No 284
1922
VRIJDAG 1 DECEMBER
QEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
Stads- enProvincienieuws
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvrage»
van 1—5 regels 65 cent iedere regel meer
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
DIENSTPLICHT.
Oproeping tot den werkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen, gelet
op het schrijven van den Commandant van
het Bataljon Wielrijders 2e schoolcampag-
nie, dato 24 November jl., roept bij dezen
op tot den werkelijken dienst, ingevolge
aanschrijving van het Departement van
Oorlog, d.d. 20 November 1922, afd.
Dienstplicht no. 11 O., op grond van art.
31 der Dienstplichtwet JAN CORNEL1S
FREDERIK HLilJSMAN, milicien-soldaat
der lichting 1920, lotingsnummer 97, be-
hoorende tot het Bataljon Wielrijders 2e
schoolcompagnie, uit de gemeente Apel
doorn, ingeschrevene in het verlofgangers-
register dezer gemeente, en gelast hem om
op 20 Maart 1923 bij zijn korps te 's-Her-
togenbosch aanwezig te zijn.
Vlissingen, 1 December 1922.
De Burgemeester voornoemd.
M. l.AERNOES. L.B
500
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Vergadering van Donderdag.
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Minister de Visser heeft het hard te
verantwoorden over de bezuiniging
op de afdeeling Kpnsten en Weten
schappen. Op die 3 miilioen 84 duizend
gulden heeft de minister 13 f, dat is
40 duizend gulden, moeten bezuinigen.
Nu is het waar, dat in het algemeen
voor deze afdeeling niet heel veel wordt
beschikbaar gesteld. Vijftig mille is
ook niet veel het departement van oor
log geeft dit bedrag uit voor veredeling
van het paarden-ras Die post blijft,
-maar de post voor veredeling van het
volk moet schade lijde.i. Het was het
verwijt van den heer Kleerekoper, dat
de minister ook op dezen post automa
tisch heeft bezuinigd juist bij deze af
deeling had men de uiterste omzichtig
heid moeten betrachten, meende hij; een
opvatting die bij den heer Rutgers geen
steun kreeg. Deze afgevaardigde kan
zich met verschillende posten bij deze
afdeeling niet vereenigen en dus had hij
niet zooveel hartzeer dat ook hier het
bezuinigingsmes werd gehanteerd.
De minister kon zich er op beroepen,
dat het bezuinigde percentage bij deze
afdeeling is gebleven beneden het alge-
meene percentage. Het was onmogelijk
hier de handen af te houden, want het
onmiddellijk gevolg zou geweest zijn,
dat op andere posten nog meer moest
zijn bezuinigd. Een oppervlakkig gekib
bel over de waarde van de Kunst tus-
schen de heeren Rutgers en Marchant
had al daarom geen waarde, omdat de
opvattingen over Kunst bij die beide
heeren wel zeer uitéén loopt.
Hetzelfde is het geval ten aanzien
van de volksuniversiteiten. De heer Zijl
stra meent, dat die naam niet juist is
het zijn geen universiteiten en zij zijn
niet voor liet volk. Juist daarom
wenschte hij, dat deze instellingen zul
len trachten haar eigen kosten te dek
ken. Hij had dus tegen vermindering
van de subsidies geen bezwaar en hij
wilde liet bedrag over alle dergelijke
instellingen gelijkelijk verdeelcn. Et
zijn thans naast de zeven die steun
krijgen, nog twaalf andere die dezen
nog moeten missen.
Dit betoog gaf den heer Kleereko
per aanleiding om bij den minister aan
te dringen op het bestudeeren van het
onderwerp onderwijs aan ouderen. In
de behoefte daaraan voorziet de volks
universiteit eenigszins.
Het debat dat over de verlaging der
subsidies voor de orkesten viel te
duchten, werd aanstonds in een andere
richting geleid door de mededeeling
van den minister. De groote moeilijk
heden die als gevolg va.i deze veria-
Ring zijn gerezen, hadden den minis
ter zeer bezorgd gemaakt. Hem bleek,
dat de orkesten den winter waren inge
gaan in de stellige overtuiging dat de
zelfde salarissen die zeer laag zijn
-— zouden worden betaald. Het was
dus een schrijnend onrecht dat daaraan
de bodem werd ingeslagen. Toen is de
minister aan het zoeken gegaan of hij
op andere posten het bedrag nog kon
vinden. Dat gelukte echter niet en de
eenige oplossing was, dat het subsidie
voor de Nationale Opera werd opgehe
ven en dit bedrag juist ook 30 mille
aan de orkesten werd gegeven. Deze
Opera bestaat nog nauwelijks, al be-
'cekent deze opheffing van het subsi
die natuurlijk de dood voor de Opera.
