hee je Teen DONDERDAG 14 DECEMBER Betaling Abonnementsgeld. Leen nen rouw tdingen vragen iode >TB0DE leisje, PIO 29» 60cJ leisje scbp.ppij un GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND Stads- to Provincienieuws Meid a.s. in het TER. van KEEREN- N. ij zwarte oor jon- or f6. :eding2 lissingen ng meisje ije vormen e met haar dustrie- en Middelburg n tot ver- pioma van Industrie bureau met E*eur laak. straat 21. ■ie in een Ikzaam ge- lanmerking. Iter X., bur. STENAU— Delft H 20 |ijk een IBRECHTS, kmypark 34 de hoogte te melden [tsschen 2-4 PAUL, St. I Mevr. VAN lat 10. lAMER.Bad- |gt tegen 1 bnlijk aan te ha 8 uur. L-Rotterdam In plaatsen. j»ASSA01ERS EN VEE. m T. lid m. nar ra. *ar 8 8 8 8 6komen en Exp 33, Tel ItOOKN. Tel. 163 ItEODT, Tel. 2»? pRHER-Tel. ld sii Meid ag a.s. in het EATER. VLISSINGSCHE COURANT Aan onze drie-maandeliiksche abort- né's buiten Vlissingen wordt de gele genheid geopend hun abonnements geld voor het 'e kwartaal 1923 he be talen zonder dat hen de inningsikosten in rekening worden gebracht, boor het bedrag te starten bp onze GIRO-REKBNENG No. «6287 Zij zijn echter verplicht het bedrag van 2.60 voor een abonnement zon der en j 3.22 voor een abonnement met Zondagsblad te storten vóór of op den 21 December a.s. De abötmé's in Vlissingen resp. 2.20 <sü f 2.77»/,. Latere stortingen kunnen niet worden geaccepteerd me* het oog op onze ad ministratie. BEKENDMAKING. Pensioenwet 1922. Burg. en Weth. van Vlissingen brengén ter kennis van belanghebbenden, zulks in verband met het in werking treden der Pensioen-wet 1922 (Stbl. no. 240) op 1 juli 1922 a. dat de Pensioenwet ook van toepas sing is op de ambtenaren, die zich inder tijd voor zichzelf aan cfc pensioenregeling hebben onttrokken, alsmede op de tijdelijke ambtenaren, dit zijn de ambtenaren zonder vaste aanstelling, wier dienst langer dan drie maanden duurt b. dat de nieuwe wet van het beginsel uitgaat, dat, zoo onbeperkt mogelijk, diensttijd vóór hare inwerkingtreding, die niet op grond van een vorige wet kon wor den ingekocht, of dien men indertijd ver zuimd heeft in te koopen, thans voor pen sioen zal kunnen worden geldig gemaakt, zoodat o.m. ook de diensttijd vóór 1 Juli 1922 van de onder b bedoelde ambtenaren ingekocht kan worden evenals zijdelingsche diensten, bewezen rn bij algemeenen maat regel van bestuur aangewezen betrekkin gen, waartoe de desbetreffende stukken ingevolge artikelen 134 der wet vóór 1 Ja miari 1923 aan den Pensioenraad te 's-Gra* verthage moeten worden gezonden c. dat in het bovenstaande onder „amb tenaren" ook „beambten" van gemeente- instellingen (b.v. Gast- en Weeshuis) per soneel verbonden aan instellingen van on derwijs en „werklieden" in dienst der ge meente worden verstaan d. dat ten aanzien van gemeente-perso neel nadere inlichtingen worden verstrekt, ter geijieente-sccretarie, af deeling financiën, 2e verdieping. Vlissingen, 12 December 1922. Burg. en Weth. voornoemd. VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP HINDERWET. Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op art. 8 der Hinderwet, brengen ter openbare kennis, dat bij hun besluit van 11 Decem ber 1922 aan M. P. Glerum alhier, vergun ning op de daarbij gestelde voorwaarden is verleend tot het uitbreiden van zijn slachterij, vetsmelterij, vleeschkokerij. vleeschrookerij, door het plaatsen van een electro-motor van 4 P.K., één zwavelzuur apparaat en één electro-motor van 1 P.K., drijvende een ventilator, een en ander die nende voor een koel'm rich ting, in het per- veel kadastraal bekend gemeente Vlissin gen sectie D no. 1071, plaatselijk gemerkt Vrijgang no. 12. Vlissingen, 12 December 1922. Burg. en "Weth. voornoemd. VAN WOELDEREN De Secretaris. KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Avondzitting van 12 December. Bij de