VRIJDAG 2 MMRT BINNENLAND Stads= en Provincienieuws A. i. P.'s EIERPUDDëNS AB0NNEMENTS-PRIJ5 Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco ,or het gebeele rijk j 2.50. Week-abon- i;ementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per i gel Dienstaanbiedingen en dicnstaanvrageni var. 15 regels 65 centiedere regel meer S3 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels j 1.70, Iedere regel meer 26 cent KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Bioscoopwet, Zomertijd. Vergadering van Donderdag. De Bioscoop-wet verworpen Het zijn ten slotte de Christel ijk-historischen geweest die de strop omdeden. Hun leider verklaarde dat het niet inlasschen van de 'gemeentelijke bemoeiing zoo'n overwegende beteekenis voor lien had, dat zij tegenstemden. Daarmede was het lot beslist met 46 tegen 41 stem men ging het ontwerp. Van de linker zijde, die overigens tegenstemde, weken af de heer Ter Hall en mej. van Dorp. Behalve de christelijk-historischen ging de heer Kersten tegen de wet in. De verwerping is niet zuiver een prin- cipieele, want het waren ook technische overwegingen die den doorslag gaven. Ter linkerzijde was het voornamelijk de keuring voor de volwassenen die den doorslag gaf. De bioscoop blijft dus zonder cen suur en alles overgeleverd aan burge meesterlijk goedvinden. De Zomertijd. Het onderwerp is uitgeput, totaal uitgeput en nadat de eerste spreker, de heer Lovink de vóór en tegen argu menten nog eens had geformuleerd zij het vrijwel onverstaanbaar had de Kamer wei kunnen stemmen. Maar alle agrariërs moesten hun licht laten schij nen en zij deden het ruimschoots. Alle bezwaren en ongerieven zijn nog eens opgesomd. De heer Lovink, landbouw-bureau- craat, de heer Bakker, ex-landbouwer, dr. Deckers, landbouw-deskundige, Bie-\, rema, boer, Van Voorst tot Voorst, hee- reboer, Knegge, Van den Heuvel enz. Alle klaagden eenparig over onder gang de één wat betreft de voordee- ien, de andere wat betreft tie nadeelen, maar volgens de voorstanders van de afschaffing waren de nadeelen veel grooter dan de voordeelen. Alsof dat met een balans is uit te wegen. Volgens den heer Van der Waerden was de Zomertijd al een compromis, omdat een volledige zomertijd ge durende de zomermaanden twee uur verschil zou geven. De heer Weitkamp, ook agrariër, heeft eens in de krant ge schreven dat de bezwaren zeer zijn overdreven en dat ten slotte de boeren zich van de klok niets aantrekken als zij dat riiet willen. Met de aanneming of de verwerping van dit ontwerp is volgens den lieer Van der Waerden de zaak niet uit. Naar zijn meening moet de regeering een bemiddelingsvoorstel trachten samen te stellen, hetzij we den duur ervan verkorten, hetzij we den midden-Europeeschen tijd invoeren. Lijnrecht tegenover den heer Van der Waerden verdedigde de heer Schaper, zijr\ partijgenoot, de afschaffing, omdat de: Zomertijd veie nadeelen heeft voor een groot deel der bevolking en deze niet over het hoofd gezien mogen wor den. Het minst van alle was de verdedi ging van den heer Braat, die vrijwel niets om het lijf had. Hij herhaalde op gebrekkige wijze wat reeds veel beter gezegd was. De heer Staalman diende een motie in om den Zomertijd te doen duren van 15 Mei tot 1 September. De regeering is nl. vrij om 'dien tijd te bepalen en het was dus een verzoek aan de regeering. Die motie werd verworpen met 51 tegen 33 stemmen, waarna liet wetsontwerp- Braat werd aangenomen met 49 tegen 35 stemmen. Alle partijen waren ver deeld. Vóór de afschaffing hebben gestemd de leden Van der Bilt, Wintermans, Duymaer van Twist, Ebels, Fleskens, Van Voorst tot Voorst, Bulten, Ament, Knigge, Bierema, Suring, Weitkamp, Lovink, De Boer, Engels, Van den Heu vel, Schokking, Snoeck Henkemans, Dresselhuijs, Michielsen.Tilanus, Braat. Van Vuuren, Van Braambeek, Van Dorp, Marchant, Heukeis, mevr. Bak kerNort, Krijger, Deckers, Fruvtier, Gerritzen, Oud, Hermans, Rutten, Bon- gaerts. Boon, Van Ryckevorsei, Van Schaik, De Monté vrLoren, Colijn (N.