Verleden jaar heeft de minister met
vuur dit subsidie verdedigd, zelfs
tegen zijn vrienden en het moest hem
dus wel aan het hart gaan dat hij thans
dezen post moest schrappen. Natuur
lijk gingen deze wijzigingen velen ter
harte, omdat zij begrijpen dat in lengte
van jaren geen post meer is te wachten
voor de Opera. Om nu het beginsel te
handhaven, verdedigden de heeren
Kleerekoper en Dresselhuijs het hand
haven van een memorie post als begin
sel. De minister erkende, dat hij niet
heeft getornd aan het beginsel der sub-
sidieering van de Opera en dat hij dus
bereid was een memoriepost voor de
Opera op de begrooting te plaatsen.
Met die oplossing bleek iedereen te
vreden. De vreugde van de rechterzijde
dat de Opera geen steun meer krijgt,
blijft, maar het beginsel is gehand
haafd en de orkesten zijn gered.
Kalm was dus het einde van deze af
deeling en het hoofdstuk werd goe Ige-
keurd.
Daarna kabbelde de begrooting van
Waterstaat weer rustig voort.
Het waren de vrachtauto's die de
aandacht van eenige leden hadden. De
heeren Rutgers van Rozenburg en
Weitkamp wenschten de bepaling van
'n maximum-gewicht voor deze auto's,
met het oog op de vernieling der we
gen.
Een algemeen puntje raakte de heer
Van den Tempel aan, toen hij op werk
verruiming aandrong. Z.i. liet de sa
menwerking tusschen Waterstaat en
Binnenlandsche Zaken te wenschen
over. Hij wees daarbij reeds op de
wijze waarop de Vlissingsche haven
wordt behandeld, een wijze, die hij niet
in 's lands belang achtte.
Minister van Swaay heeft zich ver
klaard vóór werkverruiming en het uit
voeren van productieve werken, maar
hij mag niet boven zijn begrooting
gaan. Hij moet daarbij voorzichtig zijn
om nfet te ver te gaan en onvermijde
lijk komt hij voor een keuze van wer
ken die min of meer urgent zijn.
De begrooting voor posterijen,
telegrafie en telefonie.
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingekomen tot regeling van de
inkomsten en uitgaven van de poste
rijen, de telegrafie en telefonie voor het
dienstjaar 1923.
De minister van waterstaat deelt
mede, dat hij bij het samenstellen de
zer begrooting zich als eerste vraag
gesteld heeft hoe op de uitvoering van
den dienst kan worden bezuinigd, zon
der dat het algemeen belang en het be
lang van het personeel wordt geschaad.
Hij betoogt dat de juiste middenweg
slechts proefondervindelijk kan worden
gevonden, zoodat derhalve onmogelijk
met juistheid te voorspellen schijnt
waarop gerekend dient te worden.
De onverwerpelijke begrooting dient
bij zoo weinig uitzicht op de toekomst
noodwendig de sporen daarvan te dra
gen. Slechts één hoofdmotief kan gel
den voorzichtigheid.
Het kan dan ook voldoening wekken
dat de geraamde exploitatie-inkomsten
in 1923 de exploitatieuitgaven kunnen
dekken. Wel is waar sluit de onderwer-
pelijke begrooting met een bescheiden
winstcijfer, onder de tegenwoordige
omstandigheden durft de minister ech
ter geen ander beeld te geven dan in
deze begrooting is geschied.
Zou echter volgens een nader te val
len beslissing de herziening van de
classificatie der gemeenten tot stand
kómen, dan zou het winstcijfer het
thans geraamde bedrag aanmerkelijk
overtreffen.
Medegedeeld wordt, dat de exploita
tie-inkomsten van post, telegraaf en
telefoon te zamen ruim 6'/2 miilioen
lager zijn geraamd dan voor 1922, ter
wijl voor dat jaar een verlies van ruiin
2' 2 miilioen was begroot, een resultaat
in hoofdzaak te danken aan de bespa
ring op do exploitatie-uitgaven, welke
niet afhankelijk zijn van in vorige jaren
getroffen maatregelen Deze besparing
moge bij den eersten oogopslag nog
gering schijnen, in werkelijkheid betee-
kenf dat echter een zeer groot bedrag.
