VRIJDAG 2 MMRT
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
A. i. P.'s EIERPUDDëNS
AB0NNEMENTS-PRIJ5
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
,or het gebeele rijk j 2.50. Week-abon-
i;ementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per i gel
Dienstaanbiedingen en dicnstaanvrageni
var. 15 regels 65 centiedere regel meer
S3 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels j 1.70,
Iedere regel meer 26 cent
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Bioscoopwet, Zomertijd.
Vergadering van Donderdag.
De Bioscoop-wet verworpen Het
zijn ten slotte de Christel ijk-historischen
geweest die de strop omdeden. Hun
leider verklaarde dat het niet inlasschen
van de 'gemeentelijke bemoeiing zoo'n
overwegende beteekenis voor lien had,
dat zij tegenstemden. Daarmede was
het lot beslist met 46 tegen 41 stem
men ging het ontwerp. Van de linker
zijde, die overigens tegenstemde, weken
af de heer Ter Hall en mej. van Dorp.
Behalve de christelijk-historischen ging
de heer Kersten tegen de wet in.
De verwerping is niet zuiver een prin-
cipieele, want het waren ook technische
overwegingen die den doorslag gaven.
Ter linkerzijde was het voornamelijk de
keuring voor de volwassenen die den
doorslag gaf.
De bioscoop blijft dus zonder cen
suur en alles overgeleverd aan burge
meesterlijk goedvinden.
De Zomertijd.
Het onderwerp is uitgeput, totaal
uitgeput en nadat de eerste spreker, de
heer Lovink de vóór en tegen argu
menten nog eens had geformuleerd
zij het vrijwel onverstaanbaar had de
Kamer wei kunnen stemmen. Maar alle
agrariërs moesten hun licht laten schij
nen en zij deden het ruimschoots. Alle
bezwaren en ongerieven zijn nog eens
opgesomd.
De heer Lovink, landbouw-bureau-
craat, de heer Bakker, ex-landbouwer,
dr. Deckers, landbouw-deskundige, Bie-\,
rema, boer, Van Voorst tot Voorst, hee-
reboer, Knegge, Van den Heuvel enz.
Alle klaagden eenparig over onder
gang de één wat betreft de voordee-
ien, de andere wat betreft tie nadeelen,
maar volgens de voorstanders van de
afschaffing waren de nadeelen veel
grooter dan de voordeelen. Alsof dat
met een balans is uit te wegen.
Volgens den heer Van der Waerden
was de Zomertijd al een compromis,
omdat een volledige zomertijd ge
durende de zomermaanden twee uur
verschil zou geven. De heer Weitkamp,
ook agrariër, heeft eens in de krant ge
schreven dat de bezwaren zeer zijn
overdreven en dat ten slotte de boeren
zich van de klok niets aantrekken als
zij dat riiet willen. Met de aanneming
of de verwerping van dit ontwerp is
volgens den lieer Van der Waerden de
zaak niet uit. Naar zijn meening moet
de regeering een bemiddelingsvoorstel
trachten samen te stellen, hetzij we den
duur ervan verkorten, hetzij we den
midden-Europeeschen tijd invoeren.
Lijnrecht tegenover den heer Van der
Waerden verdedigde de heer Schaper,
zijr\ partijgenoot, de afschaffing, omdat
de: Zomertijd veie nadeelen heeft voor
een groot deel der bevolking en deze
niet over het hoofd gezien mogen wor
den.
Het minst van alle was de verdedi
ging van den heer Braat, die vrijwel
niets om het lijf had. Hij herhaalde op
gebrekkige wijze wat reeds veel beter
gezegd was.
De heer Staalman diende een motie
in om den Zomertijd te doen duren van
15 Mei tot 1 September. De regeering is
nl. vrij om 'dien tijd te bepalen en het
was dus een verzoek aan de regeering.
Die motie werd verworpen met 51 tegen
33 stemmen, waarna liet wetsontwerp-
Braat werd aangenomen met 49 tegen
35 stemmen. Alle partijen waren ver
deeld.
Vóór de afschaffing hebben gestemd
de leden Van der Bilt, Wintermans,
Duymaer van Twist, Ebels, Fleskens,
Van Voorst tot Voorst, Bulten, Ament,
Knigge, Bierema, Suring, Weitkamp,
Lovink, De Boer, Engels, Van den Heu
vel, Schokking, Snoeck Henkemans,
Dresselhuijs, Michielsen.Tilanus, Braat.