- Amstei), H. Colijn, Scheurer. Moerel, De VriesBruins, Van der Voort va'.i Zijp. Schaper, Van Rappard en Bakker. (Tegen stemden de leden Beumer, K. ter Laan, Gerretson, Van der Molen, Kleerekoper, Van Wijnbergen, Van Boetzelaer, Kuiper, Van Rijzewijk, Ter Hati, Van Zadelhoff, Groeneweg, IJzer man, Van der Waerden, Wijnkoop, Van Gijn, Smeenk, Nolens, Kolkman, Katz, Ketelaar, Staalman. Van Ravesteijn, Van Dijk, Vliegen, Westerman, Troel stra, Rutgers, Juten, Gerhard, Van den Tempel, Albarda, Brautigam, J. ter Laan en de voorzitter. De voorzitter heeft de lieeren Braat en De Boer aangewezen om te beslis sen wie van beiden het wetsvoorstel in de Eerste Kamer zal verdedigen. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat de Zomertijd wordt afgeschaft, als de regeering het wil en geen andere weg zoekt. Plaatselijke keuze. Het voorstel tot wijziging van eenige artikelen der drankwet, dat in de Tweede Kamer door den heer Rutgers is ingediend, strekt tot invoering der plaatselijke keuze. Naar men 'zich herinneren zal, is ver leden jaar een soortgelijk voorstel van denzelfden afgevaardigde met zéér ge ringe meerderheid door de Eerste Ka mer verworpen. Blijkbaar is de heer Rutgers van meening, dat de Eerste Kamer in haar sedert dien sterk gewijzigde samenstel ling het ontwerp wél zal aanvaarden. in de memorie van toelichting tot bovengenoemd wetsvoorstel merken de voorstellers op, dat dit voorstel reeds 18 November 1919 door hen, voor zoo ver zij toen lid' van de Kamer waren, bij de Kamer werd ingediend, en den 21 en April 1921 in denzelfden vorm waarin het thans wordt aangeboden, door de Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft echter gemeend hare goedkeuring aan het voorstel te moeten onthouden, zjj het met zeer geringe meerderheid. De voorstellers zijn onverzwakt van meening gebleven, dat invoering van Plaatselijke Keuze in Nederland aanbe velenswaardig is, en dat tot die invoe ring reeds thans kan worden overge gaan als in het aanhangig gemaakte voorstel is omschreven. Zij meenen, dat in de veranderde omstandigheden aan leiding is te vinden, om daartoe op nieuw het voorstel te doen. Waar het op 18 November 1919 in gezonden voorstel destijds uitvoerig in de memorie van toelichting is uiteen gezet verwijzen de voorstellers naar die memorie, welke zij thans opnieuw laten volgen, met weglating van een gedeel te, hetwelk thans van minder belang is en met een tweetal toevoegingen in ver band met tijdens de behandeling van het vroegere ontwerp in de art. 4 bis en 4 quater gebrachte wijzigingen. Een huldeblijk aan burgemeester Zimmerman. Burgemeester Zimmerman zal op 6 Alaart a.s. in een buitengewone zitting van den gemeenteraad te Rotterdam afscheid nemen van de leden van den raad. Toen destijds in 1921 de burgemees ter zijn voornemen te kennen had gege ven om heen te gaan, heeft zich uit de burgerij een comité gevormd, met het doel, óm een huldeblijk aan te bieden namens de burgerij. De leden van dit comité zijn opnieuw saamgekomen om thans bij het heengaan van den burge meester hun voornemen uit te voeren en hem namens de burgerij een hulde blijk aan te bieden. Verkiezing Prov. Staten. 