hee
je
Teen
DONDERDAG 14 DECEMBER
Betaling Abonnementsgeld.
Leen
nen
rouw
tdingen
vragen
iode
>TB0DE
leisje,
PIO 29»
60cJ
leisje
scbp.ppij un
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
Stads- to Provincienieuws
Meid
a.s. in het
TER.
van
KEEREN-
N.
ij zwarte
oor jon-
or f6.
:eding2
lissingen
ng meisje
ije vormen
e met haar
dustrie- en
Middelburg
n tot ver-
pioma van
Industrie
bureau
met
E*eur
laak.
straat 21.
■ie in een
Ikzaam ge-
lanmerking.
Iter X., bur.
STENAU—
Delft H 20
|ijk een
IBRECHTS,
kmypark 34
de hoogte
te melden
[tsschen 2-4
PAUL, St.
I Mevr. VAN
lat 10.
lAMER.Bad-
|gt tegen 1
bnlijk aan te
ha 8 uur.
L-Rotterdam
In plaatsen.
j»ASSA01ERS
EN VEE.
m
T. lid
m. nar
ra. *ar
8
8
8
8
6komen
en Exp
33, Tel
ItOOKN. Tel. 163
ItEODT, Tel. 2»?
pRHER-Tel. ld
sii Meid
ag a.s. in het
EATER.
VLISSINGSCHE COURANT
Aan onze drie-maandeliiksche abort-
né's buiten Vlissingen wordt de gele
genheid geopend hun abonnements
geld voor het 'e kwartaal 1923 he be
talen zonder dat hen de inningsikosten
in rekening worden gebracht, boor het
bedrag te starten bp onze
GIRO-REKBNENG No. «6287
Zij zijn echter verplicht het bedrag
van 2.60 voor een abonnement zon
der en j 3.22 voor een abonnement
met Zondagsblad te storten vóór of op
den
21 December a.s.
De abötmé's in Vlissingen resp. 2.20
<sü f 2.77»/,.
Latere stortingen kunnen niet worden
geaccepteerd me* het oog op onze ad
ministratie.
BEKENDMAKING.
Pensioenwet 1922.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengén
ter kennis van belanghebbenden, zulks in
verband met het in werking treden der
Pensioen-wet 1922 (Stbl. no. 240) op 1 juli
1922
a. dat de Pensioenwet ook van toepas
sing is op de ambtenaren, die zich inder
tijd voor zichzelf aan cfc pensioenregeling
hebben onttrokken, alsmede op de tijdelijke
ambtenaren, dit zijn de ambtenaren zonder
vaste aanstelling, wier dienst langer dan
drie maanden duurt
b. dat de nieuwe wet van het beginsel
uitgaat, dat, zoo onbeperkt mogelijk,
diensttijd vóór hare inwerkingtreding, die
niet op grond van een vorige wet kon wor
den ingekocht, of dien men indertijd ver
zuimd heeft in te koopen, thans voor pen
sioen zal kunnen worden geldig gemaakt,
zoodat o.m. ook de diensttijd vóór 1 Juli
1922 van de onder b bedoelde ambtenaren
ingekocht kan worden evenals zijdelingsche
diensten, bewezen rn bij algemeenen maat
regel van bestuur aangewezen betrekkin
gen, waartoe de desbetreffende stukken
ingevolge artikelen 134 der wet vóór 1 Ja
miari 1923 aan den Pensioenraad te 's-Gra*
verthage moeten worden gezonden
c. dat in het bovenstaande onder „amb
tenaren" ook „beambten" van gemeente-
instellingen (b.v. Gast- en Weeshuis) per
soneel verbonden aan instellingen van on
derwijs en „werklieden" in dienst der ge
meente worden verstaan
d. dat ten aanzien van gemeente-perso
neel nadere inlichtingen worden verstrekt,
ter geijieente-sccretarie, af deeling financiën,
2e verdieping.
Vlissingen, 12 December 1922.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP
HINDERWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
art. 8 der Hinderwet, brengen ter openbare
kennis, dat bij hun besluit van 11 Decem
ber 1922 aan M. P. Glerum alhier, vergun
ning op de daarbij gestelde voorwaarden
is verleend tot het uitbreiden van zijn
slachterij, vetsmelterij, vleeschkokerij.
vleeschrookerij, door het plaatsen van een
electro-motor van 4 P.K., één zwavelzuur
apparaat en één electro-motor van 1 P.K.,
drijvende een ventilator, een en ander die
nende voor een koel'm rich ting, in het per-
veel kadastraal bekend gemeente Vlissin
gen sectie D no. 1071, plaatselijk gemerkt
Vrijgang no. 12.
