. Teneinde dit te vermijden, zoo verteif de man van de „Daily Chronicle" verder, zijn sedert eenigen tijd onderhandelingen gaande om den ex-keizer in staat te stellen we der in het bezit te komen van zijn villa op Korfoe. Als de onderhandelingen hertogstitel en hef majoraat van Abelsperg zou erven. Een vooruitzicht, dat natuurlijk verdween, als Prosper trouwde en zelf zoons kreeg. Zou de kleine Tinti de eerzucht koes teren, hertogin van Abelsperg te willen worden Alleen reeds de gedachte aan die mogelijkheid verontrustte de prinses buitengewoon. Prosper onderhield zich inderdaad heel goed met Tinti. Zij voerden een vroolijk twistgesprek over de rechten der moderne vrouw, waar over Tinti veel had gelezen en voor wie zij opkwam, terwijl Prosper uit zijn natuurlijk gevoel daartegen protesteer de. Daartusschen babbelden zij veel over Hagernbach en het leven daar, en daaruit vernam Prosper, hoe eentonig zijn nichten tot nu toe geleefd hadden, wat zijn medelijden opwekte. De brandende vraag, die hem op de tong lag, wie de goudblonde rijdster ■was, werd echter niet beantwoord. Toen besloot hij beter aan te pakken. Na tafel, toen men een kleine wande ling door de beroemde Dreisensteiner broeikassen maakte, zei hij als ter loops Zeg eens, Tinti, rijd je veel Helaas niet, hoewel ik een harts tochtelijk liefhebster ben. Maar wij heb ben geen enkel fatsoenlijk rijpaard op stal. Alleen maar een ouden schimmel van papa, die... Wat, is dat werkelijk nog Snow- hill, waarmee je papa kort voor zijn dood op de wedrennen den prijs voor twee-jarigen won Daarom leek hij mij terstond zoo bekend. Je hebt hem gezien Waar dan slagen hoopt hij, dat de aanstaande telg uit het huis Hohenzollern op dat eiland zal worden geboren. De ex-keizer weet, dat het te veel is om vergunning te ver wachten om met zijn gade naar Korfoe te gaan, maar hiji hoopt, dat de prinses verlof zal krijgen er eenigen tijd voor de geboorte van het kind heen te gaan. De prinses geniet een uitstekende gezondheid en de aanstaande gebeurte nis in het gezin schijnt den monarch in ballingschap nieuwe belangstelling in het leven te hebben gegeven, zoo be sluit de medewerker van de „Daily Chronicle" zijn verhaal. De correspondent van liet „Hbld." te Doorn meldt, dat bovenstaand bericht van de „Daily Chronicle" onjuist is. Wel gaat de prinses 25 dezer op reis, maar eerst naar haar bezitting in Sabor, om tegenwoordig te zijn bij de „Konfirma- tion" van haar op een na oudsten zoon en daarna gaat zij naar Korfoe om te zien hoe de bezitting van den keizer zich houdt. De prinses keert 22 Mei a.s. terug. Een protest tegen burgemeester De Vlugt. In „het Vad." protesteeren Louis Couperus en Henri Borel tegen de zin snede in de rede van den burgemester van Amsterdam tof den koning van Zweden, als zouden wij in onze Neder landsche litteratuur den drang naar het fantastische missen. Couperus noemt deze uitspraak van den heer De Vlugt niet alleen een bana liteit, maar een stommiteit en hij wijst daarvoor op werken van Querido, Fre- derik van Eeden en hemzelf. Henri Borel zegt dat van een vreem deling, die onze taal niet kent, zulk een uitlating desnoods nog te excuseeren is, maar dat de burgemeester van Neder- land's hoofdstad, officieel, aan een ko ning van een vreemd rijk dergelijke ver kleinende, onware, uitspraken over onze schrijvers doet, daarbij de vreemde ten koste van zijn eigen vaderland ver heffend, lijkt mij wat men in Duitsch- land noemt „Unfug" toe. Cornelis Veth, eerste secretaris van de Vereeniging van Letterkundigen, schrijft o. a. het volgende Het ligt niet op mijn weg, waar ik het woord moet nemen namens de Ver eeniging van Letterkundigen, de namen van schrijvers en schrijfsters uit den verleden en tegenwoordigen tijd te noemen, wier werken de uitspraak van Z.Ed.Achtb. logenstraffen. Daar ik meen dat ook bij scheppingen van de zgn. realistische soort de fantasie geenszins is uitgesloten, zou ik bovendien on gaarne die van een bepaalde groep naar voren brengen. Ik bepaal er mij dus toe, het te betreuren, dat de drang naar een rhetorisch succes den heer burgemeester ertoe heeft gebracht, de blijkbaar niet grondig door hem geken de Nederlandsche letterkunde in het openbaar te kleineeren. De onderhoudsplicht van den man. In het „Maandblad van Staatsburge ressen" schrijft dr. Aletta Jacobs, dat Van morgen