algemeene beschouwingen over buitenlandsche ^aken, die in de avondvergadering begonnen, hebben vele leden critiek op het buitenlandsche beleid geoefend zoo klaagde de heer Dresselhuys over de te weinig actieve economische politiek, zoodat wij geïso leerd raken te midden van agressieve verdragen en over te veel gezantschap pen (er is een amendement van hem in aantocht, waardoor hij er drie wil af schaffen, waaronder dat bij den Heili gen Stoel). Verder vond deze afgevaar digde het verontrustend, dat de minis ter in plaats van „neutraliteitspolitiek" liever wil spreken van „zelfstandig- heidspolitiek". Hij vreesde daarvan eèn mogelijke aansluiting bij bepaalde groepen. De heer Van Ravestey-n was tiaar al van overtuigd en hij wees op tyambi, de vlootwet, den Britsehen steun aan de candidatuur-Van Karne- beek in den Volkenbond, den Britschen steun aan ons verleend in de kwestie net België, de conferentie van Wash ington enzoovoort, had de minister ons onder dc bescherming van Engeland gesteld teneinde Indië te beveiligen, dat 'Jój niet zelf kunnen beschermen. Maar heer Vliegen (die in dit laatste, zon derling genoeg, een aansporing zag tot Wapening) vond die „zelfstandigheids- Politiek" nog zoo Kwaad niet en zag er leen in Bij niemand zich aansluiten n niemand afstooten. Deze afgevaar- sde vond overigens dat de politiek dezen minister te schroomvallig was cn noemde als symptoom het af weren, door den heer Loudon, van het aanhangig maken der schuldregeling van den Volkenbond, gelijk de heer Dresselhuys bok al had gedaan. Het hoofdpunt van cf'itiek was echter dc geheimzinnigheid, waarin dc minis ter zich hult, zijn tc geringe mededeel zaamheid, hét gemis aan contact tus- schen zijn politiek en de Staten-üene- raal. De heer Dresselhuys bracht deze griei haar voren, maar ook de lieereh Van Ravesteyn, Vliegen en Gerretron deden dat, laatstgenoemde zelfs op zoo krasse wijze (hij zei, éiat nooit het par lement zwb „ignorant" was gehouden, dat de minister altijd een gevoel van onvoldaanheid achterlaat en dat er eens een tijd zou komen waarin de Kamer het niét meer bij machtekioze protesten zou feten) dat de heer Snoeck Hcnke- maits het later noodig vond te doen uitkomen, dat dit niet namens de fractie was gezegd. Kortom de critiek was zoo algemeen dat de heer Van Rijckevorsel het noo dig vond om den minister in bescher ming tc nemen en met een zekere pose van autoriteit te verklaren dat zeer vele leden 's ministers beleid toch wel zeer waardeeren. Heden komt dc minister aan het woord. Vergadering van Woensdag. Wijziging L. O. wet. Nog meer klaagliederen over de ai- braak van het onderwijs. In 1920 had de gemeenschappelijke opbouw plaats, thans is de tijd van de eenzijdige stoo ping gekomen. De minister, die de ge niale architect was van het nieuwe ge bouw van- 1920, is thans de leider tegen wii en dank van de slooping. Het is de minister van financiën die hem daartoe dwingt, maar daarnaast staat de heer Van Wijnbergen, die het eerst op bezuiniging aandrong. Aldus jammerde de heer Van Zadel hof!', die het betoog van den heer Ger- harct gisteren gehouden, nog eens her haalde en aandikte. Vooral de verdwij ning van het zevende leerjaar achtte hij een funeste fout in dit voorstel, om dat de noodlottige gevolgen daarvan zuilen drukken op het ganschc onder wijs. De minister hanteert niet het lan cet van den geneesheer, die met groote voorzichtigheid handelt, maar hij zwaait het ruwe slagersmes. Het peti tionnement met zijn meer dan zeshon derd duizend handteekeningen is vol gens den heer Van Zadelhoff het beste bewijs dat het volk dezen achteruitgang niet wil. Het is geslaagd ondanks de tegenwerking van den heer Van Wijn bergen, die getracht heeft het verdacht tc maken en de deelnemers er aan in den politiekere hoek te drijven- Natuurlijk ontbreekt