Vlissingen, 12 December 1922.
Burg. en "Weth. voornoemd.
VAN WOELDEREN
De Secretaris.
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Avondzitting van 12 December.
Bij de algemeene beschouwingen
over buitenlandsche ^aken, die in de
avondvergadering begonnen, hebben
vele leden critiek op het buitenlandsche
beleid geoefend zoo klaagde de heer
Dresselhuys over de te weinig actieve
economische politiek, zoodat wij geïso
leerd raken te midden van agressieve
verdragen en over te veel gezantschap
pen (er is een amendement van hem in
aantocht, waardoor hij er drie wil af
schaffen, waaronder dat bij den Heili
gen Stoel). Verder vond deze afgevaar
digde het verontrustend, dat de minis
ter in plaats van „neutraliteitspolitiek"
liever wil spreken van „zelfstandig-
heidspolitiek". Hij vreesde daarvan eèn
mogelijke aansluiting bij bepaalde
groepen. De heer Van Ravestey-n was
tiaar al van overtuigd en hij wees op
tyambi, de vlootwet, den Britsehen
steun aan de candidatuur-Van Karne-
beek in den Volkenbond, den Britschen
steun aan ons verleend in de kwestie
net België, de conferentie van Wash
ington enzoovoort, had de minister ons
onder dc bescherming van Engeland
gesteld teneinde Indië te beveiligen, dat
'Jój niet zelf kunnen beschermen. Maar
heer Vliegen (die in dit laatste, zon
derling genoeg, een aansporing zag tot
Wapening) vond die „zelfstandigheids-
Politiek" nog zoo Kwaad niet en zag er
leen in Bij niemand zich aansluiten
n niemand afstooten. Deze afgevaar-
sde vond overigens dat de politiek
dezen minister te schroomvallig
was cn noemde als symptoom het af
weren, door den heer Loudon, van het
aanhangig maken der schuldregeling
van den Volkenbond, gelijk de heer
Dresselhuys bok al had gedaan.
Het hoofdpunt van cf'itiek was echter
dc geheimzinnigheid, waarin dc minis
ter zich hult, zijn tc geringe mededeel
zaamheid, hét gemis aan contact tus-
schen zijn politiek en de Staten-üene-
raal. De heer Dresselhuys bracht deze
griei haar voren, maar ook de lieereh
Van Ravesteyn, Vliegen en Gerretron
deden dat, laatstgenoemde zelfs op zoo
krasse wijze (hij zei, éiat nooit het par
lement zwb „ignorant" was gehouden,
dat de minister altijd een gevoel van
onvoldaanheid achterlaat en dat er eens
een tijd zou komen waarin de Kamer
het niét meer bij machtekioze protesten
zou feten) dat de heer Snoeck Hcnke-
maits het later noodig vond te doen
uitkomen, dat dit niet namens de fractie
was gezegd.
Kortom de critiek was zoo algemeen
dat de heer Van Rijckevorsel het noo
dig vond om den minister in bescher
ming tc nemen en met een zekere pose
van autoriteit te verklaren dat zeer vele
leden 's ministers beleid toch wel zeer
waardeeren.
Heden komt dc minister aan het
woord.
Vergadering van Woensdag.
Wijziging L. O. wet.
Nog meer klaagliederen over de ai-
braak van het onderwijs. In 1920 had
de gemeenschappelijke opbouw plaats,
thans is de tijd van de eenzijdige stoo
ping gekomen. De minister, die de ge
niale architect was van het nieuwe ge
bouw van- 1920, is thans de leider
tegen wii en dank van de slooping.
Het is de minister van financiën die
hem daartoe dwingt, maar daarnaast
staat de heer Van Wijnbergen, die het
eerst op bezuiniging aandrong.