'Het hoofdstembureau in den staten- kring Tiel heeft krachtens artikel 44 c der kieswet geschrapt alle candidaten, gesteld door den Vrijheidsbond. Het bijna zekere gevolg daarvan is, dat de Statenleden H. Kuyk, H. Houtkooper, M. H. W. Verbrugh en D. van Hoyte- ma, die ook op de lijsten in de andere Geldersche kieskringen voorkomen, niet herkozen zullen worden. Het bedoelde artikel bepaalt, dat het hoofdstembureau schrapt de candidaten die voo'rkomen oip meer dan één in den kieskring ingeleverde lijst. Antwerpen, Hamburg en Rotterdam. Gedurende de maand Februari werd de haven van Antwerpen bezocht door 693 schepen, metende te samen 1.329.720 ton. in dezelfde maand van 1922 waren aangekomen 603 schepen, metende 998.251 ton. Er is dus een vermeerdering van 90 schepen en een vermeerdering van 331.469 ton. Sedert 1 Januari zijn te Antwerpen binnengekomen 1425 schepen metende 2.760.629 ton, tegen 1204 schpene met. 2.077.902 ton in de twee eerste maan den van 1922. Er is dus een vermeerdering van 221 schepen en een vermeerdering van 682.727. In de haven van Rotterdam zijn se dert 1 Januari aangekomen 1273 sche pen, met. 1.828.256 ton. Te Hamburg zijn in de maand Febru ari aangekomen 900 schepen metende 1.047.208 netto reg. ton, tegen in de maand Februari 1922 4-20 schepen met. 716.099 netto reg. ton. Uit den gemeenteraad te Winschoten. De gemeenteraad te Winschoten was in meerderheid sociaal-democratisch. Thans is de raad oni en de beide soci aal-democratische wethouders hebben hun ontslag genomen. Een der raadsleden, de heeij mr. D. H. Bosch, had sedert 10 Augustus 1920 geen enkele zitting van den gemeente raad bijgewoond en toch ook geen ontslag genomen. Hij is nu in den raad teruggekeerd en hij verklaarde dat hij al dien tijd was weggebleven, omdat de sociaal-democratische meerderheid de besluiten reeds vóór de raadsverga dering nam en besprekingen daarop niet meer van invloed konden zijn. Het weer in Februari. Het Meteorologisch Instituut in De Bilt publiceert het volgende voorloopi- ge weeroverzicht voor Februari Gemiddeld over de geheele maand was de dagelijksche maximum-tempe ratuur vrijwel normaal en het minimum 2 graden Celsius er boven. Aanvanke lijk was het weer vrij zacht en vroor het nagenoeg niet, doch vanaf den 14 tot den 2! kwam dagelijks vorst voor en bleef in Groningen de temperatuur overdag zelfs op zeven dagen beneden het vriespunt, echter te Maastricht geen enkele maal. De hoeveelheid neerslag gemiddeld over het geheele land bedroeg 55 mm. tegen 40 normale maandsom in Zuid en Noord-Holland waren de afwijkin gen gering. De Bilt had slechts 41 uren met zon neschijn tegen 69 normaal. VLISSINGEN, 2 MAART. Voor het Duitsche kind. Voor het Duitsche kind is ingekomen bij mevr. van Woelderen van den heer v. M. 3.50; Speelclub den heer L. 10.samen met de laatste opgave 64.50. Instrumentendag voor slechthoorenden. Wij hebben hedenmorgen een bezoek gebracht aan 't voormalig Burgerwees huis in de Badhuisstraat.>waar door de afdeeling Vlissingen van de Vereeni- ging van Slechthoorenden een instru mentendag wordt gehouden. Er is daar een groote collectie geëtaleerd van alle mogelijke apparaten, welke voor slecht hoorenden van bijzonder gewicht zijn. Deze instrumenten toch van Ameri- kaansch, Duitsch, Fransch of ander maaksel, maken het allen slechthooren den mogelijk alles te verstaan. De in strumenten zijn zoo practisch mogelijk gemaakt en de nieuwe soorten van cel luloid zijn bijzonder licht. Wie in het weeshuis heden een kijkje neemt, zal er verbaasd over staan dat er zoo'n groo te collectie van gehoor-apparaten be staat. Door mei. Tine Marcus en haar helpsters en helpers, alsmede door de leden van de afdeeling Vlissingen, wor den alle gewenschte