voor zonsopgang. Een jonge dame, die ik niet ken, bereed hem. Dat kan alleen Diana von Dieten geweest zijn, onze gezelschapsjuffrouw. Zii rijdt dikwijls vroeg uit, deels omdat zij er later geen tijd voor heeft, en ze ker ook deels, omdat zij zich op het oude, stijve paard niet voor bekende oogen wil vertoonen. Prosper zette een ontgoocheld ge zicht. Dus deze sprookjesfee was slechts juffrouw van gezelschap. Na een poos zei hij En zij1 hee,t werkelijk Diana Hoe merkwaardig. Waarom merkwaardig Omdat zij op de godin Diana op 't plafondschilderij, van de eetzaal in het jachtslot van Hochweid sprekend ge lijkt. Dat vond Tinti zeer interessanl. Dat moet je ons zoo spoedig mo gelijk eens laten zien, Prosper. Is het ver naar Hochweid? Als men goed rijdt ongeveer een half uur. Als je lust jhebt, kunnen we het terstond probeeren. Tegen de thee zijn we dan weer terug. Maar ik heb geen rijkleed. Edeltrud leent je er wel een. Ze richtten zich tot de prinses. Tinti was vuur en vlam voor het plan. Pros per beviel haar en zij wist, dat zij er te paard heel goed uitzag. Bovendien, zoo'n rit onder zijn tweeën paste goed in haar plannen. Want inderdaad spookte een zeer eerzuchtig plan door haar hoofd, sedert zij Dreisenstein had betreden. Alles, wat zij in de armoede de rechter in een der Londensche dis tricten een uitspraak heeft gedaan in een kwestie, die voor de gehuwde vrouw van vér-strekkend belang kan worden. Sedert een paar jaar was een dienst bode voor de keuken gehuwd met den huisknecht in dat gezin. Kort geleden diende de dienstbode een klacht in te gen haar man. omdat hij weigerde een deel van zijn loon voor haar onderhoud af te staan. Gedurende de jaren dat zij gehuwd waren had hij haar slechts een paar financieel onbeduidende geschen ken gegeven. Deze uitspraak van den rechter stelde den man niet aansprakelijk voor het onderhoud van zijn vrouw, omdat zij bewezen had zeer goed in eigen onder houd te kunnen voorzien en dit inder daad ook deed. Deze uitspraak, zegt schrijfster, maakt het wetsatrikel, dat in Engeland zoo goed als in ons Burgerlijk Wet boek voorkomt, waarbij de man ver plicht wordt, zijn vrouw te onderhou den. tot een doóde letter. Het is dit wetsartikel, waarop regee ring en overheid steunen als zij gehuw de vrouwen uit betaalde functiën ont slaan, het is dit wetsartikel ook, waar op men het onrecht baseert, om gehuw de vrouwen uit te sluiten uit goed be taalde arbeidskringen. „De man verplicht zijn vrouw te on derhouden" is in Engeland nu in elk huwelijk aanvechtbaar, want elke nor male vrouw, normaal naar lichaam en geest is in staat in eigen onderhoud te voorzien, als zij daarin door de overheid niet wordt gedwarsboomd. Voor zoover mij bekend, is een der gelijk geval nog niet in ons land voor gekomen, doch het zou goed zijn, ook eens hier een uitspraak van de bevoeg de macht in dezen uit te lokken. De „Nieuwe Ct." heeft bij de uit spraak van den Engeischen rechter even geglimlacht en teekent er bij aan Er wordt tegenwoordig zoo luid en beslist gesproken over de maatschappe lijke gelijkheid van man vrouw, dat we den nuchteren Engeischen magistraat niet heelemaal belachelijk vinden, wan neer hij zegt „U, mevrouw, heeft de bewijzen ge geven, dat u zichzelf kunt onderhou den. Waarvoor eischt ge dat onder- hóud dan toch nog van uw man Want die eisch heeft iets verrassends, iets komisch in zich en schijnt in strijd met de sfrooming, zooals, ook alweer o.i. volkomen terecht, door de vrouwen in beweging is gebracht. VLISSINGEN, 6 MAART. Gemeenteraad. De eerstvolgende zitting van den ge meenteraad zal niet plaats hebben op den laatsten Vrijdag van de maand (Goeden Vrijdag) doch op Vrijdag 6 April. thuis aan toekomsfdroomen gesponnen had hier kon het werkelijkheid wor den, als het haar gelukte, Prosper ver liefd op haar te doen worden. Zij was juist de persoon, die de ge legenheid wist vast te houden en te gebruiken. Maar uit soortgelijke gron den was de prinses niet voor het voor ste). Zij kwam met tegenwerpingen men kon toch Amaranth en Agnes niet achterlaten en rijkleeden, die haar pas ten, :had zij niet Zij waren nog kleiner en slanker dan Tinti. Ook verwachtte men de Ebereichens. Het was toch ook niet van belang, of de geschilderde jachtgodin in Hochweid eenige verwij derde gelijkenis vertoonde met een ondergeschikte persoon, zooals