het aan de rech terzijde niet aan verdedigers van den minister. In de stem van den heer Van der Molen trilde aandoening, toen hij zeidc dat hij geen steenen zou werpen op dezen minister, die gedwongen is zich aan te passen bij de eischen van dit tijdsgewricht en zitn idealen tijdelijk heeft op zij te zetten. Hij wees mot be vende stem het verwijt af, dat de rech terzijde geen liefde zou hebben voor het or,denvijs en dat het met instemming overging tot vermindering van de gun stige condities. De nood is den minister opgelegd en hij heeft zich daarin te schikken. Ge deeltelijk is het wetsontwerp een rege ling van uitstel van verbeteringen die in 1920 zijn voorgenomen. Zóó staat het bijvoorbeeld met de opleiding. Ook de heer Van der Molen wrl die gaarne aanzienlijk verbeteren, maar is handha ving van de bestaande zoo verschrikke lijk indien ze voor eenige jaren geldt? In het voorbijgaan kwam deze afge vaardigde nog eens terug op zijn denk beeld om de leerplicht-wet te veran deren, hetgeen een aanzienlijke bezui niging zou zijn. Een paar leden der rechterzijde heb ben het standpunt verdedigd, dat het zevende leerjaar moet blijven. Sinds het arbeidsverbod geldt voor kinderen tot hun veertiende jaar, was het in het belang der kinderen, dat de leerplicht gold tot het einde van het zevende leer jaar. Gaat dc minister dit leerjaar op heffen en misschien zelfs den leerplicht verkorten, dan wordt de afstand tus- schen het verlaten van de school en het tijdstip waarop de arbeid mag begin nen, veel te groot. In dezen geest sprak de heer Bulten, lijnrecht in strijd met hetgeen de heer Van Wijnbergen heeft gezegd en open de ook de heer Smeenk, lijnrecht fn strijd met hetgeen de heer Van der Mo len heeft betoogd. In den boezem der rechtsche partijen is dus de eensge zindheid niet groot. Als hors d'oeuvre heeft mej. van Dorp dc Kamer vergast op een verward betoog over het onderwijs in het alge meen en de vrijheid daarvan in het bi zonder. Zij verdedigde zelfs een soort dienstplicht voor jonge meisjes die een doelloos leven leiden en nu wel onderwijzeres kunnen worden. Dit is allervermakelijkste onzin. Hoe zal het onderwijs zijn van meisjes die tegen hun zin verplicht zouden worden haar krachten in te spannen om onderwijs te geven. AAilitaire dienstplicht die mej. van Dorp misschien als pendant voor oogen zweefde heeft een opleiding ten doel, maar de dienstplicht dien mej. van Dorp wil, heeft de uitoefening van een idieel beroep ten doel. Daarvan zal flink wat terecht komen. Minister De Visser was erkentelijk voor den welwiilenden toon en de zake lijkheid van het debat. Zijn taak was onaangenaam en liever had hij die aan een ander ter uitvoering gelaten. Het lager onderwijs kost 110 millioen gul den van de 150 millioen die dc gansche ondcrwijsbegrooting bedraagt. Bij alle andere takken van onderwijs wordt ste vig bezu'migd alle nieuw-bouw staat stil. De minister stond voor een dilemma óf de salarissen van dc onderwijzers verlagen óf hun aantal verminderen. De Kamer wilde van salarisverlaging niet weten, dus kan de minister niets anders doen dan het tweede kiezen. Bezuiniging op het schooltoezicht kon de minister niet aanvaarden, want pas is dit toezicht uitgebreid en dus duurder gemaakt, o.a. door de voorstel len van de Bcvrcdigingscbmmissie. Al leen het systeem der schoolgeldheffing zal de minister herzien, omdat hij dat niet goed acht Met nadruk ontkende dc minister, dat 1iij een accoord had gesloten met de rechterzijde. Daarvan is geen sprake geweest. Sommige leden zijn persoon lijk wel eens wezen praten, maar op merkelijk niemand van de linkerzijde, hetgeen de minister heeft gespeten. Onjuist was het, dat de minister een deel der lasten van het rijk naar de ge meenten verschoof. De regeling wordt zóó, dat de gemeenten verplicht wor den zuinigheid te betrachten en daarom stelt liet rijk zijn grenzen, waarbuiten de gemeenten kunnen maar niet behoe ven te gaan. De moeilijkheden die zich bij de uitvoering zullen voordoen, acht te de minister overdreven. Het bleek reeds dat het overgroote dee! der schoollokalen geschikt is voor grootere klassen. Een herziening van het stelsel der L O.