inlichtingen ge geven. Men mag vooral ook niet verzuimen de kwakzalvers-middelen te bekijken, die in een afzonderlijk kastje bewaard worden. Het komt toch maar al te veel voor dat zij. die aan doofheid of hard- hoorendhei'd lijdende zijn. de hulp in roepen van kwakzalvers en zich voor werpen in de handen laten stoppen, die absoluut niet de minste baat geven. Waaruit deze kwakzalversartikelen be staan kan men thans zien. Tot hedenavond' heeft men gelegen heid kennis te maken met den interes santen instrumentendag en wij wijzen er nog eens op dat de toegang vrij is en dat kosteloos proeven genomen kun nen worden met de verschillende in strumenten. Het doel dat ae Vereeniging voor Slechthoorenden nastreeft om het lij den van hen die doof of siechthoorend zijn, te verzachten, dient zeker alge meen gesteund te worden en wie den instrumenfendag bezoekt, zal wel over tuigd worden van het groote nut dat deze vereeniging sticht. Wij voegen er dan pok gaarne een opwekking aan toe om zich als lid van de vereeniging aan te melden, wat me.i kan doen bij mej. L. van Raaife, Hout- kade. Natuurwetenschap en wondergeloof. Voor de ethische vereeniging (kring Zeeland) trad gisterenavond in de klei ne zaal van het Concertgebouw op prof. dr. Pil. N. Kohnstamm uit Am sterdam, die, met een kort woord ingeleid door ds. Voorhoeve, begon met de opmerking, dat zijn onderwerp van heden van zoo'n grooten omvang en van ,zoo'n verdieping is, dat hij onver mijdelijk slechts een klein deeltje zal kunnen behandelen. Hij kan onmogelijk volledig zijn, want bij zijn onderwerp ■komen o.a. noodzakelijk te pas wat openbaring, wat gebed, vrijheid en per soonlijkheid is. Hoe staan wij als men- schen van onzen tijd met onze kennis INGEZONDEN MEDEDEELINGEN'. met vruchten DE FIJNE PAASCHPUDDING van moderne machinerieën en met on? modern denken tegenover het wonder? Hoe denken we over de wonderverhalen uit den Bijbel Ziedaar een beperking, die spreker zich moet en wil opleggen daardoor behandelt hij wel niet alles, maar zal de discussie straks des te vruchtbaarder zijn. En bij de behandeling dezer laatste vraag, begint spreker de menschen te verdeelen in 2 groote groepen lo. de zoogenaamde loochenaars en 2o. de geloovigen. De eerste groep vindt dat alles ge woon toegaat, dat ai die verhalen dwaasheid zijn. Deze personen basee ren zich op de opvatting, dat alles be- heerscht wordt door ijzeren wetten, die als 't ware geen afwijking toestaan en waardoor men uit wat eenige eeuwen geleden gebeurd is, kan afleiden, wat op een gegeven oogenblik in de toe komst zal gebeuren. Spreker kan het met deze groep niet eens zijn, want dan bestaat er geen liefderijk God, dan be staat er geen zelfstandig denken en handelen, dan is alles reeds van te vo ren bepaald. Deze opvatting noemde spreker het gevolg van den geweldigen indruk, die het natuuronderzoek in de 18e eeuw maakte en waarvan de toen bekende resultaten met een geweldig enthousiasme ontvangen werden. Als voorbeeld hoe diep die indruk wei was, haalde spreker aan dat de bekende En- gelsche dichter Pope van Newton zei- de „God sprak er zij licht en toen schiep Hij Newton". Het gevolg van bovenaangehaalde opvatting is, dat de kwestie van het wonder voor alle godsdienstige wereldbeschouwing on mogelijk is, daar zij negatief beslist wordt en daar ze God als 't ware ont troont. En nu gaat spreker met een voorbeeld uit het leven gegrepen na, dat. al kennen we de regels van een of ander spel in de puntjes, we toch geen zekerheid hebben omtrent den afloop er van. omdat de zoogenaamde deter- mineerende wetten wel precies den afloop of wellicht beter gezegd het ver loop