Aldus jammerde de heer Van Zadel
hof!', die het betoog van den heer Ger-
harct gisteren gehouden, nog eens her
haalde en aandikte. Vooral de verdwij
ning van het zevende leerjaar achtte
hij een funeste fout in dit voorstel, om
dat de noodlottige gevolgen daarvan
zuilen drukken op het ganschc onder
wijs. De minister hanteert niet het lan
cet van den geneesheer, die met groote
voorzichtigheid handelt, maar hij
zwaait het ruwe slagersmes. Het peti
tionnement met zijn meer dan zeshon
derd duizend handteekeningen is vol
gens den heer Van Zadelhoff het beste
bewijs dat het volk dezen achteruitgang
niet wil. Het is geslaagd ondanks de
tegenwerking van den heer Van Wijn
bergen, die getracht heeft het verdacht
tc maken en de deelnemers er aan in
den politiekere hoek te drijven-
Natuurlijk ontbreekt het aan de rech
terzijde niet aan verdedigers van den
minister. In de stem van den heer Van
der Molen trilde aandoening, toen hij
zeidc dat hij geen steenen zou werpen
op dezen minister, die gedwongen is
zich aan te passen bij de eischen van
dit tijdsgewricht en zitn idealen tijdelijk
heeft op zij te zetten. Hij wees mot be
vende stem het verwijt af, dat de rech
terzijde geen liefde zou hebben voor het
or,denvijs en dat het met instemming
overging tot vermindering van de gun
stige condities.
De nood is den minister opgelegd en
hij heeft zich daarin te schikken. Ge
deeltelijk is het wetsontwerp een rege
ling van uitstel van verbeteringen die
in 1920 zijn voorgenomen. Zóó staat
het bijvoorbeeld met de opleiding. Ook
de heer Van der Molen wrl die gaarne
aanzienlijk verbeteren, maar is handha
ving van de bestaande zoo verschrikke
lijk indien ze voor eenige jaren geldt?
In het voorbijgaan kwam deze afge
vaardigde nog eens terug op zijn denk
beeld om de leerplicht-wet te veran
deren, hetgeen een aanzienlijke bezui
niging zou zijn.
Een paar leden der rechterzijde heb
ben het standpunt verdedigd, dat het
zevende leerjaar moet blijven. Sinds
het arbeidsverbod geldt voor kinderen
tot hun veertiende jaar, was het in het
belang der kinderen, dat de leerplicht
gold tot het einde van het zevende leer
jaar. Gaat dc minister dit leerjaar op
heffen en misschien zelfs den leerplicht
verkorten, dan wordt de afstand tus-
schen het verlaten van de school en het
tijdstip waarop de arbeid mag begin
nen, veel te groot.
In dezen geest sprak de heer Bulten,
lijnrecht in strijd met hetgeen de heer
Van Wijnbergen heeft gezegd en open
de ook de heer Smeenk, lijnrecht fn
strijd met hetgeen de heer Van der Mo
len heeft betoogd. In den boezem der
rechtsche partijen is dus de eensge
zindheid niet groot.
Als hors d'oeuvre heeft mej. van
Dorp dc Kamer vergast op een verward
betoog over het onderwijs in het alge
meen en de vrijheid daarvan in het bi
zonder. Zij verdedigde zelfs een soort
dienstplicht voor jonge meisjes die
een doelloos leven leiden en nu wel
onderwijzeres kunnen worden. Dit is
allervermakelijkste onzin. Hoe zal het
onderwijs zijn van meisjes die tegen
hun zin verplicht zouden worden haar
krachten in te spannen om onderwijs te
geven. AAilitaire dienstplicht die mej.
van Dorp misschien als pendant voor
oogen zweefde heeft een opleiding
ten doel, maar de dienstplicht dien mej.
van Dorp wil, heeft de uitoefening van
een idieel beroep ten doel. Daarvan zal
flink wat terecht komen.
Minister De Visser was erkentelijk
voor den welwiilenden toon en de zake
lijkheid van het debat. Zijn taak was
onaangenaam en liever had hij die aan
een ander ter uitvoering gelaten. Het
lager onderwijs kost 110 millioen gul
den van de 150 millioen die dc gansche
ondcrwijsbegrooting bedraagt. Bij alle
andere takken van onderwijs wordt ste
vig bezu'migd alle nieuw-bouw staat
stil.
De minister stond voor een dilemma
óf de salarissen van dc onderwijzers
verlagen óf hun aantal verminderen.
De Kamer wilde van salarisverlaging
niet weten, dus kan de minister niets
anders doen dan het tweede kiezen.
Bezuiniging op het schooltoezicht
kon de minister niet aanvaarden, want
pas is dit toezicht uitgebreid en dus
duurder gemaakt, o.a. door de voorstel
len van de Bcvrcdigingscbmmissie. Al
leen het systeem der schoolgeldheffing
zal de minister herzien, omdat hij dat
niet goed acht
Met nadruk ontkende dc minister, dat
1iij een accoord had gesloten met de
rechterzijde. Daarvan is geen sprake
geweest. Sommige leden zijn persoon
lijk wel eens wezen praten, maar op
merkelijk niemand van de linkerzijde,
hetgeen de minister heeft gespeten.