-wet wil de minister gaarne overwegen, onder deze conditiën, dat de school-vrede blijft öestaan. Wie daaraan tornt krijgt den minister tegen zich wie dezen wil behouden kan zijn zin krijgen dat nl. een commissie bet gansche stelsel nader zal onderzoeken. De detailpunten liet de minister tot de artikelen rusten. Het eerste amendement dat aan de orde kwam was da-t van mej. Wester- man, die weer wil mogelijk maken dat in het 5e leerjaar begonnen kan worden met het aanleeren van één moderne taal en niet zooals thans het geval is pas in het 7e leerjaar. Als er één debat uitgeput is dan is het wel over dit on derwerp. Constateeren wij intusschen dat mej. Westerman de eerste onder- wijs-specialiste is die vóór het Fransch op de lagere school is. Onmiddellijk werd het amendement door de hee ren Albarda en Gerhard bestreden eti ook de onderwijsman Van der Molen was er tegen. Morgen antwoordt de minister. Een nieuwe Staatsieening. Bij de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend tot het aangaan van een nieuwe Staatsieening van 350 mii- lioen gulden Oranje Nassau-orde. Een kort eindverslag is verschenen van de afdeelingen der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging der wet tot instelling der orde van Oranje Nassau. Verscheidene leden betreurden de in diening van dit ontwerp, daar zij het niet juist gezien achtten verdienstelijke personen, die voor benoeming van een Nederlandsche orde in aanmerking ko men de kosten van het distinctief zelf te laten betalen, cn de daardoor ver kregen bezuiniging van geringe betee- kenis is. Voorts werd het een bezwaar geacht, dat de door een gedecoreerde zelf te be kostigen versierselen bij overlijden in het bezit zijner erfgenamen zullen blij ven, willende dit er toe leiden, dat ten slotte door de gemeenschap meer aan versierselen zal worden uitgegeven dan indien het Rijk de versierselen bekos tigt en deze, na terug ontvangst van de erfgenamen, wederom gebruikt. Ook ontstaat het gevaar dat meer dan tot nog toe dc versierselen zullen kunnen gedragen worden door daartoe niet ge rechtigden, op tooneelvoorstellingen enz. Verscheidene andere leden verklaar den, dat, nu de regeering getoond heeft ook op dit punt bezuiniging noodig te achten, zij zich met het wetsontwerp konden vereenigen. Wijziging Lager Onderwijswet 1920. De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft een adres tot de Tweede Kamer gericht, waarin wordt uiteengezet, dat in het stelsel van het aanhangige wetsontwerp, een goed deel van de voorgenomen bezuiniging op de rijks-uitgaven slechts is verkregen door de uitgaven af te wentelen op de ge meenten. Kan deze methode op zich zelve allerminst ais redelijk aanvaard worden, aldus luidt hej o.m. in het adres, zij is buitendien des te bedenke lijker in een periode, waarin, aan een herziening der financteeie verhouding tusscben rijk cn gemeenten, welke reeds geruimen tijd ook door de regce- ring urgent wordt geacht,; nóg steeds geen oplossing is gegeven. Ten slotte vestigt adressante nadruk kelijk de aandacht op de hoogst beden- kefijkc gevolgen welke ongewijzigde aanneming van het wetsvoorstel voor de financiën der gemeenten hebben zou. Verlaging van het posKariej Naar de „N. R. Ct." verneemt, staat de regeering volstrekt niet afwijzend tegenover verlaging van het posttarief en worden verschillende verlagingen ernstig overwogen. Het briefport van 10 cents zou echter voorshands niet ver laagd worden, daarentegen o. a. wel