van het spel geven, maar deze al leen bij benadering gelden. Door de gecompliceerde verhoudingen hebben we dus geen vastheid. Vandaar dat als natuuronderzoeker het wonderlijke niet voor onmogelijk verklaard kan worden. En nu gaat spreker de verschillende opvattingen over het wonder na, bij diegenen, die het wonder opvatten als werkelijk gebeurd en die daarop hun geloof opbouwen, bij hen, die meenen, dat tegenwoordig die wonderen niet meer kunnen- gebeuren. Hij vraagt of we ons geloof dan niet voelen ontzin ken, waardoor hij tegenover krijgt ge plaatst de orthodoxen en de modernen, die over dat wonder verschillend den ken. Maar hij voegt er bij, dat men uit elkaar moet houden het wonder en het mirakel, waarbij hij het laatste defini eert als een gebeurtenis, die niet ver wacht wordt, maar die constateerbaar is door ieder, die oogen heeft om te zien en ooren om te hooren. Het ge meenschappelijke in deze twee voor hem verschillende gebeurtenissen is, dat ook het wonder sterk tegen het verwachte ingaat, maar daartegenover staat, dat dit laatste slechts waarge nomen wordt door een religieus voelend mensch en als voorbeeld haalde spre ker tal van voorbeelden aan uit den Bijbel, zoowel Oude als Nieuwe Testa ment. Hier vond prof. Kohnstamm ge legenheid te wijzen op het verschil tus- schen wat in den Bijbel geschreven staat en dezelfde soort verhalen uit de litteratuur der zelfde tijden. Maar al dadelijk moest hem de opmerking van de hand, dat, hoewel van hen derge lijke dingen verteld werden, ze daarom nog geen personen waren, die macht over 'de gewetens hadden. Want nog maals herhaalde spreker het, dat het wonder ons plaatst midden in onze re- ligieuse wereld. Een eigenaardig iets noemde spreker het, dat tegenover elkaar geplaatst kunnen worden de Godsgezant op aarde, die in 'f geheel niet met macht bekleed is, terwijl het heidensche denkbeeld is de verwekker van mirakelen is de machtige men vindt dan ook door het heeie Oude Tes tament heen den strijd tusschen den mirakeldoener en den wonderdoener, waarvan spreker tal van staaltjes aan haalde, als meest treffend de geschie denis van Saul. Tal van wonderen zijn in het Nieuwe Testament vermeld, maar als laatste centrale wonder noemde spreker de opstanding van Jezus, waar hij eenigszins breedvoerig over sprak, er op wijzende, dat ook ditmaal alleen verschenen wordt aan hen, die in hem gelooven. Uit de heeie rede meende de profes sor de conclusie te mogen trekken, dat men het wonder der wonderen niet moet'benaderen met natuurwetenschap. Van de gedachtenwisseling met spre ker werd gebruik gemaakt door de heeren dr. P. Merckens en ds. J. B. Ne telenbos, waarvan de eerste, blijkens nadere uitlegging van den professor, niet zoo heel veel in denkwijze ver schilde over hef uiteenloopen van won der en mirakel ten opzichte van het waarnemen, terwijl de laatste vooral in meening met den redenaar verschilde ten opzichte van wat men moet ver staan onder lichamelijk opstanding. Met dankzegging sloot ds. Voorhoeve deze bijeenkomst, waarvan de opkomst lang niet tot de slechtste genoemd mag worden. In den vollen stroom. Gisterenavond hield ds. P. Ch. van der Vliet in de N. Middelkerk alhier een rede in het belang der Geref. Jeugd organisaties. Spreker had tot onder werp gekozen „In den vollen stroom". Spreker wees er op dat tegenwoordig de belangstelling in de jeugd al groofe'r wordt en wij ons met de toekomst van onze jeugd ai meer bezig houden. Hoe komt dat, vraagt spreker. Hierdoor, dat het jeugdbeeld zoo geheel anders is dan vroeger. Niet dat de hedendaagsche jeugd ondeugender is dan vroeger, zooals vaak wordt beweerd. Wij oude