Van Vuuren, Van Braambeek, Van
Dorp, Marchant, Heukeis, mevr. Bak
kerNort, Krijger, Deckers, Fruvtier,
Gerritzen, Oud, Hermans, Rutten, Bon-
gaerts. Boon, Van Ryckevorsei, Van
Schaik, De Monté vrLoren, Colijn (N.-
Amstei), H. Colijn, Scheurer. Moerel,
De VriesBruins, Van der Voort va'.i
Zijp. Schaper, Van Rappard en Bakker.
(Tegen stemden de leden Beumer, K.
ter Laan, Gerretson, Van der Molen,
Kleerekoper, Van Wijnbergen, Van
Boetzelaer, Kuiper, Van Rijzewijk, Ter
Hati, Van Zadelhoff, Groeneweg, IJzer
man, Van der Waerden, Wijnkoop, Van
Gijn, Smeenk, Nolens, Kolkman, Katz,
Ketelaar, Staalman. Van Ravesteijn,
Van Dijk, Vliegen, Westerman, Troel
stra, Rutgers, Juten, Gerhard, Van den
Tempel, Albarda, Brautigam, J. ter
Laan en de voorzitter.
De voorzitter heeft de lieeren Braat
en De Boer aangewezen om te beslis
sen wie van beiden het wetsvoorstel in
de Eerste Kamer zal verdedigen.
Het is dus niet onwaarschijnlijk dat
de Zomertijd wordt afgeschaft, als de
regeering het wil en geen andere weg
zoekt.
Plaatselijke keuze.
Het voorstel tot wijziging van eenige
artikelen der drankwet, dat in de
Tweede Kamer door den heer Rutgers
is ingediend, strekt tot invoering der
plaatselijke keuze.
Naar men 'zich herinneren zal, is ver
leden jaar een soortgelijk voorstel van
denzelfden afgevaardigde met zéér ge
ringe meerderheid door de Eerste Ka
mer verworpen.
Blijkbaar is de heer Rutgers van
meening, dat de Eerste Kamer in haar
sedert dien sterk gewijzigde samenstel
ling het ontwerp wél zal aanvaarden.
in de memorie van toelichting tot
bovengenoemd wetsvoorstel merken de
voorstellers op, dat dit voorstel reeds
18 November 1919 door hen, voor zoo
ver zij toen lid' van de Kamer waren, bij
de Kamer werd ingediend, en den 21 en
April 1921 in denzelfden vorm waarin
het thans wordt aangeboden, door de
Kamer aangenomen. De Eerste Kamer
heeft echter gemeend hare goedkeuring
aan het voorstel te moeten onthouden,
zjj het met zeer geringe meerderheid.
De voorstellers zijn onverzwakt van
meening gebleven, dat invoering van
Plaatselijke Keuze in Nederland aanbe
velenswaardig is, en dat tot die invoe
ring reeds thans kan worden overge
gaan als in het aanhangig gemaakte
voorstel is omschreven. Zij meenen, dat
in de veranderde omstandigheden aan
leiding is te vinden, om daartoe op
nieuw het voorstel te doen.
Waar het op 18 November 1919 in
gezonden voorstel destijds uitvoerig in
de memorie van toelichting is uiteen
gezet verwijzen de voorstellers naar die
memorie, welke zij thans opnieuw laten
volgen, met weglating van een gedeel
te, hetwelk thans van minder belang is
en met een tweetal toevoegingen in ver
band met tijdens de behandeling van
het vroegere ontwerp in de art. 4 bis
en 4 quater gebrachte wijzigingen.
Een huldeblijk aan burgemeester
Zimmerman.
Burgemeester Zimmerman zal op 6
Alaart a.s. in een buitengewone zitting
van den gemeenteraad te Rotterdam
afscheid nemen van de leden van den
raad.
Toen destijds in 1921 de burgemees
ter zijn voornemen te kennen had gege
ven om heen te gaan, heeft zich uit de
burgerij een comité gevormd, met het
doel, óm een huldeblijk aan te bieden
namens de burgerij. De leden van dit
comité zijn opnieuw saamgekomen om
thans bij het heengaan van den burge
meester hun voornemen uit te voeren
en hem namens de burgerij een hulde
blijk aan te bieden.
Verkiezing Prov. Staten.