een verlaagd stadsport weder worden ingevoerd. Plaatselijke inkomstenbelasting. De overdracht der invordering van de plaatselijke inkomstenbelasting aan de rijks administratie voldoet in het al gemeen uitstekend voor zoover betreft de regelmatige uitkeeringen welke de gemeenten iedere maand van het rijk ontvangen. Ook de vaststelling der aanslagen door het rijk geeft voor de gemeenten veel besparing van kosten en moeite. Er openbaart zich thans echter een ongerief, dat zeer veel om slag en moeilijkheden geeft. De bepa lingen ten aanzien van forensen, ook voor arbeiders en andere personen met kleine inkomsten worden door de rijks administratie streng toegepast. Deze bepalingen werden vroeger door de ge meenten met het oog op het feit, dat de opbrengst van weinig beteekenis was, wederzijds ten aanzien van de minder- gegoede klassen in de practijk niet tot toepassing gebracht. Thans moeten de gemeente-besturen aan de inspectie der rijksbelasting zelfstandig de forensen opgeven. Dit laatste schijnt meermalen verzuimd te worden wanneer het kleine aanslagen betreft. Ook uit een oogpunt van goede buurschap kunnen we begrij pen, dat de gemeentebesturen, weder zijds aan deze bepalingen weinig de hand houden, tc meer waar de formal teiten in dit opzicht zeer omslachtig zijn. Van lederen forens toch moeten de gemeentebesturen vier breedvoerig opgestelde formulieren inzenden. De inspecties dringen er echter sterk op aan, dat de wettelijke bepalingen in dit opzicht worden nageleefd. Het zou zeer toe te juichen zijn indien de wet den aanslag van forensen beneden een ze ker inkomen buiten beschouwing liet, hetgeen door een eenvoudige wetswij ziging te bereiken zou zijn. Nederlandsche Scheepsbouw- Maatschappij. Betreffende den gang van zaken bij bovenstaande maatschappij te Amster dam, verneemt het Persbureau V. D. uit goede bron. dat de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij nog voor meer dan een jaar werk heeft en zelfs nog voor de eerste zes maanden zoo veel, dat z9 haar personeel sterk moet uitbreiden, nu ook haar tweede werf in volle exploitatie komt. De nieuwe werf beantwoordt ten volle aan de gestelde* eischen, de productiekosten blijken door de hoogst moderne outillage lager dan geraamd. Alle acht hellingen zijn bezet. De loopende en nieuwe bestellingen, welke de maatschappij o.a. in concurrentie met buitenlandsche scheepsbouwers heef! verkregen, doen vermoeden, dat over dit jaar en ook over 1923 een naar omstandigheden bevredigende winst zal worden behaald. VLISS1NOEN, 14 DECEMBER. Een welgeslaagd liefdadfgheidsconcert. De groote zaal van het Concertge bouw aan dc Emmastraat bood giste renavond een feestelijken aanblik. Vóór en naast het toonecl versierde heesters en palmen, als heenwijzende naar het naderend Kerstfeest. Smaakvol was deze versiering, en ook passend want de avond was'ge wijd aan de Kunst, in dienst der liefde voor lijdenden. De Duitsche vereeniging „Vlissingen und Uingebung" bood, met medewer king der versterkte kapel Höfeiein Bekker, mevrouw N. SoetersVan Ba len Blanken, altzangeres, mevrouw Greta EversBekker, xylophoniste, en de afdeeling Mannenzang der vereeni ging, een concert aan met het doel om. door de opbrengst daarvan, de viering van het liefelijk Weihnactvts-feest mo gelijk te maken ook voor die arme Duitsche kinderen, welke dit anders zouden moeten missen wegens den droevigere economischen toestand in Duitschiand. Dat dit streven gaarne gesteund werd, bleek duidelijk uit dc zeer groote belangstelling de zaal was eigenlijk te kiein om al de bezoekers behoorlijk te plaatsen. De stemming van de bezoekers, reeds gunstig bij de intrede in de zaal, blééf dit den gansehen avond. Geen wonder ook Moet men bij een concert, dat met een liefdadig doel gegeven wordt, in den re gel veel met den mantel