ren waren in onze jeugd niet beter dan de jeugd van nu. Toch is de jeugd ver anderd, vooral de rijpere jeugd. Waarin die verandering bestaat, ging spreker na en hij wees er op, dat het aspect van onzen tijd veranderd is en ,het levens beeld zich zoo geheel anders aan het oog vertoont dan vroeger jaren. Het leven is ontzaglijk rijker en voller ge worden. De geweldige ontplooiing van de wetenschap, die jaarlijks nieuwe ont dekkingen doet, de ontwikkeling der cul tuur heeft onzen gezichtskring zooveel ruimer gemaakt en ook de jeugd ieeff intuïtief zijn tijd mee. Zet den vliegenier van onzen tijd naast uw deftigen over grootvader, zegt spreker en ge hebt den ouden en den nieuwen tijd. De voor uitgang der techniek is reusachtig, met zijn uitvinding van draadlooze telefonie, de gemakkelijke wijze waarop men zich kan verplaatsen met de moderne vlieg machine, en nog staan wij slechts aan het begin van een nog grootere ont wikkeling der natuurkrachten. Toch zit er in het vele en veelvuldige dat het wereldbeeld biedt geen orde.De mensch van dezen tijd is aan zijn wereldbeeld ontgroeid. Het moderne cultuurleven vertoont een titanische kracht, maar is onbeheerd. De mensch heeft zich aan zijn Schepper ontworsteld en is verval len tot wiiszwakte en zich laten mee drijven door den levensstroom. Vandaar een bedenkelijke daling van het mo- reele levenspeil bioscoop, tooneel en drukpers oefenen een verderfelijken in vloed uit, die ook op de jeugd niet na laten beslag te leggen. Het is daarom geen wonder dat onze vaders en moe ders bekommerd zijn over de jeugd. De taak der opvoeding van de jeugd is een der grootste vraagstukken van onzen tijd en de belangstelling voor de kin derziel is bovenmate toegenomen. Men is in gaan zien, dat opvoeding geen dressuur mag zijn, en iets anders is dan het geven van klappen en het toedienen van een dosis scheldwoorden. En te recht. De ouders moeten zich in het ontluikende leven hunner jongens en meisjes trachten in te leven, mee voe len en het trachten leiding te geven. Voedt ze streng op, maar omringt ze tegelijkertijd met de meest zorgzame liefde, zoodat de kinderen u het ver trouwen schenken. Een enkele kleinig heid kan zooveel bederven, maar ook veel goed maken. Niet minder belangrijk is de jeugd veor de toekomst. Niet alleen vervult deze ons met vrees voor de stoffelijke dingen, maar bovenal om de geestelijke goederen. Wij huiveren voor de toe komst a's wij zien den doodendans van Europa, het gevaar dat uit het Oosten dreigt. Er naderen ernstige tijden voor al voo-r den Christen en die toekomst gaat onze jeugd binnen, zullen zij staan op onze plaatsen in de donkere tijden die aanstaande zijn. Daarom moet ook door onze jeugd het Woord Gods als toetssteen en als een lamp voor den voet genomen wor den op het levenspad. Onze jeugd moet zich de Geref. beginselen op kerkelijk, politiek en sociaal terrein eigen maken en zoo hun scheepke sturen door den vollen stroom van den tijdgeest, om fe ijveren voor de hen dierbare beginselen en ze uit te dragen op alle terrein van het leven. Door den heer D. J. de Jong wordt morgen in het Korte Groenewoud 80 een manufacturen-magazijn geopend. Behalve alle soorten manufacturen is dit magazijn ruim gesorteerd in linge ries. De Vlissingsche Bestuurdersbond houdt Zondag a.s., des morgens kwart voor elf, een mobilisatie-vergadering in het Concertgebouw, waarin als spreker zal optreden de heer G. Zieverink, se cretaris van den Centraien Bond van Transportarbeiders. Lijst van onbestelbare brieven, en briefkaarten, van welke de afzenders

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1923 | | pagina 1