'Het hoofdstembureau in den staten-
kring Tiel heeft krachtens artikel 44 c
der kieswet geschrapt alle candidaten,
gesteld door den Vrijheidsbond. Het
bijna zekere gevolg daarvan is, dat de
Statenleden H. Kuyk, H. Houtkooper,
M. H. W. Verbrugh en D. van Hoyte-
ma, die ook op de lijsten in de andere
Geldersche kieskringen voorkomen, niet
herkozen zullen worden.
Het bedoelde artikel bepaalt, dat het
hoofdstembureau schrapt de candidaten
die voo'rkomen oip meer dan één in den
kieskring ingeleverde lijst.
Antwerpen, Hamburg en Rotterdam.
Gedurende de maand Februari werd
de haven van Antwerpen bezocht door
693 schepen, metende te samen
1.329.720 ton. in dezelfde maand van
1922 waren aangekomen 603 schepen,
metende 998.251 ton. Er is dus een
vermeerdering van 90 schepen en een
vermeerdering van 331.469 ton.
Sedert 1 Januari zijn te Antwerpen
binnengekomen 1425 schepen metende
2.760.629 ton, tegen 1204 schpene met.
2.077.902 ton in de twee eerste maan
den van 1922.
Er is dus een vermeerdering van 221
schepen en een vermeerdering van
682.727.
In de haven van Rotterdam zijn se
dert 1 Januari aangekomen 1273 sche
pen, met. 1.828.256 ton.
Te Hamburg zijn in de maand Febru
ari aangekomen 900 schepen metende
1.047.208 netto reg. ton, tegen in de
maand Februari 1922 4-20 schepen met.
716.099 netto reg. ton.
Uit den gemeenteraad te Winschoten.
De gemeenteraad te Winschoten was
in meerderheid sociaal-democratisch.
Thans is de raad oni en de beide soci
aal-democratische wethouders hebben
hun ontslag genomen.
Een der raadsleden, de heeij mr. D.
H. Bosch, had sedert 10 Augustus 1920
geen enkele zitting van den gemeente
raad bijgewoond en toch ook geen
ontslag genomen. Hij is nu in den raad
teruggekeerd en hij verklaarde dat hij
al dien tijd was weggebleven, omdat
de sociaal-democratische meerderheid
de besluiten reeds vóór de raadsverga
dering nam en besprekingen daarop
niet meer van invloed konden zijn.
Het weer in Februari.
Het Meteorologisch Instituut in De
Bilt publiceert het volgende voorloopi-
ge weeroverzicht voor Februari
Gemiddeld over de geheele maand
was de dagelijksche maximum-tempe
ratuur vrijwel normaal en het minimum
2 graden Celsius er boven. Aanvanke
lijk was het weer vrij zacht en vroor
het nagenoeg niet, doch vanaf den 14
tot den 2! kwam dagelijks vorst voor
en bleef in Groningen de temperatuur
overdag zelfs op zeven dagen beneden
het vriespunt, echter te Maastricht
geen enkele maal.
De hoeveelheid neerslag gemiddeld
over het geheele land bedroeg 55 mm.
tegen 40 normale maandsom in Zuid
en Noord-Holland waren de afwijkin
gen gering.
De Bilt had slechts 41 uren met zon
neschijn tegen 69 normaal.
VLISSINGEN, 2 MAART.
Voor het Duitsche kind.
Voor het Duitsche kind is ingekomen
bij mevr. van Woelderen van den heer
v. M. 3.50; Speelclub den heer L.
10.samen met de laatste opgave
64.50.
Instrumentendag voor slechthoorenden.
Wij hebben hedenmorgen een bezoek
gebracht aan 't voormalig Burgerwees
huis in de Badhuisstraat.>waar door de
afdeeling Vlissingen van de Vereeni-
ging van Slechthoorenden een instru
mentendag wordt gehouden. Er is daar
een groote collectie geëtaleerd van alle
mogelijke apparaten, welke voor slecht
hoorenden van bijzonder gewicht zijn.
Deze instrumenten toch van Ameri-
kaansch, Duitsch, Fransch of ander
maaksel, maken het allen slechthooren
den mogelijk alles te verstaan. De in
strumenten zijn zoo practisch mogelijk
gemaakt en de nieuwe soorten van cel
luloid zijn bijzonder licht. Wie in het
weeshuis heden een kijkje neemt, zal er
verbaasd over staan dat er zoo'n groo
te collectie van gehoor-apparaten be
staat. Door mei. Tine Marcus en haar
helpsters en helpers, alsmede door de
leden van de afdeeling Vlissingen, wor
den alle gewenschte inlichtingen ge
geven.