Bij de beoordeeling van deze zaak
gelden allerlei factoren, welke de mi
nister i.i den breede beschrh'ft.
Verder zet de minister uiteen op wel
ke wijze vereenvoudiging van den
dienst, en intensiever ex-pioitatie en
opvoering van arbeidsproductie wer
den ca zullen worden verkregen dat
bij liet kiezen van nieuwe of andere
hulpmiddelen ten behoeve van de
dienstuitvoering er voortdurend aan
dacht aan wordt geschonken of de be
staande middelen, waarmede de post
wordt vervoerd, wel economisch zijn.
Marinebegrooting.
In zijn memorie van antwoord op het
vuorioopig verslag over de begrooting
van marine deelt de minister mede. dat
de beginselen en richtlijnen van liet te
genwoordig kabinet op het gebied van
onze maritieme defesie onveranderd in
het ontwerp-Vlootwet belichaamd zijn.
De staatscommissie-Patijn zal echter
met bekwamen spoed onderzoeken, in
welk tempo de uitvoering van het werk
program, in het ontwerp-Vlootwet
neergelegd, zal geschieden, zulks met
handhaving van de schcepstypen en van
den termijn van aanbouw van zes jaar.
Wat de organisatie van en het be
heer over personeel en materieel be
treft, meent de minister lo. dat de op
leidingen behooren te worden versoberd
en voor zoover mogelijk moeten worden
gecentraliseerd 2ó. dat het marine
etablissement te Amsterdam zoo spoe
dig mogelijk tot den kleinst mogelijken
omvang moet worden teruggebracht en
dat ook de administratieve dienst al
daar moet worden ingekrompen.
Indien zich geen onverhoopte tegen
vallers voordoen, zal de „Java" eind
1923 voor den proeftocht gereed zijn,
terwijl, tengevolge van den brand bij
Werkspoor, de „Sumatra" eerst i.i het
voorjaar van 1925 haar proeftocht zal
kunnen houden.
De minister acht de bestaande Rijks
werven onmisbaar voor een behoorlijk
en economisch onderhoud van de vloot.
De aanschaffing van geschut wordt
verminderd met 132.000 de post-
aanbouw en aankoop van gebouwen
verhoogd met 155.0U0.
De ex-keizer
De correspondent van de „N. R. Ct."
te Brussel meldt
De minister van buitenalndsche za
ken heeft geantwoord op het protest
van den socialistischen afgevaardigde
Pierard tegen het feit, dat de autoritei
ten te Doorn den gewezen keizer bij zijn
huwelijk „keizer van Duitsehland en
koning van Pruisen" hebben genoemd,
en de vraag of er geen aanleiding was,
den heer van Doorn beseheidenlijk te
wijzen op den waren toestand.
De heer Jaspar heeft gezegd dat in
een door België geteekende heilige acte
Willem II van Hohenzollern beschul
digd wordt de internationale moraal
en het heilige gezag van de verdragen
zwaar te hebben beleedjgd. Het doet er
weinig tóe dat aciiterM Te zijnen laste
is vastgesteld dat hij in een acte van
den burgerlijken stand zich een hoeda
nigheid heeft toegeëigend die niet meer
de zijne is en die op de openbare mee
ning in Duitsehland geen enkelen in
druk heeft kunnen maken.
Voor de slachtoffers van de
„Amsterdammer"
Bij de tegenwoordige uitgevers van
„De Amsterdammer", het Christelijk
Volksdagblad, bestaat, naar de „Stan
daard" meldt, het voornemen om de
evenfueele exploitatiewinst door de uit
gave van genoemd dagblad te maken,
tot en met het jaar 1932, dus over de
tien komende jaren te doen besteden
ten bate der slachtoffers. Van dit voor
nemen is aan "t comité-Zijp mededee
ling gedaan met de vraag of het zulk
een steun zou wenschen te aanvaarden.
Hef achtste Koloniehuis van het
Centraal Genootschap.
Het herstellingsoord van het burger
weeshuis van Amsterdam te Bergen
aan Zee is voor den tijd van 15 jaar
verhuurd aan het Centraal Genootschap
voor Kinderherstellings- en Vacantie-
koionies.