der liefde be dekken om slechts de goede bedoeling te kunnen waardeeren, hier was dit volstrekt niet noodig de tekortkomin gen, die gewoonlijk zulke concerten aankleven, waren hier niet aanwezig. Wat ten gehoore gebracht werd, was waardevolle muziek en de wijze van uitvoering, inzonderheid van het or kest, was uitnemend in ieder opzicht. Waar van goede muziek, op verdien stelijke wijze uitgevoerd, steeds beko ring uitgaat, wordt deze bekoring nog verhoogd, wanneer er voor gepaste af wisseling gezorgd wordt. En ook mei dezen eisch voor een goed programma was rekening gehouden (men denke slechts aan het contrast tusschen de muziek van Haydn's Symphonie No. 1 en de Grosse Fantasie tiber Werke von Qrieg) zoodat herhaaldelijk uit de hou ding van het publiek hooge waardee ring sprak. Na deze algemeene opmerkingen dient nog eenigszins in bijzonderheden te worden getreden. Dit is echter een moeilijke arbeid, want er was heel véél te prijzen en wij zijn van het concert huiswaarts gekeerd met de overtuiging dat we artisten gehoord hadden. Reeds bij bet eerste nummer werd die overtuiging gevestigd. Mevrouw HöfeieinBekker, dc di rectrice, leidde met vastheid het orkest, waarvan alle leden hun instrument vol komen meester waren. Vooral de fluit en de cello veroverden toen reeds de harten boe heerlijk klonk toch dat ge deelte, waar de een het motief van den ander overnam en hoe bleven ze den ganschen avond volkomen kunste naars I En wat weet ook dc directrice een liefelijken toon te ontlokken aan haar viool 't was zang vaak. Nooit verviel zij in overdrijving, nooit waren de forti te sterk, nooit werd het teedere sentimenteel. Moeten we tru ook de andere leden eik afzonderlijk noemen Och, men veroorlove ons, dit achterwege te laten en te mogen volstaan met de oprechte verklaring, dat ook zij ons hoog kunst genot geschonken hebben. Alleen mevr. EversBekker moeten wc roemen als zéér bedreven in de be speling van haar ongewoon instrument, de xylophoon. Zij gaf ontegenzeggelijk blijk van buitengewone vaardigheid het instrument ze'if kan ons echter als mnz/eA'-instrument niet bijzonder beko ren. Overigens heeft zij ook de andere slaginstrumenten heel verdienstelijk be speeld. Het zangkoor toonde grooten muzi- kalen zin. Wel kan het moeilijk een vergelijking doorstaan met het orkest, doch dit is natuurlijk het zangkoor bestaat uit dilettantenwie met juist heid wil waardeeren, dient dus een an deren maatstaf aan te leggen. En wie dit niet uit het oog verloren heeft, zal, evenals wij, met lof spreken over het geen ten gehoore gebracht werd en dat grond geeft voor groote verwachtin gen. Wat vooral aangenaam aandeed, allen zongen met hun hart, dat in zonderheid uitkwam bij dc voordracht van het Rheinlied. Eindelijk een woord van waardee ring, neen, van hulde aan mevrouw Soetersvan' Balen Blanken. Met haar heerlijke altstem wist zij ons gemoed tot ontroering te brengen. Hoe klaagde die klankrijke stem in Verborgenheit van Hugo Wolff, een lied dat zeer hoo ge eischen stelt, maar aan welke in ieder opzicht werd voldaan. Ook „Der Engel lied" van Braga. dat èn door de zangeres mevr. Soeters èn door de violiste mevr. Tföfeiein- Bekker, gesteund door 't beschaafde en keurige accompagnement van den heer Höfeiein, zoo aangrijpend werd voor gedragen, mag als een der glanspunten van den avond worden genoemd. De bloemenhulde, aan mevr. Soeters. mevr. HöfeieinBekker en mevr. EversBekker aangeboden, was dan ook geen vormelijkheid, maar een ten volle verdiend blijk van hooge waardee ring harer kunst. „Fröhliche Weihnachten" voor kooi en orkest, dat als slotnummer zijne ver diensten heeft (maar méér ook niet), was goed om de samenkomst in opge wekte stemming te doen eindigen en stond eenigszins in verband met liet

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1