Men mag vooral ook niet verzuimen
de kwakzalvers-middelen te bekijken,
die in een afzonderlijk kastje bewaard
worden. Het komt toch maar al te veel
voor dat zij. die aan doofheid of hard-
hoorendhei'd lijdende zijn. de hulp in
roepen van kwakzalvers en zich voor
werpen in de handen laten stoppen, die
absoluut niet de minste baat geven.
Waaruit deze kwakzalversartikelen be
staan kan men thans zien.
Tot hedenavond' heeft men gelegen
heid kennis te maken met den interes
santen instrumentendag en wij wijzen
er nog eens op dat de toegang vrij is
en dat kosteloos proeven genomen kun
nen worden met de verschillende in
strumenten.
Het doel dat ae Vereeniging voor
Slechthoorenden nastreeft om het lij
den van hen die doof of siechthoorend
zijn, te verzachten, dient zeker alge
meen gesteund te worden en wie den
instrumenfendag bezoekt, zal wel over
tuigd worden van het groote nut dat
deze vereeniging sticht.
Wij voegen er dan pok gaarne een
opwekking aan toe om zich als lid van
de vereeniging aan te melden, wat me.i
kan doen bij mej. L. van Raaife, Hout-
kade.
Natuurwetenschap en wondergeloof.
Voor de ethische vereeniging (kring
Zeeland) trad gisterenavond in de klei
ne zaal van het Concertgebouw op
prof. dr. Pil. N. Kohnstamm uit Am
sterdam, die, met een kort woord
ingeleid door ds. Voorhoeve, begon met
de opmerking, dat zijn onderwerp van
heden van zoo'n grooten omvang en
van ,zoo'n verdieping is, dat hij onver
mijdelijk slechts een klein deeltje zal
kunnen behandelen. Hij kan onmogelijk
volledig zijn, want bij zijn onderwerp
■komen o.a. noodzakelijk te pas wat
openbaring, wat gebed, vrijheid en per
soonlijkheid is. Hoe staan wij als men-
schen van onzen tijd met onze kennis
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN'.
met vruchten
DE FIJNE PAASCHPUDDING
van moderne machinerieën en met on?
modern denken tegenover het wonder?
Hoe denken we over de wonderverhalen
uit den Bijbel Ziedaar een beperking,
die spreker zich moet en wil opleggen
daardoor behandelt hij wel niet alles,
maar zal de discussie straks des te
vruchtbaarder zijn.
En bij de behandeling dezer laatste
vraag, begint spreker de menschen te
verdeelen in 2 groote groepen lo. de
zoogenaamde loochenaars en 2o. de
geloovigen.
De eerste groep vindt dat alles ge
woon toegaat, dat ai die verhalen
dwaasheid zijn. Deze personen basee
ren zich op de opvatting, dat alles be-
heerscht wordt door ijzeren wetten, die
als 't ware geen afwijking toestaan en
waardoor men uit wat eenige eeuwen
geleden gebeurd is, kan afleiden, wat
op een gegeven oogenblik in de toe
komst zal gebeuren. Spreker kan het
met deze groep niet eens zijn, want dan
bestaat er geen liefderijk God, dan be
staat er geen zelfstandig denken en
handelen, dan is alles reeds van te vo
ren bepaald. Deze opvatting noemde
spreker het gevolg van den geweldigen
indruk, die het natuuronderzoek in de
18e eeuw maakte en waarvan de toen
bekende resultaten met een geweldig
enthousiasme ontvangen werden. Als
voorbeeld hoe diep die indruk wei was,
haalde spreker aan dat de bekende En-
gelsche dichter Pope van Newton zei-
de „God sprak er zij licht en toen
schiep Hij Newton". Het gevolg van
bovenaangehaalde opvatting is, dat de
kwestie van het wonder voor alle
godsdienstige wereldbeschouwing on
mogelijk is, daar zij negatief beslist
wordt en daar ze God als 't ware ont
troont. En nu gaat spreker met een
voorbeeld uit het leven gegrepen na,
dat. al kennen we de regels van een of
ander spel in de puntjes, we toch geen
zekerheid hebben omtrent den afloop
er van. omdat de zoogenaamde deter-
mineerende wetten wel precies den
afloop of wellicht beter gezegd het ver
loop van het spel geven, maar deze al
leen bij benadering gelden. Door de
gecompliceerde verhoudingen hebben
we dus geen vastheid. Vandaar dat als
natuuronderzoeker het wonderlijke niet
voor onmogelijk verklaard kan worden.