deze toch maar was. De 'hertog kwam Tinti te hulp. Hij besliste, dat Tinti met Prosper naar Hochweid zou rijden, hij zelf zou bij' de achterblij.venden de honneurs waarne men en de Ebereichens ontvangen, als zij vroeger kwamen. Edeltrud beet zich op de lippen en ging geërgerd naar ihaar kleedkamer, om het kamermeisje de noodige bevelen te geven. Het was de eerst maai, dat haar schoonvader geen rekening hield met haar verlangens. Natuurlijk reed zij mee. Want de twee alleen te laten rijden, zooals Tinti blijkbaar wenschte, kwam niet in haar op. Maar Tinti verborg heel handig de teleurstelling, die Edeitruds's gezel schap 'haar bezorgde. .Het was Prosper onverschillig, wie mee ging. Hij verheugde zich over den INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. met vruchten DE FIJNE PAASCHPUDPIWG Ais gij last krijgt van hoofdpijn, ge druktheid en een onaangenamen smaak in den mond. is uw lever van streek. Enkele doses Foster's iMaagpillen. heb ben een verrassende uitwerking. Zij beteren leverstoornissen en genezen galzucht, verstopping en slechte spijs vertering. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen 0.65 in apotheken en drogistzaken. 10 Het Groene Kruis. Gisterenavond werd ten raadhui2e, onder voorzitterschap van den heer C. A. van Woelderen, de jaarlijksche ai- gemeene vergadering gehouden van de vereeniging „het Groene Kruis". in deze vergadering werd door den secretaris, den heer P. Landsman, het jaarverslag over 1922 uitgebracht, waaraan het volgende is ontleend Wederom heeft onze vereeniging een jaar van ernstigen en nuttigen arbeid doorleefd en mogen wij getuigen van haar levenskracht en bloei. Het leden tal, dat 1 Januari 1847 bedroeg, was or, 31 December tot 1917 aangegroeid. Het is dus, dank zij de ijverige bemoei ingen van ons dames-comité voor le denwerving en van onzen magazijn- houder-bode met een 71 tal toegeno men. De wijkverpleging werd door zuster A. Algra met toewijding verricht. Het aantal door haar gebrachte bezoe ken. waarbij steeds hulp werd verleend, bedraagt niet minder dan 5142. Een woord van dank voor 'haren liefdevol len en trouwen arbeid is hier zeker op zijn plaats. Verplegingsartikelen wer den 2292 maal in bruikleen uitgegeven. De rijwielbrancard werd voor binnen de gemeente 31 maal en naar buiten 4 maal gebruikt. Den magazijnhouder en zijn vrouw komt eveneens een woord van dank toe voor hunne toewijding en goede zorgen. Bij voortduring blijkt dat ons gunstig gelegen magazijn met zijn steeds goed onderhouden en vermeer derend aantal hulpmiddelen in een dringende behoefte voorziet. In het be stuur werd de ijverige en accurate pen ningmeester, de heer M. J. Hemmekani, die sedert 1913 deze functie vervulde en wegens drukke werkzaamheden uit dit ambt wenschte .te worden ontheven, vervangen door den heer P. L. Abra- hamse. Gaarne brengen wij een woord van dank en waardeering voor de diensten, welke de heer Hemmekam onze vereeniging bewezen heeft. Door de practische wijze, waarop hij onze boekhouding heeft ingericht, is het werk voor zijn opvolger, die zijn taak rit zelf en vooral over de vergelijking der geschilderde Diana met de werke lijke. Was zijn vader heden niet in ■Hochweid geweest, toen hij thuiskwam, dan had zijn eerste bezoek de eetzaal gegolden. Nu, heb ik geen geiijk vroeg hij, toen men in de eetzaal kwam, waar juffrouw Bender de gordijnen omhoog had getrokken. De gelijkenis is inderdaad nog grooter dan ik gedacht had. De dames moesten 'hem gelijk geven. De gelijkenis was verbazend, al was er in verscheiden kleinigheden verschil. Hetzelfde goudblonde haar met den roodachtigen glans, dezelfde trotsch- kuische uitdrukking der trekken, de zelfde donkere, geheimzinnige oogen zagen ;hen van het plafond aan. ■De heele schilderij' was vol leven en kleurenpracht. Tinti bekeek elke bijzon derheid met peinzenden blik. Ja, de gelijkenis is werkelijk ver bazend. Die goede Diana zou zich bepaald gevleid gevoelen, als zij het wist, zei ze. Je zult het haar toch niet vertei len zei Edeltrud spottend. Zij lijkt me zonder dat al ingebeeld genoeg te zijn. Natuurlijk zeg ik het haar niet. Ik erger me dikwijls genoeg over haar. Zij beeldt zich menigmaal in, een van onzé gelijken te zijn, hoewel haar grootvader nog maar een gewoon burgerlijk offi cier was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1