Onjuist was het, dat de minister een
deel der lasten van het rijk naar de ge
meenten verschoof. De regeling wordt
zóó, dat de gemeenten verplicht wor
den zuinigheid te betrachten en daarom
stelt liet rijk zijn grenzen, waarbuiten
de gemeenten kunnen maar niet behoe
ven te gaan. De moeilijkheden die zich
bij de uitvoering zullen voordoen, acht
te de minister overdreven. Het bleek
reeds dat het overgroote dee! der
schoollokalen geschikt is voor grootere
klassen. Een herziening van het stelsel
der L O.-wet wil de minister gaarne
overwegen, onder deze conditiën, dat
de school-vrede blijft öestaan. Wie
daaraan tornt krijgt den minister tegen
zich wie dezen wil behouden kan zijn
zin krijgen dat nl. een commissie bet
gansche stelsel nader zal onderzoeken.
De detailpunten liet de minister tot
de artikelen rusten.
Het eerste amendement dat aan de
orde kwam was da-t van mej. Wester-
man, die weer wil mogelijk maken dat
in het 5e leerjaar begonnen kan worden
met het aanleeren van één moderne
taal en niet zooals thans het geval is
pas in het 7e leerjaar. Als er één debat
uitgeput is dan is het wel over dit on
derwerp. Constateeren wij intusschen
dat mej. Westerman de eerste onder-
wijs-specialiste is die vóór het Fransch
op de lagere school is. Onmiddellijk
werd het amendement door de hee ren
Albarda en Gerhard bestreden eti ook
de onderwijsman Van der Molen was er
tegen.
Morgen antwoordt de minister.
Een nieuwe Staatsieening.
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingediend tot het aangaan van
een nieuwe Staatsieening van 350 mii-
lioen gulden
Oranje Nassau-orde.
Een kort eindverslag is verschenen
van de afdeelingen der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot wijziging der
wet tot instelling der orde van Oranje
Nassau.
Verscheidene leden betreurden de in
diening van dit ontwerp, daar zij het
niet juist gezien achtten verdienstelijke
personen, die voor benoeming van een
Nederlandsche orde in aanmerking ko
men de kosten van het distinctief zelf
te laten betalen, cn de daardoor ver
kregen bezuiniging van geringe betee-
kenis is.
Voorts werd het een bezwaar geacht,
dat de door een gedecoreerde zelf te be
kostigen versierselen bij overlijden in
het bezit zijner erfgenamen zullen blij
ven, willende dit er toe leiden, dat ten
slotte door de gemeenschap meer aan
versierselen zal worden uitgegeven dan
indien het Rijk de versierselen bekos
tigt en deze, na terug ontvangst van de
erfgenamen, wederom gebruikt. Ook
ontstaat het gevaar dat meer dan tot
nog toe dc versierselen zullen kunnen
gedragen worden door daartoe niet ge
rechtigden, op tooneelvoorstellingen
enz.
Verscheidene andere leden verklaar
den, dat, nu de regeering getoond heeft
ook op dit punt bezuiniging noodig te
achten, zij zich met het wetsontwerp
konden vereenigen.
Wijziging Lager Onderwijswet 1920.
De Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten heeft een adres tot de
Tweede Kamer gericht, waarin wordt
uiteengezet, dat in het stelsel van het
aanhangige wetsontwerp, een goed deel
van de voorgenomen bezuiniging op de
rijks-uitgaven slechts is verkregen door
de uitgaven af te wentelen op de ge
meenten. Kan deze methode op zich
zelve allerminst ais redelijk aanvaard
worden, aldus luidt hej o.m. in het
adres, zij is buitendien des te bedenke
lijker in een periode, waarin, aan een
herziening der financteeie verhouding
tusscben rijk cn gemeenten, welke
reeds geruimen tijd ook door de regce-
ring urgent wordt geacht,; nóg steeds
geen oplossing is gegeven.
Ten slotte vestigt adressante nadruk
kelijk de aandacht op de hoogst beden-
kefijkc gevolgen welke ongewijzigde
aanneming van het wetsvoorstel voor
de financiën der gemeenten hebben zou.
Verlaging van het posKariej
Naar de „N. R. Ct." verneemt, staat
de regeering volstrekt niet afwijzend
tegenover verlaging van het posttarief
en worden verschillende verlagingen
ernstig overwogen. Het briefport van 10
cents zou echter voorshands niet ver
laagd worden, daarentegen o. a. wel
een verlaagd stadsport weder worden
ingevoerd.