En nu gaat spreker de verschillende
opvattingen over het wonder na, bij
diegenen, die het wonder opvatten als
werkelijk gebeurd en die daarop hun
geloof opbouwen, bij hen, die meenen,
dat tegenwoordig die wonderen niet
meer kunnen- gebeuren. Hij vraagt of
we ons geloof dan niet voelen ontzin
ken, waardoor hij tegenover krijgt ge
plaatst de orthodoxen en de modernen,
die over dat wonder verschillend den
ken. Maar hij voegt er bij, dat men uit
elkaar moet houden het wonder en het
mirakel, waarbij hij het laatste defini
eert als een gebeurtenis, die niet ver
wacht wordt, maar die constateerbaar
is door ieder, die oogen heeft om te
zien en ooren om te hooren. Het ge
meenschappelijke in deze twee voor
hem verschillende gebeurtenissen is,
dat ook het wonder sterk tegen het
verwachte ingaat, maar daartegenover
staat, dat dit laatste slechts waarge
nomen wordt door een religieus voelend
mensch en als voorbeeld haalde spre
ker tal van voorbeelden aan uit den
Bijbel, zoowel Oude als Nieuwe Testa
ment. Hier vond prof. Kohnstamm ge
legenheid te wijzen op het verschil tus-
schen wat in den Bijbel geschreven
staat en dezelfde soort verhalen uit de
litteratuur der zelfde tijden. Maar al
dadelijk moest hem de opmerking van
de hand, dat, hoewel van hen derge
lijke dingen verteld werden, ze daarom
nog geen personen waren, die macht
over 'de gewetens hadden. Want nog
maals herhaalde spreker het, dat het
wonder ons plaatst midden in onze re-
ligieuse wereld. Een eigenaardig iets
noemde spreker het, dat tegenover
elkaar geplaatst kunnen worden de
Godsgezant op aarde, die in 'f geheel
niet met macht bekleed is, terwijl het
heidensche denkbeeld is de verwekker
van mirakelen is de machtige men
vindt dan ook door het heeie Oude Tes
tament heen den strijd tusschen den
mirakeldoener en den wonderdoener,
waarvan spreker tal van staaltjes aan
haalde, als meest treffend de geschie
denis van Saul. Tal van wonderen zijn
in het Nieuwe Testament vermeld, maar
als laatste centrale wonder noemde
spreker de opstanding van Jezus, waar
hij eenigszins breedvoerig over sprak,
er op wijzende, dat ook ditmaal alleen
verschenen wordt aan hen, die in hem
gelooven.
Uit de heeie rede meende de profes
sor de conclusie te mogen trekken, dat
men het wonder der wonderen niet
moet'benaderen met natuurwetenschap.
Van de gedachtenwisseling met spre
ker werd gebruik gemaakt door de
heeren dr. P. Merckens en ds. J. B. Ne
telenbos, waarvan de eerste, blijkens
nadere uitlegging van den professor,
niet zoo heel veel in denkwijze ver
schilde over hef uiteenloopen van won
der en mirakel ten opzichte van het
waarnemen, terwijl de laatste vooral in
meening met den redenaar verschilde
ten opzichte van wat men moet ver
staan onder lichamelijk opstanding.
Met dankzegging sloot ds. Voorhoeve
deze bijeenkomst, waarvan de opkomst
lang niet tot de slechtste genoemd
mag worden.
In den vollen stroom.
Gisterenavond hield ds. P. Ch. van
der Vliet in de N. Middelkerk alhier een
rede in het belang der Geref. Jeugd
organisaties. Spreker had tot onder
werp gekozen „In den vollen stroom".