Dit in 1908 gebouwde en volgens de
eischen des tijds ingericht herstellings
oord is een ware aanwinst voor ge
noemd genootschap. Het gebrek aan
plaatsruimte aan zee is door dit acht
ste koloniehuis weder voor eenigen tijd
overwonnen. In de bosschen blijft ech
ter het plaatsgebrek bestaan.
Een reisgids.
Door de Nederlandsche spoorwegen
is uitgegeven een reisgids betreffende
de treinverbindingen met het buiten
land. Deze gids is aan de stations en
de officieele reisbureaux verkrijgbaar
voor 20 cent.
De gids voldoet zeker in een behoefte
en zal dus bij het reizend publiek wel
belangstelling ontmoeten.
VLISSINGEN, I DECEMBER.
Een gecombineerde vergadering van
Ziekenfondsen.
In het Concertgebouw werd gisteren
avond een vergadering gehouden, uit
gaande van verschillende hier ter stede
bestaande Ziekenfondsen, nl. de Zieken
Wcerstandskas „Hulp naar Vermogen",
Werkliedenvereeniging „Gelijke Plich
tenGelijke Rechten". Werklieden
vereeniging -„de Schelde", Zieken- en
Ondersteuningsfonds werklieden Kon.
Maatsch, „de Schelde" en Ziekenveree-
niging „de Vooruitgang" tc Oost- en
West-Souburg.
De zeer druk bezochte vergadering
werd met een kort inleidend woord
geopend door den heer J. Marinissen
waarna de spreker van dezen avond, de
lieer Kuijer uit 's Gravenhage, secretaris
van het Ned. Verbond van Ziekenfond
sen en Kassen, 't woord verkreeg, die 't
een verblijdend feit noemde dat het be
sef in de kern, dat zijn de besturen der
verschillende ziekenkassen, levendig is
dat er medegeleefd moet worden en
meer moet geweten. De arbeiders moe
ten zelf medewerken om het voorge
stelde doel, de invoering ecnev verbe
terde Ziektewet, te bereiken. Het zal
zijn hoorders niet onbekend zijn, dat er
in ons land enkele -sociale wetten zijn
bijv. Ongevallenwet, Ouderdoms- en
Invaliditeitswet, wat de meesten echter
niet weten is dat er ook een Ziektewet
is aangenomen door de Tweede Kamel
en door de Koningin op 5 Juni 1913 is
bekrachtigd. Deze wet die eigenlijk de
andere sociale wetten had moeten
voorafgaan is nu, na ruim 9 jaar, nog
niet in werking getreden. Deels noemde
spreker dit ongelukkig, anderzijds ge
lukkig. omdat de ziekenfondsen dezen
tijd hebben te nutte gemaakt zich
krachtiger aaneen te sluiten, en geza
menlijk den strijd te voeren om ver
schillende verbeteringen in de wet
aangebracht te krijgen.
Toch was het zeer noodzakelijk dat
de ziekteverzekering wettelijk geregeld
was.
Spreker gaf een historisch overzicht
van het ontstaan der Ziektewet, die
ingediend is door minister Talma, en
deze slaagde er in zijn ontwerp verwe
zenlijkt te zien. in dit ontwerp zijn 176
artikelen en nu is een groot nadeel der
Nederlandsche wetten dat ze voor den
eenvoudigen man volkomen onbegrijpe
lijk zijn en voor velerlei uitlegging vat
baar zijn 100 advocaten halen er elk
wat anders uit. De Ziektewet eischt dan
ook nauwgezette bestudeering. Spreker
meende dat de wet voor de aangesloten
ziekenfondsen beslist onvoldoende was.
De Ned. Bond van Ziekenfondsen heeft
dit herhaalde malen aan de regeering
kenbaar gemaakt, en verschillende wij
zigingen voorgesteld. In 1918 werd door
minister Aaiberse een audiëntie ver
leend. die de erfenis van wijlen minister
Talma had overgenomen. Bij deze ge
legenheid werd op verschillende bezwa
ren gewezen, o.a. dat- de ziekenfondsen
elkanders leden niet met volle rechten
konden overnemen dat de uitvoering
der wet zou ioopen over de Raden van
Arbeid. Toen wilde minister Aaiberse
echter op dit punt de wet niet wijzigen;
wel werd tegemoet gekomen nan de
bezwaren der doctoren, doch de arbei
ders-ziekenfondsen kregen geen gehoor.