Plaatselijke inkomstenbelasting.
De overdracht der invordering van
de plaatselijke inkomstenbelasting aan
de rijks administratie voldoet in het al
gemeen uitstekend voor zoover betreft
de regelmatige uitkeeringen welke de
gemeenten iedere maand van het rijk
ontvangen. Ook de vaststelling der
aanslagen door het rijk geeft voor de
gemeenten veel besparing van kosten
en moeite. Er openbaart zich thans
echter een ongerief, dat zeer veel om
slag en moeilijkheden geeft. De bepa
lingen ten aanzien van forensen, ook
voor arbeiders en andere personen met
kleine inkomsten worden door de rijks
administratie streng toegepast. Deze
bepalingen werden vroeger door de ge
meenten met het oog op het feit, dat de
opbrengst van weinig beteekenis was,
wederzijds ten aanzien van de minder-
gegoede klassen in de practijk niet tot
toepassing gebracht. Thans moeten de
gemeente-besturen aan de inspectie der
rijksbelasting zelfstandig de forensen
opgeven. Dit laatste schijnt meermalen
verzuimd te worden wanneer het kleine
aanslagen betreft. Ook uit een oogpunt
van goede buurschap kunnen we begrij
pen, dat de gemeentebesturen, weder
zijds aan deze bepalingen weinig de
hand houden, tc meer waar de formal
teiten in dit opzicht zeer omslachtig
zijn. Van lederen forens toch moeten
de gemeentebesturen vier breedvoerig
opgestelde formulieren inzenden. De
inspecties dringen er echter sterk op
aan, dat de wettelijke bepalingen in dit
opzicht worden nageleefd. Het zou zeer
toe te juichen zijn indien de wet den
aanslag van forensen beneden een ze
ker inkomen buiten beschouwing liet,
hetgeen door een eenvoudige wetswij
ziging te bereiken zou zijn.
Nederlandsche Scheepsbouw-
Maatschappij.
Betreffende den gang van zaken bij
bovenstaande maatschappij te Amster
dam, verneemt het Persbureau V. D.
uit goede bron. dat de Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij nog voor
meer dan een jaar werk heeft en zelfs
nog voor de eerste zes maanden zoo
veel, dat z9 haar personeel sterk moet
uitbreiden, nu ook haar tweede werf in
volle exploitatie komt. De nieuwe werf
beantwoordt ten volle aan de gestelde*
eischen, de productiekosten blijken
door de hoogst moderne outillage lager
dan geraamd.
Alle acht hellingen zijn bezet. De
loopende en nieuwe bestellingen, welke
de maatschappij o.a. in concurrentie
met buitenlandsche scheepsbouwers
heef! verkregen, doen vermoeden, dat
over dit jaar en ook over 1923 een naar
omstandigheden bevredigende winst
zal worden behaald.
VLISS1NOEN, 14 DECEMBER.
Een welgeslaagd liefdadfgheidsconcert.
De groote zaal van het Concertge
bouw aan dc Emmastraat bood giste
renavond een feestelijken aanblik. Vóór
en naast het toonecl versierde heesters
en palmen, als heenwijzende naar het
naderend Kerstfeest.
Smaakvol was deze versiering, en
ook passend want de avond was'ge
wijd aan de Kunst, in dienst der liefde
voor lijdenden.
De Duitsche vereeniging „Vlissingen
und Uingebung" bood, met medewer
king der versterkte kapel Höfeiein
Bekker, mevrouw N. SoetersVan Ba
len Blanken, altzangeres, mevrouw
Greta EversBekker, xylophoniste, en
de afdeeling Mannenzang der vereeni
ging, een concert aan met het doel om.
door de opbrengst daarvan, de viering
van het liefelijk Weihnactvts-feest mo
gelijk te maken ook voor die arme
Duitsche kinderen, welke dit anders
zouden moeten missen wegens den
droevigere economischen toestand in
Duitschiand.
Dat dit streven gaarne gesteund
werd, bleek duidelijk uit dc zeer groote
belangstelling de zaal was eigenlijk te
kiein om al de bezoekers behoorlijk te
plaatsen.
De stemming van de bezoekers, reeds
gunstig bij de intrede in de zaal, blééf
dit den gansehen avond.