Spreker wees er op dat tegenwoordig
de belangstelling in de jeugd al groofe'r
wordt en wij ons met de toekomst van
onze jeugd ai meer bezig houden. Hoe
komt dat, vraagt spreker. Hierdoor,
dat het jeugdbeeld zoo geheel anders is
dan vroeger. Niet dat de hedendaagsche
jeugd ondeugender is dan vroeger,
zooals vaak wordt beweerd. Wij oude
ren waren in onze jeugd niet beter dan
de jeugd van nu. Toch is de jeugd ver
anderd, vooral de rijpere jeugd. Waarin
die verandering bestaat, ging spreker
na en hij wees er op, dat het aspect van
onzen tijd veranderd is en ,het levens
beeld zich zoo geheel anders aan het
oog vertoont dan vroeger jaren. Het
leven is ontzaglijk rijker en voller ge
worden. De geweldige ontplooiing van
de wetenschap, die jaarlijks nieuwe ont
dekkingen doet, de ontwikkeling der cul
tuur heeft onzen gezichtskring zooveel
ruimer gemaakt en ook de jeugd ieeff
intuïtief zijn tijd mee. Zet den vliegenier
van onzen tijd naast uw deftigen over
grootvader, zegt spreker en ge hebt
den ouden en den nieuwen tijd. De voor
uitgang der techniek is reusachtig, met
zijn uitvinding van draadlooze telefonie,
de gemakkelijke wijze waarop men zich
kan verplaatsen met de moderne vlieg
machine, en nog staan wij slechts aan
het begin van een nog grootere ont
wikkeling der natuurkrachten. Toch zit
er in het vele en veelvuldige dat het
wereldbeeld biedt geen orde.De mensch
van dezen tijd is aan zijn wereldbeeld
ontgroeid. Het moderne cultuurleven
vertoont een titanische kracht, maar is
onbeheerd. De mensch heeft zich aan
zijn Schepper ontworsteld en is verval
len tot wiiszwakte en zich laten mee
drijven door den levensstroom. Vandaar
een bedenkelijke daling van het mo-
reele levenspeil bioscoop, tooneel en
drukpers oefenen een verderfelijken in
vloed uit, die ook op de jeugd niet na
laten beslag te leggen. Het is daarom
geen wonder dat onze vaders en moe
ders bekommerd zijn over de jeugd. De
taak der opvoeding van de jeugd is een
der grootste vraagstukken van onzen
tijd en de belangstelling voor de kin
derziel is bovenmate toegenomen. Men
is in gaan zien, dat opvoeding geen
dressuur mag zijn, en iets anders is dan
het geven van klappen en het toedienen
van een dosis scheldwoorden. En te
recht. De ouders moeten zich in het
ontluikende leven hunner jongens en
meisjes trachten in te leven, mee voe
len en het trachten leiding te geven.
Voedt ze streng op, maar omringt ze
tegelijkertijd met de meest zorgzame
liefde, zoodat de kinderen u het ver
trouwen schenken. Een enkele kleinig
heid kan zooveel bederven, maar ook
veel goed maken.
Niet minder belangrijk is de jeugd
veor de toekomst. Niet alleen vervult
deze ons met vrees voor de stoffelijke
dingen, maar bovenal om de geestelijke
goederen. Wij huiveren voor de toe
komst a's wij zien den doodendans van
Europa, het gevaar dat uit het Oosten
dreigt. Er naderen ernstige tijden voor
al voo-r den Christen en die toekomst
gaat onze jeugd binnen, zullen zij staan
op onze plaatsen in de donkere tijden
die aanstaande zijn.
Daarom moet ook door onze jeugd
het Woord Gods als toetssteen en als
een lamp voor den voet genomen wor
den op het levenspad. Onze jeugd moet
zich de Geref. beginselen op kerkelijk,
politiek en sociaal terrein eigen maken
en zoo hun scheepke sturen door den
vollen stroom van den tijdgeest, om fe
ijveren voor de hen dierbare beginselen
en ze uit te dragen op alle terrein van
het leven.
Door den heer D. J. de Jong wordt
morgen in het Korte Groenewoud 80
een manufacturen-magazijn geopend.
Behalve alle soorten manufacturen is
dit magazijn ruim gesorteerd in linge
ries.
De Vlissingsche Bestuurdersbond
houdt Zondag a.s., des morgens kwart
voor elf, een mobilisatie-vergadering in
het Concertgebouw, waarin als spreker
zal optreden de heer G. Zieverink, se
cretaris van den Centraien Bond van
Transportarbeiders.
Lijst van onbestelbare brieven, en
briefkaarten, van welke de afzenders