In 't aanvankelijk ontwerpTalma was
geen plaats gelaten voor de Zieken
fondsen, doch op aandringen van de
toen nog Kamerlid zijnde heeren Aai
berse en dr. De Visser werd de wet op
dit punt nog eenigszins gewijzigd. Iets
werd toen bereikt doordat de besturen
der ziekenfondsen medezeggingschap
zouden hebben, doch dit was meer 'n
schijn, hetwelk spreker nader uiteen
zette. Spreker bezag nu de wet nader
in zijn goede en kwade zijde. Het begin
sel dat ieder die in loondienst is. ver
plicht is tot verzekering juicht spreker
toe, doch de schaduwzijde is dat he*
absoluut buitengesloten is dat iemand
die niet in loondienst is. zich verzekeren
kan. Er buiten staan dus kleine nering
doenden, zelfstandig werkende perso
nen en eveneons losse arbeiders. Dit
acht spreker niet goed. Een andere be
paling is dat de contributie moet be
taald worden door werkgever en werk
nemer berden ieder voor de helft. Dit
is een goed beginsel. Het is een onder
deel van den arbeid en niet één werk
gever kan dit cadeau geven. Moest de
werkgever het geheel betalen, dan zou
men dit toch op 't loon vinden. Boven
dien behoudt men bij gelijke betaling
het recht van medezeggingschap van
de arbeiders en de bonden. Men kan
daardoor het recht opeischen de gelden
mede te beheeren. Nu kan men wel
zeggen, dat de Staat alles moet betalen,
maar dan betalen wij het toch dan zou
het uitsluitend ambtenarij worden en
dientengevolge de kosten voor de uit
voering der wet veel hooger.
Spreker wees op het verschil in be
voegdheid der rijkskassen en die der
particuliere kassen de eerste zouden
gegadigden kunnen weigeren, de la,'ri
sten moeten iedereen aannemen dit is
een groot nadeel want de particuliere
kassen zouden dan de stroppen krijgen.
Het moet zijn gelijke monniken gelijke
kappen. De ziekte-uitkeering zóu be
dragen 70 Dit is verkeerd, daar men
bij ernstige ziekte geen loon kan der
ven. Spreker weet wel dat dit gedaan
wordt om simulatie te voorkomen, er.
erkend moet worden dat dit geschiedt,
maar uit eigen ervaring weel spr. dat
het aantal simulanten hoogsten 3
van de verzekerden bedraagt, en hc'
aat niet op om dus zooveel anderen
te straffen met inkorting van het loon.
Wanneer de regeling gaat over de zie
kenfondsen dan kan men verzekerd zijn
van goede controle. Ook onderwierp
spreker aan critiek de bepaling dat 180
ziekendagen worden uitgekeerd over 12
maanden. Dit is veel minder d:.a
schillende ziekenfondsen nu reeds ge
ven. Er zijn toch vele menschen die
langer ziek zijn dan een half jaar,
waarbij nog komt dat men in het 2e
jaar maar 3 maanden uitkeering zou
krijgen. Nu is het wel waar dat de In
validiteitswet daarin voorziet, doch dit
is maar schijn, wat spreker nader toe
lichtte. De ziekenfondsen kunnen door
onderlinge samenwerking bij weinig
betalen veel geven, en bij de Invalidi
teitswet krijgt men hij veel betalen
slechts een klein beetje.
Door de actie van den Ned. Bond
van Ziekenfondsen is de bepaling dal
een particulier ziekenfonds 5000 leden
moet tellen nu teruggebracht op 20'.
leden. In heel Nederland is geen zieken
fonds met 5000 leden te vinden. Voor
de richtige nakoming der verplichtingen
door de ziekenfondsen moet een waar
borgsom gestort worden bij de Raden
van Arbeid. De hoegrootheid van dit
bedrag is niet bekend, maar spreker
weet. dat dit een zeer groote som
zal zijn, die door geen enkele vereeni-
ging opgebracht kan worden. Bij een
uitkeering van 14 per week zou bij
de Raden van Arbeid een bedrag ge
stort moeten worden van 70 per lid.
Door al deze bepalingen wordt dus de
medezeggenschap der ziekenfondsen
zoo moeilijk mogelijk gemaakt. Boven
dien is het niet noodig, want de zieken
fondsen hebben in den loop der jaren
bewezen zoo solide mogelijk ie zijn.