Geen wonder ook
Moet men bij een concert, dat met een
liefdadig doel gegeven wordt, in den re
gel veel met den mantel der liefde be
dekken om slechts de goede bedoeling
te kunnen waardeeren, hier was dit
volstrekt niet noodig de tekortkomin
gen, die gewoonlijk zulke concerten
aankleven, waren hier niet aanwezig.
Wat ten gehoore gebracht werd, was
waardevolle muziek en de wijze van
uitvoering, inzonderheid van het or
kest, was uitnemend in ieder opzicht.
Waar van goede muziek, op verdien
stelijke wijze uitgevoerd, steeds beko
ring uitgaat, wordt deze bekoring nog
verhoogd, wanneer er voor gepaste af
wisseling gezorgd wordt. En ook mei
dezen eisch voor een goed programma
was rekening gehouden (men denke
slechts aan het contrast tusschen de
muziek van Haydn's Symphonie No. 1
en de Grosse Fantasie tiber Werke von
Qrieg) zoodat herhaaldelijk uit de hou
ding van het publiek hooge waardee
ring sprak.
Na deze algemeene opmerkingen
dient nog eenigszins in bijzonderheden
te worden getreden. Dit is echter een
moeilijke arbeid, want er was heel véél
te prijzen en wij zijn van het concert
huiswaarts gekeerd met de overtuiging
dat we artisten gehoord hadden.
Reeds bij bet eerste nummer werd die
overtuiging gevestigd.
Mevrouw HöfeieinBekker, dc di
rectrice, leidde met vastheid het orkest,
waarvan alle leden hun instrument vol
komen meester waren. Vooral de fluit
en de cello veroverden toen reeds de
harten boe heerlijk klonk toch dat ge
deelte, waar de een het motief van den
ander overnam en hoe bleven ze den
ganschen avond volkomen kunste
naars I En wat weet ook dc directrice
een liefelijken toon te ontlokken aan
haar viool 't was zang vaak. Nooit
verviel zij in overdrijving, nooit waren
de forti te sterk, nooit werd het teedere
sentimenteel.
Moeten we tru ook de andere leden
eik afzonderlijk noemen Och, men
veroorlove ons, dit achterwege te laten
en te mogen volstaan met de oprechte
verklaring, dat ook zij ons hoog kunst
genot geschonken hebben.
Alleen mevr. EversBekker moeten
wc roemen als zéér bedreven in de be
speling van haar ongewoon instrument,
de xylophoon. Zij gaf ontegenzeggelijk
blijk van buitengewone vaardigheid
het instrument ze'if kan ons echter als
mnz/eA'-instrument niet bijzonder beko
ren. Overigens heeft zij ook de andere
slaginstrumenten heel verdienstelijk be
speeld.
Het zangkoor toonde grooten muzi-
kalen zin. Wel kan het moeilijk een
vergelijking doorstaan met het orkest,
doch dit is natuurlijk het zangkoor
bestaat uit dilettantenwie met juist
heid wil waardeeren, dient dus een an
deren maatstaf aan te leggen. En wie
dit niet uit het oog verloren heeft, zal,
evenals wij, met lof spreken over het
geen ten gehoore gebracht werd en dat
grond geeft voor groote verwachtin
gen. Wat vooral aangenaam aandeed,
allen zongen met hun hart, dat in
zonderheid uitkwam bij dc voordracht
van het Rheinlied.
Eindelijk een woord van waardee
ring, neen, van hulde aan mevrouw
Soetersvan' Balen Blanken. Met haar
heerlijke altstem wist zij ons gemoed
tot ontroering te brengen. Hoe klaagde
die klankrijke stem in Verborgenheit
van Hugo Wolff, een lied dat zeer hoo
ge eischen stelt, maar aan welke in
ieder opzicht werd voldaan.
Ook „Der Engel lied" van Braga.
dat èn door de zangeres mevr. Soeters
èn door de violiste mevr. Tföfeiein-
Bekker, gesteund door 't beschaafde en
keurige accompagnement van den heer
Höfeiein, zoo aangrijpend werd voor
gedragen, mag als een der glanspunten
van den avond worden genoemd.
De bloemenhulde, aan mevr. Soeters.
mevr. HöfeieinBekker en mevr.
EversBekker aangeboden, was dan
ook geen vormelijkheid, maar een ten
volle verdiend blijk van hooge waardee
ring harer kunst.
„Fröhliche Weihnachten" voor kooi
en orkest, dat als slotnummer zijne ver
diensten heeft (maar méér ook niet),
was goed om de samenkomst in opge
wekte stemming te doen eindigen en
stond eenigszins in verband met liet