De contributie zou door de Raden van
Arbeid opgehaald moeten worden, dus
het contact tusschen bestuur en leden
wordt verbroken. Ook de uitbetaling en
de stopzetting der uitkeering zou aan
de Raden van Arbeid worden overgela
ten. De besturen zouden dus niets meer
te zeggen hebben.
De ziekenfondsen bedanken daar
voor natuurlijlit Uit dit alles blijkt
wel dat de Ziek^byet niet veel goeds
belooft voor de ziekenfondsen. Hoe dit
komt, vraagt spreker. Nergens anders
door dan dat de overheid steeds heeft
verzuimd, zich op de hoogte te stellen
tan het ziekenfondswezen in ons land
Spreker is ervan overtuigd, dat wan
neer minister Talma beter bekend was
geweest met de zegenrijke werking dei-
zoo vaak smadelijk bespotte „zieken-
fondsjes" deze bewindsman krachtens
zijn beginsel in de Ziektewet vee! meer
ruimte zou hebben gelaten voor het
historisch gewordene. In ons land zijn
nu ongeveer 2500 kassen, met plm.
1.000.000 verzekerde arbeiders, die ruim
10.000.000 offeren voor hun naasten,
die door ziekten worden getroffen.
Er wordt tegenwoordig een krachti
ge actie gevoerd door het Ned. Verbond
van Ziekenfondsen met groot succes.
Minister Aaiberse is het program met
wenschen van den bond voorgelegd en
deze heeft zeer gunstige toezeggingen
gedaan. De Ziektewet zal belangrijk
gewijzigd worden. Een vertegenwoordi
ger van den bond heeft zitting verkre
gen in den Hoogen Raad van Arbeid.
Vervolgens behandelde spreker nu de
actie van dc heeren Posthuma— Kupers
met hun proeve van ziekteverzekering
en hij noemde het opmerkelijk, dat een
jaar nadat al deze verbeteringen door
de actie van den bond zijn toegezegd
de heer Posthuma op 't oorlogspad ver
scheen. Breedvoerig besprak de heer
Kuijer de bezwaren' welke tegen het
ontwerpPosthuma bestaan. O.a. wees
spreker er op dat in de wet-Talma een
arbeider 4 dagen bij,een patroon in
dienst moet zijn. bij Posthuma was dit
oorspronkelijk 2 maanden. Iater terug
gebracht op 1 maand. Dif is ontegen
zeggelijk een groote verslechtering, te
meer daar minister Aaiberse deze vier
dagen heeft teruggebracht op I dag.
Ook bij staking, uitsluiting en werke
loosheid biedt het planPosthuma veel
nadeelen. Spr. becritiseerde dat het
Ned. Verbond bij de onderhandelingen
tusschen dc werkgevers en Centraal
Beheer niet gekend is. Men achtte het
blijkbaar niet noodig een organisatie
van meer dan 10.000 leden hierin te
kennen. Hoe meer spreker kennis nam
van het plan PosthumaKupers hoe
minder het hem toelachte. Het brengt
zeer belangrijken achteruitgang en in
geen enkel opzicht verbetering. Wel
geeft het een hoogere uitkeering bij
ziekte en is het voor de arbeiders pre-
mievrij, doch minister Aaiberse noemt
dit terecht een stukje spek, dat den
arbeiders wordt voorgehouden, om hen
in de va! te doen Ioopen Het is dan
ook alleen de bedoeling van den heer
Posthuma om zijn zaak van Centraa'
Beheer in stand te kunnen houden
waarvan hij directeur is. De Ziektever
zekering zou daar dan ondergebracht
worden. Aile medezeggingschap ging
daardoor te loor, en het spijt spreker
dat er ook arbeiders-organisaties zijn,
die sympathiek staan tegenover liet
plan Posthuma.
Minister Aaiberse staat nog op zijn
eenmaal ingenomen standpunt, doch er
dreigt gevaar, daar een zijner hoogste
ambtenaren, mr. Groeneveld. heeft ver-,
klaard te staan aan de zijde van mr.
Posthuma. Opletten is dus noodzakelijk
want het is niet denkbeeldig dat de
minister nog overstag gaat, tenzij er
van de ziekenfondsen een krachtige
actie uitgaat om dit te verhinderen.